Lees hier het verslag van de Praktijk en

Download Report

Transcript Lees hier het verslag van de Praktijk en

Samenvatting Topcare Praktijk en Wetenschaps Middag (PWM)
20 maart 2014 in Naarderheem
Welkom en inleidingen
Mariette Keijser, bestuurslid van Vivium en van de Stichting Topcare heette alle ruim 50 verzorgenden en
Verplegenden hartelijk welkom en vertelt iets over het doel van Topcare. Een van die doelen is het enthousiasmeren
van medewerkers om meer onderzoek te gaan doen. Dat doel staat vanmiddag centraal.
Daarna spreken Ruth Veenhoven (VUmc) en Els Verschuur (associate lector Topcare Atlant) over het belang van
wetenschappelijk (praktijk)onderzoek. Wat is er voor nodig, welke hobbels en valkuilen kom je daarbij tegen en hoe
kan je die vermijden? Ruth laat zien dat veel procedures en handelingen binnen de praktijk zijn gebaseerd op beperkt
onderzoek. Bijvoorbeeld het niet mogen dragen van ringen is gebaseerd op twee kleine ziekenhuisstudies. Maar leiden ringen in verpleeghuizen inderdaad tot meer infecties? Eigenlijk weet niemand het precies. Waarom wordt dit
niet eens goed onderzocht? Dat kan bijvoorbeeld door op één afdeling wel ringen toe te staan en op één afdeling niet
en te onderzoeken of het aantal infecties verschilt.
Als voorbeeld van goed praktijkgericht onderzoek noemt zij het onderzoek waarbij verpleeghuis-patiënten gedurende
twee maanden dagelijks 30 minuten werden begeleid bij loopoefeningen. Het aantal valincidenten daalde daarna
spectaculair.
Een mooie quote van Ruth: “als je op je vraag over de zorg geen bevredigend antwoord krijgt van een persoon die dat
wel zou moeten weten, dan ligt daar een boeiend onderzoeksonderwerp”.
Dus loop je te puzzelen over zin of onzin van een behandeling, probeer er een heldere vraag van te maken en leg die
vraag voor aan de onderzoekscommissie in jouw verpleeghuis.
Als het onderzoek klaar is, communiceer er dan helder en veel over zowel binnen als buiten je eigen organisatie. Doel
dat mondeling en schriftelijk. Immers: “wie schrijft die blijft”. De complete lezing van Ruth treft u onder:…..
Els Verschuur daagt de aanwezigen uit om zichzelf de vragen te stellen: Welke zorg geven we eigenlijk?; Waarom
geven we deze zorg?; Is het goede zorg of routinezorg?
Als voorbeeld van een handeling die lang is blijven bestaan en uiteindelijk nergens op gebaseerd bleek noemt zij het
behandelen van decubitus met ijs en fohnen. Goed onderzoek is belangrijk voor de ontwikkeling van een eigen vakgebied voor verzorgenden en verpleegkundigen en voor het ontwikkelen van een “gezamenlijke taal”.
Onderzoek is een puzzel waaraan jouw onderzoek een stukje toevoegt. Net als bij gewoon puzzelen is het belangrijk
om niet ‘zomaar te starten’ maar je voor te bereiden door eerst de randjes te leggen of kleuren bij elkaar te voegen.
Dus stel jezelf te vragen:
•
•
•
•
•
•
wat wil ik onderzoeken (probleemanalyse)?
welke methode van onderzoek gebruik ik?
wie of wat ga ik onderzoeken (doelgroep)?
hoe verzamel ik de gegevens? Via dossieronderzoek of een enquête?
hoe analyseer ik de gegevens?, Wie kan daarbij helpen?
hoe rapporteert ik de resultaten: in artikelen of voordrachten?
Als voorbeeld behandelt Els een onderzoek waaruit bleek dat er slecht gecommuniceerd wordt tussen mantelzorgers en professionele verzorgenden en verpleegkundigen in de thuiszorg. Dat is jammer omdat 75% van de mensen aangeeft het liefste thuis te willen sterven, maar dat nog wel eens belemmerd wordt door overbelasting van
mantelzorgers.
Speeddating
Na een gezellige pauze starten we met een speeddate waarbij verzorgenden en verpleegkundigen uit de top care
organisaties aan hun collega’s vertellen over hun onderzoek. Daarbij valt op hoe uiteenlopend en boeiend de voorbeelden zijn. Hieronder een impressie van de door mij bezochte onderzoekjes:
In Naarderheem onderzochten Mano Beker en Maria van der Meulen de tevredenheid van cliënten en medewerkers
over hun geriatrische revalidatiezorg. De verbetertips bleken waardevol en worden gebruikt voor het verbeteren van
zowel het proces als de uitkomsten. Vanaf 2013 worden scores bijgehouden over professionaliteit van de zorg, vriendelijkheid van de medewerkers, tevredenheid met uitkomsten, et cetera. Deze scores worden besproken binnen de
afdeling met als doel: hoe kan het komend jaar nog beter? De resultaten worden gepubliceerd in het kwaliteitsjaarverslag. Hun lezing treft u onder ……
Jessica de Man en Jeanette Laterveer van Topaz gingen bij andere afdelingen op zoek naar een onderzoeksonderwerp.
Op de p.g. afdeling liep een praktijkonderzoek naar het terugdringen van urineweginfecties door cliënten aan te moedigen meer vruchtensap te drinken. Dit werd inderdaad gerealiseerd door op de afdeling Oranka drankautomaten te
plaatsen met pakken van 5 liter vruchtensap.
Jessica en Jeanette besloten om deze drankautomaten ook de plaatsen op de Huntington afdeling waardoor
Huntingtonpatiënten meer gingen drinken. Tegelijkertijd wordt nagegaan of patiënten daardoor minder laxeermiddelen nodig hebben. Daarvoor wordt iedere maand nagegaan of het medicatiegebruik afneemt. Luisteraars uit
een andere Topcare organisatie werden door zo geïnspireerd dat zij direct plannen maakten voor een vergelijkbaar
onderzoek.
Ria de Bruin van Atlant begon een jaar geleden met elektrisch roken. Dat beviel prima en daarom begon zij
Huntington patiënten op haar afdeling enthousiast te maken om haar voorbeeld te volgen. Vervolgens bleek dat sommige patiënten moeilijk overweg konden met het kleine aan/uit knopje van de elektrische sigaret. Inmiddels heeft
zij contact gezocht met de producent om een groter knopje te monteren. Als meer Huntingtonpatiënten elektrisch
gaan roken is dat voor iedereen een voordeel. Het is veiliger (geen brandgevaar), gezonder én kostenbesparend. Maar
bovenal geeft het cliënten hun autonomie terug, doordat ze nu niet meer afhankelijk zijn van verzorgenden om te
gaan roken (ivm hun veiligheid) Voor één overgestapte roker daalden de kosten van € 225 naar € 25 per maand!
Ria startte met Huntingtonpatiënten waarvan 40% (dwangmatig) rookt. Mogelijk is het een een optie voor andere
doelgroepen.
Trudy Willems van de Waalboog presenteerde een ingewikkelde patiëntencasus en vroeg alle (5) langskomende
groepen om mee te denken over een oplossing en/of het opzetten van een praktijkgericht onderzoek naar de beste
behandelwijze. Prompt kwamen uit iedere groep een flink aantal suggesties en ideeën die nu worden onderzocht op
hun waarde.
Sandra Kerklaan en Esther den Haan van de Lelie Zorggroep onderzochten de mogelijkheid om via de methode
van “foutloos leren” Korsakovpatiënten te trainen in het zelfstandig doen van hun was. Samen met de psycholoog
zetten zij onderzoek op waarbij een groep van 15 patiënten twee keer per week onder begeleiding werd getraind
in het doen van de was terwijl een andere groep van 15 patiënten zelfstandig probeerde de was te doen. Na vier
weken bleek de begeleide groep succesvol in het doen van de was in tegenstelling tot de niet begeleide groep.
Bovendien bleek dat na een maand tussentijd de succesvolle groep patiënten snel weer de routine van het wassen
oppikte.
Het onderzoek werd gedaan en begeleid door deze twee verzorgenden. Inmiddels hebben zij 25 collega-verzorgenden getraind en wordt de methode van “foutloos leren” toegepast op alle Korsakov afdelingen. Ook leuk is dat
het is gelukt patiënten zelf koffie te laten zetten voor de hele afdeling. En alle patiënten zijn echt trots zijn op hun
prestaties. Over het succes van de methode is inmiddels gepubliceerd. Een samenvatting van het artikel treft u als
bijlage.
Te goed Bon
Als afsluiting van een zeer geslaagde middag kregen alle ruim 50 deelnemers een zogenaamde
“te goed Bon”. Deze bon geeft recht op één uur overlegtijd met een ervaren onderzoeker binnen de eigen instelling bijvoorbeeld om een onderzoeksidee te bespreken. Mariette Keijser spoorde tot slot alle deelnemers aan om
de betreffende onderzoekers helemaal gek te maken met al hun ideeën. Betrokkenen zijn gewaarschuwd!
Lodewijk Schmit Jongbloed
projectcoördinator Topcare
(mede namens Marco Wisse en Mariette de Zwaan)
Bijlage: Foutloos leren van een alledaagse vaardigheid is effectief bij het
syndroom van Korsakov
“Acquisition of an instrumental activity of daily living in patients with Korsakoff’s syndrome: A comparison of trial
and error and errorless learning”
Erik Oudman, Tanja Nijboer, Albert Postma, Jan Wijnia, Sandra Kerklaan, Karen Lindsen, Stefan Van der Stigchel
Het syndroom van Korsakov wordt gekenmerkt door forse geheugenstoornissen en uitvoerende functiestoornissen. Veel patiënten met het syndroom hebben een achtergrond van chronisch alcoholisme en zelfverwaarlozing.
Ten gevolge van de cognitieve beperkingen bij het syndroom van Korsakov worden relatief vaak problemen geobserveerd in het uitvoeren en aanleren van complexe vaardigheden.
In de dagelijkse praktijk worden deze vaardigheden dan relatief vaak overgenomen door zorgmedewerkers en
blijft de autonomie van patiënten met Korsakov in een instelling beperkt.
In het onderzoek dat in Korsakovcentrum Slingedael uitgevoerd werd, leerden zestien patiënten met het syndroom van Korsakov een nieuwe alledaagse vaardigheid, namelijk het uitvoeren van de was met een nieuwe
wasmachine. De helft van de patiënten leerden middels trial-and-error-leren (vallen en opstaan met fouten) en de
andere helft leerde middels foutloos leren, een leertechniek die er op gericht is om fouten tijdens het aanleren te
voorkomen. Beide groepen leerden in vier trainingsweken (8 sessies) de wasmachine vrijwel zelfstandig tot zelfstandig te bedienen. Na vier weken niet oefenen, waarin de was uitgevoerd werd door medewerkers, werd er bij
beide groepen gekeken hoe goed de vaardigheid behouden bleef. De groep die met vallen en opstaan geleerd had
viel hierbij sterk terug qua niveau, maar de foutloos leren groep viel slechts een klein beetje terug.
Een aantal belangrijke bevindingen van het onderzoek zijn:
•
Patiënten met het syndroom van Korsakov zijn in staat om opnieuw een vaardigheid aan te leren, wat suggereert dat het procedurele/impliciete geheugen en leren bij Korsakov nog steeds functioneert.
•
Foutloos leren heeft bij het aanleren van alledaagse vaardigheden voordelen ten opzichte van leren met
fouten (vallen-en-opstaan).
•
Foutloos aangeleerde vaardigheden blijven lang behouden; vier weken zonder training is tot dusver de langste periode tussen training en terughalen in welke patiëntengroep dan ook.
•
Sommige bewoners vertellen zelf het te waarderen om hun was te kunnen doen en onthouden zelf het tijdstip waarop ze de was uitvoeren.
Het onderzoek in Korsakovcentrum Slingedael is gepubliceerd in het vakblad Neuropsychological Rehabiliation en
aangehaald als nieuwsitem in het blad van het Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde.
Het onderzoek is terug te lezen op deze link:
http://www.fss.uu.nl/psn/web/people/personal/stigchel/oudman2013.pdf