3e verslag - RAAD advocaten

Download Report

Transcript 3e verslag - RAAD advocaten

3e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet
in het faillissement van
Stichting Solace Zorg,
gevestigd te 8141 SH Heino, aan de Statenweg 3
Faillissementsnummer:
Uitspraak faillissement:
Rechter-commissaris:
Curator:
Datum verslag:
C/08/14/151 F
11 februari 2014
mr J.M. Marsman
mr S.J. de Vries te Zwolle
10 september 2014
In dit verslag zijn de onderdelen niet meer opgenomen, waarvan in eerdere verslagen is
vermeld dat de werkzaamheden in dat kader als afgerond kunnen worden aangemerkt.
Voor die onderdelen wordt verwezen naar de eerdere verslagen.
Ten aanzien van de overige onderdelen is de tekst cursief en vetgedrukt opgenomen
voor zover de tekst afwijkt van het vorige verslag.
III.
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Activa
onroerende zaken
taxaties
verkoopopbrengst
hoogte hypotheek
boedelbijdrage
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
3.6
bedrijfsmiddelen
De stichting gebruikt allerhande zaken voor de uitoefening van haar werkzaamheden. Concreet
gaat het dan om kantoorinrichting, inrichting van de huiskamers, (gedeeltelijke) keukeninventaris,
standaardinrichtingen van de kamers van de bewoners.
Over de eigendom van de door de stichting gebruikte zaken is inmiddels – zowel voor als na datum
faillissement - de nodigde discussie gevoerd.
Na het faillissement van ECH BV in juli 2013 heeft de curator van ECH BV, mr Meulenberg te
Zwolle, alle aangetroffen zaken in het pand in Heino aan de Statenweg 3 – dat zowel door ECH BV
als door stichting Solace Zorg werd gebruikt – verkocht aan RAZ BV. In de overeenkomst van
curator Meulenberg met RAZ is wel een clausule opgenomen, inhoudende dat eigendomsrechten
van de stichting dienen te worden gerespecteerd en dat zaken waarop de stichting terecht
aanspraak maakt, aan de stichting dienen te worden teruggegeven. In dat geval zal vermindering
van de door RAZ betaalde koopsom plaatsvinden naar rato van de getaxeerde waarde van de
betreffende activa.
e
blad 2 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
De curator (van de stichting) heeft na datum faillissement het nodige onderzoek gedaan in de
administratie, waaruit blijkt dat een groot deel van de door de stichting gebruikte zaken ook door
de stichting is gekocht en betaald. De bewijsstukken hiervan zijn door de curator ook aan (de
advocaat van) RAZ BV toegestuurd.
Op basis van dit onderzoek heeft de curator jegens RAZ het standpunt ingenomen dat de stichting
eigenaar is van de door de stichting gebruikte zaken.
Belangrijkste argument daarvoor is dat de stichting deze zaken zowel voor als na de verkoop door
de curator altijd heeft gebruikt en dat deze zaken door curator Meulenberg (van ECH) daarmee
nooit aan RAZ zijn geleverd en RAZ daarmee ook nooit eigenaar is geworden. De stichting is
bezitter en dat veronderstelt eigendom. Door facturen en betaalbewijzen kan van een groot deel
van de zaken de eigendom ook worden bewezen.
Voor zover mocht blijken dat RAZ wel eigenaar is van een deel van de door de stichting gebruikte
zaken, dienen deze rechten te worden gerespecteerd. Met RAZ is overgelegd gevoerd over een
praktische oplossing die recht doet aan alle belangen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een
overeenkomst tussen de curator en RAZ, waarbij – naast andere zaken hierna nog nader te
omschrijven – de door de stichting gebruikte kantoorinventaris en voorraden aan RAZ zijn
verkocht voor een bedrag van € 30.000,-. In de overeenkomst is opgenomen dat in de hoogte van
deze koopsom de onzekerheid is begrepen over de discussie over de eigendom en dat met
betaling van de koopsom aan die discussie een einde wordt gemaakt. Via de overeenkomst is
vastgelegd dat RAZ jegens de curator geen beroep meer zal doen op eventuele al vóór het
faillissement van Solace Zorg verkregen eigendomsrechten op die zaken.
3.7
Taxaties
De bedrijfsmiddelen zijn op 25 februari 2014 getaxeerd door Cees Lubbers Taxaties. Er is een
uitvoerig taxatierapport inclusief foto’s van de aangetroffen zaken opgesteld.
3.8
Verkoopopbrengst
De verkoopopbrengst van de aangetroffen bedrijfsmiddelen bedraagt € 30.000,-, zoals hiervoor
aangegeven.
3.9
Boedelbijdrage
Er is geen sprake van zekerheidsrechten van derden, zodat een boedelbijdrage niet aan de orde is.
3.10 bodemrecht fiscus
Niet relevant, nu geen sprake is van pandrechten.
3.11 andere activa
Het kasgeld van de stichting ad € 147,30 is op de faillissementsrekening gestort.
Verder zijn in de 1e verslagperiode een bij de ING Bank aangehouden banksaldo ad € 1.364,41, een
bij Van Lanschot aangehouden banksaldo ad € 24.000,- en een bij de Rabobank aangehouden
banksaldo ad € 166,67 op de faillissementsrekening overgeboekt. In de 2e verslagperiode is
ditzelfde gebeurd met saldi bij de SNS Bank ad € 383,46 en € 973,41. In totaal is aan banksaldi
derhalve € 26.887,95 overgeboekt op de faillissementsrekening.
Er is verder sprake van een saldo van € 65.000,- bij de ING Bank op een geblokkeerde rekening,
waartegenover een aan ECH Beheer BV afgegeven bankgarantie staat voor eenzelfde bedrag in
verband met de door ECH Beheer BV vóór faillissement al tegen gefailleerde aanhangig gemaakte
vordering (zie par. 1.4).
e
blad 3 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
Met ECH Beheer is met machtiging van de rechter-commissaris een overeenkomst gesloten op
basis waarvan door Solace Zorg € 55.000,- wordt voldaan, zulks tegen kwijting voor al hetgeen
in de lopende procedure van Solace Zorg is gevorderd. Uitbetaling door de ING Bank aan ECH
Beheer op grond van de bankgarantie heeft plaatsgevonden. De ING Bank dient nu op de
faillissementsrekening het na aftrek van kosten nog resterende bedrag op de geblokkeerde
spaarrekening te storten. Een verzoek hiertoe is bij de ING Bank ingediend, maar uitbetaling
heeft nog niet plaatsgevonden.
Op basis van een nacalculatie over 2013 is op basis van een voorlopige inschatting van de
productie over 2013 van het Zorgkantoor Midden IJssel nog een nabetaling te verwachten van
€ 24.438,04. De curator heeft een verzoek tot uitbetaling hiervan ingediend bij het Zorgkantoor.
De stichting heeft verder geen vergoeding ontvangen voor de in de periode van 1 t/m 10 februari
2014 (tot datum faillissement) verleende zorg. Volgens een eerste berekening van de curator
bestaat aanspraak op een vergoeding van € 66.240,05 en de curator heeft aanvankelijk een
verzoek tot uitbetaling van dit bedrag gericht aan Carinova Woonzorg, nu dit bedrag betaald dient
te worden uit het door het Zorgkantoor aan Carinova voor de gehele maand februari 2014 toe te
kennen budgetbedrag.
Carinova heeft vervolgens aangegeven dat het voor februari 2014 tot datum faillissement te
betalen bedrag rechtstreeks aan Solace dient te worden betaald en heeft aangegeven dat dit ook
aan het Zorgkantoor is aangegeven.
De curator heeft het Zorgkantoor vervolgens opnieuw tot uitbetaling van thans beide bedragen
aangeschreven. Het Zorgkantoor heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat op grond
van de geldende regelgeving slechts kan worden betaald, indien een nacalculatie wordt
ingediend met een door de externe accountant afgegeven goedkeurende accountantsverklaring.
Door de curator is vervolgens, na verkregen toestemming van de rechter-commissaris, voor de
controle van de over 2013 en 2014 in te dienen nacalculatieformulieren.
De accountant is met zijn werkzaamheden gestart, maar door de tijdelijke voortzetting van zorg
door een derde partij na datum faillissement is de benodigde informatie volgens mededeling van
de accountant niet eenvoudig te verkrijgen. De curator verwacht nadere duidelijkheid te kunnen
geven in de komende verslagperiode.
Door de curator zijn verder met Carinova Woonzorg de hierna nog nader te noemen afspraken
over het beschikbaar stellen van personeel vanaf datum faillissement tijdens de opzegtermijn
gemaakt, zulks tegen vergoeding van de daaraan verbonden kosten.
Op verzoek van de curator is hierop in de 2e verslagperiode door Carinova een voorschot betaald
van € 50.000,-.
In de 3e verslagperiode heeft het UWV haar vordering over de periode na datum faillissement bij
de curator ingediend. Voor deze periode is door het UWV aan loonverplichtingen voor een
bedrag van € 212.384,79 overgenomen. De curator heeft Carinova verzocht om het na aftrek van
het reeds betaalde voorschot nog resterende bedrag ad € 162.384,79 op de
faillissementsrekening over te boeken en inmiddels is dit ook gebeurd.
Tot slot dient de curator nog onderzoek te doen naar rekening-courantverhoudingen en de onder
de oorzaak van het faillissement (zie par. 1.7) genoemde overboekingen van circa € 400.000,- en
naar de vraag in hoeverre daaruit mogelijk nog baten kunnen volgen.
e
blad 4 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
VII.
Doorstart/voortzetten
De curator is op de datum van faillissement geconfronteerd met het feit dat Carinova Woonzorg
door het Zorgkantoor uit hoofde van zorgplicht ex artikel 5 en 6 AWBZ bereid was gevonden om
voor de voorheen door de stichting verleende zorg op te treden als zorgaanbieder voor een
interim-periode van maximaal drie maanden. Door de RvT van de gefailleerde stichting was
hiermee voor faillissement ingestemd.
Binnen de kaders van wet en regelgeving is Carinova Woonzorg vanaf datum faillissement
daarmee ook verantwoordelijk op medisch en paramedisch terrein.
De curator heeft met Carinova Woonzorg afspraken gemaakt die er op neer komen dat Carinova
vanaf datum faillissement garant staat voor de verplichtingen van de voorheen door de stichting
geleverde zorg en dat Carinova zelf afspraken maakt met leveranciers over de voorwaarden
waaronder diensten in dit kader aan Carinova worden geleverd.
Door de curator is verder afgesproken dat de werknemers van Solace Zorg voor ten hoogste de
periode totdat hun dienstverband eindigt door het door de curator gegeven ontslag, kunnen
worden ingezet voor de zorgverlening door Carinova, zulks tegen vergoeding van de
personeelskosten.
Door de curator zijn geïnteresseerde partijen uitgenodigd een bieding uit te brengen op – kort
gezegd – de roerende zaken (inventaris en voorraad) en de goodwill bestaande uit de
handelsnaam, de website en de gegevens/informatie betreffende de personen met wie
zorgovereenkomsten zijn gesloten. Door de curator is daarbij aangegeven dat slechts met de
hoogstbiedende partij zal worden gesproken over een uiteindelijke overeenkomst. Dit heeft
uiteindelijk geleid tot een overeenkomst met RAZ waarbij aan RAZ zijn verkocht:
de inventaris/voorraad voor € 30.000,-;
de steamer voor € 6.000,- waarbij de curator de financiële leaseovereenkomst voor deze
steamer heeft ingelost;
de goodwill voor een minimumbedrag van € 10.000,-, waarbij de goodwill hoger zou kunnen
uitkomen afhankelijk van het aantal bewoners dat met RAZ afspraken maakt over het
voortzetten van de zorg en afhankelijk van de wijze van financiering van die voortzetting.
De minimale totale koopsom ad € 46.000,- is in de 2e verslagperiode aan de curator voldaan.
Door het Zorgkantoor is separaat een vereenvoudigd inkoopproces gestart, op basis waarvan de
opdracht voor zorgverlening is gegund aan Carinova Woonzorg.
In de door de curator met RAZ gesloten overeenkomst is uitdrukkelijk vastgelegd dat RAZ zelf tot
afspraken dient te komen met het Zorgkantoor over de inkoop van zorg en dat de curator er op
geen enkele wijze voor instaat dat dergelijke afspraken tot stand zullen komen.
Door RAZ is aan de curator opgaaf te worden gedaan van het aantal bewoners/cliënten van
Stichting Solace Zorg met wie afspraken zijn gemaakt over het voortzetten van de zorg en de
wijze van financiering. Op basis hiervan is RAZ aan de boedel nog een aanvullend bedrag voor de
goodwill verschuldigd van € 2.000,-. Betaling van dit aanvullende bedrag heeft ondanks
herhaald verzoek van de curator nog niet plaatsgevonden.
e
blad 5 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
VIII.
Administratie
8.1
toestand administratie
De administratie werd geautomatiseerd bijgehouden via Exact online. De administratie lijkt op het
eerste gezicht goed bijgehouden.
8.2
goedkeurende verklaring accountant
De curator heeft van de controlerend accountant de controleverklaring voor de jaarrekeningen
2011 en 2012 ontvangen. Voor 2011 is een goedkeurende verklaring afgegeven. Voor 2012 heeft
de accountant zijn oordeel onthouden vanwege de discussie die tussen Solace en ECH BV bestond
over de verdeling van gezamenlijke kosten, vorderingen en schuldverhoudingen en het feit dat
de daaruit voortvloeiende onzekerheid ten aanzien van de hoogte van de overige bedrijfskosten
en vordering en schuldverhouding van diepgaande invloed zouden kunnen zijn voor het beeld
van de jaarrekening als geheel. Daarnaast is in de verklaring onzekerheid vermeld omtrent de
continuiteit van de stichting.
IX. Pauliana/verrekening
9.1
verdachte transacties
De curator dient onderzoek te doen naar de betalingen die medio 2013 zouden zijn gedaan aan
ECH BV en gelieerde ondernemingen.
9.2
Maatregelen
(Nog) niet aan de orde.
X.
Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht
Op het eerste gezicht lijkt sprake te zijn van een adequaat gevoerde boekhouding.
10.2 depot jaarrekeningen
De jaarrekeningen zijn tijdig opgemaakt.
10.3 stortingsverplichting aandelen
Niet van toepassing.
10.4 onbehoorlijk bestuur
Op basis van hetgeen namens de stichting bij de aangifte van faillietverklaring als oorzaak van het
faillissement is aangegeven, is er aanleiding voor onderzoek naar de wijze waarop de stichting is
bestuurd en de wijze waarop daarop toezicht is gehouden.
10.5 Maatregelen:
Niet aan de orde.
XI.
Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging
11.0 boedelschulden
De boedelschulden bestaan uit de reeds betaalde taxatiekosten ad € 1.058,75 inclusief BTW en
uit een aan de accountant betaald bedrag voor zijn in opdracht van de curator reeds verrichte
werkzaamheden ad € 6.655,-.
e
blad 6 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
Door de curator is verder aan Exact Online een bedrag betaald van € 268,63 om de online
gevoerde administratie toegankelijk te houden. Indien dit bedrag niet zou betaald, dan zouden de
bestanden zijn verwijderd van de servers van Exact.
Door het UWV is een boedelvordering aangemeld van € 212.384,79 uit hoofde van de door het
UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum.
De boedelschulden zullen tenslotte bestaan uit salaris/verschotten curator.
11.1 vordering van de fiscus
Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 139.042,-. Dit heeft volledig
betrekking op loonheffing. Voor zover hier aanslagen tussen zitten voor de periode dat het UWV
de loonverplichtingen heeft overgenomen, dient de vordering nog te worden gecorrigeerd.
11.2 vordering van de UWV
Door het UWV is een premievordering aangemeld van € 18.607,83 en een preferente
loonvordering van € 102.950,87.
11.3 overige preferente vorderingen
Door een werkneemster is een vordering gemeld terzake een niet door het UWV overgenomen
vordering van openstaande verlofuren voor een bedrag van € 7.688,68.
XII.
Crediteuren
12.1 aantal concurrente crediteuren
De uit de administratie van de vennootschap blijkende crediteuren zijn door de curator via een
mailing aangeschreven met het verzoek hun vordering ter verificatie aan te melden. Inmiddels is
door 49 crediteuren een vordering gemeld.
12.2 bedrag concurrente crediteuren
Het door de zich inmiddels gemeld hebbende crediteuren ter verificatie aangemelde
vorderingsbedrag bedraagt € 568.177,45. Deze vorderingen zijn door de curator voorlopig
erkend. Een eerder vermelde betwiste vordering is komen te vervallen.
12.3 wordt het eigenlijke opheffer
De curator kan nog niet aangeven op welke manier het faillissement dient te worden afgewikkeld.
Daarvoor is nog sprake van teveel onzekerheden over de hoogte van uiteindelijk te realiseren
baten.
12.4 een vereenvoudigde afwikkeling
Zie 12.3
12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?
Zie 12.3
e
blad 7 – 3 verslag inzake Stichting Solace Zorg
XIII. Rechtbank
13.1 toestemming afkoelingsperiode
13.2 toestemming voortzetting bedrijf
13.3 toestemming ontslag
13.4 toestemming opzegging/beëindiging huur
13.5 toestemming activatransacties
13.6 toestemming procederen
13.7 anderszins
13.8
13.9
termijn afwikkeling faillissement
plan van aanpak
13.10 indiening volgend verslag
n.v.t.
n.v.t.
12 februari 2014
n.v.t.
25 maart 2014
n.v.t.
14 februari 2014 (afspraken Carinova)
1 juli 2014 (overeenkomst ECH Beheer)
4 juli 2014 (inschakelen accountant)
n.n.b.
afwikkeling vordering op Zorgkantoor,
onderzoek onregelmatigheden en
rekening-courant.
10 december 2014
XIV. Overig
Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten en een print van de mutaties op de
faillissementsrekening gehecht – productie 1. Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt
per de datum van dit verslag € 232.230,66.
Aan dit verslag is verder een specificatie van de in deze verslagperiode verrichte werkzaamheden
gehecht - productie 2. Door de curator en kantoorgenoten is over deze periode aan de
afwikkeling 8,8 uur besteed, waarmee het totale aantal aan de afwikkeling bestede uren komt
op 123,3 uur.
Zwolle, 10 september 2014
mr S.J. de Vries,
curator
Dit faillissement is in behandeling bij:
mr S.J. de Vries
Postbus 289
8000 AG ZWOLLE
telefoon:
038 – 4238348
telefax:
038 – 4238349
email:
[email protected]