Transcript Klik hier

ssoe
jaarverslag
krant 2013
n Voorwoord: ‘Samen krijgen we het voor elkaar.” 2
--------------------------------------------------------------------------------n GMR SSOE in 2013 3
--------------------------------------------------------------------------------n Taalbrug en Mgr. Hanssen: Instelling Cluster 2 Zuid 3
--------------------------------------------------------------------------------n Co-teaching
4
--------------------------------------------------------------------------------n Mytylschool en MBS haken aan bij project
‘De bibliotheek op school’
5
--------------------------------------------------------------------------------n Branchegerichte cursus ‘Werken in de keuken’ 5
--------------------------------------------------------------------------------n Autisme Steunpunt Zuidoost Brabant 6
--------------------------------------------------------------------------------n De Raad van Toezicht SSOE in 2013
6
--------------------------------------------------------------------------------n Opbrengstgericht werken als leidraad
7
--------------------------------------------------------------------------------n Persoonlijke aandacht cruciaal 8
--------------------------------------------------------------------------------n Het jaar 2013 in cijfers 9
--------------------------------------------------------------------------------n Symbiose-onderwijs
10
--------------------------------------------------------------------------------n SSOE-scholen
10
---------------------------------------------------------------------------------
Taalbrug schoolt docenten SBO in taalonderwijs
Medewerkers van de Taalbrug hebben het volledige team van SBO Petrus
Dondersschool in Gemert vanaf september 2013 geschoold op het gebied van
Taal leren in Interactie. De school wil deze op de Taalbrug ontwikkelde en
gehanteerde methode ook in haar klassen gebruiken.
Taalbrug logopediste Ciska Heertjes was één
van de docenten: ‘De Petrus Dondersschool
heeft zeven leerlingen met een cluster 2
indicatie. Het idee was het hele team middels
intervisie te scholen zodat het niet alleen óver
de theorie zou gaan, maar dat het geleerde
direct in de praktijk gebracht kon worden. Taal
leren in Interactie is profijtelijk voor alle
kinderen; niet alleen voor leerlingen met een
cluster 2-indicatie.’
Open en prettige sfeer
Karlijn Meijer is klassendocent op Taalbrug-de
Horst en zij was ook bij deze intervisie-bijeen­
komsten betrokken als docent: ‘Dat ze allemaal
wilden deelnemen, vind ik echt geweldig, want
het is best een belasting. Voorbereiden, je laten
filmen, huiswerkopdrachten, deelnemen aan de
bijeenkomsten, evalueren. Er waren vier groepjes
van ongeveer zeven mensen: logopedisten,
IB-ers, stagiairs, directie en assistenten. De sfeer
was open en prettig met gedreven en hard­wer­kende collega’s. Alles was goed voorbereid,
tussen de bijeenkomst door werden we met
vragen benaderd.’
Ambassadeur van de methode
Het was voor Karlijn de eerste keer dat ze aan
een groep collega’s haar kennis moest over­
dragen.’ En dat was best spannend. Het hielp
dat ik een overtuigd ambassadeur van
de methode ben. Ik werk er al lang mee en ben
steeds opnieuw verrast als ik zie wat het met
kinderen doet. We hadden als docenten vooraf
bepaald dat we in deze cursus vooral wilden
focussen op het ‘vangen’ van de taal, het spelen
van de dubbelrol (kinderen aanmoedigen
tot en laten reflecteren op taal) en aandachtig
luisteren en beurtgedrag.’
Doorzettingsvermogen
Wat de Taalbrug-medewerkers heel interessant
vonden om te merken was dat ‘het kunstje’ van
het gebruik van de methode, niet 1-2-3 over te
dragen is. Karlijn: ‘Het kost tijd en doorzettings­
vermogen om dit als docent echt te verinner­
lijken, om het een natuurlijke benadering te
laten worden. De collega’s van de Petrus Donders­
school wilden graag leren en waren als een
spons: “Kun je nog iets meer vertellen?”
Sommigen hadden het principe heel snel door,
voor anderen kostte het wat meer tijd. Zelf
zagen ze in dat het een kwestie van vaker doen
en doorzetten was, maar en - dat werkt heel
stimulerend - , ze bemerkten gedurende het
traject al vooruitgang. De sfeer tijdens de
bijeenkomsten was heel open. Ze zijn bekend
met “intervisie” en zijn gewend feedback te
geven en te ontvangen. Je kunt merken dat ze
vaak over vakinhoud met elkaar in gesprek
gaan.’
Goed naar kinderen luisteren
Ilse Opsteen is docent in de midden-en boven­
bouw van de Petrus Dondersschool. Dit jaar
werkt ze in verband met ouderschapsverlof twee
dagen per week. Ilse vertelt dat ze, in de tijd
voor de bijeenkomsten van de Taalbrug, meer
de vaart in de lessen hield: ‘te veel vaart, denk
ik nu. Ik praatte snel en veel, met een hoge
informatiesnelheid. Eigenlijk praatte ik over
sommige leerlingen heen. Nu heb ik een instru­
ment in handen om goed naar kinderen te
kijken en te luisteren en vooral naar hun eigen
communicatie. Als een kind iets zegt, geef ik
het goed geformuleerd terug. Door aan te haken
bij wat een kind zegt, ontwikkelt zich een echt
gesprek waar alle kinderen aan deelnemen. Dat
stimuleer je ook door de juiste opstelling in
de klas, en door op de juiste manier beurten te
geven. Het tempo in mijn lessen ging omlaag,
de kwaliteit omhoog. Ik ben me veel bewuster
van mijn taalgebruik nu. Wat mijn taalgebruik
voor effect kan hebben op kinderen!’
Vlnr: Ciska Heertjes, Karlijn Meijer en Henk Creemers:
‘Gestructureerd taalonderwijs is goed voor alle leerlingen.’
“Ik zie een vogel”
Taalontwikkelingstoornis
‘Deze week was een kind naar Toverland
geweest,’ begint Ilse een voorbeeld van hoe het
nu anders gaat, ‘ze vertelt over een attractie en
een karretje. Normaliter zou ik het verhaal afge­
broken hebben en gevraagd: “en wat nog meer?”
Nu bleek ze te gaan vertellen over een ervaring
van enkele jaren geleden die veel indruk op haar
had gemaakt. Nu weet ik beter wat in kinderen
omgaat, maar het heeft ook een direct talig
effect.’
Uit de evaluatie bleek dat het team van de
Petrus Dondersschool de cursus heel interes­sant
en bruikbaar vond. Henk Creemers (taal­
coördinator op de Taalbrug ): ‘De school heeft
zeven kinderen met een cluster 2-indicatie, maar
gedurende de scholing zagen deelnemers in
wat een taalontwikkelingstoornis behelst. Ze
ontdekten hoe slecht sommige kinderen spraken
en signaleerden meer kinderen met een cluster
2-problematiek. ‘
‘Wij hebben een methode met dieren op een
fotoplaat. De kinderen moeten de dieren noe­
men. Zij zeggen ”vogel”. Ik: “Ik zie een vogel”. Op
een gegeven moment hebben de kinderen door
dat ik zinnen maak over de dieren en zij gaan
dit uit zichzelf en bewust ook doen. Fantastisch!’
Ilse Opsteen: ‘Als onze IB-er nu in de klas komt
let ze, naast andere dingen, ook op het geleerde
in de teamscholing. We zijn nu in de fase dat
we bewust en gericht dingen anders gaan doen.
De kracht van de stilte ervaren. Ik ben blij
dat we de cursus hebben gehad. Iets waarvan ik
resultaat zie bij mezelf en bij de leerlingen, daar
kan ik heel enthousiast van worden!’
‘Taal leren in interactie consequent hanteren,
vraagt een verandering van mij als leerkracht.
Het kost tijd. Nu ben ik me het vooral bewust in
de kring. Dat zie ik ook bij collegiale consultaties.
Ik moet het me nog helemaal echt eigen maken,
verinnerlijken.’
1
komen. Bij een vijftal samen­werkingsverbanden
spelen we een actieve rol; in andere regio’s zijn
we aangesloten, maar is onze rol meer ‘volgend’,
omdat we een beperkt aantal leerlingen uit dit
Samenwerkingsverband hebben. In deze krant
vindt u een overzicht. We zetten ons in om de
positie van kinderen met een speciale onderwijs­
behoefte te waarborgen. We behartigen een
goede plaats voor de expertise van het speciaal
onderwijs en (ambulante ) ondersteuning in de
ondersteuningsplannen. Onze schoolprofielen
zijn in begrijpelijke taal beschreven en aange­bo­
den aan de samenwerkingsverbanden en een
samenvatting is weergegeven in een kern­achtige
folder.
n Voorwoord voorzitter college van bestuur SSOE
‘Samen krijgen we het voor elkaar’
Nu Passend Onderwijs in augustus 2014 van kracht wordt, landen de bestuurlijke
‘vergezichten Passend Onderwijs ’ in de praktijk van onze scholen en van onze
organisatie. Er wordt hard gewerkt aan de concrete inrichting van zaken als
commis­sie toelaatbaarheidsverklaringen en de opzet en toedeling van onder­
steunings­­­middelen. Ter voorbereiding op het nieuwe stelsel waren wij op de
scholen aan de slag met ‘arrangementen’, ‘leerlijnen’ en ‘opbrengstgericht werken’.
De medewerkers van de Externe Dienstverlening pasten ‘co-teaching’ toe in de
praktijk.
De Kwaliteitswet (V)SO werd van kracht. Dit
betekende dat we ons nog bewuster hebben
gericht op voorbereiding en toeleiding naar
dagbesteding, vervolgonderwijs of arbeid.
Dat blijkt ook uit het artikel over de branche­
gerichte cursus “Werken in de keuken” en uit
het interview met Richard Raijmakers, oud-
leerling van de MBS Eindhoven. Uit zijn relaas
valt goed op te maken dat de persoonlijke
aandacht en inzet van docenten het verschil
maakt.
Naast de veranderingen in de onderwijspraktijk
moest er in 2013 ook bestuurlijk nog veel
geregeld worden in verband met de invoering
van Passend Onderwijs. Onze Taalbrug-scholen
vonden in de Mgr. Hanssen uit Hoens­broek
een partner om gezamenlijk te voldoen aan de
wettelijke eis om met één instelling het
volledige spectrum van cluster 2 leerlingen te
kunnen bedienen: van doof, slechthorend tot
en met de kinderen met een taalontwikkelings­
stoornis. Sinds november 2013 is de Instelling
cluster 2 Zuid ‘in oprichting’ een feit. Deze werk­
stichting zal per augustus 2015 worden omgezet
in een definitieve instelling.
Onze cluster 3-scholen, de Mytylschool Eindhoven
en de MBS Eindhoven zijn aangesloten bij de
relevante samenwerkings­verbanden Passend
Onderwijs. ‘Relevant’ zijn die samenwerkings­
verbanden in de gebieden waar onze scholen
staan en/of waar onze leer­lingen vandaan
We hebben veel geleerd van de actieve partici­
patie in het samenwerkingsverband HelmondPeelland VO. Dit samenwerkings­verband is al
een jaar eerder gestart met Passend Onderwijs.
We wisten daardoor wat de aandachtspunten
zouden worden bij de andere regio’s. We zien
inmiddels dat er grote verschillen zijn in de
manier waarop de samenwerkingsverbanden
hun wettelijke taken concreet vorm geven.
Daar komt nog bij dat in onze regio (Zuid Oost
Brabant) een forse negatieve verevening een rol
speelt. Deze factoren hebben een grote impact
op de bedrijfsvoering van SSOE. In de komende
jaren komt er minder budget beschikbaar voor
de cluster 3 scholen. Bij de cluster 2 scholen pakt
de peildatum 2011 negatief uit. De groei na die
teldatum wordt niet meer bekostigd vanaf 2014.
Bij SSOE staat, ondanks de onduidelijkheden en
zorgen over de nabije toekomst, één ding als
een paal boven water: we komen op voor onze
bijzondere doelgroepen. We werken hard voor
deze leerlingen; binnen de muren van onze
scholen en vér daarbuiten. We doen dat zelden
alleen, maar eigenlijk bijna altijd in samenwer­
king met anderen. De verschillende artikelen in
deze jaarverslagkrant verhalen over die samen­
werking. In sommige gevallen hebben we de
ervaringen van onze partners over het werken
met ons opgetekend. Dat doen we om duidelijk
te maken hoe we het door ons gehanteerde
adagium ‘SSOE: Partners in Passend Onderwijs’
inhoud geven, hoe dit gewaardeerd wordt en
het - wat ons betreft - de komende jaren nog in
betekenis zal toenemen.
Addie Smolders
In de Gemeenschappelijke Medezeggenschapraad (GMR) van SSOE is elke school
(elk BRIN-nummer) vertegenwoordigd met één lid uit de oudergeleding en één
lid uit de personeels­geleding. De leden stemmen ‘zonder last of ruggespraak’, maar
kunnen in voorkomende gevallen wel besluiten hun achterban te raad­plegen. De
plaats waar de GMR en de bestuurder elkaar formeel ontmoeten, is de overleg­ver­
gadering.
GMR SSOE in 2013
Mening medewerkers en ouders
Voor de GMR is het overleg de belangrijkste
kans om invloed uit te oefenen op het beleid
en op besluiten in voorbereiding. Voor de
bestuurder is het een unieke kans om kennis
te nemen van de meningen van de mede­
werkers en ouders. Als de bestuurder zich
weet te verzekeren van de steun van de raad,
staat zij sterker in het doorvoeren van de
gewenste veranderingen. De GMR heeft een
vooroverleg om de overlegvergadering met
de bestuurder voor te bereiden.
Samenstelling GMR in 2013
• dhr. J. Peelen (vz.) I De Beemden,
oudergeleding
• dhr. J. Vooren I De Beemden,
personeelsgeleding (vanaf april ‘13)
• mw. B. Olislaegers I De Horst, oudergeleding
• mw. L. van Leuken I De Horst,
personeelsgeleding
• mw. N. Blank I Ekkersbeek, oudergeleding
(tot juli ’13)
• mw. H. Meskers I Ekkersbeek, oudergeleding
(vanaf sept. ’13)
• mw. M. Smeulders I Ekkersbeek,
personeelsgeleding
• mw. R. Vorselaars I Mytylschool,
oudergeleding
• dhr. J. Dolders I Mytylschool,
personeelsgeleding
• mw. N. van Gerwen I MBS, oudergeleding
(vanaf april ’13)
• dhr. R. Velraeds I MBS, personeelsgeleding
(tot juli ’13)
• mw. M. de Laat I MBS, personeelsgeleding
(vanaf sept. ’13)
In 2013 heeft de GMR ingestemd
met:
In 2013 heeft de GMR geen advies
uitgebracht over:
• de procedure aanstelling teamleiders
• de wijziging regeling Jubilea/vertrek
Personeelsfonds Lief en Leed
• het bestuursformatieplan 2013-2014.
Bij de behandeling van dit plan heeft de
GMR een externe adviseur van het CNVO
ingeschakeld.
• het reglement Klokkenluidersregeling
• het protocol Social Media
• het beëindigen van het inhuren van payflex medewerkers
• de aanvullingen van het functieboek met
de nieuwe functies ‘Bestuurssecretaris’ en
‘Teamleider AC en AD’
• de aanpassing Privacyreglement
•het besluit m.b.t. de Statuten RSV VO
Eindhoven Kempenland
•het besluit m.b.t. de Statuten SWV PO
De Kempen
In 2013 heeft de GMR positief advies
gegeven over:
•de managementstructuur De Taalbrug
•de intentieverklaring vorming Instelling
Cluster 2 Zuid
•procedure benoeming directeur vso Taalbrug
•procedure benoeming directeur so Taalbrug
•het vakantierooster 2013-2014
•referentiekader Passend Onderwijs RSV-VO
•de hoofdlijnennotitie Oprichting SWV De
Kempen
In 2013 heeft de GMR negatief
geadviseerd over:
•het besluit m.b.t. de Statuten van het SWV
PO De Kempen
Andere belangrijke onderwerpen
van de GMR in 2013:
Naast de advies- en instemmingsplichtige
onderwerpen heeft de GMR met de bestuurder
ook tal van andere onderwerpen besproken:
•herinrichting managementstructuur
SSOE / managementstructuur Taalbrug
•ontwikkelingen Passend Onderwijs
•Passend Onderwijs en medezeggenschap:
oprichting ondersteuningsplanraden (OPR)
•evaluatie schooltijdenregeling
•strategisch personeelsbeleidsplan
2012-2016
•kwaliteitskader SSOE
•Inspectiebezoek Taalbrug
•afronding verbetertraject Taalbrug
•vorming instelling cluster 2
•jaarrekening SSOE 2012
•huishoudelijk reglement GMR
In het najaar van 2013 heeft de GMR ook een
eerste themabijeenkomst gehad met de Raad
van Toezicht. Gesproken is over:
•perspectief van SSOE in Passend Onderwijs;
•actualiseren missie / koers SSOE;
•de splitsing van SSOE als gevolg van
Passend Onderwijs; cluster 2 en cluster 3
met een verschillend perspectief.
SSOE en
dertien
samen­­werkingsverbanden
Passend
Onderwijs
In Nederland zijn ruim 150 samen­
werkings­­verbanden (SWV) Passend
Onderwijs, in het voortgezet onderwijs
(VO) en in het primair onderwijs (PO).
Met bijna 13 daarvan onderhoudt SSOE
een relatie omdat er leerlingen van haar
afkomstig zijn uit het samenwerkings­
verband.
Bij een aantal van deze samenwerkingsverbanden heeft SSOE zitting in het
bestuur. Bij andere samenwerkingsver­
banden is SSOE uitsluitend betrokken
vanwege de afstemming met cluster 2.
Cluster 2 kan formeel geen lid zijn van
een samenwerkingsverband.
Primair onderwijs
• SWV PO Eindhoven
• SWV PO Helmond / Peelland
• SWV PO Valkenswaard / Veldhoven
• SWV PO Oss-Uden-Veghel
• SWV PO Weert
• SWV PO De Meierij
• SWV PO Noord-Limburg, Venlo e.o.
Voortgezet onderwijs
• SWV VO Eindhoven / Kempen
• SWV VO Helmond / Peelland
• SWV VO Weert, Nederweert,
Cranendonck
• SWV VO Oss-Uden-Veghel
• SWV VO De Meierij, ’s-Hertogenbosch
• SWV VO Noord-Limburg, Venlo, Venray
e.o.
Extern ambtelijk secretaris: mevrouw I. van Roy.
In 2014: indicatie, arrangementen en trajectbegeleiding
Taalbrug vormt samen met Mgr. Hanssen Instelling Cluster 2 Zuid
Heftruckchauffeur
Acht leerlingen van SSOE-scholen hebben in december 2013 het certificaat ‘Heftruck­
chauffeur’ behaald; een door het bedrijfsleven landelijk erkend BLOM-certificaat.
Via het ATC volgden zij de branchegerichte cursus. Zij kunnen daarmee aan de slag als
gecertificeerd heftruckchauffeur.
Aangepaste theorielessen
Docenten van SSOE verzorgden de theorielessen. De praktijklessen vonden plaats op de
locatie van BLOM op Ekkersrijt in Eindhoven. Voor steeds meer leerlingen die tot de SSOEdoelgroepen behoren, liggen er kansen binnen de logistieke sector. Een certificaat vergroot
hun kansen op de arbeidsmarkt en draagt bij tot het vergroten van eigenwaarde van
leerlingen.
2
Bij Passend Onderwijs denken de meeste
mensen aan regionale samenwerkingsverbanden,
die afspraken maken over ondersteuning, die
het budget van speciaal onderwijs verdelen en
inzetten. De toekomstige situatie voor cluster 2
is, net als voor de cluster 1-scholen, heel anders.
Vanwege de relatief beperkte doelgroep van
auditief en/of communicatief beperkte leer­
lingen, vindt de overheid het noodzakelijk voor
het behoud van kwaliteit en de ontwik­keling
van expertise dat er in plaats van een plaatse­
lijke of regionale, één landelijke systematiek
komt.
Sinds 1 november 2013 vormen SSOE en INNOVO
(een onderwijsbestuur PO in Zuid- en Midden
Limburg) de Instelling Cluster 2 ‘in oprichting’.
De instelling bestaat uit de Mgr. Hanssen
(Hoens­broek en Roermond) en De Taalbrug
(Eindhoven en Venlo) en is gericht op de onder­
steuning van leerlingen met een auditieve of
communicatieve beperking.
Per 1 augustus 2015 krijgt de instelling haar
definitieve vorm. Vanaf die datum wordt ze het
bevoegd gezag van de cluster 2-scholen en ook
de nieuwe werkgever van de medewerkers van
de scholen.
Regionaal betrokken
De scholen binnen de nieuwe instelling
be­schik­ken samen over alle licenties: doof,
slecht­horend en/of taalontwikkelingsstoornis
(TOS, voorheen ESM). Ondanks dat De Taalbrug
en de Mgr. Hanssen onder de overkoepelende
instelling functioneren, zijn zij regionaal
betrok­ken en gericht op de samenwerkings­
verbanden.
Op dit moment zijn er in Nederland 52 scholen
voor cluster 2-onderwijs; zij gaan per 1 augustus
2015 op in vier instellingen cluster 2. Het
beperkte aantal instellingen krijgt een vast
ondersteu­nings­budget. Daarvoor moeten
alle binnen de doelgroep vallende leerlingen
(speciaal) onder­wijs of ondersteuning in
reguliere scholen krijgen.
wijs passend bij lichte, medium of intensieve
onderwijsarrangementen,
• trajectbegeleiding, waarbij de instelling
gedurende het hele proces van aanmelding
tot toewijzing arrangement zorg draagt voor
begeleiding van ouders en verwijzers.
Uitvoeren wettelijke taken
Toeleiding
Bij de invoering van Passend Onderwijs moet
de instelling per 1 augustus 2014 een Commissie
van Onderzoek (CVO) ingericht hebben. Het
Regionaal Expertise Centrum (REC) en de ‘bij­
behorende’ Commissie voor Indicatie­stelling
(CVI) houden per 1 augustus 2014 op te bestaan.
De instelling in oprichting voert vanaf 1 augus­
tus 2014 naast het toeleiden, toelaten en toe­
wijzen ook enkele andere wettelijke taken uit:
• onderwijs verzorgen in lesplaatsen en
ondersteuning bieden in het regulier onder­
Voor wat betreft het indiceren en toelaten
verandert er per 1 augustus het één en ander.
Voorheen kregen ouders een indicatiebeschik­
king en konden zij vervolgens kiezen tussen
speciaal onderwijs of regulier onderwijs met
een rugzak. Bij het CVO krijgt het kind het meest
passende arrangement officieel toege­wezen.
Dat kan zijn een licht onderwijs­arrange­ment:
de leerling gaat naar een reguliere school
met beperkte extra onder­steuning op locatie.
Een medium onderwijs­arrangement: de leerling
gaat naar een reguliere school met extra onder­
steuning op locatie. Of een intensief onderwijs­
arrangement: de leerling gaat naar een school
voor speciaal onderwijs.
Toelaatbaarheid
Een leerling is toelaatbaar tot cluster 2 als hij
doof of slechthorend is en/of een ernstige
taal­­­ontwikkelingsstoornis (TOS) heeft én als
er sprake is van een extra cluster 2-specifieke
onderwijs-ondersteuningsbehoefte.
De Commissie van Onderzoek wijst een onder­
wijs­arrangement toe op grond van de ernst van
de onderwijsbehoefte. De commissie geeft aan
voor welke periode het arrangement wordt
toegekend.
Bekostigingssystematiek
De ambulante begeleiding voor cluster 2
krijgt binnen Passend Onderwijs een nieuwe
bekostigingssystematiek. Het geld voor het
schooldeel van de leerling gebonden financie­
ring gaat vanaf augustus 2014 naar de
Instelling Cluster 2. Als een kind ondersteuning
nodig heeft, moet de ambulante ondersteuner
afspraken maken met de school en de ouders
over wat er nodig is en wie dat het beste kan
bieden. Als de school zelf die deskundigheid ‘in
huis’ heeft krijgt zij hiervoor een bedrag vanuit
de instelling. Maar de instelling heeft hiervoor
in totaal minder geld dan in het schooljaar 20132014, omdat het leerlingaantal groeit maar het
budget gebaseerd is op het aantal leerlingen in
2011 en sinds die tijd niet meer wordt gecom­
pen­seerd. Dit betekent dat er met onmiddellijke
ingang minder geld per leerling beschikbaar is
voor de ondersteuning.
3
Mytylschool en MBS
haken aan bij project
‘De bibliotheek op school’
Passend Onderwijs vraagt van docenten onderwijs dat is afgestemd op leerlingen met uiteenlopende
onderwijsbehoefte binnen één klas. Dat is een mooie uitdaging, maar niet iedere docent heeft het vertrouwen
over de juiste vaardigheden te beschikken om dit te realiseren. De Externe Dienstverlening van SSOE biedt
co-teachingstrajecten voor het regulier- en speciaal onderwijs. Hiermee wordt de handelingsvaardigheid van
de docent vergroot. In 2013 heeft de ED diverse trajecten verzorgd.
Co-teachingstrajecten in 2013
Goed voorbeeld doet goed volgen
Co-teaching is 1-op-1 coaching door een
gespecialiseerde leerkracht in de klas.
Tijdens een kortlopend traject van maximaal
tien bijeenkomsten, komt de coach op school
en gaat samen met de leerkracht aan de
slag. Afhankelijk van de hulpvraag worden
lessen samen voorbereid en samen gegeven,
waarbij de coach zaken voordoet en/of
nadoet en directe feedback tijdens de les
geeft. Grote meerwaarde is dat docent
en coach samen optrekken en direct in de
praktijk bezig zijn.
Handelingsvaardigheid vergroten
Bij co-teaching staat het overdragen van
kennis, didactische en organisatorische
vaardigheden centraal. Veel voorkomende
coachingsvragen liggen op het gebied van
klassenmanagement, pedagogische aanpak
en didactische werkvormen. Dit meestal
gecombineerd met hulpvragen op het gebied
van motoriek, spraak, taal, communicatie,
ZML of autisme.
Onrustige sfeer
Jan Janssen is ambulant begeleider van SSOE
Externe Dienstverlening: ‘Ik heb op een
vmbo-school in Venray een co-teachings­­
traject gedaan met een docent die les gaf
aan een samengestelde klas van derde en
vierdejaars vmbo-leerlingen. Er werd een
groot beroep gedaan op de zelfwerkzaam­
heid van de leerlingen. In de klas waren
een paar leerlingen die een onrustige sfeer
veroorzaakten. De docent had zelf al
geprobeerd om dit aan te pakken, maar hij
was niet tevreden over het resultaat.’
‘Na een lesobservatie met aansluitend een
reflectiegesprek hebben wij gekeken naar
wat wel en wat niet goed werkte in de les.
In dit geval hebben wij ons gericht op de
wijze waarop de les begon en werd afge­slo­
ten. Bijvoorbeeld: hoe geef ik aan wat ik van
leerlingen verwacht? Op welke momenten
geef ik informatie en instructie aan leer­
lingen, en hoe doe ik dat?
Ten slotte hebben wij gekeken naar de wijze
waarop je een les afsluit.’
Samen lesgeven en evalueren
‘Gedurende het verdere co-teachingstraject
zijn wij aan de hand van de hulpvraag ver­
schillende items gaan uitwerken. Het ging
om klassenmanagement en het omgaan met
regels en afspraken. Maar ook om de wijze
waarop je met leerlingen communi­ceert.
Soms gaven we de les samen en soms gaf
ieder een onderdeel’, aldus Jan. ‘Belangrijk
waren de aansluitende reflectie­gesprekken.
Mijn rol was niet zozeer het geven van de
juiste antwoorden en adviezen, maar meer
het stellen van de juiste vragen.’
4
‘Voor haar was het een hele openbaring om
te zien dat de kinderen zich bij mij niet veel
anders gedroegen dan bij haar, maar dat
ik er anders mee omging. We hebben vele
intensieve gesprekken gevoerd, en samen
veranderingen doorgevoerd in met name de
structuur van de klas en consequent leer­
kracht gedrag. Ondanks dat ze het coachings­
traject als heel positief heeft ervaren, heeft
ze ondertussen het onderwijs verlaten.
Ze zei letterlijk: “ Ik heb voor het onderwijs
gekozen, voor de didactiek, niet voor het
gedrag.” Dit kan wat mij betreft ook een
uitkomst van een traject zijn. Moedig dat
ze hulp gevraagd heeft en deze conclusie
durfde te trekken.’
Kwetsbaar opstellen
Ellen Melis heeft als co-teacher een traject
doorlopen op de Praktijkschool Eindhoven.
‘Ik werk daar al enige tijd als ambulant
begeleider voor enkele leerlingen. Een docent
benaderde me met de vraag of ik haar kon
helpen haar rekenles beter te laten verlopen
en beter af te stemmen op de behoefte van
iedere leerling. Ik stelde voor om dit niet via
de ‘klassieke’ observatie, maar via coteaching te doen. Dat wilde ze en ik vond
het zelf eerlijk gezegd best spannend. Door
zelf ook voor de klas te gaan staan, stel je je
kwetsbaar op. Het is niet langer: de beste
stuurlui staan aan wal, zeg maar. We hebben
samen een plan gemaakt, lessen voorbereid
en gegeven. Co-teaching is gelijkwaardiger.
Je kunt als co-teacher daarnaast zelf echt
ervaren welke looproute bijvoorbeeld echt
werkt. Kunt ervaren: als ik op deze manier
door de klas loop om kinderen te bege­leiden
en me op deze manier aan de tijdsverdeling
houd, geef ik iedereen ook echt aandacht en
hebben de kinderen het niet nodig om daar
letterlijk om te roepen.’
De MBS Eindhoven en Mytylschool Eindhoven haken aan bij het landelijk project:
‘de bibliotheek op school’ van de Stichting Kunst van Lezen in samenwerking met
de Eindhovense bibliotheek en de gemeente Eindhoven. Lezen is belangrijk voor
de algehele ontwikkeling van alle leerlingen en in het bijzonder voor de doel­
groepen van het speciaal onderwijs. Taalvaardigheid, leesmotivatie, het plezier
hebben in lezen en mediawijsheid zijn de pijlers.
Bijzondere uitkomst
Saskia van der Zanden heeft in 2013 op school
‘t Hout in Mierlo-Hout een co-teachings­
traject met een bijzondere uitkomst door­
lopen. ‘De hulpvraag van de docent was in
eerste instantie gericht op het vergroten
van het luisterklimaat. Later in het traject
bleek dat de structuur en het werkklimaat
ook onvoldoende was. Het was regulier
onderwijs en er zaten meerdere zorgleer­
lingen in de klas, waardoor het een erg
moeilijke klas was. De docent reageerde
soms erg gestrest op de kinderen. Ik heb
lessen van haar bezocht, zij van mij en we
hebben samen dingen gedaan. Ik heb
ingezet op: wat is kindgedrag dat bij het
kind hoort en wat kun je beïnvloeden en
wat niet?’
In 2013 is de intentie uitgesproken en in de loop van 2014 wordt het een feit.
Ellen Melis (links) en Sandra Lussing samen in bespreking.
Sandra Lussing van Praktijkschool Eindhoven
over co-teaching:
‘Ambulant begeleider Ellen Melis van
SSOE was bij ons op school toen zij me na
een les moedeloos de docenten­kamer
zagwbinnenkomen. Ik had een klas gehad
met veel zeer moeilijk lerende kinderen
en het liep niet lekker. Zij stelde voor om
samen aan het werk te gaan in een coteachings­traject.’
‘Ik heb absoluut veel aan dit traject gehad.
Ellen is kalm. Haar optreden maakte de
sfeer in de klas rustiger. Ik pikte dit op, ging
haar in dit gedrag nadoen. Ik leerde
van haar doelen te stellen en deze, als het
nodig is, bij te stellen. Ik leerde ook te
kijken naar wat al wel goed gaat.’
‘Ellen had het idee om de lesopbouw
anders te doen. Het stressmoment na
binnenkomst, waarbij de sfeer al snel
verslechtert omdat ik de kinderen niet bij
de les krijg, te veranderen. Toen ik zelf niet
direct kon bedenken, hoe ik dat zou doen
gaf ze hele goede tips. Bijvoorbeeld om
leerlingen te laten starten met een werkje
als ze binnen­komen in plaats van met
een instructie.’
‘Tijdens het traject hebben we een aantal
lessen samen gedraaid en direct daarna
geëvalueerd. We trokken op als gelijken.
Het waren hele prettige gesprekken op
basis van gelijkheid en wederzijds respect.
Doordat zij ook echt voor mijn klas stond,
zag ze niet alleen hoe het ging, ze voelde
het ook.’
‘Het klassenmanagement is beter op orde
nu, ik ben me meer bewust van mijn
lerarengedrag. Daarnaast heeft Ellen mij
ook laten ervaren hoe je je kunt gedragen
als coach. Hoe je bij collega’s in de klas
kunt gaan kijken, zonder direct te oordelen
of beoordelen. Hoe je van elkaar kunt
leren en een open gesprek kunt aangaan
over pedagogiek, didactiek en de leer­
lingen. Collegiaal leren, moet heel gewoon
zijn op een school.
Dit inzicht is ook een belangrijke
opbrengst van dit co-teachingstraject.’
Het idee is dat door de bibliotheek op school te
brengen meer kinderen lid worden en boeken
gaan lezen. De stichting is overtuigd dat dit een
verbetering van taalvaardigheid, leesmotivatie
en informatieniveau tot gevolg zal hebben.
Voor de MBS sluit deze ontwikkeling mooi aan
bij alle versterkingen die de school momenteel
op het gebied van taal-lezen aanbrengt en
de scholing ‘Lezen’ die het team in 2013 genoot.
Tijdens deze scholing stond onder andere de
vraag centraal op welke wijze je een rijke lees­
omgeving creëert.
Nieuwe boeken
De MBS en de Mytylschool krijgen in het kader
van het project zo’n vijf boeken per leerling.
Elk jaar wordt 25 procent van de collectie ver­
nieuwd. Op beide scholen komen consoles met
boeken; daarin is ook plaats voor computers
om boeken te zoeken en de uitleen te registreren.
Iedere leerling krijgt een biebpasje. In eerste
instantie kunnen de boeken alleen op school
gelezen worden, mogelijk dat ze in de toekomst
ook mee naar huis genomen kunnen worden.
Leerlingen verzorgen
uitleen en inname
De MBS heeft veel tijd gestoken in het vinden
van boeken die aansluiten bij hun leerlijnen.
Het was daarnaast een extra uitdaging om
interessante leesboeken te vinden voor haar
leerlingen van bijvoorbeeld 12 jaar met een
didactisch niveau van groep 3 en 4 of lager,
die qua interesse dezelfde onderwerpen leuk
Branchegerichte cursus
‘Werken in de keuken’
stoomt leerlingen klaar
voor het echte werk
‘Juffrouw, mogen wij ook bij u in de keuken komen werken?’, is de vraag die
Marscha Berghuis regelmatig gesteld wordt als zij door de gangen van de
MBS Eindhoven loopt. Sinds het schooljaar 2013-2014 volgt een groepje van zes
SSOE-leerlingen de branchegerichte cursus ‘Werken in de keuken’.
MBS-leerling Meike leest op school een boek.
vinden als leeftijdsgenootjes in het regulier.
De Mytylschool start binnenkort met de
samen­stelling van de collectie in het kader van
het project. Haar doelgroepen maken veel­
vuldig gebruik van gesproken boeken.
Een leuk bijkomend aspect van ‘de bibliotheek
op school’ is dat de uitleen en inname door
leerlingen zelf verzorgd gaat worden in het
kader van hun interne stage.
Taalbrug behoudt eigen bieb
Voor alle jonge mensen is lezen belangrijk, maar
voor kinderen met een communicatieve beper­
king is het even noodzakelijk als moeilijk hen
uit te dagen om te blijven lezen. Dat doen ze op
de Taalbrug onder andere met boeken met een
aantrekkelijke uitstraling. De uitgebreide collectie
Marscha vindt het leuk dat andere leerlingen
binnen de school ook zo enthousiast reageren.
‘Dat vind ik logisch; met je toekomst bezig zijn
vinden ook al onze leerlingen belangrijk.’
Intensief
Sinds het schooljaar 2013-2014 biedt het
ATC (Arbeids Transitie Centrum) van SSOE de
branchegerichte opleiding ‘Werken in de
keuken’ aan. Op de locatie van de MBS aan de
Mgr. Witloxweg in Eindhoven krijgt een groepje
van zes leerlingen 20 weken lang één dag per
week een intensieve cursus. De leerlingen zijn
tussen de 16 en 18 jaar en de overeenkomst is
dat ze een duidelijke interesse voor horeca aan
de dag leggen. Mascha: ‘De cursus is gericht
op uitstroom naar begeleide of betaalde arbeid
in de horeca. Het niveau is assistent van een
assistent.’
‘Koken is mijn passie’
In praktijk brengen
Zekerder voor de klas
De waarde van de adviezen zit ‘m volgens
Ellen in een aantal hele kleine dingen die
elkaar versterken in combinatie: ‘Door de
adviezen direct in de praktijk te brengen
kunnen de docent en de co-teacher ook
direct zien en voelen wat in een bepaalde
klas werkt en niet.’
Ellen: ‘In dit traject op de praktijkschool
hebben we een aantal lessen samen gedaan
en daarna had de docent genoeg goede
ideeën en inzichten om zelf verder te gaan.
Als ze nog tegen iets aanloopt waarover ze
wil sparren, neemt ze contact met mij op.
Co-teaching is wat mij betreft een praktische
en efficiënte methode om tot resultaat te
komen.’
Een co-teachingstraject wordt altijd afge­
slo­ten met een eindevaluatie waarin docent
en co-teacher samen kijken of de hulpvraag
voldoende is beantwoord. Van docenten
hoorden de co-teachers vaak terug dat zij
zich na een traject vaak ‘zekerder’ voelen
voor de klas, omdat zij zich bewust zijn
geworden van hun eigen handelen. En daar­
naast omdat hun handelingsvaardig­heden
zijn vergroot.
In 20 weken gestructureerd naar het examen toewerken
Marscha is docent op de MBS. Met een meer­
daagse cursus van de KPC groep, onder wiens
auspiciën de cursus is opgezet, is zij opgeleid
om de leerlingen in de keuken te onderwijzen.
‘Koken is mijn passie, dus toen deze kans zich
voordeed om als kook-docent aan de slag
te gaan, wist ik niet hoe snel ik me moest aan­
melden als kandidaat. Naast het volgen van de
training, ben ik ook op de praktijkschool gaan
kijken hoe ze dat daar doen.
Aan de cursus nemen twee leerlingen deel van
Taalbrug de Beemden, twee van de MBS en één
van de Mytylschool Eindhoven. Marscha: ‘En
een leerling die het uitzonderlijk goed deed, is al
doorgestroomd naar de Colour Kitchen, een
landelijk opererende stichting die mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt naar een baan
in de horeca wil opleiden en begeleiden.’
van de mediatheek van de Taalbrug bevat ook
vele titels die afgestemd zijn op kinderen met
dyslexie en kinderen met een lager IQ. Ook zijn
er boeken met de combinatie hoog begrip, lage
AVI (systematiek voor aan­duiding technisch
leesbegrip). De mediatheek van de Taalbrug
heeft nu al zo’n 12.000 titels. Aansluiten bij het
landelijke bibliotheek-project was voor deze
school daarom op dit moment minder
interessant.
De school stapt binnenkort over op het nieuwe
uitleensoftware systeem AURA. Dit systeem
wordt op meerdere middelbare scholen in
Eindhoven gebruikt en onderling wordt ook
kennis uitgewisseld.
Hygiëne, snijtechnieken…
In de keuken van de MBS wordt in 20 weken
gestructureerd naar het examen toegewerkt
dat afgenomen wordt door iemand van het
KPC. Alle aspecten van het horecavak komen
aan de orde, zoals: omgangsvormen, hygiëne,
snijtechnieken en productkennis.
De leerlingen komen eenmaal per week een
hele dag naar de keuken in de MBS. Elke week
koken ze voor één klas die in ‘het restaurant’
in de hal van de school eten. Marscha: ‘Dat
betekent dat we ’s ochtends beginnen met alle
voorbereidingen “mise-en-place”, vervolgens
gaan koken en rond het middaguur starten met
de tafels klaar zetten en vervolgens dekken,
gasten ontvangen en het eten echt uitserveren.
’s Middags gaan we opruimen, schoonmaken en
is er ruimte voor verdiepende theorie.’
Werkgeschiktheid
Marscha is erg blij met de cursus: ‘De leerlingen
hebben echt een drive om het certificaat te
halen. Ze willen iets tastbaars hebben, willen
met hun toekomst bezig zijn. Ze zijn zo trots
op wat ze doen en doen alles met heel
veel inzet. De door de horeca erkende cursus
“Werken in de keuken”, is overigens ook een
goede methode om de werkgeschiktheid van
jongeren in algemene zin te vergroten en het
programma sluit aan bij de ideeën over het
praktijkonderwijs. Ik ben benieuwd waar ze
later terecht komen!’
5
Het Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant is sinds 1 september 2013 een
middelen, maar niet wat betreft niveau. Er is
een basisarrangement dat iedere leerling in de
groep tenminste krijgt aangeboden. Daarnaast
is er een talentarrangement waarbij de leer­
lingen in dezelfde tijd meer, verrijkende, verdie­
pende leerstof krijgen aangeboden. Ook is er
het intensieve arrangement. Dit in aanvulling
op het basisarrangement. Deze leerlingen
werken vaker en langer, met meer begeleiding,
met meer oefentijd, met verlengde instructie,
met hulpmiddelen aan dezelfde streefdoelen.
Bovenop het intensieve arrangement is er voor
een vaak kleine groep leerlingen een zeer
intensief arrangement. Hierbij worden bijvoor­
beeld specifieke leermiddelen, extra gespeciali­
seerde begeleiding, pre-teaching, externe
deskundigen en dergelijke ingezet. ‘
onderdeel van de Externe Dienstverlening van SSOE. Het steunpunt is vanaf
die datum gehuisvest op de Taalbrug aan de Toledolaan in Eindhoven. Het
steunpunt is een kennis- en netwerkcentrum voor alle vormen van onderwijs
aan kinderen en jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS).
Autisme Steunpunt
Zuidoost-Brabant
Het steunpunt is actief in het regulier basisen voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs
en daarnaast ook in het mbo en hbo. Er is een
voor­schools scholingsaanbod voor peuter­
speelzalen, kinderdagverblijven en observatie­
groepen. Het Autisme Steunpunt staat ook
open voor vragen van ouders.
ASS is een pervasieve ontwikkelingsstoornis,
één die doordringt in alle ontwikkelings­
gebieden. De inspanningen van het steunpunt
zijn er op gericht kinderen binnen hun moge­
lijk­heden goed onderwijs te laten volgen en te
leren zich sociaal en communicatief te redden.
De benadering van kinderen en jongeren is
maat­werk, maar is vooral gericht op verduide­
lijking, structuur en voorspelbaarheid
aanbrengen in de omgeving van het kind.
2013
Het Autisme Steunpunt bood in 2013
ondersteuning en diensten aan in de vorm van:
•telefonisch spreekuur en emailcontact­formu­lier:
antwoord op vragen van scholen en ouders
•informatie via de site en de nieuwsbrief
•consultatie en advies op scholen in PO, VO,
SBO, SO, VSO
•intervisie van leerkrachten en IB-ers
•scholing van leerkrachten en IB-ers in ‘Leerlingen
met Autisme Spectrum Stoornissen in het
onderwijs’
•scholing op maat voor een schoolteam
•workshops en themamiddagen voor
(aankomend) leerkrachten, IB-ers en AB-ers
over verschillende thema’s en autisme
•ouderavonden voor de SSOE scholen rondom
autisme
•‘Zorg voor Structuur’: sessies met manage­
ment­­teams van scholen gericht op het
opstellen van een ondersteuningsprofiel voor
leerlingen met een grote behoefte aan struc­
tuur, op alle niveaus binnen de organisatie
•begeleidingstrajecten met kinderen en
combinatie met coaching van de begeleiders
op school
•supervisie bij een expertiseteam autisme in
het speciaal onderwijs
•lezingen
•meedenken rondom complexe casuïstiek in
het kernteam van het Samenwerkingsverband
Autisme
•deelname aan infomarkten, congressen en
bijeenkomsten van en bij partners
Door het samengaan met de Externe
Dienst­verlening SSOE is het aantal interne
diensten flink toegenomen: scholing,
workshops, consultaties en advies.
Willibrord Gymnasium in Deurne en het
Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant
Volgens conrector Hans Mathijssen van het
Willibrord Gymnasium heeft vijf procent van de
440 leerlingen van zijn school een officiële
indicatie. ‘De zorgcoördi­na­toren en ik schatten
echter in dat tien tot 15 procent van de populatie
een stoornis in het autisme spectrum heeft.
Met de meeste kinderen gaat het goed en
daar­­voor verdient het team een dikke pluim;
de docenten weten hoe met deze kinderen om
te gaan. Ik denk daarnaast dat wij een goede
leeromgeving hebben. We zijn een kleine school
en de docenten en leerlingen hebben een kleine
afstand tot elkaar. De docenten zijn open en
betrokken.’
‘Een paar jaar geleden zijn we in aanraking
gekomen met het Autisme Steunpunt. Een
collega had een cursus bij hen gevolgd en had
daar veel aan. Diezelfde cursus is drie jaar
geleden voor 12 collega’s hier intern gegeven en
afgelopen jaar hebben vier collega’s die cursus
gevolgd. Zij waren daar enthousiast over, omdat
het geleerde zo goed toepasbaar is in de lessen
en bij het contact met kinderen. De door het
steunpunt gepredikte aanpak is trouwens goed
voor alle kinderen. De cursisten mochten
casuïstiek inbrengen en er werd een theoretisch
kader onder gelegd, waarin ingezoomd werd op
6
verstoringen in executieve functies zoals
plannen, organiseren en reflecteren. Vervolgens
werd een vertaalslag naar de praktijk gemaakt.
Zelf had ik te maken met het steun­punt toen zij
ons met de managementsessie ‘Zorg voor
structuur’ ondersteunden bij het samenstellen
van ons beleidsplan zorg. Dat was waardevol
voor ons.’
Mathijssen is benieuwd waar de ontwikkelingen
die gepaard gaan met Passend Onderwijs zijn
school uiteindelijk zullen brengen. ‘Wij willen
mogelijk een expertisecentrum worden op het
gebied van de combinatie autisme en hoog­
begaafdheid. Wij staan nu al bekend als school
met goede zorg op dit gebied. Waar ik natuurlijk
voor op wil passen, is dat wij het imago van
speciaal onderwijs krijgen. Wij beschikken niet
over voldoende financiële middelen om heel
veel zorgleerlingen te krijgen. Wat als een paal
boven water staat, is dat wij onze leerlingen
goed willen begeleiden. In de toekomst zullen
collega’s die de cursus van het steunpunt nog
niet hebben gevolgd, dat dan ook zeker gaan
doen. Daarnaast zullen wij ouders van leerlingen
met ASS-problematiek gericht doorverwijzen
naar het steunpunt.’
De Raad van Toezicht in de huidige samenstelling vlnr: R. van Deursen,
H. Droppert, voorzitter M. van Eijndhoven, M. Boeijkens, A. Denissen
Hoge verwachtingen
De Raad van Toezicht
SSOE in 2013
Per 1 januari 2014 is Marianne van Eijndhoven
benoemd tot voorzitter van de Raad van
Toezicht van SSOE. Zij neemt de voorzitters­
hamer over van Ted Raedts die vijf jaar lang
voorzitter en vier jaar lid van de raad was en
die in december 2013 afscheid nam van SSOE.
Van Eijndhoven: ‘De Raad van Toezicht fungeert
binnen SSOE als toezichthouder en als klank­
bord, ze toetst en adviseert de bestuurder op
de grote lijnen. De uitdaging voor SSOE is om in
de komende periode Passend Onderwijs goed
te organiseren. SSOE richt zich daarbij primair
op de leerlingen. Zij moeten de onderwijsonder­
steuning krijgen die ze nodig hebben. In lijn
daarmee moeten de medewerkers optimaal
kunnen functioneren, ze moeten goed geïn­
formeerd, geoutilleerd en gemotiveerd hun werk
kunnen doen. Vanuit deze focus houdt de raad
zich, op afstand en via de bestuurder, bezig met
alle ontwikkelingen. Mijn inbreng als voorzitter
is er op gericht om te zorgen dat alle expertise
die er bij de leden aanwezig is, maxi­maal
aangewend kan worden om de bestuurder te
toetsen en te ondersteunen.
De Raad van Toezicht is daarbij ook kritisch op
het eigen functioneren; jaarlijks vindt er
een ‘zelf-evaluatie’ plaats onder leiding van een
externe deskundige.’
Welzijn Ouderen Mill; adviseur I LEV-groep
Helmond; adviseur
De heer Steyaert heeft zijn lidmaatschap per
1 juli beëindigd en mevrouw Raedts deed dit
per 31 december. In de loop van 2014 zal de Raad
zich beraden over de werving van nieuwe leden.
De Raad van Toezicht opereert conform de Wet
‘Goed Onderwijs - Goed Bestuur PO’ (2012) en is
daar niet van afgeweken.
Vergaderingen
In 2013 vergaderde de RvT zes maal en daarbij
kwamen onder andere de volgende onderwerpen
aan de orde:
Brabant; voorzitter RvT I Rode Kruis; voorzitter
•Het verlenen van goedkeuring aan de
begroting, het bestuursformatieplan
2013-2014 en de jaarrekening 2012.
•De ontwikkelingen op het gebied van de
leerlingaantallen.
•De voortgang met betrekking tot de
ontwikkelingen bij De Taalbrug, en het
verbeterplan m.b.t. kwaliteit van De Taalbrug.
•De herinrichting van de management­
structuur bij SSOE en de invoering van de
functie van teamleider.
•Het verlenen van goedkeuring aan het
Reglement Klokkenluidersregeling.
•Risico-inventarisatie en risicomanagement.
•Treasury en risicospreiding.
•De ontwikkelingen op het gebied van de
Wet Passend Onderwijs; de aansluiting bij de
relevante samenwerkingsverbanden; de
gevolgen en risico’s voor SSOE; het onderwijs
op de scholen; en de financiële en de
personele gevolgen.
•Bestuurlijke oriëntatie SSOE na afsplitsing
cluster 2 vanwege vorming Instelling cluster 2.
•Het verlenen van goedkeuring aan de statuten
van diverse Samenwerkings­verbanden
Passend Onderwijs.
•Tijdelijke wijziging samenstelling bestuur in
2014: in verband met voorgenomen vertrek
bestuurder per januari 2015 wordt tijdig
voorzien in opvolging en goede overdracht,
door het bestuur tijdelijk om te vormen naar
een College van Bestuur. De huidige
bestuurder wordt benoemd als voorzitter van
het College van Bestuur en de opvolger wordt
benoemd als lid College van Bestuur.
voorzitter I Lokale Partij Bergeijk; voorzitter I
Er zijn twee themavergaderingen gehouden:
• Mw. A.E. Denissen MBA
- Maart: Verbetertraject Taalbrug.
-Oktober: Toekomstperspectief SSOE; in
aanwezigheid van GMR en directeuren.
Samenstelling
De RvT was in 2013 als volgt samengesteld:
• Mw. Drs. T.J.A.G.M. Raedts-Thomassen
MEE ZO Brabant; lid RvT I Activiteiten
psychotherapie­praktijk / klinisch psycholoog
• Dhr. Drs. R. van Deursen
VMBO IVO-Deurne; Directeur Onderwijs I
Organisatieadvies Sport en Onderwijs
• Dhr. Drs. M.Th.J. Boeijkens
• Dhr. Prof. Dr. J. Steyaert
Fontys Hogeschool Sociale studies Eindhoven
(hoofdfunctie) I Universiteit Antwerpen; mater
sociaal werk; hoofddocent I University of
Southampton; associate research professor I
Steunpunt Algemeen Welzijnswerk; voorzitter RvB I
Platform lectoren Zorg & Welzijn; lid I Academie
voor Toegewijde Uitvoering; lid RvA
• Mw. M.A.E.J. van Eijndhoven
Rabobank Bergeijk (De Kempen); lid RvC I MEE ZO
district Brabant Zuidoost I GOW Welzijnswerk;
Conquest; voorzitter RvC
Vereniging Eigen Huis; CFO (hoofdfunctie) I
MBO Amersfoort; lid RvT
• Dhr. Drs. A.J. Droppert
St. Jansgasthuis Weert; vice-voorzitter RvT I Stg.
Maatschappelijke Opvang Helmond; lid RvT I Stg.
Bij het formuleren van het ontwikkelingspers­
pectief, wordt op beide scholen gestreefd naar
concrete en realistische ambitieuze doelen. De
beide medewerksters zijn het eens dat hoge
verwachtingen een voorwaarde zijn voor het
maximaliseren van het leerrendement.
Janneke: ‘ Het is ook uit onderzoek gebleken:
hoge verwachtingen van docenten leiden tot
hogere leerresultaten van leerlingen.’
Docente Ilse Pasmans (Taalbrug) aan het werk met haar klas;
van elke leerling is bekend waar naar toe gewerkt wordt.
Opbrengstgericht werken
als leidraad in handelen en
onderwijsaanbod
‘Passend Onderwijs’, ‘ontwikkelingsperspectief’
en ‘onderwijsarrangement’. Zomaar een paar
termen die de afgelopen jaren het onderwijs
zijn ‘binnengeslopen’ en ook binnen SSOE in
2013 richting gaven aan de onderwijsontwikke­
lingen. GZ-psycholoog Inge Jeurissen van de
Taalbrug-SO en orthopedagoog Janneke Logtens
van de Mytylschool Eindhoven geven aan welke
visie en aanpak er op hun scholen met betrek­
king tot het centrale begrip ‘opbrengstgericht
werken’ zijn ontwikkeld.
Samen met een leerkracht, een logopedist en
een teamleider vormt Inge Jeurissen als
gedrags­kundige de Commissie van Begeleiding
van acht groepen in het SO. Janneke Logtens
werkt samen met de directeur, de teamleiders
en de orthopedagoog van het VSO aan de
onderwijsontwikkelingen. Zowel Inge als
Janneke houdt zich in haar werk bezig met de
doorontwikkeling van opbrengstgericht werken,
waarbij – het woord zegt het al- gericht gewerkt
wordt aan een doel om een zo hoog mogelijke
opbrengst te halen .
Onderwijs en onderwijsbehoeften
Janneke: ‘Binnen opbrengstgericht onderwijs
bekijken we welke leerresultaten een kind met
zijn of haar mogelijkheden kan bereiken. Aan
de hand daarvan stellen we een ontwikkelings­
perspectief met bijbehorende onderwijsdoelen
vast. We leggen de lat hoog. Vervolgens sturen
we in ons onderwijs systematisch en planmatig
op het behalen van deze doelen. Zo maximali­
seren we de resultaten. Het idee hierachter is:
‘Als je hoge, ambitieuze, maar realistische doelen
stelt, komt de leerling verder.’ Inge: ‘Als een kind
zich niet helemaal ontwikkelt zoals verwacht,
stellen we dit doel, het ontwikkelings­­perspec­tief,
niet zomaar bij. We zoeken naar verkla­ringen
en passen ons onderwijs aan op de onderwijs­
behoeften. We gaan ervoor het maximale uit
een kind te halen.’
Naar doel toe werken
Het bepalen van het ontwikkelingsperspectief
van een kind is met het van kracht worden van
de Kwaliteitswet (V)SO in 2013 verplicht
geworden; iedere school geeft dit op zijn eigen
manier vorm. Een school dient van iedere
leerling de beoogde resultaten op de langere
termijn vast te leggen en de daarbij horende
uitstroombestemming. In het SO zijn die
bestemmingen: doorstroom naar VSO, of naar
diverse niveaus van regulier voortgezet
onderwijs.
In het VSO zijn de uitstroomprofielen: vervolg­
onderwijs, arbeid, of dagbesteding. Inge: ‘We
onderbouwen die uitstroombestemming en
beschrijven welke ondersteuning en begeleiding
nodig is om die te halen. Op de Taalbrug doen
wij dit al bij onze leerlingen vanaf 6 jaar en het
is echt bijzonder om in zo’n vroeg stadium al
heel toekomstgericht met kinderen bezig te zijn!’
Op de Mytylschool wordt bij jonge leer­lingen in
eerste instantie de uitstroom­bestemming nog
breed geformuleerd, maar vanaf acht á negen
jaar wordt de uitstroombestemming specifiek
aangegeven. We weten waar we met de
leerlingen naar toe willen werken en stemmen
ons handelen hierop af. Dit in tegenstelling tot
het leerlingvolgend werken, dat we in het
verleden gewend waren.’
Alles uit de kast halen
Op het SO van de Taalbrug worden de leer­
lingen intensief gevolgd volgens een
vastgelegde cyclus. ‘Zes weken na de start van
een schooljaar houden we met de Commissie
van Begeleiding een groepsbespreking. In de
loop van het jaar volgt nog tweemaal een
kindbespreking. We gaan dan uit van data en
toetsresultaten en brengen alle leerlingen
zorgvuldig in beeld.’
Janneke Logtens: ‘Op de Mytylschool vinden
twee keer per jaar besprekingen plaats over de
toetsresultaten en observaties. Lijkt er bij een
leerling iets mis te gaan in het behalen van het
gestelde perspectief, dan onderzoeken we wat
we in het onderwijs kunnen inzetten om dit
perspectief toch te bereiken.’
‘We halen alles uit de kast om, passend bij de
leerling, zo hoog mogelijke resultaten te
bereiken. Om ervoor te zorgen dat je als leer­
kracht niet 15 leerlingen in je klas hebt zitten
met ieder een eigen leerlijn, wordt ervoor
gekozen om groepsgericht te werken waardoor
leerlingen meer instructietijd wordt geboden.’
Bij elkaar houden
Janneke legt uit dat op de Mytylschool volgens
de principes van convergente differentiatie
wordt gewerkt: ‘Bij dit principe wordt er vanuit
gegaan dat de groep zo lang mogelijk bij elkaar
wordt gehouden. Leerlingen krijgen hetzelfde
aanbod in doelen en werken in hetzelfde tempo
door de leerstof. De leerkracht differentieert
binnen het groepsplan: deze differentiatie
bestaat bijvoorbeeld uit intensiveren door te
werken met het stapelen van zorgvuldig
samengestelde arrangementen in de groeps­
plannen.’
‘Elk arrangement verschilt wat betreft: leertijd,
instructievaardigheden, begeleiding, leer­
Motivatie
Volgens Inge is een groot voordeel van werken
met leerlijnen dat je in een heel vroeg stadium
kunt zien als een kind stagneert, zich niet
ontwikkelt volgens de geplande leerroute. Inge:
‘Op onze school ontwikkelde een leerling zich
op het gebied van lezen en spellen niet volgens
verwachting. Bij nader onderzoek bleek dat hij
sommige letters niet beheerste, terwijl de klas
al in woorden en zinnen las. Hij maakte
bepaalde klank-tekenkoppelingen niet en had
in korte tijd al zo veel faalervaringen opgedaan
dat hij de moed had opgeven, “Laat maar”.
Wij hebben de problemen bij het leren geana­
lyseerd - en niet zijn houding - en zijn daar
gericht op individueel niveau mee aan de slag
gegaan. Een gesprek met de leerling zelf, waarin
we samen doelen stellen en vertrouwen uit­
spreken (“jij kan dit!”), is hierbij erg belangrijk.
Al spoedig werden de nodige stappen gemaakt
snel kon hij weer stappen vooruit maken en
daardoor raakte hij weer gemotiveerd. Erg mooi
om te zien dat hij nu weer zelfvertrouwen
uit­straalt, plezier heeft in lezen en de gestelde
doelen behaalt. Gebeurt zo’n interventie niet
op tijd en doet het kind te veel faalervaringen
op, dan raakt het zijn motivatie kwijt en beïn­
vloedt dit zijn werkhouding, gedrag en presta­
ties op negatieve wijze. Het risico is groot dat
je je hier dan te eenzijdig op gaat focussen en
ervan uitgaat dat de leerling het niet kan.
De hoge verwachtingen, analyse en probleem­
oplossing bij dit kind, hebben niet alleen hem­
zelf, maar ook zijn juf en het team trots gemaakt!’
Onderwijs en welbevinden
Inge: ‘ Eerder waren we in het speciaal onder­wijs
geneigd eerst aan het welbevinden te werken
-de leerling moest “beter” in zijn vel zitten- , en
daarna pas aan onderwijsdoelen.
Ik denk dat didactiek en welbevinden elkaar
wederzijds beïnvloeden. Het heeft tijd nodig om
te ervaren dat er een sterke wisselwerking is.
Deze specifieke ervaring met dit kind, leert niet
alleen de leerling, maar ook de juf en het team
dat je als persoon groeit van het behalen van
gestelde leerdoelen, niet alleen in je didactische
ontwikkeling, maar juist ook in je welbevinden.
Zulke ervaringen heb je nodig in een tijd van
vele onderwijsontwikkelingen, die van de docen­
ten een stevige inzet vragen. Onderwijs lijkt
soms wel topsport!’
7
Het jaar 2013 in cijfers
Sinds twee jaar is Richard Raijmakers (21) via de Ergon gedetacheerd bij Lunetzorg. Hij onderhoudt
samen met twee collega’s de parkachtige tuinen van woonpark Eckertdal waar zo’n 340 cliënten van
Lunetzorg wonen. Hij heeft het goed voor elkaar. Sinds enkele maanden woont Richard, na een
periode in een trainingshuis voor zelfstandig wonen te hebben verbleven, zelfstandig met begeleiding
‘op afstand’. Zijn huis is van alle gemakken voorzien, gezellig ingericht en hij voelt zich er thuis.
Balans
in duizenden euro’s
Persoonlijke aandacht cruciaal
bij uitstroomprofiel arbeid
Richard heeft het op Eckertdal naar zijn zin,
ondanks dat dit werk niet zijn eerste keuze was:
‘De school heeft er echt alles aan gedaan,
maar het zat er voor mij nog even niet in om in
de vrijetijdsindustrie te gaan werken; dat heeft
echt mijn voorkeur. Ik ben een doorzetter, dus
dat lukt me nog wel een keer.‘
Goede school
Toen Richard 11 jaar oud was, verhuisde hij met
zijn familie naar Eindhoven en kwam hij terecht
op de MBS Eindhoven. Hij heeft ADHD en een
leerachterstand. ‘Je gaat natuurlijk niet zomaar
naar een school als de MBS, maar als het zo
moet zijn, dan is het een goede school’, denkt
hij hardop.
Interesse
Klassenassistent Cora van Hoof is vanaf zijn 15e
betrokken bij de schoolcarrière van Richard.
‘Toen ik als vervangster in de klas kwam waar
hij zat, ging alles nog goed, maar een jaar
later maakte hij een moeilijke periode door in
verband met zijn thuissituatie. Toen wij met
Richard gingen bekijken waar zijn interesse op
werkgebied lag, waren we er snel uit. Richard
was al vrijwilliger op het zeven voetbalvelden
grote speelpark de Splinter en helemaal idolaat
van dat werk. Samen met stagebegeleider Kees
van Sambeeck hebben we er alles aan gedaan
om hem daar “echt” te gaan laten werken.
Alles en iedereen gebeld en ingeschakeld om te
kijken of Richard in zo iets dergelijks betaald
en met begeleiding aan de slag kon gaan. Kees
had een constructie bedacht dat hij via de
Ergon in de zomer buiten bij de Splinter zou
kunnen werken en ’s winters bij het overdekte
123 Speelparadijs. Maar dit is helaas niet gelukt.’
Richard: ‘ Ik houd het er op dat ze niet willen
betalen voor iets dat ze ook gratis kunnen
krijgen’. Cora: ‘Het heeft er natuurlijk ook mee
te maken dat je geen diploma hebt.’ Richard:
‘Dat is ook waar.’
Facebook
Het interview wordt onderbroken omdat
Cora en Richard even wat nieuwtjes moeten
uitwisselen over oud-leerlingen van de MBS.
Cora: ‘De oud-leerlingen houden contact via
Facebook, dat een belangrijk medium voor hen
is. Allereerst hebben de meesten leerlingen
lang op de MBS gezeten, sommigen al vanaf
hun 6e tot hun 20e jaar. En de meesten hebben
geen groot sociaal leven en op deze manier
hebben ze toch mooi contact met elkaar en
leeftijdsgenoten.’
Wel en wee
Cora is overduidelijk erg betrokken bij het wel
en wee van haar leerlingen: Dat klopt. Deze
leerlingen hebben deze betrokken aandacht
-------------------------------------------------------------------------
Vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Vlottende activa
Vorderingen
Effecten
Liquide middelen
Richard heeft het naar zijn zin op zijn werkplek,
maar hij heeft het eerder gezegd: hij gaat voor
een baan in de vrijetijdsindustrie. Over een tijdje
heeft hij, na hard doorzetten, zijn rijbewijs en
dan ligt de wereld helemaal aan zijn voeten…
Totaal activa
Met de invoering van de Kwaliteits­
wet in 2013, wordt de focus op
de uitstroom van leerlingen in het
(Voortgezet) Speciaal Onderwijs
versterkt.
Begeleide arbeid is, naast dag­
besteding, een typisch uitstroom­
profiel in het VSO. De MBS werkt
via een op de leerling afgestemde
leerroute met bijbehorend
arrangement naar een passend
uitstroomniveau.
In het onderwijs van de MBS is niet
alleen plaats voor de leervakken,
maar wordt daarnaast veel aandacht
besteed aan communicatie, gedrag
en sociale vaardigheden.
Onontbeerlijk op ‘de route naar een
vorm van arbeid’, is de persoonlijke
begeleiding en aandacht van
docenten en andere medewerkers
van de school.
8
2.266
1.938
0
0
0
2.030
2.584
8.616
--------------
8.018
--------------
0
--------------------------------------------------------------------------
Eigen vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
31-12-2013
31-12-2012
8.211
7.928
937
964
0
0
3.764
--------------
3.648
--------------
0
12.912
12.540
--------------
--------------
Baten
--------------
--------------
Totaal passiva
12.912
12.540
--------------
--------------
---------------------------
Realisatie
2013
Begroting
2013
Realisatie
2012
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Rijksbijdragen OCenW
29.511
28.217
29.266
958
--------------
623
--------------
958
--------------
Totaal baten
---------------------------
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
Uitstroomgegevens SSOE (schooljaar 2012-2013)
Uitstroom SO
------------------------------------------------------------------------Regulier basisonderwijs
6
Speciaal basisonderwijs
22
VSO VMBO (BBL / KBL)
8
VSO VMBO (GL / TL)
Praktijkonderwijs
VMBO (BBL /KBL zonder LWOO)
15
Onderwijs in het buitenland (emigratie)
1
HAVO
Overleden
VSO arbeid/praktijkgericht onderwijs
13
Praktijkonderwijs
3
3
VMBO (GL / TL zonder LWOO)
--------------
147
Totaal VSO
1.583
1.351
1.455
1
519
1.845
--------------
1.794
--------------
30.378
29.366
210
- 407
354
95
--------------
282
-312
--------------
Aantal medewerkers
101
65
MBS
11
1
5
11
Stafbureau
1
Mytylschool
Externe Dienst
ICT
6
4
1
1
11
19
8
8
2
10
4
12
8
4
1
3
(OP = onderwijzend personeel
1
6
1
1
Aantal leerlingen in
ambulante begeleiding
School
De Taalbrug
Ekkersbeek
De Beemden
Schooljaar
2012-2013
177
198
19
De Horst
259
274
Mgr. Bekkersschool
75
61
Totaal
216
--------------
744
1
11
219
--------------
771
2011 45-54 jaar
175
119
55-64 jaar
140
OOP = onderwijsondersteunend personeel, exclusief
--------------
Totaal directies)
582
Verhouding per leeftijdscategorie
7,90%
6,60%
School
De Taalbrug
Ekkersbeek De Beemden
De Horst
Mytylschool
Mgr. Bekkersschool
Exclusief zwangerschap
133
Aantal leerlingen per school
2013 8,0%
(gemiddelde over 2013)
2012 15
25-34 jaar
35-44 jaar
1
Ziekte­
verzuim
Schooljaar
2011-2012
17
17
totaal
15-24 jaar
Verhouding man/vrouw:
111 / 471 (totaal 582)
7
2
Leeftijdscategorie
303 / 249 (totaal 552)
1
6
6
--------------
--------------
Overzicht mede­­
werkers op leeftijds­
categorie per 31-12-2013
Verhouding OP/OOP:
opleiding cursus workshop training congres
12
449
--------------
--------------
1
Aantal teamgerichte trajecten 2013
66
95
--------------
3
Scholing (in- en extern) medewerkers 2013
9
29.993
--------------
--------------
Aantal medewerkers
In dienst op 31 december 2012:
De Taalbrug
1.841
--------------
--------------
--------------
per 31-12-2013
Aantal individuele trajecten 2013
opleiding cursus workshop training congres
451
--------------
--------------
--------------
--------------
Zorg/behandeling zonder onderwijs
Onbekend
Financiële baten en lasten
26.246
Netto resultaat
2
30.347
---------------------------
25.702
16
Niet bekostigd onderwijs
28.959
---------------------------
507
25
123
26.443
2
MBO niveau 1 en 2
MBO niveau 3 en 4
30.588
72
--------------
Overleden
Totaal SO
Saldo baten en lasten
1
HAVO
1
Totaal lasten
4
VSO dagbesteding
1
Overige instellingslasten
8
VSO VMBO (BBL / KBL)
2
Huisvestingslasten
3
Reguliere arbeidsplaats
7
VMBO (BBL / KBL met LWOO)
Afschrijvingen
8
Buitenland
53
119
Lasten
Personele lasten
6
Soc. Werk voorziening
119
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2
Arbeidsmatige dagbesteding
27
VSO dagbesteding
Uitstroom VSO
------------------------------------------------------------------------Activiteitengerichte dagbesteding
4
Speciaal onderwijs cluster 1 t/m 4
Mytylschool
Richard Raijmakers op Eckertdal
31-12-2012
Exploitatierekening
in duizenden euro’s
VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs
Leerroute:
begeleide
arbeid
31-12-2013
0
Voorraden
en zeer persoonlijke begeleiding nodig. Ik geef
een leerling nooit op. Ik zie altijd kansen!.’ Dan
komt Richard met een voorbeeld dat illustreert
hoe ver die betrokkenheid en begeleiding van
docenten soms kan gaan: ‘Toen ik bij Ergon de
opleiding “Op weg naar werk” ging doen, had ik
even daarvoor mijn enkel gebroken. Ik dacht
wel met de bus te kunnen gaan die pal voor de
ingang van Ergon een halte heeft. Toen ik er
op de eerste dag naar toe ging, werd er voor de
Ergon aan de weg gewerkt en moest ik bij een
halte verder weg uitstappen. Toen ik meneer
Kees belde, kwam hij er direct aan in zijn auto
en heeft mij bij de Ergon afgezet.’
Vrijetijdsindustrie
Passiva
Activa
Totaal
Schooljaar
2011-2012
Schooljaar
2012-2013
314
327
356
333
298
172
207
--------------
1347
321
184
212
--------------
1377
9
Praktijklessen
Voor de opleiding Bouw en Installatie volgen de
leerlingen van Taalbrug Ekkersbeek de praktijk­
vakken bij het Vakcollege Eindhoven. De docenten
van het vakcollege verzorgen de praktijklessen.
De praktijklessen van alle andere richtingen
worden door docenten van Taalbrug Ekkersbeek
gewoon op de eigen school verzorgd.
Bart Coppens: ‘Onze docenten en de docenten
van de symbiose-scholen voeren intensief
overleg in verband met het Programma van
Toetsing en Afsluiting.’
Voor mbo volledig diploma nodig
Een praktijkles wassen en strijken
Symbiose-onderwijs:
Speciaal onderwijs met
een regulier diploma
Leerlingen van Taalbrug VSO Ekkersbeek zijn aan het werk tijdens een praktijkles
voor de opleiding Zorg en Welzijn. De praktijklessen zijn gericht op onder andere:
koken , baby-verzorging, bejaardenhulp en vandaag staat wassen en strijken op
het programma. Leerlingen van Taalbrug VSO Ekkersbeek worden binnen zoge­
naamd ‘symbiose-onderwijs’ opgeleid voor een regulier vmbo-diploma.
In 2103 hebben 43 leerlingen van Taalbrug VSO
Ekkersbeek een vmbo-basis of kaderdiploma
van Vakcollege Eindhoven behaald. Dit in één
van de richtingen: Handel en Administratie,
Zorg en Welzijn, ICT, Installatietechniek en Bouw­
­­techniek. Zeven leerlingen haalden een vmbo-t
diploma van Aloysius de Roosten.
In de toekomst gaat de Taalbrug ook samen­
werken met de Rooi Pannen, zodat leerlingen
een horecadiploma kunnen halen. De Taalbrug
wil de komende jaren het aanbod van sectoren
uitbreiden om het aanbod voor de leerlingen
verder te verbreden en doorstroming naar regu­
lier onderwijs te stimuleren.
Taalbrug Ekkersbeek werkt al bijna 30 jaar samen
met reguliere scholen om haar leer­lingen een
diploma te kunnen laten halen. Teamleider
Wim van der Meulen: ‘Het vmbo-diploma wordt
belangrijker om tot het mbo toegelaten te
worden. Een volledig diploma is nodig en het zal
niet meer zo zijn dat je met certificaten een
toelatingsexamen mag doen. Wij zijn overigens
altijd al voor een volledig diploma gegaan.
Als dat er niet in zit adviseren wij ouders en
leer­lingen een leerwerktraject via het Arbeids
Transitie Centrum (ATC) van SSOE.’
Van drie naar twee jaar
De bovenbouw van VSO Taalbrug Ekkersbeek
beslaat op dit moment nog drie jaar. Vanaf
school­jaar 2014-2015 gaat dat veranderen en
worden het er twee, net als in het regulier
onderwijs. Wim van der Meulen: ‘De leerlingen
kunnen dan een intensief arrangement volledig
hier op school volgen, met afhankelijk van de
soort opleiding, ook de praktijklessen hier. Ook
is een medium arrangement op het regulier
onderwijs mogelijk. Dit betreft leerlingen die
hier op het SO hebben gezeten en nu met
begeleiding naar het regulier vervolgonderwijs
zijn doorgestroomd. Het lichte arrangement is
voor cluster 2 leerlingen in het reguliere onder­
wijs met ambulante begeleiding.’
De SSOE scholen
Omschrijving
Locatie
--------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor zeer moeilijk lerenden. Gespecialiseerde
expertise voor kinderen die naast een verstandelijke beperking
een autisme spectrum stoornis (ASS) hebben.
---------------------------------------------------------Eindhoven - Jacob Oppenheimstraat 1
040 251 58 59 - [email protected]
--------------------------------------
Mytylschool Eindhoven
--------------------------------------
Taalbrug - de Horst
--------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor kinderen en jeugdigen (3-20 jaar) die hoor-,
en/of spraak- en taal problemen hebben. Het gaat om kinderen
met een zogenoemde ‘meervoudige problematiek’ die een
specialistische benadering nodig hebben.
--------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------VSO, ook voor jeugdigen met autisme. Onderwijs wordt zoveel
mogelijk afgestemd op het individuele niveau en is erop gericht
leerlingen een VMBO diploma te laten halen.
---------------------------------------------------------------------------------De dienst verzorgt ambulante begeleiding en preventieve
ambulante begeleiding aan leerlingen in het regulier onder­wijs.
Ook biedt de dienst workshops, trainingen en cursussen aan.
----------------------------------------------------------------------------------
Taalbrug - de Beemden
Taalbrug - VSO
Ekkersbeek
--------------------------------------
Externe
Dienstverlening
--------------------------------------
10
---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor kinderen en jeugdigen met een lichamelijke of
meervoudige beperking. I.s.m. Blixembosch: expertisecentrum
voor onderwijs, motoriek en zorg op maat.
---------------------------------------------------------------------------------Speciaal onderwijs voor kinderen met hoor-, spraak- en/of
taalproblemen.
De Stichting Speciaal Onderwijs
Eind­hoven (SSOE) bestaat uit vijf scholen
voor speciaal onderwijs en voortgezet
speciaal onderwijs. De stichting verzorgt
gespeciali­seerd onderwijs aan 1380
kinderen en jongeren van 3 tot 20 jaar
met ernstige beperkingen en complexe
hulpvragen. Daarnaast biedt SSOE een
breed pakket aan externe dienst­verle­
ning. Ze bege­leidt onder andere 770
leerlingen met een clus­ter 2- of cluster
3-indicatie in het re­gu­liere onderwijs.
Ook worden infor­matie­bijeenkomsten,
work­shops en trainingen verzorgd in
reguliere scholen en collega-instellingen.
Bij SSOE werken ruim 550 specialisten
die zich in hun werk onderscheiden door
betrok­ken­heid en toewijding.
Passend Onderwijs
SSOE wil een onmisbare partner zijn
bin­nen Passend Onderwijs. In samen­wer­king met zorginstellingen wil ze het
regulier onderwijs een oplossing bieden
voor leerlingen met een speciale hulp­
vraag.
SSOE in de regio
SSOE is actief in de regio ZuidoostBrabant. Haar cluster 2 scholen zijn
daarnaast ook actief in Noorden Midden Limburg en in de Meierij.
---------------------------------------------------SSOE
Weegschaalstraat 3
5632 CW Eindhoven
T: 040-2163850, F: 040-2163849
E: [email protected]
www.SSOE.nl
De adressen van de scholen vindt u in het
schema hiernaast.
----------------------------------------------------
School
MBS
(Mgr. Bekkersschool)
SSOE: partner(s)
in speciaal
Mgr. Witloxweg 14 - 040 246 29 71
---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 4
040 241 81 81 - [email protected]
---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 3
040 290 23 45 - [email protected]
Taalbrug Venlo - Vijverhofstraat 4
077-3998820 - [email protected]
---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 1 - 040 290 23 45
Leuvenlaan 23 - 040 2425728
[email protected]
Taalbrug Venlo - Vijverhofstraat 4
077-3998820 - [email protected]
---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 5 - 040 290 23 45
[email protected]
---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 4
040 290 2385
[email protected]
----------------------------------------------------------
Colofon
Redactie en samenstelling
Barbara Kwaks
Eindredactie
Addie Smolders en Christel Krijnen
Ontwerp en vormgeving
Volle-Kracht Eindhoven
Fotografie
Bart van Overbeek, Rob Stork (RvT)
SSOE ontvangt
ESF-subsidie
t.b.v. arbeidstoeleiding
www.ssoe.nl