Transcript Overgangsnormen leerjaar 3:

Overgangsnormen leerjaar 3:
Uitgangspunten:
•
De cijfers van de examenvakken voor leerjaar 4 moeten minimaal voldoen
aan de zak/slaagregeling. Daarnaast moet zijn voldaan aan de verplichtingen
die gelden voor kunstvakken 1 (tekenen), Culturele, Kunstzinnige Vorming
(CKV), Lichamelijke Opvoeding (LO) en Oriëntatie op Loopbaan en Beroep
(LOB).
•
Bovendien moet worden voldaan aan een minimum norm voor de overige
vakken die de leerling in leerjaar 3 afsluit.
Begrippen:
Examenvakken:
•
Verplichte examenvakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer
•
Gekozen examenvakken: Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde,
wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, economie, tekenen.
Overige vakken: alle vakken uitgezonderd de gekozen en verplichte examenvakken.
Getelde onvoldoendes: een 5 is één getelde onvoldoende, een 4 twee, een 3 drie
Rekenen:
Rekenen is een verplicht examenvak met een bijzondere positie:
 De leerling legt het examen af in leerjaar 3; een eventuele herkansing vindt
plaats in leerjaar 4.
 Het vak rekenen is opgenomen in de zak/slaag regeling én in de
overgangsregeling in combinatie met het vak Nederlands.
Toepassing overgangsnorm:
Bevorderd:
Een leerling is bevorderd als aan alle drie de volgende voorwaarden is voldaan:
1:
a) In de examenvakken komt maximaal 1 getelde onvoldoende voor;
of
b) in de examenvakken komen maximaal twee getelde onvoldoendes voor, die
dan gecompenseerd worden door een cijfer uit de examenvakken van
minimaal een 7;
daarnaast geldt dat voor het vak Nederlands minimaal een 5 moet zijn behaald;
bij een 5 voor Nederlands moet ook minimaal een 5 voor Rekenen zijn behaald;
bij een 6 of hoger voor Nederlands moet minimaal een 4 voor Rekenen zijn
behaald.
2:
In de overige vakken mogen maximaal 4 getelde onvoldoendes voorkomen.
3:
a) Het cijfer voor het kunstvak tekenen is voldoende én
b) Het cijfer voor LO is voldoende én
c) Het onderdeel LOB is voldoende afgesloten én
d) Het kunstvak CKV is met de boordeling voldoende afgerond.
Een bespreekgeval is elke leerling die alleen aan regel 2 niet voldoet doordat hij daar één
onvoldoende teveel heeft. De leerling kan dan een herkansing toegewezen krijgen De
herkansing moet dan leiden tot een rapport waarmee de leerling bevorderd kan worden.
Een leerling die niet aan de regel 1 en/of 2 en/of 3 voldoet is niet bevorderd.
Een leerling die alleen aan regel 3a of 3b niet voldoet, kan een herkansing toegewezen
krijgen.