Download onze brief aan de minister

Download Report

Transcript Download onze brief aan de minister

Association de la Ville et des Communes
de la Région de Bruxelles-Capitale asbl
Vereniging van de Stad en de Gemeenten
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw
Aan de heer Rudi VERVOORT
Ministe
Minister-President
President van de Regering van
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Hertogstraat 7-9
COO/COF/LVK/alv/3560
Contact: Corinne FRANÇOIS, directrice
1000
(tel.02 238 51 47)
BRUSSEL
[email protected]
Bijlage: Nota analyse impact
Brussel, 2 oktober 2014
Geachte heer,
Betreft:
Betreft: Bestuursakkoord van de Brusselse regering
Onze Vereniging heeft een analyse gemaakt van de bepalingen in het bestuursakkoord van uw
regering die betrekking hebben op de lokale besturen. Als bijlage vindt u onze analyse.
Wij stellen het op prijs dat het regeerakkoord veel belang hecht aan regelmatig en diepgaand
overleg met de gemeenten, om het gewestelijk en het gemeentelijk beleid zo goed mogelijk op
elkaar af te stemmen.
Wij vinden structureel overleg tussen het Gewest en de lokale besturen absoluut noodzakelijk en
zijn bereid om daaraan deel te nemen.
Voorafgaand overleg van instanties zoals onze Vereniging vóór elke beslissing die een financiële
of regelgevende impact heeft of de werklast van de lokale besturen beïnvloedt, waarborgt de
naleving van het subsidiariteitsbeginsel. Op die manier zullen zij de hervormingen beter in de
praktijk omzetten en worden overheidsdiensten degelijker en doeltreffender.
Wij hebben onze opmerkingen gebundeld in bijgevoegde nota, maar vestigen de aandacht in het
bijzonder op de volgende punten: in de eerste plaats moeten de financiële stromen naar de lokale
besturen billijk verdeeld worden volgens een verplichte evaluatie van de behoeften. In naam van
het behoud van een essentieel instrument voor gemeentelijke autonomie vragen wij dat de
algemene dotatie
dotatie aan de gemeenten
gemeenten universeel en onvoorwaardelijk blijft en niet beperkt zou
worden of vervangen door subsidies voor specifieke doeleinden.
Algemeen vindt de Vereniging dat de federale herfinanciering van het Brussels Gewest die
voortvloeit uit de 6e staatshervorming, een deel van de aanvullende dotatie zou moeten doen
terugvloeien naar de gemeenten, aangezien een deel van de taken die met die financiering
uitgevoerd moeten worden, door hen verricht wordt. De Vereniging erkent de inspanningen van
het Gewest van de voorbije jaren om de aan de gemeenten toegekende financiële middelen te
verhogen, maar vindt dat de 24 miljoen euro die de federale overheid uittrekt ter compensatie van
de ‘dode-hand’, aan hen toekomt.
Rue d'Arlon / Aarlenstraat 53/4 – Bruxelles 1040 Brussel – Tel. +32(0)2 238 51 40 – Fax +32(0)2 280 60 90
[email protected] – www.avcb-vsgb.be – TVA BE 0451 516 390 BTW
IBAN BE60 0910 1159 5670 – BIC GKCCBEBB
De Vereniging is verheugd dat de Brusselse regering bij de federale regering zal pleiten voor een
herziening van de KUL-norm (minstens de aanpassing ervan aan de bevolkingsgroei sinds 2001).
Zoals iedereen weet, wegen de pensioenlast en de dotatie van de 19 gemeenten aan de
politiezones zwaar door in de balans van de gemeentefinanciën.
Hoewel de Vereniging blij is dat de politiezones 55 miljoen euro ontvangen uit de herfinanciering
van het Brussels Gewest, wil zij ook dat de Brusselse regering aan de federale overheid zou vragen
het principe van de “bevroren solidariteit” van de Brusselse naar de andere politiezones in vraag te
stellen. Voor een aanvankelijke solidariteit van 62 miljoen euro hebben de Brusselse politiezones
eind 2013 immers reeds voor 92 miljoen euro bijgedragen en uiteindelijk zullen ze voor 197
miljoen euro bijgedragen hebben aan het einde van het proces in 2046.
Op het vlak van tewerkstelling,
tewerkstelling meer bepaald de Jongerengarantie en het Inschakelingscontract in
verband met het gesco-beleid, moeten we aandacht schenken aan de aangekondigde
heroriëntering van de gesco- tewerkstelling. De mogelijke impact op de aanwervingscapaciteit van
de lokale besturen en de verenigingen is belangrijk en onze Vereniging wil bij die besprekingen
betrokken worden.
Sinds 1 augustus 2014 kunnen stedenbouwkundige overtredingen bestraft worden met administratieve sancties en een bemiddelingsprocedure op gemeentelijk niveau. Om de efficiëntie van de
nieuwe tool voor het beheer van overtredingen te waarborgen, vraagt de Vereniging dat de
gemeenten die overtredingen opsporen en vaststellen, een deel van de opbrengst van de
administratieve boetes zouden ontvangen.
Op het vlak van onderwijs vraagt de Vereniging een omkadering van de inschrijvingen door de
creatie van een gecentraliseerd register voor de scholen,
scholen tenminste voor de gemeentelijke
inrichtende macht. Een centrale databank zou voorkomen dat ouders die – terecht – bang zijn om
geen plaats te vinden, hun kind in verschillende scholen tegelijk inschrijvingen. Zo’n register
wijzigt niets aan de rechten van de ouders op het vlak van inschrijving van hun kinderen in de
school van hun keuze, maar zou de informatie aan de inrichtende macht over dubbele
inschrijvingen verbeteren en dus de planning van het schooljaar vereenvoudigen. De ouders
zouden ook minder administratieve stappen moeten ondernemen.
Met het oog op de creatie van plaatsen in scholen is het zeer belangrijk in de nodige financiering
te voorzien, zodat kinderen een school kunnen vinden in hun buurt. Wij zijn verheugd over een
betere coördinatie tussen gewest en gemeenschappen, maar vragen daar ook effectief het
gemeentelijk niveau bij te betrekken, door contacten te leggen met de ‘schoolfacilitator’
aangesteld door de Brusselse regering.
Hoewel de Vereniging verheugd is over de vereenvoudiging van de uitoefening van het toezicht,
toezicht
roept de verschuiving van het toezicht naar een ‘thematische audit’ of naar een systeem van
‘periodieke evaluatie’ vragen op. Sommige audits kunnen in bepaalde omstandigheden wel nut
hebben, maar onze Vereniging plaatst vraagtekens bij de vraag naar ‘periodieke evaluatie’ van het
gemeentebeheer. Dat lijkt ons niet hun rol … Het risico is aanzienlijk dat we gaan van een
wettigheidstoezicht naar een opportuniteitstoezicht, wat voor ons uit den boze is.
De financiële situatie van het Gewest en van de gemeenten hangt nauw samen met de fiscale
capaciteit van de inwoners.
inwoners Er moeten dus inspanningen geleverd worden om de middenklasse in
Brussel te verankeren en wij moedigen de regering aan om zo veel mogelijk in die richting te
werken.
© AVCB-VSGB
2
In hoofdstuk VI “Ethiek en transparantie” lezen we dat de regering de impact wil neutraliseren van
de bevolkingsgroei op het aantal gemeentemandatarissen en het statuut van de mandataris wil
regelen door regels vast te leggen betreffende belangenconflicten.
Wij gaan akkoord met die hervorming, maar vragen ook na te denken over de bezoldiging voor de
lokale mandatarissen.
mandatarissen Momenteel dekken het statuut en de vergoeding niet altijd de verantwoordelijkheden en de grote persoonlijke investering van vele mandatarissen.
Daarnaast is de Vereniging verheugd over de geplande creatie van aankoopcentrales
aankoopcentrales,
ales wat
duidelijke voordelen inhoudt qua schaalvoordeel, snelle verwerking en ontwikkeling van knowhow.
Het regeerakkoord kondigt de creatie aan van een aankoopcentrale binnen Agentschap Net
Brussel, o.a. om de aankoop van schoonmaakmateriaal door de gemeenten te vergemakkelijken.
Wij moedigen de regering aan om ook in andere domeinen spoedig aankoopcentrales tot stand te
brengen, door deze taak aan het Gewest toe te vertrouwen of door gemeenten en politiezones te
ondersteunen bij gegroepeerde overheidsopdrachten.
Ook nog op het vlak van netheid reikt de intra-Brusselse hervorming pistes aan om de efficiëntie
van de gewestelijke en de gemeentelijke diensten netheid te verbeteren op het terrein. De
Vereniging zal bijzondere aandacht schenken aan de uitvoering van deze hervorming en aan de
evaluatie van de selectieve afvalophaling en de gevolgen daarvan op de taken van de gemeenten.
Wat de rationalisering van het gemeentelijk werk betreft, vestigt de Vereniging de aandacht op de
centrale rol die de informatica speelt in de werking van een administratie. Het CIBG levert al een
bijdrage terzake en biedt een reeks diensten aan. Het is essentieel die samenwerking te versterken
en nieuwe initiatieven tot stand te brengen om de technische middelen te delen, gemeenschappelijke platformen tot stand te brengen voor beheer (bv. behandeling van parkeervergunningen, inschrijvingen in scholen, …) en uitwisseling van informatie, tegen zo laag
mogelijke kosten voor de gemeenten, wetende dat deze tools besparingen opleveren.
Op het vlak van ruimtelijke ordening lezen we dat “de Regering over 6 maanden het ontwerp van
Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) (…) aan het openbaar onderzoek” wil
onderwerpen.
Sinds de hervorming van het BWRO, goedgekeurd in 2009, vindt de raadpleging van de gemeenten
plaats tegelijk met het openbaar onderzoek. Voordien gaven de gemeenten hun advies na het
openbaar onderzoek en konden ze er dus naar verwijzen. Maar een advies geven over een zo
belangrijk plan als het GPDO zonder te beschikken over de resultaten van de evaluatie van de
milieugevolgen en de synthese van de opmerkingen in het kader van het openbaar onderzoek,
bemoeilijkt aanzienlijk de analyse door de gemeenten, met het risico op een oppervlakkige en te
beperkte analyse van de gevolgen van het plan.
Daarom vraagt de Vereniging dat de procedures herzien zouden worden, om de gemeenten in
staat te stellen kennis te nemen van deze elementen alvorens hun advies te formuleren, met
kennis van zaken.
De regering kondigt aan tegen 1 januari 2015 een Brussels Planbureau op te richten, als
instrument voor sturing en coördinatie1 van projecten rond ruimtelijke ordening, alsook de
oprichting van een territoriaal platform op 2 niveaus: planning en uitvoering.
1
De term "overkoepelende instantie” wordt gebruikt.
© AVCB-VSGB
3
Wat betreft de wens van de regering om 10 wijkcontracten (ipv de huidige 20 per legislatuur) te
combineren met vijf nieuwe “contracten voor stadsrenovatie” die zich over verschillende
gemeenten zouden uitstrekken, onderstrepen wij dat de wijkcontracten voor de gemeenten een
performante tool zijn, maar ook een substantiële financieringsbron. Daarom pleit de Vereniging
voor een versterking van het beleid van de wijkcontracten om acties op te zetten rond
stadsrenovatie en wil ze de impact kennen van deze nieuwe organisatie op het overleg met de
gemeenten. Ze pleit ook voor overleg tussen het Gewest en de betrokken gemeenten over de
definitie van de actieperimeters.
De Vereniging begrijpt dat de regering een transversale territoriale ontwikkeling wil waarborgen,
die banden smeedt tussen de verschillende beleidsdomeinen, met inbegrip van mobiliteit,
ruimtelijke ordening, kwaliteit van het leefmilieu of nog levenskader, maar heeft vragen bij de
impact en de financiering van die “legislatuurovereenkomsten” met de 19 gemeenten. De
Vereniging is weliswaar verheugd dat de regering belooft te streven naar optimaal overleg met de
gemeenten.
Hoewel het pertinent blijkt de coördinatie van de grote projecten te waarborgen, kunnen deze
doelstellingen niet bereikt worden als er voorbijgegaan wordt aan de knowhow van de gemeenten,
die een verfijnde kennis van het terrein hebben en belangrijke ervaring op het vlak van ruimtelijke
ordening.
ordening
Daarom vraagt de Vereniging zowel onze Vereniging als de gemeenten volop te betrekken bij het
beslissingsproces en dat zij daartoe vertegenwoordigd zouden worden in de nieuwe sturingsstructuren.
Wij zouden het bijzonder op prijs stellen een ontmoeting met u te hebben om de activiteiten van
onze Vereniging voor te stellen en onze precieze vragen ten aanzien van uw regering te kunnen
voorleggen.
Wij danken u bij voorbaat voor de aandacht die u hieraan schenkt.
Hoogachtend,
Marc COOLS
Voorzitter
© AVCB-VSGB
4