Genade voor het gewas

Download Report

Transcript Genade voor het gewas

DE VOLKSKRANT WETENSCHAP
GENTECHNOLOGIE
DE TOEKOMST VAN DE LANDBOUW
De superaardappel, de gouden rijstkorrel en de onkwetsbare cassave zijn er
eindelijk klaar voor. Na dertig jaar in het verdomhoekje – onnodig – loopt een
nieuwe generatie genetisch gemodificeerde planten zich warm voor de akker.
Wordt 2014 dan toch het jaar van de genetische revolutie op de boerderij?
Door Maarten Keulemans Foto’s Arjan Benning
Genade voor
het gengewas
ie de toekomst van de landbouw
wil zien, moet de handen ontsmetten en een beschermende stofjas
aan voor hij de uiterst moderne
kweekkas voor genetisch ‘gemanipuleerde’ planten van Wageningen Universiteit mag
betreden.
‘Hier staan ze nou’, zegt onderzoeksleider Gerard
van der Linden als we zijn aangekomen in het heiligste der heiligen. En daar staan ze inderdaad.
Tomatenplantjes.
Geen aardbeien die licht geven in het donker of
maiskolven als watermeloenen zo groot, maar doodgewone tomatenplantjes. Het is toch een beetje
zoiets als een raketbasis binnenstappen om te ontdekken dat ze er fietsen maken.
Een jaar of twintig, dertig geleden waren de verwachtingen wel anders. Op de eeuw van de natuurkunde zou de eeuw van de biotechnologie volgen,
wasdealomgehoordegedachte.Nuwetenschappers
eenmaalwistendatallewezensinfeitedraaienopdezelfde genetische ‘software’ – een systeem met genen
gemaaktvandna–zoueentijdvanwonderenaanbreken. We zouden het leven herprogrammeren, door
genetische eigenschappen van de ene soort naar de
anderetetransplanteren.Derijstkorreldevitaminen
van het worteltje, de tomaat de zoutresistentie van
de alg, de sojaplant de gezonde vetzuren van de vis,
en de vis de groeisnelheid van de bamboeplant: de
8
mogelijkheden leken eindeloos.
Prompt zou er een tweede Groene Revolutie aanbreken, als ziektevrije gewassen,desnoods‘bioversterkt’metingeprogrammeerde extra voedingsstoffen, de honger uit de wereld zouden
verdrijven.
‘Het klonk allemaal simpel. Het opti-
Europa doet niet mee;
hier staat maar
0,06 procent van
de gengewassen
misme was groot’, herinnert zich de
Leidse hoogleraar moleculaire genetica Paul Hooykaas, een van de biotechnologen van het eerste uur. Maar zoals
dat dan gaat met revoluties: ‘Misschien
hebben we toch onderschat hoe weerbarstig de praktijk is. De verbeterde
planten uit het laboratorium bleken in
veldproeven meestal niet beter, omdat
er andere zaken aan mankeerden.
Maardaarvanhebbenwegeleerd.Onze
kennis is meer dan exponentieel gegroeid.’
Inderdaad. Zonder al te veel bombarie is de revolutie zich alsnog aan het
voltrekken. Vooral de komende paar
jaar, zo is het beeld dat opdoemt uit de
rapporten, cijferoverzichten en analyses, barst de biotechnologische landbouwrevolutie in alle hevigheid los.
Het aantal genetisch gemodificeerde rassen dat commercieel beschikbaar is, zal dan naar verwachting
verdrievoudigen: van de huidige 40
naar 120 in 2015. In aantocht zijn onder
meer knallers als cassave die resistent
is gemaakt tegen virussen, banaan die
tegen Panamaziekte kan, en gewassen
die gedijen in droogte, op zoute bodems of schrale grond. Intussen lopen
de eerste patenten op belangrijke genetischetechniekenengewassenaf,zodat de biotechnologie in principe beschikbaar komt voor meer landen en
bedrijven.
Ook de meer futuristische soorten
komen in beeld. Een paar weken gele-
SIR EDMUND / 8 MAART 2014
TABEE AARDAPPEL
Het leek een succesverhaal in de dop. Aardappelen produceren twee
soorten zetmeel, maar
voor de papierindustrie
moet een van die soorten
(amylose) eruit. Een proces dat veel energie en
chemicaliën vergt. In de
jaren negentig ontwikkelden aardappelbedrijf
AVeBe en chemieconcern
BASF daarom een genetisch gemodificeerde
aardappel die geen amylose maakte. In 2010
werd de aardappel Amiflora toegelaten op de
Europese markt.
Maar nog geen twee jaar
later trok BASF de aardappel alweer terug, onder invloed van protesten. Nog altijd zijn biotechnologen verontwaardigd. ‘De aardappel was
niet voor de consumptie,
het is geen gewas dat zijn
genen verspreidt via zaden of pollen en het was
niet eens een nieuw gen,
maar een bestaande eigenschap die je uitschakelt’, zegt hoogleraar
genoverdracht Paul
Hooykaas. ‘Waar maken
we ons nou zo druk over?
Over wat knollen in de
grond?’
denwerdinCanadadeeersteoogstbinnengehaald van een paarse tomaat vol
anthocyanine, de antioxidant uit kruisen bosbessen met kankerwerende en
ontstekingsremmende eigenschappen. Laten dit jaar komt naar verwachting de zalm ‘AquAdvantage’ op de
(Amerikaanse) markt, die twee keer zo
snel groeit omdat een van zijn groeigenen een versnelling hoger is gezet.
Iets buiten Londen maakt het onderzoeksinstituut Rothamsted Research
vorderingen met plantenrassen die natuurlijke vijanden van bladluizen aantrekken doordat ze een natuurlijk
alarmsignaalvoorluizenafscheiden.In
Canada test men een appel die niet
bruinwordtalsjeheminstukjessnijdt;
en in de VS werkt men aan pruimen die
genetisch zijn geprogrammeerd om
zonderpittegroeien.Enaangrasdatzo
langzaam groeit dat je het nauwelijks
hoeft te maaien.
Zelfs de klassieker ‘gouden rijst’ – zo
genoemd omdat hij goudgele korrels
voortbrengt – wordt naar het zich laat
aanzienditjaarvoorheteerstdoorboeren verbouwd. Dat is liefst twintig jaar
nadatZwitsersebiotechnologenhetgewasbedachten.Goudenrijstbevattwee
genen uit de narcis, plus een uit een
bacterie. Daarmee maakt hij bètacaroteen, een voorloperstof van vitamine A,
die ook in worteltjes zit. Volgens de wereldgezondheidsorganisatie WHO
worden jaarlijks tussen de 250 en
500 duizend kinderen blind door een
tekort aan vitamine A, van wie de helft
binnen het jaar sterft. Gouden rijst zou
dat kunnen helpen voorkomen. Maar
de tegenstanders zien gouden rijst
vooral als symbool van hoe het niet
moet:eenlapmiddel,terwijldediepere
problemen – armoede en ongelijkheid
– blijven bestaan.
Het zijn bedenkingen die losstaan
van de techniek. ‘De meeste genonderzoekers lijken ervan overtuigd dat de
ergste problemen van de technologie
voorbij zijn’, oordeelde het Britse wetenschapstijdschrift Nature onlangs.
Orlando de Ponti, oud-president van
de International Seed Federation en
oud-onderzoeksdirecteur van het
groentezaadbedrijf Nunhems, is een
van hen: ‘De wetenschappelijke revolutie is geslaagd’, zegt hij. ‘Het enige
probleem is dat de producenten er nog
niet in zijn geslaagd de consumenten
te overtuigen dat hier toekomst in zit.’
Want neem de tomatenplant in Wageningen. Die is eigenlijk slechts een
soort kladblaadje, vertelt Van der Linden, een experiment om uit te vogelen
welke genen de plant in- en uitschakelt
om met zout om te gaan. Daartoe hebben de onderzoekers een soort genetisch gaspedaal ingebouwd, een zogeheten promoter, afkomstig uit een virus. ‘We gooien een gen van die plant
vol open, terwijl we hem pesten met
zout. Zo hopen we aan de weet te komen welke genen hem een betere zouttolerantie geven.’ Die kennis stelt Van
derLindenbeschikbaaraankwekersen
veredelaars.‘Wemakenhiergeengenetisch gemodificeerde planten. We ontwikkelen alleen kennis.’
‘Er zijn op dit moment gewoon
9
DE VOLKSKRANT WETENSCHAP
Witteman heeft iets gelezen
Sylvia Witteman
Brugkut
e krijgen haar nu
écht, las ik, de Barbie-pop die eruit ziet
als een ‘normale’ vrouw. Eindelijk dan, na jarenlang geklaag en gezeur over het ‘heteronormatieve, onmenselijke
schoonheidsideaal’ dat
schijnt te worden belichaamd
in de internationale standaardbarbie. Lammily heet
die nieuwe, naar haar bedenker Nikolay Lamm, een efebeachtige jongeman van onduidelijke geaardheid. Lammily
is vooralsnog een project in
wording, waar natuurlijk een
hoop crowdsourcing aan te
pas komt, want dat is hip. Op
de site www.Lammily.com
kun je voor 17 dollar aanspraak maken op een toekomstig exemplaar van het popje.
Een leek, bijvoorbeeld de
gemiddelde man, zal op het
eerste gezicht niet veel bijzonders aan Lammily ontdekken.
Gewoon, een pop, met een Angelina Jolie-smoeltje en lasnaden. Maar als je haar naast Barbie zet zie je de verschillen.
Lammily kan stáán! Dat kon
Barbie alleen met behulp van
een wijd uitstaande petticoat
of andere denigrerende dameshulpstukken.
Toen mijn dochter klein was
maakte ik weleens een verjaardagstaart door een naakte Barbie met haar spillebeentjes in
een tulbandcake te laten verzinken en het geheel te stofferen met een kilo roze marsepein en tweeduizend zilveren
smarties: ja, dán wou ze wel
blijven staan, die suffe doos.
Dat kan met Lammily ook,
alleen moet je die tulband dan
wat afplatten, want zij is zowat een kop kleiner dan Barbie. Ook heeft ze geen spillebeentjes, maar stevige dijtjes
en een behoorlijke kont, overigens zonder ‘gewone’ cellulitis of verdwaalde zwarte haren. Ik kan nog nergens een
plaatje van een naakte Lammily vinden, maar ik ga ervan
uit dat ze de voor Barbie karakteristieke ‘brugkut’ ontbeert,
een griezelig fenomeen, ook
wel bekend als het ‘Spongebob-kruis’.
W
Het ligt voor de hand dat
ook Lammily trouwens weer
geen zichtbare (of onzichtbare, for that matter) geslachtsorganen heeft, net als Barbie.
Zelfs geen streepje of oppervlakkig gleufje voor de goede
verstaander. Als kind was ik
gefascineerd door Barbies
merkwaardige onderlichaam.
De manier waarop haar benen
in haar romp geschroefd zaten alléén al. Zoek op ‘naked
Barbie’ voor verontrustende
beelden (NSFW).
Het enige dat ik veertig jaar
geleden mooi vond aan Barbie
was heur haar. Zo stralend,
compromisloos blond! En je
kon het kammen, vlechten,
verven met viltstift, wassen
met Dubro, noem maar op.
Daar had ze natuurlijk wel van
te lijden. Na een tijdje vertoonde het poppenhoofdje
kale plekken, waarin de uitgeloogde restjes van het haar
hun ware aard toonden: goedkope, slierterige implantaten,
als op de kop van een wanhopig kalende, zeer voormalige
playboy. Dan werd het tijd om
Barbie eens flink met de
schaar onder handen te nemen, waarna de sjeu er overigens wel vanaf was; ja, als je je
echt verveelde kon je haar nog
vierendelen en onthoofden,
maar dat was dan ook dat.
Lammily heeft bruin haar,
dat vind ik jammer. Bruin
haar kan heel mooi zijn bij een
echte vrouw, maar een pop ís
geen echte vrouw, net als een
klappertjespistool geen echt
wapen is, en een teddybeer
geen humeurige, ruftende en
bijtende bosbewoner. Het
leuke aan speelgoed is juist
dat het níet echt is, dat het boven de vaak wat jammere, grillige werkelijkheid staat.
Nee, een wespentaille, brugkut of punttietjes heeft Lammily niet, maar gelukkig nog
wél lasnaden, zoals het hoort
bij een pop.
Dat is tenminste íets.
NIEUW VERZET
Nieuwe gengewassen,
nieuwe technieken – volgens campagneleider
Herman van Bekkem van
Greenpeace is het tijd
voor nieuw verzet. Zijn
bezwaren: de techniek is
inherent onveilig voor
mens en milieu, en de
toepassing leidt tot
machtsophoping bij
grote bedrijven.
Van Bekkem: ‘Wij denken
dat een duurzame voedselvoorziening ook haalbaar is met conventionele technieken.’
Daarbij promoot Greenpeace bijvoorbeeld wel
‘merker-geassisteerde
selectie’, een moleculaire
techniek waarbij men gewassen kruist met hulp
van genetische ‘wegwijzertjes’ op het dna. ‘Dat
heeft al geleid tot paprika met meer vitaminen en schimmelbestendige tarwe.’
‘Fundamenteel’ is Greenpeace’ bezwaar tegen
het inbrengen van
‘vreemde genen’, zelfs al
zijn die afkomstig van
hetzelfde gewas. ‘De langetermijngevolgen zijn
niet te overzien’, zegt
Van Bekkem.
geen bedrijven die zeggen: Wageningen, we willen een transgene tomaat’, zegt agro-ecoloog Bert
Lotz als hij bemerkt dat de verslaggever had gehoopt
op een of ander nieuw, exotisch supergewas. ‘Dat is
nu eenmaal de realiteit.’
Want er is nóg een opmerkelijke ommekeer: voor
het eerst in de techniekgeschiedenis doet Europa
niet mee. Terwijl de aanplant van gengewassen in
vooral de VS, Argentinië, Brazilië en India de afgelopen jaren met tientallen procenten per jaar steeg,
liep het areaal in Europa juist iets terug. Zo’n 100 duizend hectare aan transgene gewassen telt Europa
nu – een nietige 0,06 procent van de 170 miljoen hectare aan gengewassen wereldwijd. Anders gezegd:
wereldwijd staat een oppervlak zo groot als West-Europa vol met gengewassen; maar het Europese areaal
is kleiner dan de provincie Utrecht.
‘De Europese industrie heeft het leiderschap in de
plantenbiotechnologie al verloren’, stelde een werkgroep van de Europese Commissie twee jaar geleden
vast. In 28 landen planten 17,3 miljoen boeren gengewassen aan, en van die landen liggen er maar vijf
in Europa (Spanje, Portugal, Tsjechië, Slowakije en
Roemenië).
Reden: de diepe afkeer voor wat hier genetische
‘manipulatie’ is komen te heten. De afgelopen paar
jaar trokken de grote biotechbedrijven zich, vaak
hardop klagend, met proefvelden, laboratoria en al
uit het oude continent terug: eerst Syngenta en
Bayer, vorig jaar BASF en Monsanto. Intussen kelderde het aantal veldproeven: 113 in 2009, 51 in 2011,
44 in 2012 – amper eenzesde van het aantal proeven
in de beginjaren, halverwege de jaren negentig.
Het autistische Europa, waar de mensen de neus
optrekken voor gentechnologie en politici in de zak
van de activisten zitten, klagen de voorstanders. ‘Er
zitten geen leiders in Brussel’, zegt De Ponti. ‘Op een
gegeven moment moet je durven zeggen: waar doen
we eigenlijk zo moeilijk over?’
‘Europeanen hebben de neiging het voormoderne
verleden te romantiseren, zonder besef van het lijden en de honger waarmee de lage oogstopbrengsten destijds gepaard gingen’, aldus UvA-hoogleraar
landbouw en voeding Louise Fresco begin vorig jaar
in een giftig commentaar in het vakblad Science. ‘De
ironie is dat de generaties die het meest hebben geprofiteerd van de wetenschappelijke vooruitgang,
nu het meest wantrouwend tegenover de wetenschap staan.’
Dan te bedenken dat de wieg van de biotechnologie gewoon om de hoek stond, aan de Universiteit
van Gent. Daar deden Jeff Schell en Marc Van Montagu dertig jaar geleden een cruciaal experiment dat
de biotechnologie op de kaart zette: ze transplanteerden een stukje dna naar een tabaksplant dat beschermende gifstoffen aanmaakt tegen insecten.
Voor de eerste keer in de geschiedenis had de mens
een gewas uitgerust met een totaal nieuwe eigenschap, een handigheidje dat de evolutie was vergeten.
Ironisch genoeg waren het wetenschappers zelf
die op de gevaren wezen. Al in de jaren zeventig kon-
[email protected]
10
SIR EDMUND / 8 MAART 2014
De hoofdrolspelers
Tien landen met het grootste oppervlak aan gengewassen, miljoenen hectare 2012
Canada
11,6
69,5
4,0
Pakistan 2,8
10,8
VS
Brazilië
China
India
36,6
Paraguay 3,4
1,4 Uruguay
23,9
2,9
Zuid-Afrika
Argentinië
Totaal landbouwgrond wereldwijd
1,5 miljard hectare
Top-vijf landen
152 miljoen hectare
Waarvan gengewassen
170 miljoen hectare
Rest wereld
18 miljoen hectare
Opkomst gengewassen
1919
De Hongaarse landbouwingenieur
Károly Ereky gebruikt als eerste
het woord ‘biotechnologie’
1953 James Watson, Francis Crick en
Maurice Wilkins beschrijven als
eerste hoe het dna-molecuul
precies informatie opslaat
1973 Stanley Cohen en Herbert Boyer
voeren het eerste geslaagde
dna-vermengingsexperiment uit
op bacteriën
1983 In België maken Jef Schell en
digden biotechnologen een zelfgekozen moratorium af op genetische modificatie, om na te denken over de risico’s. Zo’n genetisch veranderde plant
zal maar wegwaaien en ontsnappen en
de gewone planten in de natuur verdringen. Of het genetische gewas zal
onvoorziene ziekten opwekken, de
ecologie van de omringende natuur
verstoren, of aanleiding geven tot de
evolutie van ‘supertegenstanders’ zoals onuitroeibaar onkruid of ijzersterke ziekten.
Inmiddels, na vijftien jaar veldervaring op grote schaal, blijkt dat mee te
vallen. Het algehele beeld: genetische
gewassen zijn veilig, ontregelen de natuur niet, ontsnappen wel naar de randen van de akker maar veroorzaken
daar geen problemen en hebben door
Marc Van Montagu ’s werelds
eerste transgene plant, door tabak
te infecteren met het gen van een
bodembacterie
laat zien dat de
landbouwproductie zonder
gentechnologie achterblijft bij de
groei van de wereldbevolking
1994 De ‘Flavr Savr’-tomaat wordt
gelanceerd in de VS, als eerste
gengewas dat de techniek naar de
consument moet brengen. Het
wordt een mislukking
2013 BASF en Monsanto vertrekken uit
Europa. De Europese
wetenschapskoepel EASAC
beveelt juist aan meer in te zetten
op transgene gewassen
2002 Het genoom van rijst wordt voor
het eerst volledig in kaart gebracht
2014 (Naar verwachting) Op de
Filipijnen wordt de eerste oogst
van ‘gouden rijst’ binnengehaald
2010 Een overzichtsstudie in Science
Op een gegeven
moment moet je
durven zeggen: waar
doen we eigenlijk
zo moeilijk over?
de bank genomen een gunstig effect
op de welvaart van arme boeren, de
biodiversiteit en het milieu, zo rapporteerde de Europese koepel van wetenschapsacademies EASAC afgelopen zomer.
‘De conclusie uit de wetenschappe-
lijke literatuur is dat er geen valide bewijs is dat de eerste generatie gengewassen, die nu meer dan vijftien jaar
wereldwijd wordt gekweekt, verhoogd
risico voor de omgeving of voor de
voedselveiligheid oplevert’, aldus de
EASAC. Meer nog: ‘Er is overweldigend
bewijs dat gengewassen kunnen bijdragen aan duurzame ontwikkeling
en voordeel kunnen bieden aan boeren, consumenten, het milieu en de
economie.’
Ook de telkens weer opduikende
verhalen over tumoren, vruchtbaarheidsproblemen en andere gezondheidsklachten verwijst de koepel van
wetenschappers resoluut naar het rijk
der fabelen. ‘Gebaseerd op omstreden
wetenschap’, oordeelt de raad onder
voorzitterschap van de Nijmeegse
hoogleraar infectieziekten Jos van der
Meer.
Minder pesticiden, minder ruimtebeslag, hogere opbrengsten: dat is
ruwweg het beeld. Een recente studie
volgde 500 Indiase boeren die overschakelden op Bt-katoen: hun inkomen steeg met gemiddeld 50 procent.
Of neem de evaluatie die de Duitser
Matin Quaim enkele jaren terug uitvoerde. De hoogleraar agro-economie
analyseerde enkele duizenden deelonderzoeken: ‘De beschikbare impactstudies wijzen uit dat deze gewassen
grote welvaartseffecten opleveren.
Gengewassen kunnen significant bijdragen aan voedselzekerheid en armoedereductie.’
Misstanden zijn er natuurlijk ook.
Vooral Monsanto wordt beticht van
chantage en koppelverkoop in arme
landen, bijvoorbeeld door de boer te
dwingen steeds weer nieuw zaad te kopen. Om nog maar te zwijgen van
‘roundup-ready’-gewassen, die gebruikt moeten worden samen met het
bestrijdingsmiddel ‘roundup’. Te
koop bij – jawel – Monsanto. ‘Zo krijgt
met Monsanto ook genetische modificatie een slechte naam’, klaagt Lotz.
Een ander punt is de resistentie. Op
veel plaatsen is onkruid immuun geworden voor roundup, waardoor het
gengewas zijn voordeel feitelijk verliest en het gifgebruik weer toeneemt.
Afgelopen zomer bleek uit een overzichtsstudie bovendien dat ook plaaginsecten resistent beginnen te worden
tegen de oorspronkelijke, insectenwerende Bt-gewassen van Schell en Van
Montagu.
Pijnlijk – en volgens tegenstanders
het bewijs dat gengewassen de natuur
wel degelijk verstoren. Maar ook de
voorstanders eisen het gelijk op: de resistentie valt nog mee ten opzichte
van wat men had verwacht, hetzelfde
gebeurt bij rassen die via traditionele
kruising worden versterkt, en door het
gebruik van Bt-gewassen is het gebruik van insecticiden wereldwijd
toch maar mooi 9 procent gedaald.
Een recente rekensom van de VNlandbouworganisatie FAO concludeerde dat de wereldvoedselprijs zonder gengewassen de afgelopen jaren
10 tot 30 procent meer zou zijn gestegen. Dat is cruciaal, want we zullen de
genetische gewassen nog hard nodig
hebben, zeggen agronomen. De voedselproductie groeit wereldwijd met
zo’n 32 miljoen ton per jaar, maar om
de groeiende bevolking bij te be11
DE VOLKSKRANT WETENSCHAP
Klassieke genetische modificatie
1
Cel
Plasmide wordt uit bacterie
gehaald en stukje dna met
bepaalde eigenschap wordt
in de plasmide ‘geplakt’
‘Vreemd’ dna
2
Daar komt bij dat de huidige gengewassen zijn afgestemd op de grote
landbouwarealen van de VS, merkt
Brom op. ‘In Europa is de situatie anders. De landbouw is hier onderdeel
van het landschap. Wij gaan er wandelen.’ Tel daarbij op de slechte Europese
ervaringen met zaken als de gekkekoeienziekte BSE, en het wantrouwen
is compleet. Hooykaas spreekt van
‘een zekere paranoia’. Genen, wat zijn
dat eigenlijk? En wat doen die enge
wetenschappers allemaal?
Het gevolg is een patstelling. Van
alle genetisch gemodificeerde rassen
zijn er in Europa maar twee goedgekeurd – het insectenbestendige mais
MON810 van Monsanto, en de zetmeelverrijkte aardappel Amflora voor de
papierindustrie van BASF. In het Brusselse papiermoeras dwalen nog
twaalf transgene rassen rond, op zoek
naar de benodigde goedkeuringsstempels. Maar niets wijst erop dat ze
die binnen afzienbare tijd krijgen.
Daarmee zou Europa zichzelf wel
eens kunnen hebben, want ironisch
genoeg spelen de strenge regels grote
bedrijven juist in de kaart. ‘De huidige
12
De plasmide wordt
weer terug in de
bacterie geplaatst
3
Celkern met
chromosoom
Een deel van de plasmide met
‘vreemd’ dna wordt ingebracht
in de chromosomen van de te
veranderen plant
Chromosoom
bestaat uit
dna-strengen
Agrobacterium
4
Nucleoïde
Plant wordt gecultiveerd
en elke cel draagt nu het
‘nieuwe’ gen in het dna
‘Plasmide’
(ringvormig
dna-molecuul)
Belangrijkste gengewassen wereldwijd
Soja
Gengewas
Katoen
Regulier gewas
Mais
Koolzaad
79%
32%
84,5
57,4
23,9
Totaal verbouwd
in miljoenen
hectares, 2013
24%
8,2
70%
080314 © De Volkskrant - ib, tb. Bron: ISAAA
Ontwikkelingslanden voorop
Oppervlak gengewassen, miljoenen hectares
Totaal
Ontwikkelingslanden
Geïndustrialiseerde landen
400
300
Bron: ISAAA/ Clive James, 2012
nen is er 44 miljoen ton groei per
jaar nodig, becijferden Australische
experts in het blad Science.
Tel daar de klimaatverandering, de
groeiende vleesconsumptie, de stijgende vraag naar biobrandstoffen en
de uitputting van landbouwgrond bij
op, en het is niet vreemd dat landbouwexperts haast zonder uitzondering lonken naar moleculaire technieken.
Alleen: vertel dat maar eens in Europa. Wat er precies misging, weet eigenlijk niemand. Het zal iets te maken
hebben met de moeite die we hebben
met de technologisering van voedsel,
denkt Frans Brom, hoogleraar ethiek
van techniek in Utrecht en hoofd ‘technology assessment’ bij het Rathenau
Instituut. ‘We willen dat ons voedsel
natuurlijk is, niet technologisch en fabrieksmatig’, zegt hij. ‘Gezellige biggetjes en Italiaanse vrouwtjes die met de
hand olijfolie maken.’
Een groter contrast dan dat met de
biotechbedrijven is nauwelijks denkbaar: winstbeluste multinationals die
over de hoofden van de consument
heen handelen in gewassen met kille
catalogusnamen als GT73, MON810 of
Bt11. ‘We hebben hier in Europa toch
een wat andere attitude tegenover
grote bedrijven’, zegt Bert Lotz.
200
100
0
’97 ’99 ’01 ’03 ’05 ’07 ’09 ’11
langzame en dure regulering bevordert monopolies’, schrijft de wetenschapskoepel EASAC in haar rapport.
‘In feite zijn er maar zes grote bedrijven overgebleven die de gewassen
kunnen maken’, zegt ook de Wageningse hoogleraar biotechnologie Hans
Tramper, doelend op Monsanto, Bayer,
BASF, Dow, DuPont en Syngenta. ‘Zes
multinationals hebben de hele voedselketen in handen.’
En dat wreekt zich. ‘Ik was vorig jaar
op een workshop in India’, vertelt Bert
Lotz. ‘Daar voelden we een sterk sentiment tegen Europa. Overal waar we
kwamen, moesten we ons verdedigen.
Europa onthoudt ons technologie, was
het verwijt; jullie zetten een sfeer neer
waardoor wij geen gebruik kunnen
maken van gentechnologie.’
Het is kritiek die ook rondzingt in
Afrika, weet moleculair-geneticus
René Smulders van Plant Research International in Wageningen. ‘Onder
druk van Europa durven Afrikaanse regeringen niet goed voor gentechnologie te kiezen. Ze zijn bang voor problemen met de export naar Europese landen.’
Niettemin passeerde de wereld een
paar jaar geleden stilletjes een belangrijke symbolische grens: voor het eerst
vindt meer dan de helft van alle genetisch gemodificeerde landbouw plaats
in niet-westerse landen. Het is een ommekeer die je ook in de Wageningse
kassen kunt waarnemen. In de spinaziekas verzorgt Rafaël uit Costa Rica de
plantjes, in de gangen lopen Afrikanen
en Aziaten en is Engels de voertaal. ‘Ik
SIR EDMUND / 8 MAART 2014
…maar is het gentech?
Genetische modificatie was vroeger een grove techniek waarbij
zelfs geweren werden gebruikt. Vooral de laatste tien, vijftien
jaar zijn de technieken veel verfijnder geworden.
enetische modificatie’ is het kunstmatig veranderen van de genetische opmaak van een levend
wezen. Maar naarmate de technieken verfijnder
worden, is steeds minder goed te zeggen wat dat
precies inhoudt.
‘De moleculaire plantkunde van dertig jaar geleden is niet
meer te vergelijken met de plantkunde van nu’, zegt de
Leidse hoogleraar moleculaire genetica Paul Hooykaas. ‘Totaal niet. Vooral de laatste tien, vijftien jaar is er veel gebeurd.’
Hooykaas brengt in herinnering hoe men in de beginjaren
nieuw dna aanbracht in planten: door het mee te geven met
een voor planten besmettelijke bacterie, of door het – letterlijk – in plantencellen te schieten, in de hoop dat het in het eigen dna van de plant zou belanden. ‘Met een soort geweer
schoot je dan op een petrischaaltje’, zegt Hooykaas. ‘Je had
zelfs een wapenvergunning nodig’.
Tegenwoordig hebben de biotechnologen de vuurwapens
afgezworen en is genetische modificatie weer gewoon een
kwestie van druppelen met de juiste chemicaliën. Bij één
techniek, met de poëtische naam ‘zinkvinger-nuclease’, infecteren de laboranten plantencellen met een enzym dat het
planten-dna precies doormidden knipt op een plek die de laborant vooraf heeft vastgesteld. Daarna plakt de cel het doorgeknipte dna weer aan elkaar – met invoeging van een stukje
kunstmatig dna, dat de laborant vlug in de cel heeft gestopt.
Zo zijn er meer vernuftige trucs, met laboratoriumnamen
als CRISPR/Cas en Talens – afkortingen waarachter mondenvol schuilgaan als ‘clustered regularly interspaced short palindromic repeats’ en de ‘transcription activator-like effector nucleases’. Soms draait het erom om op de juiste manier een
nieuw gen bij een plantje in te bouwen; andere keren wil
men een gen uitschakelen, harder laten draaien of beter
vindbaar maken door er een ‘merker’ aan toe te voegen – een
soort herkenningspunt in het dna.
Sommige technieken zijn zo verfijnd dat niet meer goed is
te zeggen of het nou genetische modificatie is of niet. Neem
‘cisgenese’, waarbij men genen uit een wilde variant van een
bepaald gewas overbrengt naar het kweekgewas. Dat kan
met klassiek kruisen, maar met genetische technieken gaat
het sneller, beter en accurater. ‘Waar hebben we het dan nog
over?’, vraagt Hooykaas zich retorisch af.
Critici wijzen erop dat men ook bij cisgenese vaak genetische merkers of schakelaars van andere soorten inbouwt,
maar biotechnologen op hun beurt bezweren dat ze al dat
soort ‘hulpgenen’ kunnen wegpoetsen en hopen op soepelere regels. In Canada kijkt men bij de beoordeling van
nieuwe gewassen bijvoorbeeld naar het resultaat van een
veredelingstraject in plaats van naar de daarbij gebruikte
techniek.
Een recente Zweedse analyse liet zien wat er op het spel
staat: alleen al een Europese omschakeling op genetisch gemodificeerde suikerbiet, aardappel en koolzaad zou boeren
naar schatting jaarlijks 2 miljard euro opleveren en 645 duizend hectare aan land vrijspelen – de provincie Flevoland
keer vijf.
‘G
Europa is een eiland,
en een steeds minder
belangrijke eiland
bovendien
heb op dit moment niet eens Nederlandse promovendi’, zegt groepsleider
Van der Linden. ‘Voor mensen uit landen als Ethiopië, Bangladesh en Vietnam is wat we hier doen heel relevant.’
Intussen wordt Europa steeds meer
overspoeld door genproducten van
buiten. Een kleine 50 voedingsgewassen zijn inmiddels toegestaan in de EU.
Van al het Europese veevoer is inmiddels meer dan 70 procent transgeen.
Wat dat betreft heeft Europa genetisch
gemodificeerde boter op het hoofd,
denken mensen die de cijfers kennen.
‘Zelfs het eurobiljet is gemaakt van
transgene katoen’, zegt Clemens van
der Wiel, een andere onderzoeker van
Plant Research International. Ook de
meeste kleding en steeds meer medicijnen, voedingsgrondstoffen en bijvoorbeeld vleesvervangers zijn in
meer of mindere mate ‘transgeen’.
‘Europa is maar een eiland’, zegt
Hooykaas. ‘En een steeds minder belangrijk eiland. In China, India, ZuidAmerika en de VS gaan de ontwikkelingen gewoon door.’
13