Transcript Klik hier
ssoe jaarverslag krant 2013 n Voorwoord: ‘Samen krijgen we het voor elkaar.” 2 --------------------------------------------------------------------------------n GMR SSOE in 2013 3 --------------------------------------------------------------------------------n Taalbrug en Mgr. Hanssen: Instelling Cluster 2 Zuid 3 --------------------------------------------------------------------------------n Co-teaching 4 --------------------------------------------------------------------------------n Mytylschool en MBS haken aan bij project ‘De bibliotheek op school’ 5 --------------------------------------------------------------------------------n Branchegerichte cursus ‘Werken in de keuken’ 5 --------------------------------------------------------------------------------n Autisme Steunpunt Zuidoost Brabant 6 --------------------------------------------------------------------------------n De Raad van Toezicht SSOE in 2013 6 --------------------------------------------------------------------------------n Opbrengstgericht werken als leidraad 7 --------------------------------------------------------------------------------n Persoonlijke aandacht cruciaal 8 --------------------------------------------------------------------------------n Het jaar 2013 in cijfers 9 --------------------------------------------------------------------------------n Symbiose-onderwijs 10 --------------------------------------------------------------------------------n SSOE-scholen 10 --------------------------------------------------------------------------------- Taalbrug schoolt docenten SBO in taalonderwijs Medewerkers van de Taalbrug hebben het volledige team van SBO Petrus Dondersschool in Gemert vanaf september 2013 geschoold op het gebied van Taal leren in Interactie. De school wil deze op de Taalbrug ontwikkelde en gehanteerde methode ook in haar klassen gebruiken. Taalbrug logopediste Ciska Heertjes was één van de docenten: ‘De Petrus Dondersschool heeft zeven leerlingen met een cluster 2 indicatie. Het idee was het hele team middels intervisie te scholen zodat het niet alleen óver de theorie zou gaan, maar dat het geleerde direct in de praktijk gebracht kon worden. Taal leren in Interactie is profijtelijk voor alle kinderen; niet alleen voor leerlingen met een cluster 2-indicatie.’ Open en prettige sfeer Karlijn Meijer is klassendocent op Taalbrug-de Horst en zij was ook bij deze intervisie-bijeen komsten betrokken als docent: ‘Dat ze allemaal wilden deelnemen, vind ik echt geweldig, want het is best een belasting. Voorbereiden, je laten filmen, huiswerkopdrachten, deelnemen aan de bijeenkomsten, evalueren. Er waren vier groepjes van ongeveer zeven mensen: logopedisten, IB-ers, stagiairs, directie en assistenten. De sfeer was open en prettig met gedreven en hardwerkende collega’s. Alles was goed voorbereid, tussen de bijeenkomst door werden we met vragen benaderd.’ Ambassadeur van de methode Het was voor Karlijn de eerste keer dat ze aan een groep collega’s haar kennis moest over dragen.’ En dat was best spannend. Het hielp dat ik een overtuigd ambassadeur van de methode ben. Ik werk er al lang mee en ben steeds opnieuw verrast als ik zie wat het met kinderen doet. We hadden als docenten vooraf bepaald dat we in deze cursus vooral wilden focussen op het ‘vangen’ van de taal, het spelen van de dubbelrol (kinderen aanmoedigen tot en laten reflecteren op taal) en aandachtig luisteren en beurtgedrag.’ Doorzettingsvermogen Wat de Taalbrug-medewerkers heel interessant vonden om te merken was dat ‘het kunstje’ van het gebruik van de methode, niet 1-2-3 over te dragen is. Karlijn: ‘Het kost tijd en doorzettings vermogen om dit als docent echt te verinner lijken, om het een natuurlijke benadering te laten worden. De collega’s van de Petrus Donders school wilden graag leren en waren als een spons: “Kun je nog iets meer vertellen?” Sommigen hadden het principe heel snel door, voor anderen kostte het wat meer tijd. Zelf zagen ze in dat het een kwestie van vaker doen en doorzetten was, maar en - dat werkt heel stimulerend - , ze bemerkten gedurende het traject al vooruitgang. De sfeer tijdens de bijeenkomsten was heel open. Ze zijn bekend met “intervisie” en zijn gewend feedback te geven en te ontvangen. Je kunt merken dat ze vaak over vakinhoud met elkaar in gesprek gaan.’ Goed naar kinderen luisteren Ilse Opsteen is docent in de midden-en boven bouw van de Petrus Dondersschool. Dit jaar werkt ze in verband met ouderschapsverlof twee dagen per week. Ilse vertelt dat ze, in de tijd voor de bijeenkomsten van de Taalbrug, meer de vaart in de lessen hield: ‘te veel vaart, denk ik nu. Ik praatte snel en veel, met een hoge informatiesnelheid. Eigenlijk praatte ik over sommige leerlingen heen. Nu heb ik een instru ment in handen om goed naar kinderen te kijken en te luisteren en vooral naar hun eigen communicatie. Als een kind iets zegt, geef ik het goed geformuleerd terug. Door aan te haken bij wat een kind zegt, ontwikkelt zich een echt gesprek waar alle kinderen aan deelnemen. Dat stimuleer je ook door de juiste opstelling in de klas, en door op de juiste manier beurten te geven. Het tempo in mijn lessen ging omlaag, de kwaliteit omhoog. Ik ben me veel bewuster van mijn taalgebruik nu. Wat mijn taalgebruik voor effect kan hebben op kinderen!’ Vlnr: Ciska Heertjes, Karlijn Meijer en Henk Creemers: ‘Gestructureerd taalonderwijs is goed voor alle leerlingen.’ “Ik zie een vogel” Taalontwikkelingstoornis ‘Deze week was een kind naar Toverland geweest,’ begint Ilse een voorbeeld van hoe het nu anders gaat, ‘ze vertelt over een attractie en een karretje. Normaliter zou ik het verhaal afge broken hebben en gevraagd: “en wat nog meer?” Nu bleek ze te gaan vertellen over een ervaring van enkele jaren geleden die veel indruk op haar had gemaakt. Nu weet ik beter wat in kinderen omgaat, maar het heeft ook een direct talig effect.’ Uit de evaluatie bleek dat het team van de Petrus Dondersschool de cursus heel interessant en bruikbaar vond. Henk Creemers (taal coördinator op de Taalbrug ): ‘De school heeft zeven kinderen met een cluster 2-indicatie, maar gedurende de scholing zagen deelnemers in wat een taalontwikkelingstoornis behelst. Ze ontdekten hoe slecht sommige kinderen spraken en signaleerden meer kinderen met een cluster 2-problematiek. ‘ ‘Wij hebben een methode met dieren op een fotoplaat. De kinderen moeten de dieren noe men. Zij zeggen ”vogel”. Ik: “Ik zie een vogel”. Op een gegeven moment hebben de kinderen door dat ik zinnen maak over de dieren en zij gaan dit uit zichzelf en bewust ook doen. Fantastisch!’ Ilse Opsteen: ‘Als onze IB-er nu in de klas komt let ze, naast andere dingen, ook op het geleerde in de teamscholing. We zijn nu in de fase dat we bewust en gericht dingen anders gaan doen. De kracht van de stilte ervaren. Ik ben blij dat we de cursus hebben gehad. Iets waarvan ik resultaat zie bij mezelf en bij de leerlingen, daar kan ik heel enthousiast van worden!’ ‘Taal leren in interactie consequent hanteren, vraagt een verandering van mij als leerkracht. Het kost tijd. Nu ben ik me het vooral bewust in de kring. Dat zie ik ook bij collegiale consultaties. Ik moet het me nog helemaal echt eigen maken, verinnerlijken.’ 1 komen. Bij een vijftal samenwerkingsverbanden spelen we een actieve rol; in andere regio’s zijn we aangesloten, maar is onze rol meer ‘volgend’, omdat we een beperkt aantal leerlingen uit dit Samenwerkingsverband hebben. In deze krant vindt u een overzicht. We zetten ons in om de positie van kinderen met een speciale onderwijs behoefte te waarborgen. We behartigen een goede plaats voor de expertise van het speciaal onderwijs en (ambulante ) ondersteuning in de ondersteuningsplannen. Onze schoolprofielen zijn in begrijpelijke taal beschreven en aangebo den aan de samenwerkingsverbanden en een samenvatting is weergegeven in een kernachtige folder. n Voorwoord voorzitter college van bestuur SSOE ‘Samen krijgen we het voor elkaar’ Nu Passend Onderwijs in augustus 2014 van kracht wordt, landen de bestuurlijke ‘vergezichten Passend Onderwijs ’ in de praktijk van onze scholen en van onze organisatie. Er wordt hard gewerkt aan de concrete inrichting van zaken als commissie toelaatbaarheidsverklaringen en de opzet en toedeling van onder steuningsmiddelen. Ter voorbereiding op het nieuwe stelsel waren wij op de scholen aan de slag met ‘arrangementen’, ‘leerlijnen’ en ‘opbrengstgericht werken’. De medewerkers van de Externe Dienstverlening pasten ‘co-teaching’ toe in de praktijk. De Kwaliteitswet (V)SO werd van kracht. Dit betekende dat we ons nog bewuster hebben gericht op voorbereiding en toeleiding naar dagbesteding, vervolgonderwijs of arbeid. Dat blijkt ook uit het artikel over de branche gerichte cursus “Werken in de keuken” en uit het interview met Richard Raijmakers, oud- leerling van de MBS Eindhoven. Uit zijn relaas valt goed op te maken dat de persoonlijke aandacht en inzet van docenten het verschil maakt. Naast de veranderingen in de onderwijspraktijk moest er in 2013 ook bestuurlijk nog veel geregeld worden in verband met de invoering van Passend Onderwijs. Onze Taalbrug-scholen vonden in de Mgr. Hanssen uit Hoensbroek een partner om gezamenlijk te voldoen aan de wettelijke eis om met één instelling het volledige spectrum van cluster 2 leerlingen te kunnen bedienen: van doof, slechthorend tot en met de kinderen met een taalontwikkelings stoornis. Sinds november 2013 is de Instelling cluster 2 Zuid ‘in oprichting’ een feit. Deze werk stichting zal per augustus 2015 worden omgezet in een definitieve instelling. Onze cluster 3-scholen, de Mytylschool Eindhoven en de MBS Eindhoven zijn aangesloten bij de relevante samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. ‘Relevant’ zijn die samenwerkings verbanden in de gebieden waar onze scholen staan en/of waar onze leerlingen vandaan We hebben veel geleerd van de actieve partici patie in het samenwerkingsverband HelmondPeelland VO. Dit samenwerkingsverband is al een jaar eerder gestart met Passend Onderwijs. We wisten daardoor wat de aandachtspunten zouden worden bij de andere regio’s. We zien inmiddels dat er grote verschillen zijn in de manier waarop de samenwerkingsverbanden hun wettelijke taken concreet vorm geven. Daar komt nog bij dat in onze regio (Zuid Oost Brabant) een forse negatieve verevening een rol speelt. Deze factoren hebben een grote impact op de bedrijfsvoering van SSOE. In de komende jaren komt er minder budget beschikbaar voor de cluster 3 scholen. Bij de cluster 2 scholen pakt de peildatum 2011 negatief uit. De groei na die teldatum wordt niet meer bekostigd vanaf 2014. Bij SSOE staat, ondanks de onduidelijkheden en zorgen over de nabije toekomst, één ding als een paal boven water: we komen op voor onze bijzondere doelgroepen. We werken hard voor deze leerlingen; binnen de muren van onze scholen en vér daarbuiten. We doen dat zelden alleen, maar eigenlijk bijna altijd in samenwer king met anderen. De verschillende artikelen in deze jaarverslagkrant verhalen over die samen werking. In sommige gevallen hebben we de ervaringen van onze partners over het werken met ons opgetekend. Dat doen we om duidelijk te maken hoe we het door ons gehanteerde adagium ‘SSOE: Partners in Passend Onderwijs’ inhoud geven, hoe dit gewaardeerd wordt en het - wat ons betreft - de komende jaren nog in betekenis zal toenemen. Addie Smolders In de Gemeenschappelijke Medezeggenschapraad (GMR) van SSOE is elke school (elk BRIN-nummer) vertegenwoordigd met één lid uit de oudergeleding en één lid uit de personeelsgeleding. De leden stemmen ‘zonder last of ruggespraak’, maar kunnen in voorkomende gevallen wel besluiten hun achterban te raadplegen. De plaats waar de GMR en de bestuurder elkaar formeel ontmoeten, is de overlegver gadering. GMR SSOE in 2013 Mening medewerkers en ouders Voor de GMR is het overleg de belangrijkste kans om invloed uit te oefenen op het beleid en op besluiten in voorbereiding. Voor de bestuurder is het een unieke kans om kennis te nemen van de meningen van de mede werkers en ouders. Als de bestuurder zich weet te verzekeren van de steun van de raad, staat zij sterker in het doorvoeren van de gewenste veranderingen. De GMR heeft een vooroverleg om de overlegvergadering met de bestuurder voor te bereiden. Samenstelling GMR in 2013 • dhr. J. Peelen (vz.) I De Beemden, oudergeleding • dhr. J. Vooren I De Beemden, personeelsgeleding (vanaf april ‘13) • mw. B. Olislaegers I De Horst, oudergeleding • mw. L. van Leuken I De Horst, personeelsgeleding • mw. N. Blank I Ekkersbeek, oudergeleding (tot juli ’13) • mw. H. Meskers I Ekkersbeek, oudergeleding (vanaf sept. ’13) • mw. M. Smeulders I Ekkersbeek, personeelsgeleding • mw. R. Vorselaars I Mytylschool, oudergeleding • dhr. J. Dolders I Mytylschool, personeelsgeleding • mw. N. van Gerwen I MBS, oudergeleding (vanaf april ’13) • dhr. R. Velraeds I MBS, personeelsgeleding (tot juli ’13) • mw. M. de Laat I MBS, personeelsgeleding (vanaf sept. ’13) In 2013 heeft de GMR ingestemd met: In 2013 heeft de GMR geen advies uitgebracht over: • de procedure aanstelling teamleiders • de wijziging regeling Jubilea/vertrek Personeelsfonds Lief en Leed • het bestuursformatieplan 2013-2014. Bij de behandeling van dit plan heeft de GMR een externe adviseur van het CNVO ingeschakeld. • het reglement Klokkenluidersregeling • het protocol Social Media • het beëindigen van het inhuren van payflex medewerkers • de aanvullingen van het functieboek met de nieuwe functies ‘Bestuurssecretaris’ en ‘Teamleider AC en AD’ • de aanpassing Privacyreglement •het besluit m.b.t. de Statuten RSV VO Eindhoven Kempenland •het besluit m.b.t. de Statuten SWV PO De Kempen In 2013 heeft de GMR positief advies gegeven over: •de managementstructuur De Taalbrug •de intentieverklaring vorming Instelling Cluster 2 Zuid •procedure benoeming directeur vso Taalbrug •procedure benoeming directeur so Taalbrug •het vakantierooster 2013-2014 •referentiekader Passend Onderwijs RSV-VO •de hoofdlijnennotitie Oprichting SWV De Kempen In 2013 heeft de GMR negatief geadviseerd over: •het besluit m.b.t. de Statuten van het SWV PO De Kempen Andere belangrijke onderwerpen van de GMR in 2013: Naast de advies- en instemmingsplichtige onderwerpen heeft de GMR met de bestuurder ook tal van andere onderwerpen besproken: •herinrichting managementstructuur SSOE / managementstructuur Taalbrug •ontwikkelingen Passend Onderwijs •Passend Onderwijs en medezeggenschap: oprichting ondersteuningsplanraden (OPR) •evaluatie schooltijdenregeling •strategisch personeelsbeleidsplan 2012-2016 •kwaliteitskader SSOE •Inspectiebezoek Taalbrug •afronding verbetertraject Taalbrug •vorming instelling cluster 2 •jaarrekening SSOE 2012 •huishoudelijk reglement GMR In het najaar van 2013 heeft de GMR ook een eerste themabijeenkomst gehad met de Raad van Toezicht. Gesproken is over: •perspectief van SSOE in Passend Onderwijs; •actualiseren missie / koers SSOE; •de splitsing van SSOE als gevolg van Passend Onderwijs; cluster 2 en cluster 3 met een verschillend perspectief. SSOE en dertien samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs In Nederland zijn ruim 150 samen werkingsverbanden (SWV) Passend Onderwijs, in het voortgezet onderwijs (VO) en in het primair onderwijs (PO). Met bijna 13 daarvan onderhoudt SSOE een relatie omdat er leerlingen van haar afkomstig zijn uit het samenwerkings verband. Bij een aantal van deze samenwerkingsverbanden heeft SSOE zitting in het bestuur. Bij andere samenwerkingsver banden is SSOE uitsluitend betrokken vanwege de afstemming met cluster 2. Cluster 2 kan formeel geen lid zijn van een samenwerkingsverband. Primair onderwijs • SWV PO Eindhoven • SWV PO Helmond / Peelland • SWV PO Valkenswaard / Veldhoven • SWV PO Oss-Uden-Veghel • SWV PO Weert • SWV PO De Meierij • SWV PO Noord-Limburg, Venlo e.o. Voortgezet onderwijs • SWV VO Eindhoven / Kempen • SWV VO Helmond / Peelland • SWV VO Weert, Nederweert, Cranendonck • SWV VO Oss-Uden-Veghel • SWV VO De Meierij, ’s-Hertogenbosch • SWV VO Noord-Limburg, Venlo, Venray e.o. Extern ambtelijk secretaris: mevrouw I. van Roy. In 2014: indicatie, arrangementen en trajectbegeleiding Taalbrug vormt samen met Mgr. Hanssen Instelling Cluster 2 Zuid Heftruckchauffeur Acht leerlingen van SSOE-scholen hebben in december 2013 het certificaat ‘Heftruck chauffeur’ behaald; een door het bedrijfsleven landelijk erkend BLOM-certificaat. Via het ATC volgden zij de branchegerichte cursus. Zij kunnen daarmee aan de slag als gecertificeerd heftruckchauffeur. Aangepaste theorielessen Docenten van SSOE verzorgden de theorielessen. De praktijklessen vonden plaats op de locatie van BLOM op Ekkersrijt in Eindhoven. Voor steeds meer leerlingen die tot de SSOEdoelgroepen behoren, liggen er kansen binnen de logistieke sector. Een certificaat vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt en draagt bij tot het vergroten van eigenwaarde van leerlingen. 2 Bij Passend Onderwijs denken de meeste mensen aan regionale samenwerkingsverbanden, die afspraken maken over ondersteuning, die het budget van speciaal onderwijs verdelen en inzetten. De toekomstige situatie voor cluster 2 is, net als voor de cluster 1-scholen, heel anders. Vanwege de relatief beperkte doelgroep van auditief en/of communicatief beperkte leer lingen, vindt de overheid het noodzakelijk voor het behoud van kwaliteit en de ontwikkeling van expertise dat er in plaats van een plaatse lijke of regionale, één landelijke systematiek komt. Sinds 1 november 2013 vormen SSOE en INNOVO (een onderwijsbestuur PO in Zuid- en Midden Limburg) de Instelling Cluster 2 ‘in oprichting’. De instelling bestaat uit de Mgr. Hanssen (Hoensbroek en Roermond) en De Taalbrug (Eindhoven en Venlo) en is gericht op de onder steuning van leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking. Per 1 augustus 2015 krijgt de instelling haar definitieve vorm. Vanaf die datum wordt ze het bevoegd gezag van de cluster 2-scholen en ook de nieuwe werkgever van de medewerkers van de scholen. Regionaal betrokken De scholen binnen de nieuwe instelling beschikken samen over alle licenties: doof, slechthorend en/of taalontwikkelingsstoornis (TOS, voorheen ESM). Ondanks dat De Taalbrug en de Mgr. Hanssen onder de overkoepelende instelling functioneren, zijn zij regionaal betrokken en gericht op de samenwerkings verbanden. Op dit moment zijn er in Nederland 52 scholen voor cluster 2-onderwijs; zij gaan per 1 augustus 2015 op in vier instellingen cluster 2. Het beperkte aantal instellingen krijgt een vast ondersteuningsbudget. Daarvoor moeten alle binnen de doelgroep vallende leerlingen (speciaal) onderwijs of ondersteuning in reguliere scholen krijgen. wijs passend bij lichte, medium of intensieve onderwijsarrangementen, • trajectbegeleiding, waarbij de instelling gedurende het hele proces van aanmelding tot toewijzing arrangement zorg draagt voor begeleiding van ouders en verwijzers. Uitvoeren wettelijke taken Toeleiding Bij de invoering van Passend Onderwijs moet de instelling per 1 augustus 2014 een Commissie van Onderzoek (CVO) ingericht hebben. Het Regionaal Expertise Centrum (REC) en de ‘bij behorende’ Commissie voor Indicatiestelling (CVI) houden per 1 augustus 2014 op te bestaan. De instelling in oprichting voert vanaf 1 augus tus 2014 naast het toeleiden, toelaten en toe wijzen ook enkele andere wettelijke taken uit: • onderwijs verzorgen in lesplaatsen en ondersteuning bieden in het regulier onder Voor wat betreft het indiceren en toelaten verandert er per 1 augustus het één en ander. Voorheen kregen ouders een indicatiebeschik king en konden zij vervolgens kiezen tussen speciaal onderwijs of regulier onderwijs met een rugzak. Bij het CVO krijgt het kind het meest passende arrangement officieel toegewezen. Dat kan zijn een licht onderwijsarrangement: de leerling gaat naar een reguliere school met beperkte extra ondersteuning op locatie. Een medium onderwijsarrangement: de leerling gaat naar een reguliere school met extra onder steuning op locatie. Of een intensief onderwijs arrangement: de leerling gaat naar een school voor speciaal onderwijs. Toelaatbaarheid Een leerling is toelaatbaar tot cluster 2 als hij doof of slechthorend is en/of een ernstige taalontwikkelingsstoornis (TOS) heeft én als er sprake is van een extra cluster 2-specifieke onderwijs-ondersteuningsbehoefte. De Commissie van Onderzoek wijst een onder wijsarrangement toe op grond van de ernst van de onderwijsbehoefte. De commissie geeft aan voor welke periode het arrangement wordt toegekend. Bekostigingssystematiek De ambulante begeleiding voor cluster 2 krijgt binnen Passend Onderwijs een nieuwe bekostigingssystematiek. Het geld voor het schooldeel van de leerling gebonden financie ring gaat vanaf augustus 2014 naar de Instelling Cluster 2. Als een kind ondersteuning nodig heeft, moet de ambulante ondersteuner afspraken maken met de school en de ouders over wat er nodig is en wie dat het beste kan bieden. Als de school zelf die deskundigheid ‘in huis’ heeft krijgt zij hiervoor een bedrag vanuit de instelling. Maar de instelling heeft hiervoor in totaal minder geld dan in het schooljaar 20132014, omdat het leerlingaantal groeit maar het budget gebaseerd is op het aantal leerlingen in 2011 en sinds die tijd niet meer wordt gecom penseerd. Dit betekent dat er met onmiddellijke ingang minder geld per leerling beschikbaar is voor de ondersteuning. 3 Mytylschool en MBS haken aan bij project ‘De bibliotheek op school’ Passend Onderwijs vraagt van docenten onderwijs dat is afgestemd op leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoefte binnen één klas. Dat is een mooie uitdaging, maar niet iedere docent heeft het vertrouwen over de juiste vaardigheden te beschikken om dit te realiseren. De Externe Dienstverlening van SSOE biedt co-teachingstrajecten voor het regulier- en speciaal onderwijs. Hiermee wordt de handelingsvaardigheid van de docent vergroot. In 2013 heeft de ED diverse trajecten verzorgd. Co-teachingstrajecten in 2013 Goed voorbeeld doet goed volgen Co-teaching is 1-op-1 coaching door een gespecialiseerde leerkracht in de klas. Tijdens een kortlopend traject van maximaal tien bijeenkomsten, komt de coach op school en gaat samen met de leerkracht aan de slag. Afhankelijk van de hulpvraag worden lessen samen voorbereid en samen gegeven, waarbij de coach zaken voordoet en/of nadoet en directe feedback tijdens de les geeft. Grote meerwaarde is dat docent en coach samen optrekken en direct in de praktijk bezig zijn. Handelingsvaardigheid vergroten Bij co-teaching staat het overdragen van kennis, didactische en organisatorische vaardigheden centraal. Veel voorkomende coachingsvragen liggen op het gebied van klassenmanagement, pedagogische aanpak en didactische werkvormen. Dit meestal gecombineerd met hulpvragen op het gebied van motoriek, spraak, taal, communicatie, ZML of autisme. Onrustige sfeer Jan Janssen is ambulant begeleider van SSOE Externe Dienstverlening: ‘Ik heb op een vmbo-school in Venray een co-teachings traject gedaan met een docent die les gaf aan een samengestelde klas van derde en vierdejaars vmbo-leerlingen. Er werd een groot beroep gedaan op de zelfwerkzaam heid van de leerlingen. In de klas waren een paar leerlingen die een onrustige sfeer veroorzaakten. De docent had zelf al geprobeerd om dit aan te pakken, maar hij was niet tevreden over het resultaat.’ ‘Na een lesobservatie met aansluitend een reflectiegesprek hebben wij gekeken naar wat wel en wat niet goed werkte in de les. In dit geval hebben wij ons gericht op de wijze waarop de les begon en werd afgeslo ten. Bijvoorbeeld: hoe geef ik aan wat ik van leerlingen verwacht? Op welke momenten geef ik informatie en instructie aan leer lingen, en hoe doe ik dat? Ten slotte hebben wij gekeken naar de wijze waarop je een les afsluit.’ Samen lesgeven en evalueren ‘Gedurende het verdere co-teachingstraject zijn wij aan de hand van de hulpvraag ver schillende items gaan uitwerken. Het ging om klassenmanagement en het omgaan met regels en afspraken. Maar ook om de wijze waarop je met leerlingen communiceert. Soms gaven we de les samen en soms gaf ieder een onderdeel’, aldus Jan. ‘Belangrijk waren de aansluitende reflectiegesprekken. Mijn rol was niet zozeer het geven van de juiste antwoorden en adviezen, maar meer het stellen van de juiste vragen.’ 4 ‘Voor haar was het een hele openbaring om te zien dat de kinderen zich bij mij niet veel anders gedroegen dan bij haar, maar dat ik er anders mee omging. We hebben vele intensieve gesprekken gevoerd, en samen veranderingen doorgevoerd in met name de structuur van de klas en consequent leer kracht gedrag. Ondanks dat ze het coachings traject als heel positief heeft ervaren, heeft ze ondertussen het onderwijs verlaten. Ze zei letterlijk: “ Ik heb voor het onderwijs gekozen, voor de didactiek, niet voor het gedrag.” Dit kan wat mij betreft ook een uitkomst van een traject zijn. Moedig dat ze hulp gevraagd heeft en deze conclusie durfde te trekken.’ Kwetsbaar opstellen Ellen Melis heeft als co-teacher een traject doorlopen op de Praktijkschool Eindhoven. ‘Ik werk daar al enige tijd als ambulant begeleider voor enkele leerlingen. Een docent benaderde me met de vraag of ik haar kon helpen haar rekenles beter te laten verlopen en beter af te stemmen op de behoefte van iedere leerling. Ik stelde voor om dit niet via de ‘klassieke’ observatie, maar via coteaching te doen. Dat wilde ze en ik vond het zelf eerlijk gezegd best spannend. Door zelf ook voor de klas te gaan staan, stel je je kwetsbaar op. Het is niet langer: de beste stuurlui staan aan wal, zeg maar. We hebben samen een plan gemaakt, lessen voorbereid en gegeven. Co-teaching is gelijkwaardiger. Je kunt als co-teacher daarnaast zelf echt ervaren welke looproute bijvoorbeeld echt werkt. Kunt ervaren: als ik op deze manier door de klas loop om kinderen te begeleiden en me op deze manier aan de tijdsverdeling houd, geef ik iedereen ook echt aandacht en hebben de kinderen het niet nodig om daar letterlijk om te roepen.’ De MBS Eindhoven en Mytylschool Eindhoven haken aan bij het landelijk project: ‘de bibliotheek op school’ van de Stichting Kunst van Lezen in samenwerking met de Eindhovense bibliotheek en de gemeente Eindhoven. Lezen is belangrijk voor de algehele ontwikkeling van alle leerlingen en in het bijzonder voor de doel groepen van het speciaal onderwijs. Taalvaardigheid, leesmotivatie, het plezier hebben in lezen en mediawijsheid zijn de pijlers. Bijzondere uitkomst Saskia van der Zanden heeft in 2013 op school ‘t Hout in Mierlo-Hout een co-teachings traject met een bijzondere uitkomst door lopen. ‘De hulpvraag van de docent was in eerste instantie gericht op het vergroten van het luisterklimaat. Later in het traject bleek dat de structuur en het werkklimaat ook onvoldoende was. Het was regulier onderwijs en er zaten meerdere zorgleer lingen in de klas, waardoor het een erg moeilijke klas was. De docent reageerde soms erg gestrest op de kinderen. Ik heb lessen van haar bezocht, zij van mij en we hebben samen dingen gedaan. Ik heb ingezet op: wat is kindgedrag dat bij het kind hoort en wat kun je beïnvloeden en wat niet?’ In 2013 is de intentie uitgesproken en in de loop van 2014 wordt het een feit. Ellen Melis (links) en Sandra Lussing samen in bespreking. Sandra Lussing van Praktijkschool Eindhoven over co-teaching: ‘Ambulant begeleider Ellen Melis van SSOE was bij ons op school toen zij me na een les moedeloos de docentenkamer zagwbinnenkomen. Ik had een klas gehad met veel zeer moeilijk lerende kinderen en het liep niet lekker. Zij stelde voor om samen aan het werk te gaan in een coteachingstraject.’ ‘Ik heb absoluut veel aan dit traject gehad. Ellen is kalm. Haar optreden maakte de sfeer in de klas rustiger. Ik pikte dit op, ging haar in dit gedrag nadoen. Ik leerde van haar doelen te stellen en deze, als het nodig is, bij te stellen. Ik leerde ook te kijken naar wat al wel goed gaat.’ ‘Ellen had het idee om de lesopbouw anders te doen. Het stressmoment na binnenkomst, waarbij de sfeer al snel verslechtert omdat ik de kinderen niet bij de les krijg, te veranderen. Toen ik zelf niet direct kon bedenken, hoe ik dat zou doen gaf ze hele goede tips. Bijvoorbeeld om leerlingen te laten starten met een werkje als ze binnenkomen in plaats van met een instructie.’ ‘Tijdens het traject hebben we een aantal lessen samen gedraaid en direct daarna geëvalueerd. We trokken op als gelijken. Het waren hele prettige gesprekken op basis van gelijkheid en wederzijds respect. Doordat zij ook echt voor mijn klas stond, zag ze niet alleen hoe het ging, ze voelde het ook.’ ‘Het klassenmanagement is beter op orde nu, ik ben me meer bewust van mijn lerarengedrag. Daarnaast heeft Ellen mij ook laten ervaren hoe je je kunt gedragen als coach. Hoe je bij collega’s in de klas kunt gaan kijken, zonder direct te oordelen of beoordelen. Hoe je van elkaar kunt leren en een open gesprek kunt aangaan over pedagogiek, didactiek en de leer lingen. Collegiaal leren, moet heel gewoon zijn op een school. Dit inzicht is ook een belangrijke opbrengst van dit co-teachingstraject.’ Het idee is dat door de bibliotheek op school te brengen meer kinderen lid worden en boeken gaan lezen. De stichting is overtuigd dat dit een verbetering van taalvaardigheid, leesmotivatie en informatieniveau tot gevolg zal hebben. Voor de MBS sluit deze ontwikkeling mooi aan bij alle versterkingen die de school momenteel op het gebied van taal-lezen aanbrengt en de scholing ‘Lezen’ die het team in 2013 genoot. Tijdens deze scholing stond onder andere de vraag centraal op welke wijze je een rijke lees omgeving creëert. Nieuwe boeken De MBS en de Mytylschool krijgen in het kader van het project zo’n vijf boeken per leerling. Elk jaar wordt 25 procent van de collectie ver nieuwd. Op beide scholen komen consoles met boeken; daarin is ook plaats voor computers om boeken te zoeken en de uitleen te registreren. Iedere leerling krijgt een biebpasje. In eerste instantie kunnen de boeken alleen op school gelezen worden, mogelijk dat ze in de toekomst ook mee naar huis genomen kunnen worden. Leerlingen verzorgen uitleen en inname De MBS heeft veel tijd gestoken in het vinden van boeken die aansluiten bij hun leerlijnen. Het was daarnaast een extra uitdaging om interessante leesboeken te vinden voor haar leerlingen van bijvoorbeeld 12 jaar met een didactisch niveau van groep 3 en 4 of lager, die qua interesse dezelfde onderwerpen leuk Branchegerichte cursus ‘Werken in de keuken’ stoomt leerlingen klaar voor het echte werk ‘Juffrouw, mogen wij ook bij u in de keuken komen werken?’, is de vraag die Marscha Berghuis regelmatig gesteld wordt als zij door de gangen van de MBS Eindhoven loopt. Sinds het schooljaar 2013-2014 volgt een groepje van zes SSOE-leerlingen de branchegerichte cursus ‘Werken in de keuken’. MBS-leerling Meike leest op school een boek. vinden als leeftijdsgenootjes in het regulier. De Mytylschool start binnenkort met de samenstelling van de collectie in het kader van het project. Haar doelgroepen maken veel vuldig gebruik van gesproken boeken. Een leuk bijkomend aspect van ‘de bibliotheek op school’ is dat de uitleen en inname door leerlingen zelf verzorgd gaat worden in het kader van hun interne stage. Taalbrug behoudt eigen bieb Voor alle jonge mensen is lezen belangrijk, maar voor kinderen met een communicatieve beper king is het even noodzakelijk als moeilijk hen uit te dagen om te blijven lezen. Dat doen ze op de Taalbrug onder andere met boeken met een aantrekkelijke uitstraling. De uitgebreide collectie Marscha vindt het leuk dat andere leerlingen binnen de school ook zo enthousiast reageren. ‘Dat vind ik logisch; met je toekomst bezig zijn vinden ook al onze leerlingen belangrijk.’ Intensief Sinds het schooljaar 2013-2014 biedt het ATC (Arbeids Transitie Centrum) van SSOE de branchegerichte opleiding ‘Werken in de keuken’ aan. Op de locatie van de MBS aan de Mgr. Witloxweg in Eindhoven krijgt een groepje van zes leerlingen 20 weken lang één dag per week een intensieve cursus. De leerlingen zijn tussen de 16 en 18 jaar en de overeenkomst is dat ze een duidelijke interesse voor horeca aan de dag leggen. Mascha: ‘De cursus is gericht op uitstroom naar begeleide of betaalde arbeid in de horeca. Het niveau is assistent van een assistent.’ ‘Koken is mijn passie’ In praktijk brengen Zekerder voor de klas De waarde van de adviezen zit ‘m volgens Ellen in een aantal hele kleine dingen die elkaar versterken in combinatie: ‘Door de adviezen direct in de praktijk te brengen kunnen de docent en de co-teacher ook direct zien en voelen wat in een bepaalde klas werkt en niet.’ Ellen: ‘In dit traject op de praktijkschool hebben we een aantal lessen samen gedaan en daarna had de docent genoeg goede ideeën en inzichten om zelf verder te gaan. Als ze nog tegen iets aanloopt waarover ze wil sparren, neemt ze contact met mij op. Co-teaching is wat mij betreft een praktische en efficiënte methode om tot resultaat te komen.’ Een co-teachingstraject wordt altijd afge sloten met een eindevaluatie waarin docent en co-teacher samen kijken of de hulpvraag voldoende is beantwoord. Van docenten hoorden de co-teachers vaak terug dat zij zich na een traject vaak ‘zekerder’ voelen voor de klas, omdat zij zich bewust zijn geworden van hun eigen handelen. En daar naast omdat hun handelingsvaardigheden zijn vergroot. In 20 weken gestructureerd naar het examen toewerken Marscha is docent op de MBS. Met een meer daagse cursus van de KPC groep, onder wiens auspiciën de cursus is opgezet, is zij opgeleid om de leerlingen in de keuken te onderwijzen. ‘Koken is mijn passie, dus toen deze kans zich voordeed om als kook-docent aan de slag te gaan, wist ik niet hoe snel ik me moest aan melden als kandidaat. Naast het volgen van de training, ben ik ook op de praktijkschool gaan kijken hoe ze dat daar doen. Aan de cursus nemen twee leerlingen deel van Taalbrug de Beemden, twee van de MBS en één van de Mytylschool Eindhoven. Marscha: ‘En een leerling die het uitzonderlijk goed deed, is al doorgestroomd naar de Colour Kitchen, een landelijk opererende stichting die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar een baan in de horeca wil opleiden en begeleiden.’ van de mediatheek van de Taalbrug bevat ook vele titels die afgestemd zijn op kinderen met dyslexie en kinderen met een lager IQ. Ook zijn er boeken met de combinatie hoog begrip, lage AVI (systematiek voor aanduiding technisch leesbegrip). De mediatheek van de Taalbrug heeft nu al zo’n 12.000 titels. Aansluiten bij het landelijke bibliotheek-project was voor deze school daarom op dit moment minder interessant. De school stapt binnenkort over op het nieuwe uitleensoftware systeem AURA. Dit systeem wordt op meerdere middelbare scholen in Eindhoven gebruikt en onderling wordt ook kennis uitgewisseld. Hygiëne, snijtechnieken… In de keuken van de MBS wordt in 20 weken gestructureerd naar het examen toegewerkt dat afgenomen wordt door iemand van het KPC. Alle aspecten van het horecavak komen aan de orde, zoals: omgangsvormen, hygiëne, snijtechnieken en productkennis. De leerlingen komen eenmaal per week een hele dag naar de keuken in de MBS. Elke week koken ze voor één klas die in ‘het restaurant’ in de hal van de school eten. Marscha: ‘Dat betekent dat we ’s ochtends beginnen met alle voorbereidingen “mise-en-place”, vervolgens gaan koken en rond het middaguur starten met de tafels klaar zetten en vervolgens dekken, gasten ontvangen en het eten echt uitserveren. ’s Middags gaan we opruimen, schoonmaken en is er ruimte voor verdiepende theorie.’ Werkgeschiktheid Marscha is erg blij met de cursus: ‘De leerlingen hebben echt een drive om het certificaat te halen. Ze willen iets tastbaars hebben, willen met hun toekomst bezig zijn. Ze zijn zo trots op wat ze doen en doen alles met heel veel inzet. De door de horeca erkende cursus “Werken in de keuken”, is overigens ook een goede methode om de werkgeschiktheid van jongeren in algemene zin te vergroten en het programma sluit aan bij de ideeën over het praktijkonderwijs. Ik ben benieuwd waar ze later terecht komen!’ 5 Het Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant is sinds 1 september 2013 een middelen, maar niet wat betreft niveau. Er is een basisarrangement dat iedere leerling in de groep tenminste krijgt aangeboden. Daarnaast is er een talentarrangement waarbij de leer lingen in dezelfde tijd meer, verrijkende, verdie pende leerstof krijgen aangeboden. Ook is er het intensieve arrangement. Dit in aanvulling op het basisarrangement. Deze leerlingen werken vaker en langer, met meer begeleiding, met meer oefentijd, met verlengde instructie, met hulpmiddelen aan dezelfde streefdoelen. Bovenop het intensieve arrangement is er voor een vaak kleine groep leerlingen een zeer intensief arrangement. Hierbij worden bijvoor beeld specifieke leermiddelen, extra gespeciali seerde begeleiding, pre-teaching, externe deskundigen en dergelijke ingezet. ‘ onderdeel van de Externe Dienstverlening van SSOE. Het steunpunt is vanaf die datum gehuisvest op de Taalbrug aan de Toledolaan in Eindhoven. Het steunpunt is een kennis- en netwerkcentrum voor alle vormen van onderwijs aan kinderen en jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS). Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant Het steunpunt is actief in het regulier basisen voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en daarnaast ook in het mbo en hbo. Er is een voorschools scholingsaanbod voor peuter speelzalen, kinderdagverblijven en observatie groepen. Het Autisme Steunpunt staat ook open voor vragen van ouders. ASS is een pervasieve ontwikkelingsstoornis, één die doordringt in alle ontwikkelings gebieden. De inspanningen van het steunpunt zijn er op gericht kinderen binnen hun moge lijkheden goed onderwijs te laten volgen en te leren zich sociaal en communicatief te redden. De benadering van kinderen en jongeren is maatwerk, maar is vooral gericht op verduide lijking, structuur en voorspelbaarheid aanbrengen in de omgeving van het kind. 2013 Het Autisme Steunpunt bood in 2013 ondersteuning en diensten aan in de vorm van: •telefonisch spreekuur en emailcontactformulier: antwoord op vragen van scholen en ouders •informatie via de site en de nieuwsbrief •consultatie en advies op scholen in PO, VO, SBO, SO, VSO •intervisie van leerkrachten en IB-ers •scholing van leerkrachten en IB-ers in ‘Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen in het onderwijs’ •scholing op maat voor een schoolteam •workshops en themamiddagen voor (aankomend) leerkrachten, IB-ers en AB-ers over verschillende thema’s en autisme •ouderavonden voor de SSOE scholen rondom autisme •‘Zorg voor Structuur’: sessies met manage mentteams van scholen gericht op het opstellen van een ondersteuningsprofiel voor leerlingen met een grote behoefte aan struc tuur, op alle niveaus binnen de organisatie •begeleidingstrajecten met kinderen en combinatie met coaching van de begeleiders op school •supervisie bij een expertiseteam autisme in het speciaal onderwijs •lezingen •meedenken rondom complexe casuïstiek in het kernteam van het Samenwerkingsverband Autisme •deelname aan infomarkten, congressen en bijeenkomsten van en bij partners Door het samengaan met de Externe Dienstverlening SSOE is het aantal interne diensten flink toegenomen: scholing, workshops, consultaties en advies. Willibrord Gymnasium in Deurne en het Autisme Steunpunt Zuidoost-Brabant Volgens conrector Hans Mathijssen van het Willibrord Gymnasium heeft vijf procent van de 440 leerlingen van zijn school een officiële indicatie. ‘De zorgcoördinatoren en ik schatten echter in dat tien tot 15 procent van de populatie een stoornis in het autisme spectrum heeft. Met de meeste kinderen gaat het goed en daarvoor verdient het team een dikke pluim; de docenten weten hoe met deze kinderen om te gaan. Ik denk daarnaast dat wij een goede leeromgeving hebben. We zijn een kleine school en de docenten en leerlingen hebben een kleine afstand tot elkaar. De docenten zijn open en betrokken.’ ‘Een paar jaar geleden zijn we in aanraking gekomen met het Autisme Steunpunt. Een collega had een cursus bij hen gevolgd en had daar veel aan. Diezelfde cursus is drie jaar geleden voor 12 collega’s hier intern gegeven en afgelopen jaar hebben vier collega’s die cursus gevolgd. Zij waren daar enthousiast over, omdat het geleerde zo goed toepasbaar is in de lessen en bij het contact met kinderen. De door het steunpunt gepredikte aanpak is trouwens goed voor alle kinderen. De cursisten mochten casuïstiek inbrengen en er werd een theoretisch kader onder gelegd, waarin ingezoomd werd op 6 verstoringen in executieve functies zoals plannen, organiseren en reflecteren. Vervolgens werd een vertaalslag naar de praktijk gemaakt. Zelf had ik te maken met het steunpunt toen zij ons met de managementsessie ‘Zorg voor structuur’ ondersteunden bij het samenstellen van ons beleidsplan zorg. Dat was waardevol voor ons.’ Mathijssen is benieuwd waar de ontwikkelingen die gepaard gaan met Passend Onderwijs zijn school uiteindelijk zullen brengen. ‘Wij willen mogelijk een expertisecentrum worden op het gebied van de combinatie autisme en hoog begaafdheid. Wij staan nu al bekend als school met goede zorg op dit gebied. Waar ik natuurlijk voor op wil passen, is dat wij het imago van speciaal onderwijs krijgen. Wij beschikken niet over voldoende financiële middelen om heel veel zorgleerlingen te krijgen. Wat als een paal boven water staat, is dat wij onze leerlingen goed willen begeleiden. In de toekomst zullen collega’s die de cursus van het steunpunt nog niet hebben gevolgd, dat dan ook zeker gaan doen. Daarnaast zullen wij ouders van leerlingen met ASS-problematiek gericht doorverwijzen naar het steunpunt.’ De Raad van Toezicht in de huidige samenstelling vlnr: R. van Deursen, H. Droppert, voorzitter M. van Eijndhoven, M. Boeijkens, A. Denissen Hoge verwachtingen De Raad van Toezicht SSOE in 2013 Per 1 januari 2014 is Marianne van Eijndhoven benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van SSOE. Zij neemt de voorzitters hamer over van Ted Raedts die vijf jaar lang voorzitter en vier jaar lid van de raad was en die in december 2013 afscheid nam van SSOE. Van Eijndhoven: ‘De Raad van Toezicht fungeert binnen SSOE als toezichthouder en als klank bord, ze toetst en adviseert de bestuurder op de grote lijnen. De uitdaging voor SSOE is om in de komende periode Passend Onderwijs goed te organiseren. SSOE richt zich daarbij primair op de leerlingen. Zij moeten de onderwijsonder steuning krijgen die ze nodig hebben. In lijn daarmee moeten de medewerkers optimaal kunnen functioneren, ze moeten goed geïn formeerd, geoutilleerd en gemotiveerd hun werk kunnen doen. Vanuit deze focus houdt de raad zich, op afstand en via de bestuurder, bezig met alle ontwikkelingen. Mijn inbreng als voorzitter is er op gericht om te zorgen dat alle expertise die er bij de leden aanwezig is, maximaal aangewend kan worden om de bestuurder te toetsen en te ondersteunen. De Raad van Toezicht is daarbij ook kritisch op het eigen functioneren; jaarlijks vindt er een ‘zelf-evaluatie’ plaats onder leiding van een externe deskundige.’ Welzijn Ouderen Mill; adviseur I LEV-groep Helmond; adviseur De heer Steyaert heeft zijn lidmaatschap per 1 juli beëindigd en mevrouw Raedts deed dit per 31 december. In de loop van 2014 zal de Raad zich beraden over de werving van nieuwe leden. De Raad van Toezicht opereert conform de Wet ‘Goed Onderwijs - Goed Bestuur PO’ (2012) en is daar niet van afgeweken. Vergaderingen In 2013 vergaderde de RvT zes maal en daarbij kwamen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde: Brabant; voorzitter RvT I Rode Kruis; voorzitter •Het verlenen van goedkeuring aan de begroting, het bestuursformatieplan 2013-2014 en de jaarrekening 2012. •De ontwikkelingen op het gebied van de leerlingaantallen. •De voortgang met betrekking tot de ontwikkelingen bij De Taalbrug, en het verbeterplan m.b.t. kwaliteit van De Taalbrug. •De herinrichting van de management structuur bij SSOE en de invoering van de functie van teamleider. •Het verlenen van goedkeuring aan het Reglement Klokkenluidersregeling. •Risico-inventarisatie en risicomanagement. •Treasury en risicospreiding. •De ontwikkelingen op het gebied van de Wet Passend Onderwijs; de aansluiting bij de relevante samenwerkingsverbanden; de gevolgen en risico’s voor SSOE; het onderwijs op de scholen; en de financiële en de personele gevolgen. •Bestuurlijke oriëntatie SSOE na afsplitsing cluster 2 vanwege vorming Instelling cluster 2. •Het verlenen van goedkeuring aan de statuten van diverse Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. •Tijdelijke wijziging samenstelling bestuur in 2014: in verband met voorgenomen vertrek bestuurder per januari 2015 wordt tijdig voorzien in opvolging en goede overdracht, door het bestuur tijdelijk om te vormen naar een College van Bestuur. De huidige bestuurder wordt benoemd als voorzitter van het College van Bestuur en de opvolger wordt benoemd als lid College van Bestuur. voorzitter I Lokale Partij Bergeijk; voorzitter I Er zijn twee themavergaderingen gehouden: • Mw. A.E. Denissen MBA - Maart: Verbetertraject Taalbrug. -Oktober: Toekomstperspectief SSOE; in aanwezigheid van GMR en directeuren. Samenstelling De RvT was in 2013 als volgt samengesteld: • Mw. Drs. T.J.A.G.M. Raedts-Thomassen MEE ZO Brabant; lid RvT I Activiteiten psychotherapiepraktijk / klinisch psycholoog • Dhr. Drs. R. van Deursen VMBO IVO-Deurne; Directeur Onderwijs I Organisatieadvies Sport en Onderwijs • Dhr. Drs. M.Th.J. Boeijkens • Dhr. Prof. Dr. J. Steyaert Fontys Hogeschool Sociale studies Eindhoven (hoofdfunctie) I Universiteit Antwerpen; mater sociaal werk; hoofddocent I University of Southampton; associate research professor I Steunpunt Algemeen Welzijnswerk; voorzitter RvB I Platform lectoren Zorg & Welzijn; lid I Academie voor Toegewijde Uitvoering; lid RvA • Mw. M.A.E.J. van Eijndhoven Rabobank Bergeijk (De Kempen); lid RvC I MEE ZO district Brabant Zuidoost I GOW Welzijnswerk; Conquest; voorzitter RvC Vereniging Eigen Huis; CFO (hoofdfunctie) I MBO Amersfoort; lid RvT • Dhr. Drs. A.J. Droppert St. Jansgasthuis Weert; vice-voorzitter RvT I Stg. Maatschappelijke Opvang Helmond; lid RvT I Stg. Bij het formuleren van het ontwikkelingspers pectief, wordt op beide scholen gestreefd naar concrete en realistische ambitieuze doelen. De beide medewerksters zijn het eens dat hoge verwachtingen een voorwaarde zijn voor het maximaliseren van het leerrendement. Janneke: ‘ Het is ook uit onderzoek gebleken: hoge verwachtingen van docenten leiden tot hogere leerresultaten van leerlingen.’ Docente Ilse Pasmans (Taalbrug) aan het werk met haar klas; van elke leerling is bekend waar naar toe gewerkt wordt. Opbrengstgericht werken als leidraad in handelen en onderwijsaanbod ‘Passend Onderwijs’, ‘ontwikkelingsperspectief’ en ‘onderwijsarrangement’. Zomaar een paar termen die de afgelopen jaren het onderwijs zijn ‘binnengeslopen’ en ook binnen SSOE in 2013 richting gaven aan de onderwijsontwikke lingen. GZ-psycholoog Inge Jeurissen van de Taalbrug-SO en orthopedagoog Janneke Logtens van de Mytylschool Eindhoven geven aan welke visie en aanpak er op hun scholen met betrek king tot het centrale begrip ‘opbrengstgericht werken’ zijn ontwikkeld. Samen met een leerkracht, een logopedist en een teamleider vormt Inge Jeurissen als gedragskundige de Commissie van Begeleiding van acht groepen in het SO. Janneke Logtens werkt samen met de directeur, de teamleiders en de orthopedagoog van het VSO aan de onderwijsontwikkelingen. Zowel Inge als Janneke houdt zich in haar werk bezig met de doorontwikkeling van opbrengstgericht werken, waarbij – het woord zegt het al- gericht gewerkt wordt aan een doel om een zo hoog mogelijke opbrengst te halen . Onderwijs en onderwijsbehoeften Janneke: ‘Binnen opbrengstgericht onderwijs bekijken we welke leerresultaten een kind met zijn of haar mogelijkheden kan bereiken. Aan de hand daarvan stellen we een ontwikkelings perspectief met bijbehorende onderwijsdoelen vast. We leggen de lat hoog. Vervolgens sturen we in ons onderwijs systematisch en planmatig op het behalen van deze doelen. Zo maximali seren we de resultaten. Het idee hierachter is: ‘Als je hoge, ambitieuze, maar realistische doelen stelt, komt de leerling verder.’ Inge: ‘Als een kind zich niet helemaal ontwikkelt zoals verwacht, stellen we dit doel, het ontwikkelingsperspectief, niet zomaar bij. We zoeken naar verklaringen en passen ons onderwijs aan op de onderwijs behoeften. We gaan ervoor het maximale uit een kind te halen.’ Naar doel toe werken Het bepalen van het ontwikkelingsperspectief van een kind is met het van kracht worden van de Kwaliteitswet (V)SO in 2013 verplicht geworden; iedere school geeft dit op zijn eigen manier vorm. Een school dient van iedere leerling de beoogde resultaten op de langere termijn vast te leggen en de daarbij horende uitstroombestemming. In het SO zijn die bestemmingen: doorstroom naar VSO, of naar diverse niveaus van regulier voortgezet onderwijs. In het VSO zijn de uitstroomprofielen: vervolg onderwijs, arbeid, of dagbesteding. Inge: ‘We onderbouwen die uitstroombestemming en beschrijven welke ondersteuning en begeleiding nodig is om die te halen. Op de Taalbrug doen wij dit al bij onze leerlingen vanaf 6 jaar en het is echt bijzonder om in zo’n vroeg stadium al heel toekomstgericht met kinderen bezig te zijn!’ Op de Mytylschool wordt bij jonge leerlingen in eerste instantie de uitstroombestemming nog breed geformuleerd, maar vanaf acht á negen jaar wordt de uitstroombestemming specifiek aangegeven. We weten waar we met de leerlingen naar toe willen werken en stemmen ons handelen hierop af. Dit in tegenstelling tot het leerlingvolgend werken, dat we in het verleden gewend waren.’ Alles uit de kast halen Op het SO van de Taalbrug worden de leer lingen intensief gevolgd volgens een vastgelegde cyclus. ‘Zes weken na de start van een schooljaar houden we met de Commissie van Begeleiding een groepsbespreking. In de loop van het jaar volgt nog tweemaal een kindbespreking. We gaan dan uit van data en toetsresultaten en brengen alle leerlingen zorgvuldig in beeld.’ Janneke Logtens: ‘Op de Mytylschool vinden twee keer per jaar besprekingen plaats over de toetsresultaten en observaties. Lijkt er bij een leerling iets mis te gaan in het behalen van het gestelde perspectief, dan onderzoeken we wat we in het onderwijs kunnen inzetten om dit perspectief toch te bereiken.’ ‘We halen alles uit de kast om, passend bij de leerling, zo hoog mogelijke resultaten te bereiken. Om ervoor te zorgen dat je als leer kracht niet 15 leerlingen in je klas hebt zitten met ieder een eigen leerlijn, wordt ervoor gekozen om groepsgericht te werken waardoor leerlingen meer instructietijd wordt geboden.’ Bij elkaar houden Janneke legt uit dat op de Mytylschool volgens de principes van convergente differentiatie wordt gewerkt: ‘Bij dit principe wordt er vanuit gegaan dat de groep zo lang mogelijk bij elkaar wordt gehouden. Leerlingen krijgen hetzelfde aanbod in doelen en werken in hetzelfde tempo door de leerstof. De leerkracht differentieert binnen het groepsplan: deze differentiatie bestaat bijvoorbeeld uit intensiveren door te werken met het stapelen van zorgvuldig samengestelde arrangementen in de groeps plannen.’ ‘Elk arrangement verschilt wat betreft: leertijd, instructievaardigheden, begeleiding, leer Motivatie Volgens Inge is een groot voordeel van werken met leerlijnen dat je in een heel vroeg stadium kunt zien als een kind stagneert, zich niet ontwikkelt volgens de geplande leerroute. Inge: ‘Op onze school ontwikkelde een leerling zich op het gebied van lezen en spellen niet volgens verwachting. Bij nader onderzoek bleek dat hij sommige letters niet beheerste, terwijl de klas al in woorden en zinnen las. Hij maakte bepaalde klank-tekenkoppelingen niet en had in korte tijd al zo veel faalervaringen opgedaan dat hij de moed had opgeven, “Laat maar”. Wij hebben de problemen bij het leren geana lyseerd - en niet zijn houding - en zijn daar gericht op individueel niveau mee aan de slag gegaan. Een gesprek met de leerling zelf, waarin we samen doelen stellen en vertrouwen uit spreken (“jij kan dit!”), is hierbij erg belangrijk. Al spoedig werden de nodige stappen gemaakt snel kon hij weer stappen vooruit maken en daardoor raakte hij weer gemotiveerd. Erg mooi om te zien dat hij nu weer zelfvertrouwen uitstraalt, plezier heeft in lezen en de gestelde doelen behaalt. Gebeurt zo’n interventie niet op tijd en doet het kind te veel faalervaringen op, dan raakt het zijn motivatie kwijt en beïn vloedt dit zijn werkhouding, gedrag en presta ties op negatieve wijze. Het risico is groot dat je je hier dan te eenzijdig op gaat focussen en ervan uitgaat dat de leerling het niet kan. De hoge verwachtingen, analyse en probleem oplossing bij dit kind, hebben niet alleen hem zelf, maar ook zijn juf en het team trots gemaakt!’ Onderwijs en welbevinden Inge: ‘ Eerder waren we in het speciaal onderwijs geneigd eerst aan het welbevinden te werken -de leerling moest “beter” in zijn vel zitten- , en daarna pas aan onderwijsdoelen. Ik denk dat didactiek en welbevinden elkaar wederzijds beïnvloeden. Het heeft tijd nodig om te ervaren dat er een sterke wisselwerking is. Deze specifieke ervaring met dit kind, leert niet alleen de leerling, maar ook de juf en het team dat je als persoon groeit van het behalen van gestelde leerdoelen, niet alleen in je didactische ontwikkeling, maar juist ook in je welbevinden. Zulke ervaringen heb je nodig in een tijd van vele onderwijsontwikkelingen, die van de docen ten een stevige inzet vragen. Onderwijs lijkt soms wel topsport!’ 7 Het jaar 2013 in cijfers Sinds twee jaar is Richard Raijmakers (21) via de Ergon gedetacheerd bij Lunetzorg. Hij onderhoudt samen met twee collega’s de parkachtige tuinen van woonpark Eckertdal waar zo’n 340 cliënten van Lunetzorg wonen. Hij heeft het goed voor elkaar. Sinds enkele maanden woont Richard, na een periode in een trainingshuis voor zelfstandig wonen te hebben verbleven, zelfstandig met begeleiding ‘op afstand’. Zijn huis is van alle gemakken voorzien, gezellig ingericht en hij voelt zich er thuis. Balans in duizenden euro’s Persoonlijke aandacht cruciaal bij uitstroomprofiel arbeid Richard heeft het op Eckertdal naar zijn zin, ondanks dat dit werk niet zijn eerste keuze was: ‘De school heeft er echt alles aan gedaan, maar het zat er voor mij nog even niet in om in de vrijetijdsindustrie te gaan werken; dat heeft echt mijn voorkeur. Ik ben een doorzetter, dus dat lukt me nog wel een keer.‘ Goede school Toen Richard 11 jaar oud was, verhuisde hij met zijn familie naar Eindhoven en kwam hij terecht op de MBS Eindhoven. Hij heeft ADHD en een leerachterstand. ‘Je gaat natuurlijk niet zomaar naar een school als de MBS, maar als het zo moet zijn, dan is het een goede school’, denkt hij hardop. Interesse Klassenassistent Cora van Hoof is vanaf zijn 15e betrokken bij de schoolcarrière van Richard. ‘Toen ik als vervangster in de klas kwam waar hij zat, ging alles nog goed, maar een jaar later maakte hij een moeilijke periode door in verband met zijn thuissituatie. Toen wij met Richard gingen bekijken waar zijn interesse op werkgebied lag, waren we er snel uit. Richard was al vrijwilliger op het zeven voetbalvelden grote speelpark de Splinter en helemaal idolaat van dat werk. Samen met stagebegeleider Kees van Sambeeck hebben we er alles aan gedaan om hem daar “echt” te gaan laten werken. Alles en iedereen gebeld en ingeschakeld om te kijken of Richard in zo iets dergelijks betaald en met begeleiding aan de slag kon gaan. Kees had een constructie bedacht dat hij via de Ergon in de zomer buiten bij de Splinter zou kunnen werken en ’s winters bij het overdekte 123 Speelparadijs. Maar dit is helaas niet gelukt.’ Richard: ‘ Ik houd het er op dat ze niet willen betalen voor iets dat ze ook gratis kunnen krijgen’. Cora: ‘Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat je geen diploma hebt.’ Richard: ‘Dat is ook waar.’ Facebook Het interview wordt onderbroken omdat Cora en Richard even wat nieuwtjes moeten uitwisselen over oud-leerlingen van de MBS. Cora: ‘De oud-leerlingen houden contact via Facebook, dat een belangrijk medium voor hen is. Allereerst hebben de meesten leerlingen lang op de MBS gezeten, sommigen al vanaf hun 6e tot hun 20e jaar. En de meesten hebben geen groot sociaal leven en op deze manier hebben ze toch mooi contact met elkaar en leeftijdsgenoten.’ Wel en wee Cora is overduidelijk erg betrokken bij het wel en wee van haar leerlingen: Dat klopt. Deze leerlingen hebben deze betrokken aandacht ------------------------------------------------------------------------- Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Effecten Liquide middelen Richard heeft het naar zijn zin op zijn werkplek, maar hij heeft het eerder gezegd: hij gaat voor een baan in de vrijetijdsindustrie. Over een tijdje heeft hij, na hard doorzetten, zijn rijbewijs en dan ligt de wereld helemaal aan zijn voeten… Totaal activa Met de invoering van de Kwaliteits wet in 2013, wordt de focus op de uitstroom van leerlingen in het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs versterkt. Begeleide arbeid is, naast dag besteding, een typisch uitstroom profiel in het VSO. De MBS werkt via een op de leerling afgestemde leerroute met bijbehorend arrangement naar een passend uitstroomniveau. In het onderwijs van de MBS is niet alleen plaats voor de leervakken, maar wordt daarnaast veel aandacht besteed aan communicatie, gedrag en sociale vaardigheden. Onontbeerlijk op ‘de route naar een vorm van arbeid’, is de persoonlijke begeleiding en aandacht van docenten en andere medewerkers van de school. 8 2.266 1.938 0 0 0 2.030 2.584 8.616 -------------- 8.018 -------------- 0 -------------------------------------------------------------------------- Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden 31-12-2013 31-12-2012 8.211 7.928 937 964 0 0 3.764 -------------- 3.648 -------------- 0 12.912 12.540 -------------- -------------- Baten -------------- -------------- Totaal passiva 12.912 12.540 -------------- -------------- --------------------------- Realisatie 2013 Begroting 2013 Realisatie 2012 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Rijksbijdragen OCenW 29.511 28.217 29.266 958 -------------- 623 -------------- 958 -------------- Totaal baten --------------------------- Overige overheidsbijdragen Overige baten Uitstroomgegevens SSOE (schooljaar 2012-2013) Uitstroom SO ------------------------------------------------------------------------Regulier basisonderwijs 6 Speciaal basisonderwijs 22 VSO VMBO (BBL / KBL) 8 VSO VMBO (GL / TL) Praktijkonderwijs VMBO (BBL /KBL zonder LWOO) 15 Onderwijs in het buitenland (emigratie) 1 HAVO Overleden VSO arbeid/praktijkgericht onderwijs 13 Praktijkonderwijs 3 3 VMBO (GL / TL zonder LWOO) -------------- 147 Totaal VSO 1.583 1.351 1.455 1 519 1.845 -------------- 1.794 -------------- 30.378 29.366 210 - 407 354 95 -------------- 282 -312 -------------- Aantal medewerkers 101 65 MBS 11 1 5 11 Stafbureau 1 Mytylschool Externe Dienst ICT 6 4 1 1 11 19 8 8 2 10 4 12 8 4 1 3 (OP = onderwijzend personeel 1 6 1 1 Aantal leerlingen in ambulante begeleiding School De Taalbrug Ekkersbeek De Beemden Schooljaar 2012-2013 177 198 19 De Horst 259 274 Mgr. Bekkersschool 75 61 Totaal 216 -------------- 744 1 11 219 -------------- 771 2011 45-54 jaar 175 119 55-64 jaar 140 OOP = onderwijsondersteunend personeel, exclusief -------------- Totaal directies) 582 Verhouding per leeftijdscategorie 7,90% 6,60% School De Taalbrug Ekkersbeek De Beemden De Horst Mytylschool Mgr. Bekkersschool Exclusief zwangerschap 133 Aantal leerlingen per school 2013 8,0% (gemiddelde over 2013) 2012 15 25-34 jaar 35-44 jaar 1 Ziekte verzuim Schooljaar 2011-2012 17 17 totaal 15-24 jaar Verhouding man/vrouw: 111 / 471 (totaal 582) 7 2 Leeftijdscategorie 303 / 249 (totaal 552) 1 6 6 -------------- -------------- Overzicht mede werkers op leeftijds categorie per 31-12-2013 Verhouding OP/OOP: opleiding cursus workshop training congres 12 449 -------------- -------------- 1 Aantal teamgerichte trajecten 2013 66 95 -------------- 3 Scholing (in- en extern) medewerkers 2013 9 29.993 -------------- -------------- Aantal medewerkers In dienst op 31 december 2012: De Taalbrug 1.841 -------------- -------------- -------------- per 31-12-2013 Aantal individuele trajecten 2013 opleiding cursus workshop training congres 451 -------------- -------------- -------------- -------------- Zorg/behandeling zonder onderwijs Onbekend Financiële baten en lasten 26.246 Netto resultaat 2 30.347 --------------------------- 25.702 16 Niet bekostigd onderwijs 28.959 --------------------------- 507 25 123 26.443 2 MBO niveau 1 en 2 MBO niveau 3 en 4 30.588 72 -------------- Overleden Totaal SO Saldo baten en lasten 1 HAVO 1 Totaal lasten 4 VSO dagbesteding 1 Overige instellingslasten 8 VSO VMBO (BBL / KBL) 2 Huisvestingslasten 3 Reguliere arbeidsplaats 7 VMBO (BBL / KBL met LWOO) Afschrijvingen 8 Buitenland 53 119 Lasten Personele lasten 6 Soc. Werk voorziening 119 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 2 Arbeidsmatige dagbesteding 27 VSO dagbesteding Uitstroom VSO ------------------------------------------------------------------------Activiteitengerichte dagbesteding 4 Speciaal onderwijs cluster 1 t/m 4 Mytylschool Richard Raijmakers op Eckertdal 31-12-2012 Exploitatierekening in duizenden euro’s VSO arbeid / praktijkgericht onderwijs Leerroute: begeleide arbeid 31-12-2013 0 Voorraden en zeer persoonlijke begeleiding nodig. Ik geef een leerling nooit op. Ik zie altijd kansen!.’ Dan komt Richard met een voorbeeld dat illustreert hoe ver die betrokkenheid en begeleiding van docenten soms kan gaan: ‘Toen ik bij Ergon de opleiding “Op weg naar werk” ging doen, had ik even daarvoor mijn enkel gebroken. Ik dacht wel met de bus te kunnen gaan die pal voor de ingang van Ergon een halte heeft. Toen ik er op de eerste dag naar toe ging, werd er voor de Ergon aan de weg gewerkt en moest ik bij een halte verder weg uitstappen. Toen ik meneer Kees belde, kwam hij er direct aan in zijn auto en heeft mij bij de Ergon afgezet.’ Vrijetijdsindustrie Passiva Activa Totaal Schooljaar 2011-2012 Schooljaar 2012-2013 314 327 356 333 298 172 207 -------------- 1347 321 184 212 -------------- 1377 9 Praktijklessen Voor de opleiding Bouw en Installatie volgen de leerlingen van Taalbrug Ekkersbeek de praktijk vakken bij het Vakcollege Eindhoven. De docenten van het vakcollege verzorgen de praktijklessen. De praktijklessen van alle andere richtingen worden door docenten van Taalbrug Ekkersbeek gewoon op de eigen school verzorgd. Bart Coppens: ‘Onze docenten en de docenten van de symbiose-scholen voeren intensief overleg in verband met het Programma van Toetsing en Afsluiting.’ Voor mbo volledig diploma nodig Een praktijkles wassen en strijken Symbiose-onderwijs: Speciaal onderwijs met een regulier diploma Leerlingen van Taalbrug VSO Ekkersbeek zijn aan het werk tijdens een praktijkles voor de opleiding Zorg en Welzijn. De praktijklessen zijn gericht op onder andere: koken , baby-verzorging, bejaardenhulp en vandaag staat wassen en strijken op het programma. Leerlingen van Taalbrug VSO Ekkersbeek worden binnen zoge naamd ‘symbiose-onderwijs’ opgeleid voor een regulier vmbo-diploma. In 2103 hebben 43 leerlingen van Taalbrug VSO Ekkersbeek een vmbo-basis of kaderdiploma van Vakcollege Eindhoven behaald. Dit in één van de richtingen: Handel en Administratie, Zorg en Welzijn, ICT, Installatietechniek en Bouw techniek. Zeven leerlingen haalden een vmbo-t diploma van Aloysius de Roosten. In de toekomst gaat de Taalbrug ook samen werken met de Rooi Pannen, zodat leerlingen een horecadiploma kunnen halen. De Taalbrug wil de komende jaren het aanbod van sectoren uitbreiden om het aanbod voor de leerlingen verder te verbreden en doorstroming naar regu lier onderwijs te stimuleren. Taalbrug Ekkersbeek werkt al bijna 30 jaar samen met reguliere scholen om haar leerlingen een diploma te kunnen laten halen. Teamleider Wim van der Meulen: ‘Het vmbo-diploma wordt belangrijker om tot het mbo toegelaten te worden. Een volledig diploma is nodig en het zal niet meer zo zijn dat je met certificaten een toelatingsexamen mag doen. Wij zijn overigens altijd al voor een volledig diploma gegaan. Als dat er niet in zit adviseren wij ouders en leerlingen een leerwerktraject via het Arbeids Transitie Centrum (ATC) van SSOE.’ Van drie naar twee jaar De bovenbouw van VSO Taalbrug Ekkersbeek beslaat op dit moment nog drie jaar. Vanaf schooljaar 2014-2015 gaat dat veranderen en worden het er twee, net als in het regulier onderwijs. Wim van der Meulen: ‘De leerlingen kunnen dan een intensief arrangement volledig hier op school volgen, met afhankelijk van de soort opleiding, ook de praktijklessen hier. Ook is een medium arrangement op het regulier onderwijs mogelijk. Dit betreft leerlingen die hier op het SO hebben gezeten en nu met begeleiding naar het regulier vervolgonderwijs zijn doorgestroomd. Het lichte arrangement is voor cluster 2 leerlingen in het reguliere onder wijs met ambulante begeleiding.’ De SSOE scholen Omschrijving Locatie -------------------------------------- ---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor zeer moeilijk lerenden. Gespecialiseerde expertise voor kinderen die naast een verstandelijke beperking een autisme spectrum stoornis (ASS) hebben. ---------------------------------------------------------Eindhoven - Jacob Oppenheimstraat 1 040 251 58 59 - [email protected] -------------------------------------- Mytylschool Eindhoven -------------------------------------- Taalbrug - de Horst -------------------------------------- ---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor kinderen en jeugdigen (3-20 jaar) die hoor-, en/of spraak- en taal problemen hebben. Het gaat om kinderen met een zogenoemde ‘meervoudige problematiek’ die een specialistische benadering nodig hebben. -------------------------------------- ---------------------------------------------------------------------------------VSO, ook voor jeugdigen met autisme. Onderwijs wordt zoveel mogelijk afgestemd op het individuele niveau en is erop gericht leerlingen een VMBO diploma te laten halen. ---------------------------------------------------------------------------------De dienst verzorgt ambulante begeleiding en preventieve ambulante begeleiding aan leerlingen in het regulier onderwijs. Ook biedt de dienst workshops, trainingen en cursussen aan. ---------------------------------------------------------------------------------- Taalbrug - de Beemden Taalbrug - VSO Ekkersbeek -------------------------------------- Externe Dienstverlening -------------------------------------- 10 ---------------------------------------------------------------------------------SO en VSO voor kinderen en jeugdigen met een lichamelijke of meervoudige beperking. I.s.m. Blixembosch: expertisecentrum voor onderwijs, motoriek en zorg op maat. ---------------------------------------------------------------------------------Speciaal onderwijs voor kinderen met hoor-, spraak- en/of taalproblemen. De Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven (SSOE) bestaat uit vijf scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. De stichting verzorgt gespecialiseerd onderwijs aan 1380 kinderen en jongeren van 3 tot 20 jaar met ernstige beperkingen en complexe hulpvragen. Daarnaast biedt SSOE een breed pakket aan externe dienstverle ning. Ze begeleidt onder andere 770 leerlingen met een cluster 2- of cluster 3-indicatie in het reguliere onderwijs. Ook worden informatiebijeenkomsten, workshops en trainingen verzorgd in reguliere scholen en collega-instellingen. Bij SSOE werken ruim 550 specialisten die zich in hun werk onderscheiden door betrokkenheid en toewijding. Passend Onderwijs SSOE wil een onmisbare partner zijn binnen Passend Onderwijs. In samenwerking met zorginstellingen wil ze het regulier onderwijs een oplossing bieden voor leerlingen met een speciale hulp vraag. SSOE in de regio SSOE is actief in de regio ZuidoostBrabant. Haar cluster 2 scholen zijn daarnaast ook actief in Noorden Midden Limburg en in de Meierij. ---------------------------------------------------SSOE Weegschaalstraat 3 5632 CW Eindhoven T: 040-2163850, F: 040-2163849 E: [email protected] www.SSOE.nl De adressen van de scholen vindt u in het schema hiernaast. ---------------------------------------------------- School MBS (Mgr. Bekkersschool) SSOE: partner(s) in speciaal Mgr. Witloxweg 14 - 040 246 29 71 ---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 4 040 241 81 81 - [email protected] ---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 3 040 290 23 45 - [email protected] Taalbrug Venlo - Vijverhofstraat 4 077-3998820 - [email protected] ---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 1 - 040 290 23 45 Leuvenlaan 23 - 040 2425728 [email protected] Taalbrug Venlo - Vijverhofstraat 4 077-3998820 - [email protected] ---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 5 - 040 290 23 45 [email protected] ---------------------------------------------------------Eindhoven - Toledolaan 4 040 290 2385 [email protected] ---------------------------------------------------------- Colofon Redactie en samenstelling Barbara Kwaks Eindredactie Addie Smolders en Christel Krijnen Ontwerp en vormgeving Volle-Kracht Eindhoven Fotografie Bart van Overbeek, Rob Stork (RvT) SSOE ontvangt ESF-subsidie t.b.v. arbeidstoeleiding www.ssoe.nl