Angst en ontkenning

Download Report

Transcript Angst en ontkenning

Woensdag 10 september 2014
www.limburger.nl
actueel
A15
EBOLA-UITBRAAK
Crematoria draaien overuren door ebola
D
e ebola-uitbraak in Liberia gaat
de komende weken snel nieuwe slachtoffers maken, voorspelt de Wereld Gezondheids
Organisatie (WHO). Het crematorium net buiten Monrovia draait nu
al overuren.
Deze maandag liggen de witte lijkzakken
als lakens op de brandstapel. Zeker acht lichamen zijn net binnengebracht, door
mannen in gele overalls en met maskers
op. Gedrapeerd op een laag hout bedekt
met zaagsel, liggen de lichamen te wachten tot acht uur ’s avonds. Dan gaat de
brand in het in brandstof gedrenkte hout.
In het donker, zodat omwonenden de
rook niet zien.
Er zijn drie brandstapels, en zojuist zijn
twee betonnen platforms gestort voor
ovens, met een capaciteit van acht lichamen per keer. Op alle vlakken is Liberia,
dat van alle West-Afrikaanse landen het
hardst wordt getroffen door de ebola-uitbraak, alle zeilen aan het bijzetten om het
dodelijke virus het hoofd te bieden. Het
cremeren van de lichamen gebeurt na een
decreet van presidente Ellen Johnson Sirleaf, die opdroeg alle lichamen waarvan de
doodsoorzaak niet duidelijk is, te verbranden. Het land kent een begrafeniscultuur
en heeft nauwelijks crematoria. Voor deze
epidemie is uitgeweken naar een crematorium dat in 1986 door India geschonken
werd om de hindoe-populatie tegemoet te
komen.
De lichamen komen uit de hele regio,
soms 120, 130 op een dag. Een van de jongens die de lichamen uit de vrachtwagens
tilt zegt: „Zwaar? Nou ja, het is in de zon,
dus het wordt erg warm in onze pakken.
En de lichamen zijn soms zwaar. Maar verder gaat het wel.”
De lichamen worden binnengebracht door
de mensen van Artsen zonder Grenzen,
vanuit ziekenhuizen, maar vooral door het
Rode Kruis. Dat heeft zes teams die lichamen bij families ophaalt, soms wel twintig
lichamen per team per dag. Daarnaast
heeft de organisatie zo’n 1.500 vrijwilligers,
die onder meer aan contact tracing doen.
Met namenlijsten van mogelijke zieken in
de hand – vaak familieleden van overledenen – kloppen ze bij de mensen thuis aan,
nemen hun temperatuur en checken hun
gezondheid. Wie ziek is, moet 21 dagen
thuisblijven (de incubatietijd van ebola)
en mag geen contact hebben met anderen.
En de vrijwilligers gaan na met wie mogelijke zieken nog meer contact hebben gehad. Ook die mensen krijgen bezoek.
Maar het traceren van personen die bijvoorbeeld vijf of tien minuten samengepropt zaten in een niet-ontsmette taxi, is
bijna ondoenlijk. Daarom waarschuwt de
WHO voor ‘een exponentiële toename’
van het aantal nieuwe ebola-gevallen. En
daarom zullen de vrachtwagens ook de komende weken af en aanrijden bij het crematorium.
Angst
en ontkenning
Het crematorium bij Monrovia.
Ebola houdt Liberia
in zijn greep, al
erkent lang niet
iedereen dat het
gevaar dichtbij is.
Grootste bron van
verspreiding: taxi’s,
waar mensen dicht
op elkaar gepropt
zitten.
door Rik Goverde
T
axichauffeur Telly geeft vol gas
als hij over de bijna lege straten van Monrovia rijdt. Het is
even na acht uur ’s morgens,
de meeste mensen zitten
thuis. „Ik neem alleen nog expats mee”, zegt Telly. „Je krijgt
ebola door aanraking en Liberianen kruipen
met zeven man in een taxi. Dan móet je elkaar wel aanraken.”
Monrovia kraakt onder de druk van het ebola-virus. Na 21.00 uur, als de avondklok ingaat, verandert de hoofdstad van Liberia in
een spookstad.
Overdag proberen mensen hun dagelijkse leven te leiden. Maar overal worden ze op het
dodelijke gevaar gewezen: langs de weg waarschuwen borden voor ebola. Overal staan emmers met chloorwater om handen te ontsmetten, bij banken en sommige hotels
wordt bij binnenkomst de temperatuur opgenomen. Op radio en televisie wordt een explosieve groei van het aantal ebola-gevallen
aangekondigd: de hele dag gaat het over Het
Virus. Handen schudden is uit den boze, aanraken ook.
Maar dat ‘aanraken’ valt nauwelijks te voorkomen in de wijk West Point. Een sloppenwijk op een landtong van een paar vierkante
kilometer, met zo’n 75.000 inwoners die in
nauwe straten langs elkaar schuren. De wijk
werd onlangs door de overheid – tegen het
advies van gezondheidsorganisaties in – tien
dagen afgesloten, om de verspreiding van de
dodelijke ziekte tegen te gaan. „In werkelijkheid heeft de overheid hier ebola binnengebracht”, zegt Alfred Nagbe (50). Nagbe is een
vigilante; een buurtwachter die toezicht
houdt op de avondklok. Wie er niet thuishoort, wordt na 21.00 uur de wijk uitgebonjourd. „De wijk is in quarantaine geweest.
En dat stigmatiseerde. Ja, we hadden zieken,
maar bij hen had ook sprake kunnen zijn
van malaria. Er was nog geen geval van ebola
vastgesteld. Tot de overheid hier een ebolaobservatiecentrum opende, midden in het
meest dichtbevolkte deel van het land. Mensen werden bang.”
Het ebola-centrum werd gesloten nadat wijkbewoners het bestormden, de zieken de
straat op joegen en een deel van de inboedel
meenamen. Nu is in West Point alleen nog
een bedompt gezondheidscentrum, geleid
door Mena Smith. „Hier zijn vooral mensen
met malaria en blaasontsteking. We testen
niet op ebola, nee.”
Hoe ze weet dat hoge koorts veroorzaakt
worden door malaria en niet door ebola? Ze
haalt haar schouders op. Een woordvoerster
van Artsen zonder Grenzen laat weten dat er
wel degelijk ebola-patiënten worden opgevangen in het door AzG gerunde ebola-centrum aan de rand van de stad.
Een paar weken geleden ging de wijk West
Point weer ‘open’. Sindsdien delen organisaties als US Aid en de Verenigde Naties er
eten uit. Nagbe: „Je struikelt hier nu over de
hulporganisaties. Ze zijn een beetje laat in actie gekomen.” Dat laatste beaamt Lyndon
Ponnie, oprichter van de onafhankelijke
krant Concord Times. Als de regering en de internationale gemeenschap eerder hadden gereageerd, was de ebola-uitbraak niet zo uit
de hand gelopen. „Het kwam in maart in het
noorden ons land binnen. De oppositie
vroeg om het gebied af te sluiten, maar de
president deed dat af als ‘politiek gewin’. Het
gevolg is dat ebola zich verder verspreidde en
dat nu het hele land in quarantaine van de
buitenwereld leeft.”
Ebola overheerst alles. Het overschaduwt de
zorg om andere dodelijke ziekten als malaria,
tyfus en cholera, verzucht Ponnie. „Die worden nauwelijks nog behandeld. Er is alleen
plaats voor mensen met ebola en spoedgevallen, verder zijn de ziekenhuizen dicht. Deze
crisis bewees dat de gezondheidszorg en de
instituties in ons land bij de eerste tegenwind omvallen.”
Terug naar West Point, waar volgens Nagbe
nog niet 1 procent van de mensen een vaste
overheidsbaan heeft. Hij staat op het strand
en wijst op de vissersboten. Soms brengen
de vissers de lichamen van overleden mensen naar een verderop gelegen eiland om ze
te begraven, beaamt hij. „Als mensen geen officiële begrafenis kunnen betalen.”
Het gerucht dat er al enkele vissers zouden
zijn overleden aan ebola, wuift hij weg. „Natuurlijk bestaat ebola, het is gevaarlijk. Maar
als in deze wijk ebola wijdverspreid was, zouden er twintig, dertig mensen per dag aan
doodgaan. En dat is niet zo.”
Vissers brengen lichamen van ebola-patiënten naar een
nabijgelegen eilandje om ze te begraven.
Een ebola-patiënt die is ontsnapt uit quarantaine,
wordt met licht geweld een ambulance in geduwd.
EBOLA
䢇
䢇
䢇
䢇
䢇
Ebola wordt ook wel een ‘jagersziekte’
genoemd, omdat het virus doorgaans van
dieren (vaak apen) tijdens het villen door
jagers wordt opgelopen.
Ook het eten van bushmeat (apen of
vleermuizen) kan het virus verspreiden.
Tussen mensen wordt de ziekte doorgegeven door direct contact en de uitwisseling
van lichaamssappen (bloed, uitwerpselen,
zweet).
Deze ebola-uitbraak ontstond in Guinee,
en sloeg in maart over naar Liberia.
Tot nu toe vielen in vijf getroffen landen
bijna 2.300 doden, van wie ongeveer
1.100 in Liberia.
Een muurschildering waarschuwt voor de symptomen
van ebola.
Mensen staan in de rij te wachten op het noodvoedsel
dat wordt uitgedeeld in de wijk West Point.
foto’s Rik Goverde en Reuters
GO-A14R