Stadsbomen Vademecum 3C: Ziekten en aantastingen

Download Report

Transcript Stadsbomen Vademecum 3C: Ziekten en aantastingen

Stadsbomen Vademecum 3C:
Ziekten en aantastingen
IPC Groene Ruimte, Arnhem 2007
Inhoud
DEEL I
1
2
Achtergronden
Inleiding
11
1.1
1.2
1.3
11
12
14
Ziekteverwekkers en aantasters
15
2.1
15
15
17
18
21
22
22
25
28
28
29
30
30
32
32
2.2
2.3
2.4
3
Schimmels
2.1.1 Levenswijze
2.1.2 Bouw en voortplanting
2.1.3 Indeling
2.1.4 Infectie
Houtrotschimmels
2.2.1 Indeling
2.2.2 Ontwikkelingsvoorwaarden
Bacteriën, virussen, viroïden en fytoplasma’s
2.3.1 Bacteriën
2.3.2 Virussen, viroïden en fytoplasma’s
Insecten en mijten
2.4.1 Insecten
2.4.2 Mijten
2.4.3 Schadelijkheid
Preventie en bestrijding
35
3.1
3.2
3.3
35
35
38
38
39
39
41
3.4
5
Ontstaan van ziekten en aantastingen
De rol van ziekteverwekkers en aantasters
Inhoud van dit deel
Inleiding
Preventie
Bestrijding
3.3.1 Chemische bestrijding
3.3.2 Mechanische bestrijding
3.3.3 Biologische bestrijding
Gewasbeschermingsbeleid
DEEL II
DEEL III
6
Beschrijvingen ziekten en aantastingen
Blad- en naaldvreters
45
Zuigende insecten en mijten
81
Bast- en houtboorders
119
Galvormers en groeiabnormaliteiten
153
Verwelkingsziekten
169
Blad- en naaldziekten
183
Bastziekten
213
Houtrotschimmels
243
Fysische en chemische bodemomstandigheden
305
Weersinvloeden
315
Zoektabellen
Inleiding
327
Tabel 1:
Voorkomende ziekten en aantastingen per boomsoort
328
Tabel 2:
Overzichtstabel ziekten en aantastingen
356
7
Literatuur
367
Verklarende woordenlijst
369
Adressen
373
Register Nederlandse namen
375
Register wetenschappelijke namen
379
Begrippenregister
383
Blad- en naaldvreters
Links:
kleine wintervlinder.
Rechts:
kaalvraat.
foto: G.J. van Prooijen
Rups.
foto: Alterra/A. van Frankenhuyzen
Slordig
samengesponnen
aangevreten blad.
foto: G.J. van Prooijen
62
foto: Alterra
Blad- en naaldvreters
Operophtera brumata
insect
Waardplanten
bladeren
zeer
algemeen
Vele loofbomen. Met name eik, maar onder andere ook haagbeuk, popu
ulier, iep, berk, esdoorn, es, appel en peer.
Kenmerken
Vlinder: tot 30 mm, slank, grijsbruin, in rust driehoekig.
Rups: 20 mm lange groenige spanrups met twee witgele lengtestrepen
en bleek groenbruine kop.
Aantasting
De vlinder vliegt in de avonden van het najaar. De vrouwtjes leggen
300-400 eitjes bij bladknoppen in boomtoppen. De soort overwintert
als ei. De rupsen verschijnen in het voorjaar en beginnen het jonge blad
vanaf de bladrand aan te vreten. De bladeren worden hierbij geheel of
gedeeltelijk slordig samengesponnen. Ze verdwijnen in juni in de grond
om daar te verpoppen.
Gevolgen
Preventie/bestrijding
Verwarring
mogelijk met
De rupsen kunnen in het voorjaar bomen geheel kaal vreten; vaak samen
met grote wintervlinder (Erannis defoliaria) en groene eikenbladroller
(Tortrix viridana). Als dit een aantal jaren na elkaar gebeurt, kan de boom
m
verzwakken en vatbaar worden voor secundaire aantasters zoals de
eikenprachtkever ((Agrilus biguttatuss). Kaalvraat treedt doorgaans alleen
n
op in bos- en laanplantingen.
Niet nodig.
Grote wintervlinder (Erannis defoliaria) en groene eikenbladroller (Tortrix
ix
viridana), maar de grootte en de kleur van de rupsen zijn duidelijk
verschillend.
Stadsbomen Vademecum 3C
63
Blad- en naaldvreters
Kleine wintervlinder
Verwelkingsziekten
Verwelking van blad
door Verticillium.
foto: J. Kopinga
Afgestorven takken.
foto: J. Kopinga
Ringvormige
verkleuring in
doorgesneden
takken.
foto: Alterra
180
Verwelkingsziekten
Verticillium-verwelkingsziekte
Verticillium dahliae
schimmel
algemeen
Onder andere esdoorn, paardenkastanje, Catalpa, es, fluweelboom,
valse acacia, linde en iep. Naaldbomen zijn niet gevoelig.
Aantasting
Verticillium is een bodemschimmel die een grote verscheidenheid aan
n
houtige en kruidachtige gewassen kan aantasten. De schimmel leeft van
dood organisch materiaal in de bodem, maar kan de wortels binnendringen en zich in de plant verspreiden. Een plant hoeft niet verzwakt te
e
zijn; ook volkomen gezonde planten kunnen worden aangetast.
Als reactie op de schimmel verstopt de boom zijn houtvaten met
zogenaamde thyllen. Hierdoor verwelken bladeren en kunnen jonge
takken afsterven, terwijl andere takken nog volkomen onaangetast
lijken. Bij doorgesneden takken is meestal een ringvormige verkleuring
te zien, afhankelijk van de boomsoort olijfgroen, paarsgrijs, blauw of
bruinzwart.
Gevolgen
Jonge aangetaste bomen sterven meestal binnen een jaar. Bij oudere
bomen kan de aantasting gedurende enkele jaren beperkt blijven tot
gedeelten van de kroon. Soms herstelt een oudere boom zich. Vooral de
e
es heeft dit vermogen.
Preventie/bestrijding
Er zijn aanwijzingen dat de schimmel vooral via verwondingen de
wortels binnendringt; verwonding van de wortels moet dan ook worden
voorkomen.
Voormalige akker- en tuinbouwgronden zijn doorgaans besmet met de
schimmel. Vooral bij gronden waar vroeger aardappels, bieten of dahlia’s
zijn geteeld, is de besmettingskans groot. Er moeten geen gevoelige
soorten op verdachte gronden worden aangeplant.
Aangetaste planten geheel verwijderen en vernietigen. Snoei van
verwelkte takken is niet zinvol, omdat de schimmel vanuit de wortel de
boom binnendringt.
Verwarring
mogelijk met
Bij iep met iepenziekte, maar daarbij is de verkleurde ring van een
aangetaste twijg bruinzwart van kleur. Bij jonge bomen kan watergebrek
ns
een vergelijkbaar schadebeeld geven, maar watergebrek leidt doorgaan
tot verwelking in de gehele kroon.
Stadsbomen Vademecum 3C
181
Verwelkingsziekten
Waardplanten
takken/
bladeren
Houtrotschimmels
Jong vruchtlichaam.
foto: P.J. Keizer
Volgroeid
vruchtlichaam.
foto: P.J. Keizer
Links:
aangetaste wortels
als gevolg van
reuzenzwam
Rechts:
oud en volgroeid
vruchtlichaam naast
elkaar.
foto: F. Gielissen
284
foto: G.J. van Prooijen
Houtrotschimmels
Reuzenzwam
Meripilus giganteus
synoniem Polyporus giganteu
us
eenjarig
witrot
wortels/
stamvoet
algemeen
Waardplanten
Vooral oudere exemplaren van beuk, Amerikaanse eik en paardenkastanje.
Kenmerken
vruchtlichaam
Waaiervormige zwam, bestaande uit elkaar overlappende, platte vruchttlichamen met een golvende rand. Bovenzijde geel tot grauwbruin met
g
concentrische cirkels. Onderzijde crèmekleurig; bij druk of beschadiging
bruin tot zwart verkleurend. Afzonderlijke hoeden 20-50 cm breed, 1-2
e
cm dik. Totale paddenstoelencomplex tot een meter breed. Na de eerste
nachtvorsten verslijmt de massa tot een zwarte brij. De vruchtlichamen
zijn niet ieder jaar zichtbaar.
Aanwezig: juli tot januari.
Aantasting
Deze agressieve schimmel tast een boom aan via beschadigde en
afgestorven wortels, die bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door wisselingen
n
in de grondwaterstand bij oude bomen. De schimmel veroorzaakt een
omvangrijk rot in de wortels, waarbij zowel kernhout als spinthout word
dt
aangetast. Dit rot breidt zich geleidelijk richting de stamvoet uit. De stam
m
zelf wordt niet aangetast. In reactie op de wortelsterfte zal de boom
uit nog niet aangetaste wortels een dichte mat van adventief wortels
ontwikkelen die er voor kunnen zorgen dat de conditie van de boom
nog lange tijd goed blijft. Bij vergevorderde aantasting vermindert de
bladbezetting en de bladgrootte van de boom, aanvankelijk vooral in he
et
bovenste deel van de kroon.
Gevolgen
De zwam veroorzaakt een omvangrijk rottingsproces in de wortels,
waardoor de boom gevoelig wordt voor windworp. Op het moment dat de
zwam waargenomen wordt, kan de stabiliteit al zeer sterk zijn verminderd. Terwijl de bovenste wortels nog volledig gezond zijn, kunnen de
dieper gelegen wortels ernstig aangetast zijn. Reuzenzwam is een van
de ernstigste bedreigingen van oude verzwakte beuken.
Preventie/bestrijding
Verwarring
mogelijk met
De kans op infectie kan worden verkleind door schade (mechanisch,
droogte, wateroverlast) aan de wortels te voorkomen.
Een jong nog niet volledig ontwikkeld vruchtlichaam lijkt iets op eikhaass
(Grifolia frondosa), maar bij kneuzing verkleurt de reuzenzwam bruin
terwijl de eikhaas bij kneuzing wit blijft.
Stadsbomen Vademecum 3C
285
Houtrotschimmels
buisjeszwam
Voorkomende ziekten en aantastingen per boomsoort
Tabel 1: Voorkomende ziekten en
aantastingen per boomsoort
Beschrijving op pagina
Algemeen voorkomend
Stam en takken
Blikseminslag
323
Bladeren/naalden en twijgen
Zoutschade
307
Bodemzuurstofgebrek
309
Gebreksziekten
311
Herbicidenschade
313
Watergebrek
321
Abies
Wortels en stamvoet
Wortelrot
Phytophthora-soorten
231
Echte honingzwam
Armillaria mellea
247
Sombere honingzwam
Armillaria ostoyae
251
Dennenmoorder
Heterobasidium annosum
271
Zilversparwolluis
Adelges nordmannianae
111
Letterzetter
Ips typographus
135
Bladluizen
Aphis-soorten
83
Zilversparwolluis
Adelges nordmannianae
111
Galmijten
Eriophyes-soorten
159
Stam en takken
Naalden en twijgen
Acer
Wortels en stamvoet
Wilgenhoutrups
Cossus cossus
125
Wortelrot
Phytophthora-soorten
231
328
Voorkomende ziekten en aantastingen per boomsoort
Beschrijving op pagina
Echte honingzwam
Armillaria mellea
247
Sombere honingzwam
Armillaria ostoyae
251
Dikrandtonderzwam
Ganoderma adspersum
259
Korsthoutskoolzwam
Kretzschmaria deusta
281
Stam en takken
Koningsdopluis
Pulvinaria regalis
115
Wilgenhoutrups
Cossus cossus
125
Ongelijke houtkever
Xyleborus dispar
151
Verticillium-verwelkingsziekte
Verticillium dahliae
181
Meniezwammetje, vuur
Nectria cinnabarina
223
Dikrandtonderzwam
Ganoderma adspersum
259
Platte tonderzwam
Ganoderma applanatum
261
Zadelzwam
Polyporus squamosus
301
Gewoon elfenbankje
Trametes versicolor
303
Vorstschade
317
Zonnebrand
319
Bladeren en twijgen
Grote wintervlinder
Erannis defoliaria
53
Ringelrups
Malacosoma neustria
61
Kleine wintervlinder
Operophtera brumata
63
Bladluizen
Aphis-soorten
83
Esdoornluizen
Drepanosiphum-soorten
91
Hydrangeadopluis
Eupulvinaria hydrangeae
99
Gewone dopluis
Parthenolecanium corni
105
Dwergcicaden
Typhlocyba-soorten
117
Galmijten
Eriophyes-soorten
159
Verticillium-verwelkingsziekte
Verticillium dahliae
181
Inktvlekkenziekte van esdoorn
Melasmia acerina
201
Zonnebrand
319
Aesculus
Wortels en stamvoet
Wortelrot
Phytophthora-soorten
231
Echte honingzwam
Armillaria mellea
247
Stadsbomen Vademecum 3C
329
Overzichtstabel ziekten en aantastingen
Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
Abies
Acer
Aesculus
Alnus
Betula
Carpinus
Castanea
Catalpa
Cedrus
Celtis
Chamaecyparis
Tabel 2: Overzichtstabel
ziekten en aantastingen
Blad- en naaldvreters
Elzenhaantje
Agelastica alni
Lindebladwesp
Caliroa annulipes
Paardenkastanjemineermot
Cameraria ohridella
Grote wintervlinder
Erannis defoliaria
Bastaardsatijnvlinder
Euproctis chrysorrhoea
Berkenmineerwesp
Fenusa pusilla
Plakker
Lymantria dispar
■
■
■
■ ■
■
Ringelrups
Malacosoma neustria
■
Kleine wintervlinder
Operophtera brumata
■
Wilgenhaantjes
Phyllodecta-soorten
Plataanvouwmijnmot
Phyllonorycter platani
Hulstvlieg
Phytomyza ilicis
Beukenspringkever
Rhynchaenus fagi
Eikenprocessierups
Thaumetopoea processionea
Groene eikenbladroller
Tortrix viridana
Spinselmotten
Yponomeuta-soorten
■ ■
Zuigende insecten en mijten
Bladluizen
Aphis-soorten
Schuimcicade, spuugbeestje
Aphrophora salicina, A. alni
Coniferentakluizen
Cinara-soorten
Wollige beukenstamluis
Cryptococcus fagisuga
Esdoornluizen
Drepanosiphum-soorten
Lindespintmijt
Eotetranychus tiliarius
Appelbloedluis
Eriosoma lanigerum
Lindebladluis
Eucallipterus tiliae
Hydrangeadopluis
Eupulvinaria hydrangeae
356
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■
■
■
■
Corylus
Crataegus
Fagus
Fraxinus
Ginkgo
Gleditsia
Ilex
Juglans
Juniperus
Larix
Liquidambar
Liriodendron
Magnolia
Malus
Morus
Ostrya
Paulownia
Picea
Pinus
Platanus
Populus
Prunus
Pseudotsuga
Pterocarya
Pyrus
Quercus
Robinia
Salix
Sequoiadendron
Sophora
Sorbus
Taxus
Thuja
Tilia
Ulmus
Zelkova
Overzichtstabel ziekten en aantastingen
■
■
■
■
■
■ ■
■
■
■
■
Stadsbomen Vademecum 3C
357
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■
■
■
■
■
■
■ ■
■
■
■ ■
■
■
■
■ ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
■ ■
■
■
■
■
■
■