Silvester Peperkamp – Duiding van de kunstenaar en zijn werk 2014

Download Report

Transcript Silvester Peperkamp – Duiding van de kunstenaar en zijn werk 2014

Silvester Peperkamp – Duiding van de kunstenaar en zijn werk 2014

Geachte genodigden, belangstellenden, Wilma.

De eerste keer dat ik Silvester uitvoerig sprak was in 2007, voor een interview in zijn atelier op het station van Tiel. Natuurlijk had ik daarvoor al eerder woorden met hem gewisseld, maar dat waren steeds oppervlakkige gesprekjes geweest. Over zijn werk zei Silvester nooit zo veel. Het plezier lag voor hem in het maken. Niet in het praten over wat hij gemaakt had. Of waarom. Vooral die laatste vraag ging hij uit de weg. Hij koos eenvoudig zijn onderwerpen en composities op een intuïtieve manier. De tweede keer dat ik Silvester uitvoerig sprak, was in 2014, vorige week bij de opening van de tentoonstelling hier in Noordwijk. Niet in woorden, uiteraard, maar in beelden. En ik was verrast, want zó had ik hem nog niet leren kennen. Ik kende vooral zijn strandtafereeltjes, die hij in Noordwijk maakte, en de dagboek-tekeningen die hij indertijd voor de Siciliëreis had gemaakt, maar ik kende niet zo sterk zijn andere motieven – ook niet de werken die hij alleen in besloten kring liet zien. Misschien had hij me van de andere thema’s wel voorbeelden laten zien hoor, indertijd, bij mijn bezoek aan de Betuwe, maar dan waarschijnlijk terloops, niet om ze te benadrukken. 1

Op de schilderfestivals was hij wel vaak aanwezig, maar niet prominent. Hij werkte in rust en behoorde niet tot de kunstenaars die om aandacht vroegen. Als hij wel eens op de voorgrond moest treden, had hij daar volgens mij een beetje moeite mee. Dan had hij de neiging zich een beetje te overschreeuwen, en dat paste niet zo bij hem – een rustige natuur, die genoeg had aan zichzelf en een intieme groep dierbare mensen om zich heen. Genietend van hun aanwezigheid en iets teruggevend in de vorm van zijn observatie-kunst. Geen grote onderwerpen, liever het alledaagse, onopgesmukte, een bescheiden, niet aan grootheidswaanzin lijdende kunstenaar. Een chroniqueur van zijn eigentijdse bestaan. Ik zei het al: ik kende vooral de strandtaferelen. Nieuw waren voor mij de stadsgezichten. Die had ik van zijn hand nog niet zó gezien. Vorige week zag ik ze hangen: een fietser door de stad bij regen, boten langs de kade, het Damrak gezien vanaf de zijde van het Victoria Hotel. Hij bewijst zich in deze werken door zijn kleurgebruik, de snelle notatiewijze in olieverf. Zijn onderwerpen overtuigen. Deze man kon auto’s schilderen! Dat klinkt misschien gek, maar ik heb veel moderne stadsgezichten gezien. En veel kunstenaars zetten auto’s in de straat alsof het Dinky Toys zijn! Ze lijken op speelgoed en dat maakt een straatscene onecht. In hoe hij deze stadsgezichten opvat, plaatst Silvester zich 2

in een Nederlandse beeldende traditie van het steedse leven die ontstond in de jaren tachtig van de 19 de eeuw. Nieuw voor mij waren ook de schilderijen van de Betuwe, de streek waar hij geboren was, en waar hij eigenlijk keer op keer zijn rust weer vond. Hij hield van de uiterwaarden, van de Randwijk, van de eerste kievitseieren die hij vond in het grasland. Dit landschap herinnerde hem aan zijn onbezorgde jeugd: de liefde voor zijn moeder, hoe hij met zijn fiets de dijk af denderde, de vuurtjes die hij er stookte, hoe hij in de winter met zijn vrienden op de schaats het eerste ijs probeerde. Dit landschap bleef hij schilderen – hij was dezelfde vrijbuiter, maar vormde de belevingsenergie om naar een notatiewijze waarin dezelfde emotie ligt besloten. Misschien is het toeval, hoor, maar mij viel juist op hoe lichter en vrijer zijn schilderijen van de Betuwe op deze tentoonstelling ogen. Er lijkt geen druk in te liggen, ze zijn bijna spontaner en expressionistischer ontstaan. Een voorbeeld is het werkje met de blauw-paarse koeien in de weide, en dan zult u begrijpen wat ik bedoel. In

Schaatsen op Weissensee

kwam waarschijnlijk eenzelfde nostalgisch gevoel naar boven. Mogelijk ook in

Sneeuw op Vlieland

, de mooie, compacte langgerekte visie van de duinrand daar. Eveneens een waar hij dolgraag kwam en waar hij schilderde uit liefde voor het landschap. Maar in de Betuwe, zijn geboortegrond – hij was geboren in Randwijk, in 1951 –, daar schilderde hij ook 3

zijn vele, kleine paneeltjes met fruit: bessen, kersen, appels en peren en pruimen. Daar in Tiel en omgeving was hij graag. Ik zie het aan zijn portretjes. Tientallen maakte hij van onbekende Betuwenaars. ‘Achterkantjes’ noemde Silvester ze. Vanuit zijn atelier op het Tielse station bespiedde hij voorbijgangers heimelijk en tekende hun ‘bezoek’ op in olieverf. Snel en op een leuke manier neergezet op de paneeltjes, niet zo obligaat in het midden. Voor wie goed kijkt, overigens: niet alleen maar mensen uit de Betuwe – want Martin Bril loopt er rond: hij was net zo gek op zijn hondje als Silvester, maar ook een dame in lingerie. Ik denk niet dat die zo op het stationspleintje in Tiel rond liep. Althans, ik heb haar niet gezien, toen ik Silvester de eerste maal echt sprak. Deze ‘Achterkantjes’ kende ik ook niet, al heeft hij er mogelijk eentje laten zien, toen. Op de tentoonstelling hier, met zo vele verschillende paneeltjes bij elkaar, kom je tot het inzicht dat Silvester er met een opgezet plan aan werkte. Maar die indruk wekte hij nooit. Hij heeft er waarschijnlijk vele van verkocht, maar hij dacht steeds vanuit die hele verzameling typetjes. Met zijn zachte stem en zijn fijne observatie sprak hij er bijna elke dag eentje toe – ze gingen en ze kwamen. En deze nietsvermoedende mensen haalden de oneindigheid. Vastgelegd door iemand die het alledaagse omarmde. 4

Misschien voelde hij zich dáár wel het meeste thuis: in zijn eigen atelier met venster op de buitenwereld. Aardig is daarom te zen dat hij ook zijn ‘binnenwereld’ schilderde: het hangt hier, het stukje atelier, met de componenten waarmee hij dagelijkse werkte. In de groen-blauwe tinten en de stijl waarmee het is gedaan, een werk dat het oeuvre van Kees Verweij oproept. Maar ik zag ook een pittige compositie met een schaars gekleed model dat schalks zijn venster uitkijkt, terwijl het buiten scharrelende publiek denkt: daar zit die zonderlinge kunstenaar in zijn ei te werken! Toch zat hij er niet altijd. Hij deed natuurlijk mee aan de festivals. Of hij bezocht zijn moeder, of zijn dementerende schoonmoeder in het bejaardentehuis. Dat deed hij heel trouw. De verkoop van een tentoonstelling in Arnhem besteedde hij een keer geheel aan de verzorgers. Hij zorgde voor een grote BBQ en nodigde alle verplegers en bejaarden uit. Maar ook naar zijn eigen kunstenaarskring was hij trouw. Hij organiseerde samen met zijn vriend Evert een schildersfestival in Elst tijdens de paardenmarkt. De kunstenaars van After Nature werden uitgenodigd, met Peter Klashorst, Ernst Voss, Jurriaan van Hall en de gebroeders Donker. Het was niet eenvoudig voor Silvester om zich staande te houden ten opzichte van deze Titanen, maar het lukte. Het gemeenschappelijke werk dat zij maakten, hangt nog steeds in het gemeentehuis. 5

Na dit soort uitstapjes was hij altijd weer blij om thuis te zijn. Terug bij het dagelijkse leven, de rust en de liefde van het familieleven. Maar het verlokkelijke artistieke leven trok ook aan. Soms was het iets te veel. ‘ Ik heb ergens mijn creativiteit verloren,’ klaagde hij wel eens. Hij doelde dan met name terug op de eerste jaren na omslag die hij zo’n 25 jaar geleden maakte van ICT-er naar kunstenaar. Hij besloot toen volledig te kiezen voor het artistieke beroep. Hij pakte daarmee zijn oude liefde van het tekenen weer op. Gepassioneerd startte hij: tekenen, schilderen, zelfs beeldhouwen. Die producten zien we helaas niet hier, vandaag, hoewel ik er wel benieuwd naar ben. Het was de overmacht van de nieuwe weg: na de eerste jaren kunstenaarschap besefte Silvester dat hij zich ook hier weer moest beperken. En dat is hem gelukt, zonder dat het afbreuk deed aan zijn werk. We zien in de schilderijen op deze tentoonstelling hoe hij zich blij kon maken over de meest eenvoudige dingen: koeien in de uiterwaarden van de Betuwe, mensen uit Tiel die langs zijn raam lopen, zwervers die voor zijn atelier scharrelden en die hij een koek of een biertje aanbood als hij ze mocht schilderen. Door dit tweede gesprek met Silvester, vandaag, zien we een kunstenaar die zich vertrouwde met het alledaagse en eigene. Al zijn onderwerpen stonden heel dicht bij hem. Je ziet aan zijn werken op deze tentoonstelling dat hij van 6

alles heeft genoten. Laten we rondwandelen en daar naar gaan kijken, door de ogen van Silvester. Harry J. Kraaij 7