Zorgplan Bergpadschool INLEIDING Met de afspraken in dit

Download Report

Transcript Zorgplan Bergpadschool INLEIDING Met de afspraken in dit

Zorgplan Bergpadschool INLEIDING

Met de afspraken in dit document geven we vorm aan kwalitatief goed onderwijs. Het zorgplan sluit aan bij de schoolgids en het schoolplan. We werken de komende vier jaar aan het invoeren en ontwikkelen van de beschreven interne onderwijszorg structuur in het kader van de 1-zorgroute. Het onderwijs zorgplan is een levend document en wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. De Bergpadschool maakt deel uit van het samenwerkingsverband Veere van Weer Samen Naar School (WSNS). De meeste van onze zorgverbredingactiviteiten staan dan ook in relatie met wat daarbinnen aan de orde komt (zie Zorgplan WSNS). Onze deelname aan het samenwerkingsverband WSNS geeft ons de mogelijkheid samen te werken met andere (speciale) basisscholen. In deel 1 beschrijven we de visie van WSNS waar onze school in participeert. Vervolgens maken we in deel 2 en deel 3 duidelijk hoe we op school gestalte geven aan de 1 zorgroute. Daarna geven we in deel 4 informatie over specifieke protocollen en zorgarrangementen. Deel 5 geeft informatie over de taken en verantwoordelijkheden van de Intern Begeleider.

INHOUDSOPGAVE

Deel 1 Visie op zorg Deel 2 De 1-zorgroute 2.1. De 1-zorgroute in beeld 2.2. Adaptief onderwijs 2.3. Communicatie met ouders 2.4. Algemene afspraken 2.5. Zorgniveaus Deel 3 De structuur van de zorg 3.1. Handelingsgericht werken met groepsplannen 3.2. De groepsbespreking 3.3. De leerling-bespreking 3.4. De Klassenconsultatie 3.5. Leerlingvolgsysteem 3.6 Methode onafhankelijke toetsen 3.7. Toetsmomenten Deel 4 Protocollen en zorgarrangementen 4.1. Doorstroming naar de volgende groep 4.2. (Hoog) Begaafde leerlingen 4.3. Dyslexie 4.4. Handelingsgerichte Procesdiagnostiek (HGPD) 4.5. Passend Onderwijs 4.6. Langdurig zieke kinderen

4.7. Aanmelding Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) 4.8. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Deel 5 Taken Intern Begeleider

Deel 1: Visie op zorg Visie en ambities Weer Samen Naar School (WSNS)

WSNS Walcheren is het samenwerkingsverband van basisscholen in de gemeente Vlissingen, Middelburg en Veere. De samenwerking binnen ons verband is erop gericht dat de kinderen die binnen het samenwerkingsverband naar school gaan de zorg krijgen waar zij recht op hebben.

Traject afstemming

In het schooljaar 2008-2009 is de start gemaakt van een gezamenlijk traject op weg naar Passend Onderwijs. Het belangrijkste doel van WSNS/Passend Onderwijs is om kinderen verantwoord en kwalitatief goed onderwijs te bieden, zoveel mogelijk binnen de eigen reguliere basisschool. Binnen WSNS Walcheren is afgesproken dat de scholen het ‘Handelingsgericht Werken’ gaan invoeren. Kern van HGW is de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van kinderen. Het zijn de leerkrachten die de praktijk van ‘afgestemd onderwijs’ binnen de school vormgeven. Intern begeleiders ondersteunen de leerkrachten op de werkvloer, directies geven leiding aan de invoering van deze andere manier van werken.

Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD)

Basisscholen hebben een zorgstructuur die handelingsgericht is. Deze zorgstructuur betekent dat leerkrachten in staat zijn om goed te handelen in een situatie die specifieke aandacht vraagt. De schoolinterne zorg is erop gericht dat leerkrachten hun onderwijs steeds beter leren afstemmen op wat kinderen nodig hebben. De internbegeleider (ib.) speelt hierin een belangrijke rol. In voorkomende situaties kan een beroep gedaan worden op specialisten Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD).

Zorg Advies Teams (ZAT)

In 2010 zijn in het basisonderwijs op Walcheren, ZAT ’s geïntroduceerd. Een Zorg Advies Team (ZAT) is een overleg waarbij de zorg binnen het onderwijs en de buitenschoolse zorg op elkaar worden afgestemd. Het werken met de ZAT ’s staat nog in de kinderschoenen en wordt de komende jaren verder uitgewerkt.

Kwaliteitskringen/netwerken

Binnen de drie deelverbanden zijn netwerken en kwaliteitskringen ingericht. Ze zijn primair bedoeld als netwerk voor intern begeleiders om van en met elkaar te leren.

Dyslexieprotocol

We werken met een landelijk vastgesteld dyslexieprotocol. Dit protocol zorgt er voor, dat op de basisscholen en de scholen van voortgezet onderwijs op Walcheren dezelfde taal gesproken wordt als het gaat om dyslexie. Ook regelt het de stroomlijning in de overdracht van gegevens van kinderen die een grote lees- en/of spellingsachterstand hebben of bij wie

al een dyslexieverklaring is afgegeven. Door het werken met dit protocol blijft de voortgang van begeleiding van kinderen die kampen met deze problematiek gewaarborgd. Vanaf 1 januari 2009 hebben de basisscholen een poortwachter functie voor de zorgverzekeraars, voor vergoeding van diagnose en behandeling van kinderen met ernstige dyslexie.

Hoogbegaafdheid

Iedere basisschool, iedere leraar heeft als opdracht om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van leerlingen. De diversiteit tussen de leerlingen is groot en heeft betrekking op zowel de cognitieve, de persoonlijke (sociaal-emotioneel en moreel), de motorische en de creatieve ontwikkeling. Leraren hebben dus behalve een onderwijzende taak ook een opvoedende taak. De afgelopen jaren is geleidelijk aan bij leraren, scholen en besturen het besef ontstaan dat onvoldoende mate sprake is van een structureel beleid voor de begeleiding van kinderen met meer talenten dan gemiddeld. Het gaat hierbij om kinderen die meer uitdaging en andere vormen van begeleiding nodig hebben dan de basisschool in veel gevallen biedt.

Sociaal emotionele ontwikkeling

Basisscholen hebben behoefte aan een structurele aanpak voor sociaal – emotionele ontwikkeling. Binnen de zorg is op basisscholen al een grote ontwikkeling gerealiseerd ten aanzien van cognitieve achterstanden/problemen. Om in deze fase zorg verder te verbreden moeten we ons beleid vooral richten op een structurele aanpak van sociaal – emotionele problematiek. Binnen het beleid van ons samenwerkingsverband realiseren scholen pedagogisch didactische mogelijkheden en wanneer nodig ook orthopedagogische en orthodidactische oplossingen.

Speciaal Basisonderwijs

Doel van het Weer Samen Naar School beleid is zoveel mogelijk kinderen passende zorg en passend onderwijs te bieden op de reguliere basisschool. Hoewel het WSNS beleid basisscholen beter in staat stelt om met leerlingen met speciale behoefte aan zorg om te gaan, zal dit niet kunnen voorkomen dat enkele leerlingen meer specifieke zorg nodig hebben. Het Speciaal Basisonderwijs (SBO) kan deze specifieke zorg bieden. Binnen de SBO school merken we dat de zorg op de basisschool de laatste jaren verbreed is. Leerlingen met alleen een didactische achterstand worden niet meer verwezen. Een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) -beschikking wordt alleen gegeven als een leerling op meerdere terreinen extra zorg nodig heeft. De PCL bepaalt of een leerling voor toelating op het SBO in aanmerking komt. In samenspraak met de PCL Walcheren en het onderwijsveld, verzorgt Het Springtij (SBO school in Middelburg) gedurende een periode van 26 weken de opvang en begeleiding van leerlingen, die tijdelijk op een lesplaats buiten de eigen school zijn aangewezen. Dit gebeurt in een aparte observatiegroep, waarin naast observatie en onderzoek ook aanzetten voor een behandeltraject opgezet kunnen worden. De toelaatbaarheid tot deze observatiegroep wordt bepaald door de PCL Walcheren. Betreffende leerlingen blijven ingeschreven staan op de basisschool en gaan in principe na 26 weken terug naar deze school. Indien nodig verzorgt het Springtij in samenspraak met ouders en de basisschool de aanname bij het SBO. Op basis van een schooljaar kan het Springtij aan 6 leerlingen een observatieplaats bieden.

Deel 2 De 1-zorgroute 2.1. De 1-zorgroute in beeld Begrip: specifieke Onderwijsbehoefte

Algemene onderwijsbehoeften zijn gekoppeld aan de algemene kenmerken van een leerling. Bijvoorbeeld: deze leerling heeft behoefte aan extra instructie, veel herhaling en leert hoofdzakelijk via handelend bezig zijn. Deze behoeften zijn redelijk algemeen geldend. Dus: toepasbaar op een groot deel van de onderwijssituaties. Ook zijn ze gedurende langere tijd redelijk stabiel van aard. Een specifieke behoefte gaat meer de diepte in en is nadrukkelijk gekoppeld aan een doelstelling (of een set doelen). Stel, het doel is: beheersing van de begrippen meer/minder/evenveel. De specifieke onderwijsbehoefte is dan bijvoorbeeld dat een leerling behoefte heeft aan veel concrete voorbeelden waarin de leerkracht expliciet vragen stelt om de begrippen te oefenen. Daarnaast heeft de leerling behoefte aan het gelijktijdig uitvoeren van de vragen van de leerkracht met het bijbehorende materiaal.

2.2. Adaptief onderwijs

De 1-zorgroute werkt met zorgniveaus. Alle zorgniveaus zijn terug te vinden in het groepsoverzicht volgens de 1- zorgroute (de cyclus, zie blz 4).

We werken adaptief volgens de 1-zorgroute: kwalitatief onderwijs voor iedereen.

2.3. Communicatie met ouders

De communicatie met ouders over de zorg binnen de 1-zorgroute is een belangrijke factor. Binnen handelingsgericht werken is de ouder een gelijkwaardige partner. Bij uitstek is de ouder ervaringsdeskundige. Ouders worden op het moment dat het opstarten van een zorgtraject voor hun kind actueel is, expliciet bij dat zorgtraject betrokken. Bij gesprekken zit de ouder erbij als ervaringsdeskundige en wordt er gezamenlijk een plan gemaakt. Voor een aantal aspecten moeten de ouders (schriftelijk) toestemming geven zoals bij het bespreken van een kind met externe instanties, het opstellen van een handelingsplan, aanmelding bij een externe instantie zoals de schoolbegeleidingsdienst het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland (RPCZ) of de Permanente commissie Leerlingenzorg (PCL). Voor leerlingen met een rugzak – en of eigen leerlijn wordt een individueel handelingsplan opgesteld. In de toekomst wordt in het groepsplan het ontwikkelingsperspectief en de doelen en evaluaties van de acties beschreven. Voor het gemak spreken we hier nog over een handelingsplan. Een handelingsplan moet gezien worden als planmatig handelen dat gericht is op een individueel kind en waarbij afgeweken wordt van de reguliere lessen binnen de groep. Ouders moeten schriftelijk toestemming geven voor het gaan werken met een handelingsplan (lees: voor het bieden van speciale hulp door de school). Daarbij worden de ouders gewezen op recht van inzage in de handelingsplannen betreffende hun kind.

2.4. Algemene afspraken

De leerkracht is verantwoordelijk voor het groepsoverzicht en het groepsplan. Dit betekent dat in een groeps- en een leerling bespreking de leerkracht afspraken vastlegt in het groepsplan. De leerkracht communiceert in eerste instantie met ouders. In bijzondere gevallen is de ib. bij het gesprek (in onderling overleg). De ib. is verantwoordelijk voor de planning van groeps - en leerling besprekingen en andere besprekingen over zorg met externe professionals.

2.5. Zorgniveaus Zorgniveau 0= basisgroep

In zorgniveau 0 wordt een groepsoverzicht gemaakt door de leerkracht volgens de werkwijze van de 1–zorgroute.

Zorgniveau 1 = Incidentele zorg door eigen leerkracht

In zorgniveau 1 wordt n.a.v. het groepsoverzicht een groepsplan door de leerkracht gemaakt. Ieder groepsplan wordt structureel besproken in een groepsbespreking in een cyclus van 2 tot 4 keer per jaar. Het verschil tussen de niveaus 0 en 1 is dat in niveau 0 de zorg is gericht op de basisgroep terwijl in niveau 1 de aandacht is gericht op kinderen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling. De begeleiding in de groep wordt ook in niveau 1 door de eigen leerkracht geboden. De leerkracht beschrijft de onderwijsbehoefte in het groepsplan. Het gaat hierbij om extra didactische maar ook om pedagogische onderwijsbehoeften (motoriek, samenwerking, spel, werkhouding, druk gedrag, etc.).

Zorgniveau 2 = Interne zorg en externe consultatie

In zorgniveau

2

geeft de leerkracht aan dat de ondersteuning van de leerling in de subgroep 1 of 2 niet voldoende is, zoals uitgevoerd in de afgelopen periode volgens het groepsplan. Deze leerling wordt besproken in een leerling-bespreking. Naar aanleiding van deze leerling-bespreking wordt er al dan niet besloten tot: -didactisch/diagnostisch onderzoek door interne deskundigen -aanpassing onderwijsbehoefte in bestaande subgroep -inzet orthotheek materialen -externe consultatie Na een periode van 6-8 weken worden bovenstaande acties geëvalueerd en besloten of externe zorg ingeroepen moet worden. (zorgniveau 3) Belangrijke afspraken worden gecoördineerd door de ib. Voorwaarden: -de leerkracht en intern begeleider hebben goed inzicht in wat op school aanwezig is en hoe het materiaal gebruikt kan worden -de leerkracht kan door haar klassenmanagement en kennis van materialen de specifieke onderwijsbehoefte toepassen in het groepsplan

Zorgniveau 3 (categorie 2 leerling uit het zorgprofiel) = inroepen van externe zorg ) Voorwaarden:

-hulpvraag van de leerkracht moet helder zijn ( zijn er interventies nodig) -de ib. moet hulpvraag kunnen verantwoorden en vaststellen -op basis van de professionaliteit /deskundigheid van de leerkracht bepaalt de ib. of deze leerlingen geplaatst wordt in categorie 3 In zorgniveau 3 wordt externe zorg ingeroepen. Nadat de leerling besproken is in een leerling-bespreking wordt besloten of, en zo ja welke externe deskundige verder onderzoek gaat doen. Na dit onderzoek wordt besproken wat de leerling nodig heeft aan ‘extra ondersteuning’. Op schoolniveau wordt besloten welke plaats deze leerling krijgt binnen het groepsplan (extra groep). In het geval van gedragsproblematiek blijkt consultatie een adequaat middel te zijn. In een aantal gevallen zal besloten worden tot het volgen van een eigen leerlijn. De inhoud van deze leerlijn en de consequenties voor wat betreft het te verwachten eindniveau worden met de ouders besproken en vastgelegd.

Zorgniveau 4= externe zorg (uitvoerende fase)

In zorgniveau 4 wordt de ‘extra externe ondersteuning’ in gang gezet en wordt deze leerling met het nodige eigen aanbod geplaatst binnen de 1-zorgroute (extra groep). Na zorgniveau 3 dient de school een afweging te maken bijv. : eigen leerlijn /minimumdoelen, doubleren, diagnostiek cluster 4 rugzakindicatie nodig, verwijzing binnen samenwerkingsverband ander BAO of SBO enz.

Zorgniveau 5= verwijzing Speciaal Basis Onderwijs / Speciaal Onderwijs / andere basisschool / zorgarrangement / zorginstantie

In zorgniveau 5 wordt het proces van verwijzen vorm gegeven. Dit kan definitie of van tijdelijke aard zijn. Voor het overgrote deel van de kinderen in het samenwerkingsverband voldoen zorgniveau 1 t/m 4. Voor een aantal leerlingen is aanvullende zorg nodig. Dit noemen we zorgniveau 5.

Deel 3 De structuur van de zorg (elementen van de 1-zorgroute) 3.1. Handelingsgericht werken met groepsplannen

De kern van de 1-zorgroute bestaat uit handelingsgericht werken met groepsplannen. De leerkracht doet dat in de groep met behulp van twee instrumenten: groepsoverzichten en groepsplannen. De stappen die worden doorlopen zijn: 1) evalueren vorig groepsplan en verzamelen gegevens 2) selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 3) benoemen van specifieke onderwijsbehoeften 4) clusteren van leerlingen met gelijke specifieke onderwijsbehoeften 5) opstellen van het groepsplan 6) uitvoeren van het groepsplan De stappen 1 t/m 3 worden in het groepsoverzicht vermeld. De stappen 4 t/m 5 komen in het groepsplan terug. Dit plan bestaat uit: subgroepen, doelen, aanpak, organisatie en evaluatie. Het verschil met gangbare plannen is dat in de 1-zorgroute groepsplannen aansluitend aan elkaar zijn en dat alle leerlingen er een plek in hebben. Één leerling is óók een groepje binnen het groepsplan. Als het echt niet anders kan, wordt er een individueel plan opgesteld dat als aanhangsel aan het groepsplan wordt toegevoegd.

3.2. De groepsbespreking

Een groepsbespreking is het moment waarop leerkracht en ib. samen kijken naar de cyclus van HGW met groepsplannen. Per schooljaar wordt de cyclus meerdere keren doorlopen, afhankelijk van het vakgebied. De groepsbespreking draait om de hele groep, maar leerlingen worden al wel geselecteerd voor de leerling-bespreking. Tijdens een groepsbespreking worden de stappen van HGW systematisch doorlopen:

Stap 1: Evaluatie vorige groepsplan en verzamelen gegevens in het groepsoverzicht

- zijn de doelen behaald? ja / nee, wat is daarvan de oorzaak? - is de evaluatie aanleiding om straks nog andere kinderen te selecteren? - zijn de gegevens voldoende uitgebreid en gespecificeerd indien nodig?

Stap 2: Selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

- Welke aandachtspunten zijn voor de hele groep? - zijn de juiste leerlingen geselecteerd?

Stap 3: Benoemen van specifieke onderwijsbehoeften

- zijn de onderwijsbehoeften voldoende specifiek benoemd? - zijn de onderwijsbehoeften in relatie tot de doelen benoemd?

Stap 4: Clustering van leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften

- welke leerlingen worden geclusterd op grond van welke doelen/welke aanpak? - komt de clustering in voldoende mate tegemoet aan alle onderwijsbehoeften?

Stap 5: Opstellen van het groepsplan

- hoe worden de doelen per subgroep geformuleerd? - wat is de aanpak van elke subgroep? - hoe is de organisatie van de aanpak? - hoe worden de doelen geëvalueerd? De groepsbespreking kent een heldere rolverdeling: de internbegeleider is verantwoordelijk

voor een goede begeleiding aan de leerkracht. Zij komt hiermee nadrukkelijk in de rol van coach. De leerkracht is verantwoordelijk voor een goede uitvoering. Aan het einde van de groepsbespreking maakt de leerkracht zijn groepsplan af en begint met de uitvoering ervan. De ib. voert een klassenconsultatie uit om de leerkracht feedback te geven op de uitvoering van zijn groepsplan.

3.3. De leerling-bespreking

Bij de leerling-bespreking staat het individu centraal, de leerling dus. Deze wordt aangemeld door de leerkracht met een duidelijke hulpvraag en voorzien van belangrijke informatie Grofweg zijn er vier redenen om een leerling aan te melden in de leerling-bespreking: 1.de onderwijsbehoeften zijn niet helder (didactische reden op school); 2. de onderwijsaanpak kan niet worden vormgegeven (organisatorische reden op school); 3.er zijn vermoedens van een stoornis (pedagogische reden op school); 4.er zijn vermoedens van problemen in de thuis- of buurtsituatie (pedagogische reden thuis). De vragen 3 en 4 zijn meer 'verwijzingsvragen'. Tijdens de leerling-bespreking wordt gekeken welke strategie bewandeld moet worden om de vermoedens te bevestigen of te ontkrachten. Er kan besproken worden welke opties en welke argumenten in een oudergesprek moeten en kunnen worden ingebracht. De vragen 1 en 2 zijn het meest dynamisch en sterk handelingsgericht. Het zijn namelijk vragen waarvoor binnen de leerling-bespreking een antwoord kan worden gevonden. Dat antwoord wordt gevonden door in te zoomen op beschermende en belemmerende factoren in de leerling, de groep, de leerkracht en het gezin. Als vanuit het totaalbeeld een heldere doelstelling wordt geformuleerd is dit de richting van waaruit de onderwijsbehoeften worden bepaald. De beschermende en belemmerende factoren zijn ook van belang bij het vaststellen van de (on)mogelijkheden van een hierbij passende onderwijsaanpak. Blijven er nog vragen, dan kan worden besloten om bij blijvende onduidelijkheid de orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst te consulteren en of diagnostiek te plegen. Dit kan binnen de school plaatsvinden in de HGPD begeleiding, maar ook daarbuiten. Bij blijvende problemen bij het vormgeven van de onderwijsaanpak kan begeleiding/ consultatie van de schoolbegeleidingsdienst of andere externe deskundige worden ingeroepen. Diagnostiek en begeleiding zijn handelingsgericht, dat wil zeggen: gericht op oplossingen waarmee de leerkracht en de ouders verder kunnen.

3.4. De klassenconsultatie

Een klassenconsultatie heeft tot doel om de leerkracht te professionaliseren in het aansturen van de onderwijsleerprocessen in zijn groep. Binnen de 1-zorgroute staat het werken met groepsplannen centraal. Hierin is onder andere vastgelegd hoe de leerkracht differentieert, hoe hij omgaat met de diverse onderwijsbehoeften in zijn groep en hoe hij dat organiseert. Het plan is dus de basis van het handelen van de leerkracht. De klassenconsultaties worden gesystematiseerd door de observatiepunten vast te leggen in een observatielijst. Vaak bevat deze lijst nog meer punten dan alleen het omgaan met het groepsplan. Zo kunnen er ook afspraken betreffende de wijze van instructie geven in worden opgenomen of de manier waarop het zelfstandig werken moet worden vormgegeven. Kortom: schoolafspraken over hoe de onderwijsleerprocessen in de groep moeten zijn, worden hierin opgenomen. Ook kan er worden gekeken naar de betrokkenheid van leerlingen. Per slot van rekening is het zo dat als de onderwijsbehoeften en de onderwijsaanpak goed bij elkaar aansluiten dit zou moeten leiden tot een grotere betrokkenheid van alle leerlingen.

3.5. Leerlingvolgsysteem

Het leerlingvolgsysteem is een concreet hulpmiddel voor leerling- en schoolevaluatie. Het bestaat uit een samenhangend geheel van gestandaardiseerde toetsen op gebied van lezen, rekenen en spellen. De resultaten van deze toetsen worden verzameld met behulp van het digitale leerlingvolgsysteem Parnassys. Ook voor wat betreft de sociaal emotionele ontwikkeling wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd. In de groepen 1 t/m 8 wordt de gedragsontwikkeling gevolgd met het leerlingvolgsysteem ZIEN; in de groepen 1 en 2 hanteren we daarnaast de registratielijsten van KIJK.

Het leerlingvolgsysteem is bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voortgangscontrole door de leerkracht van de leerlingen. Doorgaans twee keer per jaar kan per ontwikkelingsgebied vastgesteld worden: - of de leerlingen voldoende vooruitgang boeken - of de leerstof op het niveau van de leerling is afgestemd - welke leerlingen extra hulp nodig hebben - of er aanwijzingen zijn voor verbetering van het onderwijsgedrag - welke onderdelen van het onderwijsprogramma voor verbetering in aanmerking komen.

3.6. Methode onafhankelijke toetsen

: zie schoolgids

3.7. Toets momenten

Deze zijn vastgelegd in de toetskalender van onze school. De ib. maakt de toetsplanning. De groepsleerkrachten nemen de toetsen af, bespreken de resultaten in de groeps- en/of leerling-bespreking met de ib. en registeren de resultaten in het leerlingvolgsysteem.

Deel 4 Protocollen en zorgarrangementen

4.1. Doorstroming naar een volgende groep

Dit stuk geeft informatie over: -de vastgestelde richtlijnen die wij gebruiken bij verplaatsingsbesluiten (‘over gaan’ en ‘zitten blijven’). -de afspraken van de te volgen procedure bij verplaatsingsbesluiten. Richtlijnen groep 1 -De ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden, zoals in de ontwikkelings registratielijsten van KIJK ingevuld is verlopen minimaal een C. leeftijdsadequaat. -De CITO resultaten (rekenen en taal voor kleuters) zijn ten minste voldoende. De score is -We maken een uitzondering bij kinderen die een verlengde kleuter periode doorgemaakt hebben. Bij deze kinderen wordt 1 jaar van de werkelijke leeftijd afgetrokken bij de beoordeling of de ontwikkeling leeftijdsadequaat verloopt. Procedure groep 1 -Een kind waarvan uit de KIJK- lijst blijkt dat de ontwikkeling niet leeftijdsadequaat verloopt, wordt besproken in de groepsbespreking en/of leerling bespreking met de ib. Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld. -Binnen 2 weken na het gesprek informeert de leerkracht van het betreffende kind de ouders over de ontwikkeling van het kind en het plan van aanpak.

-In Januari wordt het kind weer besproken in de groepsbesprekingen/of leerling-bespreking met de ib. en ook in de voortgangsbespreking met het team. De KIJK-lijst is ingevuld en de CITO- scores zijn bekend tijdens de bespreking. Aan de hand van de scores wordt het plan van aanpak (al dan niet vernieuwd) voortgezet. De leerkracht zal de ouders hiervan op de hoogte stellen. Verder zal de leerkracht de ouders binnen 2 weken vertellen dat in mei bekeken zal worden aan de hand van de KIJK-lijst welk advies de school geeft t.a.v. doorstroming naar de volgende groep. Richtlijnen groep 2 -De ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden, zoals in de ontwikkelings registratielijsten van KIJK ingevuld is, verloopt leeftijdsadequaat. -De CITO resultaten ( rekenen en taal voor kleuters) zijn ten minsten voldoende. De score is minimaal een C. -Het ingevulde groep-3-rijpheidsprotocol van PRAVOO laat een score zien, waaruit blijkt dat langer in groep 2 blijven nadelig is. -We maken een uitzondering bij kinderen die een verlengde kleuterperiode doorgemaakt hebben. Bij deze kinderen wordt 1 jaar van de werkelijke leeftijd afgetrokken bij de beoordeling of de ontwikkeling leeftijdsadequaat verloopt. Procedure groep 2 -Een kind waarvan uit de KIJK- lijst blijkt dat de ontwikkeling niet leeftijdsadequaat verloopt, wordt besproken in de groepsbesprekingen/of leerling bespreking met de ib. Vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld. -Binnen 2 weken na het gesprek informeert de leerkracht van het betreffende kind, de ouders over de ontwikkeling van het kind en het plan van aanpak. -In Januari wordt het kind weer besproken in de groepsbesprekingen/of leerling-bespreking met de ib. en in de voortgangsbespreking met het team. De KIJK-lijst is ingevuld en de CITO- scores zijn bekend tijdens de bespreking. Aan de hand van de scores wordt het plan van aanpak (al dan niet vernieuwd) voortgezet. De leerkracht zal de ouders binnen 2 weken hiervan op de hoogte stellen. De leerkracht vertelt de ouders dat in mei aan de hand van het groep –3-rijpheidsprotocol van PRAVOO (dat de leerkracht invult) en de KIJK- lijst bekeken zal worden welk advies de school geeft t.a.v. doorstroming naar de volgende groep. Richtlijnen groep 3 t/m 8 -De ontwikkeling van het kind op verschillende gebieden, zoals in het sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem ingevuld is, verloopt leeftijdsadequaat. -De CITO resultaten ( zie toetskalender ) zijn ten minsten voldoende. (minimaal C- score) -De Leestoets resultaten zijn ten minste voldoende (zie minimum doelen technisch lezen). -De resultaten van alle vakgebieden en de werkhouding zijn voldoende. We hanteren hiervoor de handleidingen en toetsen van de gebruikte methodes. -Bij de beoordeling of de ontwikkeling leeftijdsadequaat verloopt maken een uitzondering bij kinderen die een verlengde kleuter periode doorgemaakt hebben of een jaar gedoubleerd hebben. Bij deze kinderen wordt 1 jaar van de werkelijke leeftijd afgetrokken. Procedure groep 3 t/m 8 -Een kind waarvan uit registratieformulieren van gebruikte methodes blijkt dat de ontwikkeling niet leeftijdsadequaat ( onder of boven verwachting ) verloopt, wordt besproken in de groepsbespreking en/of leerling-bespreking met de ib-er voor een plan van aanpak. -Binnen 2 weken na het gesprek informeert de leerkracht de ouders over de ontwikkeling van het kind en het plan van aanpak.

-In Januari wordt het kind weer besproken in de groepsbespreking en/of leerling-bespreking met de ib. en in de voortgangsbespreking met het team. Zowel de ingevulde formulieren voor de voortgangsbespreking als CITO- scores zijn bekend tijdens de bespreking. Als de scores onvoldoende zijn of zeer goed, wordt het plan van aanpak (al dan niet vernieuwd) voortgezet. De leerkracht zal de ouders binnen 2 weken hiervan op de hoogte stellen. De leerkracht vertelt de ouders dat in mei bekeken wordt welk advies de school geeft ten aanzien van doorstroming naar de volgende groep.

4.2.(Hoog) Begaafde leerlingen

Ons uitgangspunt is dat een kind lekker in zijn vel moet zitten. Dat houdt in dat een kind zich veilig voelt, vertrouwen in zichzelf en anderen heeft, een positief zelfbeeld heeft en sociale contacten kan opbouwen en onderhouden. Belangrijk is dat zowel ingespeeld moet worden op sociaal-emotionele factoren (indien dat nodig is) als op leerstofinhoudelijk gebied. Signaleren/ Diagnosticeren Naast de wijze van signalering op onze school beschreven in deel 2, gebruiken we het volgende observatie instrument: SiDi R, Protocol voor signalering en diagnosticeren van intelligente en (hoog) begaafde kinderen in het primair onderwijs. We kiezen allereerst voor compacten en verrijken, bij uitzondering kunnen we na overleg met de ib. en/of externe adviezen kiezen voor versnellen van de leerstof. In een groepsbespreking en/of leerling-bespreking worden afspraken gemaakt over de begeleiding. Bij het compacten en verrijken van de rekenlessen maken we gebruik van het Stichting leerplanontwikkeling (SLO) Compacting programma. Daarnaast werken we op onze school met een plusklas. De kinderen in deze groep werken met de Pittige Plustorens. Zie voor meer informatie de schoolgids. We leggen vast welke verrijkingsactiviteiten er in de groepen gebruikt kunnen worden. Een bijlage met aanwezig verrijkingsmateriaal is op school aanwezig.

4.3. Dyslexie

In dit protocol is vastgelegd hoe op onze school lees- en spellingonderwijs wordt gerealiseerd, hoe leerlingen in hun lees- en spellingontwikkeling worden gevolgd en welke interventies ingezet kunnen worden. Daarnaast geven we aan hoe we de begeleiding van leerlingen vastleggen en hoe de communicatie met ouders verloopt. Ten slotte noemen we procedures die school hanteert. Voor een optimale begeleiding van leerlingen met lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie en voor de onderkenning van dyslexie is het van groot belang dat er een dossier is met daarin de overzichten van de afgenomen toetsen, de gepleegde interventies en de eventuele aanpassingen in het onderwijs. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor het lezen, bijhouden en aanvullen van het leerling-dossier met alle relevante toets- en interventiegegevens. De kinderen met een dyslexieverklaring kunnen dispensatie/ compensatie krijgen (het kan gaan om vergroten van teksten, minder leerstof maken, tijdverlenging, mondeling taal maken, duo lezen of voorlezen met allerlei vakken, gebruik van laptop en bv. spellingcontrole bij stelopdrachten, spelfouten bij andere vakken niet aanstrepen, werk

kopiëren zodat weinig tijd verloren gaat met overschrijven). De begeleiding van kinderen die zwak zijn met lezen en/of spelling, maar geen dyslexie verklaring hebben, wordt in een groepsbespreking en/of in een leerlingenbespreking bekeken. Van de uitkomsten van deze bespreking wordt een verslag gemaakt. Het betrekken van de leerling en ouders bij het maken van een plan en het inzetten van een interventieprogramma zijn belangrijk. Bevindingen en het plan worden vastgelegd in het groepsoverzicht en groepsplan.

Groepen 1 en 2

Het onderwijs in geletterdheid begint in de kleutergroep. We gebruiken de methode Leeshuis. Door het aanbieden van allerlei boeken en door het geven van opdrachtjes met boeken aan de kinderen, stimuleren we lees- en kijk plezier. De ontwikkeling op het gebied van de geletterdheid volgen we met behulp van het observatie en registratiesysteem KIJK en Cito Taal voor kleuters M1 en M2. Op grond van de observatiegegevens van de Kijk-lijst organiseert de leerkracht in groep 1-2 de specifieke activiteiten voor de kinderen. Naast diverse lessen lees-taalontwikkeling in de kring krijgen de kinderen minimaal 1 keer per week een specifieke opdracht aangeboden met betrekking tot beginnende geletterdheid. Maandelijks komt elk kind aan de beurt om te werken met de Meervoudige Intelligentie (M.I.) kist Taalknap.

Mogelijke remediërende materialen/ interventies ten aanzien van beginnende geletterdheid in groep 1 en 2:

Inzetten interventies uit het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor de groepen 1 en 2 Inzetten van de interventie ‘de voorschotbenadering’ Braams, T. & Smits, A. (2006)

Dyslectische kinderen leren lezen.

Amsterdam: Boom. Materiaal van de methode “De Schatkist” Materiaal van de methode “Leeshuis” Materiaal van de methode “de Leeslijn” Basboeken en Basplaten. Logo-Art map. Computerprogramma Schatkast. Prentenboeken Voorleesboeken Diverse materialen met letters

Groep 3

Lezen: In groep 3 werken we met de methode Leeshuis. We werken conform de aanwijzingen in de handleiding. Daarnaast plannen we tijd in voor zelfstandig lezen, duo lezen en/ of tutor lezen. Bij dit alles verzorgt de leerkracht een miniles, waarbij boekpromotie centraal staat. De kinderen kiezen boeken uit de klassenbibliotheek of de bibliotheek bus. Voor de afname van de methode gebonden toetsen hebben we afspraken gemaakt beschreven in het Kwaliteitshandboek Bergpadschool. Daarnaast toetsen we in groep 3 met de herfstsignalering van Leeshuis, AVI en Cito DMT en Cito woordenschat. Er zijn in groep 3 vier meetmomenten.

Spelling: In groep 3 werken we met de methode Leeshuis, conform de aanwijzingen in de handleiding. Aan het eind van groep 3 toetsen we met het P.I. dictee.

Mogelijke remediërende materialen/ interventies ten aanzien van lezen in groep 3:

Inzetten interventies uit Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 3 ‘Connect Vloeiend lezen’. Braams, T. & Smits, A. (2006) Amsterdam: Boom. Wisselrijen Flitskaarten Lettergroeplezen

Dyslectische kinderen leren lezen.

Materiaal van de methode Leeshuis. Materiaal van de methode de Leeslijn. Diverse computerprogramma ’s Inzetten van de interventie ‘Connect Klanken en Letters’ , ‘ Çonnect woordherkenning’ en Op verschillende manieren oefenen: Visueel, Auditief, Kinetisch en Tactiel (VAKT)

Groep 4 t/m 8

Lezen: In groep 4 werken we met de methode Leeshuis. In de groepen 5 t/m 8 werken we met de methode Estafette. We werken conform de aanwijzingen in de handleiding. Daarnaast plannen we tijd in voor zelfstandig lezen, duo lezen en/ of tutor lezen. Bij dit alles verzorgt de leerkracht een miniles, waarbij boekpromotie centraal staat. De kinderen kiezen boeken uit de klassenbibliotheek of bij de bibliotheek bus. Vanaf groep 6 houdt elk kind een boekbespreking over een boek dat het thuis gelezen heeft. We toetsen in deze groepen met AVI, Cito DMT, Cito Luisteren, Cito Begrijpend lezen, Cito Entreetoets groep 6 en 7. Spelling : In de groepen 4 t/m 8 werken we met de methode Taaljournaal. We werken conform de aanwijzingen in de handleiding. In groep 4 toetsen we met het P.I. dictee (zie toets kalender). In de groepen 5 t/m 8 toetsen we met Cito Spellingvaardigheid, Cito Entreetoets groep 6 en 7 (zie toets kalender). De ib. neemt bij kinderen met onvoldoende spellingvaardigheid het P.I. dictee af.

Mogelijke remediërende materialen/ interventies ten aanzien van lezen en spelling in groep 4 t/m 8:

We hebben voor de groepen 4 t/m 8 afspraken gemaakt over interventies voor kinderen die de spelling onvoldoende beheersen. Deze zijn beschreven in ons Kwaliteitshandboek. Inzetten van interventies uit Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor de groepen 5 t/m 8 Inzetten van de interventie ‘Connect Vloeiend lezen’ of ‘lezen op de wijze van Ralfi’. Braams, T. & Smits, A. (2006)

Dyslectische kinderen leren lezen.

Amsterdam: Boom. Materiaal van de methode Estafette Materiaal van de methode Taalactief Map Speciale leesbegeleiding van Luc Koning Pravoo: techniek map lezen - Luc koning

Lettergroeplezen Eerst goed, dan Snel Wisselrijen Flitskaarten Diverse computerprogramma’s Spelling in de Lift vergroting spelling bewustzijn, toepassen spellingstrategieën en visuele zelfcontrole Opletkaartjes Wanneer het plan van aanpak niet voldoende oplevert en aan de voorwaarden voldaan wordt zoals beschreven in het masterplan dyslexie, kan de ib. na toestemming van ouders de schoolbegeleidingsdienst consulteren over de mogelijkheid van een dyslexie onderzoek. Ouders vragen zelf het onderzoek aan via hun ziektekostenverzekeraar, in overleg met de school. De school levert hiervoor het onderwijskundig rapport aan. Vanaf 1 januari 2009 worden de diagnostiek en de behandeling van ernstige dyslexie vanuit het basispakket van de zorgverzekering vergoed. De vergoedingsregel wordt stapsgewijs ingevoerd in de periode t/m 2013(2009 7 of 8 jaar 2010 7, 8 of 9 jaar 2011 7 t/m 10 jaar 2012 7 t/ 11 jaar 2013 7 jaar of ouder). De vergoede zorg geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere (leer) stoornissen. Is dat wel het geval, dan hebben deze leerlingen uiteraard recht op goede zorg, maar niet op de vergoede zorg in het kader van deze regeling. Als ouders aanspraak willen maken op vergoeding van diagnostiek en behandeling moet de school het leerling dossier leveren waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd. Meer informatie hierover is te vinden op www.masterplandyslexie.nl

Daarnaast is er op 20 april 2006 door de scholen voor Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) op Walcheren een dyslexieconvenant afgesloten. Hierin wordt de doorgaande lijn en de warme overdracht voor leerlingen met dyslexie en ernstige lees- en spellingproblemen geregeld. Door de Stuur- en Werkgroep Dyslexie Walcheren, bestaande uit docenten uit VO en leerkrachten uit PO, is gewerkt aan de verdere implementatie van dit convenant. Naar aanleiding van de bevindingen van deze werkgroep is er een nieuwsbrief samengesteld. Meer informatie hierover is te vinden op www.cswalcheren.nl

4.4. Handelingsgerichte Proces Diagnostiek (HGPD)

leerlingbegeleiding via deze vorm. De schoolbegeleidingsdienst het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland (RPCZ) verzorgt In overleg met ouders kan gekozen worden voor deze externe begeleiding. Ouders dienen daarvoor eerst hun toestemming te geven door het ondertekenen van een formulier. Er wordt gewerkt met een digitaal HGPD formulier, wat de basis vormt voor het gesprek. Tevens dient het als verslaglegging van het actieplan en de voortgang evaluatie. Het formulier wordt ingevuld door de leerkracht en/ of de ib. en geeft overzicht en inzicht in de vraag over de leerling en de verwachting van de leerkracht. Tijdens het gesprek worden er kansen en handreikingen besproken en er worden afspraken en doelen gemaakt voor een korte periode ( 4 a 5 weken ). De volgende HGPD bespreking is er een voortgang evaluatie. In deze benadering wordt systematisch naar het probleem en mogelijke oplossingen gekeken. Gelet wordt op: leerling kenmerken, omgevingskenmerken binnen de school en omgevingskenmerken buiten de school. Bij deze drie kenmerken wordt ingezoomd op belemmeringen, maar vooral ook op de

mogelijkheden en de kansen om tot oplossingen te komen. HGPD daagt de leerkracht, de internbegeleider en de ouders uit om samen te zoeken naar kansen. Deze kansen worden gebruikt om handelingsmogelijkheden binnen de schoolsituatie, thuissituatie en vrije tijd op te stellen. Op school leidt dit tot alternatief handelen van leerkracht en leerling. Het gesprek resulteert altijd in concrete afspraken voor de komende periode.

4. 5. Passend Onderwijs

Op 1 augustus 2014 gaat het nieuwe samenwerkingsverband voor Passend Onderwijs op Walcheren van start. Samenwerkingsverband Kind op 1 heeft vanaf augustus 2014 de taak passend onderwijs te organiseren voor leerlingen in het primair onderwijs in Walcheren. Het samenwerkingsverband bestaat uit 10 schoolbesturen in Walcheren die primair onderwijs verzorgen aan ruim 8.000 leerlingen. Het gaat om reguliere scholen, scholen voor speciaal onderwijs en een school voor speciaal basisonderwijs. Op deze website kunt u de laatste informatie vinden over de voorbereidingen: www.swvkindop1.nl

Meer informatie over de verschillende clusters, aanmeldingsprocedures en Ambulante Begeleiding is te vinden op: www.speciaalonderwijs.kennisnet.nl

We hebben te maken met de volgende 4 clusters: Cluster 1/ Regionale Expertise Centrum (REC) 1: visueel gehandicapten en blinde kinderen Cluster 2/ REC 2: slechthorende kinderen, kinderen met ernstige taal/spraakmoeilijkheden en auditief gehandicapte en dove kinderen Cluster 3/ REC 3: meervoudig gehandicapte kinderen, langdurig zieke kinderen, lichamelijk gehandicapte kinderen, verstandelijk gehandicapte kinderen Cluster 4/ REC 4: kinderen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen en psychiatrische problematiek We vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met verschillen. Een kind met een handicap moet voor zover dat mogelijk is, niet in een uitzonderingspositie komen. In de teamvergadering wordt besproken of een kind geplaatst kan worden. We streven ernaar dat het hele schoolteam achter dit besluit staat. We zijn ons er van bewust dat niet ieder kind met een handicap geplaatst kan worden. Iedere aanvraag zal goed bekeken en afgewogen worden. Voorwaarden voor kinderen met een handicap om op de Bergpadschool geplaatst te kunnen worden zijn: -Er moet een goed contact zijn met de ouders/verzorgers. Zij zijn bereid medewerking te verlenen bij activiteiten waarbij begeleiding van een volwassene gewenst/noodzakelijk is c.q. mee te werken bij het vinden/verzorgen van deze begeleiding (denk bv. aan een activiteit als bewegingsonderwijs). -Het kind komt in aanmerking voor ambulante begeleiding. -Het kind is zelfstandig/zelfredzaam. -Het kind is ‘leerbaar’. -Het kind kan in de groep op een zinnige manier aan het werk. -Het kind is aanspreekbaar. -Het kind is geen gevaar voor zichzelf of een ander. -Het kind moet zich gelukkig kunnen voelen op school.

-De groep waar het kind geplaatst wordt moet dit aankunnen. -De kwaliteit van de begeleiding is gewaarborgd. -Met betrekking tot zaken als persoonlijke hygiëne, zindelijkheid en toediening medicatie zijn werkbare oplossingen gevonden. -Er worden haalbare doelen gesteld. Deze doelen worden regelmatig geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Op grond van deze evaluaties worden besluiten genomen t.a.v. de schoolcarrière van het kind.

4.6. Langdurig zieke kinderen:

Zie schoolgids

4.7. Aanmelding Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)

De PCL is een onafhankelijke commissie die onder de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband Walcheren valt. Zoals genoemd is in hoofdstuk 2.5. kan het voorkomen dat een kind extra aanvullende zorg nodig heeft (zorgniveau 5). Als na overleg met ouders en de schoolbegeleidingsdienst blijkt dat een kind niet meer effectief begeleid kan worden in het regulier basisonderwijs, kan overwogen worden om dit kind aan te melden bij de PCL voor het verkrijgen van een toelaatbaarheid beschikking voor het Speciaal Basis Onderwijs. Een PCL kan pas wat ondernemen wanneer de ouders toestemming hebben gegeven. De schriftelijke beslissing van de PCL wordt een beschikking genoemd. Een beschikking kan een bepaald advies van (be)handeling zijn, een advies om een andere basisschool te kiezen of een advies Speciaal Basis Onderwijs. Bij de beschikking Speciaal Basis Onderwijs, kunnen de ouders overgegaan tot aanmelding bij een school voor SBO op Walcheren. Het kan ook voorkomen dat PCL wordt ingeschakeld als het gaat om leerlingen die naar het Voortgezet Onderwijs (VO) gaan .Om in het VO extra hulp voor een kind te kunnen realiseren, kan door de school voor VO een indicatie voor LWOO of Praktijk Onderwijs worden aangevraagd. Signaleren van leerlingen die behoefte hebben aan deze hulp gebeurt al op de basisschool. Binnen het Samenwerkingsverband VO is de afspraak gemaakt dat leerlingen die op de Cito Eindtoets 523 of lager scoren verplicht zijn deel te nemen aan het hieronder beschreven traject. Meer informatie hierover is te vinden op www.pclswvo.nl

4.8.School Maatschappelijk Werk (SMW): zie schoolgids

Deel 5. Taken Intern Begeleider De begeleidende taken:

Leiden van de groepsbesprekingen en de leerling-besprekingen Verslag maken van deze besprekingen en dit inbrengen in de vergadering Aandachtspunten formuleren voor de begeleiding van een leerling binnen de groep Observatie van kinderen Nader onderzoek verrichten naar de gesignaleerde problemen van een kind, na overleg met de betrokken groepsleerkracht Remediërend materiaal aandragen voor gebruik in de groepen Contacten met externe betrokkenen onderhouden (samen met betrokken groepsleerkracht) Aanleveren van het onderwijskundig rapport voor de (door de ouders) aanvraag van een

dyslexieonderzoek en of ondersteuning vanuit het zorgcommissie/PCL Klassenconsultaties uitvoeren Coachen en begeleiden van de leerkrachten Ondersteuning bij het voeren van oudergesprekken Samenwerkingsverband Kind op 1 Netwerkbijeenkomsten WSNS bijwonen en de teamvergadering hierover informeren Aanmelding/terugmelding formulieren invullen samen met de groepsleerkracht, voor de

De coördinerende taken:

Bewaken van de voortgang van de leerlingenzorg Goede dossiervorming bewaken: afspraken maken over de inhoud van de groepsmappen groepshandelingsplannen, verslagen en het leerlingvolgsysteem in Parnassys De contacten met ouders van leerlingen die individueel begeleidt worden, samen met de groepsleerkracht bewaken Opstellen van de toetskalender Bewaken van het toetsen, observeren en registreren binnen de groepen en waar nodig actie ondernemen Zich op de hoogte houden van signalerend, diagnosticerend en remediërend materiaal en voorstellen doen naar de teamvergadering t.a.v. de aanschaf en gebruik ervan Zorg dragen voor deze, op school aanwezige materialen (Orthotheek ) Opstellen van zorgplan Het coördineren en begeleiden van de HGPD Het coördineren en begeleiden van kinderen met dyslexie en of van kinderen met extra ondersteuning Het coördineren van het spreekuur van SMW bij ons op school.