Verslag netwerkbijeenkomst 27 maart - Stadsdeel Amsterdam

Download Report

Transcript Verslag netwerkbijeenkomst 27 maart - Stadsdeel Amsterdam

Betreft: Verslag netwerkbijeenkomst 2 ‘Blijf bij de Les’
Onderwerp: Advies aan samenwerkingsverband VO
Wanneer: donderdag 27 maart 2014, 15.00 -18.00 uur
Waar: ROC, Gare du Nord 13, Amsterdam-Noord
Voor wie: professionals die met VSV-problematiek in aanraking komen
Door wie: Rob Oudkerk (dagvoorzitter)
Op donderdag 27 maart 2014 vond de tweede bijeenkomst in de serie netwerkbijeenkomsten ‘Blijf bij
de les' plaats, georganiseerd voor professionals uit het onderwijsveld in Amsterdam-Noord. ‘Blijf bij de
les' is de aanpak waarmee stadsdeel Noord in samenwerking met de scholen en andere partners de
aantallen voortijdig schoolverlaters (VSV'ers) in Amsterdam-Noord terug wil dringen.
Iedere netwerkbijeenkomst staat in het teken van een thema. Bijeenkomst twee was gericht op het
formuleren van adviezen aan het samenwerkingsverband VO met oog op het terugdringen van VSV.
Net als de vorige keer startte de middag met een plenair gedeelte, waarna de aanwezigen vervolgens
in groepjes uiteen gingen om tot een advies te komen. De deelnemers bij binnenkomst werden attent
gemaakt op het grote ‘netwerkbord’. Met pijlen in verschillende kleuren kon men aangeven met wie
men graag zou willen netwerken (blauwe stift), al contact had (groene stift), of wie men miste op het
bord (rode stift). Hiermee werd concreet en visueel een belangrijk doel van de bijeenkomsten letterlijk
in kaart gebracht. ‘Ken elkaar in het veld’ kon nu niet slechts meer bij een leus blijven, ga er maar aan
staan en ontmoet elkaar, zo sprak het netwerkbord duidelijk.
In groepssessies bespraken de deelnemers eerst in tweetallen hun advies, en deelden deze daarna
met de rest van de groep.
De opkomst van de netwerkbijeenkomst betrof ongeveer 35 man.
Plenair gedeelte
Intro
Rob Oudkerk opent de middag en vraagt aan de zaal naar resultaten van de vorige keer. Vingers
gaan de lucht in. “Ik heb vijftien leerlingen extra kunnen coachen, via het netwerk van de vorige
sessie. Als je elkaar al ontmoet hebt, is het makkelijker om elkaar te benaderen”, zegt de een. “Voor
mij is er niets veranderd, ik heb niemand op mijn lijstje staan die ik hier per se wil ontmoeten, zegt de
ander.” Niet-politieke antwoorden, daar houdt hij van, moedigt de voorzitter aan.
Vervolgens verexcuseert hij Coby van Berkum, portefeuillehouder Onderwijs en Jeugd van stadsdeel
Noord. Oudkerk: “Zij is een van de weinige PvdA-ers, die onlangs het grote verlies van de recente
gemeenteraadsverkiezingen in functie is gebleven.” Van Berkum zal haar eerdere koers onder het
nieuwe gemeentegesternte voortzetten. De VSV cijfers waren in de afgelopen bestuursperiode gezakt
van 20% naar 13%. Er volgt een korte discussie over de nieuwe streefcijfers van het tegengaan van
VSV, wat vindt de zaal? Uiteindelijk komt men tot de conclusie dat men van 13% naar 10% uitval
zou moeten gaan. Deadline: zomer 2015.
“Realiseer je,” onderstreept de voorzitter, “dat je vanmiddag de kans hebt om adviezen mee te geven
die echt op de onderhandelingstafel komen. Dit is de tijd van een demissionair college, dat wordt
straks weer missionair, dan wil het vooruit. Gebruik je invloed en geef ze actiepunten mee.”
Bovendien, voegt de oud-PvdA-wethouder daar met een lichte glimlach op z’n gezicht aan toe, “D’66
schijnt veel geld te reserveren voor onderwijs, dus: grijp deze kans.”
Roberto Massaro, beleidsadviseur Stadsdeel Noord
Roberto gaat kort in op eerdere en lopende projecten:
- de zomerschool (tijdstip: in laatste week van de vakantie) was geen succes, met acht deelnemers en
hoge kosten (€ 2400,- p.p.). Besloten om niet mee door te gaan. Conclusie: deelname was te
vrijblijvend.
Een korte discussie volgt over het wel of niet geloven in het succes van de zomerschool. De voorzitter
1
kapt de discussie af. “Kunnen jullie als netwerk er met elkaar wél voor zorgen dat de zomerschool in
2015 een succes wordt?” vraagt hij. “We zijn geen institutionele maatschappij meer, maar een
netwerkmaatschappij. Je hoeft je werk dus niet te doen tussen 9.00-17.00 uur. Als je van 20.00-21.30
uur op een avond een fantastisch plan in elkaar wilt draaien…dat kan dus!”
- op 1 april 2014 van 15.00-17.00 uur vindt op het stadsdeel een informatiebijeenkomst plaats over de
Entreeopleidingen. Alle decanen hebben hiervoor een uitnodiging ontvangen. Naar aanleiding van de
netwerkbijeenkomst van 26 september 2013 is afgesproken om 2 x per jaar een afstemmingsoverleg
te organiseren met decanen V.O. en LEC medewerkers/studiebegeleiders/teamleiders van de beide
ROC’s in Noord. Doel informatie uitwisseling, elkaar beter leren kennen en daardoor makkelijker over
en weer contact met elkaar opnemen over leerlingen.
- Stichting Paspoort organiseert gastlessen op het PO en VO om de talenten van de leerlingen boven
tafel te krijgen, zodat de schoolkeuze meer vanuit henzelf komt ipv dat deze is opgedragen. De
gastlessen worden verzorgd door rolmodellen waarmee de jongeren zich kunnen identificeren.
- Bureau Maatschappelijke Participatie (BMP) brengt op 18 september 2014 (datum onder
voorbehoud) op het Clusius College ervaringen van VSVers uit het verleden in kaart. Deze jonge
ervaringsdeskundigen komen zelf presentaties op scholen geven over hun schooltijd en geven dan
ook adviezen aan de scholen: “Toen ik nog op school zat, zou dit en dit beter voor mij hebben
gewerkt, zo hadden jullie het beter kunnen aanpakken.”
- In mei / juni 2014 geeft organisatie Markant een workshop aan het onderwijsnetwerk over jonge
mantelzorgers, ‘hoe herken je deze thematiek bij de leerlingen die thuis de zorg voor hun ouders of
andere familieleden hebben, wat kunnen hiervan de gevolgen zijn m.b.t. de schoolcarrière en hoe kun
je het beste met hen omgaan?’ De locatie is bij een van de jongerenlocaties van stichting Dock.
Sander Prins, manager JIP
JIP heeft het project Stagecoach georganiseerd en Sander licht het project toe waarin coaches aan
vijftig gemotiveerde hbo’ers en mbo’ers werden gekoppeld die geen stage konden vinden. In korte tijd
begeleiden zij hen met het zoekproces en het effectief contact leggen met potentiële bedrijven voor
stageplaatsen. In de periode augustus-december 2013 vond dit project plaats. 85 % vond uiteindelijk
een stage.
Krista Vos, DOCK
Citaat van een deelnemer aan Myschoolcoachzz:
“Het helpt dat iemand meeleeft, geïnteresseerd is en het begrijpt, de coach is ook nog een jongere”.
Myschoolcoach kwam voort uit de startbijeenkomst ‘Blijf bij de Les’ , vertelt Krista. Jongeren van
ROC’s en hogescholen coachen 3-6 maanden risicojongeren van het V.O. Het project lijkt nu al
succesvol. Jongeren blijken het ‘wel tof’ te vinden dat ze gecoacht worden door andere jongeren. In
2014 is er in totaal plaats voor 42 deelnemers en er staan nu als 15 gegadigden voor het project op de
wachtlijst. Het project wordt nu nader onderzocht op resultaten en ervaringen door de DSP groep.
Nathan Wiersma, organisator van Amsterdam Maker Festival
Het Amsterdam Maker Festival, over het plezier en het nut van het maken, is geïnspireerd door een
verwant festival in Engeland. Wiersma vertelt dat hij met DMO, Nemo en IFabrica een kijkje ging
nemen aan de andere kant van het water. Ze concludeerden dat de doelgroep die volgens hen
aanwezig zou moeten zijn, ontbrak: namelijk jongeren die een verhoogd risico lopen om VSVer te
worden. Het Amsterdam Maker Festival is daar ook op gericht.
Wiersma verzoekt iedereen het promo-filmpje voor het festival dat speciaal door jongeren van
Inholland is gemaakt te delen. De link is te vinden op de site van het Amsterdams Maker Festival
(http://www.youtube.com/watch?v=Mx85wywph1I ) en is aan de aanwezigen doorgestuurd. Het filmpje
vraagt aan de jongeren of zij zich willen aanmelden voor het festival.
2
Datum: 30 en 31 mei – 1 juni.
Plaats: voormalige STORK-fabriek in Noord.
Deelname voor leerlingen uit Noord: gratis.
Frits Otto, coördinator samenwerkingsverband VO
Het Samenwerkingsverband zorgt ervoor dat:
* scholen en andere instanties goede afspraken maken over de overstap van de basisschool naar het
voortgezet onderwijs;
* tijdig betrouwbaar onderzoek wordt gedaan bij alle leerlingen die mogelijk in aanmerking komen voor
leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs;
* scholen en andere
instanties goede afspraken maken over een dekkende zorgstructuur in het onderwijs en biedt
ondersteuning ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van hun zorgstructuur;
* leerlingen, via het OnderwijsSchakelLoket, worden doorverwezen naar de bovenschoolse
voorzieningen zoals STOP, Transferium en School2Care.
* er optimaal wordt samengewerkt tussen de scholen, bovenschoolse voorzieningen en externe
partners)
Frits Otto licht de enquête ‘Achtergrond Schooluitval’ toe die het samenwerkingsverband organiseerde
op V.O. scholen en ging specifiek in op de resultaten van scholen in Amsterdam-Noord.
- 95% van de bevraagde scholen nam deel aan de enquête. 5% van de scholen had haar
administratie niet op orde, en waren – niet toevallig, aldus Otto – scholen met veel VSV’ers. In
Amsterdam-Noord ging het in totaal om 80 scholen, van de 40.000 VO-scholen in Nederland
(onderbouw vo, bovenbouw vo – mbo + havo/vwo, in totaal: 2332 VSV’ers).
- Otto licht enkele cijfers toe (van de bovenbouw Bredero en het Bernard Nieuwentijt samen):
* VSV peildatum van 1 oktober 2013, landelijk: 503. In Noord: 43.
* VSV peildatum van maart 2014, landelijk: 374. In Noord: 32.
- De daling in VSV van de onderbouw in Noord correspondeerde met de landelijke streefcijfers (0,2
%). Bij havo / vwo in Noord echter, was de uitval acht keer zo hoog als de landelijke streefwaarde.
- Het samenwerkingsverband probeert te analyseren waarin ‘m dat zit, en ook: wanneer iemand
statistisch als VSV’er wordt opgemerkt. Otto noemt dat wanneer leerlingen in de zomer naar hun land
van origine vertrekken en niet meer terugkomen naar Nederland, als VSV’er worden aangemerkt.
Deze factor zou uit de streefcijfers moeten worden gefilterd, volgens Otto. Het zijn voorbeelden van
jongeren waar je je zorgen over maakt, maar waar je geen invloed op hebt. Ook heeft DUO geen
harde cijfers van thuiszitters, en “sommige leerlingen die naar speciaal onderwijs gaan, worden
onterecht als VSV’er opgemerkt.”
Opvallende gegevens uit de enquête
- 43 VSV-ers in
Noord v.d. in totaal 505 in Amsterdam.
- Bij overgang van VO naar vervolg onderwijs hebben 10 scholen bewijs van inschrijving, 8 niet!
- Voor 22 leerlingen is wel contact met leerplicht gezocht, voor 11 niet. (voor 1/3 dus geen contact
gezocht)
- In 30 gevallen geen onderwijsschakelloket betrokken, in 3 gevallen wel.
- Voor 7 van de 23 is contact gezocht met een andere voorziening
- Bij 8 van de 25 is het bekend dat het gaat om jonge mantelzorgers.
- 10 van de 23 leerlingen zijn niet in het ZAT besproken.
Groepsgedeelte
De deelnemers gaan in drie groepen uiteen om vragen te bespreken en advies voor een gezamenlijke
zorgverantwoordelijkheid te formuleren. Devies daarbij is: Wees creatief, focus je op wat je zelf kunt
verbeteren.
Waar loop je tegenaan in het uitvoeren van je werk?
1. Bereikbaarheid van jongeren
2. Geen werk
3. Geen interesse van de jongeren
3
4. Desinteresse van de jongeren
5. Jongeren onderprikkeld (school/ werken is niet leuk)
6. Jongeren missen van huis uit een rolmodel
Welk advies heb jij voor het samenwerkingsverband wat direct uitvoerbaar is? (VO/MBO)
1. Lastig om risicogroep extra aandacht te geven in de klas.
Advies: Eén loket voor alle vsv’ ers
2. Leraren vinden het lastig om risicogroep programma’s aan te bieden om hen in het onderwijs
te houden.
Advies: Inspireren van leraren.
3. Sommige leerlingen passen nou eenmaal niet is het huidige onderwijssysteem.
Advies: Accepteren dat er een groep is die niet in het onderwijssysteem past.
4. Veel scholieren zijn niet gemotiveerd en op de hoogte van hun mogelijkheden binnen het
onderwijs.
Advies: Lijstje met projecten en mogelijkheden maken die het onderwijs te bieden heeft.
5. Scholen vinden het lastig om te weten bij wie ze moeten zijn als leerlingen overgeplaatst
moeten worden (warme overdracht) of een mogelijk vsv’ er lijken te worden.
Advies: Smoelenboek met alle contactgegevens van decanen V.O. en M.B.O.
6. De leerlingen zijn moeilijk bereikbaar door o.a. problematiek in huiselijke sfeer.
7. Als de overdracht eenmaal heeft plaats gevonden laten de scholen hun voormalig leerlingen
te snel los.
Advies: Langer monitoren van de overdracht VO-MBO.
8. Veel leraren zijn niet op de hoogte van de mogelijkheden voor de risicogroep om het
onderwijs leuker te maken.
Advies: Ook de leraren inspireren om het onderwijs leuker te maken. Hen beter op de hoogte
houden van de projecten die lopen.
Wat kan jij (vanuit je functie) doen om te zorgen dat de schoolverlaters goed aankomen bij een
andere onderwijsinstelling?
1. Begeleiding bij oriëntatie op MBO (Leerkracht Clusius)
2. Leerlingen inspireren (Amsterdam Makers Festival)
3. Rolmodel zijn (Starter)
4. Jongerenwerkers motiveren ( Manager Stichting Dock)
5. Weg naar werk transparanter maken
Wat is voor jou het meest opvallende resultaat uit het onderzoek en hoe betrek je dat op je
dagelijkse praktijken?
1. Vroeger was het beter, er waren meer mensen om te begeleiden. Door bezuinigingen vallen
functies weg.
Advies: Weer meer menskracht in begeleiding kunnen steken.
2. Goede ervaring met Summerschool, twee leerlingen die de Sumerschool hebben gevolgd
hebben er baat bij gehad. O.a. doordat hun zelfvertrouwen is toegenomen.
Advies: Summerschool terug laten komen – Hogeschool van Amsterdam biedt aan hier een
rol bij te spelen
3. Kinderen aan de onderkant raken uit het zicht. Ze kunnen op weinig plekken terecht
Advies: Een inloophuis of plek inrichten voor mogelijke VSV’ers
4. Er zijn te weinig stageplekken, Streetcornerwork komt vaak leerlingen tegen die geen stage
kunnen vinden. Als dit niet lukt moeten ze stoppen met de opleiding.
Advies: creëer meer stageplekken.
Advies: Zet studenten structureel in op bepaalde plekken binnen organisaties en gemeente. Bijv
wanneer een onderzoek gedaan moet worden. Maak hiervan gebruik van studenten.
Advies: Bedrijven die subsidie krijgen verplichten stageplekken aan te bieden
5. Het HBO en de universiteit is teveel uit het zicht voor leerlingen uit Noord en lijkt onbereikbaar
Advies: Zorg voor een HBO / Universitair informatiepunt in Amsterdam Noord (bijv bij JIP),
zodat een structurele samenwerking tussen HvA, UvA, Sd Noord en VO scholen in Noord kan
ontstaan.
6. Opvallend aan het onderzoek, jongeren worden uit het oog verloren.
Advies: Maak de mentor eigenaar van een leerling, zodat lijnen kort zijn. Er zijn nu (te)veel
samenwerkingsverbanden / overleggen
Advies: Meer inzetten op huisbezoeken en beloon scholen die het goed doen
4
Overige:
a. Voornemen van deelnemers aan elkaar (oa Streetcorner Work versus ROC)
- We moeten elkaar eerder op de hoogte brengen als uitval dreigt. Breng de leerlingen in het
vizier bij elkaar.
- Zorg voor de warme overdracht.
b. Wat is de invloed van registratie? Wordt het ‘eerlijk’ bijgehouden of wordt er gestuurd op de cijfers.
Wat is voor jou het meest opvallende resultaat uit het onderzoek en hoe betrek je dat op je
dagelijkse praktijken? Informatie uit de analyse gehaald en staat cursief gedrukt.
1. Lage gesignaleerde mantelzorgers (Bij 8 van de 25 is het bekend dat het gaat om jonge
Mantelzorgers)
2. Er zijn weinig VSV-ers besproken in het ZAT (10 van de 23 leerlingen zijn niet in het ZAT
besproken)
3. Opvallend veel uitval van Havo
4. Waarom is er zo weinig contact op genomen met Bureau Leerplicht? Dit is immers een
stedelijke afspraak. (Voor 22 leerlingen is wel contact met leerplicht gezocht, voor 11 niet.
(voor 1/3 dus geen contact gezocht)
5. VMBO diploma gehaald kan het hoogst haalbare (voorlopig) zijn. Jongeren weten vaak niet
wat ze willen.
6. Jammer dat wij het verhaal achter de cijfers niet kennen.
Advies:
• Zorg ervoor dat je administratie op orde is. (Bij overgang van VO naar vervolg onderwijs
hebben 10 scholen bewijs van inschrijving, 8 niet!)
• Als de school vermoedt dat het fout gaat bij de overgang bijvoorbeeld naar de entree opleiding
dan zou de school nazorg moeten doen of leerplicht. Dilemma is dat Leerplicht zich niet altijd
verplicht voelt voor nazorg, want er is nog niets aan de hand, er is alleen een signaal van
‘vermoeden’ door de school.
• Omdat jongeren niet weten wat ze willen is er behoefte aan een oriëntatiejaar / schakeljaar.
• Wat kan jij (vanuit je functie) doen om te zorgen dat de schoolverlaters goed aankomen
bij een andere onderwijsinstelling?
1. Een warme overdracht van kwetsbare leerlingen is belangrijk en wie daarvoor
verantwoordelijk is. Wat dat betekent, daarover verschillen coach, mentor of zorg coördinator
van mening. Herbevestig de onderlinge afspraken en denk ook aan;
- Kleine interventies, meegaan met leerlingen naar open dagen,
- leren solliciteren,
- een coach voor een kleine periode bij risico leerlingen.
2. Voorlichting en Open dagen:
- Bellen/ checken of het kind niet alleen naar een open dag gaat.
- Bereid deze open dagen voor op school
- Een voorbereidende cursus organiseren voor de vervolgopleiding. Het is belangrijk dat
VMBO leerlingen een juiste beroepskeuze maken.
- Oriëntatiejaar / schakeljaar invoeren.
3. Nazorg:
Meerderde keren de oud leerling bellen om te informeren of het goed gaat en ook nagaan of
de inschrijving op de school formeel geregeld is.
4. Opbrengsten van de pilot inbrengen – waar lopen decanen tegenaan? De Pilot die bedoeld
wordt is de pilot voor het volgen-monitoring proces van aanmelding door VMBO-leerling naar
start MBO-opleiding tot en met 01.10.14 .
5. Kwaliteit van de opleidingen moet goed zijn (en aansluiten bij de opleiding waar ze vandaan
komen. (Ook de Havoleerling of de betere VMBO leerling moet uitgedaagd worden).
6. De school moet (sociaal) veilig zijn, maar er zijn geen suggesties gedaan hoe dit op te pakken
vanuit jouw functie.
7. Er is behoefte aan een rolmodel. Vanuit eigen ervaringen jongeren motiveren en vertrouwen
wekken.
5
Conclusie
Het plenaire gedeelte besluit met het benoemen van de belangrijkste adviezen van de dag aan twee
vertegenwoordigers van de stedelijke werkgroep van het samenwerkingsverband: Ellen Veenker
(Over Y College) en Marcel van Dijk (Damstede).
Roberto noemt dat het belangrijk is dat er meer geld beschikbaar komt voor onderwijs. O.a. voor de
begeleiding van risico leerlingen. Zodat deze leerlingen binnen boord blijven of warm worden over
gedragen naar een andere school of traject.
Sander wijst op 1) de warme overdracht (langer monitoren, half jaar later nog een keer bellen (of twee
keer) om te checken of leerling goed terecht is gekomen. Bedenk ook wat versta jij onder een warme
overdracht. 2) Daarnaast noemt hij het belang van het smoelenboek, zodat je elkaar (her)kent en weet
te vinden.
Ilka noemt als eerste 1) ook het eerste punt van Sander ('houd die jongere vast', 'check of de leerling
goed is geland') en 2) voorbereiding; begeleidt de leerling naar het vmbo, zodat de leerling duidelijk
heeft wat zijn / haar persoonlijke doel is.
Ook Redmer Kuiken, bestuurder van ZAAM, Aanjaaggroep en samenwerkingsverband VO, is
aanwezig. Ze noemen dat er gewerkt wordt aan het vervroegen van de inschrijving (vo/mbo) naar mei/
juni.
De dagvoorzitter prikkelt de deelnemers tot slot: wat ga jij doen om VSV terug te dringen? Doe meer
dan je institutionele bevoegdheid, want dat is pas echt netwerken. De borrel gaat van start, netwerken
maar.
6