zie de uitslag (PDF)

Download Report

Transcript zie de uitslag (PDF)

 Uitslag enquête naar aantal volken per imker en varroabestrijding Het onderzoek naar de wijze waarop de varroabestrijding is uitgevoerd in het voorjaar en zomer van 2014 is door 85 imkers beantwoord. De in dit onderzoek genoemde groep “imkers” zijn dus de respondenten van deze enquête. Deze imkers hadden in het voorjaar gemiddeld 10 volken en hebben er vervolgens deze nazomer gemiddeld 12 ingewinterd. De helft van alle imkers, die meededen aan de enquête, zegt bij het aantal in te winteren volken rekening te houden met mogelijke winterverliezen. Deze groep wintert gemiddeld per imker 2 volken extra in. Deze groep heeft meer dan een gemiddeld aantal bijenvolken, namelijk 15 volken in het voorjaar. De andere helft, die zegt daar geen rekening mee te houden, wintert toch ook 2 volken meer in dan het aantal waarmee begonnen werd in het voorjaar. Blijkbaar is dit een bewust gekozen groei van het aantal volken. Deze groep had gemiddeld minder bijenvolken in het voorjaar, namelijk 5 volken. De meeste imkers winteren dus 20% meer volken in dan het aantal waarmee ze aan de voorjaarsdracht begonnen zijn. Op deze manier wordt de bijenstand in Nederland getalsmatig keurig in stand gehouden en treedt er bij meevallende winterverliezen een licht overschot aan bijenvolken op in het voorjaar. Dit verklaart wellicht ook de licht gedaalde prijzen van bijenvolken op bijenmarkten in het voorjaar van 2014. BIJEN@WUR adviseert drie verschillende bestrijdingsmethoden toe te passen gedurende de gehele jaarcyclus, deze wordt het 3‐gangen menu genoemd. De respondenten maken hier over het algemeen gebruik van. Bijna de helft van alle imkers (46% van de respondenten) past het volledige driegangen menu toe. Dat betekent dat de andere helft slechts 1 of 2 behandelingen per jaar uitvoert. Een uitsplitsing naar het menu geeft het volgende actuele beeld: Het voorgerecht van het 3‐gangen bestrijdingsmenu: Bijna 60% van de imkers heeft de darrenraat methode toegepast. Dat betekent dat bijna 4 op de 10 imkers geen voorjaarsbestrijding toepast. Bij de imkers met grotere aantallen bijenvolken is het snijden van darrenraten duidelijk minder populair, waarschijnlijk vanwege de hoeveelheid werk, die dit met zich meebrengt. Het hoofdgerecht van het 3‐gangen bestrijdingsmenu: 87% van de imkers past een zomerbehandeling toe. 13% Van de imkers (11 van de 85) past geen zomerbehandeling toe. Bijna de helft van deze groep niet‐zomerbehandelaars snijdt overigens wel darrenraat en past ook oxaalzuur toe in de winter. De verschillende zomerbehandelingsmethoden:  23,5% (20 van de 85) van de imkers maakt gebruik van Hive Clean of oxaalzuur voor de zomerbehandeling;  42% (36 van de 85) van de imkers maakt gebruik van mierenzuur. Dit blijkt dus het populairste middel te zijn; 1 Uitslag online enquête via Imkernieuws en NBV‐website naar het hanteren van varroabestrijdingmethoden September 2014 
15% van de imkers gebruikt Thymovar. Opvallend is dat niemand Apiguard vermeldt. Terwijl dit middel goedkoper is dan Thymovar en in klein verpakkingen verkrijgbaar is. Blijkbaar vormt het te gebruiken opzetrandje een nadeel;  een enkeling gebruikt een combinatie van meerdere middelen;  tevens wordt door 2 imkers de touwtjes methode genoemd. Bij de touwtjesmethode wordt tussen de raten een koord gehangen, dat ingesmeerd is met vaseline. Blijkbaar worden bij de verspreiding van de vaseline de receptoren van de mijten aangetast, waardoor ze van de bijen losraken;  1 imker past oxaalzuur toe via het toedienen van rabarberbladen gedurende het voorjaar en de zomer. Het nagerecht van het 3‐gangen bestrijdingsmenu: 3 Op de 4 imkers (75%) heeft het voornemen om zijn of haar volken in de komende winter te behandelen met oxaalzuur. Dit percentage is duidelijker lager dan de uitslag van de Imkernieuws enquête tijdens de winter van 2013/2014, want toen is oxaalzuur door 92% van de respondenten gebruikt. Hebben de lagere winterverliezen in de afgelopen winter al invloed op de voorgenomen bestrijding? In januari 2015 zullen we de werkelijke winterbestrijding weer enquêteren. Geen of een enkelvoudige behandeling: Slechts 4 imkers voeren helemaal geen bestrijding uit, waarvan er overigens één bijenhouder imkert op Texel . Op Texel leeft al vele jaren een geïsoleerde groep bijenvolken, die blijkbaar een zekere mate van resistentie tegen de varroamijt heeft ontwikkeld. De 3 imkers (exclusief de Texelse imker), die niets toepasten, beschikten dit voorjaar over één volk. 9% Van de imkers voert uitsluitend een zomerbehandeling uit en geen voorjaar‐ en winterbehandeling. Zichtbare en schadelijke gevolgen van de mijtbesmetting: 16% van de imkers (1 op de 6 imkers) hebben in de nazomer bijtjes ontdekt met een DWV‐
aantasting (verkreukelde vleugeltjes). De aanwezigheid van DWV‐bijtjes duidt op een ernstige varroabesmetting. De varroamijt zorgt voor secundaire virale infecties. Binnen de groep van 8 imkers, die uitsluitend de zomerbehandeling toepasten, wordt door 1 op de 3 imkers DWV‐bijtjes ontdekt. Dit kan duiden op een verhoogde besmettingsgraad vanwege het achterwegen laten van de darrenraat behandeling. Het aantal volken per imker per 1 april 2014 Van de groep respondenten heeft 88% 10 of minder volken. Bijna 9 van de 10 imkers is dus hobbyimker. 7 van de 10 imkers heeft 5 of minder volken. Aan deze enquête deden 6 nieuwe imkers mee, die dit jaar voor het eerst bijen zijn gaan “houden”. 7% van de deelnemers waren dus nieuwe imkers. Goed te zien dat deze groep imkers ook de digitale snelweg van het Imkernieuws gevonden heeft. 2 Uitslag online enquête via Imkernieuws en NBV‐website naar het hanteren van varroabestrijdingmethoden September 2014 Grafisch gezien ziet imkerend Nederland er als volgt uit: imkers met een bepaald aantal volken april 2014
25
20
15
10
imkers
5
0
De groep (semi‐)beroepsimkers is dus bijzonder klein in Nederland en bestond bij deze enquête uit 3,5% van de respondenten. 3 Uitslag online enquête via Imkernieuws en NBV‐website naar het hanteren van varroabestrijdingmethoden September 2014