Tweetaligheid en taalstoornissen

Download Report

Transcript Tweetaligheid en taalstoornissen

Uitgangspunt: een diagnostisch dilemma

In veel wetenschappelijk onderzoek: oppervlakkige
overeenkomst tussen eentalige kinderen met specific
language impairment (SLI) en tweetalige kinderen zonder
SLI
Gevolg: mogelijke misdiagnose
- overdiagnose: te veel kinderen krijgen de diagnose SLI
- onderdiagnose: kinderen met SLI worden niet herkend

 Steeds meer onderzoek naar tweetaligheid en (S)LI

Tweetaligheid en taalstoornissen

Jan de Jong
Universiteit van Amsterdam

2
Ter illustratie, een paar epidemiologische
Ter illustratie, een paar epidemiologische
bevindingen (2)
bevindingen (1)



Salameh (2006):
◦ tweetalige kinderen met SLI worden vaker later gesignaleerd
(pas na 5;0)
◦ tweetalige kinderen worden vaker gediagnosticeerd als ernstig
taalgestoord
◦ taalonderzoek wordt vaker geweigerd, therapie vaker
afgebroken
Crutchley (1999)
◦ tweetalige kinderen hebben vaker ook problemen met syntaxis
en morfologie en niet alleen met fonologie en articulatie
◦ dit kan een kwestie zijn van diagnostische ‘aandacht’:
morfosyntactische symptomen vallen wellicht eerder op

Voorkomen van SLI: tussen 1 en 7% van alle kinderen,
afhankelijk van de definitie
Maar: oververtegenwoording van kinderen met een
anderstalige achtergrond op Nederlandse scholen is
(cijfers CBS, Simea, van een paar jaar terug; de Jong et
al., 2010):
◦ Regulier onderwijs: 14% (anderstaligen)
◦ Speciaal onderwijs: 19%
◦ Scholen voor kinderen met een taalstoornis: 24%
3
Maar (Bishop, 2014):
Een definitie: kinderen met Specific Language
Impairment (SLI) zijn

4

“children who show a significant limitation in
language ability, yet the factors usually
accompanying language-learning problems – such as
hearing impairment, low non-verbal intelligence
test scores, and neurological damage – are not
evident”
◦ (Leonard, 1998)

Contra het ´uitsluitingscriterium´ stelt Bishop voor te
spreken van unexplained language problems. Zo kan bij
een ´secundaire´ taalstoornis (waarbij de primaire
stoornis de taalproblemen niet verklaart) ook van SLI
worden gesproken.
Interessante (en erg belangrijke!) discussie hier te
vinden: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/jlcd.2014.49.issue4/issuetoc
5
6
1
Steeds meer onderzoek naar tweetaligheid
en SLI, in pagina’s
Soorten meertaligheid

Simultane meertaligheid
◦ Van jongs af aan worden twee (of meer) talen
verworven

Successieve (of sequentiële) meertaligheid
◦ Verwerving van een tweede (en eventueel volgende)
taal vindt plaats na (gedeeltelijke) verwerving van de
moedertaal
Genesee, Paradis & Crago, 2004
◦ Assessment and intervention for children with dual
language disorders, 22 pp.
 Paradis, Genesee & Crago, 2011 (aanbevolen!)
◦ Dual language and disorders, 64 pp.
 Language impairment in dual language children, 35 pp.
 Reading impairment…, 29 pp.
 Leonard, 1998: 0 pp.
 Leonard, 2014 (leestip!) :
◦ Bilingual SLI, 5 pp.

◦ Vroege successieve meertaligheid (tijdens eerste 3 à 4
levensjaren)
 Late successieve meertaligheid (vanaf eerste 3 à 4 levensjaren)
Accent vandaag: op successieve meertaligheid – kern
van het diagnostisch probleem
7
Samenwerking in onderzoek naar tweetaligheid en
SLI:
COST Action IS0804 (2009-2013, maar still going
strong)

8
COST Action IS0804 (http://www.bi-sli.org/)
in cijfers
Duur: 4 jaar
Meer dan 30 landen
 Meer dan 100 deelnemers
 4 werkgroepen:
◦ WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics
◦ WG 2 Narrative and discourse
◦ WG 3 Lexical and phonological processing
◦ WG 4 Executive functions


Language Impairment in a Multilingual Society:
Linguistic Patterns and the Road to Assessment
9
10
(5) Beoordelen of symptomen van SLI verergeren
als kinderen meer dan een taal verwerven.
Een snel antwoord:
Doelen van de Action

1.
2.
3.
4.
5.
Parallelle taken ontwikkelen in de T1 en T2 van
tweetalige kinderen
Testen op verschillende (talige en niet-talige) niveaus
Vaststellen welke verschijnselen en taken normale
tweede-taalverwerving onderscheiden van afwijkende
ontwikkeling.
Unieke patronen identificeren bij kinderen met
tweetalige SLI in beide talen die het kind spreekt;
Beoordelen of symptomen van SLI verergeren als
kinderen meer dan een taal verwerven.



11
Leonard (2014): ´linguistic profiles of bilingual children
with SLI (..) very similar to those of monolingual children
with SLI´ (kwalitatief geen verschil)
Maar: er zijn kwantitatieve verschillen tussen bilinguale
en monolinguale kinderen met SLI (b.v. Verhoeven et al.
2011) --- verergering?
Leonard: nee, denkfout: tweetalige kinderen leren NL als
tweede taal, dus het verschil is wat je zou verwachten
(effect T2 en SLI!). Plus: gemeten in tweede taal
Negatief effect kan beter gemeten worden met effect
size (Paradis, 2011) (als effect SLI groter is bij
tweetaligen, dan extra belasting) .
12
2
Terug naar de tests: rationale van de COST
Action (1)
(Praktische) conclusie uit onderzoek tot dusver:
Hiaat: Er is een gebrek aan:
Paradis et al (2011):
“Our general advice to parents and professionals
is to support, in any way they can, the dual
language learning of children with developmental
language disorders”
•
Tests voor veel talen die als eerste taal (T1)
gesproken worden door sequentieel
tweetalige kinderen in Europa
• (denk aan Turks, Pools, Arabisch);
Dus: ook de moedertaal ondersteunen. Zulk advies kan nu
worden ondersteund met wetenschappelijk onderzoek
Tests voor verschillende tweede talen (T2´s)
• parallelle taken voor T1 en T2.
•
13
14
Rationale (2)
Bij Specific Language Impairment in een
tweetalige context:
Language Impairment Testing in
Multilingual Settings
zijn de symptomen zichtbaar in beide talen
• Best practice is dus: doe onderzoek naar
beide talen, en in elk geval in de dominante
taal
 er moeten dus parallelle taken worden
ontwikkeld in de T1 en T2 van tweetalige
kinderen: zelfde variabelen waar mogelijk,
zelfde afnamevorm, daardoor vergelijkbaar
•
Naam voor het testinstrumentarium ontwikkeld binnen de
COST Action.
Boek verschijnt begin 2015 bij Multilingual Matters: ArmonLotem, Meir, de Jong, (eds.), Methods for Assessing Multilingual
Children: Disentangling Bilingualism from Language Impairment
15
WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics




Uitgangspunt: meten van syntactische en morfologische
aspecten die markeerders (kunnen) zijn van SLI, maar
sommige symptomen zijn taalspecifiek
Taken ontwikkeld voor het uitlokken van:
- werkwoordvervoeging
- naamvalsmorfologie (in b.v. : Turks, Roemeens, Hongaars,
Fins, Kroatisch, Duits) – in die talen is naamval diagnostisch
sensitiever dan werkwoordmorfologie

clitics (vooral markeerder van SLI in Romaanse talen)

- vraagwoordvragen
- bijzinnen
Experimenter:
There are two boys, one boy swims and one boy
sings -- which boy would you rather be? You
should start with ´I would rather be the boy….`
Expected answer: I would rather be the boy who swims. –
(Subject relative clause: who is onderwerp)
Experimenter:
There are two boys. The father hugs one boy,
(and) the father kisses one boy. Which boy
would you rather be?
Expected answer: I would rather be the boy who the father hugs –
(Object relative clause: who is lijdend voorwerp)
◦ Voorbeeld: Il le cache

WG 1 - Voorbeeld uit de bijzinstaak, gebaseerd op
Novogrodsky & Friedmann (2006)
17
Object relative altijd moeilijker dan subject relative
3
WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics: sentence repetition task (zinsherhaaltaak)
WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics

Uitgangspunt van herhaaltaak:
Het kind moet eigen grammaticaal systeem
gebruiken om de zin te reconstrueren (Slobin &
Welsh, 1973);
 Dus een kijkje in de grammatica van het kind
Zinnen moeten zo zijn geconstrueerd dat ze niet
mechanisch nagezegd kunnen worden
 daarom relatief lange zinnen

Conti-Ramsden et al (2001): Sentence Repetition is
beste indicator van SLI (Hoge sensitiviteit en
specificiteit) (zie volgende dia)
Taken binnen COST ontwikkeld voor:
◦ Albaans, Arabisch, Catalaans, Nederlands (Van de Scheur, 2012) Fins,
Frans, Duits, Grieks, Hebreeuws, Italiaans, Litouws, Portugees,
Russisch, Spaans, Zweeds, Turks

Belangrijk: bij de constructie van de taak kiezen van
taalspecifieke structuren (denk aan sensitiviteit van de
test)
19
SRT als klinische markeerder van SLI – in
het Engels!
Conti-Ramsden, Botting, & Faragher (2001)
Sentence
Recall
Non-word
Repetition
Past tense
Third
person
Sensitivity Specificity
90%
85%
87%
82%
74%
63%
89%
90%
80%
74%
Sensitivity: proportion of language impaired children scoring
below cut-off point (zijn SLI kinderen herkend als SLI?)
Specificity: proportion of typically developing children scoring
above the threshold (zijn kinderen zonder SLI correct herkend?)
Constructie van de SRT (1): Structuren die in
alle talen voorkomen
Een
voorbeeld van een factor die invloed heeft op de
complexiteit van een uiting: verplaatsing van zinsdelen
en inbedding:
´moeilijkheidsgraden´
◦Geen inbedding, geen verplaatsing: enkelvoudige,
canonische zinnen;
◦Inbedding, geen verplaatsing: eenvoudige zinnen met
inbedding;
◦Geen inbedding, wel verplaatsing: vraagwoordvragen
die beginnen met een lijdend voorwerp;
◦inbedding, verplaatsing: betrekkelijke bijzinnen.
Accuracy
88%
78%
20
21
22
Wat is kwetsbaar in het Nederlands? (van
der Scheur, 2011)
Constructie van de SRT (2): Taalspecifieke
structuren (niet per se voor 1 taal!)

Structuren die kwetsbaar zijn in de taal van
kinderen met SLI in een specifieke taal:
Engels: hulpwerkwoorden, passieven,...
Frans: clitics (elle le lave), verleden tijd, ...
...
Werkwoordmorfologie

◦ 3rd person marking
◦ ´De jongen werd bang
gemaakt door de clown´.
◦ Past tense marking

Geslacht
◦ De/het – Adjectival
inflection

Omkeerbare passieven

Multi-interpretabiliteit
◦ ‘De aap aaide de koe die de
worm bang had gemaakt.’
Negation
◦ ´Satzklammer´
◦ ´De koe volgt de rest van
de kudde niet´
23
4
WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics



WG 1 Syntax and interfaces with morphology and
semantics
Zie ook de suggestie van Kohnert (2006):
On-line processing task (Chondrogianni, in voorbereiding)
Eerder genoemd: er zijn oppervlakkige overeenkomsten
tussen eentalige kinderen met SLI en tweetalige
kinderen zonder SLI – in de taalproductie
Verwerking kan onderscheiden tussen tweetaligheid (dan
is de processing intact) en stoornis (dan is de processing
gestoord)
-
Gebruik taken die op ervaring met taal zijn gebaseerd
(experience-dependent) maar ook: taken die gebaseerd
zijn op verwerking in real time (processing-dependent).
Denk aan taken met laag-frequente woorden,
nonsenswoorden.
-
´experience-dependent language measures´: overlap
tussen eentalige kinderen met en tweetalige kinderen
zonder SLI. Immers: de tweetalige kinderen hebben
minder ´experience´ met de T2
‘processing dependent language tasks’: geen overlap:
de ervaring telt niet, zuiverder meting van de stoornis

Bron:
http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=onli
ne&aid=8446285&fileId=S1366728911000368
-
Boek aanbevolen!
25
26
WG 2 Narratieve taken
WG 3 nonword repetition (NWR)
Gebruikte verhalen: Cat story, Dog Story; Baby Birds, Baby
Goat (zie afbeelding)
 Voor onderzoek macrostructuur (plotelementen) en
microstructuur (bv morfologie)
 Uit Italiaanse deelstudie met een- en tweetalige
kinderen: bij verhaalbegrip (macrostructuur) bleek de
stoornis de cruciale factor, niet de tweetaligheid – dus
sensitief

Maat voor fonologisch korte-termijngeheugen
Bestaande NL versie: de Bree, Rispens en Gerrits (2007)
 Literatuur: Slechte score op NWR is markeerder van
SLI


◦ N.B. Discussie: meet NWR SLI of (SLI plus) dyslexie?



In LITMUS versies voor o.a.: Hebreeuws, Fins,
Cypriotisch Grieks, Litouws, Maltees,Turks, Frans, Duits,
Arabisch, Luxemburgs, Servisch, Pools
N.B. de test is gevoelig voor fonologische eigenschappen
van de testtaal. Daarom in LITMUS zowel Quasi-universal
(QU) tests als Language-specific (LS) tests.
Bij QU: beperkte hoeveelheid klanken gebruikt
27
WG 3 Lexicale taken





28
WG 4 Executieve functies en taal
Want: woordenschat vaak eerste index voor
taalstoornis
Relatief eenvoudig af te nemen
Crosslinguistic lexical task, voor 34 talen, in
verschillende stadia van voltooiing.Verwervingsleeftijd
bepaald voor 27 talen
Informatie op: http://words-psych.org/ - downloads
Plus: diverse versies van de CDI (McArthur)
29
30
5
WG 4 Executieve functies (EF) en taal

WG 4 Executieve functies en taal
Waarom EF?
◦ Uit onderzoek blijkt:
 Executieve functies zijn wellicht kwetsbaar bij SLI
 Maar: Executieve functies wellicht beter bij
tweetaligen  compensatie?
◦ Voordeel: Afname niet taalspecifiek
◦ Maar vooralsnog omstreden:


COST-taken voor:
◦ Working memory
◦ Inhibition
◦ Planning/Shifting
◦ Fluency
Voor COST vooral taken geselecteerd die gratis
beschikbaar zijn
 Sean Redmond (2014): bij ADHD-onderzoek 81% valspositieven, ´EF deficits have not been associated with LI
symptoms´
 ´Curb your enthusiasm for information processing models of
SLI until they’ve been tested against ADHD´
31
Na nu:
Extra: Questionnaires


In Nederland: vragenlijst meertaligheid Blumenthal
COST-vragenlijst gebaseerd op Alberta Language
Development Questionnaire (ALDEQ) (google op: CHESL
Centre ALDEQ) - vier bestanddelen:


◦ A. Early milestones
B. Current first language abilities
◦ C. Behaviour patterns and activity preferences
◦ D. Family history

32

Links naar websites met reeds aanwezige tests
komt op handout van lezing
Boek over ontwikkelde methoden komt begin
volgend jaar uit
Complementair site met beschikbaar
testmaterieel
◦ Contacten met studenten logopedie en taalkunde
voor verder werk aan tests
◦ Contacten met anderstalige logopedisten
Tweeledig doel:
◦ Uniformiteit in verzamelen achtergrondinformatie kinderen, voor
wetenschappelijk onderzoek
◦ Beschikbaar maken vragenlijst voor diagnostiek
33
Informatiebronnen





34
Contactgegevens
COST Action: http://www.bi-sli.org/
Voor updates: Facebookpagina:
https://www.facebook.com/groups/bisli/
Handleiding narratieftaak: http://www.zas.gwzberlin.de/fileadmin/material/ZASPiL_Volltexte/zp56/MAI
N_final.pdf
Downloaden versies narratieftaak: http://www.zas.gwzberlin.de/zaspil56.html?&L=0
Downloaden van (en bijdragen aan) lexicale taak:
http://words-psych.org/
35


[email protected]
http://www.uva.nl/en/about-the-uva/organisation/staffmembers/content/j/o/j.dejong1/j.de-jong.html
36
6