Anders plassen: zelf katheteriseren

Download Report

Transcript Anders plassen: zelf katheteriseren

Anders plassen: zelf katheteriseren

Onder ouders verstaan wij ook verzorger(s), pleeg- of adoptieouder(s) U kunt wijzigingen of aanvullingen op deze informatie door geven per E-mail: [email protected]

Wat staat er in deze folder

Inleiding voor ouders Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar Anders plassen: zelf katheteriseren 6 Tips 16 2 4 Wil je meer weten? Voor ouders: voorbereiding en begeleiding 18 19

1

2

Inleiding voor u als ouder

Een bezoek in het ziekenhuis kan een ingrijpende gebeurtenis zijn. Uw kind voelt zich misschien niet goed of heeft zelfs pijn. Het krijgt te maken met verschillende behandelaars en hoort allerlei medische termen. Wij vinden het belangrijk u en uw kind hierbij goed te begeleiden.

Deze folder is bedoeld om uw kind voor te bereiden op dit bezoek. Maar ook om ú te informeren over wat er gaat gebeuren. Begrijpelijke informatie is nodig. Het geeft vaak meer zekerheid en vertrouwen. Een deel van de voorlichting gebeurt in het ziekenhuis door de zorgverleners. Thuis stellen kinderen meestal meer vragen dan in het ziekenhuis. Uw kind vertrouwt u. Daarom kunt u het beste uitleggen wat er gaat gebeuren. U weet welke informatie uw kind begrijpt en kan verwerken. Deze folder helpt u bij de voorbereiding. 3

4

Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar

Een bezoek in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundi gen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk voorbereiden. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren, ben je meestal minder zenuw achtig. Je ouders lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.

Wie beslist: jij, je ouders of samen?

Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigen lijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO).

Ben je ouder dan 12 jaar

Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij gaat doen. Jij en je ouders moeten allebei toestemming geven. Maar wat gebeurt er als jij het niet eens bent met je ouders? Hoe gaat het dan? Ook dat staat in deze wet. Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl

Ben je ouder dan 16 jaar

Dan beslis je zelf. Dan is alleen jouw toestemming nodig. Maar moet de arts dan wel informatie over de behandeling geven aan je ouders? Lees er meer over op www.jadokterneedokter.nl

Tips Wil je meer weten?

www.hetwkz.nl

www.opeigenbenen.nu www.ikvoelpijn.nl 5

6

Anders plassen: zelf katheteriseren

Je komt in ons ziekenhuis om te leren katheteriseren. Je leert dan om op een andere manier je blaas leeg te maken. Katheteriseren is plassen met een slangetje.

Met een Engels woord noemen we het ook wel: Clean Intermittent Catheterisation (CIC). Dit betekent:

Clean

= schoon

Intermittent

= met tussenpozen

Catheterisation

= katheteriseren, werken met een dun slangetje We willen je goed leren hoe je moet katheteriseren. Daarom kom je een dag naar het ziekenhuis. We oefenen dan een aantal keren samen met jou. Zo’n oefening duurt 30-60 minuten per keer. Als je al opgenomen bent, kom je op één dag een paar keer naar de afdeling Kameleon.

Katheteriseren doet geen pijn. Het voelt alleen in het begin een beetje vervelend als je het slangetje inbrengt.

Er mag iemand bij je blijven als je leert katheteriseren. Je vader, moeder of iemand anders die je graag bij je hebt. Om te leren katheteriseren kom je een dag naar afdeling Kameleon. Dit noemen we ook wel het kinderdagcentrum. WKZ – 1e verdieping – receptie 19

Je urinewegen

l Je urinewegen zorgen ervoor dat je kunt plassen. Ze bestaan, van boven naar beneden, uit: nieren urineleiders blaas urinebuis 7

Nieren

Een nier is ongeveer zo groot als je eigen vuist. Je hebt er twee. Ze zitten aan de achterkant in je buik. Links en rechts van je wervelko lom. Als je je handen in je zij zet, met je duimen naar voren, zitten jouw nieren bij je vingers. Nieren zijn een soort zeefjes die je bloed schoonmaken. Ze halen de stoffen die je niet nodig hebt uit je bloed. We noemen dat afvalstoffen. Je hebt ook altijd meer vocht in je lichaam dan je nodig hebt. Je nieren zorgen er voor dat het teveel aan vocht èn de afvalstoffen naar je blaas gaan. Dat is je plas. Een ander woord voor plas is urine.

Urineleiders (de ureteren)

Dat zijn de verbindingen tussen je nieren en je blaas. Je hebt dus twee urineleiders. Eén vanuit je linkernier en één vanuit je rechternier.

Blaas

Je blaas zit onder in je buik. Hij heeft twee taken: plas bewaren plas uit je lichaam laten gaan, plassen

Urinebuis (de urethra)

Dat is de verbinding tussen je blaas en je plasgaatje. Je plast gaat dus via de urinebuis naar buiten. 8 Om te begrijpen hoe een blaas werkt, kun je een ballon gebruiken. Die lijkt namelijk op een blaas. Als je de ballon op zijn kop houdt, met het tuitje naar beneden, lijkt het net een echte blaas. Als je er een beetje water in doet, kun je het plassen nadoen.

Hoe weet je dat je blaas vol is?

Als er een beetje plas in je blaas zit, gaat er een seintje naar je hoofd. Dat gaat via je ruggenmerg. Hierin zitten een soort draden. De dokter noemt dat “zenuwbanen”.

Ze lijken op internetdraden. Internetdraden geven allerlei berichten door naar je computer. Deze zenuwbanen werken net als de internetdraden en geven seintjes van je blaas door aan je hersenen. Een gedeelte van je hersenen is een soort plascomputer die deze seintjes ontvangt, namelijk: “Er zit plas in mijn blaas”. Jij kunt via “de plascomputer” twee seintjes teruggeven: er zit genoeg plas in mijn blaas, dus ik ga plassen óf er zit nog niet genoeg plas in, ik hou het nog even op

Hoe kun je je plas ophouden?

Als je besluit het nog even op te houden, dan komt er meer plas in je blaas, want je nieren werken altijd door. Als je voelt dat je blaas echt vol is (de seintjes worden steeds sterker), ga je plassen. Onder in je blaas zitten je sluitspieren. We noemen het ook wel “de rem” van je blaas. Je sluitspieren zijn een soort deurtjes. Ze zorgen ervoor dat je plas niet zomaar in je broek loopt. De sluitspieren gaan pas open op het moment dat je gaat plassen. Je blaas knijpt de plas eruit. Je hoeft zelf niet mee te drukken of te persen als je plast. Je blaas kan dat zelf. 9

Soms moet je zo nodig plassen, dat je het bijna niet meer kunt ophouden. Dan heb je nog een “noodrem”. Dat zijn je bekken bodemspieren. Deze spieren gebruik je alleen in noodgevallen!

Blaasproblemen

Soms werkt je blaas niet zoals het moet. Als je blaas niet goed werkt, krijg je klachten. Die kunnen heel verschillend zijn: je hebt moeite met plassen je kunt niet plassen je kunt je plas niet goed ophouden Blaasproblemen moeten we behandelen, omdat je nieren anders ziek worden. 10

Katheteriseren Waarom katheteriseren?

Samen met de dokter heb je besloten dat je gaat katheteriseren. Er zijn verschillende redenen waarom dat nodig is: Bijvoorbeeld: Je hebt moeite om je blaas goed leeg te plassen. Hierdoor heb je regelmatig een urinewegontsteking.

Je kunt je plas niet goed ophouden. Hierdoor heb je vaak een natte onderbroek.

Het is beter voor je blaas en je nieren als er geen plas achterblijft in je blaas. Door te katheteriseren kun je je blaas helemaal leeg maken.

Wat is katheteriseren?

Katheteriseren is plassen met een slangetje. Zo’n slangetje heet een (urine)katheter. Er zijn verschillende soorten katheters. We zoeken een katheter uit die het beste bij jouw lichaam past. De katheter schuif je via je plasgaatje en je urinebuis in de blaas. De plas loopt dan via het slangetje uit je blaas. Dat kan gewoon op het toilet.

11

Hoe leer je katheteriseren Waar ga je oefenen?

Je oefent met de verpleegkundig specialist van de kinderurologie. Zij gaat met jou en je ouder(s) naar de blaasfunctiekamer (receptie 15). Daar gaan jullie oefenen. Met de verpleegkundig specialist spreken jullie af hoe vaak jullie gaan oefenen. Het duurt steeds 30-60 minuten. Tussendoor ben je met je ouders op afdeling Pauw.

Hoe gaat het oefenen?

De verpleegkundige legt uit hoe de urinewegen werken.

Zij vertelt over de verschillende soorten katheters en hulpmiddelen. Jullie bespreken waarom het voor jou belangrijk is om te katheteriseren.

Nadia (10 jaar): ‘Ik dacht dat ik het niet zou durven met dat slangetje. Maar het oefenen ging steeds beter. Ze hadden geen haast en het hoefde niet gelijk goed.’

12 Jullie bespreken wie jou gaat katheteriseren: jij zelf of één van je ouders.

De verpleegkundige vertelt hoe je op een schone manier kunt katheteriseren.

Soms gebruikt ze een oefenpop om het katheteriseren eerst een keer te laten zien. Als je denkt dat je het zelf kunt, mag je dat proberen.

Als het lukt, leren we je om zittend op de wc te katheteriseren.

Je krijgt een informatiemap mee. Daarin staat alles in over hoe je kunt katheteriseren en welke soorten katheters er zijn.

13

Na het leren katheteriseren

Aan het eind van de dag vertelt de verpleegkundige hoe vaak jij thuis gaat katheteriseren. Dit hangt af van de reden waarom jij moet katheteriseren. Sommige kinderen moeten het vijf keer per dag doen, anderen maar twee of drie keer per dag. We overleggen of je nog een keer moet langskomen om te oefenen. Soms maken we alleen een telefonische afspraak. Jullie krijgen informatie over hoe je katheters kunt bestellen en over de betaling daarvan.

Je krijgt een recept mee voor antibiotica (bij starten met katheteriseren bestaat de kans op een blaasontsteking) en zo nodig voor andere medicijnen. Daarna mag je naar huis. Als je opgenomen bent ga je terug naar de afdeling.

Voor ouders

De verpleegkundige specialist meldt uw kind aan bij een medische speciaalzaak voor katheters en andere medische hulpmiddelen. Zij leveren de benodigde materialen aan huis. Wanneer u nieuwe materialen nodig hebt, kunt u die zelf opnieuw bestellen. De machtiging hiervoor maakt de verpleegkundige voor u.

14

Bijwerkingen

Als je geoefend hebt met de katheter doet het misschien een beetje pijn als je zelf weer plast. Door de katheter is je plasgaatje soms nog een beetje gevoelig. Dat gaat vanzelf weer over.

Complicaties

Zelfs als het helemaal goed is gedaan (“volgens het boekje”), kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.

Bij het starten van katheteriseren bestaat de kans dat je een blaasontsteking krijgt. Uit voorzorg moet je de eerste weken antibiotica gebruiken.

15

16

Tips

Neem iemand mee. Hij of zij kan je helpen als je bang bent of pijn hebt. Hieronder staan meer tips. Bespreek van tevoren wat jij graag wilt.

Doe je ogen dicht en probeer aan iets leuks te denken.

Probeer van tevoren zoveel mogelijk te ontspannen: doe samen een ontspanningsoefening. Bijvoorbeeld afwisselend spieren aanspannen en ontspannen. Neem iets mee om je af te leiden. Bijvoorbeeld een knuffel, boek, bellenblaas of je mobiele telefoon.

Bedenk met je ouder een verhaal of maak vakantieplannen. Rustig ademhalen kan helpen als je bang bent of pijn hebt. Diep inademen door je neus, tot drie tellen en dan weer uitblazen. Misschien vind je het fijn om een hand vast te houden. Of om je te laten masseren of zachtjes op je huid te laten kriebelen.

Heb je een Pijnpaspoort*? Laat dan zien hoe jij het graag wilt.

Heb je ergens last van? Heb je pijn? Of lig je bijvoorbeeld niet goed? Vertel dit dan altijd. Dan kijken we wat we daar aan kunnen doen.

Als je iets wilt weten of iets niet snapt, mag je het altijd vragen.

* Het Pijnpaspoort is een klein boekje waarin je kunt opschrijven wat jou helpt als je pijn hebt of bang bent. Je laat het aan de mensen in het ziekenhuis zien als je dat nodig vindt, bijvoorbeeld voordat je een prik krijgt. Zij kunnen dan rekening houden met jouw wensen, zonder dat je het steeds weer hoeft te zeggen. De pedagogisch medewerker kan je hier meer over vertellen.

17

Wil je meer weten

Kijk dan op:

www.hetwkz.nl www.kindenziekenhuis.nl

www.jadokterneedokter.nl

Heb je nog vragen?

Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent. Voor vragen over het leren katheteriseren, kun je bellen met de afdeling Urologie: telefoonnummer 088 75 540 75 Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedago gisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg: • op maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur • telefoonnummer 088 75 542 24.

Natuurlijk mogen je ouders deze nummers ook bellen.

Voor ouders: voorbereiding en begeleiding

Hoe kunt u uw kind voorbereiden

Hieronder staan algemene adviezen. U kunt zelf inschatten wat bij uw kind past.

• Kies een rustig moment voor de voorbereiding. Bij voorbeeld niet vlak voor het slapen gaan. Zorg dat er tijd is voor uw kind om vragen te stellen.

• Begin bij jonge kinderen niet te vroeg met voorbereiden. Ze hebben een ander tijdsbesef dan volwassenen. Jonge kinderen leven in het ‘hier en nu’. Een paar dagen van tevoren is meestal vroeg genoeg. Zorg wel dat er voldoende tijd is om er nog eens op terug te komen. Herhaling is belangrijk. Bij oudere kinderen kunt u wat eerder beginnen.

• Laat uw kind de informatie navertellen aan uzelf of aan anderen. Zo merkt u of alles begrepen is.

18 19

Wat vertelt u en hoe

• Kies woorden die uw kind begrijpt, vertel zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij zijn/haar belevingswereld. • Vraag wat uw kind al weet over zelf katheteriseren. • Leg geen nadruk op nare dingen, maar vertel er wel eerlijk over.

Hoe kunt u uw kind begeleiden

• Vertel alleen over wat uw kind bewust meemaakt tijdens het onderzoek. Dus over alles wat het ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft.

• Ga met uw kind mee naar het ziekenhuis. Of vraag een ander vertrouwd persoon om mee te gaan. Dat geeft steun en veilig heid. U kunt voor afleiding zorgen. Bespreek thuis al hoe u dat het beste kunt doen. Neem lievelingsspeelgoed, een knuffel en/of een (voorlees)boek mee.

• U mag verwachten dat we tijdens het bezoek aan het ziekenhuis duidelijk vertellen wat er gebeurt. Stel gerust vragen als u of uw kind iets niet begrijpt. • Een goede voorbereiding zorgt voor minder spanning en onver wachte situaties. Toch kan uw kind zich anders gedragen dan u verwacht of gewend bent. Uw kind kan stil worden, of juist druk, of huilerig. Thuis of tijdens het onderzoek. Geef hier aandacht aan en maak het bespreekbaar. Uw kind voelt zich daardoor gesteund.

20

Colofon

Divisie Kinderen / Divisie Heelkundige specialismen Afdeling Kinderurologie / Nefrologie Medische psychologie, Incontinentieteam © januari 2014, UMC Utrecht

Wilhelmina Kinderziekenhuis

Lundlaan 6 3584 EA Utrecht Tel 088 75 555 55

www.hetwkz.nl