Inkoopbeleid Geboortecentra 2015 (pdf)

Download Report

Transcript Inkoopbeleid Geboortecentra 2015 (pdf)

Inkoopbeleid Geboortecentra 2015
De geboortecentra worden gecontracteerd op basis van de beleidsregel geboortecentra, onderdeel van de beleidsregel verloskunde BR/CU
– 7077. Binnen enkele jaren wil Achmea dat de geboortecentra, als onderdeel van de keten geboortezorg, zijn opgenomen in het integrale
tarief. Geboortecentra contracteren wij dan ook alleen voor 2015, indien deze aantoonbaar uiterlijk 1 januari 2018 onderdeel zullen zijn van
de regionale, integrale geboortezorgketen. Deze ontwikkeling dient aangetoond te worden in een volledig businessplan inclusief
ontwikkelplan 2015, zie bijlage 3.
Instapvoorwaarden
Het geboortecentrum kan een contract met Achmea 2015 afsluiten als aan onderstaande instapvoorwaarden wordt voldaan:
• Businessplan / ontwikkelplan 1 januari 2015 – 1 januari 2018;
• Geboortecentrum heeft een droge verbinding met de afdeling obstetrie/verloskunde of is geïntegreerd in de medische verloskamers
van het ziekenhuis;
• Acute verloskunde zit in het profiel van het ziekenhuis waarin het geboortecentrum is geïntegreerd;
• Geboortecentrum is onderdeel van een VSV dat functioneert op minimaal niveau 1 (CPZ-lijst);
• Geboortecentrum heeft schriftelijke afspraken binnen het VSV over onder andere:
- Parallelle acties bij een onverhoopte spoedbevalling in geboortecentrum
- Calamiteiten in geboortecentrum tijdens de kraamtijd
- Geboortecentrum heeft transmurale afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen:
1) NVO
2) Sociale Indicatie (B-D)
3) ketenprotocol “omgaan met pijn”
• De zorgverleners die werken in het geboortecentrum nemen deel aan Perinatale Registratie Nederland (PRN) en Perinatale Audit
Nederland (PAN);
• Geboortecentrum draagt zorg voor één-op-één begeleiding tijdens de bevalling (conform kwaliteitskader vervroegde inzet);
• Het geboortecentrum registreert de redenen van durante partu verwijzingen en maakt afspraken met het ziekenhuis over het verlagen
van het percentage vermijdbare verwijzingen;
• Geboortecentrum stelt data beschikbaar om de evaluatie uit te voeren aan de hand van het Basisdocument evaluatie geboortecentra
(bijlage 2);
• Het Geboortecentrum stelt data beschikbaar om de resultaatafspraken te monitoren aan de hand van het Basisdocument resultaten
geboortecentra (bijlage 1);
• Indien een integraal digitaal zorgdossier beschikbaar is, wordt dit dossier gebruikt;
• Zorgverleners die gebruikmaken van het geboortecentrum maken gebruik van een geboorteplan;
• Geboortecentrum heeft een ontwikkelplan ‘ketenvorming’ (bijlage 3).
Om voor een contract voor 2015 in aanmerking te komen toont het geboortecentrum met een ontwikkelplan 2015 aan dat het op zo kort
mogelijke termijn onderdeel is van de regionale keten van geboortezorg. In het ontwikkelplan staan tenminste de volgende onderwerpen
beschreven:
• Doelstellingen inclusief tijdspad voor verdere ketenontwikkeling, die zijn afgestemd binnen het VSV;
• Doelstellingen zijn uitgewerkt in resultaatafspraken (zie kopje resultaatsafspraken).
Het ontwikkelplan dient voor 1 oktober 2014 beschikbaar te zijn.
Resultaatafspraken
Het geboortecentrum en Achmea maken heldere, meetbare resultaatafspraken op maat waarbij het geboortecentrum verantwoordelijk is
voor de inhoud en invulling van kwaliteit en voor de resultaatmeting (zie bijlage 1). De afspraken bevorderen kwaliteit en doelmatigheid
van de geboortezorg vanuit verschillende invalshoeken (perspectief cliënt, perspectief integrale zorg, perspectief doelmatigheid en
uitkomsten van zorg).
180100453 (C)
De resultaatsafspraken worden samen met de relatiemanager geboortezorg vastgesteld voor 1 april 2015. Resultaat-gerelateerde afspraken
brengen met zich mee dat ze na afloop van Q3 2015 en na evaluatie bekend is wat het tarief wordt en van toepassing is 2016.
Het maximaal te vergoeden tarief door Achmea is gelijk aan tarief 2015 + indexering.
Bij een negatieve evaluatie zal het maximaal te vergoeden tarief verminderd worden met 3%.
Doelstellingen 2015
Onderstaande doelstellingen dienen in 2015 gerealiseerd te zijn en worden instapvoorwaarden voor het contract 2016:
• Klantgegevens worden digitaal naar overige VSV-partners verstuurd door middel van digitale gegevensoverdracht, bijvoorbeeld via
Zorgmail/PWD, per 1 januari 2016. De VSV-partners hebben schriftelijke afspraken over eenduidige gegevensoverdracht en werken
volgens deze afspraken;
• Het geboortecentrum heeft transmurale afspraken gemaakt over de volgende onderwerpen:
1) > 24u <48u gebroken vliezen
2) BMI > 40
• VSV functioneert minimaal op niveau 2 (CPZ-lijst);
• Het VSV bespreekt met Achmea spiegelinformatie op de keten en uitkomstindicator Adverse Outcome Index. Indien nodig maakt
het VSV hierover verbeterafspraken;
• De zorgverleners die werken in het geboortecentrum zorgen voor vroegsignalering, zowel medisch als sociaaleconomisch met behulp
van R4U of ALphaNL.
Voorwaarden ligdagen in het geboortecentrum
Voor het leveren van ligdagen in het geboortecentrum zijn samenwerkingsafspraken gemaakt:
• met kraamcentra in het betreffende werkgebied:
- Inzet kraamzorguren conform van het LIP;
- (Digitaal)uitwisselen van gegevens van de intake;
- Informatie aan de klant over de effecten van ligdagen op de aanspraak van kraamzorguren (LIP);
- Specifieke aandacht voor het optimaliseren van de zelfredzaamheid (tenminste zelfstandig voeden, wassen en verzorgen) tijdens
de ligdagen;
- (Digitale) gegevensoverdracht van geboortecentrum naar thuiskraamzorg.
• Geboortecentrum heeft geprotocolleerde afspraken met verloskundigen over observatie door de kraamverzorgende met betrekking
tot vroeg signalering, geboortegewicht en borstvoeding;
• Het gebruikte zorgdossier is afgestemd met alle actieve partners in de keten;
Er is 7x 24 uur per dag een gediplomeerde Kraamverzorgende in het Geboortecentrum beschikbaar.
Het aantal ligdagen is gemaximeerd tot 4 dagen per klant. Integratie van het kind in het gezin in de thuissituatie is van groot belang.
Na de ligdagen moet er daarom thuiskraamzorg mogelijk blijven voor de resterende geïndiceerde kraamzorguren.
Voorwaarden Ligdag Plus
Een ligdag-plus bevat intensieve kraamzorg in een geboortecentrum plus extra zorg gelieerd aan een Perinatologisch Centrum conform
‘Planningsbesluit bijzondere perinatologische zorg’ voor een OHC kraamvrouw en haar partner en eventuele kinderen.
Voor het aanbieden van een ligdag-plus in het geboortecentrum zijn er samenwerkingsafspraken met het ziekenhuis over:
• Voor de ligdag plus kan geen tarief in rekening worden gebracht bij Achmea. Het geboortecentrum en ziekenhuis dienen dit te
bekostigen via onderlinge verrekening(substitutie);
• Transmurale schriftelijke afspraken over zorg;
• Gespecialiseerd en gekwalificeerd personeel.
Contracten en tarieven
Bevalling
De bevallingen die starten en eindigen (incl. verwijzing postpartum) in het geboortecentrum worden vergoed volgens het bevallingstarief.
Bij verwijzing durante partu zijn vooraf afspraken gemaakt door het geboortecentrum en het ziekenhuis over onderlinge verrekening.
Achmea hanteert de tarieven van de NZa en wettelijke eigen bijdrage(n) voor 2015 als basis.
Bevalling met lachgas
Het product ‘bevalling met lachgas’ wordt tot op heden gefinancierd door middel van een innovatietarief. De verwachting is dat de NZa
eind 2014 een tarief vaststelt voor deze verrichting. Vergoeding van ‘bevalling met lachgas’ is uitsluitend mogelijk als er hierover extra
afspraken met het betreffende VSV en met Achmea contractueel zijn vastgelegd.
Soort tarief
Tarief 2015 (prijspeil 2014)
Bevalling (incl. overdracht post partum)
€ 536, 08
Bevalling met lachgas
nog niet bekend (NZa)
Ligdag
8 x maximum uurtarief kraamzorg
Evaluatie
Het contract met het geboortecentrum wordt jaarlijks geëvalueerd. Uitgangspunt is het Basisdocument evaluatie geboortecentra (bijlage 2).
Bijlage 1 Basisdocument resultaatafspraken
Geboortecentrum stelt data beschikbaar om de resultaatafspraken te monitoren aan de hand van het Basisdocument resultaatafspraken
geboortecentra waarbij:
1. Doelen worden gezamenlijk met Achmea vastgesteld. Het behalen van de doelen wordt jaarlijks gemeten en per half jaar geëvalueerd
c.q. gemonitord;
2. Doelen voldoen aan de visie op hoofdlijnen van zowel Achmea als het Geboortecentrum c.q. haar gebruikers;
3.Doelen moeten haalbaar en meetbaar zijn:
• Voor het geboortecentrum is het belangrijk dat er een directe koppeling is tussen extra inspanningen die verricht worden en de te
meten resultaten;
• Voor Achmea is het belangrijk dat de doelen meetbaar zijn, en een positieve bijdrage opleveren – in doelmatigheid en/of kwaliteit;
4. Doelen worden opgesteld met een meerjarig perspectief (bijvoorbeeld starten met een analyse en actie/interventie, bij een volgend
evaluatiemoment monitoren en 1e resultaten meten, volgend evaluatiemoment vervolgresultaten meten);
5. Start acties/interventies en meting van de daaruit voortvloeiende resultaten vanaf Q1 2015.
De resultaatsafspraken worden samen met de relatiemanager geboortezorg vastgesteld voor 1 april 2015. Deze afspraken brengen met zich
mee dat ze na afloop van Q3 2015(medio oktober) en na evaluatie bekend is wat het tarief wordt en van toepassing is 2016.
Het maximaal te vergoeden tarief door Achmea is gelijk aan tarief 2015 + indexering.
Bij een negatieve evaluatie zal het maximaal te vergoeden tarief verminderd worden met 3%.
Geboortecentrum spreekt minimaal 4 indicatoren af om vast te kunnen stellen of de doelen die met de resultaatafspraken worden beoogd
worden behaald. De indicatoren worden opgesteld door het geboortecentrum en zijn gericht op het realiseren van ketenvorming.
De relatiemanager geboortezorg van Achmea en vertegenwoordigers van het geboortecentrum voeren elk half jaar een gesprek. Voor de
jaarevaluatie ontvangt het geboortecentrum factsheets met het verzoek deze in te vullen. Om een goed beeld te hebben van de ontwikkelingen
dienen in de rapportages volledig onderscheid te worden gemaakt tussen Achmea verzekerden en overige verzekerden.
Bijlage 2 Basisdocument evaluatie geboortecentra
De relatiemanager geboortezorg van Achmea en vertegenwoordigers van het geboortecentrum voeren elk half jaar een evaluatiegesprek.
Om een goed beeld te hebben van de ontwikkelingen dient een volledig onderscheid te worden gemaakt tussen Achmea verzekerden en
overige verzekerden. Voorbeeld: 100 volledige partussen, waarvan 56 Achmea.
Onderstaande vragen vormen het uitgangspunt voor de evaluatie. Voor de volledige evaluatie ontvangt u de factsheets met het verzoek deze
in te vullen.
Aantal bevallingen
• Hoeveel volledige bevallingen hebben er plaats gevonden?
• Hoeveel verwijzingen durante partu zijn er?
• Wat zijn de belangrijkste vijf redenen voor verwijzing durante partu?
• Wat is het verwachte aantal volledige partus en verwijzing durante partu in 2016?
Aantal ligdagen
• Hoeveel vrouwen hebben één of meer dagen in het geboortecentrum doorgebracht (na de bevalling)
• Hoeveel dagen hebben deze vrouwen gemiddeld in het geboortecentrum doorgebracht?
• Wat is het verwachte aantal ligdagen voor 2016?
• Wat zijn de redenen voor afname van de ligdagen?
Bevallingen op basis van sociale indicatie
• Wat is het aantal bevallingen op basis van sociale indicatie?
• Welk percentage is dit van het totaal aantal bevallingen?
• Wat zijn de redenen voor sociale indicatie?
Aantal ligdagen plus(Indien van toepassing):
• Hoeveel vrouwen hebben één of meer ligdagen plus in het geboortecentrum doorgebracht (na de bevalling)
• Hoeveel ligdagen plus hebben deze vrouwen gemiddeld in het geboortecentrum doorgebracht?
• Wat is het verwachte aantal ligdagen plus voor 2016?
• Wat zijn de redenen voor afname van de ligdagen plus?
Overig
• Evaluatie van de gestelde doelen in het contract, zoals afspraken over de ontwikkeling richting de keten
• Wat is het huidige resultaat van deze doelen?
Bijlage 3 Voorwaarden ontwikkelplan ‘ketenvorming’ (nog format ontwikkelen)
In een ontwikkelplan staan ten minste de volgende onderdelen beschreven:
1. Visie op keten
2. Doelstelling voor geboortecentrum binnen de keten
3. Ontwikkelpunten richting de keten
- Gezamenlijke visie (VSV)
- Afspraken in het VSV over de rol van het geboortecentrum binnen de keten
- Transmurale afspraken binnen het VSV
- Ontwikkeling van het VSV op basis van de VSV ladder van het van CPZ
- Gebruik van Achmea spiegelinformatie op de keten en uitkomstindicator Adverse Outcome Index.
2. Resultaatafspraken (zie bijlage 1)
3. Verbeterpunten afspraken met relatiemanager naar aanleiding van evaluatie in Q4
4. Tijdpad