Jaarverslag 2013 - AVEBE pensioen

Download Report

Transcript Jaarverslag 2013 - AVEBE pensioen

Stichting Pensioenfonds AVEBE
Jaarrapport 2013
INHOUDSOPGAVE
Pagina
A
B
C
D
E
Profiel van het Pensioenfonds
Kerncijfers
Karakteristieken van het pensioenfonds
Verslag van het verantwoordingsorgaan
Bestuursverslag
Ontwikkelingen bij het pensioenfonds
Pensioenbeleid
Beleggingsbeleid
Financieel beleid
Risicobeheer
3
5
7
10
12
13
17
20
25
27
JAARREKENING
1
2
3
4
5
6
Balans per 31 december 2013
Staat van baten en lasten over 2013
Kasstroomoverzicht 2013
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Toelichting op de balans per 31 december 2013
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
33
34
35
36
42
56
OVERIGE GEGEVENS
1
2
3
4
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Resultaatverdeling
Actuariële verklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
63
63
64
66
BIJLAGEN
1
Verloopstaat deelnemers/polissen
69
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
2
A
PROFIEL VAN HET PENSIOENFONDS
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
3
PROFIEL VAN HET PENSIOENFONDS
Stichting Pensioenfonds AVEBE (vanaf hier 'het Pensioenfonds') is opgericht op 25 maart 1993 en statutair gevestigd in
Veendam. Het Pensioenfonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41015259. Het
Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds.
Het Pensioenfonds heeft als doelstelling het verzorgen en veiligstellen van pensioenen voor deelnemers, gewezen
deelnemers/partners (ex-werknemers van AVEBE en de van de door de directie van AVEBE aangewezen verbonden
ondernemingen), pensioengerechtigden en nabestaanden.
Het Pensioenfonds voert deze taken uit in opdracht van de volgende ondernemingen:
Onderneming
Vestigingsplaats
AVEBE U.A.
Veendam
Henan Process Systems B.V.
Schildwolde
Averis Seeds B.V.
Veendam
Dit jaarverslag betreft een normaal boekjaar dat loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.
Alle bedragen in dit jaarverslag zijn vermeld in € 1.000
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
4
B
KERNCIJFERS
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
5
KERNCIJFERS
2013
2012
2011
2010
2009
Deelnemers/polis aantallen
·
Deelnemers
·
Gewezen deelnemers2
·
Pensioengerechtigden
1.203
1.576
1.930
1.232
1.587
1.888
1.273
1.315
1.713
1.304
1.401
1.666
1.360
2.210
1.609
·
4.709
4.707
4.301
4.371
5.179
2,0
2,0
0,0
2,3
0,0
1,4
0,4
0,4
0,0
2,5
2,0
2,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,4
0,4
0,0
0,0
Premiebaten en uitvoeringskosten
Feitelijke premie
Kostendekkende premie
Pensioenuitvoeringskosten
16.002
12.791
919
16.054
15.806
770
14.557
17.881
566
15.360
16.085
603
15.086
18.541
920
Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen
Invaliditeitspensioen
Nabestaandenpensioen
Wezenpensioen
Afkopen
Overige4
14.553
38
3.666
30
24
237
14.973
55
3.573
32
54
194
15.456
75
3.412
30
146
-141
14.728
74
3.233
24
797
414
13.054
77
3.173
23
31
113
Totaal
18.548
18.881
18.978
19.270
16.471
8.297
67.829
35.562
15.225
491.708
2.943
2.873
26.222
49.717
26.754
18.694
512.472
2.962
1.296
0
10.619
30.662
4.159
470.552
3.029
932
0
0
0
0
425.514
6.756
48.611
0
0
0
0
391.616
7.397
37.503
615.897
517.957
118,9
632.408
529.919
119,3%
549.201
487.981
112,5%
489.526
425.514
115,0%
450.903
391.616
115,1%
118,7
103,5
103,5
118,5%
103,5%
103,5%
103,5%
103,5%
103,5%
103,5%
103,5%
103,5%
1
Totaal
Reglementvariabelen3
Toeslag actieven in %
Toeslag inactieven onvoorwaardelijk in %
Toeslag inactieven gedeeltelijk
onvoorwaardelijk in %
Toeslag inactieven voorwaardelijk in %
Beleggingsportefeuille
Vastgoedbeleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Beleggingen matchingsportefeuille
Beleggingen risico deelnemers
Liquide middelen
Vermogensituatie en solvabiliteit
Pensioenvermogen
Technische voorzieningen
Aanwezig dekkingsgraad
Aanwezige dekkingsgraad o.b.v.
marktrente5
Minimaal vereiste dekkingsgraad
Vereist dekkingsgraad
Kerncijfers worden opgenomen conform de oorspronkelijk definitieve jaarrekening
1
2
3
4
5
Het aantal deelnemers is t.o.v. 2011 gestegen door de conversie van A&O naar Syntrus Achmea. Vanaf 2012 staan niet het
aantal deelnemers maar het aantal polissen toegelicht. Een deelnemer kan nu in de administratie meerdere polissen
hebben. Een verloop is opgenomen in de bijlage van dit rapport
In 2010 en 2011 zijn veel kleine pensioenen afgekocht; hierdoor is het aantal gewezen deelnemers sterk afgenomen.
De toeslagenpercentages betreffen de percentages per primo van het verslagjaar. De toeslag primo 2014 is wel verwerkt en
toegelicht in dit jaarverslag, maar niet gepresenteerd in de kerncijfers.
In 2010 is er rekening gehouden met een uitkeringslast van € 288. Deze is in 2011 tegen geboekt.
De dekkingsgraad wordt berekend op basis van de actuele marktrente zonder rekening te houden met de UFR en
driemaands middeling.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
6
C
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
7
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS
Organisatie
Bestuur
Het Pensioenfonds staat onder leiding van een bestuur, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgever en
(periodiek aftredende) vertegenwoordigers van de werknemers en pensioengerechtigden. Op 31 december 2013 was het
bestuur als volgt samengesteld:
Functie
Naam
Namens
Benoemd
Aftredend
Voorzitter
De heer T.J.H. (Hans) Miedema
Werkgever
27-08-2003
n.v.t.
Secretaris
De heer J. (Joris) Vos
Pensioengerechtigden
01-07-2006
01-07-2015
Lid
Mevrouw C. (Carla) Kuiper
Werknemer
01-08-2011
01-07-2014
Vice-voorzitter
De heer F. (Fred) Oostland
Werkgever
01-12-2005
n.v.t.
Lid
De heer M. (Mark) Mijnen
Werknemer
01-08-2007
01-07-2016
De heer Mijnen is in 2013 herbenoemd.
Het Pensioenfonds heeft geen werknemers in dienst en de bestuursleden worden niet betaald voor deze functie. Het
bestuurslid namens de pensioengerechtigden ontvangt wel een (vrijwilligers)vergoeding.
Het bestuur vergadert minimaal twee keer per jaar en verder zo vaak als de voorzitter of twee andere leden van het
bestuur dit wenselijk achten. Tijdens het verslagjaar is het bestuur 8 keer bij elkaar gekomen, te weten op 22 januari
2013, 27 februari 2013, 2 april 2013, 12 juni 2013, 25 juni 2013,
24 september 2013 (tevens deelnemersvergadering), 12 november 2013 en 17 december 2013.
Dagelijks bestuur
De heren Miedema en Oostland vormen samen het dagelijks bestuur, binnen de one tier board.
Het dagelijks bestuur wordt hierbij ondersteund door een externe partij (ambtelijk secretaris). Het dagelijks bestuur heeft
uitsluitend bevoegdheden die zijn vastgelegd in de statuten en reglementen van het Pensioenfonds, overeenkomstig de
vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn).
Deskundigheid
Elk pensioenfondsbestuur moet deskundig zijn op alle 7 door DNB geformuleerde deskundigheidsgebieden. De
deskundigheidseisen zijn door de pensioenkoepels meer concreet gemaakt, door deze onder te verdelen in kennisniveau
1 en 2. Alle bestuursleden voldoen aan deskundigheidsniveau 1. Daarnaast voldoet het bestuur als collectief aan
deskundigheidsniveau 2. In het kader van de permanente educatie wordt tenminste 2 keer per jaar tijdens een
bestuursvergadering een cursus gegeven op een verschillend deskundigheidsgebied op deskundigheidsniveau 2 voor
alle bestuursleden.
Het bestuur heeft in 2013 gezamenlijk de cursussen gevolgd op het gebied van governance en uitbesteding. Daarnaast
heeft het bestuur uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp risicomanagement.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
8
Verantwoordingsorgaan
De samenstelling van het verantwoordingsorgaan is als volgt:
Functie
Naam
Namens
Benoemd
Aftredend
Voorzitter
De heer H. (Henk) Berends
Werkgever
2010
2014
Secretaris
De heer R. (Ronald) Apeldoorn
Werknemer
2008
2016
Lid
De heer D.K. (Douwe) Faber
Pensioengerechtigden
2012
2015
De heer Apeldoorn is in 2013 herbenoemd.
De belangrijkste taak van het verantwoordingsorgaan is een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, het
uitgevoerde beleid en toekomstige beleidskeuzes. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan op een aantal gebieden
adviesrecht.
Intern toezicht
Voor het intern toezicht is gekozen voor een one-tier board. Belangrijkste overwegingen om het intern toezicht op deze
manier in te vullen waren: efficiency, effectiviteit en doelmatigheid.
Door de keuze voor een one-tier board moet er onderscheid gemaakt worden tussen uitvoerende en niet-uitvoerende
toezichthoudende bestuursleden. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het algemeen beleid, houdt toezicht op
en geeft advies en/ of instructies aan het dagelijks bestuur. Omdat het intern toezicht binnen het bestuur zelf
gepositioneerd is, moet ervoor gezorgd worden dat het onafhankelijk ten opzichte van uitvoerende bestuursleden kan
functioneren. Om dit te waarborgen is de taakverdeling tussen dagelijks en algemeen bestuur duidelijk vastgelegd in de
statuten. In de statuten wordt duidelijk onderscheid gemaakt in functie, taak en verantwoordelijkheid tussen dagelijks en
algemeen bestuur, alsook dat het algemeen bestuur toezicht houdt op het dagelijks bestuur.
In verband met de implementatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen zal het intern toezicht vanaf 1 juli 2014
anders worden vormgegeven.
Compliance officer
De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van de gedragscode geldende
bepalingen. De compliance officer adviseert verbonden personen over de uitleg en toepassing van bepalingen zoals die
zijn opgenomen in de gedragscode. De heer Russchen is de compliance officer van het pensioenfonds.
Externe dienstverleners
Het voeren van de deelnemers-, financiële- en uitkeringsadministratie is sinds 2012 uitbesteed aan Syntrus Achmea
Pensioenbeheer N.V. (hierna Syntrus Achmea). De Helpdesk van Syntrus Achmea is het eerste aanspreekpunt voor onze
(gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Syntrus Achmea verzorgt voor meerdere pensioenfondsen de
administratie, waarbij gebruik wordt gemaakt van het gecertificeerd kwaliteitssysteem ISAE 3402 (type II). Eenmaal per
jaar worden de beschreven processen door een onafhankelijke accountant beoordeeld op het voldoen aan de gestelde
normen.
De uitkeringsadministratie is uitbesteed aan AVEBE U.A. Syntrus Achmea levert hiervoor de benodigde mutaties aan.
TKP Investment B.V. (hierna TKPi) is sinds december 2011 verantwoordelijk voor het fiduciair management. TKPi voert
het door het bestuur vastgestelde strategische beleid uit, op basis van een beleggingsmandaat. TKPi beheert en belegt
een deel van het vermogen van het pensioenfonds. Het overige deel van het vermogen, behorend bij het nominale
garantiecontract zonder winstdeling, wordt beheerd door Aegon. Over dit deel van het vermogen loopt het pensioenfonds
geen risico.
Towers Watson adviseert en ondersteunt het bestuur sinds juli 2008. De certificerend actuaris en de certificerend
accountant van het Pensioenfonds zijn allebei verbonden aan Ernst & Young.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
9
D
VERSLAG VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
10
OORDEEL VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN
Stichting Pensioenfonds AVEBE ('het Pensioenfonds') is sinds 2008 wettelijk verplicht een VerantwoordingsOrgaan (VO)
op te richten. In 2008 is het VO van het Pensioenfonds ingesteld en zijn de leden van het VO benoemd. Tijdens het
verslagjaar 2013 heeft het VO twee maal overleg gehad met het Dagelijks Bestuur van het Pensioenfonds AVEBE,
waarbij het bespreken van de aangereikte informatie onderwerp van gesprek was. Op 1 juli 2013 is de heer Apeldoorn
herbenoemd als lid namens de actieve deelnemers.
Samenstelling en taken
Het VO bestaat uit drie vertegenwoordigers (werkgever, actieve deelnemers en pensioengerechtigden). Conform de
Pensioenwet is de belangrijkste taak van het VO een oordeel te geven over:
1. Het handelen van het bestuur van het Pensioenfonds.
2. Het door het bestuur gevoerde beleid.
3. Beleidskeuzes van het bestuur die op de toekomst betrekking hebben.
Het bestuur legt ter afsluiting van een periode verantwoording af over het gevoerde beleid aan het VO. Daarbij gaat het
vooral om de vraag of het bestuur bij zijn beleid op een evenwichtige manier rekening heeft gehouden met de belangen
van alle belanghebbenden.
Adviezen
Het bestuur heeft het Verantwoordingsorgaan in 2013 om de volgende adviezen gevraagd:
Communicatiebeleidsplan 2013-2017.
l
Klachten- en geschillen reglement.
l
Bestuursmodel Stichting Pensioenfonds AVEBE.
l
Oordeel 2013
Het VO heeft kennis genomen van het concept jaarverslag 2013 en onderliggende concept stukken en heeft op basis van
deze stukken geen aanleiding gevonden tot nadere op/aanmerkingen hierover.
In 2013 zijn de veranderingen van 2012 verder doorgevoerd en heeft dit meer gestalte gekregen. Daarnaast is het
bestuur van het Pensioenfonds AVEBE actief bezig de nieuwe Pensioenwet voor te bereiden en tijdig te implementeren.
Onder meer de keuze voor het nieuwe Bestuursmodel is hier een voorbeeld van. Het VO spreekt zijn waardering uit voor
de zorgvuldige voorbereiding en uitvoering van deze belangrijke wijzigingen als ook het gestarte traject ter voorbereiding
van de nieuwe Pensioenwet. De informatievoorziening naar het VO is gedurende deze veranderingen zeer goed geweest.
Het VO is tevreden over de samenwerking met het Bestuur van het Pensioenfonds AVEBE en het VO zet de
samenwerking met het Bestuur in de toekomst graag voort.
Namens het Verantwoordingsorgaan,
Hoogachtend,
Henk Berends
(voorzitter)
Reactie van het bestuur
Wij danken het VO voor de door haar uitgevoerde werkzaamheden en de plezierige en constructieve samenwerking in de
afgelopen periode.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
11
E
BESTUURSVERSLAG
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
12
BESTUURSVERSLAG
Pensioenveranderingen gaan door
Na een hectisch 2012 was 2013 een jaar waarin een aantal grote veranderingen in gang is gezet. Zo werd onder andere
de eerste stap gezet om langzaam de AOW-leeftijd te verhogen naar 67 jaar. De AOW-leeftijd ging in 2013 met een
maand omhoog. Om te kunnen voldoen aan de nieuwe fiscale eisen die per 1 januari 2014 gelden - namelijk lagere
opbouwpercentages en de hogere pensioenrichtleeftijd van 67 jaar - moesten veel pensioenregelingen aangepast worden
De pensioenregeling van AVEBE voldoet in 2013 aan de fiscale eisen die per 1 januari 2014 gelden. Als gevolg hiervan is
deze pensioenregeling niet aangepast.
Naast de verhoging van de AOW-leeftijd is het wetsvoorstel FTK in 2013 in consultatie gebracht. Het Financieel
Toetsingskader (FTK) is onderdeel van de Pensioenwet. Eind 2013 bleek dat het niet haalbaar was om het nieuwe
Financieel Toetsingskader voor 31 januari 2014 in de Tweede Kamer te hebben liggen. De verwachting is nu dat het
wetsvoorstel voor de zomer van 2014 door de Kamer kan worden behandeld. Invoering van het nieuwe FTK wordt
onveranderd beoogd per 1 januari 2015.
In 2013 werd de Wet Versterking bestuur Pensioenfondsen aangenomen. Doel van deze wet is het verbeteren van de
besturing van pensioenfondsen. Een pensioenfonds heeft hiervoor een keuze uit vijf wettelijke bestuursmodellen. Deze
modellen verschillen vooral in de manier waarop er toezicht wordt gehouden op het bestuur en de samenstelling ervan.
Keuze voor bestuursmodel
Het pensioenfonds heeft als gevolg van de nieuwe wet Versterking bestuur Pensioenfondsen besloten het paritaire
bestuursmodel te hanteren vanaf 1 juli 2014. Het aantal bestuursleden wordt teruggebracht naar vier personen (één
bestuurslid namens de deelnemers, één bestuurslid namens de pensioengerechtigden en twee bestuursleden namens de
werkgever). Het interne toezicht wordt ingevuld door een visitatiecommissie. Het huidige verantwoordingsorgaan wordt
omgevormd naar een verantwoordingsorgaan 'nieuwe stijl'. De verdere uitwerking hiervan vindt in 2014 plaats.
Lichte financiële verbetering bij pensioenfondsen
Bij veel pensioenfondsen steeg de dekkingsgraad in 2013. Volgens de Pensioenfederatie is deze 'voorzichtig positieve
ontwikkeling' een illustratie dat de pensioensector er in 2013 op vooruit is gegaan. Desondanks moesten ongeveer 30
pensioenfondsen een pensioenverlaging aankondigen voor 2014. Bij Pensioenfonds AVEBE was dit niet aan de orde.
Volgens de Pensioenfederatie is het nog te vroeg om te spreken van duurzaam herstel.
Dekkingsgraad Pensioenfonds AVEBE
De dekkingsgraad van het pensioenfonds was in 2013 stabiel. Pensioenfonds AVEBE bepaalt de dekkingsgraad op 2
verschillende manieren te weten:
l
l
Ten behoeve van de jaarverslaggeving en de verslaggeving richting DNB: De verplichtingen bij het bepalen van deze
dekkingsgraad worden gebaseerd op de nominale rentetermijnstructuur (RTS) per balansdatum zoals die door DNB is
vastgesteld inclusief de driemaands gemiddelde UFR rentemethodiek. Hierna: de UFR.
Op 1 januari respectievelijk 31 december 2013 bedroeg deze 119,3% respectievelijk 118,9%.
Ten behoeve van het financiële beleid: De verplichtingen bij het bepalen van deze dekkingsgraad worden gebaseerd
op de marktrente (zuivere RTS). Deze dekkingsgraad wordt onder andere gehanteerd voor de bepaling van de
toeslagverlening, de bij de werkgever in rekening te brengen premie en de renteafdekking. Hierna: de zuivere RTS.
Op 1 januari respectievelijk 31 december 2013 bedroeg deze 118,5% respectievelijk 118,7%.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
13
Rendement beleggingsportefeuille
De totale beleggingsportefeuille die beheerd en belegd wordt door TKPi behaalde in 2013 een rendement van 7,1%. Een
prima rendement, waarmee het pensioenfonds tevreden is. Dit positieve resultaat was vooral te danken aan de
beleggingen in aandelen (19,5 %) en de hedge funds (9,5%). De commodities (-11,8 %),het vastgoed (-3,8%) en de
vastrentende waarden (-1,7%) deden het daarentegen niet goed. Toch was het totale rendement uiteindelijk beter dan de
benchmark (6,6%). Vanaf pagina [nummer] gaan wij dieper in op de beleggingen en het beleggingsjaar 2013.
Ontwikkeling technische voorzieningen:
Ondanks het positieve beleggingsrendement zijn zowel de dekkingsgraad op basis van de UFR als op basis van de
zuivere RTS (marktrente) gedaald. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt doordat op 1 juli 2013 is besloten om de
opgebouwde pensioenen voor alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden met terugwerkende kracht per
1 januari 2013 te verhogen met 2%. Daarnaast is de toeslagverlening per 1 januari 2014 van 0,3% voor de groepen 3 en
4 en 0,9% voor de groepen 1 en 2 eveneens meegenomen in de dekkingsgraadbepaling. Daarnaast is in 2013 een
excassokostenvoorziening van 2% van de totale technische voorzieningen in Eigen Beheer gevormd.
Buy-in opgebouwde pensioenaanspraken
In 2013 is het herverzekeringscontract met Aegon omgezet naar een nominaal garantiecontract zonder winstdeling. Dit is
gerealiseerd door middel van een buy-in. Deze buy-in had betrekking op de opgebouwde aanspraken tot en met 2012.
Ook de pensioenverplichtingen opgebouwd in 2013 zijn herverzekerd bij Aegon. Vanaf 1 januari 2014 gaat het
pensioenfonds zelf de pensioenen en het vermogen beheren.
Nieuwe contracten met verzekeraars
Vanaf 1 januari 2014 is de herverzekering van een deel van de overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico's
ondergebracht bij Zwitserleven. Dit was nodig omdat het pensioenfonds vanaf 1 januari 2014 is overgegaan naar een
situatie van eigen beheer.
Door de werkgever is met Zwitserleven een contract afgesloten voor de verzekering van het ANW-hiaat pensioen. Vanaf
1 januari 2014 wordt deze verzekering niet meer door het Pensioenfonds, maar door de werkgever aangeboden.
Ten slotte is ook de pensioenuitvoering voor Module III van de pensioenregeling gewijzigd.
Per 1 januari 2013 is Robeco de nieuwe uitvoerder.
Goed Pensioenfondsbestuur
Integere bedrijfsvoering
Het beleid van het Pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in
artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt onder meer in:
Adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing,
l
Analyse en beheersing van integriteitsrisico's,
l
Voorkomen van belangenverstrengeling,
l
Duurzame beheersing van (financiële) risico's,
l
Iedere 3 jaar een continuïteitsanalyse uitvoeren.
l
Continuïteitsanalyse
Het Pensioenfonds heeft het beleid om eens in de 3 jaar een continuïteitsanalyse uit te voeren. In 2010 is een
continuïteitsanalyse uitgevoerd. Deze continuïteitsanalyse toonde onder andere aan dat het financieel beleid van het
Pensioenfonds consistent is; de financiële opzet past bij de toeslagambitie. Zodra meer duidelijk is over het nieuwe
Financieel Toetsingskader zal een nieuwe continuïteitsanalyse worden uitgevoerd.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
14
Kostentransparantie
De totale kosten voor het pensioenbeheer in 2013 bedragen circa € 919 duizend. Hieronder vallen de administratie-,
communicatie, advies- en bestuurskosten, alsmede de kosten van toezicht en controle. Het totaal aantal actieve en
pensioengerechtigde deelnemers per 31 december 2013 bedraagt 3133. De kosten per deelnemer bedragen in 2013
derhalve € 293,32. In deze berekening is uitgegaan van de aanbevelingen van de Pensioenfederatie.
Voor 2013 zijn de kosten voor vermogensbeheer berekend op 0,21% van het gemiddeld belegd vermogen. Hierin zijn
begrepen de kosten van het vermogensbeheer alsmede van de custodian (bewaarkosten) en een inschatting van de
transactiekosten. De transactiekosten zijn berekend op 0,01% van het gemiddeld belegd vermogen. De kosten moeten
worden beoordeeld in relatie tot de gekozen beleggingsmix, de bijbehorende benchmark en het rendement op lange
termijn.
ALM
In 2011 is gestart met een uitgebreide Asset Liability Management (ALM-) studie. In 2012 zijn verschillende strategische
keuzes getoetst. Mede op basis van de resultaten van de ALM-studie heeft het bestuur besloten tot een buy-in van de
nominaal opgebouwde pensioenaanspraken tot en met 31 december 2013. In 2013 is middels een ALM-studie het
beleggingsbeleid bepaald dat het pensioenfonds vanaf 1 januari 2014 zal gaan voeren.
Intern toezicht en verantwoordingsorgaan
Het bestuur van het Pensioenfonds besteedt - conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed
pensioenfondsbestuur - veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing.
Reglementair is vastgelegd hoe het bestuur omgaat met zijn rol en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur,
verantwoording en intern toezicht.
Aan het pensioenfonds is een verantwoordingsorgaan verbonden. Dit orgaan beoordeelt het handelen van het bestuur
conform haar wettelijke taak.
Gedragscode
Het Pensioenfonds heeft een gedragscode ingesteld voor alle bij het Pensioenfonds betrokken personen. De
gedragscode geeft regels en richtlijnen ter voorkoming van verstrengeling van belangen van het Pensioenfonds en de
privébelangen van betrokken personen, maar is ook bedoeld om gebruik of verspreiding van vertrouwelijke
marktinformatie te voorkomen. Jaarlijks wordt in een vergadering van het algemeen bestuur, in bijzijn van de compliance
officer, de naleving van de gedragscode door alle bestuursleden bevestigd.
Het uitgangspunt van de gedragscode is het bevorderen van transparantie en ervoor te zorgen dat alle aan het
Pensioenfonds verbonden personen - ook voor bescherming van hun eigen belangen - duidelijk weten wat wel en wat niet
geoorloofd is. De gedragscode is tevens bedoeld ter bescherming van de aan het Pensioenfonds verbonden personen in
hun externe contacten met bijvoorbeeld zakelijke relaties.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
15
Communicatie
Nieuw communicatiebeleid
In 2013 is voor de periode 2013 -2017 een nieuw communicatiebeleid vastgesteld. In dit nieuwe beleid zijn de uitkomsten
van het medewerkersonderzoek (juni 2012) en de bevindingen uit het rapport 'Pensioen in duidelijke taal' meegenomen.
De belangrijkste uitgangspunten voor het nieuwe communicatiebeleid zijn:
Voldoen aan de wettelijke eisen. We zien deze wettelijke vereisten als een minimum. Voor effectieve communicatie is
l
meer nodig.
Deelnemers moeten een reëel beeld hebben van hun pensioensituatie. Dit betekent dat deelnemers inzicht moeten
l
hebben in hoeveel ze kunnen verwachten en wat ze nodig hebben. Ook moeten de met pensioen samenhangende
risico's duidelijk zijn. Pensioenfonds AVEBE wil duidelijk aangeven welke acties een deelnemer zelf kan ondernemen,
en welke ondersteuning hij van het pensioenfonds mag verwachten.
Het pensioenfonds houdt er rekening mee dat het merendeel van de deelnemers niet zelf om pensioeninformatie
l
vraagt. De informatie moet hen actief vanuit het fonds aangeboden worden.
Website
Een belangrijke mijlpaal in 2013 was de lancering van de pensioenwebsite. Informatie over de pensioenregeling is nu op
elk moment voor alle groepen deelnemers beschikbaar.
Elke maand wordt bijgehouden hoeveel mensen de website bezoeken. Maar er wordt ook gekeken hoe lang een
bezoeker gemiddeld op de website blijft, en welke pagina's veel, weinig of juist niet worden bezocht. Uit de website
statistieken blijkt dat veel mensen terugkeren naar de site.
Pensioenplanner
In de tweede helft van 2014 zal de pensioenplanner gelanceerd worden. Met behulp van de pensioenplanner kunnen
deelnemers individuele pensioenberekeningen laten uitvoeren.
Nieuwsbrief
Het Pensioenfonds stuurde in juli 2013 het AVEBE Pensioen Nieuws naar deelnemers en pensioengerechtigden. In dit
nummer is een samenvatting van het Jaarverslag van 2012 opgenomen.
Gedurende het jaar ontvingen deelnemers en pensioengerechtigden daarnaast verschillende persoonlijke brieven onder
andere over de aanpassing van het Anw-hiaatpensioen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
16
PENSIOENBELEID
Pensioenregeling
De basispensioenregeling is een zogenaamde CDC-regeling ('collective defined contribution'). Dat wil zeggen dat de
werkgever een vaste bijdrage betaalt aan het Pensioenfonds plus de afgesproken aanvullende bijdrage. In het
pensioenreglement is de regeling vormgegeven als een (voorwaardelijke) middelloonregeling. Bij deze pensioenregeling
ligt het financiële risico niet bij de werkgever. Dit risico ligt voor de opgebouwde rechten tot en met 31 december 2013 bij
AEGON.
Als de financiële positie van het Pensioenfonds en de bijdragen van de deelnemers en werkgever volgens wettelijke
normen onvoldoende zijn, zal het bestuur ervoor zorgen dat de op te bouwen aanspraken evenredig worden verlaagd.
Zodra de financiële positie verbetert, kunnen de verlagingen weer worden hersteld.
Naast de CDC-regeling kent het Pensioenfonds een tweetal gesloten beschikbare premieregelingen.
Per 1 januari 2012 heeft het Pensioenfonds een nieuwe uitvoeringsovereenkomst afgesloten met AVEBE U.A. De
pensioenregeling en de financiering zijn gewijzigd. De uitvoeringsovereenkomst loopt tot 1 januari 2014. Begin 2014 zijn
AVEBE U.A en het Pensioenfonds overeengekomen de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst te verlengen tot
1 januari 2015.
Premiebeleid
Tussen de "Coöperatie AVEBE U.A." en de "Stichting Pensioenfonds AVEBE" is, tot 1 januari 2015, bepaald dat de
werkgever het Pensioenfonds jaarlijks een premie ter beschikking stelt die gelijk is aan de som van de volgende
onderdelen:
Een totale bijdrage ter grootte van 25,78% (24,88% voor pensioenopbouw en 0,9% als vergoeding voor rente) van de
l
som van de jaarsalarissen van alle deelnemers aan de in het pensioenreglement omschreven pensioenregeling
rekening houdend met de geldende parttimefactoren;
De kosten voor de uitvoering en administratie van de pensioenregeling, alsmede kosten en vergoeding van het
l
bestuur;
De deelnemersbijdragen die geen onderdeel uitmaken van de hiervoor genoemde totale bijdrage van 25,78%.
l
De werkgever heeft eenmalig een bedrag van 8 miljoen euro aan het Pensioenfonds beschikbaar gesteld voor de
financiering van de overgangsregeling. Deze overgangsregeling was bedoeld voor deelnemers die óp of ná 1 januari
1950 waren geboren én aan de volgende 2 aanvullende voorwaarden voldeden:
Op 1 juli 1996 deelnemer in de toenmalige flexibele pensioenregeling waren;
l
Ultimo 2005 deelnemer in één van de tot dat moment geldende pensioenregelingen waren .
l
Toeslagenbeleid
Bij het verlenen van toeslagen (indexatie) maakt het Pensioenfonds onderscheid tussen verschillende groepen:
Groep 1: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vóór 1 april 1996;
Groep 2: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 1 april 1996 tot 9 december 1999;
Groep 3: Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 9 december 1999;
Groep 4: Opgebouwde pensioenen van de (actieve) deelnemers.
Bij het bepalen van de hoogte van de toeslag, kijkt het Pensioenfonds naar twee indexen. Per groep is bepaald welke
index gegeven wordt. De indexen waar de hoogte van de toeslag van afgeleid wordt, betreffen:
de Consumentenprijsindex alle huishoudens (afgeleid, basisjaar 2006 = 100), zoals gepubliceerd door het Centraal
l
Bureau voor de Statistiek ('CBS') (hierna: prijsindex cq. prijsinflatie). Deze prijsindex wordt tot op één decimaal
nauwkeurig berekend over een periode die loopt van de maand oktober tot de maand oktober van het volgende jaar.
Ter verduidelijking: voor de toeslag per 1 januari 2014 kijkt het Pensioenfonds naar de prijsindex berekend over de
periode van oktober 2012 tot oktober 2013.
De algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE (hierna: loonindex cq looninflatie).
l
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
17
Naast de loon- en prijsindex kijkt het Pensioenfonds vooral naar de eigen financiële positie, zoals vastgelegd in de
dekkingsgraad. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds, berekend op basis van de actuele rentetermijnstructuur zonder
rekening te houden met de UFR en driemaands middeling, was op 31 december 2013 118,7%.
Toeslagregeling per groep
Groep 1
Pensioenen uit groep 1 vallen onder de onvoorwaardelijke toeslagregeling. De toeslag is gelijk aan de stijging van de
door het CBS gepubliceerde afgeleide consumentenprijsindex voor alle huishoudens over de eerdergenoemde periode
van oktober tot oktober voorafgaande aan de toeslagdatum (prijsindex). Om deze garantie tot waardevastheid zeker te
stellen houdt het Pensioenfonds in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep was per
1 januari 2014 gelijk aan de ontwikkeling van de prijsindex in de referentieperiode: 0,9%.
Groep 2
De toeslag voor pensioenen uit groep 2 is de hiervoor genoemde prijsindex gemaximeerd op de laagste van de algemene
salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE én de 5-jaars gemiddelde overrente. Hiervoor houdt het Pensioenfonds
in eigen beheer een aparte voorziening aan. De toeslag voor deze groep bedraagt per 1 januari 2013 2%. De toeslag
voor deze groep (per 1 januari 2014) was 0,9%.
Groep 3
Het Pensioenfonds streeft ernaar de pensioenen uit groep 3 - de premievrije en ingegane pensioenen - te verhogen op
basis van de prijsindex. Voorwaarde is wel dat de financiële positie naar het oordeel van het bestuur voldoende is. De
toeslag bedraagt echter nooit meer dan de algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE. De toekenning van
de aanpassing is voorwaardelijk; er is geen recht op deze aanpassing, en het is ook voor de langere termijn niet zeker of
en in hoeverre aanpassing zal plaatsvinden. Voor nog niet-toegekende toeslagen wordt niet gereserveerd en er wordt
geen premie voor betaald. Omdat de voorlopige dekkingsgraad ultimo 2013 118,3% was, is de toeslag voor deze groep
gelijk aan de prijsinflatie. De toeslag voor deze groep bedraagt per 1 januari 2013 0,3%. Het toeslagpercentage per
1 januari 2014 is in de bestuursvergadering van 17 december 2013 vastgesteld, op basis van de voorlopige
dekkingsgraad per 31 december 2013.
Groep 4
Het bestuur streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken uit groep 4 jaarlijks per 1 januari aan te passen. De
toeslag wordt gegeven als het Pensioenfonds hier - naar het oordeel van het bestuur - voldoende geld voor heeft. De
toeslag bedraagt nooit meer dan het percentage van de algemene salarisontwikkeling volgens de CAO van AVEBE die
van toepassing is over de hiervoor genoemde periode. De toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op een
toeslag en het is ook voor de langere termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagen kunnen worden verleend. Omdat de
voorlopige dekkingsgraad ultimo 2013 118,3% was, is de toeslag voor deze groep gelijk aan de prijsinflatie. De toeslag
voor deze groep bedraagt per 1 januari 2014 0,3%. Het toeslagpercentage per 1 januari 2014 is in de
bestuursvergadering van 17 december 2013 vastgesteld, op basis van de voorlopige dekkingsgraad per 31 december
2013.
Voorwaardelijkheid toeslagen
De toeslagen op de pensioenen die ná 9 december 1999 zijn ingegaan of premievrij zijn geworden, zijn voorwaardelijk.
Toeslagen worden verleend voor zover de middelen van het Pensioenfonds het toelaten. In de toeslagmatrix zoals
gepubliceerd door SZW kan deze voorwaardelijke toeslag worden ondergebracht in toeslagcategorie D1 "Voorwaardelijke
toeslagtoezegging gekoppeld aan een ex-ante bepaalde maatstaf".
Voor de onvoorwaardelijke toeslag van groep 1 en de deels voorwaardelijke van groep 2 worden aparte voorzieningen
aangehouden.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
18
Toeslagenstaffels
Voor de genoemde voorwaardelijke toeslag worden de onderstaande toeslagenstaffels door het bestuur als leidraad
genomen.
Toeslagenstaffel deelnemers groep 4
tot 110% dekkingsgraad
tot 122% dekkingsgraad
tot 135% dekkingsgraad
vanaf 135% dekkingsgraad
vanaf 135% dekkingsgraad
geen toeslag
1/3e prijsinflatie
e
2/3 prijsinflatie
looninflatie
inhaaltoeslagen
Toeslagenstaffel gewezen deelnemers en
pensioengerechtigden groep 3
tot 110% dekkingsgraad
tot 122% dekkingsgraad
tot 135% dekkingsgraad
vanaf 135% dekkingsgraad
vanaf 135% dekkingsgraad
geen toeslag
e
1/3 prijsinflatie
2/3e prijsinflatie
prijsinflatie
inhaaltoeslagen
Door de omzetting van het herverzekeringscontract naar het nominale garantiecontract is de dekkingsgraad aanzienlijk
gestegen. In verband hiermee is de toeslagenstaffel in 2013 aangepast.
Ontwikkelingen deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden
In bijgaand overzicht is de ontwikkeling van het deelnemersbestand in aantallen weergegeven. In de kolom 'Percentage
voorziening' staat de procentuele verhouding van de groep deelnemers in de VPV.
Actieven
Aantal
verzekerden
1.203
Per 31 december 2013
Per 31 december 2012
Bedrag TV Percentage Aantal
Bedrag TV Percentage
in € 1000
voorziening verzekerden
in € 1000 voorziening
202.366
40,0
1.232
218.510
42,1
Gewezen deelnemers
1.576
67.869
13,4
1.587
63.534
12,2
Pensioengerechtigden
Voorziening voor
zieken (uitlooprisico)
Toekomstige kosten
1.930
236.126
46,6
1.888
237.332
45,7
Totaal
4.709
1.760
1.760
9.836
8.783
517.957
100,0
4.707
529.919
100,0
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
19
BELEGGINGSBELEID
Beleggingsjaar 2013
Het beleid van centrale banken bepaalde in het verslagjaar voor een groot deel de stemming op de financiële markten.
De Europese Centrale Bank (ECB) hield de rente laag en maakte het mogelijk dat banken goedkoop geld konden lenen.
Hiermee hoopte de ECB dat de economische groei weer op gang zou komen. Daarnaast sprak de ECB uit dat zij
ongelimiteerd schuldpapier zou opkopen van Zuidelijke Eurolanden indien zij om steun zouden vragen. Deze strategie
leek dit jaar goed te werken. De risicopremies op staatsobligaties van de Zuidelijke Eurolanden daalden aanzienlijk.
Ook de Amerikaanse centrale bank, de Fed, beïnvloedde het gedrag van beleggers. De Fed had de liquiditeit enorm
vergroot door maandelijks grote bedragen te beleggen in Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekleningen. Vanaf het
tweede kwartaal werd verwacht dat de Fed zou starten met de afbouw ('tapering') van deze monetaire verruiming.
Ondanks het positieve signaal dat hiervan uit zou moeten gaan, reageerden beleggers negatief. Het bleef voor een groot
deel van het jaar onduidelijk in hoeverre de Fed daadwerkelijk over zou gaan tot het matigen van de monetaire
stimulering. In december besloot de Fed om in januari 2014 te beginnen met een stapsgewijze afbouw van het
steunbeleid.
Economische cijfers verbeterden gedurende het jaar en duidden op het aantrekken van de groei in grote delen van de
wereld. Wel waren de onderlinge verschillen groot. Zo bleef Europa achter ten opzichte van de Verenigde Staten, vooral
door de negatieve effecten van bezuinigingen op de economische groei. Vanaf de tweede helft van het jaar verbeterden
ook in Europa de economische vooruitzichten. Door het verbeterde macro economische nieuws is de Nederlandse en
Duitse lange rente gestegen. Zo steeg de Duitse 30-jaars rente van 2,1% per eind 2012 naar 2,7% per eind 2013.
Vooral door het lage rendement (bijna nihil) op kortere staatsobligaties van Nederland en Duitsland, bleven beleggers
zoeken naar hogere rendementen. Bedrijfsobligaties rendeerden dit jaar ruim 3,4% beter dan een vergelijkbare
portefeuille met Duitse staatsobligaties.
Met uitzondering van het tweede kwartaal, deden aandelen het goed in 2013. De aankondiging van de Fed onderbrak de
stijging van de aandelenkoersen, maar deze herstelden snel nadat bekend werd dat de Fed nog niet zou beginnen met
de afbouw van de steunmaatregelen. In totaal bedroeg het rendement op wereldwijde aandelen over geheel 2013 (MSCI
AC Index, met Amerikaanse dollar, Britse pond, Japanse yen afgedekt) 22,2%. Vooral aandelen uit de defensievere
sectoren, zoals de consumenten gerelateerde en gezondheidssector, behaalden goede rendementen. Onderverdeeld
naar regio's behaalden Japanse aandelen dit jaar de meest positieve resultaten, mede door de aankondiging van de
Japanse centrale bank tot ingrijpende steunoperaties. Dit ging echter wel gepaard met een verzwakking van de Japanse
yen ten opzichte van de euro. Aandelen van opkomende markten bleven achter bij die van ontwikkelde markten. De
aankondiging van de afbouw van de monetaire steunoperaties in de Verenigde Staten zorgde vooral in deze markten voor
dalende aandelenkoersen. Daarnaast werd getwijfeld aan de fundamentele balanssituatie van enkele grotere opkomende
landen.
Grondstoffen sloten het jaar met een verlies af. De edelmetalen (goud en zilver) waren de grote verliezers in 2013.
Edelmetalen waren in de afgelopen jaren zeer populair bij beleggers vanwege het ruime monetaire beleid van de centrale
banken. In 2013 kwam aan deze populariteit een abrupt einde. De energiesector presteerde het best in 2013. De
geopolitieke onrust in met name Syrië zorgde voor een sterke stijging van de olieprijs rond het voorjaar en tijdens de
zomer.
Met uitzondering van de woningmarkt staat de verhuur van Europees vastgoed nog steeds onder druk door een dalende
werkgelegenheid en een laag consumentenvertrouwen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
20
Hieronder is een overzicht opgenomen van de rendementen die binnen de verschillende door AVEBE aangehouden
beleggingscategorieën zijn behaald, met daarbij het rendement van de bijbehorende benchmarks.
Performance beleggingen 2013
Categorie
Aandelen
Vastrentende waarden
Vastgoed
Commodities
Hedge Funds
Gehele portefeuille
Portefeuille
19,5%
-1,7%
-3,8%
-11,8%
9,5%
7,1%
Benchmark
17,9%
-1,4%
-3,8%
-11,8%
2,1%
6,6%
De performance van de totale beleggingsportefeuille kwam over geheel 2013 uit op 7,1%. De benchmark presteerde
minder goed (6,6%).
Beleggingsportefeuille ultimo 2013
Aandelen
51,4%
27,0%
Vastrentende waarden
Vastgoed
6,3%
Commodities
7,0%
Hedge funds
4,4%
3,9%
Liquide middelen
Totaal
100,0%
Aandelen
Het rendement op de aandelenbeleggingen bedroeg over geheel 2013 19,5% ten opzichte van 17,9% voor de
benchmark.
Het rendement op de aandelenbeleggingen via het TKPI MM World Equity Afdekking Fund was met 24,3% hoger dan dat
van de benchmark van 22,2%. Dit positieve rendement ten opzichte van de benchmark werd redelijk breed gedragen.
Vooral de actief beheerde Europese en Japanse beleggingen voegden veel waarde toe. Het rendement van de
beleggingen in opkomende landen bleef, zowel absoluut als relatief, achter.
Het afdekken van het valutarisico droeg 4,7% bij aan het rendement in 2013. Dit kwam vooral door de daling van de
Japanse yen ten opzichte van de euro. De Amerikaanse dollar en het Britse pond daalden beperkt.
Aandelenbeleggingen in opkomende landen behaalden via het TKPI MM Emerging Markets Fund een negatief rendement
van -7,2%. Dit was 0,4% lager dan de benchmark. De focus van het fonds ligt op goed geleide bedrijven met relatief lage
schuldenposities. De verwachting is dat dergelijke bedrijven ook beter in staat zijn om te gaan met macro-economische of
politieke problemen.
Vastrentende waarden
De vastrentende waarden beleggingen behaalden over 2013 een negatief rendement van -1,7% en presteerden hiermee
0,4% slechter dan de benchmark. Ultimo 2013 bedroeg het totaal belegd vermogen in de vastrentende waarden
portefeuille circa € 35,6 miljoen. Deze portefeuille bestaat voor een groot deel uit inflatiegerelateerde obligaties en
daarnaast voor een deel uit staatsobligaties opkomende landen en high yield obligaties.
Inflatie gerelateerde beleggingen
Inflatie gerelateerde obligaties doen het goed als de inflatieverwachtingen stijgen. De inflatie en de inflatievooruitzichten
stegen echter niet in 2013. Hierdoor was het rendement in 2013 negatief (-1,3%). Het rendement van de beleggingen in
Duitse inflatie gerelateerde beleggingen bedroeg overigens -4,7%. Omdat deze beleggingen passief worden beheerd,
was het rendement nagenoeg gelijk aan het rendement van de benchmark.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
21
High yield obligaties
Beleggingen in high yield obligaties, via het TKPI MM Global High Yield Fund, behaalden een positief rendement van
6,8%. Dit was nagenoeg gelijk aan het rendement van de benchmark. Dit kwam vooral door succesvolle obligatieselectie
binnen de verschillende sectoren.
Staatsobligaties opkomende landen
Via het TKPI MM Emerging markets Debt Fund wordt belegd in obligaties uitgegeven door overheden van opkomende
landen. Dit fonds behaalde een negatief rendement van -6,6%. De markt reageerde vooral negatief op de eerste
aankondiging van de Fed over het mogelijk verminderen van de kwantitatieve verruiming. De beleggingen waren wat
risicovoller ingericht dan het marktgemiddelde op het moment dat de Fed aankondigde de monetaire verruiming te gaan
terugschroeven. Het rendement van de beleggingen was hierdoor 1,1% lager dan de benchmark.
Vastgoed
Het pensioenfonds belegt een deel van de portefeuille in indirect vastgoed. Het rendement van het Europese nietbeursgenoteerde onroerend goed fonds (TREF) bedroeg -3,8% in 2013. Dit negatieve rendement werd onder andere
veroorzaakt doordat de waarde van parkeergarages van Q-Park daalde na tegenvallende parkeeropbrengsten. Ook zijn
enkele vastgoedfondsen bezig vastgoed te verkopen. De onderhandelingen hieromtrent leiden tot een aanscherping van
de waarderingen. In 2013 is de vastgoedportefeuille verder afgebouwd.
Grondstoffen
Het rendement van het grondstoffenfonds bedroeg -11,7%. Dit was nagenoeg gelijk aan dat van de benchmark. Dit jaar
waren de rendementsverschillen tussen de verschillende grondstoffen groot. De energiesector presteerde het best in
2013. Door geopolitieke onrust steeg de olieprijs sterk. Edelmetalen waren in de afgelopen jaren zeer populair bij
beleggers vanwege het ruime monetaire beleid van de centrale banken. In 2013 daalden echter de prijzen na de eerste
tekenen dat de Fed haar ruime stimuleringsbeleid zou afbouwen.
Hedge funds
De hedge funds beleggingen, via het MM Global Hedge Fund Strategies, behaalden in 2013 een rendement van 9,5%. Dit
was 7,5% hoger dan de benchmark. Gedurende het jaar werd het grootste deel van de portefeuille belegd in aandelen-,
vastrentende- en arbitragestrategieën. Deze drie categorieën maakten gemiddeld ongeveer 70% van de portefeuille uit. In
de loop van het jaar verschoof de allocatie van arbitragestrategieën (relative value) naar aandelen gerelateerde
strategieën en vastrentende waarden strategieën (bedrijfsobligaties).
Maatschappelijk verantwoord beleggen
Het pensioenfonds heeft de overtuiging dat aandacht voor Environmental, Social en Governance (ESG)-aspecten in het
beleggingsproces bijdraagt aan een beter risico/rendementsprofiel. De ondernemingen waarin het pensioenfonds, via
TKPI beleggingsfondsen belegt, worden periodiek gescreend op duurzaamheid. Ook is de integratie van ESG-criteria in
het beleggingsproces een vast onderdeel in/van het multi manager selectieproces. Daarnaast vindt op voorhand
uitsluiting van bepaalde bedrijven en landen plaats. Daarnaast voert het pensioenfonds via TKP Investments een actief
stembeleid.
Uitsluitingen van bedrijven
Beleggingen in aandelen en obligaties van bepaalde bedrijven en landen worden op voorhand uitgesloten. Dit zijn
bedrijven die direct betrokken zijn bij het vervaardigen, ontwikkelen, onderhouden of verhandelen van controversiële
wapens. Controversiële wapens omvatten: biologische wapens, nucleaire wapens, chemische wapens, antipersoonsmijnen, clusterbommen en munitie met verarmd uranium. In alle gevallen gaat het om directe betrokkenheid van
het bedrijf bij het vervaardigen, ontwikkelen, onderhouden of verhandelen van het eindproduct, bij het produceren of
ontwikkelen van essentiële onderdelen, bij het leveren van essentiële diensten of bij het ontwikkelen of produceren van
lanceerinrichtingen voor bovengenoemde controversiële wapens. Bij indirecte betrokkenheid door een aan de
onderneming juridisch verbonden entiteit, geldt een minimum belang van 25%.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
22
Ook andere bedrijven kunnen worden toegevoegd aan de uitsluitingenlijst. Het gaat dan om bedrijven die niet volgens de
UN Global Compact principes (principes op het gebied van mensenrechten, milieu, arbeidsomstandigheden en anticorruptie) handelen en die na het voeren van een dialoog onvoldoende vooruitgang hebben getoond.
Sinds 1 januari 2013 geldt voor institutionele beleggers, waaronder pensioenfondsen, een wettelijk verbod op transacties
in bedrijven die clustermunitie produceren, verkopen of distribueren. De AFM houdt hier vanaf 1 april 2013 toezicht op. Op
basis van een overleg tussen afgevaardigden uit de financiële sector en de AFM is een lijst opgesteld met bedrijven die
uitgesloten moeten worden. De lijst bevat zes namen, die alle al op gehanteerde uitsluitingenlijst staan.
Uitsluitingen van landen
Er geldt een uitsluitingsbeleid voor overheidsobligaties van landen die zijn veroordeeld vanwege ernstige schendingen
van mensenrechten. De belangrijkste veroordelingen van staten zijn de sancties van de VN Veiligheidsraad (UN Security
Council). Daarnaast wordt gekeken naar veroordelingen door andere gezaghebbende instanties waaronder het raamwerk
van de Common Foreign and Security Policy of the EU (CFSP EU). Van de uitgesloten landen zit alleen Wit Rusland in
een benchmark van één TKPI beleggingsfonds. Dit betreft het TKPI MM Emerging Market Debt Fund. Het gewicht van Wit
Rusland is 0,57% per eind van 2013 en leidt tot een (kleine) mismatch tussen portefeuille en benchmark. De andere
uitgesloten landen zitten niet in een benchmark, waardoor het uitsluiten niet leidt tot een toename van de tracking error.
De uitsluitingenlijst wordt één keer per jaar geactualiseerd.
Screening en engagement
Het streven is dat alle ondernemingen waarin het pensioenfonds belegt, zich gedragen volgens de Global Compact
Principles (GCP), zoals samengesteld door de Verenigde Naties (VN). Voor het screenen maakt TKP Investments gebruik
van een gespecialiseerde externe partij, Sustainalytics. Deze partij screent jaarlijks de door TKP Investments beheerde
portefeuilles. Bij de screening van de aandelen en vastrentende waarden beleggingen per ultimo 2012 voldeden 27
bedrijven niet aan de UN Global Compact principes (op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en
corruptie). Met tien van deze bedrijven op deze lijst is in 2013 een dialoog gevoerd op verschillende thema's. Naast deze
reguliere dialoog (engagement) wordt een dialoog gevoerd rond het thema mensenrechten in combinatie met zakendoen.
Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het 'Protect, Respect and Remedy' raamwerk van VN afgezant John Ruggie. Dit
raamwerk spoort het bedrijfsleven aan verantwoordelijkheid op het gebied van mensenrechten te nemen en spreekt het
bedrijf aan op de reputatie-, operationele en juridische risico's.
Stembeleid
Het pensioenfonds belegt via TKPI beleggingsfondsen wereldwijd in beursgenoteerde ondernemingen. Bij een algemene
en buitengewone vergadering van aandeelhouders van Europese ondernemingen maakt TKPI gebruik van het stemrecht
als gevolmachtigde van het pensioenfonds. Voor het stembeleid maakt TKPI gebruik van een daartoe gespecialiseerd
stemadviesbureau (RiskMetrics). Het stembeleid wordt toegepast op Europese beursgenoteerde ondernemingen. In 2013
werd op 456 aandeelhoudersvergaderingen gestemd. Navolgende grafiek geeft deze stemmen weer.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
23
Onroerend goed fondsen
TKPI heeft zich aangesloten bij GRESB (Global Real Estate Sustainability Benchmark), een wereldwijd initiatief voor het
meten van de duurzaamheid van vastgoedportefeuilles en het verbeteren van de duurzaamheid. De duurzaamheid wordt
gemeten aan de hand van twee brede thema's: beleid en implementatie. Hierbij kan worden gedacht aan verlaging van
elektriciteitsverbruik en groene huurcontracten waarbij de huurder zich mede committeert aan het verlagen van de
ecologische voetafdruk. In een markt die zich kenmerkt door een concentratie van vraag van zowel beleggers als
huurders naar het onroerend goed in het topsegment, hebben duurzame objecten een duidelijke meerwaarde ten
opzichte van 'conventionele' panden.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
24
FINANCIEEL BELEID
Ontwikkeling eigen vermogen
Het eigen vermogen (x 1.000 euro) van het Pensioenfonds ontwikkelde zich in 2013 als volgt:
Beginstand
Toevoeging uit resultaat
Eindstand
2013
102.489
2012
61.219
2011
64.012
-4.549
97.940
41.270
-2.793
102.489
61.219
Ontwikkeling financiële positie
De dekkingsgraad op zuivere RTS, op basis waarvan de hoogte van de toeslag wordt bepaald, heeft zich de afgelopen
jaren als volgt ontwikkeld:
2013
2012
2011
2010
2009
Dekkingsgraad
(per 31 december)
118,7%
118,5%
103,2%
114,2%
112,0%
Herstelplan
De dekkingsgraad (op UFR) van het pensioenfonds is in de afgelopen jaren niet lager geweest dan de vereiste
dekkingsgraad. Dit komt voornamelijk doordat een groot deel van de pensioenverplichtingen is herverzekerd bij Aegon.
Als gevolg hiervan heeft het pensioenfonds geen herstelplan ingediend bij DNB.
Actuariële analyse van het resultaat
De samenstelling van het resultaat over 2013 en 2012 en de wijzigingen daarin blijken uit het volgende overzicht
(x €1.000):
2013
2012
Rendement en wijziging rentetermijnstructuur
Resultaat op premie
Resultaat op waardeoverdrachten
Resultaat op uitkeringen
Resultaat op sterfte
Toeslagverlening t.l.v. pensioenfonds
Garantiecontract
Incidentele mutaties
Overige kanssystemen
Andere oorzaken
Resultaat
8.839
3.808
-107
116
76
-9.537
-10.176
-13
2.445
4.710
170
-188
63
52
6
36.832
-517
116
26
-4.549
41.270
In bovenstaande resultaatanalyse is de mutatie garantievoorziening opgenomen.
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets
Het vereist eigen vermogen (VEV) is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het fonds en is vastgesteld
door toepassing van het standaardmodel van DNB. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig dat met een
zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen één jaar in een dekkingstekort geraakt.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
25
Het pensioenfonds heeft vrijwel alle verplichtingen door middel van een garantiecontract herverzekerd. Het VEV zou
daarom berekend moeten worden ten opzichte van de TV eigen beheer. Wij hebben het VEV via de standaard toets
benaderd op 24,7% van de TV eigen beheer. Ten opzichte van de totale voorziening betekent dit een VEV van 1,2%.
Aangezien het MVEV 3,5% van de totale voorziening bedraagt, is het VEV gelijk aan het MVEV.
Per 31 december 2013 is sprake van toereikende solvabiliteit.
Algemeen
De TV is berekend als contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken voor de per 31 december 2013 actieve
deelnemers en de toegekende aanspraken van de gewezen en gepensioneerde deelnemers. De afname van de TV
bedraagt 11.962. Per 31 december 2013 bedraagt de TV 517.957.
Ontwikkeling technische voorziening risico pensioenfonds
In 2013 is de technische voorziening voor risico pensioenfonds toegenomen van 14.794 tot 24.361. De volgende tabel
geeft een specificatie van deze toename naar oorzaken.
Technische voorziening ultimo 2012
14.794
Intresttoevoeging (op basis van 0,351%)
50
Toeslagverlening t.l.v. fonds
230
Sterfte
-76
Waardeoverdrachten
-2
Uitkeringen en afkopen
-10
Wijziging marktrente
-488
Wijziging actuariële uitgangspunten
14
Overige mutaties
13
Vrijval voor kosten
Overige resultaten*
-326
10.162
9.567
Technische voorziening ultimo 2013
24.361
* deze post bestaat grotendeels uit een excasso-opslag over de garantie-TV.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
26
RISICOBEHEER
Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De
belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Het solvabiliteitsrisico is daarmee
het belangrijkste risico voor het fonds.
Om dit risico te verminderen is het pensioenfonds in het verleden een garantiecontract aangegaan met Aegon. Er was
binnen dit contract sprake van een deel van de portefeuille dat bij Aegon aangehouden diende te worden. Ultimo 2012 is
het winstdelend garantiecontract met gesepareerd depot omgezet naar een niet winstdelend garantiecontract, waarin de
opgebouwde nominale aanspraken worden gegarandeerd. Naast deze garantieportefeuille had het pensioenfonds een
eigen beheer portefeuille. Door de hiervoor beschreven omzetting van het garantiecontract is vermogen vrijgevallen. Dit
vermogen is toegevoegd aan het vrije vermogen en wordt ingezet ten behoeve van de realisatie van de toeslagambitie.
Deze portefeuille is ondergebracht bij TKP Investments.
In deze jaarrekening wordt gerapporteerd over de beleggingen in de eigen beheer portefeuille (waarin het vrije vermogen
wordt beheerd).
Het risicobeleid is verwoord in de abtn van het fonds. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten
behoeve van het beheersen van de risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen:
Beleggingsbeleid;
l
Premiebeleid;
l
Herverzekeringsbeleid;
l
Toeslagbeleid.
l
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten
ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de Asset
Liability Management-studie (ALM-Studie) die in 2013 is afgerond.
De uitkomsten van deze analyse vindt haar weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als
basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de
uitvoering van het beleggingsbeleid door de vermogensbeheerder moet plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn
vastgelegd in mandaatovereenkomsten met de vermogensbeheerder. De mandaten zijn gericht op actief
vermogensbeheer.
In 2011 heeft het bestuur besloten een risicomanagementtraject te starten met als doelstelling:
Risico's te identificeren die het pensioenfonds loopt
l
De stand van de beheersing te beoordelen
l
Tekortkomingen in de beheersing op te sporen
l
Gemotiveerd te beslissen tot wel of geen extra maatregelen
l
Hiertoe hebben drie risicomanagementsessies plaatsgevonden, waarin het bestuur een inschatting heeft gegeven van de
waarschijnlijkheid van optreden en de impact van de risico's, rekening houdend met de bestaande beheersing van
risico's.
Begin 2012 heeft het bestuur een risicomanagementrapportage ontvangen waarin voor elk risico de netto risicoscore is
weergegeven.
In 2013 heeft het pensioenfonds in samenwerking met Towers Watson beoordeeld in welke mate de gerapporteerde
risico's op dat moment en vanaf 1 januari 2014 nog van toepassing zijn, in welke documenten de beheersing is
vastgelegd en of aanvullende beheersmaatregelen noodzakelijk zijn.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
27
Solvabiliteitsrisico
Onderdeel van de pensioentoezeggingen is het toekennen van een eventuele toeslag conform de toeslagambitie van het
pensioenfonds. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van
de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het solvabiliteitsrisico is dan ook een van de meest evidente risico's voor
het pensioenfonds.
Onder solvabiliteitsrisico wordt verstaan het risico dat het Pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter
dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen
als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Als de solvabiliteit van het
Pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het Pensioenfonds geen financiële ruimte heeft voor een
eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten.
In het kader van het overgangsregime van DNB hebben volledig herverzekerde fondsen vrijstelling voor het aanhouden
van een minimaal vereist eigen vermogen. Het Pensioenfonds is niet volledig herverzekerd, omdat het onvoorwaardelijke
toeslagverplichtingen in eigen beheer heeft.
Marktrisico's
Het marktrisico binnen de eigen beheer portefeuille omvat het prijs(koers)risico en het valutarisico. De strategie van het
fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op
dagelijkse basis beheerst door TKP Investments in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De
overall marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur.
Prijsrisico
Prijsrisico is het risico van wijzigingen in waarde door de ontwikkeling van marktprijzen. Het wordt veroorzaakt door
factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Het prijsrisico wordt
gemitigeerd door diversificatie die onder meer is vastgelegd in de strategische beleggingsmix van het fonds. Deze
diversificatie vindt plaats door spreiding van de eigen beheer portefeuille over diverse beleggingscategorieën. Binnen
deze beleggingscategorieën wordt verder gespreid naar verschillende subcategorieën. Voor elke subcategorie is een
apart beleggingsfonds gekozen.
De beleggingsfondsen zijn multi-manager fondsen, wat inhoudt dat deze beleggingsfondsen het vermogen verdelen over
meerdere managers die elk een deel van het mandaat invullen. Periodiek wordt door de vermogensbeheerder
gerapporteerd in welke onderliggende managers wordt belegd.
De segmentatie van het wereld aandelenfonds naar manager is als volgt:
MM World Equity Fund
Wereldwijde managers
Europese managers
US en Canada managers
Japan manager
Opkomende landen managers
Ontwikkeld managers Azië ex Japan
Market neutral managers
2013
19%
19%
28%
7%
10%
4%
13%
Totaal
100%
Naast het wereld aandelenfonds wordt binnen de categorie aandelen belegd in het opkomende landen aandelenfonds
(MM Emerging Markets Fund). Binnen dit fonds zijn de beleggingen verspreid over zes verschillende managers. Het
betreft vier managers die zich richten op specifieke regio's of landen en twee managers die in het gehele universum van
opkomende landen beleggen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
28
Voor het MM Inflation Index Linked Bond Fund wordt er via één manager (BlackRock) gelijkwaardig in de landen
Frankrijk, Italië en Duitsland belegd. Binnen het MM Emerging Market Debt Fund zijn de beleggingen min of meer
gelijkwaardig verspreid over vier managers die investeren in opkomende markten. Wellington is de aangewezen manager
voor het MM Global High Yield Fund. De manager belegt vooral in Noord-Amerika en Europa (± 85%).
Valutarisico
De eigen beheer portefeuille is belegd in beleggingsfondsen verspreid over verschillende beleggingscategorieën. Deze
beleggingsfondsen zijn gedenomineerd in euro's. Hierdoor hoeft er over de eigen beheer portefeuille geen additionele
afdekking plaats te vinden voor beleggingen in niet-euro fondsen.
Binnen de gehanteerde beleggingsfondsen kan wel valutarisico bestaan. Hier wordt per fonds op verschillende manieren
mee omgegaan. In onderstaande tabel wordt per fonds aangegeven hoe er met valutarisico wordt omgegaan.
Fonds
Fondsvaluta
Afdekking
Aandelen
MM World Equity Afdekking Fund
€
MM Emerging Markets Fund
€
USD, GBP en JPY worden op fondsniveau
volledig afgedekt naar de euro
Geen afdekking, het fonds luidt in euro’s
€
Geen afdekking, het fonds luidt in euro’s
€
Het fonds luidt in euro’s. Vreemde valuta wordt
voor minimaal 80% afgedekt naar de euro
Het fonds luidt in euro’s. Vreemde valuta wordt
afgedekt naar de Euro met een bandbreedte
van 97% tot 103%
Vastrentende waarden
MM Inflation Index Linked Bond
Fund
MM Emerging Market Debt Fund
MM Global High Yield Fund
€
Alternatives
MM Active Commodities Fund
€
MM Global Hedge Fund Strategies
€
Onroerend goed
Pensioen Real Estate Fonds
€
Het fonds luidt in euro’s. De beleggingen (in
USD) worden volledig afgedekt naar de euro
Geen afdekking, het fonds luidt in euro’s
Het fonds luidt in euro’s. De beleggingen die
niet in euro’s luiden, worden afgedekt naar de
euro
Doordat binnen de eigen beheer portefeuille gebruik wordt gemaakt van beleggingsfondsen waarin de grootste
valutarisico's worden afgedekt, kent het fonds slechts een kleine valuta-exposure naar met name opkomende landen.
Binnen de totale beleggingsportefeuille wordt minimaal 70% van het valutarisico afgedekt. Indien de afdekking van het
valutarisico minder dan 70% bedraagt wordt contact opgenomen met het pensioenfonds. Uitgangspunten hierbij zijn:
Dagelijkse monitoring;
l
Afdekking valuta op basis van de benchmarks.
l
Renterisico
Er bestaat een beperkt renterisico met betrekking tot de in eigen beheer gevormde voorziening voor de onvoorwaardelijke
toeslag. Omdat vanaf 1 januari 2014 nieuwe pensioenopbouw in eigen beheer plaats vindt neemt het belang van dit risico
toe. Het bestuur heeft dit risico in kaart laten brengen, zodat zij dit adequaat kan beheersen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
29
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van
tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die
obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars.
Aangezien de opgebouwde nominale aanspraken worden gegarandeerd door Aegon loopt het Pensioenfonds een
kredietrisico op Aegon. De credit rating voor Aegon was eind 2013 gelijk aan A- volgens S&P.
Binnen de eigen beheer portefeuille wordt belegd in verschillende beleggingsfondsen op het gebied van vastrentende
waarden waarin kredietrisico kan voorkomen. Het inflation linked bond beleggingsfonds belegt in inflatiegerelateerde
obligaties van geselecteerde landen. De kredietwaardigheid van deze landen wordt gemonitord door de
vermogensbeheerder. Een klein deel van de eigen beheer portefeuille (circa 4%) is belegd in een global high yield
beleggingsfonds dat hoger dan gemiddelde kredietrisico's kent. Het is daarom dat er restricties) zijn gesteld aan de
kredietwaardigheid van de te gebruiken instrumenten. Ook voor het beleggingsfonds dat belegt in obligaties van
opkomende landen geldt een hoger kredietrisico. Dit hogere risico wordt echter gecompenseerd door een hoger verwacht
rendement op de obligaties.
Door een spreiding over verschillende vastrentende waarden categorieën, het gebruik van restricties met betrekking tot
de kredietwaardigheid van instrumenten en het monitoren van deze richtlijnen, wordt het kredietrisico in de portefeuille
beperkt.
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in
liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het liquiditeitsrisico binnen
de eigen beheer portefeuille wordt door het fonds beheerst door voornamelijk gebruik te maken van
beleggingsinstellingen die dagelijkse liquiditeit kennen.
Van de gebruikte beleggingsinstellingen zijn de participaties in de twee aandelenfondsen (circa 51,4%) dagelijks
verhandelbaar. Ook de participaties in de vastrentende waarden fondsen (circa 27,0%) zijn dagelijks verhandelbaar. Van
de overige beleggingen zijn het grondstoffen fonds (circa 7,0%) en het onroerend goed fonds (circa 6,3%) niet dagelijks
verhandelbaar. Deze fondsen kennen wel maandelijks in- en uittredingsmogelijkheden. Voor het hedge fund
strategiefonds kan enkel per kwartaal worden toe- en uitgetreden. In het geval van een uittreding dient dit 100 dagen voor
de gewenste datum aangekondigd te worden.
Hiermee is eind 2013 circa 78,4% van de eigen beheer portefeuille dagelijks verhandelbaar. Het liquiditeitsrisico is
derhalve beperkt.
Concentratierisico
Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de
financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan kan ondervinden.
Concentratierisico's kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio's of landen,
economische sectoren of tegenpartijen.
Om concentratierisico's in de beleggingsportefeuille te beheersen maakt het bestuur gebruik van beleggingsinstellingen
met een hoge mate van diversificatie door het beleggen in verschillende beleggingsinstrumenten, landen en regio's. Op
grond hiervan heeft het bestuur geconcludeerd dat er geen sprake is van concentratierisico's in de beleggingsportefeuille.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
30
Operationeel risico
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het
verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Deze risico's worden door het fonds beheerst door het stellen van
hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken.
De eigen beheer portefeuille is ondergebracht bij TKP Investments. Met deze partij is een overeenkomst en een service
level overeenkomst gesloten. De afhankelijkheid van deze partij wordt beheerst doordat de bewaring van de stukken in de
verschillende beleggingsfondsen is ondergebracht bij de custodian Citibank.
Het bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering van de vermogensbeheerder en de custodian door middel
van performancerapportages (alleen vermogensbeheerder), SLA-rapportages en onafhankelijk getoetste interne
beheersingsrapportages (ISAE 3402-type II rapportages).
Hiermee is er sprake van adequate beheersing van de operationele risico's door het fonds.
Systeemrisico
Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren
functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde
kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.
Aldus opgesteld door het bestuur,
T.J.H. Miedema
Voorzitter
J. Vos
Secretaris
Veendam, 10 juni 2014
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
31
JAARREKENING
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
32
1
BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(na verwerking van het resultaat)
(in duizenden euro's)
31 december 2013
31 december 2012
ACTIVA
Beleggingen voor risico pensioenfonds (1)
126.913
121.387
Beleggingen voor risico deelnemers
(2)
2.943
2.962
Herverzekeringsdeel technische
voorzieningen
(3)
491.708
512.472
Vorderingen en overlopende activa
(4)
4.932
711
Liquide middelen
(5)
2.873
1.296
629.369
638.828
97.940
102.489
PASSIVA
Stichtingskapitaal en reserves
(6)
Technische voorzieningen
(7)
Technische voorzieningen risico
herverzekeraar
Technische voorzieningen risico fonds
491.708
26.249
512.472
17.447
517.957
529.919
Voorzieningen voor risico deelnemers
(8)
2.943
2.962
Overige schulden en overlopende
passiva
(9)
10.529
3.458
629.369
638.828
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
33
2
STAAT VAN BATEN EN LASTENOVER 2013
(in duizenden euro's)
2013
2012
Premiebijdragen van werkgevers en
werknemers
(10)
16.065
16.430
Premiebijdragen voor risico
deelnemers
(11)
-
13
Beleggingsresultaten risico
pensioenfonds
(12)
8.531
6.179
Beleggingsresultaten risico
deelnemers
(13)
-19
309
Saldo waardeoverdrachten risico
pensioenfonds
(14)
497
-290
Saldo waardeoverdrachten risico
deelnemers
(15)
-63
-389
Pensioenuitkeringen
(16)
-18.548
-18.881
Mutatie technische voorzieningen
(17)
Pensioenopbouw
(Overige) toeslagen
Rentetoevoeging
Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen
Onttrekkingen voor uitvoeringskosten
Saldo overdrachten van rechten
Wijziging marktrente
Wijziging actuariële grondslagen
Overige wijzigingen
Mutatie technische voorzieningen risico fonds
-11.007
-8.859
-1.824
19.027
-670
14.766
146
9.185
-12.907
-937
-7.241
18.846
426
-131
-35.822
-5.183
1.029
20.764
-8.802
-41.920
-18
11.962
-41.938
Mutatie voorzieningen risico
deelnemers
(18)
19
67
Herverzekeringen
(19)
-3.755
1.762
Mutatie herverzekeringsdeel
technische voorzieningen
(20)
-20.764
41.920
Pensioenuitvoerings- en
administratiekosten
(21)
-919
-770
Diverse baten en lasten
(22)
2.445
36.858
-4.549
41.270
-4.549
41.270
Saldo van baten en lasten
Bestemming saldo
Mutatie algemene reserve
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
34
3
KASSTROOMOVERZICHT 2013
(in duizenden euro's)
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
2013
2012
Kasstroom uit pensioenactiviteiten
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
Premiebijdragen voor risico deelnemers
Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds
Saldo waardeoverdrachten risico deelnemers
Pensioenuitkeringen
Herverzekeringen
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
Diverse baten en lasten
16.811
257
-63
-18.469
3.559
-1.168
2.445
20.241
13
-182
-389
-18.952
21.130
-520
48.178
3.372
69.519
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Verkopen beleggingen
Aankopen beleggingen
Directe opbrengsten
Overige mutaties beleggingen
Kosten vermogensbeheer
20.366
-23.289
462
1.176
-510
Mutatie liquide middelen
44.387
-112.423
470
-1.371
-218
-1.795
-69.155
1.577
364
Samenstelling geldmiddelen
2013
2012
Liquide middelen per 1 januari
1.296
932
Mutatie liquide middelen
1.577
364
Liquide middelen per 31 december
2.873
1.296
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
35
4
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen
Het doel van Stichting Pensioenfonds AVEBE, statutair gevestigd te Veendam (hierna 'het Pensioenfonds') is het nu en in
de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden.
Tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in
onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische
Nota van Stichting Pensioenfonds AVEBE.
Overeenstemmingsverklaring
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9,
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Het bestuur heeft op 10 juni 2014 de jaarrekening vastgesteld.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
Algemeen
De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar.
Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders vermeld.
Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde.
Overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde, tenzij anders is vermeld.
Voor zover noodzakelijk, wordt op activa een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht.
Schattingen en veronderstellingen
De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en
schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde
waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen
zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als
redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en
verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van
deze schattingen.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen
worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode
gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel
de verslagperiode als toekomstige perioden.
Verwerking van activa en passiva
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar
het Pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt
in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom
van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
36
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel,
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden,
en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het
economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting,
heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle
risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de
verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans
opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de
toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan
sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties".
Securities lending
Het fonds maakt voor de eigen beheer portefeuille gebruik van niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen. Participaties
in deze beleggingsinstellingen worden niet uitgeleend door het fonds.
Binnen de beleggingsinstellingen kan door de fondsmanager wel gebruik worden gemaakt van securities lending. Dit
gebeurt volgens de algemene voorwaarden van de vermogensbeheerder. Beleggingen die in het kader van een
securities-lending contract worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de beleggingsinstelling en worden gewaardeerd
conform de grondslag voor waardering en resultaatbepaling zoals deze geldt voor de beleggingen. De instrumenten
kunnen alleen worden uitgeleend aan geselecteerde financiële ondernemingen met een vooraf bepaalde minimale rating
tegen een vooraf goedgekeurd onderpand. Het onderpand bedraagt minimaal 105% van de waarde van de uitgeleende
instrumenten en wordt op een dagelijkse basis aangepast en gestort door de tegenpartij. Een winst van het securities
lending programma is in het belang van de beleggingsinstelling en wordt afzonderlijk vermeld in de jaarrekening van de
beleggingsinstelling.
Saldering van een actief en een verplichting
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien
sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te
wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen
financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd
opgenomen.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen.
Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de
staat van baten en lasten opgenomen.
Vreemde valuta
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar de rapporteringsvaluta euro tegen de koers per
balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit
transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
37
Beleggingen
Algemeen
De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde.
Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en
gewaardeerd volgens de grondslagen van dat soort beleggingen.
Vastgoedbeleggingen
Beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers.
Niet-beursgenoteerde (indirecte) vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de reële waarde welke is bepaald op
basis van de door de vermogensbeheerder van het fonds afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de
marktwaarde.
Aandelen
Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per
balansdatum geldende beurskoers.
Niet aan een beurs genoteerde fondsen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde op basis van de door de
vermogensbeheerder van het fonds afgegeven intrinsieke waarde, zijnde een benadering van de marktwaarde.
Vastrentende waarden
Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd
tegen de per balansdatum geldende beurskoers, verhoogd met de lopende intrest.
Niet aan een beurs genoteerde fondsen zijn gewaardeerd tegen de reële waarde op basis van de door de
vermogensbeheerder van het fonds laatste afgegeven intrinsieke waarde.
De deposito's zijn gewaardeerd tegen reële waarde op de balansdatum.
Overige beleggingen
Onder overige beleggingen worden opgenomen die beleggingen die niet als een van de hiervoor opgesomde beleggingen
geclassificeerd kunnen worden. Tevens worden onder de overige beleggingen opgenomen nog af te wikkelen
beleggingstransacties en liquide middelen die beheerd worden door de vermogensbeheerder.
De overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde.
Beleggingen voor rekening en risico deelnemers
De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers zijn gelijk aan die voor de beleggingen
die voor rekening van het fonds worden aangehouden.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
38
Herverzekering
Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering
betrekking heeft.
Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde
gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de
rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit
herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande
voorziening voor pensioenverplichtingen.
Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van
toekenning door de herverzekeraar.
Vorderingen en overlopende activa
Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Stichtingskapitaal en reserves
De reserves worden met name gevormd door de algemene reserve. De algemene reserve houdt rekening met de
financiële positie en de aard en omvang van de risico's die het fonds loopt. De algemene reserve is bedoeld voor het
opvangen van de verzekeringstechnische risico's en beleggingsrisico's. Het jaarresultaat zal toegevoegd of onttrokken
worden aan de algemene reserve.
Technische voorzieningen
Voorziening pensioenverplichtingen
De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt
bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met
de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de
opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toezeggingen tot) toeslagen.
De waardering van de voorziening pensioenverplichtingen heeft plaatsgevonden op basis van navolgende actuariële
grondslagen.
Rekenrente
De door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo boekjaar. Dit is de rentetermijnstructuur op basis van een
driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in
de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve wordt gehanteerd. Voor
verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde.
Sterftekansen
Overlevingstafels: AG prognosetafel 2012-2062, startkolom 2014. Deze tafel is gecorrigeerd voor het verschil tussen de
gehele Nederlandse bevolking en de deelnemerspopulatie van het pensioenfonds door gebruik te maken van
fondsspecifieke ervaringssterfte vastgesteld met behulp van het Towers Watson Ervaringssterftemodel 2012.
Gehuwdheidsfrequentie
Onbepaald partnersysteem tot pensioeningang.
Leeftijdsverschil man-vrouw
De partner van de mannelijke deelnemer wordt drie jaar jonger verondersteld. De partner van de vrouwelijke deelnemer
wordt drie jaar ouder verondersteld.
Nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is op opbouwbasis. Het nog niet opgebouwde deel is op risicobasis.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
39
Technische voorzieningen voor risico fonds
Onder het hoofd technische voorzieningen risico fonds worden voorzieningen opgenomen voor met de
pensioenverplichtingen samenhangende risico's voor zover niet opgenomen in de berekening van de
pensioenvoorziening.
Voorziening onvoorwaardelijke toeslagverlening
Voor de waardering van de voorziening onvoorwaardelijke toeslagverlening wordt uitgegaan van de volgende
veronderstellingen:
Er zijn twee verschillende groepen.
l
De eerste groep heeft een toezegging ter hoogte van de CPI (afgeleid). Aangezien deze de laatste 10 jaar gemiddeld
l
circa 2% bedroeg is voor de verwachte toeslag voor de groep 2% genomen.
De tweede groep heeft ook een toezegging ter hoogte van de CPI (afgeleid), maar deze is gemaximeerd op de
l
laagste van de salarisstijging van de CAO bij AVEBE en de 5-jaars gemiddelde overrente. Aangezien deze gemiddeld
lager uit zal vallen dan de CPI (afgeleid) is voor de verwachte toeslag voor deze groep 1,5% genomen.
De twee voorzieningen zijn bepaald als het verschil tussen de contante waarde van de betreffende aanspraken, op de
l
door DNB gepubliceerde rekenrente en op een reële rekenrente (verwachte toeslag groep 1 2,0% en groep 2 1,5%).
Om de bruto voorziening te krijgen wordt deze verhoogd met de kostenopslag (2,00%).
l
Voorziening garantieregeling
In artikel 31, lid 2a, van het pensioenreglement is een garantiebepaling opgenomen voor de volgende deelnemers:
De deelnemer was op 1 juli 1996 deelnemer in de Flexibel Pensioenregeling en/of Flexibel Ploegenpensioenregeling
l
en 37 jaar of ouder; en
De deelnemer was op zowel 31 december 2005 als op 1 januari 2006 deelnemer aan de op dat moment geldende
l
Flexibel Pensioenregeling en/of Flexibel Ploegenpensioenregeling, en
De deelnemer was voor 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar.
l
De garantieregeling houdt in dat als de actuariële waarde van de pensioenaanspraken op 31 december 2005 lager is dan
de actuariële waarde van de pensioenaanspraken in de nieuwe regeling (beide op een leeftijd van 62 jaar en 7 maanden),
er recht is op de voorwaardelijke garantieregeling. De garantie wordt dan berekend door voor het verschil in actuariële
waarde pensioenaanspraken toe te kennen. Dit overgangsrecht wordt evenredig verworven tot aan de pensioendatum
van 62 jaar. De toekenning van dit recht is wel afhankelijk van de daarvoor bestemde middelen.
De werkgever heeft voor de kosten van deze garantieregeling op 1 januari 2006 een bedrag van 8.000 gestort. Dit bedrag
was naar schatting, samen met een eventueel overschot op de premie (maximaal 0,68% van de loonsom) voldoende om
de garantieregeling in de toekomst te kunnen inkopen. Mocht dit niet geval zijn dan worden de aanspraken conform het
reglement verminderd. Hiermee is de garantieregeling afhankelijk van de financiële middelen. Vanaf 1 januari 2012 is er
geen premie meer beschikbaar voor de garantieregeling.
Voorziening voor toekomstige excassokosten
Kostenopslag ter grootte van 2,00% van de voorziening pensioenverplichtingen in verband met toekomstige administratieen excassokosten.
Voorziening voor risico deelnemers
De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover
deze voorzieningen aangehouden beleggingen.
Overige schulden en overlopende passiva
Deze worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
40
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING
Algemeen
Voor zover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking
hebben.
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan hen in rekening gebrachte c.q. te brengen
bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze
betrekking hebben.
Beleggingsresultaten
Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt verstaan alle aan het boekjaar toe te rekenen inkomsten uit beleggingen,
zijnde dividend van aandelen en de aan het boekjaar toe te rekenen rentebedragen van vastrentende beleggingen. Onder
indirecte beleggingsopbrengsten wordt verstaan de verandering in de waarde van beleggingen. Met de directe en
indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies en
valutaverschillen.
Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds
Deze post bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Pensioenuitkeringen
De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen
zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Uitvoeringskosten
De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht is volgens de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig
gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
41
5
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's)
ACTIVA
1. Beleggingen voor risico pensioenfonds
Vastgoed
beleggingen
Stand per 1 januari 2013
Aankopen/verstrekkingen
Verkopen/aflossingen
Overige mutaties
Waardemutaties
Stand per 31 december 2013
Aandelen
Vastrentende
waarden
Overige
beleggingen
Totaal
26.222
-17.000
-925
49.717
9.758
-1.907
10.261
26.754
9.543
-211
-524
18.694
3.988
-6.048
-1.176
-233
121.387
23.289
-25.166
-1.176
8.579
8.297
67.829
35.562
15.225
126.913
Vastgoed
beleggingen
Aandelen
Vastrentende
waarden
Overige
beleggingen
Totaal
Stand per 1 januari 2012
Aankopen/verstrekkingen
Verkopen/aflossingen
Overige mutaties
Waardemutaties
27.232
-1.010
10.619
37.161
-652
2.589
30.662
34.721
-43.099
4.470
4.159
13.289
-247
1.371
122
45.440
112.403
-43.998
1.371
6.171
Stand per 31 december 2012
26.222
49.717
26.754
18.694
121.387
Reële waarde
Schattingen en veronderstellingen
Voor nagenoeg alle beleggingsinstellingen waarvan gebruik wordt gemaakt binnen de eigen beheer portefeuille is sprake
van objectief vast te stellen frequente marktnoteringen. De NAV van de beleggingsinstellingen wordt dagelijks vastgesteld
en het pensioenfonds kan, op basis van deze NAV, participaties verhandelen. Eventuele incourante en/of niet aan een
effectenbeurs genoteerde beleggingen worden gewaardeerd op basis van de voor deze beleggingen meest recente
beschikbare informatie waarover de beheerder beschikt. Beleggingen waarvan in zijn geheel geen informatie over de
waardering beschikbaar is, zal de marktwaarde, door middel van waarderingsmodellen, door de beheerder worden
vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
42
Op basis van deze indeling kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
Afgeleide
marktnoteringen
Waarderingsmodellen en
technieken
Totaal
Per 31 december 2013
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
67.829
35.562
9.419
8.297
5.806
8.297
67.829
35.562
15.225
112.810
14.103
126.913
49.717
26.754
8.106
26.222
10.588
26.222
49.717
26.754
18.694
84.577
36.810
121.387
Per 31 december 2012
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Vastgoed beleggingen
31-12-2013
31-12-2012
In %
In %
Specificatie vastgoed beleggingen naar soort:
Niet beursgenoteerde indirect vastgoed
beleggingen
8.297
100,0
26.222
100,0
8.297
100,0
26.222
100,0
1.597
2.580
1.787
496
1.537
300
19,3
31,1
21,5
6,0
18,5
3,6
5.066
8.009
5.596
2.047
4.698
806
19,3
30,5
21,3
7,9
17,9
3,1
8.297
100,0
26.222
100,0
Specificatie vastgoed beleggingen naar regio:
Europa
Specificatie vastgoed beleggingen naar sector:
Kantoren
Winkels
Woningen
Industrieel
Parkeren
Hotels
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
43
Aandelen
De aandelen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2013
31-12-2012
In %
In %
Specificatie aandelen naar soort:
Niet beursgenoteerde indirecte
aandelenbeleggingen
67.829
100,0
49.717
100,0
6.505
9.717
14.918
7.395
6.611
8.696
4.326
2.627
5.986
1.048
9,6
14,3
22,0
10,9
9,7
12,8
6,4
3,9
8,8
1,6
11.934
5.156
9.690
3.547
3.724
5.071
535
3.428
2.202
3.762
668
24,0
10,4
19,5
7,1
7,5
10,2
1,1
6,9
4,4
7,6
1,3
67.829
100,0
49.717
100,0
18.756
27.630
16.526
1.652
2.430
835
27,7
40,7
24,4
2,4
3,6
1,2
12.122
22.797
10.610
1.370
2.094
724
24,4
45,8
21,3
2,8
4,2
1,5
67.829
100,0
49.717
100,0
10.571
19.668
5.323
29,7
55,3
15,0
7.742
15.068
3.944
28,9
56,3
14,8
35.562
100,0
26.754
100,0
Specificatie aandelen naar bedrijfstak:
Duurzame consumentengoederen
Niet-duurzame consumentengoederen
Financiële instellingen
Gezondheidszorg
Industrie
Informatie technologie
Beleggingsfondsen
Bouw- en grondstoffen
Telecommunicatie
Energie
Nutsbedrijven
Specificatie aandelen naar regio:
Europa
Noord-Amerika
Azie
Oceanie
Zuid-Amerika
Afrika
Vastrentende waarden
Specificatie vastrentende waarden naar soort:
Credit funds
Inflation linked bonds
High Yield bonds
De vastrentende waarden beleggingen zijn niet beursgenoteerd.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
44
31-12-2013
31-12-2012
In %
In %
Specificatie vastrentende waarden naar
bedrijfstak:
Overheid
Duurzame consumentengoederen
Niet-duurzame consumentengoederen
Energie
Financiële instellingen
Industrie
Informatie technologie
Bouw- en grondstoffen
Telecommunicatie
Nutsbedrijven
Overige
27.861
479
639
1.774
1.567
617
367
250
1.379
359
270
78,3
1,4
1,8
5,0
4,4
1,7
1,0
0,7
3,9
1,0
0,8
21.393
910
449
1.318
984
414
272
213
445
356
-
80,0
3,4
1,7
4,9
3,7
1,5
1,0
0,8
1,7
1,3
-
35.562
100,0
26.754
100,0
23.983
4.795
3.561
13
2.291
919
67,5
13,5
10,0
6,4
2,6
18.320
3.857
1.735
54
2.225
563
68,5
14,4
6,5
0,2
8,3
2,1
35.562
100,0
26.754
100,0
Specificatie vastrentende waarden naar regio:
Europa
Noord-Amerika
Azie
Oceanie
Zuid-Amerika
Afrika
Overige beleggingen
Deze beleggingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2013
Hedge funds
Commodities (zoals grondstoffen en/of edele metalen)
Liquide middelen
31-12-2012
5.806
9.222
197
10.588
6.734
1.372
15.225
18.694
De hedge funds en commodities zijn niet beursgenoteerd
2. Beleggingen voor risico deelnemers
2013
2012
Stand per 1 januari
Premie en directe beleggingsopbrengsten
Uitkeringen en onttrekkingen
Beleggingsresultaten risico deelnemers
2.962
-63
44
3.029
20
-389
302
Stand per 31 december
2.943
2.962
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
45
De beleggingen voor risico deelnemer kunnen als volgt worden gespecificeerd:
31-12-2013
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
31-12-2012
1.161
1.575
207
1.125
1.657
180
2.943
2.962
2013
2012
3. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Stand per 1 januari
Mutatie boekjaar
512.472
-20.764
470.552
41.920
491.708
512.472
31-12-2013
31-12-2012
4. Vorderingen en overlopende activa
Nog af te wikkelen transacties beleggingen OG
Vordering op werkgever(s)
Waardeoverdrachten
Vooruitbetaalde kosten
4.863
69
-
708
3
4.932
711
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De vordering uit hoofde van nog af te wikkelen
transactie beleggingen OG is ontvangen op 7 januari 2014.
5. Liquide middelen
ABN AMRO Bank N.V.
2.873
1.296
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan
wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. Bankrekeningen die beheerd worden
door de vermogensbeheerder zijn onder de overige beleggingen opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
46
PASSIVA
6. Stichtingskapitaal en reserves
Algemene
reserve
Stand per 1 januari 2012
Uit bestemming saldo van baten en lasten
61.219
41.270
Stand per 31 december 2012
Uit bestemming saldo van baten en lasten
102.489
-4.549
Stand per 31 december 2013
97.940
Solvabiliteit/dekkingsgraad
31-12-2013
31-12-2012
In %
In %
Solvabiliteit
Aanwezig vermogen
Af: technische voorziening
Vrij vermogen
615.897
517.957
118,9
100,0
632.408
529.919
119,3
100,0
97.940
18,9
102.489
19,3
Dekkingsgraad
118,9
119,3
De vermogenspositie van het Pensioenfonds is toereikend
7. Technische voorzieningen
Technische
voorzieningen
risico
herverzekeraar
Technische
voorzieningen
risico fonds
Totaal
Stand per 1 januari 2012
Mutatie technische voorziening
470.552
41.920
17.429
18
487.981
41.938
Stand per 31 december 2012
Mutatie technische voorzieningen
512.472
-20.764
17.447
8.802
529.919
-11.962
Stand per 31 december 2013
491.708
26.249
517.957
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
47
2013
2012
Mutatie technische voorzieningen risico herverzekeraar
Pensioenopbouw
(Overige) toeslagen
Rentetoevoeging
Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen
Onttrekkingen voor uitvoeringskosten
Saldo overdrachten van rechten
Wijziging marktrente
Wijziging actuariële grondslagen
Overige wijzigingen
De totale technische voorzieningen zijn naar categorie van deelnemers als volgt samengesteld:
31-12-2013
Aantal
Deelnemers
Gewezen deelnemers
Pensioengerechtigden
Toekomstige kosten uitvoering pensioenregeling
Voorziening voor zieken (uitlooprisico)
11.007
8.859
1.824
-19.027
670
-14.766
-146
-9.185
12.907
937
7.241
-18.846
-426
131
35.822
5.183
-1.029
-20.764
41.920
31-12-2012
Aantal
1.203
1.576
1.930
-
202.366
67.869
236.126
1.760
9.836
1.232
1.587
1.888
-
218.510
63.534
237.332
1.760
8.783
4.709
517.957
4.707
529.919
Technische voorzieningen voor risico fonds
Onvoorwaardelijke
Voorziening
toeslagverlening garantieregeling
Totaal
Stand per 1 januari 2012
(Overige) toeslagen
Rentetoevoeging
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
Wijziging marktrente
Wijziging actuariële uitgangspunten
Overige wijzigingen
14.017
-937
236
-9
1.139
517
-169
3.412
94
-853
17.429
-937
330
-9
1.139
517
-1.022
Stand per 31 december 2012
(Overige) toeslagen
Rentetoevoeging
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
Wijziging marktrente
Wijzigingen actuariële uitgangspunten
Overige wijzigingen
Pensioenopbouw
Saldo overdracht van rechten
14.794
230
50
-10
-488
14
9.773
-2
2.653
67
-832
-
17.447
230
117
-10
-488
14
9.773
-832
-2
Stand per 31 december 2013
24.361
1.888
26.249
Ultimo boekjaar is de gemiddeld gewogen discontovoet voor de TV risico fonds 2,75% (2012: 2,44%)
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
48
Per balansdatum zijn alle uit de pensioenregeling voortvloeiende aanspraken of rechten van deelnemers in de berekening
van de pensioenverplichtingen meegenomen.
Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter.
De basispensioenregeling is een zogenaamde CDC-regeling ('collective defined contribution'). Dat wil zeggen dat de
werkgever een vaste bijdrage betaalt aan het Pensioenfonds plus de afgesproken aanvullende bijdrage. In het
pensioenreglement is de regeling vormgegeven als een (voorwaardelijke) middelloonregeling. Bij deze pensioenregeling
ligt het financiële risico niet bij de werkgever. Dit risico ligt voor de opgebouwde rechten tot en met 31 december 2013 bij
Aegon.
Als de financiële positie van het Pensioenfonds en de bijdragen van de deelnemers en werkgever volgens wettelijke
normen onvoldoende zijn, zal het bestuur ervoor zorgen dat de op te bouwen aanspraken evenredig worden verlaagd.
Zodra de financiële positie verbetert, kunnen de verlagingen weer worden hersteld.
Naast de CDC-regeling kent het Pensioenfonds een tweetal gesloten beschikbare premieregelingen.
Per 1 januari 2012 heeft het Pensioenfonds een nieuwe uitvoeringsovereenkomst afgesloten met AVEBE U.A. De
pensioenregeling en de financiering zijn gewijzigd. De uitvoeringsovereenkomst loopt tot 1 januari 2014. Begin 2014 zijn
AVEBE U.A en het Pensioenfonds overeengekomen de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst te verlengen tot
1 januari 2015.
Toeslagverlening
Bij het verlenen van toeslagen (indexatie) maakt het Pensioenfonds onderscheid tussen verschillende groepen:
1. Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vóór 1 april 1996;
2. Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 1 april 1996 tot 9 december 1999;
3. Pensioenen ingegaan of premievrij geworden vanaf 9 december 1996;
4. Opgebouwde pensioenen van de (actieve) deelnemers.
Bij het bepalen van de hoogte van de toeslag, kijkt het Pensioenfonds naar twee indexen. Per groep is bepaald welke
index gegeven wordt. De indexen waar de hoogte van de toeslag van afgeleid wordt, betreffen:
de Consumentenprijsindex alle huishoudens (afgeleid, basisjaar 2006 = 100), zoals gepubliceerd door het Centraal
l
Bureau voor de Statistiek ('CBS'). Deze prijsindex wordt tot op één decimaal nauwkeurig berekend over een periode
die loopt van de maand oktober tot de maand oktober van het volgende jaar. Ter verduidelijking: voor de toeslag per
1 januari 2014 kijkt het Pensioenfonds naar de prijsindex berekend over de periode van oktober 2012 tot oktober
2013.
De algemene loonontwikkeling volgens de CAO van AVEBE (hierna: loonindex c.q. looninflatie).
l
Naast de loon- en prijsindex kijkt het Pensioenfonds vooral naar de eigen financiële positie, zoals vastgelegd in de
dekkingsgraad op basis van zuivere RTS. Deze dekkingsgraad van het Pensioenfonds was op 31 december 2013
118,7%.
Naast de loon- en prijsindex kijkt het pensioenfonds vooral naar de eigen financiële positie zoals vastgelegd in de
dekkingsgraad. Deze dekkingsgraad wordt berekend op basis van de actuele rentetermijnstructuur zonder rekening te
houden met de UFR en driemaands middeling.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
49
2013
2012
8. Voorzieningen voor risico deelnemers
Stand per 1 januari
Stortingen
Onttrekkingen
Beleggingsresultaat
2.962
-63
44
3.029
20
-389
302
Stand per 31 december
2.943
2.962
31-12-2013
31-12-2012
9. Overige schulden en overlopende passiva
Uitkeringen
Schuld uit hoofde van herverzekering*
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Vooruitbetaalde premie werkgever
Te betalen kosten
Waardeoverdrachten
42
9.931
403
38
115
-
5
2.617
361
367
108
10.529
3.458
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
* Deze post betreft een schuld aan Aegon en bestaat voornamelijk uit de koopsom voor indexatie van pensioenrechten
per 01-01-2013. Voor een nadere toelichting zie pagina 55.
RISICOBEHEER
Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De
belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Het solvabiliteitsrisico is daarmee
het belangrijkste risico voor het fonds.
Om dit risico te verminderen is het pensioenfonds in het verleden een garantiecontract aangegaan met Aegon. Er was
binnen dit contract sprake van een deel van de portefeuille dat bij Aegon aangehouden diende te worden. Zoals eerder
geschreven is ultimo 2012 het winstdelend garantiecontract met gesepareerd depot omgezet naar een niet winstdelend
garantiecontract, waarin de opgebouwde nominale aanspraken worden gegarandeerd. Naast deze garantieportefeuille
had het pensioenfonds een eigen beheer portefeuille. Door de hiervoor beschreven omzetting van het garantiecontract is
vermogen vrijgevallen. Dit vermogen is toegevoegd aan het vrije vermogen en wordt ingezet ten behoeve van de
realisatie van de toeslagambitie. Deze portefeuille is ondergebracht bij TKP Investments.
In deze jaarrekening wordt gerapporteerd over de beleggingen in de eigen beheer portefeuille (waarin het vrije vermogen
wordt beheerd).
Het risicobeleid is verwoord in de ABTN van het fonds. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten
behoeve van het beheersen van de risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen:
Beleggingsbeleid;
l
Premiebeleid;
l
Herverzekeringsbeleid;
l
Toeslagbeleid.
l
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten
ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de Asset
Liability Management-studie (ALM-Studie) die in 2012 is uitgevoerd.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
50
De uitkomsten van deze analyse vindt haar weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als
basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de
uitvoering van het beleggingsbeleid door de vermogensbeheerder moet plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn
vastgelegd in mandaatovereenkomsten met de vermogensbeheerder. De mandaten zijn gericht op actief
vermogensbeheer.
In 2011 heeft het bestuur besloten een risicomanagementtraject te starten met als doelstelling:
Risico's te identificeren die het pensioenfonds loopt
l
De stand van de beheersing te beoordelen
l
Tekortkomingen in de beheersing op te sporen
l
Gemotiveerd te beslissen tot wel of geen extra maatregelen
l
Hiertoe hebben drie risicomanagementsessies plaatsgevonden, waarin het bestuur een inschatting heeft gegeven van de
waarschijnlijkheid van optreden en de impact van de risico's, rekening houdend met de bestaande beheersing van
risico's.
Begin 2012 heeft het bestuur een risicomanagementrapportage ontvangen waarin voor elk risico de netto risicoscore is
weergegeven.
In 2013 heeft het pensioenfonds in samenwerking met Towers Watson beoordeeld in welke mate de gerapporteerde
risico's op dat moment en vanaf 1 januari 2014 nog van toepassing zijn, in welke documenten de beheersing is
vastgelegd en of aanvullende beheersmaatregelen noodzakelijk zijn.
Renterisico
Er bestaat een beperkt renterisico met betrekking tot de in eigen beheer gevormde voorziening voor de onvoorwaardelijke
toeslag. Omdat vanaf 1 januari 2014 nieuwe pensioenopbouw in eigen beheer plaats vindt neemt het belang van dit risico
toe. Het bestuur heeft dit risico in kaart laten brengen, zodat zij dit adequaat kan beheersen.
Prijsrisico
Prijsrisico is het risico van wijzigingen in waarde door de ontwikkeling van marktprijzen. Het wordt veroorzaakt door
factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Het prijsrisico wordt
gemitigeerd door diversificatie die onder meer is vastgelegd in de strategische beleggingsmix van het fonds. Deze
diversificatie vindt plaats door spreiding van de eigen beheer portefeuille over diverse beleggingscategorieën. Binnen
deze beleggingscategorieën wordt verder gespreid naar verschillende subcategorieën. Voor elke subcategorie is een
apart beleggingsfonds gekozen.
De beleggingsfondsen zijn multi-manager fondsen, wat inhoudt dat deze beleggingsfondsen het vermogen verdelen over
meerdere managers die elk een deel van het mandaat invullen. Periodiek wordt door de vermogensbeheerder
gerapporteerd in welke onderliggende managers wordt belegd.
Valutarisico
De eigen beheer portefeuille is belegd in beleggingsfondsen verspreid over verschillende beleggingscategorieën. Deze
beleggingsfondsen zijn gedenomineerd in euro's. Hierdoor hoeft er over de eigen beheer portefeuille geen additionele
afdekking plaats te vinden voor beleggingen in niet-euro fondsen.
Doordat binnen de eigen beheer portefeuille gebruik wordt gemaakt van beleggingsfondsen waarin de grootste
valutarisico's worden afgedekt kent het fonds slechts een kleine valuta exposure naar opkomende landen
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
51
De vreemde valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven:
Positie voor
afdekking
EUR
USD
GBP
JPY
Overige
Valutaderivaten
Nettopositie na
afdekking 2013
Nettopositie na
afdekking 2012
48.417
47.597
5.606
4.141
20.920
56.623
-47.094
-5.111
-4.382
-36
105.040
503
495
-241
20.884
102.311
3.680
59
-177
15.514
126.681
-
126.681
121.387
Kredietrisico
Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van
tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die
obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars.
Aangezien de opgebouwde nominale aanspraken worden gegarandeerd door Aegon loopt het Pensioenfonds een
kredietrisico op Aegon. De credit rating voor Aegon was eind 2013 gelijk aan A- volgens S&P.
Binnen de eigen beheer portefeuille wordt belegd in verschillende beleggingsfondsen op het gebied van vastrentende
waarden waarin kredietrisico kan voorkomen. Het inflation linked bond beleggingsfonds belegt in inflatiegerelateerde
obligaties van geselecteerde landen. De kredietwaardigheid van deze landen wordt gemonitord door de
vermogensbeheerder. Een klein deel van de eigen beheer portefeuille (circa 4%) is belegd in een global high yield
beleggingsfonds dat hoger dan gemiddelde kredietrisico's kent. Het is daarom dat er restricties) zijn gesteld aan de
kredietwaardigheid van de te gebruiken instrumenten. Ook voor het beleggingsfonds dat belegt in obligaties van
opkomende landen geldt een hoger kredietrisico. Dit hogere risico wordt echter gecompenseerd door een hoger verwacht
rendement op de obligaties.
Door een spreiding over verschillende vastrentende waarden categorieën, het gebruik van restricties met betrekking tot
de kredietwaardigheid van instrumenten en het monitoren van deze richtlijnen, wordt het kredietrisico in de portefeuille
beperkt.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
52
Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht
worden gegeven:
31-12-2013
31-12-2012
In %
AAA
AA
A
BBB
BB
B
CCC
CC
Geen rating
In %
6.611
6.403
416
12.413
3.741
3.324
1.125
65
1.464
18,6
18,0
1,2
34,9
10,5
9,3
3,2
0,2
4,1
10.938
332
7.975
3.716
2.624
448
11
710
40,9
1,2
29,8
13,9
9,8
1,7
2,7
35.562
100,0
26.754
100,0
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in
liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het liquiditeitsrisico binnen
de eigen beheer portefeuille wordt door het fonds beheerst door voornamelijk gebruik te maken van
beleggingsinstellingen die dagelijkse liquiditeit kennen.
Van de gebruikte beleggingsinstellingen zijn de participaties in de twee aandelenfondsen (circa 51,4%) dagelijks
verhandelbaar. Ook de participaties in de vastrentende waarden fondsen (circa 27,0%) zijn dagelijks verhandelbaar. Van
de overige beleggingen is het grondstoffen fonds (circa 7,0%) en het onroerend goed fonds (circa 6,3%) niet dagelijks
verhandelbaar, maar kan hier maandelijks in- en uitgetreden worden. Daarnaast kunnen de participaties in het hedge
fund strategie fonds (circa 4,4%) niet binnen één maand liquide worden gemaakt. Voor het hedge fund strategie fonds
kan enkel per kwartaal toe- en uitgetreden worden en in het geval van een uittreding dient dit 100 dagen voor de
gewenste datum aangekondigd te worden.
Hiermee is eind 2013 circa 78,4% van de eigen beheer portefeuille dagelijks verhandelbaar. Daarnaast zijn de uitkeringen
ongeveer gelijk aan de premie-inkomsten. Het liquiditeitsrisico is derhalve beperkt.
Concentratierisico
Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de
financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt.
Concentratierisico's kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio's of landen,
economische sectoren of tegenpartijen.
Om concentratierisico's in de beleggingsportefeuille te beheersen maakt het bestuur gebruik van diversificatie en
beleggingsinstellingen die een hoge mate van diversificatie door het beleggen in verschillende beleggingsinstrumenten,
landen en regio's.
Op grond hiervan heeft het bestuur geconcludeerd dat er geen sprake is van concentratie in de activa.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
53
Overige niet-financiële risico's
Operationeel risico
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het
verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Deze risico's worden door het fonds beheerst door het stellen van
hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken.
De eigen beheer portefeuille is ondergebracht bij TKP Investments. Met deze partij is een overeenkomst en service level
overeenkomst gesloten. De afhankelijkheid van deze partij wordt beheerst doordat de bewaring van de stukken in de
verschillende beleggingsfondsen is ondergebracht bij de custodian Citibank.
Het bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering van de vermogensbeheerder en de custodian door middel
van performancerapportages (alleen vermogensbeheerder), SLA-rapportages en onafhankelijk getoetste interne
beheersingsrapportages (ISAE 3402-type II rapportages).
Hiermee is er sprake van adequate beheersing van de operationele risico's door het fonds.
Systeemrisico
Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren
functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde
kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.
Verbonden partijen
Identiteit van verbonden partijen
Er is sprake van een relatie tussen het Pensioenfonds en de werkgevers, de aangesloten ondernemingen en hun
bestuurders.
Transacties met bestuurders
De bestuurders ontvangen geen beloning van het Pensioenfonds. Wel ontvangt de afgevaardigde namens de
pensioengerechtigden een kleine vrijwilligersvergoeding. Er zijn geen leningen verstrekt aan, nog is er sprake van
vorderingen op (voormalige) bestuurders.
Overige transacties met verbonden partijen
Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen het Pensioenfonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de
aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de uitvoeringsovereenkomst.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Langlopende contractuele verplichtingen
Het fonds heeft een administratieovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Deze
overeenkomst loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017. De jaarlijks te betalen vergoeding voor reguliere
werkzaamheden bedraagt 272. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt derhalve 1.088.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
54
Aegon
In de jaarrekening 2012 is een schuld aan Aegon opgenomen van circa € 1,7 miljoen. Hierbij is toen gemeld dat er
onzekerheid bestond omtrent de definitieve afrekening van de buy-in met Aegon. Inmiddels is deze onzekerheid
opgeheven en heeft in het tweede kwartaal van 2014 definitieve afrekening met Aegon plaatsgevonden. Dit heeft er
uiteindelijk toe geleid dat het pensioenfonds een bedrag van circa € 750 duizend van Aegon ontvangen heeft. Per saldo
betekent dit dat het resultaat op de buy-in in de jaarrekening 2012 circa € 2,45 miljoen te laag is ingeschat.
Ultimo 2013 is een schuld aan Aegon opgenomen van circa € 9,9 miljoen. Dit betreft de beste schatting van het fonds
aangaande de nog te betalen koopsommen over 2013. De schatting is gebaseerd op het deelnemersbestand ultimo 2013
en de eigen fondsgrondslagen, waarbij de kosten opslagen zijn gebaseerd op hetgeen hierover in de offerte van Aegon
d.d. 28 december 2013 is opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
55
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER2013
(in duizenden euro's)
2013
2012
10. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
Bijdragen werkgever, inclusief bijdrage werknemers
Premiebijdragen module I
Doorbelaste kosten
FVP-koopsommen
14.935
137
919
11
14.270
157
1.538
76
Storting vanuit Spaarfonds
16.002
63
16.041
389
16.065
16.430
De totale bijdrage van werkgevers en werknemers bedraagt 25,78% (2012: 25,78%) van de loonsom.
De FVP-koopsommen worden aangewend voor inkoop van extra pensioenaanspraken.
De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt:
Kostendekkende premie
Feitelijke premie
12.791
16.002
15.806
16.054
De feitelijke premie is bepaald door de bijdrage van de werkgever en werknemers plus doorbelaste kosten te verhogen
met de FVP premies en de premiebijdrage voor risico deelnemers.
De samenstelling van de kostendekkende premie is als volgt:
Onvoorwaardelijke aanspraken
Opslag voor uitvoeringskosten
Solvabiliteitsopslag (Vereist Eigen Vermogen)
11.606
779
406
12.065
1.331
2.410
12.791
15.806
-
13
11. Premiebijdragen voor risico deelnemers
Spaarmodule III
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
56
12. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
Directe
beleggingsopbrengsten
2013
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Overige (inclusief intrest herverzekeraar)
Indirecte
beleggingsopbrengsten
2013
Kosten van
vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
455
1
-9
15
-925
10.261
-524
-233
-
-510
-470
10.262
-524
-242
-495
462
8.579
-510
8.531
De kosten van de externe managers binnen de gehanteerde beleggingsfondsen, worden direct binnen het
beleggingsfonds verrekend en zijn daardoor onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten. Transactiekosten zijn
onderdeel van de aan- en verkooptransacties van de beleggingsfondsen. Deze zijn eveneens onderdeel van de indirecte
beleggingsopbrengsten. De kosten van vermogensbeheer omvatten de kosten die door de custodian en
vermogensbeheerder(s) direct bij het fonds in rekening zijn gebracht.
Directe
beleggingsopbrengsten
2012
Vastgoed beleggingen
Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Overige (inclusief intrest herverzekeraar)
Indirecte
beleggingsopbrengsten
2012
Kosten van
vermogensbeheer 2012
Totaal 2012
-7
233
-1.010
2.589
4.470
122
-
-218
-1.010
2.589
4.470
115
15
226
6.171
-218
6.179
13. Beleggingsresultaten risico deelnemers
Directe
beleggingsopbrengsten
2013
Directe beleggingsopbrengsten
Indirecte
beleggingsopbrengsten
2013
-
-19
Kosten van
vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
-
-19
Totaal 2012
309
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
57
2013
2012
14. Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds
Overgenomen pensioenverplichtingen
Overgedragen pensioenverplichtingen
-1.030
533
-126
416
-497
290
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe
werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn
opgebouwd.
De toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van:
- de overgenomen pensioenverplichting
- de overgedragen pensioenverplichting
Het resultaat op:
- de overgenomen pensioenverplichting
- de overgedragen pensioenverplichting
1.269
-599
159
-502
-175
68
-33
86
-63
-389
14.553
3.666
30
38
261
14.973
3.573
32
55
248
18.548
18.881
15. Saldo waardeoverdrachten risico deelnemers
Overgedragen pensioenverplichtingen
16. Pensioenuitkeringen
Ouderdomspensioen
Partnerpensioen
Wezenpensioen
Arbeidsongeschiktheid
Afkopen en andere uitkeringen
De toeslag van de uitkeringen per 1 januari 2013 zoals vastgesteld door het bestuur bedraagt 2,0% (2012: 2,3% alleen
voor de groep met de onvoorwaardelijke toeslag).
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 451,22 (2012: € 438,44) per jaar overeenkomstig
artikel 16 van de pensioenwet.
17. Mutatie technische voorzieningen
Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de
voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en
nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling.
(Overige) toeslagen
Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen
aan de loonontwikkeling volgens de CAO. De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen
recht op toeslagverlening bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagverlening kan
plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de toeslagverlening kan in principe worden ingehaald. In het bestuursverslag
is een uitgebreide uiteenzetting rondom de toeslagverlening opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
58
Rentetoevoeging
De voorziening pensioenverplichtingen is in het boekjaar opgerent met 0,351% (2012: 1,544%). Dit is de éénjaarsrente uit
de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2012.
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
In de voorziening pensioenverplichtingen zijn de actuarieel verwachte uitkeringen opgenomen gedurende het boekjaar.
Onder deze post is de verwachte vrijval uit de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van het doen van uitkeringen
verantwoord.
Uitvoeringskosten
In de voorziening pensioenverplichtingen is een voorziening opgenomen ter dekking van toekomstige excassokosten. Een
deel van deze voorziening valt vrij door het doen van uitkeringen in het boekjaar.
Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de
door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur.
Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
Wijziging actuariële grondslagen
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en methoden ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de
voorziening pensioenverplichtingen beoordeeld en, indien nodig, herzien.
In 2013 heeft het fonds, net als in 2012, gebruik gemaakt van AG Prognosetafel 2012-2062. Wel is startkolom 2014
gebruikt (2012: startkolom 2013). De prognosetafel is gecorrigeerd voor het verschil tussen de gehele Nederlandse
bevolking en de deelnemerspopulatie van het pensioenfonds door gebruik te maken van de fondsspecifieke
ervaringssterfte vastgesteld met behulp van het Towers Watson Ervaringssterftemodel 2012.
Overige wijzigingen
2013
Resultaat op kanssystemen:
Resultaat op sterfte
Resultaat op arbeidsongeschiktheid
Resultaat op mutaties
Overige resultaten
2012
-396
-173
-82
9.836
1.058
883
-912
-
9.185
1.029
2.149
765
-9.836
-1.880
777
-759
-
-8.802
18
19
67
Mutatie technische voorzieningen voor risico fonds
Mutatie voorziening onvoorwaardelijke toeslagverlening
Mutatie voorziening garantieregeling
Mutatie voorziening voor toekomstige excassokosten
Mutatie voorziening Eigen Beheer
18. Mutatie voorzieningen risico deelnemers
Mutatie boekjaar
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
59
2013
2012
19. Herverzekeringen
Premie herverzekering
Uitkeringen herverzekering
22.409
-18.654
17.173
-18.935
3.755
-1.762
20.764
-41.920
756
67
59
37
646
55
25
44
919
770
20. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Mutatie boekjaar
21. Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
Administratiekosten
Accountantskosten
Advieskosten
Overige
De accountantskosten hebben betrekking op de wettelijke controle van de jaarrekening en de verslagstaten. In 2012 zijn
ook de werkzaamheden inzake de transitie van A&O naar Syntrus Achmea en de buy-in opgenomen. In de
accountantskosten 2013 zijn overlopende posten uit 2012 opgenomen, omdat de werkelijke kosten hoger bleken dan de
in jaarrapport 2012 opgenomen stelpost. Ook is een bedrag van 6 begrepen inzake FVP controleopdrachten 2012.
Controle van de jaarrekening
Andere controlewerkzaamheden
40
27
40
15
67
55
2.446
-1
36.832
26
2.445
36.858
Deze werkzaamheden zijn zowel in 2013 als 2012 uitgevoerd door Ernst & Young Accountants LLP.
22. Diverse baten en lasten
Resultaat garantiecontract
Overige lasten/baten
Personeelsleden
Bij het Pensioenfonds zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst
zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van de werkgever.
Bezoldiging
De bestuurders hebben geen bezoldiging. Wel ontvangt de afgevaardigde namens de pensioengerechtigden een kleine
vrijwilligersvergoeding via de werkgever.
Belastingen
De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
Ondertekening bestuur voor akkoord
Veendam, 10 juni 2014
T.J.H. Miedema (voorzitter)
J. Vos (Secretaris)
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
60
OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
62
OVERIGE GEGEVENS
1
Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum bekend die niet in dit jaarrapport zijn opgenomen en toegelicht.
2
Resultaatverdeling
Het nadelig saldo ter grootte van 4.549 wordt geheel onttrokken aan de algemene reserve.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
63
3
ACTUARIËLE VERKLARING
Opdracht
Door Stichting pensioenfonds AVEBE te Veendam is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het
afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013.
Gegevens
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de
verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds.
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de
financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij
geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de
basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn.
Werkzaamheden
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt
van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht:
- heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen
vermogen toereikend zijn vastgesteld,
en
- heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen
onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het
pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel
beleid van het pensioenfonds.
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel
Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Oordeel
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel
bezien, toereikend vastgesteld.
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen
vermogen.
Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een
toereikende solvabiliteit.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
64
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van
de Pensioenwet.
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Avebe is naar mijn mening voldoende. Daarbij is in aanmerking
genomen dat de mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt zijn.
Amsterdam, 10 juni 2014
drs. C.D. Snoeks AAG
verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
65
4
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: Het bestuur van Stichting Pensioenfonds AVEBE
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting Pensioenfonds AVEBE te Veendam gecontroleerd. Deze jaarrekening
bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn
opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het
resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met
Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een
zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder
afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben
onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit
vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en
uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel
belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant
toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van
materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is
voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van
controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel
een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds. Een controle
omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de
redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het
algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor
ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van
Stichting Pensioenfonds AVEBE per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9
Boek 2 BW.
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
66
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is
opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden
wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:
391 lid 4 BW.
Zwolle, 10 juni 2014
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. H. Elgersma RA
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
67
BIJLAGEN
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
68
1
VERLOOPSTAAT DEELNEMERS/POLISSEN
2013
Aantal
2012
Aantal
Aantal
Aantal
Deelnemers
Stand vorig boekjaar
Nieuwe toetredingen
Herintreding
Ontslag met premievrije aanspraak
Ingang pensioen
Overlijden
Andere oorzaken
1.232
71
13
-56
-55
-2
-
Stand einde boekjaar
1.273
60
12
-40
-68
-8
3
-29
-41
1.203
1.232
1.587
1.315
Gewezen deelnemers
Stand vorig boekjaar
Ontslag met premievrije aanspraak
Herintreding
Waardeoverdrachten
Ingang pensioen
Overlijden
Afkopen
Andere oorzaken
56
-13
-6
-60
-1
-1
14
Stand einde boekjaar
40
-12
-4
-68
-7
-9
332
-11
272
1.576
1.587
1.888
1.713
Pensioengerechtigden
Stand vorig boekjaar
Ingang pensioen
Overlijden
Afkoop
Andere oorzaken
Stand einde boekjaar
165
-98
-19
-6
188
-85
-5
77
42
175
1.930
1.888
4.709
4.707
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________________________
Stichting Pensioenfonds AVEBE
69