De markt van groenestroomcertificaten in Wallonië (23/09

Download Report

Transcript De markt van groenestroomcertificaten in Wallonië (23/09

Position Paper: De markt van groenestroomcertificaten in Wallonië
Contact: Emilie Butaye (VGI) - +32 2 542 61 29 – [email protected]
Datum: 23/9/2014
Omschrijving
De markt van groenestroomcertificaten (GSC) is een mechanisme dat door de Waalse regering werd ingevoerd om de
ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteit en kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling, samen gegroepeerd onder de
benaming groene stroom, te promoten. Het moet toelaten de doelstellingen, uitgedrukt in een quotumverplichting
voor de leveranciers van elektriciteit, te bereiken (zie link http://www.cwape.be/?dir=3.4.00).
Oorspronkelijk steeg het quotum van GSC elk jaar met één procentpunt; voor 2003 werd het quotum vastgelegd op
3%. Met andere woorden, . 3 % van de geleverde elektriciteit moest gedekt zijn door GSC in 2003 en in 2012 zou het
quotum tot 12% oplopen. De Waalse regering heeft evenwel in 2010 het quotum voor 2010, 2011 en 2012 aangepast,
met als doel het overschot aan GSC op te vangen teneinde een ineenstorting van de certificaatwaarde op de markt te
vermijden en zo de investeerders te beschermen. Het quotum voor het jaar 2012 werd dus gebracht op 15,75%
(Besluit van de Waalse regering van 4/02/2010, gepubliceerd in het BS op 15/02/2010,). Deze aanpassing toont aan
dat het huidige certificatensysteem niet echt onderworpen is aan een marktmechanisme, aangezien elke keer dat de
doelstelling wordt gehaald, de quota’s worden verhoogd.
In het kader van de doelstelling van de Waalse regering om te streven naar 20% van het eindverbruik van energie aan
de hand van hernieuwbare bronnen tegen 2020, heeft de Waalse regering op 3 oktober 2012 het BWR van 1 maart
2012 gepubliceerd dat de quota’s van de groene certificaten bepaalt tot in 2020. Toch heeft de Waalse regering in
2014, om het overschot aan certificaten op de markt onder controle te houden, de quota’s met 1% verhoogd voor de
jaren 2015 en 2016.
De nieuwe quota’s zijn:
 19,4% tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013;
 23,1% tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014;
 27,7% tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015;
 30,4% tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016;
 37,9% tussen 1 januari 2020 en 31 december 2020.
Voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2019 zullen de jaarlijkse quota’s ten laatste in 2014 vastgelegd
moeten worden op basis van een evaluatie op voorhand uitgevoerd door de CWaPE. Op basis van een driejaarlijkse
evaluatie en voor de eerste keer in 2014, zal de Regering nieuwe jaarlijkse quota’s vastleggen om steeds een totale
periode van 8 jaar te dekken.
Febeliec steunt de ontwikkeling van groene stroom, maar is desondanks bezorgd over de impact van deze ambities op
de competitiviteit van de industrie in Wallonië.
In 2014 bedraagt de jaarlijkse meerkost voor het financieren van het mechanisme van groene certificaten 33.000€ 871.000€ - 2.305.000€ voor bedrijven die een jaarlijks elektrisch verbruik hebben van respectievelijk 2,5 – 100 – 500
GWh en dit, ondanks de inspanningen en investeringen voor het verbeteren van de energie-efficiëntie. Inderdaad,
deze bedragen zijn berekend, rekening houdend met de degressiviteit die wordt toegestaan aan de bedrijven die een
convenant onderschreven hebben.
Laten we erop wijzen dat in deze meerkost ‘GSC’ de meerkost (Elia ODV-tarief) niet is inbegrepen, meerkost die
gelinkt is aan de marktontwrichting en die sinds januari 2013 een sterke invloed heeft op de betrokken bedrijven.
De Waalse regering heeft in mei 2014 twee besluiten goedgekeurd die een reeks maatregelen van kracht laten
worden die eerder in 2012 besproken werden, namelijk:
de wettelijke verplichting voor de leverancier om het rechtstreeks indienen van GSC’s te aanvaarden door zijn
klanten die meer dan 20 GWh/jaar verbruiken;
wijziging van de degressiviteitstarieven en –schijven toegekend aan bedrijven die een convenant
onderschreven hebben;
vaststellen van jaarlijkse enveloppes per sector;
FEBELIEC vzw/asbl
Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles
Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be
TVA/BTW BE 0439 877 578
-
het in rekening nemen in het allocatieregime van een economische coëfficiënt en van de
elektriciteitsprijzen.
Doelstellingen Febeliec
Doelstelling 1: De vooropgestelde doelstellingen bereiken aan een lagere kost
Het toewijzingsmechanisme van certificaten moet elke oversubsidie ten voordele van de verschillende technologieën
vermijden. De subsidie moet bijgevolg rekening houden met:
 de reële meerkost t.o.v. de klassieke installaties. Zoals aangetoond door een studie van de CWaPE (CD10k09-CWaPE-306, 10/11/2010), is het nodig het aantal certificaten dat toegewezen wordt aan
productietechnologieën van groene stroom te herzien en te doen dalen. De voorgestelde wijzigingen zouden
het Waalse systeem van GSC veel doeltreffender maken, en zouden de kost voor de verbruiker sterk doen
dalen zonder evenwel de finale doelstelling van steun aan de productie van groene stroom op de helling te
brengen.
o Deels tegemoetgekomen door het in rekening nemen van een economische coëfficiënt in het
allocatieregime.
 de evolutie van de prijs van elektriciteit en van CO2 in de tijd. Wanneer de CO2- en/of elektriciteitsprijs hoog
zijn, stijgt de rentabiliteit van de investering en is een minder hoge subsidie vereist (en vice versa). In dit
kader zou de certificaatprijs moeten variëren in functie van de CO2- en/of elektriciteitsprijs. Dit kan
uitgevoerd worden aan de hand van een jaarlijkse wijziging van het boetebedrag (dat een directe impact
heeft op de marktprijs). Het decreet van 12 april 2001 (B.S.: 1/05/2001) betreffende de organisatie van de
elektriciteitsmarkt per gewest, voorziet deze mogelijkheid in artikel 53, § 2.
o Gedeeltelijk in rekening genomen via de integratie van de elektriciteitsprijs in het allocatieregime.
 De steun ontvangen voor investeringen. Het huidige toewijzingsmechanisme houdt geen rekening met de
investeringssteun en de fiscale aftrek. Men gaat dus uit van de hypothese dat het mechanisme van groene
certificaten het enige volwaardig steunmechanisme is om de verschillende productiemethodes te
ontwikkelen, wat niet correct is.
o Gedeeltelijk tegemoet gekomen door het in rekening nemen van een economische coëfficiënt in
het allocatieregime.
Daarbij moet bovendien de manoeuvreerruimte tussen de gegarandeerde prijs en de marktprijs redelijk zijn. Elke
producent van groene stroom ontvangt vandaag een aantal GSC op basis van de netto geproduceerde elektriciteit en
in functie van het percentage CO2-besparingen. Daarenboven wordt het aantal GSC aangepast in functie van de
performantie, de capaciteit en de rentabiliteit van de installatie.
De producent kan vervolgens hetzij zijn GSC op de markt verkopen (marktprijs), hetzij, als hij geniet van het
gegarandeerde prijsmechanisme (zie CWaPE), ze inruilen bij de lokale transportnetbeheerder tegen een garantieprijs
van 65€, netbeheerder die de overnamekost doorverrekent in het lokale transporttarief of in het distributietarief.
Gezien het overaanbod aan certificaten die door Elia, als lokale transportnetbeheerder, moeten worden aangekocht,
is het tarief van deze meerkost geëxplodeerd (1,1889€/MWh op 1/1/2012, 5,9445€/MWh op 1/10/2012 en
13,8159€/MWh op 1/1/2013). Elia verrekent deze meerkost op lineaire wijze (en dus zonder degressiviteit of
plafonnering) aan alle verbruikers aangesloten op het lokale transportnet of aan de distributienetten. Deze meerkost
weegt zwaar door op de competitiviteit van de bedrijven die in het Waalse Gewest gevestigd zijn. Samen met de UWE
heeft Febeliec geijverd voor een snelle oplossing voor dit probleem. Momenteel werd de degressiviteit die
toegestaan wordt aan bedrijven (85% indien vrijwillig akkoord en 50% voor de andere bedrijven)
opgenomen voor het jaar 2013 in het 2de luik van de budgettaire aanpassing en in een nieuw decreet voor
de komende jaren. Ondanks de officiële publicatie van deze documenten, loopt de toepassing van deze
degressiviteit vertraging op en betalen de betrokken bedrijven momenteel nog steeds het volledige tarief.
Deze degressiviteit moet dringend toegepast worden.
Doelstelling 2: Meer transparantie
Het is onaanvaardbaar dat sommige leveranciers de marktprijs betalen voor hun GSC, maar een hogere of zelfs de
boeteprijs doorrekenen aan hun klanten. In afwachting van een meer fundamentele aanpassing van het systeem zoals
FEBELIEC vzw/asbl
Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles
Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be
TVA/BTW BE 0439 877 578
hierboven voorgelegd, vraagt Febeliec dat de kost die gepaard gaat met hernieuwbare energie duidelijk op de factuur
vermeld wordt (zoals momenteel voorzien is). Daarenboven moet deze doorrekening opgevolgd en gecontroleerd
worden door de regulator (CWaPE), om een correcte uitvoering te garanderen.
o Voorzien in de ontwerpen van besluiten. De prijs van de GSC moet op de factuur vermeld staan (de
kost per KWh en de totale kost).
Doelstelling 3: De competitiviteit van de industrie vrijwaren
De totale kost voor de ontwikkeling van groene stroom kan de competitiviteit van de industriële bedrijven in Wallonië
sterk in het gedrang brengen.
Febeliec rekent op het Waalse gewest om ervoor te zorgen dat de methode van vrijstellingen voor de bedrijven
behouden wordt voor de periode 2013-2020. Daarnaast moet Wallonië, om de competitiviteit van haar industrie te
vrijwaren, ten volle gebruik maken van de mogelijkheden tot plafonnering van de meerkosten die gepaard gaan met
groene elektriciteit, zoals voorzien in de nieuwe Europese richtlijnen inzake staatssteun.
Het is essentieel dat de impact van het certificatensysteem op de markt voor biomassa, en vooral hout, en dus ook op
de competitiviteit van de industrie, in rekening wordt genomen. Het systeem van groene certificaten moet de
fundamentele principes van het doeltreffend gebruik van de bronnen absoluut respecteren, en vooral de voorrang van
materiaalvalorisatie op energetische valorisatie. Het systeem van groene certificaten kan de energetische valorisatie
van gerecycleerd hout dus niet blijven subsidiëren.
Doelstelling 4: de bevoorradingszekerheid vrijwaren
Quota van dit hoge niveau voor groene stroom en WKK kunnen niet worden bereikt met intermittente bronnen
zonder dat wordt gezorgd voor back-up en/of opslag van energie. Daarom valt het te verkiezen dat een aanzienlijk
deel van deze elektriciteit wordt geleverd door kwaliteits-WKK-installaties op aardgas die, voor eenzelfde elektrisch
vermogen, meer CO2 besparen, een stabielere stroomvoorziening leveren en minder steun vergen. Febeliec dringt dan
ook aan op de afschaffing van de limiet van 20 MW, die momenteel de rentabiliteit van industriële WKK-installaties
ondermijnt. Deze drempel van 20 MW, die ingevoerd werd om o.a. de impact van het
groenestroomcertificatensysteem op hout gebruikt als grondstof te beperken, blijft volledig gerechtvaardigd voor
biomassa.
FEBELIEC vzw/asbl
Diamant Building, Bld. A. Reyerslaan 80, 1030 – Brussel/Bruxelles
Tel: +32 (0)496 59 36 20, e-mail: [email protected], www.febeliec.be
TVA/BTW BE 0439 877 578