BTW GHOR - Veiligheidsregio Brabant

Download Report

Transcript BTW GHOR - Veiligheidsregio Brabant

Voorstel
AGP 5
Aan : Dagelijks Bestuur
Steller : Ronny van Gerven
Datum : 9 april 2014
Bijlagen : 2
Onderwerp : BTW GHOR
Algemene toelichting
De Veiligheidsregio Brabant-Noord (hierna: de Veiligheidsregio) is verantwoordelijk voor de
organisatie van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (hierna: GHOR). De
Veiligheidsregio heeft er voor gekozen dit GHOR-dienstbetoon “in te kopen” bij de GGD Hart voor
Brabant (hierna: GGD).
Voor de uitvoering van de GHOR-taken ontvangt de Veiligheidsregio een vergoeding. Deze
vergoeding wordt doorbetaald aan de GGD. Dit is in beginsel een BTW-belaste prestatie.
Tot nu toe heeft de Belastingdienst goedgekeurd dat de GHOR en de GGD als één entiteit worden
behandeld. Op basis van deze goedkeuring blijven prestaties en kostendoorbelastingen tussen de
GGD (GHOR) en de Veiligheidsregio op dit moment buiten de heffing van BTW. Deze
goedkeuring heeft de Belastingdienst meermaals verlengd.
Op 22 januari 2013 heeft de Belastingdienst deze goedkeuring verlengd tot 1 januari 2014. Hierbij
heeft de Belastingdienst echter aangegeven, dat de goedkeuring na laatstgenoemde datum niet
meer zal worden verlengd. Dit houdt in dat de uitleen van de GHOR-medewerkers door de GGD
aan de Veiligheidsregio vanaf dat moment in beginsel in de heffing wordt betrokken.
Aangezien de Veiligheidsregio deze BTW niet in aftrek kan brengen, vormt dit een extra
kostenpost voor de Veiligheidsregio. Hiermee is een bedrag van circa € 250.000 - € 400.000 per
jaar gemoeid.
Om de BTW-heffing op GHOR-taken ook ná 1 januari 2014 te voorkomen of in ieder geval te
beperken, heeft Deloitte een aantal mogelijke oplossingen in kaart gebracht. Na overleg tussen de
betrokken partijen is besloten om in eerste instantie de meest praktische oplossing aan de
Belastingdienst voor te leggen; de zogenaamde ‘entiteitsgedachte’. Daarom heeft Deloitte de
Belastingdienst per brief van 28 juni 2013 verzocht op basis van de entiteitsgedachte alsnog de
bestaande goedkeuring te verlengen.
In haar brief van 23 juli 2013 heeft de Belastingdienst op onze brief gereageerd. De
Belastingdienst gaat niet akkoord met de daar in door ons voorgestelde oplossing.
Pagina 1 van 3
In de Veiligheidsdirectie d.d. 30 september is daarom het besluit genomen voor de tweede
mogelijke optie te gaan: het leerstuk kosten voor gemene rekening.
Op 22 oktober is het gesprek met de Belastingdienst geweest waarbij mondeling akkoord is
gegeven op de concept overeenkomst gebaseerd op dit leerstuk. Op 31 oktober is de
bevestigingsbrief van de Belastingdienst ontvangen. Met deze bevestiging is de BTW kwestie
opgelost, mits uiteraard dienovereenkomstig deze overeenkomst wordt gehandeld.
Bijgevoegd zijn de bevestigingsbrief van de Belastingdienst en de conceptovereenkomst kosten
voor gemene rekening.
Financiële gevolgen kosten voor gemene rekening voor gemeenten in de VR
Hieronder is voor de begroting van de GHOR in 2014 in beeld gebracht hoe de kosten tussen de
GGD (5,1%) en de Veiligheidsregio voor het onderdeel GHOR (94,9%) worden verdeeld.
Bij het jaarlijks vaststellen van de begroting van de GHOR moeten de rijksbijdrage (de BDUR) en
gemeentelijke bijdrage bij elkaar op worden geteld, deze samen bepalen 94,9% van de GHOR
kosten (100%). Daarnaast maakt de GGD 5,1% van de kosten. De beschikbare begroting van de
GHOR zijn dan deze GHOR kosten verhoogd met de overige baten. Om aan de voorwaarden van
kosten voor gemene rekening te voldoen zullen de overige baten vanaf 2014 moeten verdwijnen
uit de begroting van de GHOR*.
Het leerstuk kosten voor gemene rekening zorgt ervoor dat de GGD géén BTW over de geleverde
diensten aan de Veiligheidsregio in rekening hoeft te brengen. De verdeelsleutel kan gedurende
de samenwerkingsperiode niet worden aangepast, behoudens strikte uitzonderingen. Hierdoor
heeft de vaststelling van de gemeentelijke bijdrage en/of de rijksbijdrage direct gevolgen voor de
bijdrage van de GGD en visa versa. Verder heeft het uitbreiden of inkrimpen van taken van de
GHOR financiële gevolgen voor zowel Veiligheidsregio als GGD, dit zal continu in acht worden
genomen.
De begroting van de GHOR bedraagt in 2014:
Hiervan worden de overige baten afgetrokken*:
Resteert aan GHOR-kosten:
Kosten Veiligheidsregio (bekostigd uit rijksbijdrage (BDUR)):
Kosten Veiligheidsregio (bekostigd uit gemeentelijke bijdrage):
Kosten GGD:
€ 2.596.708
€ 45.484* -/€ 2.551.224
€ 1.245.212
€ 1.175.400
€ 130.612
€ 2.551.224
100,0%
€ 2.420.612
€ 130.612
94,9%
5,1%
*Een van de voorwaarden van de constructie kosten voor gemene rekening is namelijk dat de
GHOR geen vergoedingen mag ontvangen voor prestaties die de GHOR heeft verricht voor
derden. Op dit moment hebben de overige baten van de GHOR betrekking op de applicatie
Crisisonline (uitvoering IBS). In 2014 zullen deze baten uit de begroting van de GHOR moeten
verdwijnen om te voldoen aan de vereisten van de Belastingdienst.
Besluitvorming
Gelet op artikel 2 onder a van het Delegatiebesluit Algemeen Bestuur Veiligheidsregio BrabantNoord is het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord bevoegd tot het verrichten
van privaatrechtelijke rechtshandelingen, zijnde het besluiten tot het aangaan van de voorgestelde
overeenkomst met de GGD Hart voor Brabant.
Na besluitvorming door het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord zal de
overeenkomst ter vaststelling aan het bestuur van de GGD Hart voor Brabant worden voorgelegd.
Procesgang
Processtap
Datum
Aan Veiligheidsdirectie ter advisering
Dagelijks Bestuur ter besluitvorming
Algemeen Bestuur ter informatie
11-11-2013
04-12-2013
09-04-2014
Voorstel
Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld kennis te nemen van het besluiten van het Dagelijks
Bestuur om de Overeenkomst kosten voor gemene rekening tussen Veiligheidsregio Brabant
Noord en GGD Hart voor Brabant aan te gaan.
Akkoord
Secretaris:
Ja
Nee
Afwijkend besluit
Paraaf: ……………
Bijlage(s)
-
Bevestigingsbrief Belastingdienst
Conceptovereenkomst kosten voor gemene rekening
Selastingdienst
Qi9VANGEN
‘31 OKT 2013
Kantoor Eindhoven
‘
AGP 5, ABVRBN 20140409,
bijlage 1
Q!tte BstRgadvIseurs B.V.
>
Postbus 90056
Telefoon 0800
Telefax
5600 PJ EINDHOVEN
-
0543
Afdeling GO
Doorkiesnummer (040) 292 12 81
Deloitte Belastingadviseurs B.V.
t.a.v. dhr. H.E. Willemsen en mw. mr.
J.H.M. van Ooljen
Postbus 376
5600AJ EINDHOVEN
Datum
24 oktober 2013
Uw kenmerk
3112865722\2013_002
Kenmerk
0054.93.559
Betreft
Btw-aspecten samenwerking GGD Hart voor Brabant en Veihgheidsregio Brabant-Noord op het gebied
van uitvoering GHOR-taken (vervoig)
Geachte heer Willemsen, geachte mevrouw Van Ooijen
Op 18 oktober 2013 ontving ik van u een brief waarin u nader ingaat op de gevolgen voor de
omzetbelastingheffing van de samenwerking tussen GGD Hart voor Brabant (hierna: de GGD) en de
Veiligheidsregio Brabant-Noord (hierna: de VR) op het gebied van de Geneeskundige
Hulpverleningsorganisatie in de Regio (hierna: GHOR). Uw brief vormt het vervoig op het door mij bij
brief van 23 juN 2013 ingenomen standpunt, dat toepassing van het leerstuk van de besloten kring ten
aanzien van die samenwerking geen toepassing kan vinden. Tussen de GGD en de VR wordt flu een
kostendelingsovereenkomst gesloten, waarvan een voorbeeld bij uw laatste brief is bijgevoegd. U neemt
het standpunt in dat de geldstromen tussen partijen, b het handelen conform deze overeenkomst,
slechts de verdeling vormen van voor gemeenschappelijke rekening gemaakte kosten en daarom niet de
vergoeding vormen voor enige door de ene jegens de andere partij verrichte prestatie (hierna:
toepassing leerstuk kosten voor gemene rekening). Op 22 oktober 2013 hebben wij samen met
medewerkers van de GGD over dit nieuwe standpunt gesproken.
Feiten
Voor de reeds vaststaande feiten verwijs ik naar de beschrijving in mijn brief van 23 juN 2013. Voorts zijn
op basis van uw laatste brief en op basis van onze bespreking de volgende feiten gebleken.
-
-
-
-
De GHOR is van oudsher een taak van de GGD. Alle werkzaamheden in dit kader, ôôk de taken
die nu wettelijk gezien bij de VR liggen, worden op dit moment nog door de GGD vervuld. De
financiering van deze taken (subsidie) komt bij de VR binnen, terwiji de GGD daarvoor de kosten
maakt. Daardoor is een geldstroom van de VR naar de GGD onvermijdelijk.
Hoew& de GHOR-taken wettelijk gezien over verschillende partijen verdeeld zijn, vereist een
effectieve uitvoering van die taken nauwe samenwerking tussen alle partijen in de
hulpverleningsketen.
De GHOR heeft een eigen begroting en een eigen jaarrekening met een afzonderlijke
accountantsverklaring. De GGD en de VR moeten zowel de begroting als de jaarrekening van de
GHOR goedkeuren. In artikel I Nd 4 van de kostendelingsovereenkomst is voorts een
verplichting tot rechtstreekse betrokkenheid van zowel de GGD en de VR bij de te delen kosten
opgenomen.
De kosten worden verdeeld in de verhouding 5,1% (GGD) 94,9% (VR). Deze verhouding is
gebaseerd op de tijdsbesteding, die binnen de formele personeelsfunctieverdeling is vastgesteld
voor structurele werkzaamheden in het kader van de VRIGHOR-taken en de GGD/GHOR-taken.
De verdeelsleutel geldt voor het totaal aan gedeelde kosten, dus zowel personeelskosten als
overheadkosten.
—
Bezoekadres
In uw antwoord datum en kenmerk van deze brief vermelden
Karel de Grotelaan 4
EINDHOVEN
Belastingdienst
Kenmerk
2
Kosten voor gemene rekening
Van kosten voor gemene rekening is sprake indien de betreffende kosten ten behoeve van meerdere
ondernemers worden gemaakt, door één van die ondernemers (de penvoerder) worden betaald en
vervolgens door die penvoerder voor het werkelijke bedrag volgens een vaste, van tevoren bepaalde
verdeelsleutel over de overige ondernemers wordt omgeslagen, waarbij het risico van die kosten alien
voigens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat. Het kan gaan om zowel interne kosten (zoals
personeelskosten) als kosten die in rekening gebracht worden door derden. Om het leerstuk toe te
kunnen passen moeten alle deelnemende partijen (inclusief de penvoerder) een deel van de kosten
dragen en moet de overeengekomen verdeelsleutel bovendien het aandeel van iedere partij in de
verworven prestaties weerspiegelen.
Bij het handelen conform de door u voorgelegde kostendelingsovereenkomst wordt in leder geval aan de
volgende criteria voldaan:
De GGD en VR zijn rechtstreeks betrokken bij de te maken kosten.
Er is sprake van een verdeelsleutel die is vastgesteld vôôr aanvang van de kostendeling per I
januari 2014.
De kosten worden in eerste instantie door één van de partijen (de GGD) betaald.
De kosten worden voor het werkelijk bedrag omgeslagen.
De met de relevante kosten samenhangende risico’s worden in agemene zin conform de
vastgestelde verdeeisleutel gecleeld.
-
-
-
-
-
Tijdens onze bespreking zijn wij specifiek ingegaan op de voorwaarde, dat de overeengekomen
verdeeisleutel het aandeel van de deelnemende partijen in de verworven prestaties moet weerspiegelen
(de weerspiegelingsvoorwaarde). Nu toepassing van kosten voor gemene rekening tevens vereist dat de
verdeeisleutel tussen partijen vooraf wordt vastgesteld en achteraf niet wordt aangepast, zou strikte
toetsing van de weerspiegeiingsvoorwaarde toepasbaarheid van het leerstuk onmogelijk maken.
De berekeningsmethode ais in deze brief beschreven onder “Feiten” is door u uitvoerig toegeiicht. Gelet
op de concrete omstandigheden in deze kwestie meen 1k dat de verdeelsieutel een vodoende reële
benadering vormt van de mate waarin de GGD en de VR van de onderliggende arbeidsprestaties van het
betrokken personeel gebruik maken. Voorts acht ik de aanname, dat het werkelijk gebruik van de
overhead qua verhouding de verdeling van de personeelskosten volgt, met het oog op de aard van de
GHOR-taken niet onaannemelijk.
Conclusie
Bij het handelen conform de voorgelegde kostendelingsovereenkomst, met inachtneming van het
daaraan ten grondsiag liggende feitencomplex als door u uiteengezet in onze bespreking van 22 oktober
2013, is ten aanzien van de geldstromen die op grond van die overeenkomst tussen de GGD en de VR
plaatsvinden sprake van toepassing van het leerstuk kosten voor gemene rekening. Deze geldstromen
vormen dientengevolge niet de vergoeding voor enige door de ene jegens de andere partij verrichte
prestatie.
Mocht u nog vragen hebben naar aanleiding van deze brief, dan kunt u contact opnemen met de heer B.
Willemsen op telefoonnummer (040) 292 1281.
/-
7
/
mr. M. Smits
B&astir
.B Willemsen LL M
Eindhoven
AGP 5, ABVRBN 20140409, bijlage 2
Overeenkomst kosten voor gemene rekening voor de GHOR
De Ondergetekenden:
1. Gemeenschappelijke Regeling GGD Hart voor Brabant, gevestigd te ’sHertogenbosch, hierna te noemen: de GGD, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd
door de heer mr. W.A.G. Hillenaar, voorzitter;
en
2. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord, gevestigd te ’sHertogenbosch, hierna te noemen: de Veiligheidsregio, te dezen rechtsgeldig
vertegenwoordigd door de heer mr. dr. A.G.J.M. Rombouts, voorzitter;
GGD en Veiligheidsregio hierna gezamenlijk te noemen: Partijen;
In aanmerking nemende dat:
De Veiligheidsregio sinds de invoering van de Wet veiligheidsregio’s op 1 januari
2010 verantwoordelijk is voor de uitvoering van het ‘Programma GHOR’
(Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio).
De GHOR verantwoordelijk is voor de regie en advisering van de geneeskundige
keten bij rampen en crises.
De GGD zijn reguliere taken vervult op het vlak van de publieke gezondheid,
daarnaast de verantwoordelijkheid heeft om voorbereid te zijn op rampen en crises en
daartoe over een eigen GGD-Rampenopvangplan (GROP) beschikt.
De GGD onder rampomstandigheden verantwoordelijk is voor
infectieziektebestrijding, medische milieukunde, psychosociale hulpverlening en
gezondheidsonderzoek na rampen.
Deze verantwoordelijkheden onder rampomstandigheden naadloos dienen aan te
sluiten bij de opschalingsstructuur van de Veiligheidsregio, zoals vastgelegd in het
Regionaal Crisisplan.
De Directeur Publieke Gezondheid (DPG) aan het hoofd staat van zowel de GGD als
de GHOR.
De DPG onder andere als taak heeft de opgeschaalde publieke gezondheidszorg met
het veiligheidsdomein te verbinden.
De GHOR, de GGD en de Veiligheidsregio gezamenlijk de taak hebben om de
verbinding te leggen tussen de opgeschaalde Publieke Veiligheid en opgeschaalde
Publieke Gezondheid.
Partijen, teneinde uitvoering te kunnen geven aan hun samenwerking en daarmee aan
de uitvoering van de GHOR-taken, gezamenlijke kosten en lasten hebben;
Partijen opteren voor onderhavige samenwerkings- en kostenverdelingsovereenkomst,
waarbij partijen vooraf een kostenverdeelsleutel hebben vastgesteld ten aanzien van
de gezamenlijk door partijen in het kader van hun samenwerking te maken kosten en
lasten.
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1
1. Partijen geven voor gemeenschappelijke rekening uitvoering aan een afdeling, die
zich bezig houdt met de uitvoering van de taken die voortvloeien uit de GHOR.
2. Partijen blijven als zelfstandige rechtspersonen en organisaties bestaan. Partijen zullen
hun opdrachtgevers op adequate wijze over de aard en wijze van samenwerking
informeren.
3. De GGD en de Veiligheidsregio zullen de werkelijke kosten in verband met de
GHOR voor gemeenschappelijke rekening nemen. Deze werkelijke kosten betreffen:
Personeelskosten, inclusief de kosten van ziekte, arbeidsongeschiktheid en
ontslag; en
De toerekenbare overheadkosten en overige kosten.
4. Partijen zullen rechtstreeks betrokken zijn bij alle kosten die voor gemeenschappelijke
rekening genomen worden.
5. De in dit artikel bedoelde lasten en kosten worden geadministreerd door de GGD
(penvoerder). De daaruit volgende administratie dient te allen tijde aan partijen het
vereiste inzicht omtrent de stand van zaken te verschaffen. Alle kosten die worden
gemaakt, zullen in eerste instantie door de GGD worden betaald en voor het werkelijk
bedrag over de partijen worden verdeeld volgens de overeengekomen
kostenverdeelsleutel.
Artikel 2
1. Deze overeenkomst wordt, onverminderd hetgeen bepaald in artikel 6 van deze
overeenkomst, aangegaan voor onbepaalde tijd, aanvangende op 1 januari 2014.
2. Partijen kunnen, onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 6 van deze overeenkomst,
niet eenzijdig tussentijds beëindigen.
3. Deze overeenkomst kan door een gezamenlijk besluit van de partijen worden
gewijzigd of worden vervangen door een nieuwe overeenkomst ingeval van inbreng
en productafname van een nieuwe partij.
Artikel 3
1. Alle kosten ter zake zullen tussen partijen verdeeld worden op basis van de volgende
verdeelsleutel:
Veiligheidsregio:
94,9% van de in artikel 1, lid 3 benoemde kosten
GGD:
5,1 % van de in artikel 1, lid 3 benoemde kosten
Bovenstaande verdeling geeft een reëel beeld van de daadwerkelijk bij partijen
opkomende kosten.
2. Partijen hebben de kosten van de samenwerking verdeeld op basis van de hoeveelheid
fte’s die onder de verantwoordelijkheid van de respectievelijke partijen vallen.
3. Gelet op de in lid 1 van dit artikel genoemde kostenverdeelsleutel vindt nimmer
nacalculatie plaats op basis van werkelijke afname tussen partijen ter zake van de
gezamenlijk te verdelen kosten en lasten.
4. Partijen kunnen de in lid 1 vastgelegde kostenverdeelsleutel niet wijzigen, behoudens
bij het toetreden van nieuwe partijen tot de overeenkomst.
Artikel 4
1. De als gevolg van de in artikel 3 van deze overeenkomst genoemde
kostenverdeelsleutels, ontstane vorderingen welke partijen over en weer op elkaar
zullen verkrijgen, worden geboekt in rekening-courant.
2. Als gevolg van de in lid 1 van dit artikel bedoelde rekening-courant verhouding doen
partijen afstand van het recht om van iedere op deze overeenkomst betrekking
hebbende vordering afzonderlijk nakoming te vorderen. Slechts het jaarlijkse saldo
van alle tussen partijen te verrekenen vorderingen zal ieder jaar verschuldigd zijn.
3. De rekening-courant verhouding zal door partijen bij deze overeenkomst in hun
financiële administratie worden verantwoord. De administratie van de rekeningcourant zal worden bijgehouden door de GGD.
4. De verrekening in rekening-courant zal per kwartaal plaatsvinden, waarbij jaarlijks
door de registeraccountant van de GGD binnen 4 maanden na afloop van het
betreffende jaar een definitieve afsluiting van de rekening-courant verhouding tussen
partijen, voor partijen bindend wordt vastgesteld. Het uit de jaarlijkse afsluiting
blijkende debetsaldo zal door de betreffende debiteur binnen 30 dagen aan zijn
wederpartij worden betaald.
5. Indien een partij enig door haar krachtens deze overeenkomst verschuldigd bedrag
niet, dan wel niet tijdig voldoet, is zij in verzuim zonder dat een ingebrekestelling is
vereist en is zij aan de wederpartij gedurende de periode waarin zij in verzuim is, over
het achterstallige bedrag een direct opeisbare boete verschuldigd van 6 (zegge: zes)
procent op jaarbasis. De in dit lid bedoelde boete wordt berekend met ingang van de
vervaldatum tot de dag van volledige voldoening en dient met de voldoening van het
achterstallige bedrag te worden voldaan.
6. Vooruitlopend op de periodieke afsluiting per jaar en de daaruit voortvloeiende
betalingen aan en tussen partijen, storten partijen een nog nader te bepalen 3maandelijks voorschot op rekeningnummer [AUB rek.nr. invullen] van de [AUB
naam bank invullen], welk rekeningnummer zal worden geadministreerd en beheerd
door de GGD.
Artikel 5
1. Partijen zijn aansprakelijk voor het geheel van, alsmede de voldoening van alle kosten
en lasten betrekking hebbend op, en voortvloeiend uit, de in artikel 3 lid 1 genoemde
posten, naar rato van de in artikel 3 lid 1 van deze overeenkomst genoemde
kostenverdeelsleutels.
2. Bij beëindiging van de arbeidsrelatie tussen de formeel werkgever (de GGD of de
Veiligheidsregio) van de betrokken werknemer(s) en het personeel, zijn partijen
jegens de betrokken werknemer(s) volgens de in artikel 3 lid 1 van de overeenkomst
bedoelde kostenverdeelsleutels verantwoordelijk voor de financiële gevolgen van de
beëindiging van de arbeidsrelatie. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de
kosten van ziekte, ontslag of arbeidsongeschiktheid van een werknemer. Dit geldt ook
indien deze kosten opkomen na afloop van de samenwerking op basis van het leerstuk
kosten voor gemene rekening, maar wel in deze periode zijn ontstaan (na-ijleffect).
Artikel 6
Deze overeenkomst eindigt zonder dat een opzegging, ingebrekestelling of rechtelijke
tussenkomst nodig zal zijn:
a. in het geval van faillissement, eigen aangifte tot, een verzoek of vordering tot
faillietverklaring, aanbieding van akkoord aan schuldeisers buiten faillissement of
aanvraag tot het verkrijgen van surseance van betaling van één der partijen;
b. in het geval executoriaal beslag op activa van een partij wordt gelegd of een daarop
gelegd conservatoir beslag overgaat in een executoriaal beslag;
c. in het geval één der partijen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:314 BW een
juridische fusie aankondigt of in het geval een partij overeenkomstig het bepaalde in
artikel 2:334h BW een juridische splitsing aankondigt;
d. in het geval van verlies van rechtspersoonlijkheid, ontbinding, liquidatie of feitelijke
liquidatie van één der partijen.
Artikel 7
Het is geen der partijen toegestaan om de rechten en verplichtingen die (op enigerlei wijze)
uit onderhavige overeenkomst voortvloeien over te dragen aan derden dan wel deze te
bezwaren met (zekerheids)rechten zonder schriftelijke toestemming van de wederpartij.
Artikel 8
Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd dan wel aangevuld indien partijen dat
schriftelijk overeenkomen.
Artikel 9
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Deze overeenkomst treedt in werking per 1-1-2014
Aldus getekend en in drievoud opgemaakt te ’s-Hertogenbosch op DD MMMMMMM JJJJ.
GGD Hart voor Brabant
Namens deze:
mr. W.A.G. Hillenaar,
Voorzitter
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Namens deze:
mr. dr. A.G.J.M. Rombouts,
Voorzitter