06- 01b bijlage 1 20141001_visie_zorgcontinuiteit_versie 0.7

Download Report

Transcript 06- 01b bijlage 1 20141001_visie_zorgcontinuiteit_versie 0.7

V i s i e o p
z o r g c o n t i n u ï t e i t
Versie: 0.7
Definitief concept
Auteur: Jeltsje Brouwer en Froukje de Vries
Doelgroep: bestuur veiligheidsregio
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 1 van 11
Beheerstabel
Beheerder document
Jeltsje Brouwer en Froukje de
Vries
24 februari 2014
Opstel datum
Data wijziging
Wat gewijzigd
Reden
20-08-2014
Divers
22-08-2014
Beheerstabel
Teksten van FdV en JB samengevoegd tot één lopend
document
Bila EL
11-09-2014
Divers
23-09-2014
Opbouw
01-10-2014
Opbouw
Feedback GHORmedewerkers
Aansluiting oplegnotitie bestuur
Feedback portefeuillehouder
07-10-2014
Divers
Feedback EL
Gewenste vaststelling door
Bestuurscommissie Veiligheid
Daadwerkelijke vaststelling door
Revisiedatum
Relatie met andere processen
Verzendlijst (incl. namen)
Opleiden, Trainen en oefenen, planvorming,
evenementen advisering, ketensamenwerking
en operationele inzetten.
Opleidingsaspecten
Communicatie aspecten
N.v.t.
Voor keten-, zorg- en veiligheidspartners wordt
een folder samengesteld waarin zij kunnen lezen wat de visie op zorgcontinuïteit hen op kan
leveren.
Publicatie
Website GHOR [adres]
Extranet GHOR [vindplaats]
O-schijf [locatie]
9. Projecten – project niet zelfredzamen
Anders, nl......................................
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 2 van 11
Inhoudsopgave
Inleiding
Leeswijzer
4
5
1.
1.1
1.2
1.3
Uitgangspunten
Inhoud zorgcontinuïteit
Verantwoordelijkheden
Multidisciplinaire context
6
6
6
6
2.1
2.2
2.3
Doelgroepen
Zorgpartners
Ketenpartners
Stand van zaken
7
7
8
8
3.1
3.2
Uitvoering van de visie
Rollen GHOR
Invulling
8
8
9
4.1
Implementatie en financiële gevolgen
Financiële gevolgen
2.
3.
4.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
11
11
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 3 van 11
Inleiding
Zorgcontinuïteit gaat over het waarborgen van voldoende en verantwoorde zorg. De afgelopen jaren
zijn er verschillende incidenten geweest die invloed hadden op de zorgvraag: de behoefte aan zorg
van burgers, of een risico waren voor het zorgaanbod: zorg die geleverd wordt door een zorgaanbieder. Enkele voorbeelden:
Stroomstoring Servotel Haverstuk Drachten
Zondag 5 december 2010 - Verzorgingstehuis Servotel aan de Haverstuk in Drachten heeft van zondagmiddag vijf uur tot 's avonds kwart over elf zonder stroom gezeten. De brandweer heeft met een aggregaat voor
een noodoplossing gezorgd. Was dat niet gebeurd, dan zou de flat zijn ontruimd. BRON: lc.nl
Doden door brand psychiatrische instelling Rivierduinen Oegstgeest
Zaterdag 12 maart 2011 - Twee bewoners van een psychiatrische instelling voor ouderen in Oegstgeest zijn
zaterdagavond om het leven gekomen door een brand. Vier andere bewoners en een medewerker raakten
gewond en zijn naar een ziekenhuis gebracht. BRON: volkskrant.nl
Natuurbrand Fochteloërveen
Maandag 25 april 2011 - De brandweer heeft de brand in het Drentse natuurgebied Fochteloërveen onder
controle. Ongeveer vijftig tot honderd hectare van het terrein bij Bovensmilde is ten prooi gevallen aan het
vuur. BRON: NOS.nl
Twee verpleeg- en verzorginstellingen (Stellinghaven en Rikkingahof) in Oosterwolde waren inmiddels door de brandweer gewaarschuwd om ramen en deuren gesloten te houden. Vanuit het
RCC (Regionaal Coördinatie Centrum) in Leeuwarden heeft de GHOR informatie opgezocht over
de contactgegevens en populatie van de instellingen. Daarnaast hield de GHOR contact met de
crisiscoördinatoren van Stellinghaven en Rikkingahof en zijn de huisartsen geïnformeerd via Dokterswacht Friesland. BRON: ghorfryslan.nl
Norovirus Nieuw Toutenburg
Vrijdag 9 november 2012 - In verpleeghuis Nieuw Toutenburg in Noardburgum heerst het norovirus. De
ziekte is vorige week woensdag geconstateerd. Zestig bewoners en veertig personeelsleden zijn ziek geworden. Het norovirus heeft ernstige diarree en overgeven tot gevolg. Getroffen patiënten worden zo veel mogelijk afgezonderd van de rest om besmetting tegen te gaan. Activiteiten zijn afgelast en familie wordt aangeraden om niet op bezoek te komen tot in elk geval begin volgende week. Het ergste is achter de rug. Het aantal
nieuwe ziektegevallen neemt niet meer toe. BRON: omropfryslan.nl
Waterlekkage ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten
Maandag 3 februari 2014 – Een waterleidinglek heeft ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten maandag ernstig ontregeld. Honderden patiënten werden afgebeld…Nij Smellinghe kocht massaal veel flesjes mineraalwater voor consumptie en emmers. Die laatste stonden met water naast een beperkt aantal toiletten… Vanwege legionella en andere bacteriën is al eerder besloten geen water uit de leiding rond het ziekenhuis te
gebruiken. Het ziekenhuis gaat na de calamiteit geen noodreservoir aanleggen. BRON: Leeuwarder Courant
De start op het terrein van zorgcontinuïteit is in 2005 geweest bij de uitbraak van de vogelgriep. In
opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn in die periode verschillende
landelijke draaiboeken gemaakt. Een onderdeel voor de GHOR daarin was het maken van afspraken
met alle intramurale zorginstellingen (curatief en in de verpleeg- en verzorgingssector) over hun capaciteit tijdens een grieppandemie. In regio’s waarin deze afspraken niet tot stand kwamen, heeft de
Inspectie Gezondheidszorg de betreffende GHOR-bureaus onder verscherpt toezicht geplaatst.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 4 van 11
De verwachting was dat als vervolg hierop zorgcontinuïteit als aparte paragraaf in de Wet Veiligheidsregio’s zou worden opgenomen. Het artikel (33) waarin hiernaar verwezen wordt, laat echter veel
ruimte voor verschillende interpretaties. Om die reden is in 2013/2014 een landelijke visie zorgcontinuiteit opgesteld. De landelijke visie zorgcontinuïteit is mede opgesteld naar aanleiding van gesprekken
met burgemeesters, Raden van Bestuur zorginstellingen en Directeuren Publieke gezondheidszorg.
In de visie zijn tegelijk twee maatschappelijke ontwikkelingen verwerkt:
• De ‘eigen kracht van de burgers’ staat steeds meer centraal, de overheid treedt meer terug. In
de notitie Bevolkingszorg op Orde van het veiligheidsberaad staat letterlijk: ‘De overheid rekent erop dat de samenleving haar verantwoordelijkheid (ook) tijdens rampen en crisis neemt’
en ‘De overheid stemt haar bevolkingszorg af op de zelfredzaamheid van de samenleving’.
Maar waar ligt de scheidslijn tussen zelfredzaam en niet zelfredzaam en wie is waarvoor verantwoordelijk?
• De verschuiving ten aanzien van de AWBZ- en WMO-zorg. Vanuit het landelijk netwerk is geprobeerd de belangrijkste effecten in kaart te brengen:
1
- In de toekomst zullen meer niet zelfredzame mensen in de wijk ‘thuis’ wonen dan nu het
geval is, verwachting is dat we (openbaar bestuur en GHOR) dit deel van de samenleving
niet (goed) in beeld zullen krijgen.
- In de toekomst zullen niet zelfredzame mensen vaak geclusterd bij elkaar wonen, zonder
veiligheidsmaatregelen zoals we die kennen, zoals de afwezigheid van BHV.
2
In aansluiting op de landelijke visie voor het versterken van zorgcontinuïteit wordt met voorliggende
notitie de koers voor Fryslân voor de komende beleidsperiode 2015-2018 (zie beleidsplan Crisisbeheersing 2015-2018) beschreven: de manier waarop de GHOR in de voorbereiding op een crisis een
bijdrage kan leveren aan het risicobewustzijn van en de samenwerking tussen ketenpartners, zorgpartners en andere betrokkenen, zodat de samenleving tijdens en na een crisis verantwoorde zorg
kan blijven ontvangen.
Leeswijzer
In deze visie wordt ingegaan op de verschillende bedreigingen voor de zorgcontinuïteit, en op de
voorbereidingen die mogelijk zijn om op die manier de effecten van een verstoring te beperken.
In de eerste paragrafen wordt ingegaan op het bepalen en afbakenen van de inhoud en de bestaande
wettelijke verantwoordelijkheden. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de doelgroepen die
betrokken zijn in zorgcontinuïteit en de stand van zaken op dit moment. In het laatste hoofdstuk worden zes taken van de GHOR toegelicht en wordt op hoofdlijnen beschreven op welke manier dit wordt
ingevuld.
1
Deze mensen hebben bijvoorbeeld niet het vermogen om zichzelf te wassen, aan te kleden en te koken en/of het vermogen
om sociaal te kunnen functioneren/participeren.
2
Herijking van de visie op zorgcontinuïteit, maart 2014, versie 2.0 door GHOR Nederland.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 5 van 11
1.
Uitgangspunten
1.1
Inhoud zorgcontinuïteit
Onder zorgcontinuïteit worden de planvorming en handelingen verstaan die zorginstellingen verrichten
ter voorbereiding op, tijdens en na crises om de zorg die zij leveren aan hun cliënten te continueren.
Een calamiteit, ramp of crisis verloopt elke keer anders en er zijn veel verschillende oorzaken mogelijk. Het is onmogelijk om draaiboeken en plannen te ontwikkelen die op alle verschillende soorten
calamiteiten, rampen en crises toepasbaar zijn. Elke situatie heeft echter, ongeacht het type of de
omvang ervan, bepaalde gevolgen die vaak in combinatie met elkaar optreden. De praktijk wijst uit dat
er zeven gevolgen van disbalans zijn waarmee een keten- of zorgpartner bij een calamiteit, ramp of
crisis te maken kan krijgen:
1) Sluiten van (delen van) de locatie: bijvoorbeeld als gevolg van een brand.
2) Groot aanbod van cliënten: bijvoorbeeld als gevolg van evacuaties elders.
3) Verplaatsen van cliënten: bijvoorbeeld vervoerscapaciteit bij evacuatie van cliënten buiten
het terrein van de instelling.
4) Tekort aan personeel: bijvoorbeeld als gevolg van een grieppandemie.
5) Uitval van nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT-middelen: bijvoorbeeld als gevolg van
een stroomstoring.
6) Logistieke stagnatie: bijvoorbeeld de levering van medicatie, voeding, materialen en middelen.
7) Uitbraak infectieziekte: bijvoorbeeld als gevolg van een griepepidemie.
1.2
Verantwoordelijkheden
De eisen die gesteld worden aan de zorgsector in algemene zin en bij incidenten zijn terug te vinden
in meerdere wetten: de Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet toelating zorginstellingen (Wtzi), de Wet
Publieke Gezondheid, de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg en de Wet Veiligheidsregio’s. Belangrijk uitgangspunt bij al deze wetgeving is dat de zorginstellingen en individuele
beroepsbeoefenaren (zoals huisartsen) zelf verantwoordelijk zijn voor het verlenen en borgen van
verantwoorde zorg, ook tijdens rampen, crises en incidenten. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de
voorbereiding daarop.
De Wet Veiligheidsregio’s bepaalt ook de verantwoordelijkheid van de GHOR: de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en de advisering van overheid en andere organisaties. GHOR Fryslân zorgt er dus voor dat de zorgorganisaties tijdens een crisis als een samenhangende zorgketen kunnen optreden om zo gezondheidsrisico’s voor burgers te voorkomen of beperken.
Daarin is de GHOR de verbindende schakel tussen de zorgorganisaties, veiligheidsorganisaties en
gemeente(n).
1.3
Multidisciplinaire context
Naast de GHOR raken ook andere taken van de veiligheidsregio aan het onderwerp zorgcontinuïteit.
In de eerste plaats gaat het daarin om brandveiligheid; zowel de preventieve maatregelen als de ontruiming van een locatie bij brand. Binnen Brandweer Fryslân is in dit kader het project ‘Geen Nood bij
Brand’ gestart. In de tweede plaats is er aansluiting met enkele gemeentelijk processen zoals bijvoorbeeld opvang en verzorging en evacueren en ontruimen, dat in dergelijke situaties een veel specifiekere aanpak vraagt.
Ook bij het adviseren en de uitvoering van (grote risicovolle) evenementen moet worden stilgestaan bij
(regionale) zorgcontinuïteit. Daarbij gaat het onder andere om het voorkomen van een toeloop op
zorginstellingen door inzet van geneeskundige hulpverlening op een evenemententerrein, bereikbaarheid van zorgverleners, of extra inzet binnen zorginstellingen.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 6 van 11
2.
Doelgroepen
Met de visie zorgcontinuïteit richten wij ons op alle ketenpartners en een groot deel van de zorgpartners. Om een beeld te schetsen is een digitaal onderzoek naar het aantal partners in Fryslân. In Frys3
lân zijn ongeveer 250 zorgpartners, waar intramurale cliënten verblijven. Bij zowel de keten- als zorgpartners vindt ook dagbehandeling plaats, dus overdag zijn er waarschijnlijk meer cliënten aanwezig
dan ’s nachts.
2.1
Zorgpartners
Zorgpartners zijn partners uit de zogenaamde “witte kolom”, deze partners hebben in principe geen rol
in de uitvoering van één van de GHOR-processen, acute en publieke gezondheidszorg. De doelgroep
van zorgpartners wordt als volgt omschreven:
• Alle zorginstellingen waar intramurale cliënten verblijven die langer dan 24 uur medische en /
of verpleegkundige zorg nodig hebben die niet uitgesteld kan worden.
• Thuiszorgcliënten die specialistische zorg ontvangen onder de vlag van een zorgpartner en
twee grote thuiszorginstellingen: Thuiszorg het Friese Land en de Friese Wouden. Thuiszorg
Zuidwest Friesland valt reeds onder één van onze zorgpartners: Antonius Zorggroep.
4
2.1.1 Verpleeg- en verzorgingshuizen en hospice
De ruim 100 verpleeg- en verzorgingshuizen zijn ondergebracht bij 11 koepelorganisaties, waarvan de
meesten ook thuiszorg aanbieden. In het kader van de transities is de sector verpleeg- en verzorging
erg in ontwikkeling, er is een ontwikkeling gaande naar zorg met verblijf en zorg met verblijf en behandeling.
Naast verpleeg- en verzorgingshuizen zijn er in elk geval 6 hospice in Fryslân, waarvan twee vallen
onder een koepelorganisatie van verpleeg- en verzorgingshuizen.
2.1.2 GGZ-instellingen
Binnen de veiligheidsregio zijn 40 GGZ-locaties, waarvan 23 van één koepel. De GGZ heeft vanuit het
verleden altijd al een actieve rol gehad in het proces psychosociale hulpverlening. De GGZ is gestart
met het opstellen van een continuïteitsplan.
2.1.3 Jeugdhulpinstellingen
De 26 jeugdzorglocaties waar jongeren in gezinshuizen of leefgroepen samen wonen is in het kader
van zorgcontinuïteit vanuit de GHOR een nieuwe sector. Gelet op de ontwikkelingen in het kader van
transities is deze sector volop in beweging.
2.1.4 Gehandicaptenzorg
De veiligheidsregio telt 50 locaties voor gehandicaptenzorg waar cliënten 24-uur per dag verblijven en
zorg ontvangen. De gehandicaptenzorg is een specifieke doelgroep die in kaart gebracht dient te worden.
2.1.5 Revalidatiecentra
Binnen de veiligheidsregio zijn in elk geval 6 revalidatiecentra aanwezig waar revaliderende patiënten
niet alleen zorg krijgen maar ook tijdelijk verblijven. 5 van deze centra vallen onder Revalidatie Friesland.
2.1.6 Thuiszorginstellingen
Verder zijn er twaalf thuiszorgorganisaties (een aantal valt onder een verpleeg- of verzorgingshuis)
met meer dan 50 zorgteams die in Fryslân zorg bieden aan cliënten die niet lang zonder zorg kunnen.
3
4
Cliënten die gedurende een onafgebroken verlijf van meer dan 24 uur gezondheidszorg geboden wordt in een zorginstelling.
Zorginstellingen met verblijf en zorginstellingen met verblijf en behandeling.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 7 van 11
2.1.7 Klinieken
Ook zijn er in Fryslân een aantal privé-klinieken voor medisch specialistische zorg.
2.2
Ketenpartners
Ten aanzien van de ketenpartners (Ziekenhuizen, huisartsen, Regionale Ambulance Voorziening inclusief Meldkamer Ambulancezorg, Nederlandse Rode Kruis en GGD Fryslân) is vanuit het Regionaal
Overleg Acute Zorg (ROAZ) en vanuit de landelijke partijen al veel aandacht voor zorgcontinuïteit.
Voor de ketenpartners zijn veelal handreikingen opgesteld, bijvoorbeeld voor een Ziekenhuis Rampenopvangplan (ZiROP), Huisartsen Rampenopvangplan (HaROP) etc, vanuit het rampenopvangplan
wordt gewerkt naar een zorgcontinuïteitsplan. Tevens zijn er voor de verschillende ketenpartners convenanten opgesteld, overlegvormen en in het kader van vakbekwaamheid verschillende activiteiten
rond opleiden, trainen en oefenen. Vanuit het verleden en uit de klassieke processen van de GHOR
(spoedeisende medische hulpverlening, psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen en
gezondheidsonderzoek na rampen) zijn ketenpartners directer betrokken bij de GHOR tijdens een
opgeschaalde situatie. Na de invoering van de Wet Veiligheidsregio’s heeft de GHOR tijdens de opgeschaalde situatie zorg voor twee GHOR-processen namelijk acute en publieke gezondheidszorg.
2.3
Stand van zaken
Hieronder een korte stand van zaken ten aanzien van zorgcontinuïteit:
• Platformbijeenkomsten of overlegmomenten ketenpartners en de zorgpartner verpleeg- en
verzorgingshuizen.
• Vakbekwaamheid: uitvoeren van opleidingen, trainingen en oefeningen bij ketenpartners en
zorgpartners verpleeg- en verzorgingshuizen en GGZ-instellingen.
• Adviseur in het kader van planvorming.
• Internetapplicatie GHOR4all wordt gevuld door de meeste verpleeg- en verzorgingshuizen.
3.
Uitvoering van de visie
In dit hoofdstuk wordt aan de hand van zes elementen beschreven wat de GHOR de komende vier
jaar (2015-2018) kan betekenen voor keten- en zorgpartners en om bij te dragen aan de zorgcontinuïteit van de individuele partners.
Op het gebied van zorgcontinuïteit kan de GHOR in samenwerking met keten- en zorgpartners, openbaar bestuur en veiligheidsorganisaties het volgende betekenen:
1. Verbindende schakel: verbindende schakel tussen keten- en zorgpartners, openbaar bestuur en
veiligheidsorganisaties.
2. Loket: loket voor keten- en zorgpartners op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing.
“Wij hebben verstand van zorg en zij van rampen”: zoals de zorgpartners aangeven.
3. Inzicht in de voorbereiding: het bestuur van de GHOR inzicht verschaffen in de mate van voorbereiding van keten- en zorgpartners.
4. Verantwoordelijkheidsverdeling: ondersteunen en faciliteren in de voorbereiding en vangnet
tijdens een incident.
5. Kennen en gekend worden: de GHOR kan keten- en zorgpartners, openbaar bestuur en veiligheidsorganisaties met elkaar in contact brengen, daarnaast zoekt de GHOR actief contact met keten- en zorgpartners.
6. Plannen op maat: ondersteunen en faciliteren bij planvorming.
3.1
Rollen GHOR
3.1.1 Verbindende schakel
GHOR Fryslân zorgt er voor dat de zorgorganisaties tijdens een crisis als een samenhangende zorgketen kunnen optreden. De GHOR houdt zich bezig met de randvoorwaarden die in de voorbereiding
op een ramp of crisis voor de geneeskundige hulpverlening (acute en publieke gezondheidszorg) no-
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 8 van 11
dig zijn en is daarin de verbindende schakel tussen de keten- en zorgpartners, veiligheidsorganisaties
en het openbaar bestuur.
3.1.2 Loket
De GHOR ziet het als haar taak om hét kennis- en expertisecentrum te zijn voor keten- en zorgpartners als het gaat om rampenbestrijding en crisisbeheersing. Operationele functies als Algemeen
commandant Geneeskundige zorg en het hoofd Actiecentrum zijn keten- en zorgpartners zowel in de
adviserende en ondersteunende rol van dienst, in de voorbereiding op en tijdens een incident.
3.1.3 Inzicht in voorbereiding keten- en zorgpartners
In de memorie van toelichting van de Wet Veiligheidsregio’s is aangegeven dat de Directeur Publieke
Gezondheidszorg periodiek het bestuur van de veiligheidsregio op de hoogte stelt van de mate van
voorbereiding van de (zorg)instellingen. De GHOR verzorgt deze monitoring en kijkt hiervoor naar de
mate van voorbereiding van (bekende) keten- en zorgpartners op het gebied van zorgcontinuïteit,
evaluaties van incidenten, vakbekwaamheid GHOR-functionarissen, planvorming en risico’s. Hiervoor
wordt gebruik gemaakt van:
• Evaluaties van operationele inzetten (en relevante oefeningen)
• Jaarlijks overzicht van voorbereidingen binnen de zorgsector
• GHOR4all: van de keten- en zorgpartners die hier in staan, zijn de NAW-gegevens van de locaties
bekend en deze partners zetten in GHOR4all hun mate van voorbereiding op basis van de 7 disbalansen
3.1.4 Verantwoordelijkheidsverdeling
De GHOR, de burgemeester en de RvB van keten- en zorgpartners hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid. De burgemeester wordt geïnformeerd over de gang van zaken en kan naar eigen bevinden ingrijpen. De GHOR heeft een taak in de voorbereiding en fungeert als laatste vangnet voor
keten- en zorgpartners.
Voorop staat dat elke organisatie/instelling haar eigen verantwoordelijkheid heeft. Toch kunnen de
verschillende processen in de rampenbestrijding en crisisbeheersing, waarbij verschillende partners
verantwoordelijk zijn, elkaar beïnvloeden. De GHOR ziet het als haar taak om dit in kaart te brengen
en waar nodig partners samen te brengen om processen te optimaliseren.
3.1.5 Kennen en gekend worden
De rampenbestrijding en zorgcontinuïteit, en de voorbereiding daarop, wordt sterk positief beïnvloed
wanneer je elkaar kent.
3.1.6 Plannen op maat
De keten- of zorgpartner maakt een zorgcontinuïteitsplan-op-maat voor de eigen instellingen. De
GHOR stelt hiervoor het model met de 7-disbalansen beschikbaar en geeft gevraagd advies.
3.2
Invulling
3.2.1 GHOR-netwerk veiligheidspartners
Zowel in de voorbereidende fase als tijdens een inzet is de GHOR de verbindende schakel tussen
veiligheidspartners en keten- en zorgpartners. Zowel voor de partners als ook voor de medewerkers
GHOR is het belangrijk om elkaar te kennen. Daarnaast is het van belang de schakel met veiligheidspartners goed in het oog te houden. Vooral nu, in een tijd dat de zorginstellingen zoekende zijn naar
een nieuwe identiteit door de transities van verschillende wetten en de gevolgen hiervan.
3.2.2 Operationele inzetten
Gedurende operationele inzetten is een van de aandachtsgebieden vanuit het actiecentrum GHOR de
keten- en zorgpartners. Tijdens de operationele inzet zal er waar nodig contact zijn met de partners
om in gezamenlijkheid het incident, de ramp of de crisis op een gedegen wijze tot een goed einde te
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 9 van 11
brengen. Tevens zoekt de GHOR (Algemeen commandant Geneeskundige zorg) bij een in- en extern
incident actief contact met keten- en zorgpartners om hulp aan te bieden en weten keten- en zorgpartners hoe ze de GHOR kunnen bereiken.
3.2.3 Faciliteren van OTO-activiteiten
Incidenten, rampen en crisis komen niet veel voor, om voorbereid te zijn op een mogelijke crisis is het
uitvoeren van opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten belangrijk. De GHOR kan hierin de keten- en
zorgpartners faciliteren, door het (samen) organiseren van OTO-activiteiten of het hiervoor inhuren
van derden.
3.2.4 Advisering OTO en planvorming
De adviserende rol van de GHOR krijgt vorm door het meedenken bij het opstellen van het OTOprogramma van een zorginstelling en het ondersteunen en adviseren bij planvorming. Hierbij dient
aangemerkt te worden dat de GHOR geen toetsende rol heeft. Die rol is toebedeeld aan de Inspectie
voor de Gezondheidszorg. De GHOR geeft ook geen keurmerk af over de zorgcontinuïteitsplannen.
3.2.5 Platformbijeenkomsten
Voor de ziekenhuizen, de huisartsen en RAV Fryslân wordt vier keer per jaar een platformbijeenkomst
georganiseerd, waarbij uitwisseling op het gebied van opgeschaalde zorg centraal staat. Hier komen
onder andere meegemaakte incidenten, uitkomsten van oefeningen en voorbereiding qua planvorming
aan de orde. Ook voor verpleeg- en verzorgingshuizen zijn overlegmomenten ingepland. Tijdens dit
platform staan altijd enkele thema’s centraal zoals planvorming, OTO-activiteiten en incidenten.
3.2.6 Sociaal digitaal platform
Om onder andere ontwikkelingen, voorbeelden van planvorming en jaarplannen vakbekwaamheid te
delen wordt binnen Veiligheidsregio Fryslân een sociaal digitaal platform ontwikkeld. Het digitaal platform zal ook een interactief component hebben in de vorm van forum waar vragen gesteld en beantwoord kunnen worden door keten- en zorgpartners en de GHOR.
3.2.7 Themabijeenkomsten
Zoals aangegeven wordt er bij keten- en zorgpartners uitgegaan van de 7 disbalansen. Hoewel de
aanpak per keten- of zorgpartners verschillend kan zijn, zijn er ook vele overeenkomsten. Als netwerkpartij organiseert de GHOR daarom themabijeenkomsten voor keten-, zorg- en veiligheidspartners. Naast de themabijeenkomsten zijn er voor enkele keten- en zorgpartners platformbijeenkomsten
(zie 3.2.5).
3.2.8 Werkbezoek
De GHOR gaat partners actief opzoeken en met elkaar in gesprek brengen met als doel verschillende
processen, zienswijzen en dergelijke bespreekbaar te maken. Zodat verwachtingen en verantwoordelijkheden met betrekking tot de verschillende processen over en weer helder zijn/worden.
3.2.9 Format zorgcontinuïteitsplan
5
De GHOR stelt de handleiding zorgcontinuïteit en crisisbeheersing beschikbaar, waarin de 7 disbalansen centraal staan. Deze handleiding is met het Acute Zorg Netwerk Noord Nederland en de drie
noordelijke GHOR-bureaus van Groningen, Drenthe en Fryslân opgesteld.
3.2.10 GHOR4all
GHOR4all is een internetapplicatie die gegevens als de bereikbaarheid van contactpersonen, aantal
bewoners en de mate van mobiliteit van bewoners inzichtelijk maakt/krijgt. Doel is om de komende
vier jaar naast verpleeg- en verzorgingshuizen ook de NAW-gegevens, bereikbaarheidgegevens,
voorbereiding op de 7 disbalansen, aantal bewoners en waar nodig de mate van mobiliteit van bewoners inzichtelijk te krijgen in GHOR4all van de in hoofdstuk 2 genoemde zorgpartners.
5
Vanuit het netwerk zorgcontinuïteit wordt voor de doorontwikkeling van het huidige landelijke format (gebaseerd op de leidraad COBRA van Groningen) een voorstel gedaan.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 10 van 11
4.
Implementatie en financiële gevolgen
Voor de implementatie van de Friese visie zorgcontinuïteit worden de volgende acties voorgesteld:
1. Begin 2015 organiseert de GHOR een startbijeenkomst zodat behoefte en verwachtingen bij keten-, zorg- en veiligheidspartners over en weer duidelijk zijn. Op deze manier is het vertrekpunt en
de stip op de horizon voor iedereen gelijk.
2. Opstellen van een meerjarenplanning voor het implementeren van deze visie op zorgcontinuïteit.
3. Ontwikkelen van een factsheet over zorgcontinuïteit voor keten-, zorg- en veiligheidspartners;
hierin wordt helder wat deze visie op zorgcontinuïteit in het perspectief van deze partners betekent.
4. Organiseren van themabijeenkomsten voor onze keten-, zorg- en veiligheidspartners op basis van
bij de startbijeenkomst geïnventariseerde behoefte.
4.1
Financiële gevolgen
De uitvoering van de hiervoor genoemde activiteiten brengt geen financiële consequenties met zich
mee. Binnen de huidige formatie en budgetten van de GHOR kunnen de werkzaamheden opgevangen worden.
Voor het ondersteunen van de informatie voor de regionale zorgcontinuïteit (zoals bereikbaarheidsgegevens, aantal patiënten) is landelijk de webapplicatie GHOR4all ontwikkeld. De GHOR beschikt
reeds over deze applicatie.
Visie op zorgcontinuïteit
Auteur: JB en FdV
Versie 0.7
Status: definitief concept
Bureau GHOR Fryslân
Pagina 11 van 11