Interview: Egbert-Jan Weeber | april 2014 | [PDF]

Download Report

Transcript Interview: Egbert-Jan Weeber | april 2014 | [PDF]

‘Ik ben wel toe aan serieuze verkering’
Zijn leuke koppie kennen we allemaal van televisie en films. Hij kruipt daarin
net zo makkelijk in de huid van een dorpse zoon van een kolenboer als van
pak ‘m beet een kleurrijke homoseksueel. Maar welke rollen speelt acteur Egbert-Jan Weeber in het dagelijks leven?
Maart 2014 | Interview
De Levensgenieter
‘Twee jaar geleden zat ik er een beetje doorheen. Ik voelde dat ik de dingen die ik deed niet
meer zo leuk vond, terwijl ik juist het leukste werk van de wereld heb. Maar wat wil je als je
non-stop op de filmset of in het theater staat en in het weekend ook nog eens elke avond tot
diep in de nacht staat te draaien als dj. Ik sliep af en toe twee dagen bij en dan ging het wel
weer, maar ik was mezelf eigenlijk aan het uithollen. Tien jaar is zo in sneltreinvaart, maar ik
werd er niet gelukkig meer van. Ik besefte: het leven draait om meer dan werken alleen!
Daarom probeer ik tegenwoordig meer van het leven te genieten zonder alsmaar te jakkeren.
Ik dj minder vaak, ik zeg bewuster ja en nee op acteerklussen en doe meer leuke dingen:
kungfu, beetje klussen in mijn huis, op mijn gemak muziekjes uitwerken.’
De Single
‘Hartenstraat gaat over de zoektocht naar liefde in een grote stad, iets wat volgens mij heel
erg leeft. Vroeger woonde je in een dorp, koos je een chick uit die je mooi vond en trouwde je
met haar. Dat was duidelijk. In Amsterdam lopen wel vijfhonderd potentiële moeders van
mijn kinderen rond, dus dan heb ik weer eens verkering en denk ik: oh, maar zij is ook leuk!
En die ook en dat meisje daar… Je wordt de hele tijd geprikkeld en dat resulteert bij veel
mannen en vrouwen – ook bij mij – in bindingsangst en keuzestress. Social media zoals Facebook bevorderen dat nog eens, want iedereen profileert zich daar op z’n allermooist en tofst.
Ik merk dat ik daar een beetje zenuwachtig van word. Geef mij maar échte mensen om me
heen. Inclusief hun tekortkomingen, want dat is toch veel leuker? Ik heb in plaats van een
smartphone ook nog gewoon zo’n oude Nokia waarmee ik alleen maar kan bellen en sms’en.
Heerlijk rustig, zonder al die apps.’
De Perfectionist
‘Ik vergelijk mezelf wel eens met een vlinder. Een vlinder tilt zijn vleugels pas op als hij zich
veilig voelt. Ik laat mezelf ook pas echt zien als ik me op mijn gemak voel. Heb ik het idee
dat een regisseur met mij werkt omdat een andere acteur niet kon of omdat het van de producent moest, dan klap ik dicht. Wil je mij op mijn best hebben, dan moet je me het gevoel geven dat je me bewust hebt gekozen en dat je me vertrouwt. Op alle vlakken, want ik kan me
op de set nog wel eens tegen dingen aan bemoeien. Een sigaret die in een vorige scène half
opgebrand was, mag in een volgend shot niet ineens langer zijn. Alles moet kloppen. Ik ben
daarin een enorme control freak en heel perfectionistisch. Dat levert natuurlijk wel eens frictie
op. Dan zegt iemand: ‘Focus jij je nou maar op het acteren.’ En daar hebben ze dan misschien
ook wel gelijk in, haha.’
De Einzelgänger
‘Toen ik een jaar of achttien was, had ik in Groningen een heleboel vrienden. Ik ben in die
omgeving opgegroeid en we vormden een vrij hechte club. Maar naarmate ik ouder – en ook
bekender – werd, ben ik daar voorzichtiger in geworden. Ik ken nog wel heel veel mensen,
maar ik heb weinig echt goede vrienden. Ik wil zeker weten dat het mensen niet om mijn bekendheid gaat en daarbij vind ik het lastig om op te gaan in een grote groep. Ik hou van originele, authentieke en eigenzinnige mensen, niet van kuddegedrag. Niet dat ik me als een
kluizenaar gedraag hoor, helemaal niet. Als ik een film draai kan ik het grootste plezier hebben met de andere acteurs, zo heb ik tijdens de opnames van Hartenstraat enorm gelachen
met Marwan Kenzari, Jan Kooijman en Susan Visser. Op zulke momenten ben je de beste
vrienden, al gaat die vibe als de film klaar is ook vaak weer weg. Maar ik heb ook goede
vrienden in het filmwereldje, zoals Sanne Vogel en Tygo Gernandt.’
De Drop-out
‘Als kind en puber ben ik op school enorm ongelukkig geweest. Ik had leer- en concentratieproblemen en paste totaal niet in het systeem. Mijn remedie was om te vluchten in een fantasiewereld die ik zelf creëerde en te focussen op andere dingen dan school: ik blowde me op de
middelbare school helemaal ongans, zat op toneelles, gitaarles, vechtsport en had ook nog
twee bijbaantjes. Mijn ouders maakten zich natuurlijk zorgen en probeerden me in het gareel
te krijgen, maar ik werd steeds recalcitranter. Alleen voor de toneellessen zette ik me in, want
ik was er destijds al van overtuigd dat ik acteur wilde worden. Om die reden wilde ik na de
mavo ook mijn havopapiertje nog wel halen, maar na anderhalf jaar zei de directeur: ‘Dit
wordt niks, jij moet hier weg.’ Ik heb alsnog auditie gedaan voor de Toneelschool, maar ik
was net van school getrapt, mijn ouders lagen in scheiding… Dat werd niets en daarna ben ik
uit een soort misplaatste trots nooit meer teruggegaan.’
De Anti-hipster
‘In de film Hartenstraat speel ik een over the top homoseksueel die met een club vrienden in
de Negen Straatjes in Amsterdam woont. Ze zijn allemaal heel hip, heel snel. Net zoals je ze
in het echt in de Negen Straatjes tegenkomt. Zelf heb ik niets met die cultuur. Ik vind mode
sowieso een leeg iets. Al die zogenaamd hippe mensen zien er toch hetzelfde uit? Mutsje op,
dik brilmontuur, broek van dit merk, jasje van dat label. Het is allemaal inwisselbaar, niet authentiek of bijzonder. Ik zou nooit een huis in de Negen Straatjes of in de Pijp – zo’n andere
hipsterwijk waar iedereen rondfietst met een coole Ray-Ban en koffietjes met elkaar drinkt –
willen hebben. Ik woon vanwege mijn werk wel in de stad, bij het Westerpark waar je net iets
meer ruimte en groen hebt. Maar uiteindelijk wil ik wel een huis buiten de stad hebben. Lekker fikkie stoken in de achtertuin, een bootje voor de deur en appels, walnoten en pastinaak
uit mijn eigen groentetuin. Ik zie het al helemaal voor me!’
De Womanizer
‘Er zijn genoeg vrouwen die interesse in me tonen, maar die wil ik niet. Ik wil juist een meisje
dat níét op me afstapt. Een luxeprobleem, haha. Ik hoef ook geen knappe vriendin, het gaat
mij om de manier waarop ze in het leven staan. Er moet een klik zijn. Mijn ideale vrouw is
spontaan, leuk en stoer. Ze moet van aanpakken weten, van muziek houden en veel energie
hebben. En ze moet mij in toom kunnen houden. Zit ik te mokken, dan moet zij me de andere
kant van de situatie kunnen laten zien. Tot nu toe heb ik zo’n vrouw nog niet gevonden, al heb
ik wel een aantal relaties gehad. Als ik verliefd ben, dan kan ik me echt helemaal aan een
vrouw overgeven. Maar zodra de roze wolk vervaagt en de droom harde werkelijkheid wordt,
begin ik steevast te twijfelen: is dit wel goed genoeg? Maar ik zou nu wel weer eens serieuze
verkering willen hebben, want is alweer een tijdje geleden. Daar ben ik wel aan toe.’
De Wereldverbeteraar
‘Je hebt heel weinig nodig om gelukkig te zijn: elke dag eten, leuke mensen om je heen, muziek. Maar in plaats daarvan willen we steeds méér en vernietigen daarmee onze planeet.
Soms ben ik bang dat de grote bedrijven het helemaal gaan overnemen en mensen steeds meer
tot een soort miertjes verworden. Met de grote bedrijven als de koningin van de meute en wij
als werkmiertjes die tot ons 75e moeten sloven en daarna eindelijk kunnen gaan doen wat we
eigenlijk ons hele leven al hadden willen doen. Ik wil helemaal niet zuur overkomen, maar
daar kan ik wel heel zwartgallig en pessimistisch over zijn. Ik pas er ook voor om elke dag in
de file te staan en koop zo min mogelijk spullen van grote bedrijven – Coca-Cola, H&M, Mc
Donald’s – omdat ze anders alleen maar groter worden. Mijn moeder zegt altijd: ‘Het positieve overleeft wel’, maar is dat wel zo? Gaan we nou echt vooruit? Overal ligt plastic, mensen
gooien hun peuken op de straat. Daar kan ik wel moedeloos van worden.’
De Dj
‘In mijn huis heb ik een heel muzieklaboratorium. Met een mengpaneel, monitoren, synthesizers en een heleboel muziekinstrumenten. Ik kan daar uren zitten pielen met muziekjes en
introotjes. Dat geeft me echt een adrenaline rush. Muziek heeft een soort helende werking op
me. Ik vergeet even alles en iedereen om me heen en ga helemaal op in waar ik mee bezig
ben, ook al maak ik eigenlijk nooit een heel nummer af. Er komt altijd een moment dat ik
denk: er mist iets. Of: er moet nog iets bij. En dan leg ik het opzij en ga er vervolgens nooit
meer mee verder. Ik draai regelmatig in clubs of op feesten maar ik heb geen grote ambities in
het dj-vak. Ik noem mezelf tegenwoordig ook geen dj meer. Het is gewoon iets wat ik heel
leuk vind om te doen en waar ik energie van krijg.’
De Klusjesman
‘Mijn huis is absoluut geen typisch mannenhuis. Het was hiervoor van een kunstenaar, dus het
was al vrij excentriek. Die sfeer heb ik erin gehouden. Zo heb ik een roze deur, een rode deur,
een groene deur, een Japans vijvertje en een gouden plafond in mijn tuinhuisje. In mijn woonkamer staan allerlei gekke oude meubeltjes, trommels en andere kleine muziekinstrumenten
en er hangen her en der soldatenuniformen. Een tv heb ik niet, dat leidt maar af. Ik ga liever
klussen in huis of meubeltjes opknappen. Het is leuk om dingen mooier te maken. Ik ben op
dit moment een antieke kast aan het renoveren en laatst heb ik de achterkant van mijn huis
geschilderd. Dat kan ik goed: kitten, plamuren, verven. En dan moet het ook perfect hè, ik
lever geen half werk. Het enige nadeel is dat er elke keer wel een ander klusje is, want nu
moet ik ook de voorkant nog verven, haha.’
De Potentiële Vader
‘Voor het milieu is het eigenlijk niet zo goed als er nog meer mensen op de wereld komen.
Maar ja, de aarde bestaat nog steeds. En als ik diep in mijn hart kijk, dan wil ik heel graag
kinderen. Het lijkt me fantastisch om vader te zijn. Ik denk dat ik het ook wel goed zou kunnen. Samen met de kids hout hakken, eitjes rapen uit de kippenren, een cake bakken, de dieren voeren, trommels timmeren, vlotten bouwen. In een huis ergens buiten de stad natuurlijk,
want ik zou mijn kinderen niet willen laten opgroeien in Amsterdam. Stiekem zou ik net als
acteur Daniel Day-Lewis maar eens in de vier jaar in een topfilm willen spelen om de rest van
de tijd lekker op mijn boerderij houtsnijwerkjes te maken. Maar ja, daar heb ik nog niet genoeg voor gespaard, dus voorlopig blijf ik nog even waar ik zit.’
De Dromer
‘Ik heb best al wat dromen verwezenlijkt – ik wilde in een film spelen, als dj in een club
draaien – maar het gras bij de buren blijft altijd groener hè. Nu wil ik in grotere films spelen
en zelf vaker aan het roer van producties staan. Ik heb ook wel ideeën voor films en verhalen,
maar het probleem is dat ik ze nooit op papier krijg. Om een verhaal uit te werken, heb je geduld nodig. Dat heb ik wel als ik met iets concreets bezig ben zoals muziek maken of een kast
in elkaar timmeren, maar niet als het abstract is zoals bij schrijven. Qua grotere films denk ik
verder niet aan Hollywood, maar een Duitse serie of film zou leuk zijn. Ik houd van bijzondere dingen, zoals de film Wonderbroeders waarin ik een monnik in een klooster speel. Het is
een komedie, maar heel anders dan de geijkte grappige films. Dat zijn de uitdagingen waar ik
goed op gedij.’
Egbert-Jans favorieten
Café ‘Take Five in Maastricht is heel trendy. Café De Wetering in Amsterdam vind ik
ook leuk, het doet een beetje middeleeuws aan.’
Natuurpark ‘Ik vind Groningen nog steeds heel mooi. Lekker met mijn zeilboot het
wad op. Vlieland en Terschelling zijn ook prachtig. Maar ik houd ook van Drenthe. Ik
houd van alle natuur.’
Film ‘La Haine is nog steeds mijn lievelingsfilm, al heb ik ‘m al jaren niet gezien. Dus
misschien zou ik ‘m inmiddels wel minder goed vinden.’
Stad ‘Ik vind Berlijn te gek. Parijs is het meest romantisch. En met Maastricht heb ik
ook veel, want daar komt mijn opa vandaan.’
Dier ‘Ik vind paarden geweldig. En katten. Ik ben sowieso dol op dieren.’
Muziek ‘Ik hou enorm van muziek en ben daarin niet kieskeurig. Als het maar niet
van die commerciële meuk is die je op de Nederlandse radio hoort.’
Boek ‘Ik lees eigenlijk veel te weinig, dus ik kan daar echt geen fatsoenlijk antwoord
op geven.’
Restaurant ‘Ik vind de vibe bij restaurant Rainarai in Amsterdam heel fijn. Bourgondisch met in de zomer een goeie fik buiten. Hotel de Goudfazant is ook leuk.’
Wie is Egbert-Jan?
Egbert-Jan (1981) groeide op in het Groningse dorpje Haren. Na de mavo deed hij
één jaar havo en stortte zich daarna op zijn carrière als acteur. Hij stond in diverse
toneelstukken, speelde in tv-series als Verborgen Gebreken, Seinpost Den Haag, De
Troon en Moeder, ik wil bij de Revue Daarnaast had hij grote rollen in films als Sint,
Oesters van Nam Kee, Alibi, Van God Los en Brammetje Baas. Voor zowel zijn rol in
Van God Los als Uitgesloten werd hij genomineerd voor het Gouden Kalf voor beste
acteur. Hij heeft net de opnames van de film Wonderbroeders afgerond die in september in de bioscoop draait, speelt dit najaar in Bloedverwanten en is op dit moment
te zien in de film Hartenstraat.