IOF-reglement AUHL Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) Associatie

Download Report

Transcript IOF-reglement AUHL Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) Associatie

IOF-reglement AUHL
Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
Associatie Universiteit – Hogescholen Limburg (AUHL)
Raad van Bestuur AUHL dd. xx.xx.xxxx
Hoofdstuk I. Definitie en reikwijdte van het IOF-reglement AUHL
Art. 1 Dit IOF-reglement is opgesteld conform het nieuwe ‘Besluit van de Vlaamse Regering
betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van
de associaties in de Vlaamse Gemeenschap’ zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op
xx/xx/xxxx, hierna genoemd het ‘IOF-besluit’.
Art. 2 Dit IOF-reglement is van toepassing op de Associatie Universiteit – Hogescholen Limburg
(AUHL), zijnde de Universiteit Hasselt (UHasselt) en de geassocieerde hogeschool PXL.
Hoofdstuk II. Definitie, doelstellingen en beheer
Art. 3 Dit IOF-reglement heeft betrekking op het strategisch basisonderzoek en het toegepast
wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd binnen de AUHL, gefinancierd door IOF-middelen, en met
een economische of gemengd economisch-maatschappelijke finaliteit. Dit onderzoek kan behoren tot
alle wetenschappelijke disciplines.
Art. 4 Ten minste 30% van de AUHL IOF-middelen wordt besteed aan onderzoeksmandaten van
onbepaalde duur. Twee verschillende mandaattypes worden gedefinieerd: junior mandaten en senior
mandaten. De invulling van het type mandaat – junior versus senior – is afhankelijk van de omvang,
de doelstelling en het strategische belang ervan. Kandidaten moeten houder zijn van een doctoraat
op proefschrift of moeten minstens 5 jaar ervaring hebben in de uitvoering of organisatie van
toegepast wetenschappelijk onderzoek of strategisch basisonderzoek.
Ten hoogste 10% van de IOF-middelen kan worden aangewend ter dekking van de kosten,
daaronder begrepen werkingsuitgaven en loonlasten, verbonden aan het beheer van de via het IOF
bekostigde mandaten en projecten en de werking van het IOF. Maximaal 10% van de IOF-middelen
kan besteed worden aan octrooikosten.
De overige IOF-middelen kunnen besteed worden aan:
de werkingsuitgaven, uitrustingskosten en loonlasten voor onderzoeksprojecten, met een
minimale looptijd van één jaar en een projectbedrag van ten minste 25.000 euro per jaar;
projectkostenvergoedingen ter ondersteuning van IOF-mandaten.
Art. 5 Het dagelijkse beheer van de via het IOF bekostigde mandaten en projecten en de werking
van het IOF wordt wat betreft de AUHL uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Tech Transfer
Office (TTO) van de UHasselt. De middelen uit het IOF worden toegekend door de Raad van Bestuur
van de AUHL, na gemotiveerd advies van de IOF-raad en door middel van een open oproep binnen
de associatie.
1
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Art. 6 Op basis van de bepalingen in het IOF-besluit inzake samenstelling van de IOF-raad zal de
IOF-raad van de AUHL samengesteld worden als volgt, zie bijlage 1 voor een jaarlijks geactualiseerd
overzicht van de effectieve IOF-raadsleden:
UHasselt
PXL
Industrie
Totaal
Waarvan vrouwelijk
Waarvan UHasselt en tegelijk lid van de Onderzoeksraad UHasselt
7
2
4
13
5
3
Art. 7 Conform het ‘AUHL-reglement inzake valorisatie van onderzoeksresultaten’, zoals
goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de AUHL op 21.04.2008, komen de vermogensrechten
op vindingen, zoals decretaal geregeld voor de hogescholen en voor de universiteit, steeds toe aan
de betreffende partner-instelling(en). Indien de vinding het resultaat is van gemeenschappelijk
onderzoek, en er daardoor een gedeeld eigendomsrecht ontstaat, zullen de partners in een
bijzondere overeenkomst hun wederzijds aandeel in deze eigendom bepalen. Gezien het IOFreglement kadert onder dit ‘AUHL-reglement inzake valorisatie van onderzoeksresultaten’, wordt
voor verdere bepalingen rond valorisatie en vermogenrechten hiernaar verwezen.
Hoofdstuk III. De IOF-instrumenten AUHL
III.1 IOF-mandaatprojecten
Art. 8 IOF-mandaten zijn mandaten van onbepaalde duur voor postdoctorale onderzoekers die een
structurele ondersteuning bieden bij de valorisatie van onderzoeksresultaten van de
onderzoeksinstituten en de onderzoeksgroepen van de faculteiten van de UHasselt, en aansluitend
van de onderzoeksinstituten en de expertisecellen van de hogeschool PXL, zie bijlage 2.
Art. 9 De invulling van het IOF-mandaatproject gebeurt in samenspraak met de leiding van het
onderzoeksinstituut of de faculteit waartoe het mandaat behoort, de voorzitter van de IOF-raad en
de TTO. De invulling van het mandaat wordt opgesteld aan de hand van een vast en variabel
takenpakket, afgestemd op het strategieplan van het betreffende instituut of faculteit, zie bijlage 3.
Art. 10
-
Voltijds IOF-mandaatproject:
3 voltijdse mandaten: voor de onderzoeksinstituten imo-imomec, Biomed en EDM;
Loonkost voltijds: een vast bedrag van 90.000 euro per jaar;
Werkingsmiddelen: een vast bedrag van 10.000 euro per jaar;
Projectperiode: 2 x 3 jaar, met dien verstande dat de tweede periode enkel kan aanvatten
na een positieve evaluatie van de eerste periode van 3 jaar, mogelijks hernieuwbaar na
positieve evaluatie.
Art. 11 Halftijds IOF-mandaatproject:
5 halftijdse mandaten: voor de onderzoeksinstituten IMOB, CENSTAT, CMK, voor de faculteit
BEW, en voor de faculteit architectuur (met inbegrip van de opleiding bouwkunde van de
faculteit IIW);
Loonkost halftijds: een vast bedrag van 45.000 euro per jaar;
Werkingsmiddelen: een vast bedrag van 5.000 euro;
Projectperiode: 3 jaar, mogelijks hernieuwbaar na positieve evaluatie.
Art. 12 De vermelde aantallen van de types IOF-mandaatprojecten worden toegekend op basis van
het gevalideerde IOF-budget AUHL dd. 04.06.2014 en worden in de toekomst structureel
gecontinueerd onder voorbehoud dat het IOF-budget AUHL hiervoor toereikend blijft.
Art. 13 Het aanvraagdossier voor een IOF-mandaatproject wordt ingediend door een promotor
vanuit het betreffende onderzoeksinstituut of faculteit. Deze promotor treedt op als budgethouder
en als woordvoerder. De promotor draagt de verantwoordelijkheid over de goede uitvoering en
rapportering van het IOF-mandaatproject.
2
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Art. 14 Het aanvraagdossier wordt ingediend bij de TTO. Het aanvraagdocument voor een IOFmandaatproject is beschikbaar via de TTO.
III.2 IOF-onderzoeksprojecten
Art. 15 De in aanmerking komende projectkosten binnen een IOF-onderzoeksproject omvatten
personeel en werking. Conform het IOF-besluit moeten de IOF-onderzoeksprojecten een minimale
omvang hebben van 25.000 euro op jaarbasis. De AUHL definieert twee mogelijke types IOFonderzoeksprojecten: ‘proof of concept’- en ‘breeding’-project.
Art. 16 ‘Proof of concept’-project (POC):
Definitie: Een POC-project geeft een onderzoeker of onderzoeksgroep de mogelijkheid om
het valorisatiepotentieel van een idee aan te tonen. De middelen kunnen gebruikt worden
voor een marktverkenning, om een prototype te bouwen voor (industriële) pilootgebruikers,
of voor bijkomend onderzoek om een octrooiaanvraag te versterken;
Output: de resultaten van dit project zijn een onderbouwing en voorbereiding voor de
valorisatiekeuze: licentieroute, ‘slow start’-spin-off, kapitaalsintensieve spin-off. Indien bij
afloop blijkt dat geen van deze routes mogelijk is, moet een plan neergelegd worden waaruit
blijkt welke verdere kennisopbouw nodig is om in een later stadium valorisatiepotentieel te
realiseren;
Financieringsvork: 25.000 euro – 90.000 euro;
Het budget bevat loonkost en werkingsmiddelen;
Projectperiode: max. 1 jaar;
Oproep: doorlopend.
Art. 17 ‘Breeding’-project:
Definitie: Een breeding-project past in het concept van incubatiefinanciering. Het is bedoeld
om een spin-offidee uit te werken tot een uitgewerkt business plan om een
kapitaalsintensieve spin-off te starten;
Output: Bij een breeding-project is het einddoel een volledig afgewerkt en onmiddellijk
implementeerbaar plan voor een bedrijf;
Financiering: Het uiteindelijk toegekend bedrag voor een breeding-project hangt af van de
inhoud van het breeding-project en anderzijds van het beschikbare gecumuleerde IOFbedrag op dat moment. De aanvraag voor financiële ondersteuning van een breeding-project
zal, naast een gedetailleerd inhoudelijk luik, ook een gedetailleerd financieel luik bevatten.
Als richtlijn wordt een maximum van 400.000 euro per breeding-project vooropgesteld;
Het budget bevat loonkost en werkingsmiddelen;
Projectperiode: max. 3 jaar;
Oproep: doorlopend.
Art. 18 Het aanvraagdossier voor een IOF-onderzoeksproject moet worden ingediend door een
promotor verbonden aan een partnerinstelling van de AUHL. Deze promotor treedt op als
budgethouder en als woordvoerder. De promotor draagt de verantwoordelijkheid over de goede
uitvoering en rapportering van het IOF-onderzoeksproject.
Art. 19 Het aanvraagdossier wordt ingediend bij de TTO. Het aanvraagdocument voor een IOFonderzoeksproject is beschikbaar via de TTO.
Hoofdstuk IV. Evaluatie van de IOF-instrumenten
IV.1 IOF-mandaatprojecten
Art. 20 Om te oordelen of IOF-mandaatprojecten aansluiten bij het beleid van de AUHL en het
Vlaamse innovatiebeleid, is het aangewezen dat de beoordeling van de voorstellen en de
driejaarlijkse rapportering, wordt uitgevoerd door personen die voeling hebben met de academische
3
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
context. Daarom wordt volgende toekennings- en evaluatiestructuur inzake IOF-mandaatprojecten
opgezet:
-
-
-
De TTO verzorgt het secretariaat van de IOF-raad;
De TTO staat in voor de intake van de IOF-mandaatprojectaanvragen;
De IOF-raad:
•
Beoordeelt de IOF-mandaatprojectaanvragen, rekening houdend met het
strategieplan van het betreffende instituut of faculteit, en het IOF-beleidsplan AUHL;
•
Oordeelt of de voorgestelde outputparameters geschikt zijn om de valorisatieinspanningen van het instituut of faculteit, en de IOF-mandataris te monitoren.
De operationele activiteiten van de IOF-mandataris worden afgestemd met deze van de TTO
business support die verantwoordelijk is voor het betreffende instituut of faculteit;
De jaarlijkse evaluatie van de IOF-mandataris gebeurt door de voorzitter van de IOF-raad,
na afstemming met het instituut of faculteit, en de TTO, op basis van de vooropgestelde
parameters;
De IOF-mandataris rapporteert driejaarlijks aan de IOF-raad.
Art. 21 De promotor dient een kandidaat IOF-mandataris voor te stellen aan de IOF-raad. Nadat de
Raad van Bestuur van de AUHL het IOF-mandaatproject, waarin een (voltijds of halftijds) IOFmandaat voorzien is, heeft goedgekeurd, wordt de promotor in kennis gesteld en dient deze een
geschikte IOF-mandataris te selecteren. Dit kan zowel een reeds in dienst zijnde onderzoeker met
een contract van onbepaalde duur zijn, als een extern aan te werven profiel. De voorzitter van de
IOF-raad alsook de TTO worden betrokken bij de integrale selectieprocedure van de interne en
externe IOF-mandatarissen. Indien het om een nieuwe aanwerving gaat, zal na toekenning van het
IOF-mandaatproject de gebruikelijke procedure voor werving gevolgd worden.
Art. 22 De IOF-mandataris zal uiterlijk op het ogenblik waarop het IOF-mandaat aanvangt, houder
zijn van een doctoraatsdiploma.
Art. 23 De IOF-mandataris is onderworpen aan de van kracht zijnde reglementen en voorschriften
van de betrokken instelling van de AUHL.
Art. 24 De referentieperiode voor de evaluatie van het IOF-mandaatproject wordt onderbroken
indien de IOF-mandataris gerechtigd is op uitkeringen in het kader van de wetgeving op de
ziekteverzekering, arbeidsongevallen en beroepsziekten. Voor andere redenen van onderbreking van
de referentieperiode, zoals studieverblijf in het buitenland of detachering, moet de toelating van de
Raad van Bestuur van de AUHL gevraagd worden, die beslist na advies van de IOF-raad. Op verzoek
van de IOF-mandataris kan de referentieperiode voor de evaluatie van het IOF-mandaatproject met
een periode evenredig aan die van de onderbreking worden verlengd.
Art. 25 De IOF-raad bepaalt de modaliteiten voor rapportering van de IOF-mandaatprojecten en
deelt deze bij de toekenning mee aan de promotor(en) en de IOF-mandataris. De rapportering wordt
opgevolgd door de TTO. De verslagen worden altijd door de IOF-mandataris en de promotor(en)
ondertekend. De verslagen worden gericht aan de TTO en vervolgens voorgelegd aan de IOF-raad.
Art. 26 De IOF-raad beoordeelt bij elke tussentijdse en eindevaluatie, of de vooropgezette
doelstellingen werden behaald. De IOF-mandataris verneemt uiterlijk drie maanden na indiening van
de betreffende documenten een schriftelijke evaluatiebeslissing vanuit de IOF-raad.
Art. 27 De TTO volgt de dagelijkse operationele activiteiten binnen het IOF-mandaatproject op.
Hiertoe vindt er regelmatig overleg plaats tussen IOF-mandataris en de TTO business support die
verantwoordelijk is voor het betreffende instituut of faculteit. Indien nodig kan de TTO de IOF-raad
inseinen indien bijsturing van het IOF-mandaatproject nodig wordt geacht.
Art. 28 Het eindverslag van het IOF-mandaatproject wordt ingediend bij de TTO ten laatste 3
maanden voor het verstrijken van het IOF-mandaatproject met het oog op mogelijke verlenging.
Hierin moeten de valorisatieactiviteiten en de behaalde resultaten afgetoetst worden tegen de
vooropgestelde doelstellingen. Indien de promotor het IOF-mandaatproject wenst te verlengen,
dient dit eindverslag als nieuw aanvraagdossier te worden aangevuld met een inhoudelijke
jaarplanning voor de volgende drie werkjaren.
4
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Art. 29 De IOF-raad evalueert het IOF-mandaatproject bijkomend in volgende gevallen:
indien de IOF-mandataris, na een schriftelijke aanmaning bij het verlopen van de bepaalde
termijn, de rapporteringverplichtingen niet nakomt;
indien geen overeenstemming met de IOF-mandataris en de promotor bereikt wordt met
betrekking tot de door de IOF-raad voorgestelde aanpassingen van het mandaatproject;
indien de IOF-raad van oordeel is dat uit een verslag onvoldoende vooruitgang blijkt omtrent
de in het mandaatproject vooropgestelde doelstellingen.
De voorzitter van de IOF-raad nodigt, indien nodig, de IOF-mandataris en de promotor schriftelijk
uit om ten vroegste één week en ten laatste één maand na die uitnodiging mondeling door de IOFraad te worden gehoord.
IV.2 IOF-onderzoeksprojecten
Art. 30 Om de toekenning van de twee types IOF-onderzoeksprojecten, zijnde POC- en breedingproject, te onderbouwen, zal de IOF-raad advies inwinnen bij UHasselt Venture Management
(UHVM). Hiertoe zal de Raad van Bestuur van UHVM voor elk dossier een team van domeinspecifieke experts samenstellen. Daarom wordt volgende toekennings- en evaluatiestructuur inzake
IOF-onderzoeksprojecten opgezet:
-
-
-
-
-
De TTO verzorgt de administratie van UHVM;
De TTO staat in voor de intake van de POC- en breeding-projectvoorstellen;
De UHVM-bestuurders stellen voor elk dossier een panel van externe experts samen;
De experts maken een onafhankelijk advies: voor een POC-project kunnen zij eventueel
contact opnemen met de TTO of met de indiener; voor een breeding-project horen zij
alleszins de aanvragers en kunnen ze contact opnemen met de TTO;
De experts maken een gemotiveerd advies inclusief een SWOT-analyse, formuleren
eventueel voorstellen voor aanpassingen aan het project en kunnen mijlpalen bepalen om de
financiering in schijven toe te kennen. Voor een POC-project maken de experten individuele
adviezen. Voor een breeding-project maken zijn een gezamenlijk advies en duiden zij een
woordvoerder (voorzitter) aan die het advies toelicht op de IOF-raad;
Het advies van de experts wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de IOF-raad. In het
geval dat de IOF-raad bijkomende vragen heeft voor de experten, wordt het advies voor
verdere aanvulling terug overgemaakt aan de experten;
De experten beoordelen de mijlpalen die in de aanvraag opgenomen zijn en vullen waar
nodig mijlpalen toe. Voor breeding-projecten geven ze ook aan hoe opeenvolgende schijven
van financiering gekoppeld worden aan het behalen van mijlpalen;
De IOF-raad formuleert, na aanvaarding van het finale expertenadvies, een voorstel ter
goedkeuring van de projectfinanciering aan de Raad van Bestuur van de AUHL.
Art. 31 De promotor(en) van het goedgekeurde IOF-onderzoeksproject wordt ingelicht over de
formele start- en einddatum van het IOF-onderzoeksproject met vermelding van de toegekende
personeels- en werkingskredieten. De opstart van het IOF-onderzoeksproject dient zo snel mogelijk
te gebeuren na toekenning, bij voorkeur binnen de drie maanden, en ten laatste na zes maanden.
Art. 32 Vooraleer gestart wordt met de uitvoering van een IOF-onderzoeksproject, ondertekenen alle
interne en externe medewerkers van het project, een intentieverklaring om tijdens en na afloop van
het IOF-project samen te werken om de opportuniteit voor de creatie van een spin-off te evalueren,
en dit conform de richtlijnen van de AUHL omtrent de oprichting van een spin-off. In deze
overeenkomst wordt tevens afgesproken dat de IOF-steun zal weerspiegeld worden in de licentieovereenkomst of het aandelenpakket van de kennisinstelling in de spin-off. In deze overeenkomst
worden ook de nodige afspraken vastgelegd inzake vertrouwelijkheid en intellectuele eigendom. De
TTO zal het opstellen van deze overeenkomst coördineren.
Art. 33 De IOF-raad bepaalt de modaliteiten voor rapportering voor de verschillende types projecten
en deelt deze bij de toekenning mee aan de promotor(en). De rapportering wordt opgevolgd door de
TTO. De verslagen worden altijd ondertekend door de promotor(en) en worden gericht aan de TTO.
5
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Art. 34 De IOF-raad beoordeelt elke tussentijdse en eindevaluatie van het IOF-onderzoeksproject.
Wat betreft de mijlpaal-gebonden financiering zal de voorzitter van de IOF-raad advies inwinnen bij
de experts die voorgesteld zijn door UHVM om te beslissen of de voorgestelde mijlpalen gehaald zijn
of indien er bijsturing nodig is. De promotor(en) verneemt uiterlijk drie maanden na indiening van
de betreffende documenten een schriftelijke en gemotiveerde evaluatiebeslissing vanuit de IOFraad.
Art. 35 De TTO volgt de dagelijkse operationele activiteiten binnen het IOF-onderzoeksproject op.
Hiertoe vindt er regelmatig overleg plaats tussen de promotor en de aangewezen TTO business
support. Indien nodig kan de TTO de IOF-raad inseinen indien bijsturing van het IOFonderzoeksproject nodig wordt geacht.
Art. 36 Het eindverslag dient ten laatste 3 maanden na het verstrijken van het project te worden
ingediend bij de TTO. Hierin moeten de projectactiviteiten en hun resultaten kort beschreven
worden, samen met een financieel eindverslag.
Hoofdstuk V. Slotbepalingen
Dit reglement gaat in vanaf xx/xx/xxxx.
6
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Bijlage 1: Samenstelling IOF-raad AUHL dd. 04.06.2014
Geleding
1
1
1
1
1
1
1
2
2
3
3
3
3
-
Organisatie
UHasselt
UHasselt
UHasselt
UHasselt
UHasselt
UHasselt
UHasselt
PXL
PXL
ICL
LRM
Melexis
J&J
UHasselt
UHasselt
UHasselt
Functie
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid-voorzitter
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
raadslid
waarnemer-rector
waarnemer
waarnemer-secretaris
Kandidaten
Steven Van Passel
Griet Verbeeck
Piet Stinissen
Karin Coninx
Dirk Vanderzande
Davy Janssens
Paul Janssen
Paul Martens
Marleen Schepers
Kathleen Smolders
Barbara Leyman
Appo van der Wiel
Luc Bijnens
Luc De Schepper
Ann-Pascale Bijnens
Elke Piessens
Gender
m
v
m
v
m
m
m
m
v
v
v
m
m
-
OZ-raad
nee
ja
nee
nee
ja
nee
ja
7
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Bijlage 2: Overzichtstabel van de onderzoeksinstituten en onderzoeksgroepen van de UHasselt, en
de onderzoeksinstituten en expertisecellen van de PXL
Onderzoeksinstituten en
onderzoeksgroepen van de faculteiten
van de UHasselt
Onderzoeksinstituten en expertisecellen
PXL
Imo-imomec
Tech-research
(1)
Biomed
Healthcare-research
(1)
EDM
IT-research, ICTO
(1)
IMOB
Tourism-research
(2)
(2)
Censtat
CMK
Bio-research
(2)
Kizok en Faculteit BEW
Business-research
(2)
Faculteit Architectuur en ingenieurs
bouwkunde
UD Woonlabo, MAD-Research, Techresearch
(2)
Niet van toepassing
Social Work-research, Media-research,
Education-research, Music-research
(3)
Onderwijs+
PXL Centrum Ondernemen, ICTO,
Education-Research
(4)
(1)
zullen beschikken over één voltijds IOF mandaatproject én een dedicated eerstelijnscontactpersoon
binnen TTO
(2)
zullen beschikken over één deeltijds IOF mandaatproject én een dedicated eerstelijnscontactpersoon
binnen TTO
(3)
PXL onderzoekers zullen beschikken over dedicated eerstelijnscontactpersoon binnen TTO
(4)
De betreffende PXL en UHasselt medewerkers stemmen af
8
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Bijlage 3: Vast en variabel takenpakket IOF-mandataris
Tabel 1: Vast takenpakket IOF-mandataris
Activiteit van mandataris
1. Overzicht hebben over de
beschikbare expertise in het
onderzoeksdomein van de
betrokken groepen binnen
de AUHL
2. Inwerken in de
valorisatiemogelijkheden
van het onderzoek en
initiëren valorisatiedossiers
3. Intern netwerk
Zicht op beschikbare
expertise en opvolgen stateof-the-art: congressen,
wetenschappelijke en
zakelijke literatuur
Technology scouting en
opportunity detection
opvolgen wetenschappelijke
output instituut: opvolgen
resultaten uit doctoraten,
onderzoeksprojecten en
presentaties
Initiatief nemen tot
aanmelding aan TTO (stap
voor intake): opstart
valorisatiepiste,
octrooiaanmelding, detectie
spin-off opportuniteit
Aantal onderzoekers (mee)
begeleid inzake
valorisatiedossier
Structureel overleg met de
TTO business support
Deelname aan initiatieven
van het intern lerend IOFnetwerk
Parameter
Rol TTO/DOC
Impact op
IOFparameter
Impact op
KPI TTObeleidsplan
Algemene best
practices in valorisatie
onderzoek
-
KPI1
Algemene best
practices in valorisatie
onderzoek
-
KPI1
Intake en bepaling
valorisatiestrategie
-
KPI1
-
KPI1
Aantal: 10 Aantal: 10 Aantal: 10
Structureel overleg
met mandaat
-
KPI1
Aantal: 4
Organisatie lerend
IOF-netwerk
-
KPI1
2015
2016
2017
2018
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
% van
instituut
en
absoluut
aantal
Aantal: 10
Aantal: 4
nvt
nvt
% van
instituut
en
absoluut
aantal
nvt
nvt
% van
instituut
en
absoluut
aantal
Aantal: 4
nvt
nvt
% van
instituut
en
absoluut
aantal
Aantal: 4
9
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Structurele wisselwerking
met de onderzoekscellen PXL
rakend aan het
onderzoeksdomein inzake
specifieke dossiers
4. Extern netwerk
Aantal externe partijen
begeleid inzake
valorisatiedossier
Zicht op bestaande
domeinspecifieke externe
netwerken en werkgroepen
(passief)
Actieve deelname van
mandaat aan selectie van
bestaande domeinspecifieke
externe netwerken en
werkgroepen (actief)
Uitbouw van extern
domeinspecifiek netwerk
(proactief)
Aantal: 6
Aantal: 6
Aantal: 6
Aantal: 6
% van
instituut
en
absoluut
aantal
% van
instituut
en
absoluut
aantal
% van
instituut
en
absoluut
aantal
nvt
nvt
nvt
Naast de
domeinspecifieke
interacties door de
IOF-er, heeft de TTO
structureel overleg
met PXL inzake beleid
-
KPI2
% van
instituut
en
absoluut
aantal
-
KPI2
nvt
-
KPI2
-
KPI2
-
KPI2
Eerstelijnscontact
met ICL
-
KPI2
Eerstelijnscontact
met LRM
-
KPI2
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Structureel overleg
met mandaat
10
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
Tabel 2: Variabel takenpakket IOF-mandataris
VARIABELE taken
Activiteit van mandataris
Parameter
Rol TTO/DOC
Impact op Impact op
IOFintern IOFparameter beleidsplan
2015
2016
2017
2018
Aantal spin-off en spin-in
mogelijkheden die de IOFmandataris detecteert
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
Mogelijke leads doorspelen naar
de TTO
P6
KPI5
Aantal POC-projecten (IOF of
via andere financiering) die de
IOF-mandataris mee opvolgt
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
TTO is betrokken bij alle POC
dossiers
P6
KPI5
P6
KPI5
ZWAARTEPUNTEN
1.
Spin-off
Aantal spin-off mogelijkheden
waarvoor de RvB van de
UHasselt een principiële
goedkeuring heeft gegeven
Aantal opgerichte spin-offs
2.
Valorisatiegerichte
onderzoeksprojecten
(SBO, H2020, IOF)
Aantal aanvragen voor
valorisatiegerichte
onderzoeksprojecten
waarmee de mandataris
betrokken is
% van
% van
instituut instituut
en
en aantal
aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
TTO is betrokken bij alle spin-off
dossiers: business plan,
financiering, waardering, contract
P6
KPI5
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
DOC/TTO: centrale kennis van
oproepen; Op vraag
ondersteuning bij opmaak dossier
(DOC) en valorisatieluik (TTO);
TTO: Opmaak overeenkomsten en
onderhandeling met externe
partij
P4
KPI4
TTO is betrokken bij alle spin-off
dossiers: business plan,
financiering, waardering, contract
11
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
3.
Intellectuele eigendom
Aantal
contractovereenkomsten voor
gesubsidieerde
onderzoeksprojecten
waarmee de mandataris
betrokken is
Aantal actieve
octrooigebonden en nietoctrooigebonden IE-dossiers
(cumulatief)
Jaarlijks aantal meldingen van
vindingen i.s.m. IOFmandataris
Jaarlijks aantal nieuw
opgestarte licentiedossiers
i.s.m. IOF-mandataris
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
DOC/TTO: centrale kennis van
oproepen; TTO: Opmaak
overeenkomsten en
onderhandeling met externe
partij
P4
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
TTO legal is coördinator van alle
IE-dossiers
P5
KPI6
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
TTO legal is coördinator van alle
IE dossier
P5
KPI6
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
TTO legal is coördinator van alle
licentiedossiers: bepalen traject
licentie, zoeken naar
licentienemers en
contractonderhandeling
P5
KPI6
Communicatieacties om
expertise en
samenwerkingsmogelijkheden
met instituut/groep extern
bekend te maken
Eigen
omschrij
ving
Eigen
omschrijvi
ng
Eigen
omschrij
ving
Eigen
omschrijvi
ng
In overleg met TTO/DCM/DOC
-
KPI2
-
KPI2
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
EXTRA AANDACHTSGEBIEDEN
4.
Communicatie
Totaal aantal externe
contacten (uniek)
12
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL
5.
Contracten met
bedrijven
Aantal afgesloten
overeenkomsten met externe
partijen waarmee de
mandataris betrokken is
(contact leggen,
onderhandelen bij NDA, MTA,
consultancy, lab analyse,
O&O)
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
% van
instituut
en
aantal
% van
instituut
en aantal
Opmaak overeenkomsten en
onderhandeling met externe
partij
LEGENDE BIJ TABEL 1 EN TABEL 2
IOF parameters
P1: doctoraatsdiploma’s
P2: publicaties en citaties
P3: industriële contractinkomsten
P4: deelname aan Europese kaderprogramma’s
P5: octrooien
P6: spin-offs
Aantal doctoraatsdiploma's
Aantal publicaties en citaties
Omvang industriële contractinkomsten
Omvang deelname aan Europese kaderprogramma's
Aantal ingediende en goedgekeurde octrooien
Aantal opgerichte spinoff's
KPIs IOF en interface beleidsplan
KPI 1
KPI 2
KPI 3
KPI 4
KPI 5
KPI 6
Aantal bereikte onderzoekers
Aantal bereikte bedrijven en externe actoren
Aantal beleidsacties (intern/extern)
Aantal overeenkomsten met externe actoren
Aantal actieve spin-off dossiers (IOF, in oprichting, opgericht)
Aantal actieve octrooigebonden en niet octrooigebonden IE dossiers
P3
KPI4
13
Industrieel Onderzoeksfonds AUHL – IOF-reglement AUHL