2014.07.09 Nota van Inlichtingen

Download Report

Transcript 2014.07.09 Nota van Inlichtingen

Nota van Inlichtingen
herontwikkeling Fort Everdingen
Deel I
Versie 3.0
Datum
Status
9 juli 2014
Definitief
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
Colofon
Projectnaam
Projectnummer
Locatie
Projectleiders
Contactpersoon
Auteurs
Fortenontwikkeling
101574
H:\9. FORTEN HONSWIJK - EVERDINGEN\4.
ONTWERPFASE\4.3 Ontwerpfase\Verkoop fort
Everdingen\Nota van Inlichtingen\Nota I\2014.7.09 Nota
van Inlichtingen DEF.doc
G.M.W.(Michel) Ronden
J.A. (Jan) Vrielink
G.M.W. Ronden
Projectleider
M 06-21689968
Kernteam Bovenregionale Gebiedsontwikkeling
St. Jacobsstraat 200 | 3511 BT Utrecht
Postbus 20021 | 3502 LA Utrecht
Voorbereidingsteam Fortenontwikkeling
Pagina 2 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
Inhoud
Colofon—2
1
1.1
1.2
Inleiding—4
Inleiding—4
Leeswijzer—4
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Nota van Inlichtingen—5
Herontwikkelings- en selectieleidraad Fort Everdingen—5
De Eigen Verklaring—8
Ruimtelijk Kwaliteitkader Fort Everdingen—8
De Verkoopinformatie Fort Everdingen—10
Overige vragen—14
Pagina 3 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
1
Inleiding
1.1
Inleiding
De openbare procedure voor de herontwikkeling van het Fort Everdingen te Vianen /
Culemborg bood de mogelijkheid om schriftelijk, bij voorkeur per e-mail, vragen te
stellen over het thans lopende proces van inschrijving. In de Herontwikkelings- en
selectieleidraad d.d. 11 juni 2014 is hiervoor de ruimte geboden tot woensdag 25
juni 2014 tot 10.00 uur. De Nota van Inlichtingen is uiterlijk binnen 14 dagen na
deze uiterste inleverdatum van de vragen te downloaden van de website
www.forteverdingen.com.
Van de mogelijkheid tot het stellen van vragen is gebruik gemaakt. Daarnaast zijn
tijdens de bezichtiging op woensdag 18 juni 2014 enkele vragen gesteld waarvan de
antwoorden ook in deze Nota van Inlichtingen zijn opgenomen.
1.2
Leeswijzer
De vragen uit de reacties zonder een ‘gerechtvaardigd commercieel belang’ zijn in
deze Nota van Inlichtingen opgenomen. Om het geheel overzichtelijk te houden zijn
ze niet per reactie gerubriceerd maar naar de specifieke onderdelen van het
inschrijvingsproces c.q. het bijbehorend document waar de vraag feitelijk over gaat.
Na elke vraag wordt direct het antwoord van de projectorganisatie gegeven.
Mocht een vraag leiden tot een verruiming of wijziging van het inschrijvingsproces,
de randvoorwaarden of de uitgangspunten voor de herontwikkeling, dan wordt dit
expliciet in een afzonderlijk omkaderd stuk tekst weergegeven.
Pagina 4 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
2
Nota van Inlichtingen
2.1
Herontwikkelings- en selectieleidraad Fort Everdingen
Over de Herontwikkelings- en selectieleidraad Fort Everdingen (met name het
procesmatige gedeelte) zijn de volgende vragen gesteld:
2.1.1
Graag ontvangen wij de aandachtspuntenlijst die de
‘beoordelingscommissie’ zal hanteren bij het scoren op de genoemde
criteria op bladzijde 23 en bladzijde 24.
De kwalitatieve beoordeling van de ingediende plannen vindt uitsluitend
plaats met de beschreven criteria op bladzijde 23 en bladzijde 24 van de
selectieleidraad en de inhoud van het Ruimtelijk Kwaliteitskader. Er is
geen sprake van een afzonderlijke ‘aandachtspuntenlijst’.
2.1.2
Op welke wijze wordt het beoordelingsproces vormgegeven en geborgd?
Bij de beoordeling wordt de volgende aanpak gevolgd:
•
•
•
•
2.1.3
Inschrijvingen worden beoordeeld op tijdigheid (fatale tijdstip) en
compleetheid van de gevraagde documenten (paragraaf 4.6).
Incompleetheid leidt tot uitsluiting van de inschrijving.
De inschrijvingen worden vervolgens door de leden van de
Beoordelingscommissie individueel beoordeeld. Zij vullen een
beoordelingsformulier in op de eerste vier van de onderscheiden
criteria. Met betrekking tot het vijfde criterium van economische
duurzaamheid vindt een beoordeling door deskundigen plaats.
De individuele scores, inclusief beoordeling deskundigen, worden door
de secretaris van de Beoordelingscommissie (die zelf niet deelneemt
aan de beoordeling) samengevoegd in overzichtsmatrix en vervolgens
besproken in de voltallige Beoordelingscommissie. In gezamenlijk
overleg en consensus, onder begeleiding van een voorzitter, wordt een
eindoordeel bepaald per inschrijving.
De secretaris maakt een verslag van de uitkomsten van de bespreking
en de eindbeoordeling.
Pagina 13: de EODD heeft de begane grond van de centrale toren regulier
gebruikt en voorzien van een verwarmingsinstallatie. Kan de nieuwe
eigenaar op dezelfde manier gebruik maken van die betreffende ruimten?
Zo nee, waarom niet?
Ja.
De EODD gebruikte in de centrale geschutstoren niet de gehele begane
grond, maar uitsluitend 3 ruimtes (nummer 15, 16 en 17 – zie plattegrond
www.forteverdingen.com). Het jaarrond gebruik was vrij extensief en
bestond voornamelijk uit röntgenonderzoek aan munitie en explosieven.
Deze 3 ruimtes werden jaarrond verwarmd, waardoor ook opwarming
plaats vond van aangrenzende ruimtes in de eronder gelegen
kelderverdieping, de begane grond zelf en de 1ste verdieping. Voorzetting
van het extensief gebruik van deze 3 ruimtes is in principe toegestaan.
Pagina 5 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
Door uitschakeling van de verwarming kunnen deze 3 ruimtes - en
daarmee ook de aangrenzende ruimtes – eventueel ook geschikt worden
voor ingebruikname door vleermuizen. Dit biedt een goede compensatiemogelijkheid voor het sneller en volledig ontwikkelen van Bomvrij Gebouw
A1 en de complete Contrescarpe (zie ook Ruimtelijk Kwaliteitskader
bladzijde 61).
2.1.4
Pagina 17: waterschade gebouw 2 en 3: is er nog mogelijkheid gevolgen
dijkverzwaring te verhalen op het waterschap, of is er alleen de afspraak
dat t.z.t. het waterprobleem wordt opgelost in de zin van dat het
waterschap ervoor zorgt dat het terrein voldoende afwatert om de houten
gebouwdelen boven water te houden? Wat is de feitelijke tekst van de
overeenkomst? ‘Een technische oplossing om het probleem te verhelpen’
is een tamelijk zachte formulering….
Nee.
Er is alleen een afspraak gemaakt met het Waterschap Rivierenland dat de
problematiek van genoemde waterschade duurzaam wordt opgelost
tegelijkertijd met de geplande verzwaring van de Lekdijk. In het contract
met de opdrachtnemer/aannemer van de Lekdijkversterking is over dit
punt de volgende tekst opgenomen:
Er dient een voorziening te zijn getroffen die waterschade aan het
gebouw voorkomt door gebruik te maken van natuurlijke
afvoer/drainage: - locatie: BF 114-16 Noordelijk deel, - in overleg met
Dienst Landelijk Gebied, - géén pompen.
n.b. de genoemde ‘waterschade’ betreft overigens Bomvrij Gebouw A1 en
de Gebouwen (artillerieloodsen) 1 en 2, dus niet artillerieloods Gebouw 3.
2.1.5
Pagina 17: wat is het tijdspad van de oplossing voor het voorgenoemde
waterprobleem? Bestaat er een kans dat op de volledige oplossing wellicht
nog 10 jaar gewacht moet worden, dan is de loods definitief in elkaar
gezakt.
De aannemer heef de contractuele verplichting aan deze eis te voldoen
binnen zijn contractperiode en dat is uiterlijk eind 2016. Mogelijk dat het
probleem eerder wordt aangepakt, maar door de zeer recente gunning van
de Lekdijkversterking door het Waterschap Rivierenland ligt thans nog
geen planning voor op dit punt. De planning en de voortgang van de
Lekdijkversterking wordt gepubliceerd op de website van het waterschap,
www.waterschaprivierenland.nl – Dijkverbetering – Projecten – HagesteinOpheusden.
2.1.6
A]. Pagina 18: waar komt de uiteindelijke eigendomsgrens precies te
liggen? Het waterschap krijgt de noordelijke rand van oost tot west, in een
bepaalde maat vanaf de waterlijn? Knotwilgen, wandelpad,
meidoornhagen en hekwerk op terrein waterschap?
B]. Elders (Kwaliteitskader pagina 21) wordt gesteld dat de militaire
‘scherpe’ terreininrichting/contour terug moet komen. Is dit geregeld in
combinatie met de dijkverhoging? Is daar planuitwerking van beschikbaar?
A]. De beoogde eigendomsgrens van de kernzone van de Lekdijk komt te
liggen bij de teen van de dijk, direct op de waterlijn. Over gaan dus in
eigendom - en daarmee ook het beheer en onderhoud - de gehele
Pagina 6 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
noordwal van het fort inclusief meidoornhagen, knotwilgen op de
buitentaluds van de dijk, de bovenzijde van de dijk, inclusief het openbaar
wandelpad.
B]. Ja.
Bij de voorbereiding van de Lekdijkversterking is rekening gehouden met
het bijzondere (militair) karakter van de noordwal als integraal onderdeel
van het rijksmonument. Vanuit behoud van het karakter van het
verdedigingswerk is gekozen om de dijk ‘vierkant te verhogen’ en geen
aanpassingen te doen aan het profiel. De verbindingsdammen (aan de
west- en de oostzijde van het fort) zijn zo slank als mogelijk ontworpen.
Aan de west zijde is het van groot belang dat de as van de toegangsweg
en de kruin van de dijk (richting Everdingen) in één lijn gehandhaafd blijft
liggen. Aan de oostzijde van het fort worden aan weerszijden van het
inlaatwerk (de Beersluis) slanke verbindingsdammen gemaakt met steile
taluds. Ter illustratie van het voorgaande is toegevoegd aan de Nota van
Inlichtingen (‘downloads’ www.forteverdingen.com) het definitieve
kaartbeeld van het ontwerp inclusief dwarsprofielen. Voor meer informatie
over de planuitwerking wordt verwezen naar het Waterschap Rivierenland.
2.1.7
Waar ligt de eigendomsgrens precies? Binnen of buitenzijde waterpartij,
inclusief/exclusief oever (en verplichting tot onderhoud ervan)?
De eigendomsgrens van het fort ligt aan de buitenzijde van de fortgracht
direct tegen het aangrenzende dijk- of wegtalud aan. Het beheer en
onderhoud van het aangrenzende dijk- of wegtalud ligt niet bij de eigenaar
van het fort.
2.1.8
Pagina 22: welke verklaring wordt er precies verwacht van de financier
van het plan? Het is denkbaar dat in oktober er nog onvoldoende overzicht
is hebben in specifieke lasten en baten van het herontwikkelingsproces,
waardoor een financier ook zijn voorbehouden zal maken. Hoe wordt hier
mee omgegaan?
In de selectieleidraad is sprake van een Intentieverklaring van de
financier. Aangezien het om een Intentieverklaring gaat kan er zeker nog
sprake zijn van een voorbehoud, maar voor de beoordeling van dit
onderdeel is de mate van voorbehoud en de onderdelen waarop dit
voorbehoud wordt gemaakt mede bepalend.
2.1.9
Pagina 24: op basis waarvan wordt al dan niet besloten partijen uit te
nodigen een presentatie te geven? Wanneer wordt dat bekend gemaakt?
Is het niet duidelijker dan een fasering in de selectie te maken, waarbij in
de tweede fase een beperkt aantal partijen gevraagd wordt hun plan te
presenteren (en hen daarvoor ook de gelegenheid te geven die voor te
bereiden). Nu wordt enerzijds de in te zenden informatie beperkt (tot
8000 woorden op 20 A4), anderzijds een open einde gehouden.
De beoordeling van de plannen vindt plaats op basis van de criteria zoals
genoemd in de selectieleidraad. Op basis hiervan vindt de
rangschikking/selectie plaats. Het kan zijn dat voor de aanscherping van
de beoordeling op het onderdeel van de economische duurzaamheid (het
bedrijfsplan in combinatie economische haalbaarheid) een gesprek met
ondernemer zinvol wordt geacht. Omdat het gaat om een verdere
aanscherping van de beoordeling zal een dergelijk gesprek alleen
Pagina 7 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
plaatsvinden met die indieners die door middel van een dergelijke
aanscherping nog in aanmerking kunnen komen om als eerste uit de
selectie te komen.
2.2
De Eigen Verklaring
Over de Eigen Verklaring Fort Everdingen zijn geen vragen gesteld.
2.3
Ruimtelijk Kwaliteitkader Fort Everdingen
Over het Ruimtelijk Kwaliteitskader Fort Everdingen zijn de volgende vragen
gesteld:
2.3.1
Het geheel is een Rijksmonument. In hoeverre moeten de bestaande
gebouwen in de nieuwbouw/herontwikkeling terugkomen: is in theorie
volledige sloop ook toegestaan? Moeten bestaande gebouwen
herontwikkeld worden, of mogen ze eventueel onaangeroerd blijven
liggen?
Nee.
Alle bestaande gebouwen (met uitzondering van de te slopen
garageboxen, BOS-hok, Schietbunker en Fosforhok) hebben een status als
Rijksmonument. Slopen is niet toegestaan. Het is geen verplichting om
bestaande (monumentale) gebouwen in herontwikkeling te nemen, c.q.
een nieuwe bestemming te geven. Die keuze is voorbehouden aan de
ondernemer. Wel is er de verplichting om monumentale gebouwen in
stand te houden en voor verder verval te behoeden.
2.3.2
Zijn aanpassingen aan de buitenschil van de contrescarpe toegestaan?
Denk hierbij aan het creëren van lichtopeningen aan de afgesloten zijde
en/of het toegankelijk maken van de eerste verdieping
Ja.
De uitwerking van dit idee is een ontwikkelingstraject in nauwe
samenspraak met bevoegd gezag, waarbij onder andere de impact op de
monumentale waarde en de natuurwaarde gewogen zal worden.
2.3.3
De centrale geschutstoren is vanwege de vleermuizen te gebruiken van
april tot en met oktober. Daarna is het gebruik beperkt ter voorkoming
van verstoring van de vleermuizen. Wat wordt verstaan onder ‘beperkt
gebruik’?’
Gebruik en rondleidingen in de centrale geschutstoren is mogelijk in de
periode april tot en met half juli (niet oktober!), mits bepaalde ruimtes
met vleermuiswaarden worden ontzien. Een concrete uitwerking hiervan
dient door een ter zake deskundige te worden uitgewerkt. Buiten deze
periode is er geen ‘beperkt’ gebruik, maar helemaal géén gebruik
mogelijk, met uitzondering van de ruimtes 15, 16 en 17 (zie ook antwoord
op vraag 2.1.3).
2.3.4
Als alternatieven worden gevonden zoals nieuwe huisvesting of
bouwkundige aanpassingen in de centrale geschutstoren zodat er geen
verstoring optreedt, is dat toegestaan?
Pagina 8 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
Nee.
De geschutstoren op fort Everdingen betreft een dusdanig unieke locatie
voor vleermuizen, dat hier binnen de huidige wetgeving geen
mogelijkheden liggen voor ingebruikname, anders dan in vraag 2.1.3 is
aangegeven.
2.3.5
Pagina 42: het referentiebeeld linksboven op de pagina suggereert
toevoeging van kleine bouwmassa’s op de walcontour (i.t.t. eerder
weergegevens wensprofiel). Is dit werkelijk de bedoeling? Zo nee, wat
suggereert het wel?
Het kaartbeeld en de omschreven criteria zijn bepalend. De
referentiebeelden zijn inspirerend bedoeld, niet letterlijk.
2.3.6
Pagina 42: het referentiebeeld van de glaskap van het British Museum
suggereert de mogelijkheid een grote glasoverkapping te realiseren over
een buitenruimte (in de omvang van een fortsegment). Is dat werkelijk
een optie? Zo nee, wat suggereert het beeld wel?
Een glazen overkapping is niet bij voorbaat uitgesloten. Elders in de
Waterlinie wordt dit principe ook toegepast, zoals bij Fort bij de Nieuwe
Steeg (Geofort). De uitwerking van dit idee is een ontwikkelingstraject in
nauwe samenspraak met bevoegd gezag, waarbij onder andere de impact
op de monumentale waarde en de natuurwaarde gewogen wordt.
2.3.7
Pagina 45: het voorschrijven van het gebruik van het handboek
liniemeubilair lijkt op een ongewenste koppelverkoop, die in potentie tot
veel ongewenste discussie zou kunnen leiden. De ontwerpers claimen
auteursrecht en royalty’s op het gebruik ervan, waardoor verplicht gebruik
opleggen niet juridisch houdbaar lijkt. Kan de relatie tussen
kwaliteitskader en handboek worden opengebroken?
Ja.
Toepassing van het Handboek Liniemeubilair kan en zal niet verplichtend
worden gesteld. Het is echter wel van belang het gedachtegoed en de
daaruit voortvloeiende beeldkwaliteit te betrekken bij de planvorming en
uitvoering. Er wordt in de beoordeling (zie selectiecriteria) waarde gehecht
aan behoud en ontwikkeling van het karakter van de Waterlinie.
2.3.8
Pagina 61: heeft ‘opschoning’ van het huidig fortprofiel geen ongewenste
gevolgen (functieverlies) voor de vleermuispopulatie, of kan dit
ongesanctioneerd uitgevoerd worden conform doorsnede op p.31 ?
Het Ruimtelijk Kwaliteitskader is afgestemd met vleermuisdeskundigen.
De principedoorsnede op bladzijde 31 geeft het streefbeeld weer ten
behoeve van verbetering van de herkenbaarheid van de buitenzijde van de
fortwal. Het is echter noodzakelijk de planuitwerking / detaillering
integraal te blijven oppakken. Het gaat daarbij niet zo zeer over de
‘opschoning’ zelf, maar tijdstip in het jaar zodat de negatieve invloed op
de (fouragerende) vleermuizen minimaal is.
2.3.9
Welke termijn is er gekoppeld aan het slopen / verwijderen van enkele
genoemde gebouwen?
Termijn is afhankelijk van de planning wijziging bestemmingsplan.
Pagina 9 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
De betreffende 3 prefab betonnen garageboxen en het Gebouw G (de BOS
loods wat staat voor Branstof-Olie-Smeermiddelen) kunnen gedurende de
start van de herontwikkeling nog tijdelijk worden gebruikt voor
uiteenlopende doeleinden.
Termijn voor sloop niet monumentale objecten.
In de akte van levering zal worden opgenomen dat binnen een periode
van 3 maanden na het onherroepelijk worden van de nieuwe bestemming
de sloop van de te verwijderen objecten (zie bladzijde 33 Ruimtelijk
Ontwikkelingskader) moet zijn gerealiseerd.
2.4
De Verkoopinformatie Fort Everdingen
Over de Verkoopinformatie (opgenomen in de selectieleidraad, beschikbaar gestelde
rapporten, kaartmateriaal, onderzoeken e.d.) van Fort Everdingen zijn de volgende
vragen gesteld:
2.4.1
Zijn er abonnementen van Monumentenwacht en bijbehorende rapporten
beschikbaar?
Nee.
Het ministerie van Defensie heeft geen abonnement gehad op de
Monumentenwacht, derhalve zijn er ook geen rapporten beschikbaar.
2.4.2
Heeft Monumentenwacht een inspectie gedaan en een opgave gegeven
van de te maken consolidatie / restauratie / onderhoudskosten?
Ja.
In de maand april 2014 heeft Monumentenwacht Utrecht in opdracht van
de provincie Utrecht een quick-scan uitgevoerd op fort Everdingen. Daarbij
is gekeken naar de bouwkundige staat van de (rijks)monumentale
gebouwen en een eerste kostenindicatie opgesteld voor het herstel van
eventueel geconstateerde bouwkundige gebreken en eventueel
achterstallig onderhoud. Het is dus géén begroting voor een volledige
restauratie van de gebouwen, die vaak gekoppeld is aan verdere
bouwkundige ingrepen ten behoeve van een nieuwe bestemming. Deze
rapportage wordt tegelijk met de Nota van Inlichtingen gepubliceerd op de
website www.forteverdingen.com. Aan de quick-scan en geschatte kosten
kunnen geen rechten worden ontleend in het verdere
herontwikkelingsproces. [ n.b. op de gepubliceerde documenten blijken
enkele benamingen van de gebouwen niet te kloppen, eveneens ontbreekt
een gedeelte van Bomvrij Gebouw A1 – de bovenverdieping / zodra deze
informatie is aangepast / aangevuld wordt dit op de website geplaatst ].
2.4.3
Is er ooit een restauratieplan of –begroting gemaakt en is dat
beschikbaar?
Nee.
Er is tot op heden geen restauratieplan voor het fort opgesteld.
2.4.4
Zijn er cijfers beschikbaar van de restauratiekosten per gebouw?
Zijn er historische gegevens beschikbaar die een nadere indicatie zouden
Pagina 10 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
kunnen vormen voor de te verwachten exploitatie- en onderhoudskosten
van terrein en gebouwen? Zijn er historische gegevens (inhoudelijk en
financieel) beschikbaar van onderhoud- en restauratiewerkzaamheden aan
de diverse gebouwen?
Nee.
De kosten voor restauratie van de gebouwen zijn direct gekoppeld aan de
nieuwe bestemming en daarvoor benodigde herinrichtings- en
verbouwingsopgave. Omdat de uiteindelijke bestemmingen vooralsnog
onbekend zijn is hier niet aan gerekend.
2.4.5
Hoe wordt omgegaan met de onderhoudskosten en renovatiekosten gezien
deze zo hoog liggen? Hoe kijken de overheden daarnaar? Hoeveel
verwachten de verkopende partijen aan onderhoudskosten per jaar dat de
initiatiefnemer minimaal investeert (indicatief)?
Onderhoud moet in principe uit de exploitatie worden gefinancierd. Voor
restauratie zijn er wellicht mogelijkheden om de kosten voor monumentale
gebouwen in het kader van de subsidieregelingen van de provincie
Gelderland tot 50% vergoed te krijgen. Vanuit het programma Nieuwe
Hollandse Waterlinie kan men bij de provincie Gelderland een aanvraag
voor subsidie indienen.
Over de minimale (indicatief) te verwachten onderhoudskosten kunnen
geen uitspraken gedaan worden, omdat deze kosten direct gerelateerd zijn
aan de beoogde functies / bestemming van de individuele gebouwen en
het door de initiatiefnemer gekozen beheer van de buitenruimte.
2.4.6
A]. is het mogelijk het Natuurbeheerplan te krijgen zoals besproken in
Utrecht?
B]. zijn de aanvliegroutes bekend van de vleermuizen, net zoals bij fort
Honswijk?
A]. Ja.
Deze informatie is op te vragen bij de provincie Utrecht, www.provincieutrecht.nl. Voor het fort Everdingen bestaat nog geen Natuur(beheer)plan.
B]. Ja.
Vliegroutes voor de vleermuizen zijn voor de plannen en de
herontwikkeling in principe niet van belang, alleen het tijdstip waarop ze
paren en zwermen is relevant.
Op het forteiland liggen twee vliegroutes van watervleermuizen. Het
merendeel van de dieren vliegt weg via de randen van de contrescarp.
Dieren vliegen in noordelijke en zuidwestelijke richting weg. Deze
vliegroute is het minst belast met verlichting (door een enkele niet goed
werkende lantaarnpaal). De gewone dwergvleermuizen komen aan de
zuidelijke zijde het forteiland op. Mogelijk zijn deze dieren
afkomstig uit de kraamkolonie die bekend is tussen de Diefdijk en de A2.
Bron: Jansen, E.A., 2010. De vleermuisfuncties van Fort Everdingen; Een
tweede blik. Zoogdiervereniging rapport 2009.039. Zoogdiervereniging,
Arnhem. Dit rapport is toegevoegd aan www.forteverdingen.com.
2.4.7
A]. hoeveel m2 nieuwbouw mag er worden toegevoegd? Dit in verband
met verkrijgen financieel hogere draagkracht.
Pagina 11 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
B]. Moet de dijk zijn waterwerende functie behouden aan de NIET
Lekzijde. Dit gezien de mogelijkheden voor lichttoegang
(lichtkokers/koepels) voor ondergrondse bebouwing zoals in andere forten
is toegebracht?
A]. Nieuwbouw op fort Everdingen is toegestaan 1) binnen de contouren
op de zuidwestelijke bastion en 2) binnen de contouren in de ronding van
de toren. Daarnaast is het mogelijk beperkt ruimte toe te voegen aan
historische gebouwen, conform bestaande kaders, waaronder de
monumentenwet (Ruimtelijk Kwaliteitskader bladzijde 40-43). De
uitwerking hiervan is een ontwikkelingstraject in nauwe samenspraak met
bevoegd gezag, waarbij onder andere de impact op de monumentale
waarde en de natuurwaarde gewogen wordt.
Er is bewust geen maximaal toegestane oppervlakte aan nieuwbouw
vastgesteld. Enerzijds omdat die oppervlakte hoe dan ook al wordt
gelimiteerd door de contouren van de twee nieuwbouwlocaties en
anderzijds ook sterk kan fluctueren door een uitgekiend ontwerp bij zowel
de nieuwbouw als de vergroting binnen de kaders van de monumentenwet
van de bestaande monumenten, bijvoorbeeld met (gedeeltelijk)
ondergronds bouwen. Het vóóraf geven van een hard getal aan toegestane
vierkante meters nieuwbouw kan zeer beperkend werken in het creatieve
proces om tot een passende invulling van de nieuwbouw te komen.
B]. De dijk aan de zuidzijde heeft geen primaire waterkerende functie.
Uitgangspunt in het ruimtelijk kwaliteitskader is dat het aangezicht en het
gesloten militair karakter van de buitenomwalling vanaf de buitenzijde van
het fort behouden moet blijven. Nieuwbouw moet ondergeschikt zijn aan
de groene contour van de fortwal en mag het silhouet niet verstoren. Dit
geldt ook voor bouwkundige ingrepen horende bij een (grondgedekt)
gebouw aan de binnenzijde van de contour. Maar in hoeverre een zeer
subtiele ingreep voor lichttoetreding in de wal voldoet aan dit criterium is
pas te beoordelen als er een concreet voorstel ligt. Het kwaliteitskader
geeft hoofdlijnencriteria en de beoordeling van concrete voorstellen is
maatwerk aan de hand van het totaal-concept.
2.4.8
Het fort is gemaakt om onder andere zelfvoorzienend te zijn. Hoe staan
overheden hier tegenover om deze functie te behouden en te brengen
naar huidige maatstaven (onder andere zonnepanelen, karakter behouden
verwerkt).
Duurzaamheid op zich is geen selectiecriterium bij de beoordeling van de
voorgestelde planontwikkeling.
De verdere uitwerking van dit idee is een ontwikkelingstraject in nauwe
samenspraak met bevoegd gezag, waarbij onder andere de impact op de
monumentale waarde en de natuurwaarde gewogen wordt.
2.4.9
Zijn onder ‘documenten’ te downloaden ‘bouwtekeningen’ en ‘kaart en
plattegronden’ ook digitaal beschikbaar worden gesteld in dwg- of dxfformaat (Autocad-achtige tekeningen)?
Ja.
De plattegronden van de individuele gebouwen zijn eveneens beschikbaar
in DGN-Microstation en DWG-Autocad. Deze worden toegevoegd aan de
Pagina 12 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
map ‘downloads’ in www.forteverdingen.com.
Nee.
De overige kaarten zijn alleen beschikbaar in de geplaatste Pdf-versies.
2.4.10
Zijn er van het terrein ook waterpassing, hoogtekaarten, profielen met
hoogten beschikbaar (bij voorkeur als dwg/dxf-bestand)? De in de stukken
voorkomende profielen zijn niet gemaatvoerd, kan dat alsnog?
Nee.
Deze stukken zijn niet beschikbaar.
2.4.11
Zijn er van de gebouwen naast de plattegronden ook gevelaanzichten en
doorsneden beschikbaar (bij voorkeur als dwg/dxf-bestand)?
Ja.
Er zijn diverse (technische) tekeningen en geveltekeningen aanwezig,
maar alleen als Tif-bestand. Deze worden toegevoegd aan de map
‘downloads’ in www.forteverdingen.com.
2.4.12
A]. Is er een inventarisatie van boomaanplant / overige begroeiing
aanwezig? Locatie, soorten, ouderdom, stamdiameter, hoogte. Zijn er
beschermingswaardige bomen aangewezen (buiten de laanbeplanting)?
B]. Hoe verhoudt zich de wens ‘een met gras begroeide aarden wallen met
daarboven monumentale boomkronen moeten ook in de toekomst het
beeld bepalen’. (p. 27 kwaliteitskader) tot de gewenste doorsnedeprofiel
zonder boomkruinen (p. 31 kwaliteitskader)?
A]. Nee.
Momenteel is de Stichting Honswijk – Everdingen in het kader van de
Gelderse pilot Beheer Nieuwe Hollandse Waterlinie bezig deze
inventarisatie op te stellen en een beheersvisie te ontwikkelen voor een
duurzaam beheer van de buitenruimte van fort Everdingen. Beschikbaar is
alleen een overzichtskaart van de Defensie met daarop aangegeven de
typen beplantingen op het fort. Deze wordt toegevoegd aan de betreffende
map in www.forteverdingen.com.
B]. Deze twee wensbeelden hebben geen relatie met elkaar: de opmerking
op bladzijde 27 betreft de omwalling van de contrescarpe die omgeven
wordt door grote monumentale bomen en de oprijlaan naar de entree met
de wens het aanzien hiervan in stand te houden.
Het doorsnedenprofiel op bladzijde 31 heeft te maken met de
buitenomwalling en de wens de karakteristieke militaire uitstraling van de
haag met knotwilgen met ervoor de meidoornhaag niet te laten verruigen.
2.4.13
A]. wat zijn de waterhoogten in de diverse waterpartijen? (noord- en
zuidgracht, zomer- en winterpeilen, maximaal door waterschap
gehanteerde fluctuaties).
B]. is de conclusie uit het waterbodemonderzoek van de Grontmij juist dat
de waterdiepte gemiddeld zo’n 100-150 cm is en dat er een laag slib van
ook ongeveer 70 cm ligt?
A]. De door het Waterschap Rivierenland gehanteerde zomer- en
Pagina 13 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
winterpeil in de noordgracht is af te lezen uit bijgaand door het
waterschap beschikbaar gestelde kaartbeeld. Op het zuidelijk gedeelte van
de fortgracht worden door het waterschap geen peilen aangegeven.
B]. Deze conclusie klopt deels: de waterdiepte is inderdaad 100-150 cm.
De dikte van de sliblaag fluctueert echter: voor de noordgracht gemiddeld
0,66 centimeter, voor de zuidwal gemiddeld 0,55 centimeter en voor het
Inundatiekanaal gemiddeld 0,68 centimeter (Bron: Waterbodemonderzoek
Grontmij, 22 september 2011, bladzijde 13).
2.4.14
Is er medewerking denkbaar aan een plan dat een samenhangend maar
divers scala van diverse kleinschalige activiteiten op het terrein denkt te
ontwikkelen?
Ja.
De herontwikkeling mag in principe bestaan uit meerdere functies voor
diverse gebouwen, terreingedeelten. De daadwerkelijke mogelijkheden
hangen af van het ingediende plan in relatie tot het Ruimtelijk
Kwaliteitskader.
2.5
Overige vragen
Naast de bovenstaande vragen gekoppeld aan specifieke documenten in het
inschrijvingsproces fort Everdingen zijn de volgende vragen gesteld:
2.5.1
Kan men inzicht krijgen in de partijen die belangstelling hebben getoond in
Fort Everdingen? Wij denken dat het zowel deelnemers als de overheid
kan helpen: wanneer goede teams gevormd worden, ontstaan volledigere
plannen.
Nee.
Deze vraag is door meerdere partijen gesteld. Het is echter niet aan de
aanbiedende dienst om te zorgen dat er kansrijke samenwerkingsverbanden ontstaan die vervolgens kunnen inschrijven. Vanuit zowel
commerciële overwegingen, als vanuit het oogpunt van privacy, is het niet
toegestaan informatie over mogelijke inschrijvers op enigerlei wijze
openbaar te maken.
Pagina 14 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
Om toch aan deze vraag tegemoet te komen biedt de Dienst Landelijk
Gebied partijen die dat willen de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. In
de procedure ( paragraaf 4.2) wordt een voorziening hiervoor toegevoegd.
Ontmoetingsmoment voor initiatiefnemers
Dienst Landelijk Gebied biedt partijen die behoefte hebben om elkaar te
ontmoeten een ontmoetingsmoment.
Wanneer:
Week 32 – Donderdag 7 augustus 2014
Tijdstip:
10.00 uur – 12.00 uur
Locatie:
Fort bij Everdingen.
Aanmelding: [email protected] (o.v.v. ‘ontmoeting’)
Bij een te geringe respons wordt volstaan met het uitwisselen van de
contactgegevens van partijen die elkaar willen ontmoeten.
2.5.2
Is tijdelijke bewoning mogelijk voor de beginfase van het project?
Adressering voor tijdelijke bewoning/exploitaties en latere bewoning/
exploitaties in verband met meerdere bedrijfjes en meerdere particulieren.
Hoeveel maximaal (indicatief).
Ja.
In principe is hiervoor alleen de Fortwachterswoning direct geschikt en in
gebruik te nemen. Er is op voorhand geen maximaal indicatief aantal
bewoners te geven voor het gehele fort. Bewoning in de tijdelijke situatie
moet, net als in de definitieve situatie, echter altijd aantoonbaar
ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie (zie ook selectieleidraad bladzijde
10). Dit vanwege het terughoudend beleid van de gemeenten ten aanzien
van nieuwe woningen in het buitengebied.
2.5.3
A]. Bij wie OZB belasting, gemeentelijke belastingen, WOZ e.d. te
betalen?
B]. Wat wordt de WOZ-waarde?
A]. De WOZ-waarde wordt getaxeerd door de gemeenten Vianen en
Culemborg afzonderlijk, voor ieder hun eigen gedeelte van het fort.
Uiteraard zal overleg worden gevoerd om tot een goede afstemming te
komen in de waardestelling. De belastingen zelf worden geïnd door de BSR
(Belasting Samenwerking Rivierenland).
B]. De WOZ waarde van fort Everdingen wordt volledig bepaald door de
daadwerkelijke invulling van de herontwikkeling naar een nieuwe
bestemming en daar aan gekoppelde herinrichting van het terrein en de
gebouwen.
2.5.4
In hoeverre wordt de identiteit geprofileerd naar de buitenwereld bepaald
door de Nieuwe Hollandse Waterlinie? Is het bijvoorbeeld mogelijk om je
eigen identiteit te profileren naast de Nieuwe Hollandse Waterlinie?
Ja.
De 45 forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie vormen tezamen een
groot deel van dé identiteit van deze linie. De waterlinie is een sterk
beeldmerk voor communicatie en marketing van de individuele forten. Hier
kan gebruik van worden gemaakt. Uiteraard is het mogelijk om daarnaast
Pagina 15 van 16
Definitief | Nota van Inlichtingen herontwikkeling Fort Everdingen Deel I | 9 juli 2014
een eigen identiteit te profileren, dat staat de initiatienemer vrij. Een mooi
voorbeeld is ‘Geofort’ dat het beeldmerk is geworden van Fort bij de
Nieuwe Steeg. ‘Kunstfort Asperen’ is een ander aansprekend voorbeeld als
beeldmerk voor het Fort bij Asperen.
Pagina 16 van 16