Brief van Jan Breteler aan staatssecretaris Dijksma

Download Report

Transcript Brief van Jan Breteler aan staatssecretaris Dijksma

Geachte mevrouw Dijksma, De controledienst van de EC (=FVO= de food and veterinary office) heeft afgelopen jaar een audit uitgevoerd m.b.t. de implementatie van Europese salmonella regels in Nederland. Volgens gangbare regelgeving moet elk bedrijf in de reproductiesector elke 3 weken van elke stal 5 paar overschoentjes laten onderzoeken op het al dan niet voorkomen van salmonella. Indien salmonella wordt geconstateerd wordt er een zgn. verificatie-onderzoek door de GD uitgevoerd. Dan worden van een groot aantal dieren cloacaswabs genomen en onderzocht of er daadwerkelijk een salmonella besmetting is. Vanuit gegevens bij het PPE is bekend dat er de laatste 4 jaren 96 verdenkingen waren. Na verificatie-onderzoek bleek dat de verdenking bij 70 bedrijven ongegrond was en dat dus 26 koppels dieren zijn geruimd en vernietigd. Als er salmonella in een stal zit vindt men die echt met overschoentjesmethode. Echter de GD weet nog steeds niet waarom ook een flink aantal van de in 1 e instantie verdachte bedrijven na verificatie onderzoek toch negatief blijken te zijn. Tijdens het hele traject van monstername met overschoentjes op het pluimveebedrijf tot het moment van onderzoek in het laboratorium van de GD blijken deze monsters van negatief naar positief te gaan. Dat hoeft niet erg te zijn indien maar een goed verificatie onderzoek in 2 e instantie( en dat is de veel duurdere methode met cloacaswabs) wel betrouwbaarheid en dus duidelijkheid verschaft. Tot nu toe is dit in Nederland een goede en ook betaalbare methode gebleken om ook echt alle koppels die salmonellabesmet zijn op te sporen. En vervolgens worden betrokken koppels geruimd en vernietigd. Nogmaals 26 koppels geruimd van de in totaal in eerste instantie 96 verdenkingen. Nu komt de FVO met de opmerking dat Nederland zich niet aan de Europese regels houdt en dat de regelgeving aangepast dient te worden. De Europese regels schrijven voor dat er geen verificatie-onderzoek meer mag plaatsvinden, tenzij er een echte verdenking is dat het eerste onderzoek met overschoentjes niet goed is gebeurd. En als er dan al een verificatie mag plaatsvinden moet het ook weer met overschoentjes. Want de 2 e methode moet gelijk zijn aan de eerste. Dit heeft grote gevolgen voor de Nederlandse reproductiesector: In bovenvermeld voorbeeld zouden dan 70 koppels ten onrechte als salmonellabesmet zijn verklaard en dus opgeruimd en vernietigd. Dit is via de geƫigende kanalen ook in Brussel kenbaar gemaakt; echter de FVO wil hier niet naar luisteren en legt Nederland de Europese regels op. Elk jaar zullen vele tienduizenden dieren ten onrechte worden geruimd,afgeslacht en vernietigd. Dit betekent voor de pluimveesector een grote financiƫle strop en voor betrokken bedrijven gaat het ook nog gepaard met veel emotie.

Het opsporen van salmonella op reproductiebedrijven is in Nederland echt goed geregeld. Er is geen salmonellabesmet koppel in de reproductiesector wat met de huidige Nederlandse opsporingsmethode niet ontdekt wordt. Het kan niet zo zijn dat het naleven van Europese regels tot doel wordt verheven. Het doel moet zijn om alle besmette reproductiekoppels in Nederland op te sporen. Het is ook zeker aan de maatschappij niet uit te leggen waarom gezonde koppels pluimvee moeten worden afgeslacht. Aangereikt op feestelijke vergadering NVP op 7 april 2014 te Barneveld. Jan Breteler ,voorzitter sectoradviescommissie reproductie NVP.