Download Pdf

Download Report

Transcript Download Pdf

Links Vlaams-nationaal maandblad
CATALONIË • BASKENLAND
SCHOTLAND • VLAANDEREN (?)
Staten in Europa ?
22ste jaargang nr. 193 - januari 2014. Afgiftekantoor: Brussel 1 / € 3
v.u. Christian Dutoit , Drukpersstraat 20, 1000 Brussel
COLOFON
Inhoud
MEERVOUD is een uitgave van Meervoud
v.z.w.
De ondertekende artikels vallen onder
verantwoordelijkheid van de auteur(s).
Ten geleide
Redactioneel
Redactie-adres: Drukpersstraat 20, 1000
Brussel.
Tel.: 0475/27 46 22
Internet: [email protected]
Hoofdredacteur: Christian Dutoit.
Voorzitter Raad van Bestuur vzw Meervoud: Bernard Daelemanst. Erevoorzitter:
G. Orbie
Medewerkers:
Ludo Abicht, Jan Cauwenberghs, Rudi Coel,
Bernard Daelemans, Dirk De Haes, Kevin De
Laet, Jari Demeulemeester, Johan Denys,
Miel Dullaert, Frederik Durant, Christian
Dutoit, Onno P. Falkena, Derwich M. Ferho,
Mireille Leduc, Frans Maes, André Monteyne, Maxime Nys, Geert Orbie, Peter Plas, Jef
Turf, Roel Van Booitshoecke, Pol Van Caeneghem, Nico Van Campenhout, Luc Van
den Weygaert, Jan Van Ormelingen, Joost
Vandommele, Roeland Van Walleghem.
Administratie en abonnementendienst: Peter Plas, tel. 02/466 72 68.
Een jaarabonnement (10 nummers) kost !
30. Steunabonnement of buitenland: ! 50, te
storten op rekening nr 001-2384501-26.
Buitenlanders kunnen hun abonneegeld
gratis naar onze rekening overschrijven via
een IBAN- nummer: BIC GEBABEBB/IBAN
BE59 0012 3845 0126
Links en Vlaams-nationaal
2
3
BINNENLAND
Europees begrotingspact
Mireille Leduc
Economie
Euro-Brussel kroniek
Kort genoteerd
Overpeinzingen
4
7
8
10
12
17
BUITENLAND
Mark Grammens
Catalonië
Schotland
Baskenland
Volkeren in beweging
Europese Unie
19
20
22
26
28
30
DIVERSE
Dialoog Mark Grammens:
Jef Turf
Willy Kuijpers
Jef Nyssen
Boekenrubriek
Aan tafel
Het Goede Leven
Brieven
32
33
34
35
37
40
42
Vandaag wordt vaak beweerd dat de links-rechts
tegenstelling niet meer relevant is.
En dat terwijl hele landen en volkeren de gevolgen van de
financiële crisis aan den lijve ondervinden. De financiële
mondialisering en deregulering heeft geleid tot onverantwoorde speculatie met het spaargeld van de burgers. Achtereenvolgens hebben de zogenaamde ZuidOost-Aziatische ‘tijgers’, Mexico, Argentinië en Rusland
de verwoestende gevolgen mogen ondervinden van de
‘nieuwe wereldorde’ die is ontstaan sinds men het kapitalisme de vrije teugels heeft gegeven op de
internationale geldmarkten. De jongste jaren zijn WestEuropa en ook ons land (Vlaanderen/België) aan de
beurt. De welvaartstaat staat onder grote druk en de
bange vraag rijst of die nog te redden valt.
Voor Meervoud is het duidelijk dat ons sociaal stelsel,
dat overal in Europa opgebouwd werd binnen het kader
van de natiestaat, alleen kan gered worden door de soevereiniteit van de staten te herstellen. Herregulering is
enkel mogelijk op de schaal van de natiestaat. Op dat
niveau is een democratie werkbaar. De Europese samenwerking, voor zover die al ooit is bedoeld geweest voor
iets anders dan het dienen van de belangen van de
grootindustrie, is doorgeschoten sinds het verdrag van
Maastricht, waar het onzalige idee van de euro is
doorgedrukt. Hoe meer het politiek establishment zich
verzet tegen de heropstanding van de naties, hoe gevaarlijker de spanningen dreigen op te lopen.
Het is overduidelijk dat een waarlijk linkse - dit is antikapitalistische - agenda, samenvalt met de beweging
voor herstel van de nationale soevereiniteit. Voor Vlaanderen betekent dit vanzelfsprekend niet de terugkeer naar
een ‘Belgique de papa’, maar de steeds verdere
emancipatie van Vlaanderen en de voleinding van het
proces van Vlaamse natievorming.
Ook de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het
energieprobleem en andere ecologische vraagstukken
smeken om een antwoord.
Dat begrippen als ‘links’ en ‘rechts’ vandaag voor sommigen irrelevant lijken, heeft ermee te maken dat de
traditionele linkerzijde met zowel de sociaaldemocratie
als de christendemocratie én de respectieve vakbonden
zich in belangrijke mate hebben ingeschreven in de
kapitalistische agenda, in naam van een verkeerd begrepen ‘internationalisme’ dan wel in functie van partijdige
belangen.
Een niet onbelangrijk nevengevolg van de ‘internationalisering’ is de haast ongecontroleerde migratie die is op
gang gekomen en nog steeds blijft aanhouden. Grote
cohortes ongeschoolde immigranten uit vreemde culturen
vestigen zich ten onzent. Zij geraken niet aan de bak in
onze geavanceerde diensten- en kenniseconomie en
nestelen zich dan maar in het sociaal vangnet dat daar
niet op berekend noch voor bedoeld is. Zij brengen ook
een militante godsdienst binnen die wars is van de
seculariseringsgedachte. De samenlevingsproblemen die
daaruit voortvloeien waren dan ook onvermijdelijk.
Meervoud is twee decennia geleden gestart onder het
gesternte van ‘Vlaanderen tegen racisme’, maar is nooit
deelachtig geweest aan de zogeheten multiculturele
ideologie. Racistische gevoelens kunnen nooit een
antwoord bieden op de problemen die er zijn, maar men
kan begrijpen dat de bevolking zijn heil zoekt bij politieke
stromingen die de vinger op de wonde leggen.
Intussen begint de bevolking ook het bredere plaatje te
zien van de ontsporingen van het kapitalistische systeem.
Het idee begint te rijpen dat we alleen weer greep kunnen
krijgen op de gebeurtenissen door het herstel van de
soevereiniteit, dat wil zeggen van onze democratie op het
niveau van de natie.
Meervoud wil zijn steentje bijdragen tot deze bewustwording.
2 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
REDACTIONEEL
0ver Catalonië, Schotland en
Vlaanderen…
We moeten hier een kleine bekentenis afleggen omtrent de naam van ons blad, Meervoud. Die
vormt in zekere zin een anachronisme, want is ontleend uit de slogan “voor het meervoud der
volkeren, tegen het enkelvoud der staten”, die in de jaren 1970 in zwang was bij zij die droomden
van een ‘Europa der volkeren’. Onze lezers weten wel dat Meervoud vandaag niet gaat voor het
statuut van regio in een federaal Europa. Dat station zijn we al heel lang gepasseerd. We claimen
voor Vlaanderen de soevereiniteit die hoort bij een nationale staat. En de Europese constructie
vormt thans de grootste bedreiging voor die nationale soevereiniteit. Meervoud blijft wel een grote
belangstelling koesteren voor die andere volkeren in West-Europa die worstelen met de beperkingen van hun autonomiestatuut, en waarvan er een aantal verder staan dan Vlaanderen in het opbouwen van een draagvlak voor secessie.
In Catalonië heeft een coalitie van vier partijen, die samen 66% van de zetels in het Catalaanse
parlement bezetten, de euvele moed gehad om een referendum aan te kondigen over onafhankelijkheid dat moet plaats vinden op 9 november en minister-president Artur Mas (CiU) heeft zijn
politieke lot verbonden aan het soevereiniteitsproces dat hij hiermee op gang heeft gebracht . Of
het er echt van komt is lang niet zeker, want de Spaanse staatspartijen in Madrid zullen alle middelen aanwenden om het te beletten. Maar als het er komt is de kans groot dat de Catalanen ‘ja’
zullen zeggen.
In Schotland komt er in ieder geval een referendum, in volledige samenspraak overigens met de
Britse regering, over Schotse onafhankelijkheid. Dat zal plaatsvinden op 18 september. De
Schotse premier, Alex Salmond (SNP), publiceerde een ‘witboek voor Schotse onafhankelijkheid’,
een knaap van een werkstuk van 670 bladzijden, vol onderbouwende teksten en beleidsvoornemens, inclusief een draaiboek voor de soevereiniteitsoverdracht die binnen de twee jaar haar
beslag zou moeten krijgen. Als de Schotten ja stemmen, zal de onafhankelijkheid een feit zijn op
24 maart 2016!
Hoever staan we in Vlaanderen? De congresteksten over confederalisme die N-VA eind deze
maand zal goedkeuren komen inderdaad neer op het overdragen van de soevereiniteit, maar of,
hoe en wanneer die confederale omslag er zal komen, is lang niet duidelijk. De verkiezingsuitslag
van 24 mei zal daarin een grote rol spelen. Een groot verschil tussen Vlaanderen en de twee andere landen is dat wij de steun ontberen van de pers, de culturele wereld en vakbonden, die in
Schotland en Catalonië wel degelijk mee aan de kar trekken.
Hoe het ook zij, 2014 wordt een belangrijk jaar voor de staatkundige aspiraties van de drie naties,
misschien een doorslaggevend jaar. De Vlaamse Volksbeweging heeft dat ook zo begrepen en nam
het voortouw in de organisatie van een gemeenschappelijk evenement van Vlamingen, Schotten en
Catalanen dat in het Brusselse Jubelpark zal plaatsvinden op zondag 30 maart. De vereniging wil
aan Europees Raadsvoorzitter Herman Van Rompuy één miljoen handtekeningen overhandigen
van Europese burgers vóór zelfbeschikkingsrecht.
In Madrid heeft Van Rompuy aan de zijde van de Spaans-nationalistische eerste minister Mariano
Rajoy al zeer duidelijk gemaakt dat hij tégen de splitsing van staten is en dat eventuele nieuwe
onafhankelijke staten zich buiten de Europese Unie plaatsen.
Maar misschien moet de Europese ‘president’ zich meer zorgen maken over de houdbaarheidsdatum van zijn eigen Unie, die met de Europese verkiezingen zonder twijfel zwaar weer tegemoet
gaat.
Bernard DAELEMANS
Wegens een enkele weken durende reis in drie Latijns-Amerikaanse landen is dit nummer van Meervoud er iets
later dan gewoonlijk. Vanaf volgende maand zijn we weer op tijd. Met onze excuses aan de trouwe abonnees.
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 3
ACTUEEL
Het Europees begrotingspact en Transatlantisch
verdrag: het einde van democratie in Europa
____________________________________________
Op 19 december verzamelden meer dan 2000 mensen waaronder leden van ngo's,
burgerverenigingen, vakbonden en landbouworganisaties in de straten van Brussel om vijf grote kruispunten te bezetten in de hoop de Europese Top te blokkeren of te vertragen. Ze gaven
gevolg aan de oproep van de Alliantie D19-20, een niet-partijgebonden organisatie die voor
het eerst zoveel leden van uiteenlopende verenigingen en organisaties bij elkaar bracht met
een gemeenschappelijk doel: voor een ander Europa, voor een Europese Top die rekening
houdt met directe inspraak van de bevolking, tegen de Europese bezuinigingsdrift, het begrotingspact en het Transatlantisch verdrag.
Op voorstel van een openbare vergadering
stuurden de organisatoren een open brief
naar Herman Van Rompuy, Elio Di Rupo en
Karel De Gucht waarin ze een ontmoeting
vroegen en respect voor de Europese burgers
eisten. Hierop kwam nooit een antwoord,
waarna besloten werd de geplande acties op
19 december verder te zetten. De burgerbevolking werd zo veel mogelijk gespaard doordat de betogers het openbaar vervoer niet
blokkeerden. Het grootste deel van de blokkering werd trouwens zelf door de politiediensten verzekerd, die een grote ruimte rond de
betogers blokkeerden.
versterken door een aantal regels vast te stellen ter bevordering van de begrotingsdiscipline door middel van een begrotingspact, ter
versterking van de coördinatie van hun economisch beleid en ter verbetering van het bestuur van de eurozone, waardoor wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Unie inzake duurzame groei, werkgelegenheid, concurrentievermogen en sociale samenhang.” Kortom, het
zou de ondertekenende lidstaten toelaten om
hun economische beleid beter onderling te
coördineren om zo de groei in de eurozone te
bevorderen en te ontwikkelen.
Doodsteek 1: het soberheidsverdrag
In praktijk komt het erop neer dat het verdrag
de staten zal verplichten om in hun grondwet
het streven vast te leggen naar een begrotingstekort van ten hoogste 0,5% van het
BBP, in plaats van de huidige 3% (dit wordt
de 'gulden regel' genoemd). Deze limiet wordt
op 1% vastgelegd als de overheidsschuld
kleiner is dan 60% van het BBP. De staten
Er stond dan ook veel op het spel. Zo moest
België, onder druk van de Europese ministers, tegen 31 december 2013 als enige Europese land nog het Europees begrotingspact
(ook het soberheidsverdrag genoemd) goedkeuren. Het verdrag zal een enorme impact
hebben op alle Europese staten en de regeringen tot eindeloze besparingen veroordelen.
Het doel van van dit 'Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur'1 bestaat er
volgens zijn artikel 1 in “de economische pijler
van de economische en monetaire unie te
1
Voluit het 'Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire
unie tussen het Koninkrijk België, de Republiek
Bulgarije, het Koninkrijk Denemarken, de
Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de
Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het
Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek
Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese
Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden'. Vrij consulteerbaar op het internet.
4 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
waarvan de overheidsschuld meer dan 60%
van het BBP bedraagt, zullen het nodige moeten doen om de schuld jaarlijks met 1/20 te
verminderen. Voor België komt dit al gauw
neer op het vrijmaken van een bijkomend
budget van 7 miljard euro en dit 20 jaar lang.
Dus twee decennia bijkomende besparingen
in een periode van recessie. De gevolgen op
ons sociaal model, de economie en de openbare diensten laten zich al raden. De landen
verliezen hiermee bovendien economische
bewegingsruimte om investeringen uit te voeren, gebaseerd op hun eigen specifieke economische klimaat. Elke staat zal ook een 'automatisch correctiemechanisme' moeten instellen dat in werking zal treden wanneer de
budgettaire doelstellingen in het gevaar komen. Indien een staat er desondanks niet in
zou slagen om orde op zaken te stellen, kan
een andere lidstaat of de Europese Commissie deze voor het Europese Hof van Justitie
dagen dat over de passende financiële sancties zal beslissen in de vorm van een forfai-
taire som of dwangsom die maximaal 0,1%
van het BBP kan bedragen2. Hoe een dergelijke dwangsom een land dat het financieel
reeds enorm moeilijk heeft ertoe kan aanzetten een begroting in evenwicht te krijgen, is
me een raadsel.
Het hoeft niet gezegd te worden dat het begrotingspact amper in de traditionele media
ter sprake komt en dat het merendeel van de
inwoners hier niet van op de hoogte is, laat
staan dat zij hierover hebben kunnen beslissen bij referendum of na een maatschappelijk
debat. Laat het ook duidelijk zijn dat wij als
kiezer na goedkeuring van het verdrag niets
meer aan het beleid zullen kunnen veranderen. Het zal vastliggen op Europees niveau,
en een nieuwe reeks verkozenen in onze parlementen zullen hier niets meer aan kunnen
veranderen3. De nationale begroting zal in
praktijk volledig onder toezicht staan van de
Europese Commissie, die er haar goedkeuring voor zal geven voorafgaand aan het parlement. Niet onze verkozenen, maar een nietverkozen technocratische instantie zal dus het
eerste en laatste woord hebben over onze begroting.
België heeft geluisterd naar de eis van de Europese ministers: op 20 en 21 december werd
het pact probleemloos goedgekeurd door het
Waals Parlement en het Parlement van de
Franse Gemeenschap, nadat dit voordien
reeds goedgekeurd werd door het Vlaams en
het Duitstalig Parlement, de Kamer en de Senaat. Het soberheidsverdrag is dus van
kracht, met alle gevolgen van dien.
pees niveau waar de burgers en zelfs de nationale politici geen controle meer over hebben, met (al dan niet stilzwijgende) goedkeuring van zo goed als alle regeringspartijen,
inclusief zij die zich 'progressief' noemen.
Hiermee is de overwinning van een bende
technocratische oligarchen een feit. Met dank
aan 'onze' democratisch verkozen politici...
In het Europese project voor de ontmanteling
van de soevereiniteit en democratie van de
lidstaten is dit het belangrijkste verdrag na het
Verdrag van Rome (1957), de Europese Akte
(1986), dat van Maastricht (1992) en Lissabon
(2007). De nationale bevoegdheden worden
als maar meer overgedragen naar een Euro-
Doodsteek 2: het Transatlantisch
vrijhandelsverdrag
De gesprekken omtrent het begrotingspact
waren nog volop aan de gang, of de Europese autoriteiten voerden achter gesloten deuren zeer discrete onderhandelingen over het
Een democratie onwaardig, mét goedkeuring
van de progressieve partijen (in het bijzonder
de PS) in de parlementen, die het - op enkele
individuele parlementairen na die zich wellicht
de woede van hun partijtop op de hals halen
omdat zij tegen stemmen of zich onthouden
(maar zij zijn op één hand te tellen) - nalaten
om hiertegen te ageren. Partijbelangen primeren dan ook op de belangen van de burgers.
Van enige strategische hypocrisie zijn een
aantal progressieve partijen ook niet gespeend. Ecolo bijvoorbeeld, dat tegen heeft
gestemd in het federale parlement (waar de
partij in de oppositie zit) en - twee individuele
stemmen uitgezonderd - voor heeft gestemd
in het Brussels Parlement (waar ze deel uitmaakt van de meerderheid). Nochtans had
het volstaan mocht één van de vele Belgische
parlementen tegen het verdrag gestemd hebben om het volledig af te voeren. Had, want
2 Een meerderheid van de staten kan zich hier
3
in principe tegen verzetten, maar binnen de
eurozone bezitten Duitsland en Frankrijk alleen
al deze meerderheid.
Tenzij uiteraard de staatsstructuur volledig veranderd en zich de vraag stelt of Vlaanderen/België nog deel moet blijven uitmaken van
de Europese Unie. Hiervoor moet Vlaanderen
alvast niet op de N-VA rekenen die 100% voorstander is van het verdrag.
Karel De Gucht: gelooft in zijn eigen leugens
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 5
organisatoren van de manifestatie over een
ontvangstbewijs van zijn administratie, als
bewijs dat zij hun brief wel degelijk ontvangen
heeft...
Aan de burgers om uit te maken wat zij van
dit verdrag denken. Maar één ding is zeker:
het merendeel is hier niet van op de hoogte,
ondanks de beweringen van dhr. De Gucht.
Om die reden is het dringend nodig dat
hierover, net zoals dit het geval had moeten
zijn voor het Europees begrotingspact, een
openbaar debat gevoerd wordt en dat de inwoners van ons land er hun zeg over kunnen
doen. Als dit verdrag toch geen enkele impact
heeft op onze nationale wetgeving en de verkregen Europese rechten hoeft dhr. De Gucht
een openbaar debat en de democratie toch
niet te vrezen, niet?
Een succesvolle burgeralliantie
Transatlantisch vrijhandelsverdrag, dat tegen
2015 een grote vrijhandelszone tussen de
Verenigde Staten en de Europese Unie zou
moeten creëren. Dit voorziet dat de wetgevingen van beide continenten zich onderwerpen
aan de normen van vrijhandel die opgesteld
zijn en bepaald worden door de grote (Multinationale) ondernemingen. Het land dat zich
hier niet naar schikt, loopt het risico om economische en financiële sancties op te lopen.
Ook zullen multinationals staten kunnen aanklagen indien deze laatsten beslissingen nemen die de economische maatregelen van de
ondernemingen zouden kunnen hinderen.
In Europa komt dit in praktijk bv. neer op reglementeringen die genomen zijn in het belang van de consumenten en het dierenwelzijn. Zo is de Amerikaanse vleesindustrie inmiddels intensief aan het lobbyen om de
Europese regelgeving te beïnvloeden, en indien nodig aan te vechten, dat kippenvlees
enkel met water en stoom ontsmet mag worden en niet met chloor (wat in Amerika wel
toegelaten is). Of wat te denken van het in
160 landen, waaronder alle Europese, verboden medicijn 'ractopamine' dat door de Amerikaanse vleesindustrie gebruikt wordt als
groeibevorderaar bij varkens en runderen?
Regels die de Amerikaanse industrie van plan
is om aan te vechten omdat zij de verkoop en
commercialisering van hun producten op de
Europese markt aanzienlijk zullen bemoeilijken. Hetzelfde geldt voor de massale import
van ggo's en goedkope Amerikaanse landbouwproducten uit de agro-industrie die enorme gevolgen zullen hebben voor onze Europese landbouwers die vaak kleinschalige en
kwaliteitsvolle producten leveren. Voedselveiligheid, milieu- en consumentenbescherming,
intellectuele eigendomsrechten, privacywetgeving, ... Slechts een handvol voorbeelden
waarbij publieke belangen ondergeschikt zullen worden aan dat van multinationals en vrijhandel.
Europees commissaris Karel De Gucht speelt
6 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
goed zijn rol wanneer hij beweert dat er in
praktijk niets aan onze bestaande wetgeving
zal veranderen en dat er daarover niet onderhandeld zal worden.“Als er een akkoord komt
met de VS, zullen er vrijwel zeker quota zijn
voor de handel in rundvlees. (...) Er is Europese wetgeving over genetisch gemanipuleerde
organismen. Sommige producten zijn verboden. Die wetgeving blijft van kracht. Het is niet
zo dat de Amerikaanse boeren plots om het
even wat naar Europa zullen mogen verschepen. (...) De bestaande wetgeving wordt niet
gewijzigd.” Of nog: “Er zijn nog nooit onderhandelingen over een handelsverdrag met zoveel openheid gevoerd als deze.”4
De Gucht gelooft in zijn eigen leugens wanneer hij beweert dat deze onderhandelingen
met zo'n grote openheid gevoerd worden.
Hoeveel burgers zijn hier immers van op de
hoogte en weten waar dit verdrag over gaat?
Ook moet je uiterst naïef zijn om zijn andere
beweringen te geloven. Wat hij daarbij overigens niet vermeldt is dat, analoog aan de
Europese regelgeving, onze wetgeving ondergeschikt zal zijn aan het verdrag, met alle mogelijke gevolgen van dien. Nog meer concurrentie tussen de Europese lidstaten, meer
handel, privatiseringen, uitholling van de
openbare diensten, inbreuken op de sociale
zekerheid, en multinationale ondernemingen
die overheden voor de rechtbank kunnen dagen om schadevergoedingen te eisen als hun
winsten bedreigd worden... Hoe kan iemand
beweren dat dit geen impact gaat hebben op
de Europese bevolking?
Indien hij zo zeker is van zijn stuk, had hij
misschien een vertegenwoordiging van de
Alliantie kunnen ontvangen, zoals zij in hun
brief vroegen? “Hoezo, de betogers willen mij
spreken? Ik weet van niets”, beweert hij alsnog in het interview. Nochtans beschikken de
4
'Onze groei moet van export komen', interview
met Karel De Gucht door Kris Van Haver en
Bart Haeck in De Tijd (21-22 december 2013).
De Alliantie kan in elk geval een succes genoemd worden, ondanks het plaatsvinden van
de Europese Top. Het is de eerste keer dat
een brede burgerbeweging in die mate samenwerkt met landbouwers en verschillende
vakbondscentrales (van de ACOD en het
ACV) om een openbaar debat te eisen omtrent bovenstaande dossiers, een volledige
transparantie van de gesprekken die tijdens
de Top plaatsvinden, voor directe inspraak
van de burgers en voor een Europa van de
mensen, niet van het geld. Het zou mooi zijn
mocht er in de toekomst geen nood meer zijn
aan deze Alliantie, maar ze is er om te blijven
en zal ongetwijfeld nog van zich laten horen.
Jef NYSSEN
STANDPUNT
Poète national
____________________________________________
De tweede vorst van de Belgische staat was een opmerkelijk figuur. Niet zonder reden was hij het idool van de inwoners van een bepaalde kuststad. En van hun Keizer. Volgens de Baas van de Keizer. Die apologie van de tweede
Saksen-Coburg van onze contreien zal wel het Charter van
Quaregnon vervangen. Je moet meegaan met je tijd nietwaar? Als je monarchist bent, ben je het beter goed. Misschien kunnen onze ultra-monarchisten nog een historisch
congres over deze weldoener houden. Met Marolliens en
Congolezen. Misschien kunnen onze socialistische historici een verslag van de begrafenis van de majesteit. Weten
ze dadelijk hoe populair hij was.
Koning Baardmans (niet Keizer Baard, die zwaait nu de
plak… en draait met windmolens.) had immers een dik probleem. Vader had immers een land cadeau gekregen, maar
niemand wist goed wat er in zat. Professor Pirenne liep nog
niet rond. Niemand besefte al dat hij een Belg was. Behalve
de hogere kaste dan. Die verdienden er dan ook een hoop
centen mee. Maar dat was niet genoeg. Er moest veel meer
volk in het bad. En daarvoor was een spoorlijn naar Oostende niet genoeg. Die diende toch maar om zo vlug mogelijk
bij de koninklijke harem te raken. En onze Congo hielp ook
al niet veel. Want het was Zijn Congo. Speeltuin van Baardmans. Waar een zootje ongeregeld van heel Europa zich
mocht uitleven.
Een ander plan dus. Een nationaal gevoel, dat was er nodig.
De Brabançonne en de tricolore waren er al, maar veel
hadden die nu ook niet uitgehaald. Toch niet bij Jan met de
19e-eeuwse Pet. De Franse buur was al lang niet meer zo
een leuke beschermer, en meer dan eens keek hij wat te begerig noordwaarts. Misschien was het niet zo dom om te
tonen dat de bewoners van deze staat iets anders waren.
Baardmans zou een natie uitvinden voor de staat. Een
Vlaamse mythe en enkele Vlaamse helden konden geen
kwaad. Een boek dus. En een standbeeld op de markt van
Brugge. Le Roi kwam dat zelf plechtig inhuldigen. Blijkbaar
vonden ze dat in Brugge bijzonder leuk, een standbeeld
inhuldigen. Ze hebben het beeld drie keer plechtig ingehuldigd. Kwatongen beweren dat het daar anders toch maar
een wreed dode bedoening was. Alleen goed voor mistige
mystici.
Maar dat Vlaams gedoe was misschien leuk, en goed voor
wat couleur locale. Maar echt van harte was dat toch niet.
Die Brugse Metten waren misschien veel leuker, maar daar
kon je toch moeilijk mee naar buiten komen. Een franstalige
opperklasse wat manieren leren, dat was nu toch van het
goede teveel. Die Guldensporenslag, dat ging nog, dat was
een vreemd leger. De opvolger heeft trouwens deftig zijn
les geleerd.
Nog een paar symbolen erbovenop konden geen kwaad. En
daar daagt het Belgisch Trekpaard op. Tot dan toe hadden
boeren er geen idee van welk paard hun ploeg of hun kar
trok (als ze de franken ervoor hadden). Maar daar moest
verandering in komen. In 1886 zag de sociëteit ‘het Belgische Trekpaard’ het licht. Of liever ‘Société le cheval de
Trait belge’. Heftig gesubsidieerd door de provincie Brabant. Provincies zijn altijd Belgische vehikels geweest. Het
moest maar gedaan zijn met die Vlaamse landpaard, Condroz-paarden, Ardense paarden. Een Belgisch eenheidspaard moest er komen. Die knol zou trouwens Belgische
karaktertrekken tonen: werkkrachtig, rustig, stevig. Slechte
karaktertrekken moeten we maar vergeten. Daarvoor zoeken we maar een ander rasbeest. Een Belgische schapershond bijvoorbeeld. Zo, daarmee waren de rijke boeren er
ook van overtuigd dat ze Belgen waren.
Wat culturelers mocht ook. Een nationale Poëet. De laatste
was Emile Verhaeren. In 1899. Hij zou wel de Belgische natie vorm geven. De geschiedenis van de twintigste eeuw
toont ons welk overweldigend succes dit was. Meer dan
een eeuw later pogen enkele poëtenverenigingen het eens
opnieuw. Gelukkig krijgen ze centen van de Vermaledijde
Vlaamse Gemeenschap. We wensen de poète national even
veel succes als zijn voorganger.
Mireille LEDUC
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 7
ECONOMIE
Bankhervorming, de berg die een muis baarde
____________________________________________
In december jl. pakte de regering Di Rupo uit met een bankhervorming die volgens de eerste
minister “de belangrijkste is sinds twintig jaar”. De nieuwe bankenwet kan niet los gezien worden van de verregaande gevolgen van de financiële crisis van 2008. Krijgen we nu veilige banken met serieuze bankiers? Zijn de spaarders gediend met de bankhervorming van de tandem
Elio Di Rupo- Koen Geens (Cd&V- Financiën)? Of is het een hervorming met schijnbewegingen waarbij de elites die de brand aangestoken hebben nu voor brandweer spelen?
Na de grote bankencrisis van 2008 was het
alle hens aan dek. Politici, economen, journalisten hadden niks zien aankomen, maar ze
wisten het nadien beter. Ze liepen elkaar in de
weg om analyses te maken en dure eden te
zweren. Het ‘kapitalisme moest gered worden
van de kapitalisten’ zegde zelfs een professor
economie. De bankiers zouden voortaan niet
meer stout kunnen zijn: speculeren met het
spaargeld van de mensen zou niet meer kunnen, de banken zouden in het gareel gedwongen worden door ze te splitsen tussen een
deposito- of spaarbank enerzijds en een zakenbank anderzijds. De financiële crisis werd
voorgesteld als een soort natuurramp. De politieke klasse zat mee aan de stuurknuppel
toen het instrumentarium dat deze crisis voorbereidde in wetten werd gegoten. De Europese Unie (EU) speelde daarin een cruciale
rol met de “Coördinatierichtlijn voor de financiële sector”(1989). Er ontstond een vloedgolf
Di Rupo: mee ASLK naar het einde geleid
8 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
van nieuwe financiële wetgeving waarin de regulering van de financiële sector, na de zware
crisis van de jaren dertig van vorige eeuw,
werd opgeheven. Tussen 1991 en 1993 verschenen in het Belgisch Staatsblad 2.250
bladzijden wetteksten om de financiële instellingen te dereguleren. Om de staatscontrole
verder te ontmantelen werden financiële overheidsinstellingen geprivatiseerd. Dat was niet
alleen het werk van de liberale en conservatieve partijen. Ook de partijen en organisaties
van klassiek links liepen voorop in de neoliberale consensus. Elio Di Rupo was in 1998
vice- premier in een zogenaamde ‘centrumlinkse’ regering Dehaene II (waarin Johan
Vande Lanotte toen ook vice premier was)
toen de ASLK werd geprivatiseerd en nadien
voor een appel en een ei werd overgenomen
door Fortis. Het ACW speelde met zijn spaarbank Bacob een voortrekkersrol in het opdoeken van de splitsing van spaar- en commer-
ciële banken. Dat de nieuwe bankenwet er nu
komt heeft ook veel te maken met de komende verkiezingen van mei 2014. Van de Vlaamse beweging hoorden we weinig i.v.m. met de
bankhervorming. Zeker nu de grootste partij
N-VA, alle dagen “een akte van geloof, hoop
en liefde opzegt voor het neoliberale bankenmodel” dat zoveel Vlaamse spaarders ( niet
alleen de “gewone man”, maar ook de traditioneel gefortuneerden) miljoenen euro’s gekost
heeft (Ethias, Fortis, Dexia, KBC, Arco,…).
Met de nieuwe Bankenwet lijken de traditionele politici als brandstichters die zich vandaag
verkleed hebben brandblussers. Het is dan
ook met de nodige scepsis dat deze bankenwet moet bekeken worden.
Wat valt op in deze bankenwet? Natuurlijk de
klassieke maatregelen van het beschermen
van het spaargeld (spaarders worden na de
werknemers bevoorrechte schuldeisers), de
bonussen aan bankiers en toplui worden onmogelijk als de bank aan het overheidsinfuus
ligt, bonussen moeten verbonden zijn met het
realiseren van middellange termijndoelstellingen, zodat ze geen risico’s stimuleren. Onder
dit laagje bepalingen, vooral naar de brede
opinie toe geschreven, kan men de harde
kern van de nieuwe bankenwet vinden. Namelijk, daar waar het gaat over het onderscheid dat wordt gemaakt tussen handelsactiviteiten van de bank voor eigen rekening en
deze voor rekening van de klanten. De logica
van deze wet is dat de handel- lees vnl. speculatie – voor eigen rekening aan de basis lag
van de crisis van 2008 en dat de handel in opdracht van klanten een steun betekenen voor
de ontwikkeling van de economie. Het besluit
dat regering hieruit trekt is dat speculeren
voor eigen rekening wordt verboden. Indien
de bankiers dat wel willen doen dan moet die
activiteit in een aparte, afgescheiden entiteit
worden ondergebracht (een zusteronderneming…). Uit deze maatregel blijkt dat er geen
muur loopt tussen de klassieke bankactiviteiten en het zaken bankieren van één bank vermits beide onder dezelfde koepel, in een zus-
teronderneming bijv. mogen gebeuren. De
tweede maatregel, de handel voor rekening
van klanten mag wel, maar met een maximumplafond dat vastgelegd wordt op 15%
van het balanstotaal. Boven dit plafond moet
elke euro voorzien zijn van een euro eigen
middelen. De regering gaat hierbij uit van het
feit dat de bankiers zo goed zullen zijn niet te
speculeren, maar dat handel dient als steun
aan de export, de garantie van wisselrisico’s.
Maken deze maatregelen de banken immuun
voor nieuwe crisissen? De meeste deskundigen menen dat deze wet te veel gaten vertoont om nieuwe crisissen genre 2008 te
voorkomen. De banken opereren in een wereld waar de concurrentielogica speelt waarin
de hoogste rendementen behaald worden met
speculeren. Er is in deze wet geen enkele
maatregel om speculeren te verbieden, om de
schaduwbanken of de belastingsparadijzen
aan te pakken. In de marge van de wet moet
gesteld worden dat schaduwbanken die buiten elke regelgeving vallen, nauw verstrengeld zijn met het legaal banksysteem. Banken
spelen als doorgeefluik naar schaduwbanken
of hebben fondsen voor hun rijkste klanten in
belastingsparadijzen. Banken investeren ook
voor eigen rekening in financiële producten
die op de markt worden gebracht via schaduwbanken.
*
Er zijn een aantal argumenten die de bankiers
opwerpen tegen de splitsing van deposito-,
spaarbanken en zakenbanken. Vooreerst
zeggen ze, zijn financiële transacties goed
voor de economische ontwikkeling. Inderdaad
de zakenactiviteiten van de banken zijn geëxplodeerd maar deze dragen amper bij tot de
ontwikkeling van de echte economie. Slechts
een klein deel van de financiële transacties
(7%) dient om risico’s in te dekken die voortkomen uit economische transacties. De rest
van de financiële transacties (93%) is louter
speculatief. Twee. Een splitsing van banken
zou jobs kosten. De banken hebben niet gewacht tot een splitsing om banen te schrappen en de financiële crisis, uitgelokt door “niet
gesplitste banken”, heeft nu al duizenden banen gekost. In gemengde banken dient het
spaargeld als waarborg om goedkoop geld te
lenen voor het ondersteunen van speculatieve
activiteiten. Tot slot wordt door bankiers, bevriende media en politici gezegd dat het splitsen van banken niet rendabel is. Dat klopt
niet. Inkomsten van spaarbanken zijn stabiel.
Veel verlichte bankiers erkennen dat de dynamiek van de financiële markten totaal anders
is dan de relatie met een stabiel cliënteel van
spaarders. “Die verschillende logica’s met elkaar combineren levert een onmogelijke
evenwichtsoefening op”, dixit Jérome Cazes,
algemeen directeur van de investeringsbank
Coface. Deposito (spaar-)banken zijn zeker
rendabel. Op korte termijn zijn ze minder
winstgevend dan investeringsbanken, maar
ze zijn stabieler en hebben een lager risicoprofiel. “De marges zijn veel kleiner en het
eigen kapitaal veel groter. In dat matig model
ligt de toekomst van het bankieren”, zegt
Jean Peyrelevade, oud voorzitter van UAP,
Crédit Lyonnais en huidig voorzitter van Banco Leonarde en France).
*
De wet werd in het Belgische parlement goedgekeurd. De oppositiepartij van de Groenen!
stemde terecht tegen. Bij monde van Kamerlid Meyrem Almaci werd deze tegenstem toegelicht: “ De regering Di Rupo legt de conclusies van afgelopen jaren naast zich neer. Het
Kamerbreed gedragen rapport van 2009 en
de mening van internationale topeconomen
zoals Stiglitz, Roubini, Shiller en De Grauwe zijn heel duidelijk. Een zuivere splitsing
van spaarbanken en zakenbanken is noodzakelijk. Onze banken mogen niet langer speculeren met spaargeld. Banken moeten terug
kiezen voor duurzame activiteiten, het eigen
vermogen vergroten, en transparante en
ethische normen hanteren”.
Het triomfalisme van de regering is misplaatst
als je deze Bankwet toetst aan wat gebeurde
in de jaren dertig van vorige eeuw en ze in de
internationale context van vandaag plaatst.
De eis tot splitsing van zakenbanken en depositobanken is niet nieuw. In de jaren dertig
leidde een reusachtige speculatiegolf tot de
beurscrash van 1929. De gevolgen waren catastrofaal, miljoenen kleine ondernemingen
gingen failliet, miljoenen mensen werden
werkloos,…Mede onder druk van een sterke
arbeidersbeweging werden de regeringen gedwongen tot radicale maatregelen teneinde
de herhaling van dergelijke ramp te voorkomen. De voornaamste maatregel bestond erin
de scheiding op te leggen tussen banken en
holdings. De eerste wet kwam vanuit de VSA
o.l.v. president Franklin D. Roosevelt. In
1933 werd de beruchte Glass-Stealgall Act
afgekondigd waarin de Amerikaanse banken
verplicht werden de investeringsactiviteiten en
de depositoactiviteiten te scheiden. De Belgische regering P. Van Zeeland nam ook drastische maatregelen. Zo werden depositobanken verplicht zich tot korte termijnkrediet te
beperken. Daarenboven, en deze maatregel
werd uitsluitend in België genomen, werd het
formeel verboden aandelen in industriële ondernemingen te bezitten. Het Wetsbesluit zou
van 1934 tot 1993 gelden. België was toen
koploper. De Bankenwet van de regering Di
Rupo is veel zwakker dan deze wet die indertijd door de regering Van Zeeland werd afgekondigd. Er is ook een merkwaardige paradox
in het verhaal. Terwijl iedereen aanvaardt dat
in de Angelsaksische wereld het wilde kapitalisme het meest doorgeschoten is, zien we
vandaag dat (naast de lange gevangenisstraffen voor speculanten zoals bijv. Bernard Madoff, 150 jaar) de reglementering van het
bankwezen daar strenger is na 2008 dan wat
men in doorgaans de West-Europese landen
het “Rijnlandmodel” noemt. Zo zal in GrootBrittannië het zgn. Vickers-reglement worden
ingevoerd. Het gaat hier niet om een splitsing,
maar binnen de bank worden deposito- en zakenactiviteiten afgescheiden via een zgn.
“ringfencing” met specifieke reglementeringen
waardoor het failliet van een zakenfiliaal van
een bank niet de depositoactiviteiten kan besmetten. In de VSA werd in 2010 de zgn.
Dodd-Franck-wetgeving ingevoerd waardoor
het depositobanken verboden wordt risicovolle transacties aan te gaan en investeringen in
speculatieve fondsen begrensd worden (=
Volcker-rule). In West-Europa werd in Frankrijk in 2013 een wet ingevoerd die bepaalt dat
speculatieve onderdelen in een specifiek filiaal moeten worden ondergebracht met een
aparte kapitalisatie. De wet verplicht om
activiteiten die “niet nuttig zijn voor de economie in een apart filiaal onder te brengen”.
Maar de Franse bankiers (BNP-Paribas-Fortis) zeggen dat die activiteiten maar 0,5% tot
1% van hun balanstotaal uitmaken. Bijgevolg
dreigen 99% van de bankactiviteiten buiten de
wetgeving te vallen. ( cfr. ook www.bankensplitsen.be)
De Bankenwet van Di Rupo sluit vooral aan
bij de Franse aanpak. De nieuwe bankenwet
is de berg die een muis baarde en die spoedig zal worden vertrappeld door de grootbankenlobby met de hulp van de traditionele partijen. Nog altijd kan het spaargeld meegesleurd worden door speculatieve operaties
met alle gevolgen vandien voor de overheid
en de belastingbetaler.
Miel DULLAERT
Bernard Mardoff:
naar de nor verwezen
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 9
NIEUWS UIT HET DERDE GEWEST EN ZIJN RIANTE OMGEVING
(Euro-) Brussel kroniek
____________________________________________
Onderwijzeres Karlien Tiebout ontvangt
erepenning
Eind vorig jaar reikte het Vlaams Komitee voor Brussel naar traditie zijn
erepenning Albert De Cuyper uit. Voor een keer viel de eer niet te beurt
aan een eminent academicus, aan een minister of aan een grootheid
uit de culturele sfeer. Geen magistraat of dokter met een respectabel
aantal jaren dienst deze keer, maar niettemin toch iemand die zijn
sporen al verdiende in het ‘Vlaams opbouwwerk’ in de hoofdstad, en
meer bepaald in de meest indrukwekkende instelling die Vlaanderen er
in Brussel op nahoudt: het onderwijs. De laureate was de jonge leerkracht Karlien Tiebout, die in Molenbeek gewoon voor de vijfde klas
staat. Nou ja ‘gewoon’… Om met Geert van Istendael te spreken, die
de laudatio verzorgde: “Gewone sterveling is eigenlijk een onjuiste benaming. Het moet zijn: buitengewone sterveling. Want in deze school,
in de moeilijkste stad van het land, in wat wellicht de moeilijkste gemeente van die moeilijkste stad is, zijn onderbetaalde juffen en meesters (…) elke dag de regenboog van Mandela aan het oprekken. Nu is
Karlien Tiebout van alle buitengewone juffen en meesters de buitengewoonste.”
Na de sportschool volgde zij de lerarenopleiding aan de Arteveldehogeschool in Gent. In haar scriptie behandelde zij de problematiek
van taalvaardigheid in concentratiescholen. Ze liep stage in verschillende scholen in Gent, in voorsteden van Madrid en vervolgens in
Kuregem. Ze behaalde dan nog een diploma sociaal-cultureel werk en
koos er bewust voor om in Molenbeek te gaan werken in een zeer multiculturele en meertalige omgeving. Om in zo’n school les in het Nederlands les te geven is een ongelofelijke krachttoer, meent Geert van
Istendael, die zich mateloos ergert aan de recente pleidooien voor
meertalige scholen en onderdompelingsonderwijs.
Karlien Tibout (rechts op de foto)
“De mensen die al dat moois aanprijzen doen nogal neerbuigend, zelfs
smalend over de resultaten van de Nederlandstalige scholen in Brussel. Ik vind dat walgelijk. (…) Zulk volk kijkt neer op de dagelijkse, heroïsche inspanningen van doodgewone, pardon, buitengewone, juffen
en meesters in de Nederlandstalige scholen van Brussel. En op de inspanningen die al de vorige generaties toegewijde juffen en meesters
tientallen jaren geleverd hebben om Vlaamse Brusselse ketten tweetalig te maken. Zij zijn daarin geslaagd. Zij hebben jaar na jaar tweetalige
jongeren afgeleverd, ten minste, sinds in deze stad Nederlandstalige
scholen bestaan. (…) Denken die lieden soms dat Karlien Tiebout en
haar collega’s niet weten wat meertaligheid in de klas betekent? Ze
hebben er iedere dag mee te maken. Mee te worstelen.”
Tiebout richtte mee de groep Spaak op, want inderdaad, ook zij is van
mening dat er een en ander ‘spaakloopt’ in het Nederlandstalig onderwijs. Een van de grote problemen is dat de vacatures in het Brussels
onderwijs nauwelijks ingevuld raken, zodat de kinderen niet het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. De expertise die men in Brussel
opdoet, verlaat de stad, maar kinderen hebben recht op die expertise.
Extra ondersteuning voor Brusselse leerkrachten is nodig.
In het Nederlandstalig onderwijs is een grote doorlichting op til, waar ze
ook bij Spaak een beetje bang maar ook benieuwd naar uitkijken. Het
Brussels onderwijs heeft zeer talentvolle leerkrachten nodig, liefst ook
nog Brusselse leerkrachten. Vandaag komen de meeste leraars uit de
rand of van ver daarbuiten. Het beleid zou de talenten in Brussel moeten opsporen en naar de lerarenopleiding toe leiden en extra in hen investeren, vinden Tiebout en haar medestanders. De leerkrachten die
van buiten Brussel komen zijn dan weer onvoldoende voorbereid op de
meertalige en multiculturele context waar ze in terecht komen. Ook
daar moet aan gewerkt worden. En het onderwijsverhaal in Brussel is
er niet alleen een van leerinhouden en lesmethodes, maar ook van
Onderwijs in Molenbeek: geen lachertje!
10 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
ouderbetrokkenheid, participatie en gelijke onderwijskansen, kortom
het verhaal van de ‘Brede School’.
Maar Karlien Tiebout blijft met Spaak geloven in de Brusselse ketjes en
wil hun recht op onderwijs waarmaken. Vandaar dat ze de erepenning
van het VKB dubbel en dik verdient.
Onkelinx verplicht Vlaamse huisartsen tot fusie
met Franstaligen
In Brussel bestaat er sinds 35 jaar een Vlaamse en een Franstalige
huisartsenkring, die elk onder meer verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een wachtdienst. De Vlaamse Wachtdienst is er indertijd
gekomen uit ongenoegen over het feit dat de toenmalige ‘unitaire’ huisartsenkring weliswaar formeel tweetalig was maar in de praktijk eentalig Frans. Vlaamse patiënten kregen meer dan eens te horen “Vous ne
parlez pas français?” Sinds de oprichting van de Vlaamse Wachtdienst
was dit probleem van de baan. Naast die oproepcentrale is er inmiddels ook nog een Nederlandstalige Huisartsenwachtpost opgericht,
Terra Nova.
Maar vandaag wil minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx de
beide kringen laten fusioneren. Ze wil over heel België een eenvormig
oproepnummer voor patiënten instellen (het nummer 1733). Speciaal
opgeleide telefonisten zouden die oproepen beantwoorden en ze ofwel
doorverwijzen naar de vaste Huisartsenwachtposten of een huisarts
per taxi ter plekke sturen. Tijdens de nachtelijke uren zouden de patiënten naar de spoeddienst van een van de Brusselse ziekenhuizen
worden gestuurd.
Een aantal Brusselse huisartsen (Jan Matthys, Joost Rampelberg,
Walter Renier en Erika Vandermeersch) maakt zich grote zorgen
over de plannen. Het zou inhouden dat de Nederlandstalige Huisartsenkring moet fuseren met de Franstalige evenknie, maar de eerste
een glunderende Dirk Bosmans
contactvergaderingen die daaromtrent werden gehouden, verliepen
volledig in het Frans, en de rapporten die al werden opgemaakt over de
toekomstige werking zijn ook uitsluitend in het Frans verkrijgbaar. De
verontruste Vlaamse artsen vrezen dat slechts een kleine minderheid
van hun Franstalige collegae enigszins behoorlijk Nederlands spreken
en hebben er ook geen vertrouwen in dat de telefonisten degelijk tweetalig zullen zijn. Ook de nachtelijke doorverwijzing naar de spoeddiensten van de ziekenhuizen is geen goed idee, want alleen aan het
UZ Brussel kan een correcte medische ondervraging gebeuren en verstaanbare aanbevelingen voor de Nederlandstalgie patiënten worden
meegegeven.
Toch zijn een aantal Nederlandstalige artsen geneigd in te gaan op de
fusieplannen van de minister. Die zouden immers moeten leiden tot
een vermindering van het aantal wachtdiensten. En het klopt dat de
Vlaamse artsen nu veel diensten moeten kloppen. Het aantal Nederlandstalige artsen ligt immers rond de honderd, wat krap weinig is voor
een stad als Brussel.
Molenbekenaar wint groot dictee der Nederlandse
taal
De 36-jarige Molenbekenaar Dirk Bosmans heeft het 24ste ‘Groot Dictee der Nederlandse Taal’ gewonnen, met slechts dertien taalfouten.
Daarop heeft burgemeester Françoise Schepmans (MR) de taalkampioen een eremedaille van de gemeente uitgereikt op een plechtige
zitting in aanwezigheid van de Nederlandstalige schepen Annalisa
Gadaleta (Groen), schepen Karim Majoros (Ecolo), gemeenteraadsvoorzitter Michel Eylenbosch en oppositieraadslid Dirk Berckmans
(N-VA). Deze laatste was het enige aanwezige Nederlandstalige
gemeenteraadslid.
Bernard DAELEMANS
Onckelinx wil fusie, in het Frans welteverstaan
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 11
“Het is een hard leven,
maar ook een schoon en een fascinerend”
Kort genoteerd
____________________________________________
Nieuw! Althans (voorlopig) in
Aalst
Voor de zoveelste keer heeft Sp.a,
wat dat ook moge betekenen, in
eigen voet geschoten. Door met
name de meerderheid van de
Aalsterse afdeling op een ‘warme’
manier aan de deur te zetten. Omdat dit foliant geen stads- noch
dorpspolitiek volgt, hebben wij tot
dusver weinig aandacht besteed
aan die troeblante historie. Echter,
er is wel degelijk iets aan de hand.
De partij die pretendeert opvolger
te zijn van het socialisme in onze
contreien neemt het, als het haar
goed uitkomt, niet zo nauw met de
democratie. Zeker niet op lokaal of
regionaal vlak, want het ‘internationalisme’ staat bovenaan in de sloganistiek, dat weet menigeen.
Maar er is meer aan de hand. Plots
wordt het ‘ondenkbaar’ dat sociaaldemocraten in een coalitie blijken
te zitten met verfoeilijke N-VA’ers,
bovendien besmet door de storende aanwezigheid van een Karim
Van Overmeire die het Vlaams
Blok/Belang als kweekschool had.
Dat terwijl het duidelijk is dat het
gemeentelijk coalitieakkoord al in
juli 2012 ‘geformaliseerd’ was, en
iedereen binnen de partij er van op
de hoogte was. “De staat verdrukt,
de wet is logen” is een oude socialistische slogan, maar de ‘logen’,
thans in AN ‘leugen’, is geen zaak
waar sociaaldemocraten zich anno
1914 om malen. En een retro-actief
‘cordon sanitair’ is voor wie Aalst
kent natuurlijk een weinig lachwekkend, want toen er in volle Koude
Oorlogsperiode iets dergelijks bestond tegenover de communisten
was dat niet het minste probleem
om communistisch Volksvertegenwoordiger Bert Van Hoorick in de
armen te sluiten (die daarenboven
nog een amnestievoorstel ingediend had in de Kamer, en dat voor
1950!). Of een Louis Paul Boon,
medewerker van het communistische blad De Rode Vaan. In Aalst
is er dus een zekere traditie van
politieke verdraagzaamheid, maar
die kan moeilijk kenmerkend genoemd worden voor de socialistische partijsecretariaten waar vandaag vooral benoemingen en promoties geregeld worden, ten bate
van de boterham van de kleine
man.
De hypocrisie van de huidige sociaaldemocratie heeft er nu toe
geleid dat er in Aalst een nieuwe
‘beweging’ ontstaan is, die zich
SD&P noemt (‘Sociaal Democraten
en Progressieven’) en haar logo en
embryonaal programma voorgesteld heeft op 20 janurai jl.
Voorlopig lijkt het nog een vooral
Aalsters alternatief, maar de toekomst ligt uiteraard open. En uit de
beginselverklaring, die een tamelijk
‘Bond Zonder Naam’-gehalte heeft,
blijkt toch dat er wellicht perspectieven mogelijk zijn. De verklaring
zit natuurlijk vol gemeenplaatsen
als ‘streven naar een samenleving
waar gelijkwaardigheid, vrijheid,
solidariteit en gewenste verantwoordelijkheid
basisbeginselen
zijn’, of ‘ieder mens heeft recht op
de beleving van zijn eigenheid’,
maar hoopvol is toch dat ‘SD&P
geen angst heeft op ongecomplexeerd, maar tegelijk ook niet
bekrompen te verwijzen naar onze
Dylan Casaer, bête noire voor de partijtop
12 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Senator Swinnen: moet Aalsterse militanten ‘tuchtigen’
Vlaamse eigenheid”.
Het is zeker voorbarig om nu al
een oordeel te vellen over dit nieuw
politiek project, maar het weze duidelijk dat wij met meer dan gewone
belangstelling kijken naar de toekomst in en buiten Aalst van een
linkse groepering die zich ‘progressief’ noemt (of is het omgekeerd?).
En we hopen vooral dat die beweging of wat dan ook niet een vroegtijdige dood sterft zoals die van vorige dissidente Sp.a’ers.
Toch zou het unfair zijn het geval
Aalst te isoleren van wat er in het
algemeen misloopt in de sociaaldemocratie in Vlaanderen. Het gaat
immers om meer dan een toevallige samenwerking met N-VA, en in
vele steden en gemeenten zetelt
SP.a wel degelijk met de Vlaamse
nationalisten in een meerderheid:
in Sint-Niklaas (Freddy Willocx
dan nog wel!), in Bilzen (senator
Guy Swennen, voorzitter van de
tuchtcommissie die de Aalsterse
afdeling opdoekt ‘dient’ er onder
burgemeester Frieda Brepoels!),
in Vilvoorde… en ga zo maar door.
De stap die schepen Dylan Casaer
(Welzijn) nam, is dus verre van
geïsoleerd. Wordt vervolgd…
Guy Verhofstadt gezien door een
Nederlandse journalistieke bril
Nu Guy Verhofstadt officieel kandidaat is van de Europese Liberale
Fractie voor het voorzitterschap
van de EU, is het misschien wel
nuttig om even na te gaan welke
reputatie hij heeft in een naburig
land, dat mee door liberalen bestuurd wordt. In het gezaghebbend
en laat ons zeggen libraalvriendelijke weekblad Elsevier (18 jan.) is
men nogal mild over zijn figuur. Wij
citeren even buitenlandspecialist
Arend Jan Boekestijn: ‘Verhofstadt is een fenomeen (…) In het
begin van zijn carrière liep hij over
van bewondering voor de Britse
premier Margaret Thatcher, wat
hem de bijnaam ‘Baby Thatcher’
opleverde. Het legde hem en zijn
partij geen windeieren.’ Daarna
werd hij een trouwe fan van Tony
de sympathieke Viviane Reding
Blair en zijn befaamde ‘Derde
Weg’. ‘Wat de Derde Weg precies
was, is mij nooit helemaal duidelijk
geworden. Het leek een beetje op
het monster van Loch Ness, iedereen sprak erover maar niemand
had het beest gezien. Het was
vooral duidelijk wat het niet was’.
Maar, nog steeds volgens Elsevier,
geen nood: ‘Het was misschien wel
een teken dat zijn ambitie om de
macht te veroveren groter was dan
zijn intellectuele consistentie’. En
tenslotte: ‘Het enige wat Guy nog
in uitvoering brengt, is de verwerving van het voorzitterschap van de
Europese Commissie en zijn wijngaard in Toscane, Italië’. Tja, wij
zijn toch wel heer erg braaf in ons
eigen commentaar…
‘Te sociaal’
Eurocommissaris Viviane Reding
(Justitie) maakte zich eind januari
onsterfelijk door in een interview te
zeggen dat EU-lidstaten die last
hebben van arbeidsmigratie er te
royale sociale voorzieningen op
nahouden.
Burgerforum EU
Onverwacht kreeg het Nederlandse
‘Burgerforum EU’ de steun van de
Nederlandse Tweede Kamer. Het
initiatief dat uitgaat van o.m.
Thierry Baudet die waarschuwt
voor ‘de sluipende overdracht van
Nederlandse bevoegdheden aan
Brussel’ en 63.000 handtekeningen
werden verzameld. Met de eis om
een referendum te organiseren.
Aanvankelijk schaarde enkel de
PVV van Geert Wilders zich achter het initiatief, maar tijdens een
debat kreeg het burgerforum een
meerderheid achter zich. Merkwaardig is dat de ‘referendumpartij’
D66 tegen was, vermits te eurofiel.
Het wetsvoorstel voor een raadgevend referendum gaat nu naar de
senaat, maar daar zijn wel 300 duizend handtekeningen voor nodig.
Wie weet?
oppositie zetten de regerende moslimpartij Ennahda met massabetogingen en stakingen onder druk.
Deze partij had de grondwetgevende verkiezingen van oktober
2011 gewonnen, negen maanden
nadat de dictatuur was gevallen
door een volksopstand. Nu is het
wel zo dat Ennahda algemeen
wordt beschouwd als de meest
vooruitstrevende religieuze partij in
de Arabische wereld en dat zij
evenmin gediend is met het gekonkel van fundamentalistische tirannieën om en rond Saoedi-Arabië,
Qatar... De gesprekken over de
nieuwe grondwet liepen niet van
een leien dakje omdat de kloof tussen islamisten en seculieren nog te
groot was. Na de moorden werden
de bijeenkomsten van de Grondwetgevende Vergadering wegens
de massale betogingen een tijdje
opgeschort. In elk geval bleek na
de moorden toen dat er in Tunesië
een seculiere maatschappij is die
partij uitte doodsbedreigingen ten
aanzien van een aantal seculiere
parlementsleden die hij beschuldigde als “vijanden van de islam”.
Na deze bedreigingen werd de
stemming even opgeschort. Als de
nieuwe grondwet is goedgekeurd,
neemt de tijdelijke regering ontslag
en worden er dit jaar nieuwe verkiezingen uitgeschreven.
De “troika”: doodseskader in
maatpak?
De neoliberale besparingsprogramma’s hebben in deze wereld al
duizenden doden veroorzaakt.
Merkwaardig is hoe de elites en de
van hen afhankelijke media in staat
zijn het dodelijk karakter van deze
besparingsprogramma’s te maskeren. Soms springt er al eens een
schaap uit de kudde. Zo bijvoorbeeld de reportage van het VRTTerzake-programma begin januari
jl. over de i neenstorting van de ge-
Tunesie: nieuwe grondwet
zonder sharia
Terwijl het ontwerp Grondwet in
Egypte grotendeels op maat van
het leger zal worden geschreven
staat in Tunesië, waar de Arabische revoltes begonnen drie jaar
geleden, een andere grondwet op
stapel. Er waren natuurlijk heel wat
politieke en maatschappelijke
spanningen na de omverwerping
van de dictatuur. Hoe zou het anders kunnen? Sommigen hebben
er een zware prijs voor betaald en
hun leven verloren. Zoals de moorden op de leiders van de links, seculiere oppositie. We verwijzen
naar de moord op Chokri Belaïd,
de linkse Tunesische oppositieleider van de Mouvement des Patriotes et Democrates (MDP) en in juli
2013 de moord op Mohamed
Brahmi voorzitter van de links nationalistische oppositiebeweging
“Echaab”,(“Volksbeweging”). Na
deze moorden stond het land op
zijn kop. Vakbonden en seculiere
Tunesische betoogsters
weerbaar is. Ook vele gematigde
islamitische Tunesiërs zien meer
en meer in dat het islamfundamentalisme dood en verderf zaait in andere Arabische landen en de ontwikkeling van de maatschappij
blokkeert. Het resultaat is dat de
ontwerpteksten van de nieuwe
Grondwet die door de Tunesische
parlementsleden met minstens
tweederde meerderheid werden
goedgekeurd heel wat democratische elementen bevat. Zo wordt
de gelijkheid tussen alle burgers
van de Tunesië ingevoerd, zonder
enige discriminatie. Zelfs het onderscheid tussen ‘man’ en ‘vrouw’
(dat ten nadele van de vrouw
speelt in de patriarchale islamitische wereld) is eruit verdwenen.
Nog belangrijker is dat de Grondwetgevende Vergadering heeft beslist dat de “sharia” niet in de
Grondwet wordt opgenomen. Dat
ging niet zonder slag of stoot. Een
fundamentalist van de Ennahda-
zondheidszorg in Griekenland als
gevolg van de besparingsprogramma’s van de troika (samengesteld
uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het IMF en de
Europese Centrale Bank, ECB). De
Grieken zijn zo beschaamd over de
wantoestanden in hun ziekenhuizen dat ze systematisch weigeren
tv-ploegen binnen te laten. De
VRT-ploeg nam dan maar zijn toevlucht tot de verborgen camera om
één en ander vast te leggen. Een
moedige dokter durfde toch voor
de camera de dodelijke gevolgen
van de tussenkomsten van de
troïka concretiseren. De bewuste
dokter verklaarde dat door de besparingenprogramma’s in Griekenland er momenteel 20.000 mensen
aan verplegend personeel te kort
zijn en dat er in Griekenland
jaarlijks 2000 mensen voortijdig
overlijden als gevolg van de inleveringen. De troïka, gesteund door
een regering van conservatieven
Thierry Baudet: goed gescoord!
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 13
en sociaaldemocraten, is dan ook
een doodseskader in maatpak geworden voor vele Grieken. De dokter stelde dat hij soms pijnlijke keuzes moet maken over wie er in een
‘intensive care’ afdeling moet opgenomen worden met als gevolg
voortijdige sterfte van zij die niet
weerhouden worden. Het zijn medische beslissingen die in oorlogsgebieden op het slagveld of bij grote
natuurrampen moeten genomen
worden. Vandaag gebeuren ze in
de “waardengemeenschap” van de
EU.
Nu ‘het kalf verdronken’ is, is het in
het EU-Parlement tijd om rapporten
te maken over het optreden van de
troika. Beter laat dan nooit. In dit
rapport wordt de troïka aan de
schandpaal genageld. Terecht. Er
blijkt dat het optreden van de heren
niet veel meer was dan nattevingerwerk, op basis van verkeerde
rekenkunde. In feite worden de
Grieken en alle democratisch verkozenen geconfronteerd met een
permanente staatsgreep van de
technocraten van de troika, die aan
niets of niemand verantwoording
verschuldigd zijn, behalve wellicht
aan de kleine toplaag van de happy few van bankiers en Griekse
superrijken en corrupte politici. Zij
zijn schatrijk geworden met leningen van vnl. Duitse en Franse banken waarvan de Grieken nu de
schulden ‘mogen’ afbetalen..De EU
en de troïka zijn een ramp voor de
Europese volkeren.
14 - Meervoud nr. 186 - april 2013
De postbusfirma in Oost-Europa
van een Vlaamse transporteur
Eén van de grootste sociale rampen die de EU en de politieke klasse veroorzaakt is het wettelijk kader dat zij opgebouwd hebben voor
sociale dumping in en tussen de
lidstaten van de Europese Unie.
Ondernemers profiteren ervan, ten
koste van de welvaart en het welzijn van zowel onze Vlaamse
chauffeurs als de Oost-Europese!
Het transportbedrijf ‘Gilbert De
Clercq’ (Sint-Niklaas), wordt er
door de vakbonden van beschuldigd via frauduleuze postbusconstructies in Oost- Europa, chauffeurs vervoersopdrachten te laten
uitvoeren voor multinationals tegen
sociale dumpingprijzen. De Clercq
heeft een postbusfirma in Bratislava. Die huurt via interim-contracten
chauffeurs uit Slowakije en Bulgarije en zenden die naar Vlaanderen
om er lokaal transport te doen. Dat
betekent dat ze officieel de loonen arbeidsvoorwaarden van Vlaanderen moeten respecteren, maar
dat doen ze niet. Per maand verdient zo’n trucker een maandloon
van 1.400 à 1.500 euro. Daarvan
moeten ze leven in hun vrachtwagens, werken tijdens het weekend
en ’s nachts. Een transportbedrijf
uit Vlaanderen kan daar niet tegenop. Een Belgische chauffeur zou in
hetzelfde regime ! 2.500 à 3.000
netto moeten verdienen. Volgens
onderzoek van de Transportarbeidersbond van het ABVV, de BTB,
heeft De Clercq 200 vrachtwagens.
Er werken nog zo’n 10 Vlaamse
chauffeurs, 20 Slovaken en 70 Bulgaren. De laatste jaarrekening
meldt per eind 2012 alles samen
130 werknemers. Er was een omzet van ! 44 miljoen – een derde
meer dan in 2007- en een nettowinst van ! 0,6 miljoen. De EU
biedt een kader aan dat toelaat
frauderende bedrijven de uitbuiting
van de Europese werknemers te
maximaliseren ten koste van het
welzijn en de welvaart van de
chauffeurs. Er wordt weinig informatie uitgewisseld tussen de lidstaten. Wie een internationale transportvergunning heeft, mag bijvoorbeeld een buitenlandse chauffeur
in het kader van een internationaal
vervoer tot drie ritten in één land
tussendoor laten doen. Omdat België een klein land is en de grenscontroles door de EU zijn afgeschaft, is het niet moeilijk een
chauffeur even over de grens te
doen rijden en te laten terugkeren.
De sociale fraude gaat van onwettige bedrijfsconstructies (bijv.
Het opzetten van postbusfirma’s
die plaatselijk geen activiteiten
hebben zoals De Clercq ongestraft
doet) tot ware uitbuiting. Vooral de
multinationals zoals de Zweedse
Ikea en de Brits-Nederlandse Unilever liggen in het vizier van de
vakbonden. In een samenwerking
tussen de ABVV en de Nederlandse vakbond FNV werd Ikea en
Unilever aangeklaagd. Begin december 2013 kwamen de EU-ministers van Werk bijeen over dit
probleem en ze beloofden een betere samenwerking tussen nationale inspectiediensten. Meer dan een
rookgordijn is dit niet. Een anonieme transportondernemer, concurrent van De Clercq, ziet het zo:
“Het probleem van sociale dumping
zit bij de patroonsorganisaties van
het transport én de overheden. De
federaties hadden al jaren geleden
veel meer controles moeten eisen.
Maar ze spreken niet uit één mond
omdat in deze federatie heel wat
bestuurders van bedrijven zetelen
die zelf met buitenlandse vrachtwagenchauffeurs werken. De intenties
van de EU-ministers van Werk komen te laat omdat reeds heel wat
bedrijven door sociale dumping en
fraude over kop zijn gegaan.” Dit
dossier is niet alleen een zaak van
vakbonden en bedreigde Vlaamse
transportondernemers, maar ook is
er een flinke kluif weggelegd voor
het Unizo dat van de media wel
een toeter heeft gemaakt om te
zagen over de te hoge loonkosten
hier, en met de te lage loonkosten
voor Oost-Europeanen blijkbaar
geen problemen heeft. De Vlaamse
Beweging zou ook een tandje kunnen bijsteken om op te komen voor
de welvaart en welzijn van de
Vlaamse werkende bevolking in het
transport (wat baat een onafhankelijk Vlaanderen als dit een parochie
van miserie wordt)? Wij hopen dat
de partijen die deze praktijken mogelijk maken in mei e.k. in het
stemhokje voor de Europese verkiezingen worden afgestraft.
Niet voor publicatie vatbaar
In deze rubriek signaleren we wansmakelijkheden die volgens ons
niet de minste aandacht verdienen.
Afrodisering van de macht. Sinds
kort is de status van de tot voor
kort première dame van de Franse
Republiek, de 48-jarige mevrouw
Valérie Trierweiler (vorig jaar on-
De nieuwe vriendin van Hollande, hier op de kaft van
een themamagazine
kan het behoorlijk warm zijn en dat
is bijzaak, want in populariteitspeilingen deed Hollande het tot
voor kort bar slecht (17% van de
Fransen stonden nog achter hem),
nu gaat het weer wat beter.
*
Hollande en Trierweiler toen alles koek en ei was
eerbiedig, dat geven we toe, per
abuus Rothweiler genoemd in dit
foliant) serieus aan het wankelen.
Op een persconferentie die uiteraard over politiek en economie
ging, en waarin president François
Hollande afstand nam van het socialisme, wou hij hét thema dat de
republiek beroert niet aansnijden,
maar liet wel verstaan dat zijn
vriendin op het Elysée niet langer
welkom was en tijdelijk verbannen
naar het buitenhuis La Lanterne in
de buurt van Versailles. De deerne
is pas ontslagen uit het ziekenhuis
waar zij acht dagen opgenomen
was na een instorting bij het vernemen van een relatie van haar beminde met de charmante maar niet
onbesproken actrice Julie Gayet
(41). Kwatongen beweren dat zij
zelfmoordneigingen had (het blad
Le Point had het enkel over een
kalmeringspilletje te veel), maar dat
wordt ten stelligste en in alle
toonaarden ontkend: zij moest enkel even overdenken over de
amoureuze escapades van de socialistische president en de toekomst van haar vijf man personeel.
Inmiddels regent het ook roddels
over de rol die zijn vorige ex, Ségolène Royal, moeder van vier
Hollandekinderen, in deze zaak al
dan niet zou gespeeld hebben, aldus de gereputeerde Nederlandse
journaliste Eveline Bijlsma. Maar
volgens haar al even erudiete collega Wilma Nanninga (De Telegraaf), vindt bijna 90% van de
Fransen dat president François zijn
onofficiële echtgenote gewoon zat
is, en wat hen betreft blijft Hollande
gewoon zijn ‘passie’ uitoefenen. De
boulevardpers wijst er ook op dat
Trierweiler op kosten van de Franse Republiek allerlei accommodaties huurt en zich graag laat
vervoeren met privéjets en limousines. Men is in socialistische kringen ook niet vergeten dat Hollande
destijds Valérie als minnares overnam van een politiek rivaal, Patrick
Devedjian, vertrouweling van zijn
voorganger Sarkozy die haar drie
kinderen schonk. En vergeten we
niet, tot voor kort werd Hollande
door veel Fransen als een ‘grijze
muis’ beschouwd en als dusdanig
ook niet echt au sérieux genomen.
Daar is nu ietwat verandering in
gekomen.
*
Afrodisering van de macht (2). Het
lijkt op het eerste zicht triviaal dat
een gereputeerd blad als Meervoud zich met dit soort zaken inlaat, maar we doen het enkel om
een en ander te duiden in verband
met de politieke zeden van een
bevriend buurland. Uiteindelijk is
de nieuwe presidentiële verovering
van de Franse president niet de
eerste de beste. Zij komt uit een
literair milieu want was getrouwd
met de Argentijnse schrijver Santiago Amigorena (51) tussen 2003
en 2006, en heeft samen met hem
twee tienerzoons. Zij is bovendien
een kunstenares want actrice sinds
haar 21ste, en speelde al in meer
dan 50 rolprenten, hoewel ze zich
nooit schroomde om uit de kleren
te gaan. Maar goed, in Argentinië
Afriodisering van de macht (3). Nu
het onvermijdelijke toch is gebeurd,
is ook de wetenschap zich met de
zaak gaan bemoeien. Want wie
kon zich voorstellen dat heel wat
vrouwen voor Hollande, met zijn
wijkende haarlijn en brilletje, plots
in katzwijm vallen? Sociaal psycholoog Joris Lammers deed wetenschappelijk onderzoek naar waarom macht ontrouw maakt. ‘Mannen
met macht hebben minder aandacht voor gevaar, nemen meer
risico’s en zijn zelfverzekerder. Ze
zien meer kansen en grijpen die
ook. Als het aankomt op reproductie vinden veel vrouwen zo’n man
aantrekkelijk’, aldus de gerenommeerde wetenschapper. Bioloog
Frans De Waal: “Voor vrouwen is
de macht enorm aantrekkelijk. Dat
is altijd zo geweest, ook bij primaten (apen).’ En: ‘Voor een vrouw
maakt het aantal partners niet uit
voor haar nakomelingschap. Dominantie biedt dus verschillende
voordelen. Dat zie je bij de chimpansee, de gorilla (waar mannetjes
een hele harem voor zich hebben)
en dus ook in de menselijke politiek”. Logisch dus.
Hoogleraar psychologie Roos
Vonk is zo mogelijk nog overtuigender: ‘Machtige mannen hebben
meer testosteron. Dat geeft zelfvertrouwen en dat vinden vrouwen
charismatisch. Bij zo’n Hollande zie
je dat misschien niet op tv, maar
als je met hem in een ruimte bent,
kun je dat wel merken. Dat werkt
voor veel vrouwen betoverend’.
*
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 15
sekssymbool Hollande,
zonder helm
Afrodisering van de macht (4).
Toch is de houding van een dergelijke presidentiële fallocraat niet
altijd een eenvoudige zaak in
protocollaire
aangelegenheden.
Het toeval wou nu dat eind januari
de Franse president in Nederland
te gast was voor een ‘inkomend
officieel bezoek’ – geen ‘staatsbezoek’ want anders moest hij een
krans leggen bij het Monument op
de Dam -, maar hij moest er wel
aanzitten op een eenvoudige maar
voedzame maaltijd op paleis
Noordeinde. Enfin, dat viel nogal
mee: volgens de Volkskrant kreeg
hij er Salade de homard et de
pamplemousse als voorgerecht en
perdreau rouge, sauce au calvados
als hoofdgerecht. Toch maar geen
Gelderse rookworst met boerenkool dus bij het genot van een limonadeglaasje Heineken. Maar
omdat het geen ‘staatsbezoek’ was
hoefde hij niet aan te zitten met zijn
partner, wat een hele verluchting
was voor het Nederlandse protocollaire korps.
In Nederland zelf is men nogal terughoudend als het over stoeipartijtjes van bewindvoerders gaat, al
was het maar om het poldermodel
niet te kijk te stellen. De vroegere
minister-president Ruud Lubbers
werd wel eens de hengst van Kralingen genoemd, en het opvoeren
van de echtgenote van PvdA-voorman Diederik Samsom tijdens de
voorbije verkiezingsstrijd werd niet
gesmaakt toen achteraf bleek dat
hij een scheve schaats reed. Of op
lager echelon het wel en wee van
de burgemeester van Maastricht
die de Limburgse goede zeden geweld aan deed via een homopornowebstek. Over vrijgezel Mark
Rutte duiken wel eens verhalen op
– zo werd hij met een blonde vriendin gesignaleerd in een Brussels
hotel en zou een goede vriend
hebben in New York die meer dan
platonisch zou zijn, maar dat werd
nooit écht uitgesmeerd in de kranten. Voor de goede orde: het werd
steeds ontkend en harde bewijzen
zijn er niet.
*
Afrodisering van de macht (5). Een
oplossing voor het probleem van
de afrodisering van de macht in
Frankrijk heeft een historica aan de
Universiteit Utrecht bedacht. De
wetenschapster in kwestie, Anne
Marieke van der Wal-Rémy is er
van overtuigd dat alles niet had
hoeven te gebeuren wanneer Martine Aubry president van de Republiek was geworden. Thans zou
Hollande er goed aan doen haar te
benoemen als nieuw eerste minister, aldus Anne Marieke (in De
Volkskrant, 22 jan.). Aubry is burgemeester van Rijsel en een harde
tante binnen de partij. Volgens DV
slaagde zij erin succesvol het Front
National op afstand te houden in
haar regio. Dat klopt niet helemaal,
en ze stelde zich vaak dubbelzinnig
op tegenover Roma-zigeuners en
voegde islamitische dagen in voor
vrouwen in stedelijke zwembaden,
zeer tot ongenoegen van de laïcisten. Maar ze werd ‘om seksistische
redenen’ aan de kant gezet, aldus
de historica.
Die schijnt niet te weten dat mevrouw Aubry een voorakkoord gesloten had in Marakech met de allerminst als seksist bekendstaande
Dominique Strauss-Kahn, en met
kwam eerder al in opspraak door
pogingen om ! 20 miljoen van Italië
naar Zwitserland te smokkelen. Nu
zou hij via de bank van het Vaticaan enorme bedragen nepdonaties hebben doorgesluisd naar organisaties die banden met hem
hadden.
*
Martine Aubry,
mogelijk alternatief?
hem als kandidaat kon Frankrijk
toch nooit soort bunga-bungarepubliek worden, aldus menig waarnemer.
*
Een avondje Brussel. In de Nederlandse pers werd breed uitgesmeerd wat een noorderbuurlinge
overkwam in de hoofdstad van
Europa. Dominique Brirette (57)
zat in een buitenwijk van Brussel in
haar wagen te wachten op haar
echtgenoot toen zij werd overvallen
door drie jonge boefjes. Ze kreeg
klappen met een boksbeugel, terwijl glas in het rond vloog. Haar
handtas werd ontvreemd. Pas een
half uur later kwam de politie opdagen, waarna haar meteen weer
een dreun werd uitgedeeld: die
gaven haar een donderpreek. “Ze
vroegen zich af wat we daar kwamen doen”, aldus de geslagen en
meteen ook aangeslagen dame.
“Deze buurt is de ruggengraat van
de criminaliteit in Brussel”,
schreeuwden ze.” Meteen werden
ze beschuldigd van uitlokking, omdat ze zich verplaatsten in een
Mercedes. Ze moest onwillekeurig
denken aan het boek ‘Eurabia’ van
Arthur van Amerongen, waarin
deze waarschuwde: “Ik had niet
bevroed dat het zo droevig was
gesteld met de hoofdstad van
Europa”.
Conclusie: op steeds meer plekken
in Brussel regeert niet de staat,
maar de straat.
*
Vaticaan in opspraak. De Italiaanse
katholieke geestelijke Nunzio Scarano wordt verdacht van het witwassen van miljoenen euro’s. Hij
christendemocratisch politicus Ruud Lubbers.
Let op zijn geile blik!
16 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
VN-ambassadrice in opspraak
Viagra gestolen. Dat apotheken
nogal eens bezocht worden door
inbrekers is alom gekend. Minder
geweten is dat het Brits leger
kampt met enorme diefstallen. Op
woensdag 15 januari werden bijvoorbeeld viagrapillen gestolen
voor een waarde van bijna £ zesduizend. De pillen lagen op luchtmachtbasis Marham in Norfolk.
Echter, volgens het ministerie van
defensie werden de pillen niet gebruikt wegens hun potentieverhogende werking, maar om lage
bloeddruk en misselijkheid tijdens
het vliegen tegen te gaan.
Naast viagrapillen werden ook nog
gestolen: 100 bajonetgeweren, duizenden kogels, een verzilverd
standbeeld en zilveren bestekken.
In 2012 werden veertig antitankmijnen verdonkeremaand, maar die
werden uiteindelijk getraceerd.
OVERPEINZINGEN
Maarten
____________________________________________
Naar aanleiding van zijn 70ste verjaardag stelden de journalisten
Frénk Van der Linden (°1957) en Pieter Webeling (°1956) een boek
samen over de Nederlandse historicus Maarten Van Rossem (°1943),
dat zij in hun voorwoord omschrijven als “geen uitvoerige biografie,
maar een kleurrijke karakterschets” (blz. 7). Zij baseerden zich daarvoor op uitvoerige gesprekken met het onderwerp van hun boek zelf én
met 25 personen uit zijn (onmiddellijke) omgeving.
De twee grootvaders van Maarten Van Rossem (°1943), emeritushoogleraar geschiedenis van de Utrechtse universiteit, waren beiden
eveneens professor, de ene in rubbertechnologie en de andere in
sterkstroomtechniek. Zij waren daarnaast allebei nogal afstandelijke,
victoriaanse ‘heren van stand’, dominant en autoritair ook, maar – althans toen hun kleinzoon met hen omging - niet onaangenaam. Van
Rossems ouders volgden aanvankelijk de klassieke humaniora, maar
schakelden na enkele jaren over naar een andere studierichting, die
intellectueel en maatschappelijk minder hoog in aanzien stond: zijn
vader ging naar de handelsschool, behaalde vervolgens een diploma
aan een Hogere Tuinbouwschool en werkte daarna zijn hele leven bij
de Plantenziektenkundige Dienst van de toenmalige Landbouwhogeschool Wageningen; zijn moeder stapte over naar de huishoudschool
en runde na haar huwelijk het gezin, dat - naast Maarten - nog een één
jaar jongere dochter Sis (kunsthistorica) telde en een zeven jaar jongere broer Vincent (hoogleraar monumentenzorg en stedenbouwkunde). Alle twee hebben Maarten Van Rossems ouders levenslang
geworsteld met het feit dat zij, in tegenstelling tot hun vaders, geen
universitaire studies deden; in de woorden van hun zoon Maarten: “Hij
heeft een leven lang een complex overgehouden aan het feit dat hij
niet gestudeerd heeft” (blz. 16); “Dat heeft haar óók een leven lang
dwarsgezeten” (blz. 21).
Het politiek-maatschappelijk liberaal georïenteerde en ongelovige gezin
Van Rossem, “onconventioneel en vrijzinnig” (blz. 12), had enerzijds
“behoorlijk ruimdenkende opvattingen” (blz. 12) en was anderzijds niet
echt op knuffelen gesteld (blz. 13). Maarten Van Rossems vader, een
niet onverdienstelijke kunstschilder (van vooral vrouwelijk naakt) en
een intelligente ‘beau garçon-à-la- Richard Gere’, “was een prater“, die
“eindeloos kon oreren” (blz. 14): “Dat eindeloze gehouwehoer heeft
Maarten beslist van zijn vader” (blz. 14). Maartens “ouders hadden
vaak ruzie” (blz. 29) en “waren twee totaal verschillende temperamenten” (blz. 29): in 1959 volgde er - nadat vader Van Rossem al meerdere
vriendinnen had gehad - een scheiding, die vooral door zijn moeder,
die alleen achterbleef en bij wie de kinderen bleven inwonen, pijnlijk
was. Zowel deze scheiding als het overlijden van zijn vader (1990) en
zijn moeder (2010), respectievelijk op 71- en 91-jarige leeftijd en voor
wie hij telkens de begrafenisrede uitsprak, raakten Van Rossem volgens eigen zeggen niet echt diepgaand en brachten hem (emotioneel)
niet uit balans: “Op het moment dat mijn vader en moeder uit elkaar
gingen, heb ik mij van hen losgemaakt. Van allebei. Ik moest mijn
eigen boontjes doppen, dat was duidelijk. Dat voelde ik toen ook. Ik
was vrij. Het leven lag voor me. ‘Ik red mezelf wel’” (blz. 37).
Nadat hij in 1962 met succes eindexamen had afgelegd voor de middelbare school, begon Maarten van Rossem farmacie te studeren,
maar al in januari 1963 schakelde hij over naar geschiedenis. De
(studenten)rebellie van de jaren 1960 beleefde hij - ondanks “een diffuus, linksig gevoel” (blz. 146) - vrijwel uitsluitend passief. Hij maakte
een eindverhandeling over het begin van de Koude Oorlog onder de
leiding van professor Hermann Von der Dunk (°1928) en werd - als
“briljante ‘coming man’” (blz. 43) - vanaf 1971 diens wetenschappelijk
medewerker. Na veel tribulaties promoveerde Van Rossem in 1983
cum laude - opnieuw met Von der Dunk als promotor - met de dissertatie “De dubbele politiek van bekering van een generatie Amerikaanse
intellectuelen (1934-1953)”, waarbij hij zich in de eerste plaats baseerde op de exhaustieve lectuur van het radicale en progressieve tijdschrift “Partisan Review” (1934-2003), dat oorspronkelijk was opgericht
door de Amerikaanse communistische partij. Op basis van dit proefschrift schreef Van Rossem op verzoek van een uitgever een jaar later
ook het boek “De Verenigde Staten van Amerika in de twintigste eeuw”,
waarmee hij zijn naam vestigde als Amerikanist. Als universitair docent
stond hij er - ondanks (soms vergaande) uitweidingen en terzijdes - om
bekend dat hij aan zijn gehoor een boeiend en samenhangend verhaal
kon presenteren.
Maarten Van Rossem, “die geschiedschrijving” als “een literair genre”
(blz. 57) beschouwt, betreurt hogelijk “dat er maar weing historici zijn” zoals hijzelf - “die deelnemen aan het actuele maatschappelijk debat”
(blz. 56) en zich opwerpen als ‘publieke intellectueel’. Aan woorden,
humor, ironie en argumenten ontbreekt het hem nooit, maar dat was
ooit anders. Als kind werd Maarten Van Rossem door zijn leeftijdgenoten namelijk aanzien als een “een gek ventje” (blz. 22) of “een sociaal kneusje” (blz. 24) en werd hij bijgevolg ook geregeld gepest. Dat
veranderde echter rond zijn 13de-14de jaar, toen hij met zijn intellectuele capaciteiten en zijn verbale talenten op de middelbare school
excelleerde en imponeerde.
Zijn hoor- en werkcolleges, die hij vanaf 1978 doceerde aan de
Utrechtse universiteit, vormden voor Van Rossem een leerschool voor
wat zijn eigenlijke roeping zou blijken te zijn: “’s lands eerste echte televisiehistoricus” (blz. 7) te zijn, zoals zijn historische leermeester Von
der Dunk hem lovend karakteriseert, maar tegelijk met kritische bedenkingen omtrent de (historische) simplificaties die zijn poulain zich al te
vaak permitteert in zijn publieke optredens. Vanaf 1984, toen hij voor
de Nederlandse televisie een verkiezingsdebat in de Verenigde Staten
van Amerika becommentariëerde, ontwikkelde Van Rossem zich tot
een veel gevraagde televisiepersoonlijkheid, aanvankelijk alleen voor
nieuwsprogramma’s, maar later geleidelijk ook meer en meer voor ‘infotainment’ en kwissen. Nadat hij de aanslag op de Twin Towers op 11
september 2001 met enige distantie, nogal nuchter en ietwat relative-
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 17
staat. In de afgelopen vijftien jaar is die met enige regelmaat op de
schop gegaan, steeds volgens neoliberale principes van een terugtredende overheid” (blz. 158). Dat de socio-economische en politiek-maatschappelijke crisis (in Europa) daarnaast leidt tot allerhande vormen
van populisme, vormt volgens Van Rossem een ernstige bedreiging
voor de democratie, zoals hij onder meer betoogde in zijn boek uit
2010 Waarom is de burger boos? Maarten Van Rossem over hedendaags populisme. Een aanrader trouwens, dat boek, zoals ik persoonlijk ook bijzonder heb genoten van zijn essaybundel Heeft geschiedenis
nut? uit 2003 en ik zijn historische monografie Drie oorlogen. Een kleine geschiedenis van de 20e eeuw uit 2007 sterk heb geapprecieerd.
Maarten Van Rossem is gehuwd en vader van een zoon Niels (°1974),
consultant en projectmanager en een dochter Ottelien (°1977), communicatieadviseur. Zijn beide kinderen zijn dol op hun vader, hoewel
de praktische kant van het gezinsleven toen zij jong waren goeddeels
terecht kwam op de schouders van hun moeder, ondanks haar drukke
baan in de (geschreven) media. Met één van zijn inmiddels bekende,
badinerende ‘overstatements’ stelde Van Rossem het zelf als volgt:
“Laat het maar gezegd zijn: zonder Winnie (zijn vrouw; °1945) zou ik
als een zwerver in een versleten regenjas rondscharrelen in het park
met twee plastic Albert Heijn-tassen” (blz. 132)... Op andere momenten
flirt Van Rossem met zijn ironische opmerkingen minder onschuldig
met wat welvoeglijkheidshalve kàn: “Maar de holocaust kun je toch niet
ophangen aan de gehele Westerse cultuur? Het is gewoon heel jammer dat de Duitsers de boel georganiseerd hebben. Waren het de Italianen geweest, dan had dat al enorm gescheeld. Waarschijnlijk waren
de treinen dan uit de rails gelopen” (blz. 151)...
Over hoe lang de Van Rossem-hype nog zal duren en over hoever hij
kan gaan in zijn (televisie)performances, heeft met name ook zijn echtgenote, met wie hij sinds 1969 getrouwd is, een uitgesproken mening:
“Soms denk ik: pas op dat je geen televisiehoer wordt” (blz. 139). En
Van Rossem zelf formuleert het aldus: “Het is de vraag wanneer de Nederlandse televisie zijn laatste adem uitblaast vanwege een overdosis
Maarten Van Rossem. Veel mensen denken dat dat spoedig het geval
zal zijn. Eerlijk gezegd vind ik het soms ook wat veel” (blz. 69)...
rend had geduid op het televisiescherm, werd hij tijdelijk van het populaire medium verwijderd. Ondertussen is dat al lang verleden tijd en
schittert zijn ster op het televisieforum meer dan ooit. Bovendien heeft
hij sinds enkele jaren een eigen, tweemaandelijks tijdschrift, Maarten!,
en hield hij in 2012 een eindejaarsconférence in het gerenommeerde
Amsterdamse theater Carré. Zijn oud-student en oud-collega aan de
Utrechtse universiteit Maarten Prak (°1955) verklaart een en ander als
volgt: “Dat is zijn rol in de media: populariseren. Hij kan ingewikkelde
materie zo bondig en geestig samenvatten dat mensen in het land denken: aha, nu snap ik hoe het zit!” (blz. 66).
Maarten Van Rossem, die er naar eigen zeggen eerder traditionele of
klassieke smaken of voorkeuren op nahoudt inzake kunst en cultuur, is
sinds 1967 onafgebroken lid van de sociaaldemocratische Partij van de
Arbeid, waarvoor hij in 2010 het lijsttrekkersschap voor de Europese
verkiezingen weigerde, maar in 2012 wel lijstduwer was bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Zelf typeert hij zich als “links liberaal”
(blz. 148) of als een “conservatieve sociaaldemocraat” (blz. 149). Zijn
analyse van het huidige tijdsgewricht is, voor een man die engagement nooit echt als een prioriteit zag, overigens vlijmscherp en correct
en - zoals bij hem vrijwel altijd - ietwat provocerend: “Jarenlang hebben
‘we’ ons opgewonden over over de dreigende islam en Osama Bin Laden. Ondertussen waren het onze eigen bankdirecteuren die als de
ware schurken te midden van ons leefden. De janboel en de slepende
problemen van nu zijn het directe gevolg van de kortzichtigheid, de
speculatiedrift en de totale onverantwoordelijkheid van de financiële
sector. In feite is deze crisis het failliet van het neoliberale denken: essentiële ‘cheks and balances’ zijn overboord gegooid om die lui hun
gang te laten gaan. Leve de markt! En hebben we daar iets van opgestoken? (...) Als premier zou ik mij ten eerste richten op de verzorgings-
Nico VAN CAMPENHOUT
Frénk VAN DER LINDEN en Pieter WEBELING, Maarten zonder masker, Amsterdam, Uitgeverij Veen Media, 2013, 167 blz.
In ’t hooggebergte
Ik bestudeer mijn Berg en zijn ligging
op mijn atlas en op de aardkorst.
Spring over een klaterende bronrivier
en begin langzaam hoger en hoger te gaan.
Glijd en roetsj over een gletsjer
en val in de vallei der verzuchtingen.
Klim en klauter en beland
in het steenharde dal der plichten.
Met bevroren wimpers en wenkbrauwen kan ik
niet meer stijgen tot bij de zwaar bewolkte top
want ook mijn laatste sherpa heeft mij al verlaten.
Ik moet dalen zonder koorden en kameraden
en zoek redding in een grote koude grot.
Daar steek ik een knetterend vuurtje aan
en staar naar de verschrikkelijke sneeuwman.
Hendrik Carette
18 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
DIPLOMATIEK COMMENTAAR
Niet kiezen voor Frans model
Het gaat bergaf met Frankrijk. Op dit moment zit 10,3 procent van de
beroepsbevolking zonder baan. De handelsbalans vertoont elke maand
een nieuw tekort. De staatsschuld blijft groeien en staat nu op 91 procent van het bruto binnenlands product. De begroting van de Franse
staat heeft sinds 1974 elk jaar in het rood gestaan. En al die cijfers
worden elk trimester erger. Vorig jaar is bijvoorbeeld het aantal werklozen met 5,6 procent toegenomen, maar het aantal mensen dat al
sinds drie jaar werkloos is (waarna het steungeld niet meer automatisch wordt uitgekeerd) steeg met liefst 17,4 procent. (Cijfers volgens
Le Monde, 28 december 2013). De emigratie neemt toe, en bovenal:
de hoogopgeleiden die Frankrijk vaarwel zeggen en naar Londen of de
Verenigde Staten vertrekken, keren niet meer terug. Aan de onderzijde
van de samenleving gaat het helemaal mis. Ruim een kwart van de
Fransen heeft geen enkel einddiploma, behalve lagere school (Knack,
8 januari). Tot die semi-geletterden behoren de meesten van de ruim
vijf miljoen Noord-Afrikanen die legaal in Frankrijk verblijven (acht procent van de totale bevolking), en ervoor zorgen dat de islam de tweede
godsdienst van het land is. Kortom, met de woorden van Johan van
Overtveldt in Trends (25 april 2013): “Met Frankrijk gaat het sociaal,
economisch en financieel van kwaad naar erger”.
Wat betekent dit nu voor 1) Frankrijk, 2) Europa, 3) Vlaanderen?
In zijn nieuwjaarstoespraak en in zijn persconferentie van 14 januari,
heeft president Hollande aangekondigd dat zijn socialisme voortaan
zal worden getemperd door en aangepast aan een “bedrijfsvriendelijk”
beleid inzake belastingen zowel als via steunmaatregelen. Deze ommekeer dreigt de radicale linkerzijde te vervreemden van de socialistische president, van wie spottend wordt gezegd dat hij even gemakkelijk van politiek verandert als van vrouw. De goede vaste Parijse correspondent van Le Soir, Joëlle Meskens, schrijft in een commentaar op
de nieuwjaarstoespraak van Hollande (7 januari) dat dit zelfs geen
“progressieve” taal meer is. In een paginalange analyse komt Le Monde (9 januari) tot hetzelfde besluit en noemt Hollande slechts een “sociaal-liberaal”. Het blad citeert ondermeer prof. Gerard Grunberg, eminent kenner van het Franse socialisme, die meent dat Hollande en zijn
omgeving zich neergelegd hebben bij de consequenties van de globalisering. Dit betekent dat de staat, ook onder socialistische leiding, in de
eerste plaats het herstel van de economie moet nastreven en zodoende de werkverschaffing vergroten, voordat kan worden gedacht aan de
sociale herverdeling van de welvaart naar socialistisch recept. De politicoloog Michel Winock herinnert er in Le Monde aan dat het Franse
socialisme, in tegenstelling tot het (West-)Duitse, theoretisch nooit het
anti-kapitalisme heeft afgezworen. Mitterrand had daar destijds zijn
veto tegen gesteld, en onder Hollande blijft dat zo. Hierdoor ontstaat er
een permanente tegenstelling tussen het doctrinaire discours en de
politieke praktijk van het Franse socialisme, tussen verkiezingsprogramma en politieke praktijk.
In Europa probeert Frankrijk een tanende economische macht te compenseren door politieke arrogantie, naar het motto van Flaubert:
Frankrijk, “le premier peuple de l'univers”. Meer en meer blijkt dat
Frankrijk Europa nodig heeft om zijn macht te handhaven. Frankrijk
bezit op zichzelf onvoldoende “grootheid” om zijn aanspraken op een
eersterangsrol in de wereld waar te maken.
Meer dan ooit wordt een nog steeds verslagen geacht Duitsland gebruikt om de Franse pretenties te rechtvaardigen. Maar hoe lang zal
Duitsland nog een dienende rol is Europa willen spelen? Hoe lang nog
zal zijn naoorlogse zwakheid meespelen in de Europese machtsverhoudingen, als de economische werkelijkheid een andere richting uitgaat? Het overheidsbeslag op de economie beloopt in Frankrijk 56 procent van het bruto binnenlands product, in Duitsland slechts 45 procent. In Duitsland is 73 procent van de bevolking economisch actief, in
Frankrijk 64 procent. Dat zijn onverbiddelijke cijfers, die aantonen dat
Frankrijk ver boven zijn stand leeft, terwijl in Duitsland het structurele
begrotingstekort bijna onbestaande is. (Gegevens volgens Johan van
Overtveldt, in Knack, 20 juni 2012.)
De wereld in het algemeen, maar ook Frankrijk zelf, voelt aan dat er
naast een economische ook een feitelijke politieke machtsverschuiving
van Frankrijk naar Duitsland plaatsvindt. In Frankrijk lokt dit een nieuwe
golf van germanofobie uit en wordt er opnieuw gezinspeeld op Duitsland als “l'ennemi héréditaire”(Le Monde, 22 september 2013), want
onthoud goed dat vòòr Adenauer na de oorlog, de laatste Duitse regeringsleider die een officieel bezoek bracht aan Frankrijk keizer Karel IV
was, die in 1378 de Franse koning Charles V opzocht.
In De Tijd (4 januari) merkt Stefaan Michielsen op dat “de industriële
barometer voor Duitsland op het hoogste peil in ruim drie jaar staat, in
Frankrijk zakt die naar een dieptepunt”. Dat gegeven alleen reeds bedreigt het voortbestaan van de Europese Unie, om te beginnen dat van
de euro. Het is opvallend dat de eminente historicus Christopher
Clark (recent verscheen van hem in Nederlandse vertaling “Slaapwandelaars”, een vuistdik meesterwerk over de oorzaken van de Eerste
Wereldoorlog, uitg. De Bezige Bij) in een interview met De Groene Amsterdammer (9 januari) zegt dat wegens de grote economische verschillen tussen Frankrijk en Duitsland “iedereen voelt dat een scheuring
dreigt” in Europa over het voortbestaan van de euro in zijn huidige
vorm.
Hierin dient de betekenis van het Franse economische afglijden voor
Vlaanderen worden gezocht. Want, en hiermee citeren we opnieuw
Michielsen in De Tijd, “economisch zijn we meer op Duitsland gericht,
maar het beleid kopiëren we van Frankrijk.” Onder Franse druk of uit
Belgisch francofoon verlangen om Frankrijk te volgen en gunstig te
stemmen, voeren we een beleid waardoor we, hoe gelijksoortig de economieën van Duitsland en Vlaanderen ook mogen zijn, toch niet dezelfde groei kennen als Duitsland en de werkloosheid bij ons hoger ligt dan
in dat land. “Het economische zwaartepunt ligt in het noorden van België, dat op Duitsland is gericht, maar het beleid wordt bepaald in Brussel, waar de Franstalige stem zwaar doorweegt,” en waar, aldus Michielsen, “het Franse model, hoewel niet succesvol, klakkeloos wordt
gekopieerd”. Tot slot: “Mocht België het Duitse model volgen, dan zou
de economische groei hoger zijn en de werkloosheid lager”.
Het is niet goed voor Vlaanderen dat de Vlaamse collaboratiepartijen
die thans in België aan de macht zijn, bij de samenstelling van de regering zowel het ambt van eerste minister als dat van minister van
Buitenlandse Zaken hebben afgestaan aan Walen die, zoals zeer vele
Belgische Franstaligen, aan de leiband lopen van het Elysée (Hollande) en van de Quai d'Orsay (ministerie van Buitenlandse Zaken,
Fabius).
Zelfs Béatrice Delvaux erkent in Le Soir (21 december 2013) dat dit
ook niet goed is voor België. Het zijn deze Belgische politici, waartoe
ook de opportunist behoort die CD&V tot minister van Financiën heeft
aangesteld, Koen Geens, die de Belgische economie in Franse handen hebben gespeeld, en het politieke beleid op Frankrijk hebben afgestemd. Electrabel wordt vanuit Parijs bestuurd, een zowat uniek feit
in de wereld van de industriële landen. BNP Paribas is door Geens
verlapt aan Frankrijk. Het laatste restje dat de bank, die in Brussel was
gevestigd, nog had, is verkwanseld, en vergeet niet dat BNP Paribas
de scepter zwaait in het Belgische bedrijfsleven (cfr analyse in De Tijd,
11 december 2013). België werd door dit alles “een echo van het behoorlijk catastrofale Franse model” (Trends, hoofdartikel, 28 november
2013), en wijst, uit verbondenheid met Frankrijk, het Duitse model af.
Vlaanderen is “economisch een Duitse deelstaat, maar wordt bestuurd
als een Frans departement,” aldus Trends. Wij snijden in eigen vlees.
We kiezen wetens en willens voor een België dat ons uitlevert aan
Frankrijk.
Mark GRAMMENS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 19
CATALONIË
Getouwtrek rond onafhankelijkheidsreferendum
Tussen Spanje en Catalonië zit het er meer dan bovenarms op. Op 12 december kondigde de Catalaanse
regeringsleider Artur Mas aan om een volksraadpleging uit te schrijven op 9 november, waarbij de Catalaanse
bevolking twee vragen worden voorgelegd: “Wil u dat Catalonië een staat wordt, ja of neen?” En zo ja: “Wil u
dat die staat onafhankelijk is, ja of neen?” Quasi ogenblikkelijk reageerde de Spaanse Eerste Minister Mariano
Rajoy al met de melding dat een dergelijk refendum nooit zal plaatsvinden, want ongrondwettelijk. Op een
persconferentie, met Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad aan zijn zijde poneerde hij: “De
soevereiniteit van Spanje berust bij alle Spanjaarden, daarover kan niet worden overhandeld”. Ook de PSOE
liet onmiddellijk weten dat er in geen geval een dergelijk referendum komt. De partij wil wel zijn schouders
zetten onder een grondwettelijke hervorming die het mogelijk maakt om Catalonië meer bevoegdheden te
geven. Van Rompuy stelde zeer ondubbelzinnig dat Catalonië zich uitsluit uit de Europese Unie als het zich
onafhankelijk verklaart.
Dat de zucht naar onafhankelijkheid er diep in
zit bij de Catalanen bewezen ze al op 11 september (la Diada, de nationale feestdag), toen
zowat een miljoen Catalanen een menselijke
ketting vormden langs de Catalaanse kust om
hun onafhankelijkheidseis kracht bij te zetten.
Catalaanse opiniepeilingsinstituten geven aan
dat zowat 55% van de Catalanen de onafhankelijkheid wil, Spaanse instituten geven aan
dat het ‘slechts’ 31% zou zijn, indien een ‘derde optie’ wordt aangeboden tussen onafhankelijkheid en status quo met ‘meer autonomie’. Hoe dan ook, een ruime meerderheid is
voorstander van het referendum dat de
Spaanse staat niet wil toelaten.
De steeds toenemende zucht naar onafhankelijkheid maakt ook dat de meest independentistische partijen in de lift zitten: Esquerra
Republicana de Catalunya (‘Republikeins
links van Catalonië’) zou kunnen rekenen op
een verdubbeling van zijn zetels. En de nóg
linksere en radicalere CUP, die nog maar pas
met drie zetels in het Catalaanse parlement
zit, scoort ook behoorlijk. Toch komt het referendumvoorstel van de meer gematigde regerende kartelpartij CiU (Convergéncia i
Unió), waarbij vooral de christendemocratische Unió nog op de rem staat (vandaar de
dubbele vraagstelling naar een staat dan wel
een onafhankelijke staat).
De uitbouw van de Catalaanse autonomie
verkeert al jaren in een sukkelstraatje. Nochtans zag het oorspronkelijk parcours er veelbelovend uit. In 2003 al deed de socialistische Spaanse eerste minister Zapatero toezeggingen voor een verregaande hervorming
van het Catalaanse autonomiestatuut. Dat
nieuwe statuut legde een lange weg af: het
Catalaanse parlement formuleerde de eerste
voorstellen, die met 90% van de stemmen in
het Catalaanse parlement werden goedgekeurd. Daarna werden die voorstellen besproken in de Spaanse Cortes, die met een ietwat
gemilderde versie kon instemmen. Vervol-
gens werd het nieuwe statuut in 2006 bij referendum goedgekeurd (bij een opkomst van
49% der stemgerechtigden, met 60% ja-stemmen. Men neemt aan dat het statuut voor vele
Catalanen eigenlijk niet ver genoeg ging).
Maar dan werd het statuut door de Partido
Popular voor het Grondwettelijk Hof gesleept.
Dat Hof deed er vier tergende lange jaren
over om tot een uitspraak te komen die uiteindelijk van het nieuwe statuut niet veel heel
liet. Na tien jaar had de berg een muis gebaard, zodat de frustratie in Catalonië huizenhoog werd. De opinie radicaliseerde en het independentisme werd mainstream. Daardoor
kon Artur Mas zich opwerpen als het gematigde boegbeeld van het soevereinisme.
Zijn partij won glansrijk de verkiezingen (maar
zonder absolute meerderheid). Vandaag leidt
Mas een minderheidskabinet, dat afhankelijk
is van de steun van de harde independentisten om te kunnen functioneren. Maar met name de republikeinen van ERC voerden de
druk op om een referendum uit te schrijven.
Dat is nu dus gebeurd en daarmee verzekert
Mas zich van een zeker comfort voor het
voortzetten van zijn regeringstaken. Hij verlangt trouwens dat ERC nu ook formeel met
hem in coalitie zal treden.
Dat de spanningen tussen Madrid en Barcelona hoog oplopen bewees ook een scherpe
polemiek die losbarstte toen de Catalaanse
regering de organisatie aankondigde van een
driedaags geschiedkundig symposium met als
titel “Spanje tegen Catalonië”, ter herdenking
van 300 jaar afschaffing van Catalaanse
vrijheden (na de val van Barcelona in 1714
door de troepen van Filip V van Bourbon).
Spaanse kranten en politieke partijen (de
regeringspartij Partido Popular niet in het
minst) vielen over elkaar in verontwaardiging
over zoveel ‘misbruik van de geschiedenis’.
20 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
blieke optredens heeft Mas ook nog uitgelegd
dat Catalonië, eenmaal een onafhankelijke
staat, zich wil opwerpen als een bondgenoot
van Spanje.
En dat terwijl de Spaanse regering nog maar
net zelf een nieuwe geschiedkundige kanon
heeft opgelegd aan de autonome regio’s die
worden verboden om examens af te nemen
over andere leerstof dan die over de ‘nationale Spaanse geschiedenis’. Het geschiedenisonderwijs vanuit regionaal perspectief wil
men op die manier quasi onmogelijk maken.
De Partido Popular heeft tegen het symposium een klacht ingediend bij het parket omdat de partij van mening is dat het symposium
zou aanzetten tot rassenhaat. Het parket
heeft laten weten de zaak ernstig te onderzoeken en desgevallend stappen te ondernemen. Op de openingszitting stelde historicus Josep Fontana “Mij kunnen ze niet
bang maken. Iemand die zoals ik de repressie
van het Francoregime heeft meegemaakt, is
niet bang voor dreigementen om klacht neer
te leggen bij het parket.” Tijdens het symposium ging grote aandacht naar de ‘fiscale
plundering’ van Catalonië door de Spaanse
staat sinds 1714, die volgens menigeen tot de
dag van vandaag doorgaat. Professor Nuria
Bosch becijferde dat het ‘fiscaal deficit’ van
Catalonië in de afgelopen 25 jaar is opgelopen tot zowat 300 miljard euro.
Hoe dan ook, op de dag van de aftrap van het
symposium deed Artur Mas ook zijn aankondiging om een referendum te organiseren op
9 november. Zoals gezegd reageerde de
Spaanse premier meteen tijdens een persconferentie in aanwezigheid van Herman Van
Rompuy, voorzitter van de Europese Raad.
“Ik garandeer dat het referendum niet zal
plaatsvinden”, aldus Rajoy, “Het is ongrondwettelijk. Het botst met het fundament van de
Grondwet, met name de onverbrekelijke eenheid van Spanje. De regering kan niet onderhandelen over de soevereiniteit die alle Spanjaarden toebehoort”. Ook Van Rompuy deed
scherpe uitspraken: “Als een deel van een
EU-lidstaat zich afscheidt, dan houdt dit
landsdeel vanaf de dag van zijn onafhankelijkheid op een deel van de Unie te zijn. Het
zou opnieuw zijn aansluiting bij de Unie moeten aanvragen, en dat is iets waarover alle, ik
herhaal, alle lidstaten van de Unie moeten
beslissen. Ik hoop dat Spanje één land blijft.
In heel mijn politieke loopbaan ben ik tegen
de splitsing van landen geweest.”
De Spaanse krant El País tekende op dat verschillende Spaanse parlementsleden (van
PP-strekking) al opperden dat het artikel 155
van de Grondwet kan aangewend worden om
de hele Catalaanse autonomie op te heffen,
maar zo’n vaart zal het volgens Rajoy niet lopen. Een eenvoudig beroep bij het Grondwettelijk Hof tegen de beslissing van de Catalaanse regering zou volstaan om het referendum af te voeren. De Spaanse regering rekent er op dat Mas het niet zal aandurven om
tegen het Grondwettelijk Hof in te gaan en
een wederrechtelijk referendum te organiseren.
Van Rompuy: niet het minste begrip
Mas heeft ook nooit anders gezegd dan dat
hij een legaal referendum wil houden. De
eerste stap in de organisatie van het referendum is inmiddels trouwens ook al gezet: het
Catalaanse parlement keurde op 15 januari
een resolutie goed om aan de Spaanse overheid de bevoegdheidsoverdracht in verband
met het organiseren van referenda te vragen.
Dat verzoek zou moeten worden behandeld in
het Spaanse parlement. Aangezien zowel de
PP als de PSOE ertegen zijn, zou het verzoek
daar dan stranden, net als eerder is gebeurd
met het verzoek van de Baskische lehendakari (minister-president) Ibarretxe jaren geleden. De stemming in het Spaanse parlement wordt verwacht half september, omstreeks dezelfde tijdstip dat in Schotland ook
het referendum over onafhankelijkheid plaatsvindt, dat wél in akkoord met de Britse regering in Londen zal plaatsvinden.
De krant El País verwacht dat op dat moment,
als de Spaanse staatspartijen het referendum
onmogelijk maken, Mas vervroegde verkiezingen zal uitschrijven die dan meteen zullen
worden uitgelegd als een plebisciet voor Catalaanse soevereiniteit. Mas zelf heeft ook al
op een dergelijk scenario gezinspeeld. Dat de
Catalanen het niet zover zullen laten komen
dat een wederrechtelijk referendum zou
worden georganiseerd in de straten met de
Guardia Civil in staat van paraatheid om het
te beletten, bleek ook al uit de stemming van
15 januari. Een voorstel van de kleine linksradicale CUP (met 3 zetels in het parlement),
om een unilateraal referendum uit te schrijven, zonder de toestemming van Madrid af te
wachten, werd weggestemd door CiU samen
met de Spaansgezinde partijen. Het voorstel
werd wel bijgetreden door de ERC, wiens leider Oriol Junqueras het wél ziet zitten om
een verbod vanuit Madrid te trotseren.
Mas laat zich voorlopig niet uit het lood slaan
door de houding van Madrid. Hij dringt aan op
een gesprek met Rajoy om te komen tot een
referendum in samenspraak. Bij recente pu-
Mas schreef intussen alle Europese staatshoofden aan alsook Europees Commissievoorzitter Barroso met een bede om steun
voor het Catalaanse referendum. Geen enkel
land reageerde, alleen Barroso antwoordde
met een zeer korte brief om te zeggen dat dit,
wat de Europese Commissie betreft een ‘binnenlandse kwestie’ is van Spanje. Ook Barroso verwees in zijn schrijven naar eerdere uitspraken over de ‘gevolgen’ voor het afscheidende land in kwestie (met betrekking tot het
EU-lidmaatschap). Maar ook de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken José Manuel
García-Margallo, schreef alle ambassades
aan met een nota van 210 bladzijden over
Catalonië.
In een interview met de Italiaanse krant La
República erkent Mas dat de onafhankelijkheid van Catalonië inderdaad in eerste instantie tot de uitsluiting uit de Europese Unie zou
leiden. Maar hij maakt zich sterk dat het economisch gewicht van Catalonië van die aard
is dat de Unie zich dit op termijn eigenlijk niet
kan permitteren en vertrouwt erop dat Catalonië hoe dan ook een partner van de Unie zal
blijven, zelfs al vervallen de Europese verdragen. De euro zou in elk geval de gangbare
munt blijven.
Van zijn kant heeft de voorman van de PSOE
(Spaanse socialisten), Alfredo Pérez Rubalcaba, in het Spaanse parlement verklaard
zich geheel achter de zienswijze van de regering-Rajoy te scharen wat betreft het het afblokken van het Catalaanse referendum.
Maar de partij wil wel een uitweg zoeken voor
de gefrustreerde Catalaanse gevoeligheden.
Daarvoor is een grondwetswijziging nodig in
federalistische zin, en de PSOE wil daar zijn
schouders onder zetten. Rajoy heeft de steun
van Rubalcaba in dank aanvaard, maar is niet
ingegaan op diens voorstellen om de grondwet te herzien. Anderzijds heeft de Spaanse
minister van Buitenlandse Zaken Margallo, op
uitnodiging van de Catalaanse krant La Vanguardia in Barcelona een kleine opening gemaakt: dat Catalonië eenzijdig een referendum uitschrijft kan niet door de beugel, en Catalonië kan ook geen soevereiniteitsclaim leggen. Maar in dialoog met Madrid is veel mogelijk, aldus Margallo, die pleit voor een verruiming van de Catalaanse fiscale autonomie.
Die zou dan ook weer niet de vorm mogen
aannemen van het Baskische systeem (Baskenland int zelf al zijn belastingen en draagt
een deel daarvan af aan de Spaanse staat).
Of de Catalanen daarmee te paaien zijn, is
nog maar de vraag. Hoe dan ook gaat Catalonië een hete herfst tegemoet.
Bernard DAELEMANS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 21
SCHOTLAND
Witboek voor Schotse onafhankelijkheid
____________________________________________
18 september 2014 wordt een beslissende dag voor Schotland: dan zullen alle inwoners zich
in referendum kunnen uitspreken over de vraag 'Zou Schotland een onafhankelijk land moeten
zijn?'.
Het antwoord zal de koers bepalen die Schotland in de toekomst zal volgen: blijft het een
onderdeel van het Verenigd Koninkrijk (VK),
dat vooral haar eigen algemene belangen behartigt en die van Engeland, of kiest het ervoor om het heft in eigen handen te nemen en
de toekomst tegemoet te gaan als onafhankelijk land dat op voet van gelijkheid nauwe
vriendschappelijke en economische banden
onderhoudt met de nabije buren (Engeland,
Wales, Cornwall, Ierland en het Eiland Man)?
Een ja-stem zou betekenen dat Schotland
zich onttrekt aan de Acts of Union uit 1707,
die de Engelse en Schotse koninkrijken met
elkaar verenigden, en dat Westminster (de
zetel van het Britse Parlement) alle bevoegdheden overdraagt aan het Schotse Parlement.
De regering zal vervolgens op 24 maart 2016
de onafhankelijkheid uitroepen, dag op dag
413 jaar na de Union of the Crowns van 24
maart 1603, toen James VI van Schotland de
titel van James I van Engeland en Ierland
kreeg.
Aangezien tot voor kort maar een kleine helft
van de Schotten overtuigd was van het onafhankelijkheidsscenario publiceerde de Schotse Regering eind november haar witboek
'Scotland's Future: your guide to an independent Scotland', een gratis document van maar
liefst 670 bladzijden om de onbeslisten te
overtuigen. Volgens de Scottish National Party (SNP), die eveneens de Schotse premier
Alex Salmond levert, vormt het document de
meest gedetailleerde blauwdruk voor een onafhankelijk land die ooit gepubliceerd werd.
“Geen enkele natie was ooit zo goed voorbereid of verrichte zo'n grondig onderzoek
Alex Salmon geeft van katoen
naar onafhankelijkheid”, aldus Salmond.
Anderen beschouwen dit als het belangrijkste
Schotse document sinds de Verklaring van
Arbroath uit 1320, waarin de Schotten aan
Paus Johannes XXII vroegen om hun land
als een soevereine en onafhankelijke staat te
erkennen. De Schotse Regering leverde hoe
dan ook een groot, modern ogend, goed opgebouwd en beargumenteerd werk af dat de
resterende nodige stemmen mogelijk zal
overtuigen. Aangezien het onmogelijk is om
het witboek - dat bestaat uit vijf delen, tien
hoofdstukken en de nodige bijlagen - op een
aantal pagina's gedetailleerd te bespreken,
wagen wij alsnog een poging om er de grote
lijnen en een aantal hoofdpunten uit te distilleren.
landse zaken, welzijn, financiën, de inning
van belastingen of het economisch beleid
blijven onder controle van de Britse Regering.
85% van de Schotse belastingopbrengst
vloeit rechtstreeks naar Westminster, die er
nadien een deel van terugstort aan de Schotten. Fundamentele economische beslissingen
worden in Westminster genomen door een regering die vaak geen mandaat heeft bij de
meerderheid van de Schotten en in het belang van een grondgebied dat economisch
anders opgebouwd is dan het Schotse. Hiermee wenst de Schotse Regering komaf te
maken: zij wilt controle krijgen over alle bevoegdheden om zo een eigen beleid te kunnen voeren met alle beschikbare middelen, op
maat van de Schotse economie en de noden
van de eigen inwoners.
Pleidooi voor onafhankelijkheid
In het eerste deel geeft de Schotse Regering
een overzicht van waarom onafhankelijkheid
zou leiden tot een goed en beter bestuur in
het voordeel van alle inwoners van het land.
Zelf bezit de regering al een aantal bevoegdheden die Westminster aan haar heeft overgedragen, zoals onder meer de Nationale
Gezondheidsdienst (NHS), onderwijs, justitie,
leefmilieu, transport, landbouw en visserij.
Sleutelbevoegdheden zoals defensie, buitenpaus Johannes XXII
22 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Ook de democratie zou er wel bij varen: van
de 650 parlementsleden die lid zijn van het
Lagerhuis is amper 9% in Schotland verkozen. De leden van het Hogerhuis zijn zoals
gekend onverkozen. Sinds het einde van de
Tweede Wereldoorlog werd Schotland gedurende 34 jaar bestuurd door Britse regeringen
die geen meerderheid kenden in Schotland.
Zo kregen de Schotten verschillende beslissingen opgelegd waar zij zelf niet achter stonden, zoals de privatisering van de Koninklijke
een eigen economie zou dit kunnen behelpen.
In geval van onafhankelijkheid zal er een
overgangsperiode plaatsvinden tussen september 2014 en maart 2016 waarin de regering onderhandelingen zal aanvatten met
Westminster en verschillende internationale
partners, in het bijzonder de Europese Unie.
Schotland zal deel blijven uitmaken van de
EU en de VN op gelijkwaardige hoogte met
het VK. Het nieuwe land zal ook kernwapenvrij worden en het non-proliferatieverdrag ondertekenen. Opvallend is ook dat het witboek
ervoor opteert om Her Majesty The Queen als
staatshoofd te behouden en het land als een
grondwettelijke monarchie te beschouwen,
zolang de Schotten dit wensen. Bij de allereerste parlementsverkiezingen van het onafhankelijke Schotland, voorgesteld om op 5
mei 2016 plaats te vinden, zullen de Schotten
zelf de mogelijkheid hebben om bijkomende
zaken te veranderen.
In de daaropvolgende delen gaat het witboek
dieper in op deze voorstellen.
Economie en financiën
Op financieel vlak reikt het voorstel grondig
onderbouwde argumenten aan om te bewijzen dat Schotland een financieel leefbare
staat zou kunnen worden met een sterke economie. De openbare financiën zijn gezonder
en een stuk sterker dan die van het VK, wat
een stevige basis biedt voor de uitbouw van
een betrouwbaar economisch stelsel. Ramingen tonen aan dat deze financiën de komende jaren nog zullen aansterken.
De Schotse Regering baseert zich voor het financiële luik onder meer op officiële gegevens die opgenomen worden in haar jaarlijkse
verslag Government Expenditure and revenue
Scotland (GERS), waarin de openbare financiën van Schotland belicht worden.
David Cameron stelt zich al bij al beminnelijk op
Post, de bedroom tax (een belasting op vrijstaande kamers als een woning deel uitmaakt
van een organisatie die sociale woningen
aanbiedt), diverse economische sancties of
het Britse kernwapenprogramma. Na onafhankelijkheid zouden het democratisch verkozen Schotse Parlement (met 129 leden, zoals nu reeds het geval is) en de regering controle verwerven over alle bevoegdheden en in
tegenstelling tot Westminster geen beslissingen nemen die ingaan tegen de wil van een
meerderheid van de bevolking. De vervanging
van een verafgelegen Britse regering met
haar verschillende kamers zou de Schotse
belastingbetalers bovendien jaarlijks £ 50 miljoen besparen.
In haar pleidooi verwijst de Schotse Regering
onder meer naar OESO-gegevens die aangeven dat naties die qua inwonersaantal vergelijkbaar zijn met Schotland (zoals Finland,
Noorwegen, Denemarken en Zweden) aan de
top staan voor wat betreft rijkdom en welzijn
in Europa. Dit zou dus ook mogelijk moeten
zijn voor Schotland, dat nu gebukt gaat onder
de druk van het Britse economische beleid
dat niet aangepast is aan de Schotse noden.
Zelfs David Cameron, eerste minister van het
VK, gaf eerder al te kennen dat het perfect
mogelijk zou zijn voor Schotland om de welvaart van de eerder genoemde staten te evenaren. Ook genereert het VK minder rijkdom
per hoofd van de bevolking dan Schotland.
Mocht Schotland zich geen onafhankelijkheid
kunnen veroorloven, zou dit ook voor het VK
onmogelijk moeten zijn. Tot slot wenst de
Schotse regering onder meer komaf te maken
met de groeiende inkomensongelijkheid tussen de bevolking. Zo bezit de helft van de
Britten slechts 9,9% van de rijkdom, daar
waar de rijkste 10% van de inwoners er
43,8% van bezitten. Een nieuwe staat met
Statistieken wijzen onder meer uit dat het fiscale tekort van een onafhankelijke Schotse
staat, die een deel van de staatsschuld van
het VK zal overnemen, tegen 2016/2017 zou
dalen tussen 2,5 en 3,2% van het BBP (voor
het VK zou dit al 3,4% bedragen in 2014).
Volgens de Werkgroep Fiscale Commissie
van de regering heeft Schotland bovendien
sinds 1980-1981 een jaarlijks fiscaal surplus
van gemiddeld 0,2% van het BBP tegenover
een jaarlijks deficit van gemiddeld 3% van het
BBP in het VK. Ook op het vlak van belastingopbrengst scoort Schotland veel beter dan het
VK, dat een aanzienlijk deel van zijn opbrengst incasseert.
Voor verdere details verwijzen wij graag naar
de publicatie zelf, waar alles gedetailleerd opgenomen wordt. De algemene teneur is dat
officiële gegevens uitwijzen dat Schotland benadeeld wordt door niet onafhankelijk te zijn.
Zelfs voor de verantwoordelijkheden waar het
land reeds voor bevoegd is, kan het niet autonoom over de middelen beslissen. Zo past de
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 23
Britse Regering bv. budgetverhogingen of –
verlagingen toe in materies als gezondheidszorg of onderwijs door gebruik te maken van
een bepaalde berekening (de Barnett Formula) op basis van het aantal inwoners van
Schotland vergeleken met de andere delen
van het VK. Het vrijgemaakte budget houdt
dus in geen enkele mate rekening met de noden van de Schotse huishoudens of bedrijven.
Na de eventuele onafhankelijkheid belooft de
Schotse Regering sterk toezicht te houden op
de openbare financiën door extra middelen te
injecteren in de domeinen die er nood aan
hebben en een doeltreffende fiscale structuur
op poten te zetten, onder meer door de creatie van een onafhankelijke Schotse Fiscale
Commissie, fiscale regels en een Energiefonds om de grote opbrengsten uit olie te beheren. Door het VK niet meer mee te financieren verwacht de regering een bijkomende
jaarlijkse opbrengst van £ 600 miljoen. Het
Schotse Parlement is momenteel verantwoordelijk voor amper 7% van de belastingen in
Schotland. Na onafhankelijkheid zal Schotland instaan voor 100% van de eigen inkomsten. Een efficiënt belastingsysteem en een
daadwerkelijke aanpak van belastingontduiking en fraude zou jaarlijks nog £ 250 miljoen
kunnen opleveren. Daarnaast plant ze de afschaffing van onder meer bepaalde belastingen, een verhoging van de pensioenen, een
vermindering van energiekosten, een verhoging van de uren kinderhulp aan de gezinnen of te voldoen aan de internationale belofte om 0,7% van het BNP te besteden aan
internationale ontwikkelingshulp. Dergelijke
maatregelen zouden jaarlijks tussen de £ 500
en £ 600 miljoen kosten.
Mogelijkheden genoeg, aldus de Schotse Regering, om het na de onafhankelijkheid financieel beter te doen dan het VK en om een beleid te voeren op maat van de Schotse burger
en de plaatselijke noden.
Ook op economisch vlak boert Schotland
goed genoeg om op zelfstandige basis verder
te gaan. Zelfs zonder de ontginning van
noordzeeolie en -gas is het Schotse BBP per
hoofd van de bevolking quasi even groot dan
dat van het ganse VK. De Werkgroep Fiscale
Commissie oordeelde vorig jaar dat “Schotland (...) naar internationale normen een rijk
en productief land [is]. Het lijdt geen twijfel dat
Schotland de mogelijkheid heeft om een
succesvolle onafhankelijke natie te zijn.”
Westminster beschouwt Schotland als een
regionale economie binnen het VK, dat volgens OESO-gegevens op de 28e plaats (van
34 landen) inzake inkomensongelijkheid staat.
Hier lijdt Schotland ook onder. Er is immers
geen economisch evenwicht tussen de verschillende delen van het VK, dat zich vooral
toelegt op de creatie van jobs en investeringen in de buurt van Londen en het Zuid-Oosten van Engeland. De andere regio's van het
VK krijgen veel minder economische stimulansen.
Gezondheid en welvaart
Onafhankelijkheid moet dit onevenwicht wegwerken en de Schotse Regering volledige
controle geven over de economische maatregelen op eigen grondgebied waardoor het
volledige potentieel van het land zich zal kunnen ontwikkelen door een beleid op eigen
maat. Bovendien wenst de regering een Commissie voor Rechtvaardig werk op te richten
die erop zal toezien dat het minimumloon op
z'n minst parallel met de inflatie zal stijgen en
die advies zal geven omtrent rechtvaardigheid
op het werk en bedrijfscompetitiviteit. Er zal
eveneens een Nationale Conferentie voor
Werkgelegenheid en Arbeidsrelaties opgericht
worden dat een forum zou moeten worden
voor reguleringen op de arbeidsmarkt en
maatregelen die een impact zouden kunnen
hebben op de werkgelegenheid. Verdere
details omtrent de werking van deze conferentie zijn niet gekend.
In tegenstelling tot de regering van het VK is
de Schotse voorstander van een geschreven
grondwet waarin de basisrechten van alle
Schotten officieel opgenomen zullen worden.
Eén van deze basisrechten zou onder meer
de Jeugdgarantie moeten zijn, die het recht
op onderwijs, opleiding, vorming en tewerkstelling moet garanderen tot en met de leeftijd
van 24 jaar. Hiermee wil de regering ook alle
kansen bieden aan de jeugd wat op middellange termijn ongetwijfeld een positieve impact zal hebben op de economie.
De Schotse Fiscale Commissie heeft zich
eveneens gebogen op de vraag wat de meest
ideale munteenheid zou zijn: een verder gebruik van de Sterling pond, een eigen Schotse
munt of de euro? Zij concludeerde dat een
verder behoud van de pond de beste optie
zou zijn. De regering wenst dus de huidige
munteenheid te behouden, wat economisch
nuttig zou zijn voor haar relaties met de rest
van het VK. Uiteraard belet dit niet dat de kiezer er ooit anders over beslist, weliswaar na
onafhankelijkheid.
troon van de Queen wankelt nog niet
in Schotland
24 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Salmond nog met een voet in de EU
De regering belooft er alles aan te doen om
de welvaart van de Schotten te verzekeren en
te verbeteren. Officiële gegevens wijzen uit
dat tussen 2011 en 2012 710.000 Schotten
(14% van de bevolking) in aanzienlijke armoede leefden. Indien deze trend zich doorzet, zal
tegen het jaar 2020 de kinderarmoede stijgen
tot 22,7%. Ook is de levensverwachting op 65
jaar in Schotland 1,2 jaar lager dan in de rest
van het VK. Een nieuwe aanpak dringt zich
dus op. In tegenstelling tot het VK zal de
Schotse NHS in elk geval in openbare handen
blijven zodat de meest kwaliteitsvolle diensten
verleend kunnen worden aan de burgers en
zodat het niet blootgesteld zal worden aan
een concurrerende markt met privéspelers.
In geval van onafhankelijkheid hoeven de
Schotten zich geen zorgen te maken over hun
pensioen: dit zal zoals momenteel het geval is
volledig uitbetaald worden. Daar waar Westminster de pensioenleeftijd tot 67 jaar wenst
op te trekken, wilt de Schotse regering gaan
tot 66 jaar. De regering zal een Commissie
van het Staatspensioen creëren die een correcte pensioenleeftijd op lange termijn zal bepalen. Er zal ook een spaarfonds opgericht
worden voor mensen met een lager inkomen
dat zal voorzien in hun pensioen. Daarnaast
zullen de staatspensioenen parallel met de inflatie stijgen. Voor private pensioenen stelt de
regering voor om een Schotse Pensioensregulator op te richten die nauw zou samenwerken met die van het VK en haar financiële
diensten om een gelijke aanpak te verzekeren.
Onderwijs en tewerkstelling
Als de Schotten dit wensen, zou het recht op
onderwijs en tewerkstelling vastgelegd kunnen worden in de geschreven grondwet. De
regering wil blijven investeren in het Schotse
onderwijs en in universitair onderzoek. Er zullen initiatieven genomen worden om jongeren
een zo goed mogelijke scholing en opleiding
Wat na een ja-stem?
Schotland heeft meer te bieden dan
enkel gas, zo blijkt
aan te bieden in samenwerking met de minister van jeugdtewerkstelling, die op dit moment
al een unicum is in Europa. De regering verbindt zich er eveneens toe om een baan, leercontract of opleiding te verzekeren aan jongeren van 16 tot 19 jaar. Daarnaast zullen studenten die in Schotland wonen gratis toegang
blijven hebben tot het hoger onderwijs, wat
hen jaarlijks zowat £ 9000 zal besparen vergeleken met wat het hen zou kosten mochten
ze in Engeland gaan studeren.
Internationaal
Op internationaal vlak stelt het witboek weinig
nieuws voor: Schotland zal deel blijven uitmaken van de EU en een stem hebben in de Europese Raad om zo zijn eigen belangen te
kunnen verdedigen, op gelijke hoogte met en
als partner van het VK dat steeds een naaste
buur zal zijn. Het zal evenwel niet toetreden
tot de Schengenzone. Daarnaast zal Schotland deelnemen aan de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE),
de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Wereldhandelsorganisatie (WHO) en de Commonwealth.
Tot slot zal het land kernwapenvrij worden,
waarmee het tegen 2016-2017 £ 500 miljoen
hoopt te besparen. Hierdoor zal Schotland
een niet-nucleaire NAVO-lidstaat worden.
Immigratie
Op het vlak van immigratie zetten de Schotten
zich af tegen de agressieve Britse aanpak van
immigranten, asielzoekers en vluchtelingen.
Aangezien immigratie een bevoegdheid is van
Westminster kunnen de Schotten geen eigen
beleid voeren gebaseerd op de sociaal-economische noden van het grondgebied. De bevolkingsgroei neemt in Schotland immers minder snel toe dan in de rest van het VK, wat
een andere aanpak vraagt. De regering hoopt
dan ook met een eigen immigratiebeleid mensen aan te trekken die hun leven en loopbaan
in Schotland willen uitbouwen en de samenleving mee willen helpen opbouwen.
Met het Edinburgakkoord van 15 oktober
2012 verklaarden de Schotse en de Britse
Regeringen om constructief samen te werken
in aanloop naar en na afloop van het referendum. Als een meerderheid van de Schotten
een ja-stem uitbrengt, zal de Schotse Regering een platform oprichten dat de onafhankelijkheid in praktijk zal moeten omzetten en dat
de gesprekken zal voeren om de resterende
bevoegdheden van het VK aan Schotland
over te dragen. De tijd tussen het referendum
en de voorgestelde datum van onafhankelijkheid zou realistisch genoeg moeten zijn om
alle gesprekken in een constructieve sfeer te
laten verlopen en organisatorisch het nodige
te doen om op 24 maart 2016 een eigen onafhankelijke Schotse staat te hebben. Vervolgens zal het nieuwe Schotse Parlement, dat
na de eerste eigen verkiezingen op 5 mei
2016 verkozen zal worden, de taak hebben
om een grondwettelijk congres op te richten
dat een geschreven grondwet zal moeten
uitwerken.
Werk' van de Internationale Arbeidsorganisatie opnemen? Of het stakingsrecht? Een kernwapenvrij gebied kan aanlokkelijk klinken,
maar is dit verzoenbaar met een lidmaatschap van de NAVO, dat zelf kernwapens
onderbrengt binnen andere staten die deel
uitmaken van de alliantie? Ook voor wat betreft vele andere voorstellen blijft het voorstel
louter beschrijvend zonder meer in detail te
treden. Maar zoals de regering terecht aanhaalt, zijn deze voorstellen ook niet definitief.
Zo zal de Schotse kiezer bij de eerste parlementsverkiezingen na onafhankelijkheid zijn
zeg kunnen doen over de verdere opbouw
van de nieuwe staat, waarna er ongetwijfeld
nog veel zal veranderen.
Het laatste deel van het project bestaat uit
een overzicht van 650 vragen en antwoorden
over alle mogelijke onderwerpen. Nieuwe
vragen kunnen steeds gesteld worden via het
internet en de regering belooft hierop te antwoorden. Ook dit laatste deel is zeer interessant en geeft een algemeen overzicht van de
meest praktische vragen met een omstandig
antwoord.
Op weg naar onafhankelijkheid?
Eén ding is zeker: met dit werkstuk toont de
Schotse Regering dat het haar menens is en
dat onafhankelijkheid geen hoop of wens is,
maar een absolute noodzaak wil het land een
goede toekomst kunnen bieden aan zijn inwoners. Wat bij het doornemen meteen opvalt
is dat het zeer goed gedocumenteerd en beargumenteerd is, op basis van officiële statistieken en zowel nationale als internationale
gegevens. Ook is het voorstel niet progressief
of conservatief, maar opvallend voorzichtig,
wellicht in de hoop van een zo breed mogelijk
publiek aan te spreken: een Schotse staat zal
lid zijn van de EU en de NAVO, de Britse koningin blijft het officiële staatshoofd en er
wordt niet geraakt aan de pond als munteenheid. In het licht van de tegenvallende peilingen, waar nog geen 50% van de Schotten te
kennen heeft gegeven 'ja' te zullen stemmen,
kan de regering immers het gewicht van de
conservatieve of minder radicale stemmen
niet negeren. Op sommige vlakken is het
voorstel dan weer vooruitstrevend: er zal zo
snel mogelijk werk gemaakt worden van een
verwijdering van alle kernwapens die zich op
het grondgebied bevinden en het voorstel van
een geschreven grondwet, waarin onder meer
het recht op onderwijs, tewerkstelling, een
jeugdgarantie voor werk of opleiding, milieubescherming en mensenrechten in opgenomen zal worden, is in het VK zonder meer
uitzonderlijk te noemen.
In Schotland is inmiddels een brede volksbeweging op gang gekomen om de onafhankelijkheid te promoten. Getuige hiervan zijn de
vele burgerinitiatieven uit alle lagen van de
bevolking die de YES-campagne mee helpen
promoten: immigranten, vakbondsleden, leden van verschillende partijen, ouders, supporters van sportclubs, jongeren, studenten,
architecten, holebi's en transgenders, enz. In
Vlaanderen kunnen we er momenteel enkel
maar van dromen om een dergelijke volksbeweging op gang te brengen, laat staan dat de
Vlaamse Regering een werkstuk opstelt om
de Vlaamse staat voor te bereiden.
Dit jaar zou voor de Europese naties een cruciaal jaar kunnen worden. Naast Schotland
heeft ook de Catalaanse Regering beloofd
een referendum voor onafhankelijkheid te
houden op 9 november, ongeveer twee
maanden na het Schotse. De uitkomst van
deze referenda kan ongetwijfeld meer naties
ertoe aanzetten hetzelfde te doen. Wanneer
volgt Vlaanderen?
Jef NYSSEN
Scotland's Future: your guide to an independent
Scotland is gratis beschikbaar via www.scotreferendum.com.
Het witboek blijft op vele vlakken evenwel
vaag, al dan niet bewust. Zal de goedkeuring
van de koningin als staatshoofd nodig zijn om
de Schotse grondwet goed te keuren? Zal zij
officieel ministers blijven aanduiden, of zal zij
een politieke rol hebben? Als er gesproken
wordt over geschreven grondwettelijke rechten, waarom ook niet de 'Verklaring over de
Fundamentele Principes en Rechten op het
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 25
BASKENLAND
Nieuwe stappen richting ontmanteling van ETA
____________________________________________
Terwijl het zelfbeschikkingsrecht in Catalonië hoog op de agenda staat nu over die kwestie een referendum is
uitgeschreven, wordt de actualiteit in Baskenland beheerst door de moeizame afwikkeling van het ETAverleden. De dynamiek komt geheel voort uit het kamp van de linkse abertzales. De botte houding van Madrid
maakt ook de in Baskenland regerende PNV ongedurig. De kwestie van de politieke gevangen beroert de hele
Baskische samenleving en een oplossing voor deze kwestie behoort tot de voornaamste voorwaarden voor
een verdere politieke ‘normalisering’.
Twee jaar na de afkondiging van ETA om de
gewapende strijd definitief te stoppen, zette
het collectief van de 527 ETA-gevangenen
rond de jaarwisseling zelf opmerkelijke nieuwe stappen in het wel erg eenzijdige vredesproces dat Baskenland kent. Zij erkennen het
leed dat ze hebben berokkend, zweren het
geweld af als politiek actiemiddel en vooral
erkennen ze de Spaanse rechtstaat. Ze aanvaarden ook dat gevangenen op individuele
basis naar hun sociale reclassering toewerken. In feite betekent dit dat ze aanvaarden
dat er geen onderhandelingen zullen komen
omtrent een collectieve regeling, en dat ze
tegelijk ook alle politieke eisen omtrent Baskische zelfbeschikking overlaten aan de politieke partijen en het sociale middenveld. In
Baskenland wordt het initiatief algemeen gezien als een belangrijke stap in de richting van
de uiteindelijke ontmanteling van ETA, maar
de Spaanse regering toonde zich ijselijk onverschillig en weigert ook maar iets te wijzigen aan het gevangenisregime van de Baskische ‘terroristen’. Integendeel, het Spaanse
gerecht liet acht advocaten arresteren die een
bemiddelende rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de collectieve verklaring (de
527 zitten immers verspreid over een tachtigtal gevangenissen in Spanje en Frankrijk) en
verbood een betoging voor mensenrechten en
vrede die traditioneel in januari door de straten van Bilbao stapt. Volgens de Baskische
minister-president Inigo Urkullo dreigt de
regering-Rajoy het grootste obstakel te wor-
Meer dan 100.000 betogers in Bilbao, voor mensenrechten en vrede
26 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
den voor de definitieve ontmanteling van ETA.
Ook volgens de Spaanse krant El Pais heeft
de conservatieve regering kennelijk niet begrepen dat de democratie het gehaald heeft
van het terrorisme in Baskenland. Het discours van de gevangenen en ex-gevangenen
“is lichtjaren verwijderd van de traditionele
ETA-eisen”, zoals amnestie, zelfbeschikking
en de ‘territorialiteit’ (hereniging van Baskenland met de provincie Navarra). Ze hebben de
hoop opgegeven dat er ooit nog een ‘onderhandeling’ of zelfs een dialoog zou komen
waar ETA als dusdanig bij betrokken zou worden en laten het politieke initiatief volledig
over aan de links-nationalistische partij Sortu.
Het is duidelijk dat de links-nationalistische
beweging de leiding heeft in het vredesproces
en in deze kringen leeft de gedachte dat de
ontbinding van ETA niet meer veraf is. Al deze ontwikkelingen werden tot voor kort nog
voor onmogelijk gehouden. Maar de Spaanse
regering laat zich gijzelen door een harde
kern van de conservatieve partij die geen oog
heeft voor de feitelijke ontwikkelingen en gedreven lijkt door puur revanchisme.
Vandaag zitten nog 527 Basken, veroordeeld
wegens ETA-terrorisme, in gevangenissen in
Spanje en Frankrijk. Door het spreidingsbeleid dat door beide staten wordt gevoerd, zitten zij hun straf uit in gevangenissen ver van
Baskenland, met alle moeilijkheden van dien
in verband met familiebezoek en sociale reïntegratie. In Spanje is dit spreidingsbeleid in
strijd met de wet, maar volgens de Spaanse
regering is de uitzonderingsmaatregel gewettigd door het terroristisch karakter van het
ETA-geweld.
Onlangs werd de Spaanse regering door het
Europees Hof van de Rechten van de Mens
verplicht om 63 gevangenen vrij te laten omdat het Hof de zogenaamde ‘Parot-doctrine’ in
strijd acht met de mensenrechten. Door de
toepassing van die doctrine werd voor tientallen veroordeelden die al jaren hun straf uitzaten, de strafmaat plots met een tiental jaar
verlengd.
De grote meerderheid van de ETA-aanhang
zit vandaag in de nor. Naast de 527 gevangenen zijn er dus een honderdtal ex-gedetineerden die nog tot ETA kunnen gerekend worden
plus een vijftigtal ondergedoken strijders.
Het initiatief van de gemeenschappelijke verklaring is er gekomen op verzoek van het Sociaal Forum, dat bestaat uit de Baskische vredesbeweging Lokarri en internationale organisaties met expertise in conflictbemiddeling.
Het Sociaal Forum drong zeven maanden geleden al aan op een erkenning door de gevangenen van hun gerechtigde strafsituatie om
de bestaande patstelling te doorbreken.
22 ETA-gevangenen hebben in de afgelopen
jaren met hun verleden gebroken en hebben
daardoor een gunstiger gevangenisregime
gekregen. Zij zijn overgebracht naar de strafinrichting van Nanclares, dichtbij Baskenland.
Formeel zijn ze door het ETA-collectief uitgesloten maar verder werden ze door hun exmedestanders ongemoeid gelaten. Ooit is het
wel anders geweest. In 1986 werd één van de
ETA-leidsters, Yoyes (Maria Dolores Gonzalez Katarain), met twee pistoolschoten geëxecuteerd nadat ze als spijt-optant haar
ETA-verleden had afgezworen en de weg van
de sociale reïntegratie wilde bewandelen. Dit
‘hoogverraad’ bekocht ze met haar leven. De
verklaring van het ETA-collectief zet nu dus
de deur volledig open voor de zogenaamde
‘Nanclares-optie’
Enkele dagen na de verklaring van het collectief der ETA-gevangenen vond in Durango
nog een spectaculaire gebeurtenis plaats: een
honderdtal ex-gevangenen, onder meer de 63
etarra’s die door de uitspraak van het Europees Hof waren vrijgekomen verklaarden zich
op een uitzonderlijke persconferentie solidair
met de nog zittende gevangenen. Ze sluiten
zich aan bij de nieuwe geweldloze, politieke
weg naar zelfbeschikking. In Spaansgezinde
kringen heeft deze vertoning kwaad bloed gezet, omdat het verzamelde gezelschap verantwoordelijk is geweest voor zowat 300 doden. Op de persconferentie werd het woord
gevoerd door José Antonio Lopez Ruiz,
Kubati, die tekent voor 14 doden, en onder
meer ook voor de executie van Yoyes…
Het Spaanse gerecht was wel verplicht deze
persconferentie te laten doorgaan, aangezien
alle betrokkenen hun straf hebben uitgezeten
en dus vrije burgers zijn. Minister-president
Mariano Rajoy wil wel laten onderzoeken of er
een wet kan worden uitgevaardigd die deze
gewezen veroordeelden voor terrorisme zou
verhinderen zich kandidaat te stellen bij verkiezingen. Hij wil het niet zien gebeuren dat
ex-terroristen straks her en der een burgemeesterssjerp zouden omgorden.
Anderzijds heeft de Audiencia Nacional (speciale Madrileense rechtbank bevoegd voor het
berechten van Baskische terroristen) wel de
betoging verboden die het comité Tantaz Tanta (druppel voor druppel) had willen samenroepen om de terugkeer van de gevangenen
naar Baskenland te bepleiten. De rechtbank
argumenteert dat Tantaz Tanta de voortzetting is van het inmiddels verboden Herrira
(‘Naar Huis’), dat als een mantelorganisatie
van ETA werd beschouwd.
Het verbod op deze betoging, die traditioneel
in januari door de straten van Bilbao opmarcheert, was voor de PNV de druppel die de
emmer deed overlopen. De partijvoorzitter
van de Baskische christendemocraten, Andoni Ortuzar, vond de arrestatie van de acht advocaten van de politieke gevangenen enkele
dagen voordien al een ‘slecht signaal’, maar
het verbod om te betogen slaat alles: “Tegenover de mensenrechtenschendingen en de
opeenvolgende negatieve uitzonderingsmaatregelen willen wij onze vaste wil uiten om het
proces te ondersteunen dat ons volk zal toelaten een nieuwe weg in te slaan. Deze nieuwe
weg willen we te allen prijze consolideren”,
verklaarde hij. De toenadering van PNV tot de
linkse abertzales is ongezien. “Een uitzonderlijk gerechtelijke maatregel wettigt ook een uitzonderlijk optreden”. Alle nationalistische
krachten ondersteunen de betoging: Naast
PNV en het links-nationalistische Sortu ook
de kleinere partijen EA en Alternatiba en de
twee grote vakbonden ELA en LAB.
De manifestatie werd een groot succes en
ruim 110.000 betogers (volgens de politie)
stapten op voor ‘mensenrechten en vrede’. Er
werden echter ook leuzen gescandeerd voor
de terugkeer van de gevangenen en voor de
Baskisch minister-president Urkullo
onafhankelijkheid, wat niet helemaal naar de
zin was van een aantal PNV-kopstukken en
militanten.
Er stapten geen Baskische regeringsleden op
met de betoging, maar de Baskische ministerpresident Inigo Urkullo hoopt dat Rajoy zal
willen begrijpen dat men het in Baskenland
beu is. Hij zal de grieven van de Baskische
samenleving aankaarten op het eerst komend
overleg met de Spaanse regeringsleider. Hij
wil dat er werk gemaakt wordt van een mildering van het gevangenisregime en van individuele reclassering. In Madrid is men not amused met de ‘vergissing’ van de PNV, maar dat
zal het gebruikelijke institutionele overleg niet
in de weg staan. Urkullo wil zich in Madrid garant stellen voor de ontmanteling van ETA en
het verzoeningsproces waar de Baskische
samenleving door moet.
De toenadering van PNV en Sortu wordt door
de krant El Pais gezien als een streep door de
rekening van Rajoy, die na de Catalaanse
kwestie nu ook een Baskisch front ziet tot
stand komen. Maar het was toch niet de eerste keer dat PNV en Sortu min of meer op
een lijn komen te staan. Onlangs nog steunde
de PNV in het Baskische parlement een resolutie van Sortu die de Spaanse Regeringsdelegatie in Baskenland wil afschaffen en meer
bijzonder de huidige Gedelegeerde, Carlos
Urquijo tot persona non grata verklaart. Urquijo maakt er onder andere een zaak van om
alle gemeenten in Baskenland te vervolgen
die de Spaanse vlag niet uithangen (en dat
zijn er nogal wat).
De facto regeert de PNV in Baskenland met
een minderheidskabinet bij de gratie van parlementaire gedoogsteun die ‘dossier per dossier’ bij de verschillende fracties wordt gesprokkeld. Zo kon de begroting 2014 worden
goedgekeurd doordat conservatieven (PP) en
socialisten (PSE) zich onthielden in ruil voor
punctueel onderhandelde begrotingsaanpassingen.
Maar een echt nationalistisch ‘front’ is nog
niet in de maak. Het water tussen PNV en
SORTU blijft diep.
Bernard DAELEMANS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 27
VOLKEREN IN BEWEGING
____________________________________________
Rechtzetting
Vorige maand kroop de zetduivel in het artikel
'Wanneer komt de Koerdische lente?' (Meervoud
nr. 192, blz. 21). De afkorting van de Koerdische
Democratische Partij, met Massoud Barzani als
voorzitter, is 'KDP' en niet 'BDP' (die staat voor
de Partij voor Vrede en Democratie, een
Koerische partij op Turks grondgebied).
Overgangsregering in West-Koerdistan in de
maak
Bijna drie jaar na het begin van het bloedige
conflict in Syrië heeft de grootste en belangrijkste Koerdische partij van het land, de Democratische Eenheidspartij (PYD), aangekondigd
om een overgangsregering in Rojava (het noordelijke gebied van het land waar voornamelijk
Koerden wonen, ook bekend als West-Koerdistan) op te richten. Dit getuigt van een alsmaar
groter wordende controle van de partij op het
grondgebied. De PYD hoopt binnen een viertal
maanden een parlement samen te roepen met
82 democratisch verkozen leden die de regio
vertegenwoordigen, met steun van de Koerdische Autonome Regio in Irak.
Als de West-Koerden erin slagen om een overgangsregering op te richten, ziet het ernaar uit
dat ze hun controle op het gebied zullen consolideren. De PYD heeft er nooit een geheim van
gemaakt dat zij een koele minnares is van zowel
het Assad-regime als van de islamitische rebellenstrijd, die beiden een bedreiging vormen door
de inwoners van Rojava. Samen met de Volksverdedigingseenheden (YPG), de grootste Koerdische gewapende groep, heeft de PYD bijna
volledige controle over het grondgebied verworven op de troepen van Assad en de jihadistische
rebellentroepen, waaronder de beruchte milities
Jabhat al-Nusra en Islamitische Staat in Irak en
de Levant (ISIS). Als de Koerden slagen in hun
opzet, zetten ze hiermee een grote stap in de
richting van een eigen autonome en democratische West-Koerdische regio.
Koerdische lofbetuigingen aan Nelson
Mandela
Het verscheiden van Nelson Mandela op 5 december is ook in Koerdistan niet onopgemerkt
voorbijgegaan. Vele Koerden zullen hem herinneren omwille van zijn standvastig optreden tegen de Turkse staat. Zo weigerde hij in 1992 de
Atatürk vredesprijs die Turkije hem wou uitreiken
voor zijn levenslange strijd voor vrijheid als protest tegen de behandeling van de Koerdische
bevolking en de Arbeiderspartij van Koerdistan
(PKK). Dit leverde hem bij Turkse nationalisten
prompt het etiket op van 'terrorist'. Toen het
nieuws van zijn overlijden bekend raakte, loofde
Abdullah Öcalan hem voor de vrijheidsstrijd die
hij jarenlang geleverd heeft en voor het democratische Zuid-Afrikaanse staatsmodel.
Öcalan liet dan ook een bloemstuk leveren om
de anti-apartheidsstrijder te gedenken. Voor vele
Koerden blijft Mandela een bron van inspiratie:
net als zij werd hij jarenlang door een onderdrukkende en moordende macht als terrorist beschouwd en slaagde hij er uiteindelijk in een
vredesproces op gang te brengen en een nieuwe democratische staat te stichten.
Executie van Koerdische activisten in Parijs,
één jaar later
Een jaar geleden, op 9 januari 2013, werden de
drie Koerdische activisten Sakine Cansiz, Leyla
Sölemez en Fidan Do!an vermoord in het
Centre d'information kurde in Parijs. De drie
vrouwen waren geen willekeurige slachtoffers:
Sölemez en Do!an waren actieve leden binnen
de Koerdische vrijheidsbeweging en Cansiz was
medeoprichtster van de Arbeiderspartij van
Koerdistan (PKK) en genoot nauwe contacten
met Abdullah Öcalan. Na de moord slaagde de
Franse politie er al snel in de dertigjarige Turk
Ömer Güney vatten, die bekend heeft de moorden gepleegd te hebben. Een jaar na de feiten
blijft het gissen naar de motieven van de dader.
Meteen na de feiten kwam in de media ter sprake dat het om een afrekening binnen het Koerdische milieu zou kunnen gaan. Anderen beweerden dat het om een goed geplande politieke
moord ging die in het milieu van de Turkse staat
gezocht moest worden. Het staat in elk geval
vast dat Güney uit een Turks nationalistisch
milieu stamt en dat hij, aldus een recent verschenen persbericht van het Koerdisch Instituut
te Brussel, een Turkse ultranationalist was en
een ring met drie halve manen droeg, symbool
van de Turkse extreem-rechtse partij MHP (Partij
voor een Nationalistische Beweging). Güney zou
zich binnengewerkt hebben in de Koerdische beweging en langzaam maar zeker haar vertrouwen gewonnen hebben om uiteindelijk toe te
kunnen slaan. Na zijn arrestatie beweerde hij dat
de moorden in opdracht waren van iemand binnen de PKK, wiens naam hij volledig vergeten is.
De moorden werden gepleegd in politiek gevoelige tijden: de Turkse regering had vredesonderhandelingen met Öcalan aangevat, zeer tegen
de zin van nationalistische Turken. Een politieke
moord door de Turkse staat of uit het Turkse nationalistische milieu valt dus niet per definitie uit
te sluiten. Volgens de advocaat van de families
van de slachtoffers zouden er gegevens in het
onderzoek naar de betrokkenheid van de Turkse
staat verwijzen. Meer is hierover nog niet gekend.
Een jaar na de feiten is het in elk geval nog niet
duidelijk wie de opdrachtgever van de moorden
was. De nabestaanden blijven intussen hopen
op gerechtigheid en op een antwoord op hun
vele vragen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Nieuwe Occitaanse burgerbeweging ziet het
licht
Onlangs verenigden zich in Occitanië meer dan
100 kandidaten die opkomen voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart in de burgerbeweging Bastir! (Bouwen!), die ijvert voor de promotie van het Occitaans in het openbare leven.
Hoewel de beweging benadrukt dat het een burgerinitiatief is en geen partij, zijn kandidaten van
alle politieke lijsten met uitzondering van extreem-rechts welkom om zich onder de gemeenschappelijke doelstellingen te verenigen en het
burgerplatform in hun propaganda te promoten.
De leden van Bastir! verbinden zich ertoe om
pro-Occitaanse standpunten in te nemen en on-
bloemenhulde voor Mandela
28 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
De officiële reden luidt dat medewerkers het
werk neerlegden om te protesteren tegen de
bezuinigingen bij de Catalaanse omroep. In zijn
toespraak had Juan Carlos het onder meer over
de schandalen binnen de Spaanse conservatieve regering en het koningshuis, net als het
belang van een Spaanse eenheid, een duidelijke
sneer naar de Catalaanse regering die vorige
maand aankondigde dat ze op 9 november 2014
een onafhankelijkheidsreferendum wilt organiseren. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat anderen niet in de officiële reden geloven en denken dat deze goed getimede actie niet zomaar
toeval is.
Nieuwe Waalse oproep voor
onafhankelijkheid
Naar aanleiding van het recentelijk verschenen
boek Histoire de Wallonie, le point du vue wallon, bij de Bretoense uitgever Yoran Embanner
(waar voordien ook al Histoire de Flandre, le
point du vue flamand verscheen) publiceerde Le
Vif/L'express begin dit jaar een interview met de
twee auteurs, Arnaud Pirotte en Yannick
Bauthière, beide leraar en regionalist. Doel van
uitstappen en de sportieve prestaties leiden de
mensen af van de uitdagingen van het moment.
En uiteindelijk blijft België alleen bestaan omwille
van kunstgrepen. We houden vast aan het verleden zoals aan een ijsblok die aan het smelten is.
En wat gaan we daarna doen, als de ijsblok gesmolten is? We hebben niets meer in ons handen. De 'belgitude' is de vijand, het Belgisch nationalisme verbergt de werkelijkheid voor de
Walen. (...) Het Belgisch nationalisme brengt
perverse effecten met zich mee. Het werd lang
gevoed door de ontkenning van de deelstaten
van de Belgische staat, of ze nu Vlaams of
Waals zijn, ten gunste van een Franstalige
bourgeoisie. De democratische verlangens van
de volkeren werden lang tegengewerkt door die
Franstalige elite. Dat nationalisme werkt als een
rookgordijn tussen de Walen en hun regio door
ze af te leiden met een geïdealiseerd België.”
We zouden het zelf niet beter kunnen zeggen...
Friezen krijgen taalwet en Orgaan voor de
Friese taal
Vanaf 1 januari 2014 beschikken de Friezen
over een eigen taalwet. De 'Wet gebruik Friese
der meer te ijveren voor de creatie van tweetalige Calandretascholen (Occitaans-Frans), taalonderwijs voor volwassenen, een openbare aanwezigheid van de Occitaanse taal (in de bewegwijzering, toeristische folders, gemeenteberichten,
enz.) of tweetalige kinderdagverblijven.
Naast een algemene promotie ijvert de beweging ook voor een programma dat verbonden is
met de gekende leuze 'víver e tribalhar au país',
die onder meer verwijst naar de nood om op
zoek te gaan naar nieuwe en alternatieve economische modellen met oog voor het milieu: een
verbetering van het woon-werkverkeer, promotie
van het verenigingsleven, het gebruik van de
fiets of van een milieubewust recyclageprogramma. Ook duurzaamheid, bewust omgaan met
energie en ruimte en de promotie van plaatselijk
gekweekte producten horen hierbij.
Haaks op dit alles staat het Franse centralisme:
“Wij beschouwen (...) [dit] meer dan ooit als een
blokkerend element, zowel op economisch,
sociaal, cultureel als taalkundig gebied. Een werkelijke decentralisatie zal toelaten om oplossingen te vinden voor de huidige crisis die aangepast zijn aan de verschillende grondgebieden.
(...) De standaardisatie van talen, culturen en
gedragingen is niet onvermijdelijk. Het is het
gevolg van een maatschappelijke keuze. Er is
een andere keuze mogelijk en deze maken we.”
Het is de eerste keer dat de Occitaanse beweging voor een plaatselijke verkiezing op een dergelijke wijze en in verschillende partijen vertegenwoordigd zal zijn, met een kritische kijk op de
samenleving en de economie. Na de verkiezingen zullen de Bastir!-verkozenen zich verenigen
om gemeenschappelijke acties te voeren en
ideeën uit te wisselen. Een waardevol project dat
meer dan de moeite waard is om op te volgen!
Kerstboodschap Juan Carlos in Catalonië
afgevoerd
De traditionele kerstboodschap van de Spaanse
koning Juan Carlos werd vorig jaar niet uitgezonden door de Catalaanse openbare omroep.
Juan Carlos niet welkom op Catalaanse beeldbuis
het boek, aldus artikel, is de Belgische staat te
ontmantelen en “aan de Walen hun te vaak bespotte fierheid teruggeven”.
Veel goede woorden hebben de leraars dan ook
niet over voor de Belgische staat. Ze hebben het
onder meer over het overbodig geworden Belgische kader en de politieke frustraties in beide
landsdelen die de staat zelf met de jaren gegenereerd heeft. De enige manier om deze jarenlange onvrede op te lossen is om het land te
splitsen en op eigen benen te staan. Een onafhankelijk Wallonië zal het niet gemakkelijk hebben maar zal wel levensvatbaar zijn, aldus de
auteurs.
Ze verwijzen eveneens naar de toenemende belgitude en het Belgische nationalisme die de onafhankelijkheid van de twee deelstaten in de
weg staan: “De 'belgitude' is een artificieel product dat voornamelijk wordt uitgedragen door de
Brusselse Waalse mediakringen door middel van
een afstompende Brusselse centralisatie. De
'celebritysfeer' rond de koninklijke en prinselijke
taal' regelt dat het Fries en het Nederlands de
officiële talen zijn in de provincie Fryslân. Voortaan hebben Friezen de keuze om in het contact
met bestuursorganen en in de rechtszaal één
van beide talen te gebruiken. De wet voorziet
eveneens de oprichting van een Orgaan voor de
Friese taal dat tot taak zal hebben de gelijke
positie van de Friese en de Nederlandse taal in
Fryslân te bevorderen. Hiervoor zal het de nodige adviezen en rapporten overmaken aan de bevoegde bestuursorganen (gemeentebesturen,
provincies en ministeries) en rechterlijke instanties. Het Orgaan zal eveneens toezien op een
correcte toepassing van het Kaderverdrag voor
Nationale Minderheden en op het Europees
Handvest voor regionale talen. Bestuursorganen
in Fryslân zullen voortaan ook een beleidsplan
moeten opstellen voor het gebruik van de Friese
taal.
Jef NYSSEN
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 29
EUROPA
Staatsnationalistisch Bruinkool Smeult
____________________________________________
De Morgen van 15 november pakte uit met een schreeuwerige sensatiekop: “Extreem Rechts Sluit Geheim
Akkoord”. Dat is niet meer dan geilen op zelfgenoegzame, politiek correcte belering. Wie de moeite had
gedaan de verslaggeving over de oktoberzitting van het Europees Parlement in Straatsburg op te volgen,
langs Belga en de VRT Radio om, wist beter. En meer. Niet de vergadering in Oostenrijk was nieuws, niet de
ontmoeting tussen Marine Le Pen (FN) en Geert Wilders (PVV), maar de allesbehalve geheime, openbare
persconferentie van de Europese Alliantie voor de Vrijheid (EAF), die sinds 2011 in het EP erkend is. Het gaat
om een stug nationalistisch, uiterst rechts, en Europa-afkerig samenwerkingsverband binnen de Unie met
zetel in Malta. De Oostenrijkse voorzitter, Franz Obermayr van de FPÖ, werd op de persconferentie al na
enkele minuten volledig overstemd door ondervoorzitster Marine Le Pen (de andere ondervoorzitter, Philip
Claeys van het Vlaams Belang, was de persconferentie “vergeten”, en pas na een goed kwartier “opgebeld”).
Logisch dat Le Pen de show stal. Ze had net
de leiding genomen in de race naar het Franse presidentschap met 23 % van de kiesintenties (half november kwam er nog een procentje bij en dat blijft stabiel), en de week daarvoor een symbolische overwinning gehaald in
het stadje Brignoles. Niet zonder trots, maar
ook niet zonder rancune, ontvouwde ze plannen voor een nieuwe “patriottische en soevereinistische”, “eurokritische” groep, die steunt
op zelfstandige, nationaal gerichte partijen bij
de verkiezingen van mei volgend jaar. Ik zeg
“niet zonder rancune”, want ze schoot uit haar
sloffen toen ik haar vroeg wat de zin was van,
en het verschil met de stichting van de uiterst
rechtse partij ITS. Eerst trachtte Le Pen weg
te moffelen dat er een weinig verheffend precedent is geweest, de kortstondige werking
van ITS (Identiteit, Traditie, Soevereiniteit) die
al na enkele maanden eind 2007 uiteenviel
door onderlinge vetes. Ook toen was er daarna, in januari 2008, overleg geweest in Wenen om te komen tot een gemeenschappelijk
platform, maar een nieuwe partij, dat ging niet
door, onder meer door de onwillige houding
van toenmalig Vlaams Belang kopstuk Frank
Vanhecke. Marine Le Pen hield zich van den
domme. O ja, Bruno Gollnich (FN), ja, die
leidde de groep. Heb ik weinig mee te maken.
De reden was duidelijk: Gollnich en vader
Jean-Marie Le Pen zijn beiden hun onschendbaarheid ooit kwijtgespeeld en veroordeeld voor racistische uitspraken, en daar
neemt Marine Le Pen afstand van, want ze
mikt voluit op het Franse centrum, en vooral
op de UMP van Sarkozy (rechtsliberaal en
neogaullistisch), waar de meeste groeikansen
liggen voor het FN. Aangepord wou ze uitein-
delijk kwijt dat haar vader en Gollnich wel ontslag moesten nemen uit de rivaliserende beweging, de Alliantie voor een Europa van Natiestaten, als ze verkozen wilden worden in
mei.
Woedend begon ze te stotteren toen ik doorvroeg over haar uiterst rechtse standpunten,
want – niet vergeten – ook Marine Le Pen is
begin juli haar EP-onschendbaarheid kwijtgespeeld. Ze had op straat biddende moslims
vergeleken met de nazi-bezetting. Om die reden had het Franse gerecht een vervolging
opgestart in 2011. “Ik wil niet gecatalogeerd
worden als iemand die rechts van rechts
staat”, fulmineerde ze, “Wij zijn geen racisten
of moslimhaters. Wij stellen alleen de ongezonde overdracht van teveel bevoegdheden
aan Europa in vraag, en hameren op de eigenheid van elke natie”.
Of daarmee ook een “Vlaamse”, “Schotse” of
“Catalaanse” natie bedoeld werd, daarop
moest ze het antwoord schuldig blijven. Want
helaas zijn die ontwikkelingen daar eerder
van inhoudelijk vooruitstrevende en pluralistische signatuur, en zijn het juist de meest
rabiaat-rechtse regeringen (Spanje, Verenigd
Koninkrijk, Hongarije) die met jakobijnse
hooghartigheid elke aantasting van de oude
natiestaat verwerpen. Dus ook in Frankrijk.
Maar dat wordt onder de mat geveegd, net als
het vermoeden van vreemdelingenhaat. “Wij
weigeren gewelddadige bewegingen als
Chryssi Avgi in Griekenland, Jobbik uit Hongarije of Ataka uit Bulgarije op te nemen”, bevestigde Philip Claeys. “Met andere partijen
kijken we de kat uit de boom. Is Alternative für
Deutschland meer dan een één-thema-partij ?
Hoort de Lega Nord wel bijons ?”
Zeker is dat de regels voor de vorming van
een Europese groep makkelijk gehaald zullen
worden: ten minste 27 zetels in zeven lid-
Philip Claeys: persconferentie ‘vergeten’.
30 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
laten wordt aan de Unie. Maar in het eigen
land waait de wind onmiskenbaar naar ultiem
centralisme, evengoed in Frankrijk als in België of Spanje of Hongarije. Populistisch teruggrijpen naar afgeleefde formules (die trouwens het failliet van het oude Europa in wereldoorlogen en koloniseringsopbod deden
ontaarden), het wijst op enorme onzekerheid,
twijfel aan eigen kunnen, gebrek aan ambitieuze projecten. Nostalgie is een slechte
raadgever, wat UKIP nastreeft in het VK, doet
alleen uiterst rechts watertanden – al houdt
Nigel Farage nog even de boot af, Le Penadepten zijn in zijn ogen te moslimvijandelijk.
Maar als hij echt een groot succes boekt in
mei 2014, kan hij wel de onbetwiste leider
worden van die grote, eurosceptische fraktie,
en mag Le Pen de tweede viool spelen.
Frits Bolkestein, niet de beste vriend
van Verhofstadt
staten. Rechts zit in de lift, de afkeer van
Europa groeit met de dag, de aanslepende
gevolgen van de bankencrisis blijven kwaad
bloed zetten, de afkeurenswaardige invloed
van de lobbies zet kwaad bloed, privacyschendingen en de verharding van de samenleving drijven emotioneel reagerende burgers
in handen van autoritaire partijen. Hoe atavistisch ze ook zijn. Want hun engnationalisme
en weinig solidair maatschappijmodel stamt al
uit de 18e eeuw, en is niet meteen aangesneden op de globaliserende tendenzen die de
huidige samenleving bepalen.
De twijfel slaat in alle partijen toe. Bij de EVP
toont de CSU zich nukkig, of Fidesz in Hongarije, of nogal wat Baltische behoudsgezinde
christelijke partijen. Bij de socialisten doet de
dramatische populariteitsinstorting van president Hollande het geloof in Europa weinig
goed. Militair ingrijpen in Mali en de CentraalAftrikaanse Republiek vijzelt wel zijn internationaal imago op, maar de lijkkisten van gesneuvelde soldaten doen in eigen land het gemor nog toenemen. Bij de liberalen is met ontsteltenis vast te stellen hoe commissaris Olli
Rehn de volkstribuun Verhofstadt naar de
kroon wil – euh – steken, en oud-commissaris
Frits Bolkestein een philippica houdt tegen
de EP-fraktieleider. Niet dat het verbaast: zijn
oudmedewerker Derk-Jan Eppink (LDD)
heeft geregeld uitgehaald naar het voluntarisme van Verhofstadt, zijn pleidooi voor euroobligaties, meer integratie, en meer democratische macht voor het parlement. De angst
voor binnenlandse druk zorgt voor paniek bij
de VVD: Wilders snaait ettelijke zetels weg,
de Europese parlementsfractie valt uiteen, nu
ook Twan Manders eruit trekt en de lijst van
de Ouderen gaat trekken. D’66 doet bovendien stemmen verglijden, Of dat met anti-Europese uitvallen (en dus slecht verhuld ultranationalisme) te pleisteren valt, is even bedenkelijk als betwistbaar. “De Europese
droom van Verhofstadt” (de Verenigde Staten
van Europa) “ontbladert met de dag”, verzuchtte Hugo Camps.
Misschien biedt Charlemagne in The Economist toch wat tastbare hoop. De herdenkingen
van de Groote Oorlog in 2014 kunnen de misleiden van de poujadisten de schellen van de
ogen doen vallen. Met een al te lang uitgesteld diepgaand sociaal project erbij, kan de
Unie dan zijn tweede adem vinden. Hoop doet
leven.
Lukas DE VOS
Het uiterst rechtse clubje deint uit: behalve
FN, Vlaams Belang, FPÖ en PVV, leunen ook
de Ware Finnen, de Zweedse Demokraterna,
de Deense Folkeparti en het Poolse Recht en
Rechtvaardigheid (PiS) nauw aan bij het geschetste, ultraconservatieve gedachtegoed.
Voorlopig Niet-Ingeschrevenen (die zich
“tweederangsverkozenen” voelen in het EP,
omdat zij, eigenlijk onverantwoord, niet kunnen genieten van allerhande voordelen als
betoelaging, agenda-inspraak, mandaten of
plenaire vragen) uit kleinere landen (Litouwen, Bulgarije, Slowakije, Kroatië, Malta) of
uit minderheidsgroepen (Italië – wat met de
Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo?; Roemenië – de Groot-Roemeense Partij van
Tudor) kunnen de groep snel doen aangroeien. Het platform dat in Wenen is uitgewerkt is in overeenstemming met de
rechtsregels van het EP, niet, zoals bij ITS,
een samenraapsel van individuele belangen.
Het valt dus te vrezen dat er een stevige ruk
naar (uiterst) rechts zal plaatsvinden in de
Europese verkiezingen van 2014. Er zit evenwel een dramatisch paradoksaal element in
die zwenking. De nieuwe rechtse fractie, maar
ook de conservatieve fractie (ECP), denkt uitgesproken confederalistisch, alle macht aan
de “deelstaat” behalve wat unaniem overge-
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 31
DIALOOG (1)
De keuze van Mark
____________________________________________
Nu het ‘Journaal’ van Mark Grammens verdwenen is uit onze post, beseffen we maar al
te goed het hiaat dat hij nalaat. Ik beken ootmoedig dat de lectuur van ‘Journaal’ voor mij
een bron van inspiratie en volharding was.
Bedankt, Mark!
Gelukkig bestaat er nog ‘Meervoud’. Zowat
het enige mij bekende tijdschrift dat en
Vlaamsgezind en progressief tracht te zijn. De
rest, gans de officiële , weldenkende periodieke en dagelijkse pers, is met lijf en leden verkocht aan het systeem waartegen wij strijden.
Mark zou Mark niet zijn, moest hij, bij wijze
van afscheid (?) een paar kanonschoten gelost hebben van uit de honderdjarige IJzervlakte.
Een eerste kanonschot was zijn voorstel –eerder een eis- om tijdens de herdenking van de
eerste wereldoorlog de nodige aandacht te
besteden aan de herdenking van het feit dat
in 1917, in het toenmalige bezette Vlaanderen, de bestuurlijke scheiding werd afgekondigd en vervolgens de onafhankelijkheid van
de deelstaat Vlaanderen werd uitgeroepen.
Ik ben het daarmee niet eens. De lovende
herinnering aan 1917 zou munitie geven aan
al wie zich vandaag verzet tegen het project
van confederalisme.
Ik verklaar mij nader: In 1917 leefde ons land
onder een gruwelijke bezetting, nadat het
Duitse leger dorpen en steden had verwoest
en talloze landgenoten had vermoord. Aan de
IJzer stierven vele landgenoten, veel Vlamingen, onder het vuur van de Duitse vijand. Wie
hierover meer details wil, kan te rade gaan bij
historici zoals Sophie De Schaepdrijver in
haar recente boek “De Grote Oorlog”, of bij
mensen die het allemaal zelf hebben meegemaakt, zoals beschreven in “Oorlog en Terpentijn” van Stefan Hertmans. Het zal bij deze honderdjarige herdenking niet aan lectuur
ontbreken.
Welk kan de betekenis zijn van een zelfstandigheid in een land dat onder de knoet leeft
van een vreemde bezetter? De verbinding
van het huidige streven naar confederalisme
met de collaboratie-zelfstandigheid geeft wapens in de handen van al wie vandaag de
strijd aanbindt tegen het confederalisme. Het
confederalistisch project vandaag heeft alles
te maken met het huidige recht op nationale
zelfstandigheid en met de huidige politieke
32 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
toestand in dit land. Laat ons het niet verbinden met wat in het verleden fout gelopen is in
de Vlaamse beweging.
Mark Grammens is een verstandig man. Hij
beseft ook dat de collaboratie met de Duitse
bezetter niet goed overkomt in de openbare
opinie. Vandaar zijn tweede kanonschot: collaboratie met wie kan helpen in een plicht
voor nationalisten. In heel de geschiedenis is
het zo geweest, overal waar gestreden werd
voor nationale onafhankelijkheid, tegen kolonialisme en onderdrukking. Zo wordt de collaboratie tijdens de wereldoorlog omgetoverd
tot een bevrijdende plicht:
“…dan leert de wereldwijde geschiedenis van
het anti-kolonialisme, de geschiedenis van de
strijd der volkeren voor hun vrijheid, voor hun
democratische rechten en hun bestuurlijke
zelfstandigheid, dat onderworpen volkeren die
naar bevrijding hunkeren, zich steeds alliëren
met buitenlandse mogendheden, en dat moeten ze ook doen als ze in hun opzet willen slagen. Collaboratie van Vlaams-nationalisten
met de buitenlandse vijanden van de Belgische Staat is bijgevolg NIET FOUT,maar de
natuurlijke en meest zelfsprekende zaak ter
wereld. Collaboreerden Vlaams-nationalisten
niet met de vijanden van België, dan zouden
zij aan hun plicht tekortkomen.”
Straffe taal, die inhoudt dat wie zich verzette
tegen de Duitse bezetter tekort kwam in zijn
plicht tegenover Vlaanderen!
Zijn poging tot veralgemening van beroep op
buitenlandse inmenging in de wereldgeschiedenis klopt van geen kanten. Waar hebben de
volkeren in de koloniale gebieden ooit beroep
gedaan op hun onderdrukkers om hun vrijheid
te bekomen? Hebben de Vietnamezen beroep
gedaan op de Amerikaanse bezettingsmacht?
Of hebben de Chilenen de hulp ingeroepen
van de V.S., de natie die Pinochet steunde?
Idem Cuba, enz.
Internationale solidariteit is geen solidariteit
vanwege de onderdrukker, de bezetter. Wel
vanwege de volkieren en de naties die het
tegenovergestelde doel hebben: de autonomie om de bezetter en de onderdrukker te
verdrijven. Naast die solidariteit bestaat er
ook solidariteit tussen de onderdrukkers: heeft
een stuk van de Vlaamse beweging niet actief
de Zuid-Afrikaanse apartheidspolitiek gesteund? De solidariteit tussen de onderdrukkers heeft het uiteindelijk moeten afleggen
tegen de internationale solidariteit met de onderdrukten, maar die overwinning was in de
eerste plaats het werk van het ANC en van
Nelson Mandela, tegen de blanke dictatuur.
Geen collaboratie met de blanke onderdrukker dus, wel strijd ertegen.
Ik heb ten volle begrip voor de oorsprong van
Grammens verdediging van de collaboratie
met de Duitsers : wat hij heeft meegemaakt,
samen met vele anderen, tijdens de septemberdagen van 1944en later, waarbij weerstanders de onmenselijke methodes van de bezetter naäapten, moet traumatiserend werken.
Bovendien is er in dit land nooit enig begin
gemaakt van verzoening. Wij hebben niet het
verstand gehad van het Zuid-Afrikaanse ANC
en van de blanke Nasionale Partij (NP) om
verdrukkers en onderdrukkers bijeen te brengen om ook de vreselijkste gebeurtenissen uit
te praten in de verzoenings- en waarheidscommissies. Wij hebben de verdeeldheid laten verstarren, zodat de verschillende standpunten eerder van elkaar verwijderd werden
dan nader bijeen gebracht.
Het resultaat is de wederzijdse rancune, en
het teruggrijpen naar posities die de tweespalt
alleen maar kunnen verdiepen. Daarom: laat
de bestuurlijke scheiding van 1917 rusten in
het graf van de historische vergissingen, en
bezwaar er de huidige trend naar confederalisme niet mee. Die is zo al moeilijk genoeg.
Jef TURF
Grammens bij zijn afscheid van ‘Journaal’
DIALOOG (2)
De keuze van Mark – bis
____________________________________________
1. De Raad van Vlaanderen, dat zal niemand
meer betwisten, 'regeerde' gedwongen onder
de volledige pinhelm-voogdij van de keizerlijke bezetter. Was dat zelfbestuur ? Het zal
hoe dan ook de Duitse Goeverneur-Generaal
Moritz von Bissing zijn die op 21 oktober
1916 de vernederlandste unief in Gent 'overdraagt' en op 21 maart 1917 de 'bestuurlijke
scheiding' voor België afkondigt. Geef toe dat
de activisten (die dachten dat het Duitse Keizerrijk de oorlog zou winnen) erg gegokt hebben. Zij hebben daardoor het erfgoed van generaties vlaamsgezinde verantwoordelijken
die gestaag en vredevol ijverden voor zelfbestuur, zeer zwaar belast. Het patriottische
België heeft deze gok (herhaald tijdens de
2e.w.o.) met het grotendeels zwijgende katholieke middenveld - Mercier! - zwaar uitgebuit olv de zogenaamde Koning-Ridder In
onze ontvoogdingsgeschiedenis zijn er alleen
omwille van deze naïeve collaboratiegok genoeg en betere data te vinden om onze
zelfstandigheidseis aan 'op te hangen'. (De
uitmuntende jaarkalender "Roots" van het DF
biedt inspiratie!)
De onmenselijke repressie die vooral na de
2e.w.o. volgde is langs geen kanten goed te
praten. Maar een collabodatum mag geen
'gefundenes Fressen' bieden aan hen die
steeds en met alle middelen onze rechtvaardigheidseis voor zelfbestuur verdacht willen
maken. En vergeten we het niet: oorlogsleed,
tweemaal veroorzaakt door eenzelfde brutale
overvaller, was ook het lot van velen in Wallonië en vooral in de Luxemburgse dorpen.
De Vlaamse Beweging heeft zich moeizaam
losgeweekt uit deze 'kwade jaren'. Het moedige "Algemeen Pardon", sereen uitgesproken door Frans-Jos Verdoodt aan de IJzertoren, blijft een merkteken om de kwade trouw
van halve en hele patriotten op dat vlak te
ontmaskeren !
2. Mark citeert Leo Tindemans' internationale
kreet : "Er had een revolutie moeten komen
rond de 1e.w.o." (voor zelfbestuur). Ja, ja …
maar dan mag men op dat vlak de salon-stellingnames van deze gewezen minister van
buitenlandse zaken enz. … niet voor ogen
krijgen. En zeker die niet als minister voor
institutionele hervorming! Bang (?) geworden
klonk het toen : "De (Belgische) grondwet is
geen vodje papier!" Wat een revolutionaire
taal ! Welke 'Belg' had hem die ingefluisterd?
Deze Edegemnaar, nu 91 jaar, doet me nog
steeds denken aan die oeroude uitvlucht in
immers weinig of niet dat er steeds een structuur -dus overleg én politieke leiding- nodig
zijn om 'verder' te leven in welzijn en volledige
ontplooiïng. Bovendien: de redenen om geweld te gebruiken liggen toch wel erg ethisch
gebonden. Zelfs de fameuze 'Heilige Oorlogen' waren niets anders dan een mooie verpakking voor: gebiedsuitbreiding; economische- en geostrategische macht verlengstukken veelal van het kolonialisme.
Mark Grammens: polemiek
vele situaties: "Hou me vast, of ik doe ongelukken!" En ook aan onze huidige defensieminister, Pieter de Crem, die omwille van zijn
NAVO-ambities zelfs de enkele kernwapens
in Kleine Brogel niet weet liggen. Hij wil ze
zelfs actualiseren'… En voor de Syrische
scheikundige wapens (ook geleverd door de
NAVO-partners!) oordeelt Pieter dat er geen
plaats is in het NAVO-gebied. Revolutionaire
taal, hé? Nochtans is er een simpele Colruytoplossing. Zamel in Syrië het verpakkingsmateriaal in de boekhouding. Elk leveringsland
MOET daarna 'zijn moorddadige boel' (verkocht in overtreding van zovele internationale
akkoorden ..) terug nemen én zelf vernietigen.
Of er in Poelkapelle zwaar voor betalen. Goed
om de federale schulden te helpen dekken…
én een formidabel(!) internationaal herdenkingsvoorbeeld rond de 1e.w.o. Wat moeilijker
natuurlijk... dan (duur!) zakjes begrafenisplaatsengrond uit West-Vlaanderen over te
vliegen naar Londen! Die West-Vlamingen
toch; men zal hen (zonder betalen) ' geen
morzel gronds ontwringen'! Geef in alle ernst
toe, dat er betere referentiepunten te vinden
zijn voor 'revoluties' ... zelfs in ons zwak Belgisch buitenlands beleid…
Bovendien … revoluties? Zeg me eens: onder
welke vorm? Gewelddadig? Tellen we de gedoden? Van nabij maakte ik jarenlang in Ierland, Baskenland, Eritrea, Koerdistan, Latijns
Amerika, Kosova en elders revoltes mee. Het
grote leed dat daarbij hoort is onmenselijk. Je
moet het als ouders maar meemaken onder
welke heroïsche taal de zonen 'optrekken'
Simplistisch en zeer onervaren willen zij hun
leven 'geven' En dat kan maar één keer. Wat
daarna ? Nog meer geweld? Zij beseffen
3."Nooit meer oorlog!" Geef mij maar die simpele zin van de Fronters om verder te bouwen
aan vrede met de Vlaamse Beweging. Utopisch? En wat met de enorme oorlogsschade
die generaties later de samenleving nog verziekt? Samen rechtlijnig zoeken zonder blokkades. Dat kan. De in vrede uitgedoofde
Nelson Mandela (niettegenstaande 27 jaar
gevangenschap!) heeft met Frederik-Willem
Deklerk wereldwijd een voorbeeld gegeven
van christelijk bevrijdingsdenken. Romero en
Gandhi wezen ons ook de radicaal-anders
'trage' weg. Onze grote leermeester-denker
Maurits van Haegendoren schreef in 1983
een zeer merkwaardig DF- 'handboek' : "Van
taalstrijd tot staatsvorming." Het is het herlezen waard. Zeker zijn bemerkingen ivm de
Heer Leo Tindemans, rond 1971 de minister
voor institutionele hervormingen … De grendelgrondwet was toen pas geboren. De helft
van de minderheid in deze toevalligheidsstaat
moet sedertdien 'meedoen' voor onze zelfstandigheid … En ook de alle-centen-wegmedemensen ! En wat met Brussel-19, Mark.
’n Vergetelheid?
4. De Europese Gemeenschap rendeert. Ook
voor het volkerenrecht. Na drie jaren voorbereiding kon ik in het EP mijn "Verslag over de
talen en culturen van regionale en etnische
minderheden in de Europese Gemeenschap"
goedgekeurd krijgen (28 sept. 1987). Meer
dan een kwarteeuw later zie ik hoeveel opbouw er sedertdien gerealiseerd werd bij de
vele volkeren-zonder-staat. Dit met Europese
solidariteitstoelagen. Intussen werkt op haar
beurt de Europese Vrije Alliantie, in 1979 in
gang gelopen door de Volksunie. Traag maar
zeker bouwt ze verder aan een Europa der
volkeren en regio's. Nu zijn naast de N-VA
voor Vlaanderen, de Baskische, Catalaanse,
Schotse e.a. zusterpartijen dé solidaire trekkers van 'die zelfstandigheidskar'! Hopelijk
zonder één geweerschot te lossen ...
Willy KUIJPERS
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 33
DIALOOG (3)
De keuze van Mark – ter
____________________________________________
Goed beseffend dat elke mens een kind van
zijn tijd is, kan ik niet anders dan de uitspraken van dhr. Grammens in het vorige Meervoudnummer betreuren wanneer hij zegt dat
de “collaboratie (...) met de buitenlandse vijanden van de Belgische staat (...) niet fout
[is], maar de natuurlijke en meest vanzelfsprekende zaak ter wereld”. Ik hoef niet nader in
te gaan op de gruwelijke daden die beide kanten van de strijd verricht hebben en ik ga er
zonder meer mee akkoord dat een monument
ter ere van de slachtoffers van de Belgische
repressie zeker op zijn plaats zou zijn in een
land dat democratisch beweert te zijn en het
verleden achter zich gelaten zou (moeten)
hebben. Desalniettemin zie ik een verschil
tussen de Vlaamse collaboratie tijdens de
Eerste Wereldoorlog, toen Duitsland als imperialistische mogendheid Vlaanderen een
duidelijk perspectief op vooruitgang bood (oprichting van een Vlaamse Raad, vernederlandsing van de Gentse universiteit, e.d.), en
die twintig jaar later waar Vlaanderen actief
en politiek deelnam aan de verspreiding van
het nazistische gedachtegoed.
Laten we niet vergeten dat nazi-Duitsland
Vlaanderen geen enkele garantie op enige
vorm van soevereiniteit gaf, aangezien Hitler
dit 'dossier' tot na de oorlog uitstelde. De kans
dat wij, in geval van een eventuele overwinning, nu allemaal zouden deel uitmaken
van een groot Duits Rijk waarin Vlaanderen
slechts een provincie zou zijn en zonder zekerheid dat het Nederlands de eerste taal zou
zijn, is zo goed als zeker. De jongens die aan
het Oostfront gingen strijden, streden niet alleen tegen België, maar evenzeer tegen
Vlaanderen. Hierover kan uiteraard eindeloos
gedebatteerd worden, maar het staat vast dat
de Duitse bezetter Vlaanderen geen enkele
garantie gaf over de toekomst. Vlamingen waren enkel goed om eerst hun bloed te geven,
in de hoop op wat lekkers nadien. Waarom
zou het dan de “meest vanzelfsprekende zaak
ter wereld” zijn om met dit regime te collaboreren? Alsof collaboratie Vlaanderens enige
hoop was... Laten we altijd een verschil maken tussen 'begrijpen' en 'goedkeuren'. De
Vlaamse collaboratie mocht dan omwille van
verschillende redenen misschien begrijpelijk
zijn op menselijk vlak, dit was allerminst het
geval op moreel en strategisch gebied.
Wat dan te denken van Vlaamsgezinde verzetslieden en progressieven die ijverden voor
een onafhankelijk Vlaanderen, maar tegen het
extreem-rechtse dictatoriale regime vochten?
Dit hield een Jef Van Extergem niet tegen
om activist te zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog en antifascist tijdens de Tweede.
Hetzelfde geldt voor Bert Van Hoorick en
vele anderen. Hun antifascistisch verzet eindigde in Duitse concentratiekampen. De ene
is er nooit meer levend uit teruggekomen, de
andere wel. En zij waren lang niet de enigen
die volledig voor een democratische Vlaamse
staat wilden gaan, maar weigerden te collaboreren.
Zolang Vlaamsgezinden dergelijke aberraties
blijven uiten, zal de Vlaamse Beweging nooit
de donkerbruine smet van zich kunnen wassen en zichzelf blijven hypothekeren ten opzichte van de partijen die geen aansluiting
vinden bij haar. Men kan gerust zeggen dat
dit een hypothese is, maar ik durf te zeggen
dat de collaboratie net dé reden is waarom
Vlaanderen nog steeds niet onafhankelijk is of
in elk geval serieus achterop hinkt vergeleken
met verschillende andere naties die overtuigd
opkomen voor hun identiteit en waar zelfs een
groot deel van de bevolking voorstander is
van soevereiniteit (Catalonië, Schotland of
Baskenland bv.).
Neen, de collaboratie met de buitenlandse vijanden van de Belgische staat was een absolute vergissing, en Vlaanderen betaalt de prijs
tot op vandaag nog steeds.
Jef NYSSEN
34 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Op de Meervoud-boekenplank
____________________________________________
Nederland en de EU
Op initiatief van het Documentatiecentrum
Nederlandse Politieke Partijen van de Rijks
Universiteit Groningen en het Centrum voor
Parlementaire Geschiedenis van de Radboud
Universiteit Nijmegen hebben een aantal
deskundigen het Nederlandse parlementairpolitieke debat beschreven dat tussen 1945
en 2013 gevoerd werd over Europa. De titel
van het boek “Verloren Consensus” liegt er
niet om.
Bij ons mag Fientje Moerman dan nog klagen dat er geen respect meer wordt opgebracht voor politici, ze vergat er wel aan toe te
voegen dat de politici helemaal geen respect
opbrengen voor hun kiezers. De Nederlanders weten er van mee te spreken: bij de politici op het Binnenhof was 85 % positief over
de Europese Grondwet, maar slechts 39 %
van de opgekomen kiezers waren dat ook.
Van een discrepantie gesproken! In Vlaanderen (in heel België?) riskeerde men allicht dezelfde toestand maar onze politici durfden niet
eens een bevraging van de bevolking aan.
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in
2012 kozen de traditionele partijen in Nederland nog steeds voor Europa terwijl de Partij
voor de Vrijheid gewoon stelde dat Nederland
moet uitstappen: “Europa is een aantasting
van onze democratie. Op de Europese instellingen is er geen democratische controle: het
is gewoon Eussr!”, aldus de PVV. Vastgesteld
moet worden dat in Nederland Europa gedragen wordt door het midden van het partijencentrum (PVDA, VVD) met de christelijke par-
tijen daartussen in. Enkel aan de randen van
het politieke landschap onttrekt men zich aan
het gemeenschappelijke Euro-ideaal, zowel
links (CPN, PSP) als rechts (SGP,GP, BP en
centrumdemocraten van Janmaat).
Van bij het begin tot aan het nieuwe millennium bestond er bij de Nederlandse bevolking
een “permissieve consensus” tegenover Europa. Tegenstand was er wel, maar het bleef
binnen de perken. Frits Bolkestein van de
VVD verzette zich tegen de federalistische
eindbestemming van Europa en tegen een
verdere uitbreiding (“Europa is af”) maar daar
“werd een mouw aan gepast” door hem te
laten benoemen tot Eurocommissaris. Bij de
invoering van de euro en het opkomend gevaar van wereldwijd terrorisme en de vaststelling dat Nederland de grootste nettobetaler per hoofd geworden is, wordt de bevolking kritischer. De politici moeten wel gaan
luisteren bij de verdieping van de bevoegdheden van de Europese Unie en de versnelling daarvan sinds de banken- en schuldencrisis. De linker- en rechterzijde pleiten
voor een terughalen van bevoegdheden naar
het nationaal niveau en zelfs voor het uittreden van Nederland. Het gaat van eurofilie
naar euroscepsis al blijven sommige politici
tegen beter weten in de gang van zaken in de
EU verdedigen. Zo stelt VVD-er Ter Brocke
dat de jongste uitbreiding de Nederlandse belastingbetaler “ongeveer twee kopjes koffie”
heeft gekost. Anderzijds neemt de Kamer met
algemeenheid van stemmen een motie aan
om op geen enkele wijze Nederlands belastinggeld te besteden aan een bail out van
Griekenland. De regering Balkenende IV valt.
In 2011 wordt opnieuw een motie aangenomen tegen meer politieke unie. Nederland
moet zeggenschap blijven houden op lonen,
belastingen en pensioenen. De regering moet
zich inzetten voor een strikte naleving van het
stabiliteits- en groeipakt met passende sancties voor landen die de gemaakte afspraken
niet nakomen. De motie wordt door de meeste partijen aangenomen, het CDA en de VVD
stemden tegen. Door de voortdurende toename van de interdependentie zitten de lidstaten
vast aan de Europese kaders. Dit verklaart allicht waarom politici de burgers minder Europa beloven maar in de praktijk de richting uitgaan van “meer Europa” en dit niet alleen in
Nederland. De kloof tussen retoriek en werkelijkheid is wellicht de treffendste ontwikkeling
in het actuele Europadebat.
“Verloren Consensus – Europa in het Nederlandse parlementair-politieke debat. 19452013” brengt een gedetailleerde beschrijving
van de houding van de Nederlandse partijen
tegenover Europa. Het boek werd geschreven
door een groep deskundigen en uitgegeven in
een redactie van Anjo G. Harryvan en Jan
Van Der Harst. Het telt 304 bladzijden plus
53 pagina’s noten, een literatuurlijst van zes
pagina’s, een personenregister van vijf pagina’s, een zakenregister van vier pagina’s en
een lijst van afkortingen en acroniemen. Er is
ook een kort chronologisch overzicht opgenomen over de Europese integratie en een
toelichting over de auteurs. Het boek werd in
2013 uitgegeven door de Nederlandse Uitgeverij Boom.
Frans MAES
De Corsicaanse monsters
(°1935 Wim Zaal) is geen gewoon auteur. Hij
is journalist, letterkundige, essayist en recensent. Jarenlang was hij literair redacteur van
Elsevier, maar in 2001 verleende koningin
Beatrix hem het Erekruis in de Huisorde van
Oranje, omdat hij jarenlang toespraken geschreven had voor Prins Bernhard. Zaal had
een bijzondere relatie met allerlei vreemde
onderwerpen: ooit verzorgde hij een bloemlezing van de slechtste gedichten in de Nederlandse taal (‘Bar en boos’), maar ook
essays over het Vaticaan, de pauselijke
zouaven, Nederlandstalige dierenpoëzie en
hij vertaalde de Gedenkschriften van de Hollandse Koning Lodewijk Napoleon.
Over Napoleon Bonaparte en zijn familie
schreef hij nu een leesavontuur dat er best
mag wezen. Het gaat over Napoleons loopbaan die het decor vormt van een tragikomedie waarin de spelers onder al hun kronen en
hermelijnen mantels eeuwige scharrelaars
blijven
Het boek verhaalt de opkomst en successen
van de jonge Buonaparte, zoals zijn echte
naam klinkt. Zijn greep naar het Consulschap,
zijn geklungel in Egypte en zijn avonturen in
Santo Domingo worden breed uitgesmeerd.
Naar dit laatste land stuurde hij zijn zusje, de
mooie Pauline, met een generaal en een
troepenmacht van 25.000 man. Daar organiseerde zij een eigen hofhouding en voerde de
Parijse mode in. Haar generaal, Leclerc,
voerde een vuile oorlog maar uiteindelijk
werden zijn troepen overvallen door tropenkoorts waaraan ook hijzelf bezweek. Pauline
wou haar generaal niet in vreemde aarde laten rusten en ging schier ontroostbaar aan
boord met de kist van haar gemaal over de
oceaan. Haar diepe rouw hield zij echter niet
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 35
van heilzame baden (bijvoorbeeld in Bourgogne, rum of kippenbouillon) en het inhuren en
installeren van grootstalmeesters, hofmaarschalken, ceremoniemeesters enz. De bruiden de zij opgelegd kregen werden eerst door
de koning getest.
Een ander zusje, Caroline, trad in de echt
met Joachim Murat, die opperbevelhebber
werd in Italië en onbezwaard de kas leegplunderde. Maar inmiddels was Napoleon alleenheerser geworden en kroonde zichzelf tot keizer. Meteen kwam er ook een noblesse impériale: 32 prinsen en hertogen, 452 graven en
1500 baronnen, allemaal met een jaarlijkse
uitkering.
De heer Bonaparte
lang vol en toen ze de Seine opvoer was ze
alweer in troostbare toestand. Als herinnering
aan haar avontuur liet ze zich voor de rest
van haar leven per draagstoel door zwarten
vervoeren en tilde een neger haar ’s morgens
in haar bad van melk en warm water En ze
liet zich omgeven door uniformen met een
pittige vleesvulling.
Op aanraden van Napoleon sloeg Pauline
daarna, in 1803, een Italiaanse prins aan de
haak, ene Camillo Borghese, erfgenaam van
een beroemde juwelenschat. Nu kon ze pronken met snoeren,broches, medaillons, breloques, bajadères, bracelets… een vracht van
goud en gefonkel. Napoleons broer Jérôme
maakte het al even bont en trouwde buiten
het weten van zijn broer met een rijke Amerikaanse bankiersdochter, maar was verplicht
van haar te scheiden. Hij zou het later
brengen tot koning van Westfalen en kreeg
alras de bijnaam König Lustig. Behalve pret
maken was zijn eerste liefhebberij het nemen
De keizerskroning op 2 december 1804 was
een prachtfeest. De avond ervoor moest Napoleon met tegenzin zijn relatie met Joséphine de Beauharnais kerkelijk laten inzegenen
Zusje Caroline, meegaand in de omgang
Joachim Murat in vol ornaat
gezelschap kooplieden, niets op aan te merken, maar geen natie, slechts de bewoners
van het aanslibsel van Franse rivieren.”
Echter, Lodewijk zag de dingen anders en
ging in de mate van het mogelijke steeds
meer afstand nemen van zijn broer. Lodewijk
luisterde naar de Nederlanders, probeerde
Nederlands te leren (“Ik ben konijn van
Holland”) en hield hun belangen in het oog.
En hij deed zijn werk met toewijding, wellicht
beter dan de eerste Oranjevorsten. Dat was
zeer tegen de zin van Napoleon. Na heel wat
wrijvingen nam hij op 1 juli 1810 zelf afstand
van de troon en trok naar Bad Teplitz in
Bohemen, Oostenrijks bezit, tegen de zin van
zijn broer, die hem een ‘verrader’ vond. Op 9
juli annexeerde het Keizerrijk Nederland.
Inmiddels maakten zijn zusjes, vooral
Caroline en Pauline, het erg bont op het
amoureuze vlak. Het roddelcircuit draaide dan
ook op volle toeren. Caroline deed het met
Metternich, en Pauline prinses Borghese Bo-
om de paus niet tegen het hoofd te stoten. Erger nog was het gure vriesweer op de dag
van de kroning in de Notre Dame. De koetsen
konden niet tot het portaal reiden en dus
moesten de dames in hun gedecolleteerde,
ragdunne mousseline-japonnen de kou trotseren om dan in een ijskoude kerk plaats te nemen, voor een vijftal uur nogwel. Omdat er
geen aangepast sanitair was gebruikten de
eregasten de zijkapellen als latrine of werd tegen pilaren gepist.
Na allerlei al dan niet geslaagde avonturen in
Italië en Spanje liet Napoleon zijn oog vallen
op Nederland (de Zuidelijke Nederlanden waren al Franse departementen geworden). Zijn
broer Louis of Lodewijk mocht koning worden, maar moest zich gedragen als een buitengaatse prefect. “Holland een natie?” vroeg
Napoleon. “Kom nou! Een achtenswaardig
Zusje Pauline, beetje wulps
36 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
Koning Lodewijk van Holland,
korte carrière als vorst
naparte had een zoveelste minnaar, ene Auguste Forbin, die haar echter in het ziekenbed bracht. Volgens de keizerlijke artsen was
dit het gevolg van zijn boosaardig geslachtsdeel, dat zij behept zagen met ‘gigantisme’.
Het boek verhaalt over veel meer dan het losbandige leven van de ‘Corsicaanse monsters’,
en niet in het minst over het roemloze einde
van het Napoleontijdperk en het instorten van
het familie-imperium. Voor Napoleonfans is
het echter geen aanrader.
Christian DUTOIT
Wim Zaal. De Corsicaanse monsters. Napoleon
Bonaparte en zijn familie. Uitgeverij ASPEKt,
Soesterdijk, Nederland, 277 p.
Speculaties over de moord op
Kennedy ten einde!
In 1966 verscheen het boek “Inquest” van
Edward Epstein over een complottheorie bij
de moord op de Amerikaanse president
Kennedy. Die werd in Dallas Texas gedood
door meer dan één schutter zodat er volgens
de auteur nog minstens één van de moordenaars van de president “nog vrij rondloopt”.
De geheime diensten FBI en CIA en de Warren Commissie hebben altijd ontkend dat er
op 22 november 1963 in Dallas meer dan één
schutter was en dat tegen de president een
complot gesmeed werd. In de jaren 1978-79
kwam het Unites States House Select Committee on Assassinations tot de conclusie dat
er wel een complot was. Dat kon echter niet
op het conto geschreven worden van de CIA,
de Sovjet Unie noch van de maffia. De conclusie was tevens dat er allicht meer dan één
schutter aan het werk was geweest.
In zijn “Kennedy en de Fatale Kogel”veegt
Alex Maschke alle conclusies van de jongste
vijftig jaar de vuilmand in. Zijn goed geschreven boek is overtuigend genoeg, het spijtige
eraan is dat het slechts gaat om een literaire
thriller in de categorie fictie, hoeveel opzoekwerk de auteur er ook voor verricht heeft.
De man die de dodelijke vijfde kogel op
Kennedy afvuurde heet Jake Troy Rettstatt,
een in Fort Bragg getrainde scherpschutter
die “nergens bestaat”, een verbeterde versie
van Rambo. Hij had in Moskou al een Amerikaan doodgeschoten, een spion die zijn land
had verraden. En nu stond hij in een rioolbuis,
door de brede inlaatgleuf van de stoepput te
turen naar een man die hem het sein moest
geven. “Ik doe het voor Amerika en het heeft
niets te maken met politieke belangen maar
alles met verantwoordelijkheid jegens de
Amerikaanse staatsburger”, zo ging het door
zijn hoofd. Tot hij van de man met de camera
groen licht kreeg, hij de trekker van zijn Remington Fireball XP 100 overhaalde. Eerst
hoorde hij drie of vier schoten en dan was het
aan hem. Hij was er zeker van dat hij zijn
slachtoffer met zijn ene kogel fataal had geraakt. En dan verdween hij zonder aarzelen
door de rioolbuis naar de rivier, een kano in
en peddelde hij zo snel mogelijk van de
moordsite vandaan. Jake was op de vlucht,
voor de politie, voor zijn opdrachtgevers en
voor zijn oversten; een vlucht die zo’n vijftig
jaar zou duren en die de meeste pagina’s van
het boek in beslag neemt. Hij ruïneert er
uiteraard zijn hele privéleven mee, verliest zijn
geliefde en zijn kind van wie hij niet eens het
bestaan afweet.
Zo’n 50 jaar later belandt de vluchteling in een
krot op het Schotse platteland. Daar krijgt hij
tijdens zijn afwezigheid bezoek van een paar
scouts die alles doorzoeken en een brief vinden. In de brief wordt beschreven waarom en
hoe hij president Kennedy vermoordde. De
twee jongens doen de brief op You Tube en
brengen zo heel de wereld op de hoogte…Niemand heeft ooit nog iets van Jake
Troy Rettstatt gehoord.(1)
Kennedy blijft blijkbaar tot de verbeelding spreken
Van een heel andere orde zijn de “Honderd
en één vragen over Kennedy” van Vincent
Dumas. Heel diepgaand is het werkje niet
maar het heeft alvast het voordeel geen fictie
te zijn. Over de honderd en een vragen kunnen we kort zijn; het is niet meer dan wat
anekdotiek. Enkele regels per bladzijde met
vragen en antwoorden. “Wie was Shannon?”
De cockerspaniël van de Kennedy’s. “Wie
was Charlie?” De andere cockerspaniël van
de Kennedy’s. “Wie was Clipper?” De Duitse
herdershond van Jacqueline Kennedy! Alle
gekheid op een stokje. Er werden ook vragen
opgenomen als “Nam Kennedy een voorbeeld
aan de Sovjet Unie?” Kennedy zegde in 1960
alleen dat de inwoners van de USA bereid
moeten zijn het heden aan de toekomst te
offeren net als de Russen deden. Over de relatie van Kennedy met 007 wordt gezegd dat
de president van de Ieren hield en dat hij een
bijzondere waardering had voor Ian Fleming
en diens creatie van geheimagent 007. En
een aanslag op de Russische president
Chroestsjov pleegde Kennedy al helemaal
niet. Toen hij een sigaar opstak en de brandende lucifer rondzwaaide om hem te doven
ontglipte die hem en belandde achter Chroestsjov. “Probeert u mij in brand te steken vroeg
deze?”. Handelde Kennedy daadkrachtig toen
de Berlijnse muur werd opgetrokken? Helemaal niet. Heel Washington was net als de
president met stomheid geslagen. Ook de generaals hadden geen plan en de Duitsers wisten het zelf ook niet. Vraag 101 of Kennedy
een vredesduif was moet beantwoord worden
met een beslist neen.
In de inleiding van zijn boek stelt de auteur
dat de nog steeds bestaande aantrekkingskracht voor Kennedy haaks staat op het “succes” als president. Zijn “New Frontier” was
een pakket politieke wensen en doelen waarbij de lat zeer hoog werd gelegd. De minimumlonen moesten worden verhoogd; de
ziekteverzekering veralgemeend; de sociale
woningbouw gesteund; het openbaar onderwijs gesubsidieerd, de belastingen verlaagd
en de burgerrechten verbeterd. De president
beet er zijn tanden op stuk. Hij werd geen
nieuwe regering Roosevelt maar een derde
regering Eisenhower. Het congres wou
duidelijk niet meestappen in de richting van
Kennedy maar de president maakte ook teveel tactische fouten. Hij liet de Afro-Amerikanen vallen voor de democratische aanhang
in het Zuiden; door het overmatig steunen van
het openbaar onderwijs werd hij door de bisschoppen in de ban gedaan en hij trachtte de
mars op Washington van dominee King te
voorkomen al keerde hij later zijn jas door
King te telefoneren met gelukwensen. Tegen
hem speelde ook dat zijn huwelijk een façade
was en dat hij leed aan tal van ziekten. Zijn
buitenlands beleid bracht ook niet veel positiefs. Er was niet alleen het fiasco van de Varkensbaai maar vooral de Amerikaanse interventie in Vietnam. Ook moest hij het stellen
met een status quo tegenover het communisme. Allicht is het zo dat “de gemaakte indruk
belangrijker is dan de werkelijkheid” zoals de
filosoof Christopher Lash beweert.(2)
“Kennedy en de Fatale Kogel” – Het andere
verhaal over de moord op JFK en hoe door
You Tube de mysterieuze schutter in het
vizier kwam” van Alex Maschke (1) telt 274
bladzijden en werd in 2013 uitgegeven door
Uitgeverij Aspekt in het Nederlandse
Soesterberg. Dezelfde uitgeverij zorgde in
2013 ook voor “101 vragen over Kennedy”
(2). Dit boek telt 101 pagina’s.
Frans MAES
Onthutsende biografie van
Piaf?
De in 1935 geboren Nederlander Wim Zaal,
auteur van boeken over literatuur en geschiedenis en gewezen literair redacteur bij het tijdschrift Elsevier heeft een biografie geschreven over de Franse zangeres Edith Piaf. Op
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 37
de kaft van het boek wordt gesteld dat het
gaat over een “onthutsende” biografie waarbij
komaf gemaakt wordt met tal van leugens en
legenden over het musje van Parijs dat zo’n
50 jaar geleden overleed. En omdat tegenwoordig minder mensen Frans kennen dan in
Edith’s tijd, worden enkele van haar chansons
in het Nederlands samengevat.
Vader Louis Gassion werkte als acrobaat in
circusjes, in variététheaters en zelfs op straat.
Moeder Anita Maillard verkocht snoep op
straat, assisteerde artiesten en zong ook op
straat waar zij zich Line Line Marsa liet noemen. Louis en Anita woonden al samen toen
hij in 1914 naar het leger moest. Om een
weekje vrijaf te krijgen trouwden de twee dan
maar, hij 33, zij 19 jaar oud. Op 19 december
1915 wordt Edith geboren. Dat gebeurt niet
op straat onder een straatlantaarn op de trappen van een herenhuis zoals een gedenksteen in de gevel van nummer 72 aan de rue
de Belleville laat vermoeden. Anita kreeg wel
weeën op straat maar twee politiemannen
brachten haar naar het Tenon-ziekenhuis
waar zij volgens de aangifte van de geboorte
rond 5 uur ’s ochtends beviel. Moeder kon
niet deftig voor het kind zorgen en de zuigeling werd dan maar bij haar grootmoeder om
de hoek gestald.
Nadat vader Louis uit militaire dienst was ontslagen en er een zoontje was geboren, bracht
Louis Edith naar zijn ouders die in het Normandische Bernay een bordeel runden. Daar
ging Edith naar school, kreeg er een oogziekte (blind werd zij helemaal niet) en genas
dankzij een bedevaart naar de heilige Theresia van Lisieux! Wanneer ze zes was mocht
Edith van de pastoor niet langer in een oord
van zonde verblijven en dus ging ze weer
naar haar vader. Die wou van haar een acrobate maken maar dat lukte niet. Dus ging zij
na het optreden van vader met een bakje de
centen ophalen en mocht zij tussendoor ook
even zingen, al kende ze alleen de Marseillaise. Veel geld viel er daarmee niet te verdienen maar het ging wat beter toen ze als zestienjarige verliefd werd op een werkloze
bouwvakker die zowat alles bijeenstal wat nodig was om te leven op de gehuurde kamer.
In 1933 kreeg ze dochtertje dat bij de moeder
van haar lief werd achtergelaten en overleed
aan hersenvliesontsteking toen het kind nog
geen 30 maanden oud was. De bouwvakker
liet in alle stilte zijn lief liet zitten.
Edith wordt op straat ontdekt door Louis Leplée van Gerny’s Club. Die leert haar zingen,
doet haar wat betere kleren aantrekken (voor
haar 1,47 meter is alleen een zwarte rok en
een zwarte pull goed) en bedenkt haar artiestennaam “La môme piaf”. Haar eerste optredens worden een succes en zij krijgt een platencontract bij Polydor zodat ze kan verhuizen
naar een hotelletje in de rue Pigalle. In april
1936 werd Leplée, die zich in verdachte kringen bewoog, vermoord en ging zijn cabaret
dicht. Piaf stond op straat. Musicus Raymond
Asso ontfermde zich over haar, schreef voor
38 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
haar een repertoire bijeen en veranderde haar
zangeressennaam in Edith Piaf. Haar eerste
grote succes, in 1937, “Mon légionaire” had
Asso wel voor een andere zangeres geschreven maar gaf het lied toch aan Piaf. Trad zij
aanvankelijk op als tweede ster, dan mocht zij
in de ABC, de grootste Music-hall van Parijs,
na de tweede avond reeds als eerste ster optreden met twaalf liedjes. Asso wilde wel een
verhouding met Piaf maar Edith viel eerder op
stoere bonken en bovendien werd de componist in 1939 opgeroepen door het leger. Edith
miste hem niet en zij maakte kennis met acteur en zanger Paul Meurisse, met schrijver
Jean Cocteau en met componist en tekstdichter Michel Emer (eigenlijk Rosenstein)
die heel zijn leven lang voor Piaf bleef schrijven en componeren, o.m. “ L’Accordéoniste”.
Tijdens de oorlog mocht Piaf van de bezetter
twee maanden niet optreden omdat zij een
lied zong van een jood. Emer zelf moest onderduiken. Ze ging tijdens de oorlog weer in
een bordeel wonen, een van het betere type
ditmaal waar ze zich kon verwarmen en ook
te eten kreeg. Occasioneel entertainde zij de
klanten en af en toe verdween ze zelf met een
van de mannen naar boven. Pas in 1944 ging
zij op zichzelf wonen. Tegen het eind van de
oorlog zong zij in de vernieuwde Moulin Rouge waar Yves Montand in het voorprogramma optrad. De twee werden minnaars maar
na een tijdje wou zij hem al niet meer zien.
Dan volgt het tijdperk van de door haar geschreven schlager “La vie en rose” waarvoor
zij nooit één franc auteursrechten kreeg en
van de optredens met de Compagnons de la
chanson waarbij het wereldberoemde “Les
trois cloches” furore maakte. In Oktober 1947
maken zij een concertreis door Amerika en na
een optreden in de “Versailles” in New York
ontmoet Piaf er Marcel Cerdan, een bokser
uit Tunesië, gehuwd en vader van drie kinderen. Het wordt het grote liefdesavontuur dat in
1949 de “Hymne à l’amour” oplevert. Datzelfde jaar vliegt Cerdan naar Amerika waar Piaf
rondtoert maar hij komt er nooit aan; het toestel van Air France vliegt op de Azoren tegen
een berg aan.
Na de dood van Cerdan werd Edith onrustig
en onevenwichtig, begaf zich aan de drank
(waar zij niet tegen kon), aan drugs en aan
buitensporige uitgaven. Later slaagde zij er
wel in die demonen te overwinnen ook al omdat zij verliefd werd op Eddie Constantine
met wie zij de eerste Franse musical “La p’tite
Lilli” creëerde. Toen Constantine overstapte
naar de film als acteur was het uit met Piaf die
echter spoedig een nieuwe vriend had en nog
een, en nog een… tot zij in 1952 in New York
trouwt met charmezanger Jacques Pills. De
houdbaarheid van haar mannen was gemiddeld twee jaar; met Pills brak zij met vier en
een half jaar het record. Tijdens het optreden
krijgt Piaf nu af en toe flauwtes maar dat belette haar niet verliefd te worden op de in Egypte geboren Georges Moustaki die voor
haar in 1958 “Milord” schreef. In 1959 maakte
het paar het in Amerika uit. De zangeres moet
een aalvleesklieroperatie ondergaan en keerde pas in oktober 1960 na vier maanden terug
naar huis. Tijdens een bezoek speelt en zingt
Charles Dumont haar “Non je ne regrette
rien” voor en zij neemt het onmiddellijk aan,
brengt het plaat uit en zorgt voor een snel
succes.
Toen Piaf 46 jaar werd was zij een oude
vrouw. De tijd van de minnaars was voorbij…
tot aan de kennismaking in 1962 met de 25jarige Griekse kapper Theophanis Lamboukas. Die kwam in het ziekenhuis haar kapsel
doen…en haar ten huwelijk vragen. Edith
meende dat hij maar zanger moest worden,
studeert met hem “A quoi ça sert l’amour?” in
en geeft hem de artiestennaam Theo Sarapo.
Theo’s optreden in het voorprogramma van
Edith wordt een flop maar Piaf geeft niet op.
In oktober trouwen de twee, Edith wordt weer
ziek en gaat rusten in een villa in Plascassier.
Op 10 oktober 1963 in de vroege nachtelijke
uren sterft zij er. Een ster als Edith Piaf kon
niet in Plascassier gestorven zijn; dat moest
in Parijs gebeurd zijn. Nog dezelfde nacht
brengt een ambulance het lijk van Edith naar
de boulevard Lannes in Parijs en wordt het
stoffelijk overschot daar op een bed gelegd.
Pas dan worden de persbureaus gebeld:
“Edith Piaf was hedenmorgen vroeg, 11 oktober op 47-jarige leeftijd in haar woning te Parijs overleden”. De gedenksteen aan de Boulevard Lannes is dus ook al niet betrouwbaar.
Wanneer het stoffelijk overschot van Edith
naar het kerkhof van Père Lachaise wordt
gereden, staan zeker 400.000 Parijzenaars
langs de weg, hangen uit de ramen, spelen
op een accordeon haar schlagers, applaudisseerden of lieten hun tranen de vrije loop. De
weduwnaar aanvaardde de nalatenschap
en… betaalde nog jaren aan de schulden teneinde een openbare verkoop van haar eigendommen te voorkomen…
“Edith Piaf” van Wim Zaal brengt het echte
verhaal van een van de laatste “grote” Franse
zangeressen (na haar kwamen Elvis, Hahahaliday enz.) waardoor een pak leugens en
legenden uit de wereld worden geholpen. Het
boek telt 160 pagina’s en één pagina literatuur en werd in 2013 uitgegeven door Uitgeverij Aspekt in het Nederlandse Soesterberg.
Frans MAES
‘Waar de smaak en de kleur hand in hand gaan’!
Voor wie aan een bescheiden prijs degelijk Italiaans wil eten, is
‘Artipasta Restogalerie’ aan het gezellige Vrijheidsplein te Brussel
zeker aan te raden. Er zijn heel wat Italiaanse restaurants in de parlementswijk, maar qua originaliteit is Artipasto zeker één van de betere.
Geen sterrenkeuken, dat niet, wel degelijke goed klaargemaakte en
smaakvolle gerechten.
Het restaurant is alle weekdagen open van 11u tot 15u en ook vanaf
18u, wanneer er activiteiten in het Koninklijk Circus plaatsvinden.
Men zit nooit alleen in Artipasta, meer zelfs, het zit altijd stampvol. De
democratische prijzen zullen daar voor veel tussen zitten. Het succes
van het restaurant zorgt er wel voor dat men er nogal ‘benepen’ bij zit
en het er ook vrij rumoerig is, wat voor sommigen als gezellig kan ervaren worden, voor anderen dan weer storend!
De gemiddelde prijs voor een hoofdschotel bedraagt ongeveer ! 12,50
en met honger van tafel gaan zit er zeker niet in. Voor een ‘Saltimbocca alla Romana’, een pastagerecht met kip, een karaf (4 glazen) rode
wijn, een fles bruisend bronwater San Benedetto (1/2 liter) en twee espresso’s betaalden we ! 49,00.
In Artipasta kan men ook terecht voor een uitgebreid en gevarieerd
buffet aan ! 12 (! 15 met vleesgerechten), salades, pasta’s en desserten, alles ter plaatse te gebruiken of om mee te nemen.
De pastagerechten zijn in alle kleuren en vormen verkrijgbaar. Al die
kleuren treft men ook op de muren aan. Er is immers een permanente
tentoonstelling van afwisselende jonge (en minder jonge) kunstenaars,
van wie alle tentoongestelde schilderijen te koop zijn.
Het is eigenlijk de uitgelezen plek om een kleinigheid te nuttigen na (of
voor) een concert of voorstelling in het Koninklijk Circus. Men zal u niet
scheef bekijken wanneer u slechts één schotel bestelt.
Enfin, een pretentieloos, maar degelijk restaurantje, waar uw portefeuille wel bij vaart.
RVW!
Keuken:
Prijs/kwaliteit
Kader:
Comfort:
Bediening:
Nederlands:
MMMMMMMMMM
MMMMMMMMMM
MMMMMMMMMM
MMMMMMMMMM
MMMMMMMMMM
MMMMMMMMMM
!""!#$%&%'$($%()**#(
!""#$#%&'(#)*+$,--,(+'.'%+$.'+$/#01'2#%&3$/#)*+$"-$/''4$
5'2'&'%$,,%$1'$6''1#07$+'$8"3+'%1'$9!,(#,7'(7':$
;'($<''7$9=$>?@:4$.#1<''7$9=$A@@:$"B$<''7'%1$9=A@@:$
C%2#)*+#%&'%D$@EFFGHHIE@I?A$
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 39
HET GOEDE LEVEN
‘De buik van Parijs”, Rungis (en Les Halles)!
!
Gelukkig heeft Georges Eugéne Hausmann
het niet moeten meemaken dat zijn Parijse
Hallen eind de jaren zestig van vorige eeuw
werden afgebroken. Hausmann verwierf ook
bekendheid voor wat de Parijzenaars ‘Les
Grands Boulevards’ noemen.!
Hausmann liet die lanen als een ster aanleggen met de ‘Arc de Triomphe’ op de ‘Place de
l’Etoile’ als middelpunt. Het bezige bijtje, dat
Hausmann was, ontwierp ook ‘le Bois de Boulogne’, verbeterde de tuinen van ‘le Palais du
Luxembourg en was tussendoor ook nog prefect en senator. Zoals zo vaak - ook Brussel
weet daarover mee te spreken - werden voor
die megalomane projecten talrijke volkswijken
met de grond gelijk gemaakt. Maar bon, terug
naar Les Halles.!
‘Onze Georges’ liet tussen 1854 en 1866 tien
overdekte markthallen bouwen op de linkeroever van de Seine. Architect Victor Baltard
stond in voor het ontwerpen van de gietijzeren
boogconstructies met glazen daken. Les
Halles waren een feit.!
Sfeer, bedrijvigheid, werklust en humor waren
altijd aanwezig in dat stukje Parijs met een rijke guitige geschiedenis, zodat zelfs toeristen
afzakten naar die drukke voedingsmarkt.
Bekende straat uit die tijd was bijvoorbeeld de
Rue Saint-Denis met zijn cafeetjes en bistro’s,
waar men van ver kwam voor een hete uiensoep, geserveerd met gegratineerde toast
met kaas, een ei en een scheut Cognac. De
film ‘Irma La Douce’ (1963), met Jack Lemmon en Shirley Maclaine in de hoofdrollen,
werd in Les Halles opgenomen.!
catessen, bloemen en accessoires voor de
voedingssector. Daarvoor zorgen 1.200 bedrijven met 12.000 personeelsleden die de
dagelijkse 20.000 bezoekers verwelkomen en
ten dienste zijn.!
Rungis staat voor ‘vers’
Maar succes heeft altijd een keerzijde. Eind
de jaren ’60 van vorige eeuw, toen de drukke
Parijse binnenstad – waar Les Halles gevestigd waren - de groeiende stroom vrachtwagens niet meer kon verwerken, ging het
prachtige bouwwerk - oh gruwel - zonder pardon tegen de vlakte. De urbanistische barbaren hadden toegeslagen, wijlen de heren
Charly De Pauw en VDB, konden er nog van
leren. Tegenwoordig is op de plaats van Les
Halles een nietszeggend, karakterloos, grotendeels ondergronds modern winkelcentrum
gebouwd, Forum des Halles, met de bekende
Mc Do, Zara’s, HM’s en tutti quanti. Origineel
is anders!!
Maar goed, gedane zaken nemen geen keer
en alle vroegmarktactiviteiten van Les Halles
verhuisden naar Rungis. Eerlijkheidshalve
moeten we eraan toevoegen dat de hygiëne
in de Hallen niet meer aan de normen voldeed.!
Rungis
Zo’n 6 kilometer ten zuiden van de Lichtstad
ligt Rungis, de grootste versmarkt van Europa
en zonder twijfel van de wereld. De opbouw
van het complex nam zes jaar in beslag en
opende in 1969. De bevolking van Rungis een stadje in het departement Val-de-Marne
(94) - verdubbelde sinds het ontstaan van het
voedingscomplex van 2686 naar 6500
inwoners.!
Het is niet niks, de bedrijvigheid in Rungis. Op
een oppervlakte van in totaal 232 hectare uitbreiding is nog voorzien - wordt jaarlijks 1,5
miljoen ton voeding verhandeld. Alles is er
verkrijgbaar: vlees, vis en schaaldieren,
groenten en fruit, zuivel, alle mogelijke deli-
Hausmann
40 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
De jaarlijkse omzet van Rungis ligt rond de !
8,2 miljard. De versmarkt van Rungis zorgt
ervoor dat maar liefst 18 miljoen Europese
consumenten vanuit de hallen van verse voedingsproducten worden voorzien. Eén vijfde
van onze zuiderburen laat zich bevoorraden
uit Rungis, de rest gaat naar alle delen van de
wereld, zelfs per luchtvracht. Elke nacht bezoeken restaurateurs en topchefs uit verschillende Europese landen de hallen in de Marnevallei. Dagelijks komen er twee treinen met
groenten en fruit aan in Rungis, en zorgen 30
vliegtuigen (vertrekkend van Roissy) dat de
delicatessen en producten alle delen van de
wereld bereiken. De oesters, ganzenlevers (of
wat dan ook), vandaag besteld, liggen morgen op een bord in Singapore, Dubai of Aalbeke. !
Wat alle producten van Rungis met elkaar gemeen hebben is, behalve hun versheid, het
hoge kwaliteitsniveau. Klasse B-producten
zijn op de Rungis markt niet te bespeuren,
alleen het beste is goed genoeg. Alle vrouwen
en mannen, van arbeider tot PDG, beschouwen dat als hun plicht, hun fierheid.
De groente- en fruithandel op Rungis start ’s
ochtends om 5 à 6 uur en loopt om 11 uur ten
einde. De prijzen van de goederen kunnen
gedurende die korte periode sterk variëren,
zo’n beetje zoals op de beurs. Voorbeeld:
abrikozen die om 5 uur nog ! 1 per kilo kosten, kunnen rond 11 uur voor ! 0,40 verkregen worden. Deze goederen gaan dan vooral
naar winkeliers uit de volkse wijken van Parijs.
Het groente- en fruitaanbod op de groothandelsmarkt is grotendeels van Franse origine,
de meer ‘noordelijke’ groenten (spruiten, kolen) komen vaak van onze commerciële Nederlandse buren.
Eén van de bekendste groenteboeren van
Rungis, Cohen, in een vorig leven nog
filmacteur naast Michel Simon en architect,
beschikt over een gamma van maar liefst
4000 soorten groenten- en fruit. Hij is onder
andere leverancier van het befaamde George
V, luxe hotel-restaurant in het 8ste arrondissement en van ‘La Présidence de la République’.!
Ook de vishandel is diep in de nacht al in volle gang, met zowel zout- als zoetwatervis afkomstig uit alle werelddelen. Men kan er kiezen uit 2000 soorten vis en zeevruchten. De
vissector van Rungis, en dat is uniek in de
wereld, beschikt zelfs over een eigen ‘Lycée’
waar jongeren de ‘stiel’ kunnen aanleren. Zij
die slagen, krijgen dan hun ‘Bac pro poissonnier-écailler-traiteur’.!
Vanwege de strenge hygiënevoorschriften
met betrekking tot vlees en organen zijn de
diverse bedrijfjes die deze producten verhandelen, gehuisvest in een eigen eenheid. Het is
een streling voor het oog hoe de ‘mannen’
van de orgaanafdeling een kalfskop volledig
ontbenen, opkuisen en verkoopsklaar maken
in een tijdspanne van 2 minuten, geen mens
doet het hen na!
Bovendien is er geen dierlijk stuk, wat men
niet in Rungis kan vinden. De verhandelde
runderen zijn uitgestald met naam van kweker, slachthuis en foto van het dier! Michel,
de specialist van ganzenlever - eendenlever
is van mindere kwaliteit - verkoopt elke nacht
zo’n 60 à 70 kilo van zijn producten. Geen
adertje, zenuw of oneffenheid, of hij gaat onverbiddelijk de terrine in. Een lever die niet terugkomt (revient) wanneer men hem lichtjes
indrukt, is hetzelfde lot beschoren. Alleen de
egale, ivoorkleurige, exemplaren komen in
aanmerking. Die levers komen dan ook van
uitzonderlijke kwekers uit de Landes, ook de
prijzen zijn iets uitzonderlijker.!
Le Delas, een delicatessenzaak, is 24/24 geopend, van maandag 04uur tot zaterdag 09
uur. Alleen de beste en uitzonderlijke producten gaan er over de toonbank. Wekelijks
wordt er aangeschoven om nieuwe producten
voor te stellen, weinigen komen echter in
aanmerking. Het loont de moeite het uitgebreid gamma te bekijken: http://www.ledelas.fr!
Naast groenten en fruit, vis en vlees worden
in de hallen bovendien ook kaas, zuivelproducten, kruiden, bloemen en beroepskledij
verhandeld.!
Horeca!
gezwind over de toog!!
In een andere bistro worden er elke nacht
2000 espresso’s verkocht, wellicht een wereldrecord waarvan vele horeca-uitbaters
alleen maar kunnen dromen. Ze werken hard,
de mensen van Rungis, maar ze leven goed,
en dat kunnen wij, aanhangers van het
'Goede Leven’, alleen maar toejuichen.!
Mede door de vele kook- en eetprogramma’s
- weinig goede overigens - is gastronomie een
hype geworden. Dat is ook enkele gladde jongens uit de toerismesector niet ontgaan. Momenteel worden er reizen naar Rungis georganiseerd. Deze worden gegidst in het Frans,
Engels, Duits, Spaans, Nederlands, Noors,
Hebreeuws en Italiaans. Het bezoek: transfer
van Parijs naar Rungis, het vervoer in het
complex, de gids, ingangsticket, verzekeringen, hygiënisch pak en een ontbijt ‘Rungis’ (!
80,00). Pas donné, zo zouden we zeggen, het
mag dan al een uitgebreid ontbijt zijn.!
Het recept voor een goede uiensoep willen
we u nog meegegeven.!
Smakelijk!
Roeland VAN WALLEGHEM!
Om hen het leven wat aangenamer te maken
werden er binnen het complex een 40-tal horecazaken geïnstalleerd. In één van die restaurants, Le Saint-Hubert – met de bijnaam
‘La Maison Blanche’ (verwijzende naar de witte kielen van de vleessector en een knipoog
naar Washington) - ziet men ‘s morgens
vroeg al stoere bonken die zich aan een
kalfstong, een andouillette, kalfskop of een
entrecote van 500gr tegoed doen. Men moet
het zien om te geloven, vreemde taferelen die
vegetariërs en veganisten waarschijnlijk doen
kokhalzen. Ook de flessen witte wijn gaan er
President Hollande lust ook wel een
brokje vlees
Gegratineerde uiensoep ‘Les Halles’!
Ingredienten voor 8 personen!
1,5 kg uien, 1,5 liter stevige vlees- of kipbouillon,
50cl droge witte wijn, 200gr hoeveboter, 2 sl arachideolie, 8 eieren, 500gr gemalen gruyèrekaas,
geroosterd stokbrood, cognac, twee teentjes look
en peper&zout.!
Snij de uien in fijne ringen en laat ze gedurende 45
kleuren en compoteren in de boter en olie. Voeg de
wijn toe en laat een kwartier sudderen. Doe er de
bouillon bij en laat nog 15 min doorkoken. Rooster
het stokbrood en wrijf het in met teentje look. Doe
de soep in een boltas, doe er een scheutje cognac
bij en ten slotte een rauw ei. Leg de toast, met een
volle greep gemalen kaas, er bovenop en gratineer
in de oven. Ideaal tegen een kater, of beter, om een
kater te vermijden!!
in een restaurant wordt getoond hoe smaakvol geserveerd wordt
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 41
De postbode belt altijd 2 keer
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!"
Dit “geheugen-falen” weerspiegelt
een bepaalde Franstalige ingesteldheid t.o.v. de rol van Brussel,
inzonderheid diens functie in de
institutionele toekomst van België.
Franstalig Brussel én België vertrekken niet meer van de verbindende rol van Brussel als federale
hoofdstad, maar wel als een Brussel dat dient geïntegreerd in WalloBrux, zoals door de Franstalige
partijvoorzitters gesteld werd in het
Sainte-Emilie-akkoord.
Groote Oorlog
Je moet geen pacifist zijn om gedegouteerd te zijn door de publiciteit van Randstad na “In
Vlaamse Velden”: “Om alles weer
op te bouwen, zoekt Randstad de
geschikte projectingenieur”.
Wat voor onbenullen maken zo’n
reclame, en wat voor volstrekte
idioten bij Randstad laten dat door
en betalen daar ook nog eens
voor?
Na een bier dat paginagrote advertenties plaatst en gedurende het
opdrinken van de fles even stilte
vraagt “uit respect” voor de gesneuvelden, nu dit. Als we op die
manier de Groote Oorlog herdenken, dan zit er echt meer dan één
schroef los.
Onnozelaars ! Word ik echt kwaad
van.
Wilfried Vandaele, Vlaams parlementslid en gemeenschapssenator
Sainte Emilie
In “Les enjeux des élections de
2014 pour Bruxelles” pas uitgege-
Sainte Emilie
ven door het CRISP wordt wél
aandacht besteed aan de internationale rol van Brussel, maar wordt
volledig voorbijgegaan aan de
grondwettelijke tweetaligheid en de
grondwettelijke hoofdstedelijkheid
van het Brussels Gewest.
Dit mentale proces werd reeds ingezet in 1963 waar voorgenomen
werd de taalwetgeving in Brussel
nooit correct toe te passen, wat
vandaag resulteert in een Brusselse burger die tweetalig moet zijn
terwijl de gemeentelijke ambtenaar,
ocmw-verpleegster,
politieagent
e.a. het mogen houden bij de eentaligheid.
Trouwens typerend dat de Brusselse taalwetgeving geboycot wordt,
maar dat diezelfde Franstaligen
een krachtige toepassing van de
federale taalwetgeving eisen omwille van een overtal aan Vlaamse
generaals. Over het overtal aan
honderden Franstalige soldaten
moet dan wel zedig gezwegen worden.
Het Belgisch model was gebaseerd
op de gelijkheid van de gemeenschappen zowel in Brussel als in
België.
Franstalig België verlaat dit model.
De Brusselse Vlaming/Vlaamse
Brusselaar kan maar hopen dat er
voor 25 mei niets meer getransfereerd wordt naar de regionale bicommunautaire instellingen.
Dit zou een institutionele zelfmoord
kunnen worden.
De kwade trouw die het SainteEmilie-mandement uitstraalt, moet
nu maar als argument gebruikt
worden om niet meer te bewegen
tot na de moeder van alle verkiezingen.
Voor wanneer een gemeenschappelijk project van de Vlaamse partijvoorzitters als tegengewicht voor
la Sainte-Emilie ?
Guido Ghekiere, Brussel.
!
!
!""#$%&'()%'*+,(&(+#--+(&*,(%.("")(/#&)01(
2.(3%)'-+(45(6"/#&-#*7($-)-6(88(&(59(
:%%;,(<-)'%==">"(
%$"#(1",(#"6"#")'&=(*)(
?@A2BCDEF(
G)(1",(<>--=;(A&*;7(F#&H."#;;,#--,(49(,"(8999(I#&;;">J(
<%%#-6(*);01#*K$")()%%'3-H">*KHJ(
!
42 - Meervoud nr. 193 - januari 2014
!"#$%&$'()*+&,)-,#..&/0)
1-,#..&/)%2)3/''2$&,&24)3/''2$&,&2)%2)-,#..&/1)
5'"&,$'()67)8&9,#',%):;6<)*=)>#?;)
3,%@&)A2%+&,.%"&%")-,#..&/)B3A-)C)/*D''/)E4;4;FGH)I/&%2/''2):)C)6;7;)-,#..&/)
Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) en het Vlaams Komitee Brussel (VKB)
nodigen u graag uit tot het bijwonen van een studiedag over Brussel op zaterdag 15
februari e.k. vanaf 9u30. Plaats: Vrije Universiteit Brussel (VUB - Lokaal D.0.07), Pleinlaan
2 - 1050 Brussel
U kan ter plaatse een broodjeslunch gebruiken.* We vragen een bescheiden bijdrage in de
onkosten: 15 ! over te schrijven op rekening IBAN: BE67 4366 2021 1187 van
Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen of eventueel ter plaatse te betalen. Graag
vooraf inschrijven via [email protected] of op het adres Passendalestraat 1 A, 2600
Berchem.
De Campus van de VUB te Etterbeek is zowel met de wagen als met het openbaar vervoer
gemakkelijk bereikbaar. Op www.vub.be vindt u zowel een plattegrond als verwijzingen naar
trein, tram, autobus en metro. Het treinstation Etterbeek ligt naast de campus.
Programma
9u30: onthaal
10u00: welkomstwoord
Referaten in plenaire zitting:
* Taal, taalrechten, taalwetgeving door Frank Judo
Brussel in relatie met Vlaanderen. De samenwerkingsakkoorden tussen het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaamse Gewest door Jan Van Doren
* Nederlandstalig onderwijs door Bernard Daelemans
* Demografie en diversiteit door Hans Vandecandelaere
Lunchpauze van 12u00 tot 13u00
Namiddagsessie in werkgroepen
Iedere deelnemer kan aan twee werkgroepen deelnemen.
* Taal, taalrechten, taalwetgeving o.l.v. Joost Rampelberg
* Brussel in relatie met Vlaanderen o.l.v. Edwin Truyens
* Nederlandstalig onderwijs o.l.v. Bernard Daelemans - inleiding door Karlien Tiebout
* Demografie en diversiteit: o.l.v. Jef Cassimons m.m.v. Brussels Onthaalbureau voor
Inburgering (BON)
Nadien brengen de voorzitters van de werkgroepen plenair verslag uit en formuleren
conclusies.
* Slotttoespraak door voorzitter Robrecht Vermeulen
Meervoud nr. 193 - januari 2014 - 43