Plan van aanpak - Stichting Herstelling

Download Report

Transcript Plan van aanpak - Stichting Herstelling

Onderwijs-vernieuwingsproject
fort Beekenburg
Fort Beekenburg is als pilotproject aangewezen om i.s.m. de Stichting Herstelling en de
gemeente Amsterdam het te conserveren en te behouden middels leerwerktrajecten voor
Curaçaose jongeren.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------Albert van der Lugt|Gerard Lutteken 14 maart 2014
1
Doelstelling van het leerwerktraject
•
•
•
Deelnemer beschikt over aantoonbare werknemersvaardigheden (beoordelingsformulier)
Deelnemer is in staat tot het maken van een bewuste beroepskeuze (beroepscarrousel)
Deelnemer helpen bij het vinden van een baan|duurzame stage|terug naar het onderwijs
(zelfstandigheid staat voorop)
Doelstelling van het project voor de Curaçaose samenleving
•
•
Behoud van cultureel erfgoed
Ondersteunen van de toeristische sector
Centrale uitgangspunten
•
Duur leerwerktraject: gemiddeld 6 maanden (ook van de 4 starters)
•
•
•
•
•
Methode leerwerktraject: werken en leren op gebouw cultureel erfgoed
Aanpak: haast u langzaam. Geen productiedwang maar wel kwaliteit
Doelgroep leerwerktraject: jongeren die de SVT doorlopen hebben
Groepsgrootte: max 7-8 deelnemers
Officiële start: maandag 17 maart
2
1. Werken en leren op gebouwd cultureel erfgoed: erfgoed
Wat is gebouw cultureel erfgoed?
Simpel gesproken zijn dat monumenten (forten, landhuizen, oude stadskernen, enz.).
Maatschappelijk gesproken:dat wat ons is overgeleverd door onze voorouders (in post
koloniale landen kan dat vaak ingewikkeld liggen).
Waarom gebouwd cultureel erfgoed?
•
•
•
Mooie gebouwen, mooie ligging, interessant voor veel mensen om de historie
Als je eraan gewerkt hebt, ben je daar meestal trots op (gevoel van eigenwaarde)
Je beschouwt het als iets van jezelf.
Een brede, heterogene coalitie van partijen wil (vaak) investeren in de combinatie
leerwerktrajecten – gebouwd cultureel erfgoed (Beekenburg is daarvan een bewijs:
ministeries, Nederlandse overheid, gemeente Amsterdam, Herstelling, monumentenzorg,
Koninklijke Marine).
2. Werken en leren op gebouwd cultureel erfgoed: werken
Fort Beekenburg is eigendom van de Curaçaose overheid. Deze heeft de laatste jaren enige
hoogstnoodzakelijke herstelwerkzaamheden laten verrichten. Er dient echter nog veel te
worden gedaan om het fort op een deugdelijke wijze te conserveren voor de toekomst en het
gehele complex aantrekkelijk te maken om te bezoeken en een educatieve functie te geven
voor zowel de Curaçaose bevolking als de toerist.
De werkzaamheden van het ‘Project Herstelling” bestaan uit 2 fases.
Ten eerste het voor een groot deel verwijderen van de begroeiing om de fortificaties. Deze
begroeiing is ontstaan door gebrek aan beheer in de afgelopen decennia. Door het verwijderen
van deze begroeiing zal het geheel overzichtelijker worden en zal het bijzondere
fortificatiecomplex beter kunnen worden ervaren. In onderstaand “Groenplan” (Hoofdstuk 2)
wordt beschreven hoe deze werkzaamheden moeten worden aangepakt.
In de tweede fase zullen de bouwwerken, in overleg met diverse monumenten deskundigen
zorgvuldig worden geconserveerd. Er bestaat een “Conserveringsplan Fort Beekenburg” met
een opsomming van de uit te voeren werkzaamheden.
3
3Werken-leren op gebouwd cultureel erfgoed: werknemersvaardigheden
Bij werknemersvaardigheden gaat het om onderwerpen als:
•
•
•
•
•
Gedrag en persoon
Sociale vaardigheden
Werkhouding
Arbo
Vaktechnische vaardigheden
De bovengenoemde onderwerpen zijn weer uiteen gehaald in diverse, afzonderlijke items.
U vindt het geheel bijeengebracht in het beoordelingsformulier van Herstelling (bijlage).
Het beoordelingsformulier is het resultaat van een jarenlange ervaring met de doelgroep.
Gestolde kennis van tientallen werkmeesters en honderden deelnemers (soort “administratief
cultureel erfgoed”).
Door het beoordelingsformulier kan de ontwikkeling van een deelnemer door de tijd goed
gevolgd worden. De werkmeester kan bijsturen waar nodig en het maatschappelijk werk kan
maatwerk leveren met haar zorgplan en individuele gesprekken.
Op het einde van een leerwerktraject van een individuele deelnemer kan men goed
gedocumenteerd/onderbouwd uitspraken doen over iemands werknemersvaardigheden en
wordt een deelnemer niet afhankelijk van de laatste indrukken (waan van de dag).
Het invullen van het beoordelingsformulier is een samenspraak tussen de driehoek
werkmeester, trajectbegeleidster en deelnemer. Werkmeester en trajectbegeleidster moeten
van elkaar weten hoe ze de vragen interpreteren en dat moet gelijkluidend zijn. Bij het
beoordelingsformulier zit een handleiding (bijgesloten) die ze met elkaar moeten doornemen
om tot eenzelfde interpretatie te kunnen komen.
Beoordelingsformulier wordt wekelijks ingevuld door de werkmeester (AC) in samenspraak
met de trajectbegeleidster (Janine Kramer).
Trajectbegeleidster bewaart beoordelingsformulieren in het personeelsdossier
Zij rapporteren periodiek aan de projectleider over de vorderingen van de deelnemers
4
4. Werken en leren opgebouwd cultureel erfgoed: werkweek
De werkweek van een deelnemer aan de pilot Beekenburg is opgedeeld in een aantal
onderdelen:
Onderdeel
Beroepen-carrousel (Feffik)
Werk op het fort (3 dagen)
Sport
Maatschappelijk werk
Instroom nieuwe kandidaten
Trajectbegeleiding
Ons advies
Verbind beroepencarrousel aan concrete werkzaamheden
op het fort
Breng bedrijfsbezoeken
Begin elke werkdag met een toolbox-meeting over veilig
werken
Integreer eenvoudige reken- en taaloefeningen met de
(toekomstige) werkzaamheden
Koppel sportoefeningen ook aan het thema veiligheid op
het werk (bukken, tillen, werken bij afgrond, etc.
Probeer een concrete verbinding te maken met het
beoordelingsformulier
Geef sollicitatie-trainingen in de ruime zin van het woord
Geef de werkmeester het laatste woord bij de toelating tot
het project
Draagt zorg dat de deelnemers bekend zijn met de
huisregels ivm:
•
•
•
•
Vergoedingen/uitbetalingen
Ziek –en herstelmeldingen
Sancties
Kledingvoorschriften
5
5. Organisatie van project Beekenburg
Organisatie (top-down)
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Stuurgroep
(belanghebbende ministeries
zitten in de stuurgroep)
•
•
•
•
•
Nederlandse
vertegenwoordigster (HN)
Lid stuurgroep met een bijzondere bevoegdheid
(linking pin met de Nederlandse overheid en gemeente
Amsterdam)
Projectleider (R. Matina)
•
•
•
•
•
•
Werkmeester (A.Cijntjes)
•
Hoogste baas (mn van projectleider)
Houdt zich bezig met hoofdlijnen
Stelt de begroting vast
Zorgt voor de verantwoording
Houdt zich bezig met de verduurzaming
Heeft de leiding over het project, is
eindverantwoordelijke en neemt de besluiten.
Voedt de Stuurgroep
is verantwoordelijk voor het PR-beleid
zorgt voor nieuw werk/projecten (opbouw netwerken)
Zorgt voor fondsen/financiering ivm verduurzaming
Is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op
het project
Informeert de PL over de voortgang en (ruim op tijd) als
er een investering gedaan moet worden (bv gereedschap)
Project ondersteuning
Trajectbegeleiding (JK)
•
•
•
•
•
Intake
Begeleiding deelnemers (maatschappelijk werk is
aanvullend)
Informeert deelnemers over afspraken (protocols)
Houd personeelsdossier van een deelnemer bij (oa de
beoordelingsformulieren).
Draagt zorg voor de uitbetaling aan de deelnemers.
Maatschappelijk werkster(G Verantwoordelijk voor de uitvoering van het zorgplan en doet
individuele gesprekken indien nodig
Jobcoach
Draagt zorg voor de uitstroom naar baan/stage
Vaktechnisch docent (JW)
Ontwikkelt en organiseert het vaktechnisch gedeelte van de
pilot bij Feffik (zie hieronder).
6
Pilot Beekenburg is een nieuwe manier van onderwijs|werken. Het welslagen van de pilot
hangt op doorslaggevende wijze af van de medewerkers. De projectdeelnemers zijn niet
uitwisselbaar in de projectfase. De “poppetjes” maken het succes uit. Hun inzet, kennis,
manier van samenwerking is de sleutel tot succes. In geval van Beekenburg is ons inziens
sprake van een prima synergie tussen de deelnemers en daarom ligt succes voor het grijpen.
Never changing a winning team.
6. Relatie tussen de werkmeester en de projectleider
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten voor iedereen - en zeker voor de
deelnemers aan het project helder en duidelijk zijn. Gaat om eenduidigheid.
Er mag vooral geen onduidelijkheid bestaan over het projectleiderschap.
De projectleider is de spin in het web, hij is de linking pin tussen de stuurgroep en de
werkmeester, en tussen het project en de buitenwereld. Voor externe deskundigen
(monumentenzorg) en ondersteunende diensten is hij het aanspreekpunt.
De projectleider moet ervoor zorgen dat de werkmeester (AC) rustig en ononderbroken zijn
werk kan doen.
De werkmeester van zijn kant zorgt ervoor dat de projectleider niet overvallen wordt door
allerlei voorstellen en de tijd krijgt om een beslissing te nemen (aanvraag nieuw gereedschap
bijvoorbeeld).
Wenselijk is om hiervoor een protocol (afsprakenlijst) op te stellen.
Om het project soepel te laten draaien moet projectleider ook zorgen voor een serie afspraken
met de deelnemers zodat die weten waar ze aan toe zijn.
•
•
•
•
•
•
Vergoedingen/uitbetalingen
Sanctioneren bij oa afwezigheid
Kledingvoorschriften
Ziek- en herstelmeldingen
Verlof
Beoordelen (formulier)
Trajectbegeleidster kan voorwerk hiervoor doen.
7
7. Public Relations
Een goed opgezet PR-beleid is essentieel voor het welslagen van de pilot en een belangrijke
bouwsteen voor de verduurzamening.
Harde PR:
•
•
•
•
Groot informatiebord bij ingang Beekenburg (is begroot)
Flyer over het project dat uitgedeeld kan worden aan bezoekers en in de hotelstoeristenburau wordt neergelegd
Aparte website
Aparte Facebookpagina
Regelmatig publiceren van nieuws in de media over de ontwikkelingen. Invalshoeken:
•
Gebouwd erfgoed blijft behouden
• Curacaose jongeren werken onder zware omstandigheden aan hun toekomst
• Jongeren leveren onder zware omstandigheden een bijdrage aan de Curaçaose
samenleving
Globale invulling vakgerichte module (Jurriaan W)
De leerdoelen in deze module zijn hoofdzakelijk gericht op de beroepsgerichte vaktechnische
elementen en de daarbij behorende beroepshouding. De aandacht in de vakgerichte module
zal vooral liggen op de volgende punten:
•
•
•
•
•
Gereedschapkennis
Materiaalkennis
Vakgerichte basistechnieken (timmeren, schilderen, metaal enz)
Veilig werken ( zie boven Pilot Beekenburg: werkplek en werk organisatie)
In zicht verwerven in de bedrijfstak dor middel van excursies en bedrijfsbezoeken.
De verschillende activiteiten worden zo concreet mogelijk beschreven aan de hand van het
werk op fort Beekenburg.
Resultaat is een handzaam spoorboekje (wanneer doen we wat en hoe).Gedurende deze
hele periode worden de vorderingen van de deelnemer beoordeeld op basis van
beoordelingsformulier.
8
Pilot Beekenburg: inrichting van het werk en de werkplek (Anthony C).
Pilot Beekenburg introduceert een nieuwe manier van werkend leren. Erg leerzaam voor
leerlingen en werkmeesters. Werken op projecten is het instrument om voor een leerling de
toekomstige de relatie met de arbeidsmarkt inhoud te geven. De belangrijkste lessen die
getrokken kunnen worden uit onze (Herstelling) ervaringen:
Werkplekorganisatie
Een van de moeilijkste opgave voor de werkmeester is het werk zodanig in te delen dat
ALLE deelnemers permanent zinvol bezig zijn. Dus niet allen op een kluitje achter “de bal”
zoals bij het pupillenvoetbal, ontspannen liggen in de kruiwagen of oeverloos babbelen over
alles en nog wat. Een goede verdeling van het werk veronderstelt bij de werkmeester:
•
•
•
•
Overzicht en inzicht in het te leveren werk
Goed communiceren met de deelnemers (werkoverleg organiseren en individuele
gesprekken voeren)
Goed communiceren met de opdrachtgever(s)
Eigen initiatief durven nemen (“niet geschoten, is nooit raak”).
Communicatie en werkoverleg
Projectmatig werken vereist een planning/zorgvuldige inschatting van de tijd die de
werkzaamheden gaan nemen. Tijd kost geld en daarnaast kun je niet eindeloos de
werkzaamheden van de gebruikers verstoren. Daarom een aantal handvatten:
•
•
•
•
Heel belangrijk is dat de deelnemers weten voor wie ze werken, dus laat de opdrachtgever
of de werkmeester dat goed uitleggen.
Goed calculeren en het handhaven van de werkdiscipline is belangrijk. Hierbij moeten de
pupillen betrokken worden. Uitgangspunt is evenwel: geen productie maar kwaliteit!
Werk als werkmeester met de deelnemers mee en geeft op deze wijze instructie.
Neem als werkmeester de tijd voor individuele gesprekken met de deelnemers.
Logboek/werkbeleving
•
•
•
De werkmeester houdt alle werkzaamheden bij in een logboek. Dit geldt ook voor de
materiaalkosten. Hij inventariseert doorlopend het gereedschap en vernieuwt of repareert
kapotte materialen
De werkmeester onderhoudt een urenregistratie en registreert de afwezigheid.
De werkmeester zorgt ervoor dat jongens die verzuimen bezocht worden en terug komen
op het project.
9
•
De werkmeester houdt wekelijks de progressie van een deelnemer bij in de daarvoor
speciaal ontworpen formulieren (Beoordelingsformulier)
Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheid
•
•
•
Zorg voor een volledig gevulde EHBO-kist en draag er als werkleiding zorg voor dat deze
compleet blijft. Organiseer het zo dat ten minste eens per twee weken er tijd genomen
wordt om te bespreken hoe er gehandeld moet worden bij kleine ongelukjes. Hang in de
kleedruimte duidelijk zichtbaar een lijstje met belangrijke telefoonnummers (waaronder
dat van de Eerste Hulp).
Zie erop toe dat de deelnemers altijd de juiste werkkleding en schoenen dragen plus
andere vereiste hulpmiddelen (oog- en gehoorbescherming, helm enz.). Draag de
deelnemers op het hen toevertrouwde materiaal en kleding goed te verzorgen. Leg uit
waarom dat noodzakelijk is, zeker als buiten op het fort gewerkt wordt.
Voor dat er begonnen wordt aan het werk, zet alle situaties ‘vast’ op foto, zodat daar later
eventueel naar teruggekeken kan worden.
Kleed en schaftruimte
•
•
•
•
Begin aan het in orde maken van een kleed- en schaftruimte en knap deze zonodig op
zodat deelnemers in een fatsoenlijke ruimte zitten.
Zorg ervoor dat je daar veilig gereedschap en materiaal kunt bewaren.
Laat in ieder geval nooit, niet meer dan strikt noodzakelijk, gereedschap op de werkplek
achter.
Zorgt voor koffie, thee, sap en water.
Veiligheid op en rondom de werkplek
•
•
•
•
Draag er zorg voor dat bezoekers nooit met gereedschap of materiaal in aanraking kunnen
komen.
Ruim aan het eind van de werkdag het afval zelf op en geef hierin het goede voorbeeld.
Baken de ruimtes waar gewerkt wordt af met bijv. rood/wit lint.
Zorg voor een verzekering van werkleiding en deelnemers en voor schade aan derden.
10