Nationaal Douanecongres 2014 Themasessie oorsprong 1

Download Report

Transcript Nationaal Douanecongres 2014 Themasessie oorsprong 1

Nationaal Douanecongres 2014
Oorsprongsregels nader
bekeken
Nationaal Douanecongres 2014
Geert Koevoets
Waarom is oorsprong zo belangrijk?
Oorsprongsregels nader bekeken
Lopen we risico’s als de oorsprong anders is dan
is voorgesteld?
Willekeurige volgorde
Toereikende be- of verwerkingen
Ontoereikende be- of verwerking
Gelegenheidsbewerking
List of rules
Jurisprudentie
Wanneer is het redelijk te veronderstellen dat
de voorgestelde oorsprong klopt?
•
•
•
•
•
Oorsprongsregels nader bekeken
Wettelijk kader oorsprong
Wanneer oorsprong?
• Geheel en al verkregen
• Toereikende verwerking of bewerking
o Een grondstof of halffabrikaat gebruiken om een
eindproduct te vervaardigen
o Een product een bepaalde behandeling geven
• Kan preferentieel of niet-preferentieel zijn
o Douanerechten
o Antidumpingrechten
o Invoerverboden
onderwerp
Niet‐
preferentieel
opmerking
geheel en al
verkregen
artikel 75 TCDW
artikel 5 Protocol 4*
artikel 23 CDW
* voorbeeld
Protocol
toereikende
bewerking
artikel 76 TCDW
artikel 5 Protocol 4*
artikel 24 CDW
“ingrijpend”
“list of rules”
textiel
artikel 36 – 37
TCDW
bijlage 9 en 10
TCDW
artikel 39 TCDW
bijlage 11
ontoereikende
bewerking
ontduiking
Themasessie oorsprong
preferentieel
artikel 78 TCDW
artikel 7 Protocol 4*
artikel 38 TCDW
Bijlage D1
Conventie Kyoto
andere producten
dan textiel
textiel
artikel 25 CDW
1
Nationaal Douanecongres 2014
Toereikende be- of verwerking
Preferentiële oorsprong
Voorbeeld protocol
Criteria: (o.a.)
• "Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte
materialen niet meer bedraagt dan ...% van de prijs
af-fabriek van het product“
• “Tariefpostverspringing”
• “Vervaardiging uit materialen van om het even welke
post“
• "Vervaardiging uit materialen van om het even welke
post, met uitzondering van materialen van post ....".
• “weven, slijpen, raffineren……”
Ontoereikende be- of verwerking
Bepaalde be- en verwerkingen verlenen aan goederen
nooit de oorsprong, zelfs niet als er postverspringing
plaatsvindt
Voorbeelden (niet limitatief):
• Stofvrij maken, zeven, uitzoeken, rangschikken, sorteren (met inbegrip
van het samenvoegen van goederensets), wassen, verven, snijden
• Eenvoudige verpakkingshandelingen
• Eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen om een compleet
artikel te vormen
• Slachten van dieren
• Eenvoudig schilderen
• Etc…
Textielstoffen en
textielwaren
Art. 39 TCDW Specifieke
producten
Overige producten
(restcategorie)
Art. 36 TCDW
Bijlage 11 TCDW
Volledige verwerking
Specifieke eisen
Normale eis van art. 24
CDW
Niet-preferentiële oorsprong
Art. 37 TCDW
- Postverspringing
- Tenzij bijlage 10 TCDW
Art. 38 TCDW
Ontoereikende bewerking
Themasessie oorsprong
2
Nationaal Douanecongres 2014
Artikel 24 CDW
Gelegenheidsbewerking
Bewerking in méér dan één land:
• Laatste ingrijpende bewerking
• In een daartoe ingerichte onderneming
• Economisch verantwoorde bewerking
• Bewerking die:
o Tot fabricage van een nieuw product heeft
geleid; of
o Een belangrijk fabricagestadium
vertegenwoordigt
• Be- of verwerking wel toereikend!
• Slechts bedoeld voor de ontduiking van bepalingen
van toepassing op goederen uit bepaalde landen
• Geen oorsprong uit het land waar die be- of
verwerkingen hebben plaatsgevonden
(gelegenheidsbewerking) (artikel 25 CDW)
Gelegenheidsbewerking
C26/88, Brother International GmbH, HvJ 1989
• Het verplaatsen van het assembleren naar een al bestaande fabriek is
op zichzelf geen reden om ontduiking te veronderstellen
• Waar het verplaatsen van het assembleren samenvalt met het
inwerking treden van de maatregelen, moet de handelaar aantonen dat
er redelijke redenen zijn – anders dan het ontwijken van de
maatregelen – om het assembleren in het land van export uit te voeren
Is er sprake van ingrijpende
bewerking?
Ingrijpend?
Ingrijpend?
Voorbeeld 1:
Voorbeeld 2:
hele vis
• Ontdooien
• Ontgraten
• Ontvellen
• Fileren
• Vriezen
• Verpakken
Garnalen pellen en
schoonmaken
Themasessie oorsprong
3
Nationaal Douanecongres 2014
Bepalen van niet-preferentiele oorsprong
List of rules
Op basis waarvan kan nu eigenlijk niet- preferentiële
oorsprong worden bepaald?
• Artikel 24 CDW
• “List of rules”(Rechtens niet bindend. Niet bekendgemaakt in
het Publicatieblad van de EG. Wel op officiële website van de
Europese Commissie)
List of rules
Ingrijpende ver- of bewerking
Primary Rules:
• Tariefpostverspringing
• Waarde toevoeging
• Bewerking
“substantial transformation”
• In het Nederlandstalige CDW vertaald als
“ingrijpende verwerking of bewerking”
Indien product is opgenomen in de lijst maar niet
voldoet aan deze primaire regel dan de residual rules
toepassen
• Van Dale: “verandering, metamorfose, omzetting”
Ingrijpende ver- of bewerking
Ingrijpende ver- of bewerking
Als ingrijpend kan worden gezien:
• Postverspringing
• Toegevoegde waarde
Bijvoorbeeld: wanneer een goed is geproduceerd van materialen die alle van
oorsprong zijn uit 1 enkel land, is het land van oorsprong het land waar vandaan de
materialen komen
Indeling in het GS - eerste vier cijfers van de
goederencode - van het product waarvan de oorsprong
moet worden bepaald, verschilt van de indeling van alle
gebruikte niet-oorsprongsmaterialen
Onder toegevoegde waarde regel wordt verstaan de vervaardiging
waarbij de toename van de waarde als gevolg van het bewerken en
verwerken, en indien van toepassing, de incorporatie van
onderdelen van oorsprong uit het land van vervaardiging ten
minste X% van de prijs af fabriek van het product
vertegenwoordigt.
Dit kan zijn materiaal, loon, winst etc.
Themasessie oorsprong
4
Nationaal Douanecongres 2014
Ontoereikende be- of verwerking
Bepaalde be- en verwerkingen verlenen aan goederen
nooit de oorsprong, zelfs niet als er postverspringing
plaatsvindt (o.a.)
• Behandelingen die niet of slechts in geringe mate bijdragen aan de
essentiële kenmerken of eigenschappen van de goederen
• Eenvoudige assembleren
• Mengen, tenzij kenmerken verkregen product afwijken van de
goederen waarmee ze zijn vermengd
Hof van Justitie C-260/08, HEKO,
10 december 2009
1.
Bij de uitlegging van artikel 24 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, kunnen de rechterlijke instanties van de lidstaten de criteria toepassen die voortvloeien uit de lijstregels die door de Commissie zijn opgesteld ter verduidelijking van de in dit artikel 24 vermelde begrippen en ter bijdrage aan de bepaling van de niet‐preferentiële oorsprong van de goederen, voor zover dat niet leidt tot wijziging van dat artikel. Deze lijstregels, die rechtens niet bindend zijn, moeten in overeenstemming zijn met de oorsprongsregels, zoals die neergelegd in dit artikel 24, en mogen de draagwijdte daarvan niet wijzigen. (cf. punten 13, 20‐23)
13 Ter staving van haar standpunt baseerde de Bundesfinanzdirektion zich op de zogenoemde „lijstregels”, die door de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn opgesteld teneinde de in artikel 24 van het douanewetboek vermelde en op internet beschikbare begrippen te verduidelijken. Uit deze regels blijkt dat de goederen van positie 7312 van de GN alleen worden geacht hun laatste ingrijpende verwerking of bewerking te hebben ondergaan indien hun tariefpost wordt veranderd. 20 Dienaangaande moet worden vastgesteld dat hoewel de door de Commissie vastgestelde lijstregels ertoe bijdragen de niet‐preferentiële oorsprong van goederen te bepalen, zij rechtens niet bindend zijn. 21 De inhoud van deze regels moet derhalve in overeenstemming zijn met de oorsprongsregels, zoals die neergelegd in artikel 24 van het douanewetboek, en mag de draagwijdte daarvan niet wijzigen
Gerechtshof Amsterdam 16-01-2014 ECLI:NL:GHAMS:2014:182
Niet‐preferentiële oorsprong Thailand (artikel 24 CDW) 4.12. Tussen partijen is in geschil of de werkzaamheden in Thailand een voldoende ingrijpende en economisch verantwoorde be‐ of verwerking vormen. Tussen partijen is niet in geschil dat het chassis (inclusief vork) in Thailand is vervaardigd en dat de HPT’s in Thailand zijn geassembleerd. 5.2.Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) volgt dat de laatste verwerking of bewerking slechts ingrijpend is in de zin van artikel 24 van het CDW, wanneer het aldus voortgebrachte product eigenschappen heeft en een specifieke samenstelling vertoont die het vóór die verwerking of bewerking niet bezat (vgl. arrest van het HvJ EU 10 december 2009, (HEKO Industrieerzeugnisse GmbH, C‐260/08, punt 28 en de aldaar aangehaalde rechtspraak)). Met betrekking tot de vraag of de enkele assemblage van verschillende onderdelen een ingrijpende verwerking of bewerking vormt, heeft het HvJ EU geoordeeld dat een assemblagehandeling oorsprongbepalend kan worden geacht, wanneer zij vanuit technisch oogpunt en gelet op de omschrijving van het betrokken goed de bepalende productiefase uitmaakt tijdens welke de bestemming van de gebruikte samenstellende delen wordt geconcretiseerd en het betrokken goed zijn specifieke kwalitatieve eigenschappen verkrijgt. Het HvJ
EU heeft voorts geoordeeld dat het gelet op de grote verscheidenheid van de onder het begrip assemblage vallende verrichtingen kan voorkomen dat de oorsprong van een product niet aan de hand van voormelde technische criteria kan worden bepaald. In dat geval moet rekening worden gehouden met de door de assemblage verkregen toegevoegde waarde als subsidiair criterium (vgl. HvJ EU 8 maart 2007, Thomson en Vestel France, C‐447/05 en C‐448/05, punt 26 en 27, en HvJ EU 13 december 2007, Asda Stores, C‐372/06 punt 36 en 37).
Themasessie oorsprong
Jurisprudentie
2. Ter bepaling van de oorsprong van goederen die zijn ingedeeld in post 7312 van de gecombineerde nomenclatuur van bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‐ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1719/2005, kunnen de ingrijpende verwerkingen of bewerkingen in de zin van artikel 24 van verordening nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek, niet alleen de be‐ of verwerkingen omvatten die ertoe leiden dat het be‐ of verwerkte product in een andere post van de gecombineerde nomenclatuur wordt ingedeeld, maar ook de be‐ of verwerkingen die zonder verandering van de tariefpost ertoe leiden dat het voortgebrachte product eigenschappen heeft en een specifieke samenstelling vertoont die het vóór genoemde verrichting niet bezat. Bij de uitlegging van het in artikel 24 van het douanewetboek vervatte begrip „ingrijpende [...] verwerking of bewerking” kan de toepassing van een enkel criterium, namelijk de verandering van tariefpost van een goed, zonder enige aanwijzing inzake de specifieke verwerkingen of bewerkingen die dit goed heeft ondergaan, de draagwijdte van dit artikel namelijk beperken. Dit criterium berust niet op een objectief en reëel onderscheid tussen het basisproduct en het verwerkte product, en evenmin op de specifieke materiële eigenschappen van elk van deze producten, en houdt geen rekening met de specifieke be‐ of verwerkingen die hebben geleid tot de vervaardiging van het verwerkte product. Hoewel dit criterium een aanwijzing vormt dat de be‐ of verwerking van het goed ingrijpend is geweest, en kan worden toegepast op het merendeel van de situaties, kan het niet als enige alle situaties aanwijzen waarin de verwerking of bewerking van het goed ingrijpend is. 35 Evenwel kan, hoewel de verandering van de tariefpost van een product naar aanleiding van de verwerking ervan een aanwijzing vormt dat de be‐ of verwerking ingrijpend is geweest, ook zonder een dergelijke verandering van tariefpost sprake zijn van een ingrijpende be‐ of verwerking. Zoals de Commissie zelf toegeeft, kan het in de lijstregels vastgelegde criterium van verandering van tariefpost worden toegepast op het merendeel, maar niet op alle situaties waarin de verwerking of bewerking van de goederen ingrijpend is. Derhalve moeten andere criteria in overweging worden genomen om te bepalen of de in artikel 24 van het douanewetboek neergelegde voorwaarden vervuld zijn.
ECLI:NL:GHAMS:2014:182
5.4.Uit de stukken van het geding en de ter zitting van het Hof gegeven toelichting leidt het Hof af dat het framework een wezenlijk deel van de HPT is, zijnde het deel dat de dragende functie van de HPT vervult en het deel waaraan alle andere onderdelen bevestigd worden. Met betrekking tot de assemblage overweegt het Hof dat hiermee een aanzienlijke productietijd (30 minuten productietijd van twee werknemers) is gemoeid en dat de assemblage niet eenvoudig is, omdat de HPT diverse onderdelen heeft, een groot gewicht moet kunnen tillen en het geheel nauwkeurig dient te worden gekalibreerd. In Thailand vindt daarenboven een kwaliteitscontrole plaatsvindt van ongeveer tien minuten door één werknemer, ter voldoening aan de CE‐
veiligheidseisen. Gelet op dit geheel van feiten en omstandigheden, te weten fabricage van het framework in Thailand, assemblage in Thailand en kwaliteitscontrole in Thailand, is naar ’s Hofs oordeel sprake van een ingrijpende en economisch verantwoorde bewerking in Thailand die een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt.
5.6.Anders dan de Minister heeft betoogd leidt toepassing van de zgn. ‘list of rules’ niet tot een ander oordeel. Volgens deze door de Europese Commissie opgestelde regels, welke rechtens niet bindend zijn (vgl. voornoemd HEKO‐arrest, punt 20), dient ten minste 45% van de prijs af fabriek te bestaan uit in Thailand toegevoegde waarde. Het Hof overweegt, wat er verder ook zij van de betekenis van deze ‘list of rules’, ter zake als volgt. 5.8.Gelet op het onder 5.7. overwogene is, ook indien wordt uitgegaan van de hoogste prijs af fabriek ($ 134), de laagste prijs voor framework ($ 36) en rollers (2 x $ 7,14) en de door OLAF gehanteerde bedragen voor winst ($ 15) en overheadkosten ($ 5), ruimschoots voldaan aan het 45%‐criterium: {36 + 14,28 + 15 + 5} / 134 x 100% = 52,4 %. Ook dit beroep kan de Minister derhalve,
wat er verder ook van zij, niet baten. 5
Nationaal Douanecongres 2014
Rechtbank Haarlem 22-02-2012 ECLI:NL:RBHAA:2012:BV9238
De rechtbank is van oordeel dat in China een voldoende ingrijpende en
economisch verantwoorde be- of verwerking heeft plaatsgevonden
(beroep ongegrond)
ECLI:NL:RBHAA:2012:BV9238
4. Beoordeling van het geschil 4.1. Ingevolge artikel 24 van het Communautair douanewetboek (hierna: CDW) zijn goederen bij welker vervaardiging twee of meer landen betrokken zijn geweest, van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt. 4.2.1. Eiseres stelt zich op het standpunt dat uit de door de Commissie vastgestelde lijstregels volgt dat de oorsprong van de goederen Australië is. Volgens de restregel (punt 3. (f)) is het land van oorsprong van een product het land waarin de meeste
van de in het product verwerkte materialen hun oorsprong hebben. De dierenhuiden hebben hun oorsprong in Australië omdat de geiten daar gegraasd hebben, terwijl in China alleen nog maar loog met vermoedelijk Chinese oorsprong en looimiddelen met onbekende oorsprong toegevoegd zijn. Tijdens het be‐ en verwerkingsproces in China blijven de huiden als zodanig behouden. In China zijn uitsluitend eenvoudige bewerkingen uitgevoerd, namelijk verwijdering van de haren en conservering door de looiprocessen. De huiden hebben geen andere karakteristieke eigenschappen of specifieke hoedanigheid gekregen. Er is geen nieuw product ontstaan en er heeft in China geen essentiële bewerking plaatsgevonden. 2.4. De huiden zijn niet afkomstig van schapen maar van geiten. De huiden worden in Australië in een vat met een conserverende zoutoplossing gestopt. Vervolgens worden de vaten met huiden naar China vervoerd. In China vinden de volgende bewerkingen plaats: ‐ De huiden worden in houten, ronddraaiende trommels gewassen om het zout te verwijderen en ze te reinigen;
‐ Bij het wassen wordt een preparaat (kabeljauwlevertraan) toegevoegd om de haren van de huiden los te maken en het leer beter houdbaar te maken;
‐ De huiden worden vervolgens uit de trommel gehaald en de haren worden verwijderd;
‐ Het leer wordt vervolgens grof geslepen op een slijpmachine en gedroogd;
‐ Na het drogen vindt een kwaliteitscontrole plaats waarbij het leer wordt gecontroleerd op gaten en dergelijke;
‐ Het leer wordt vervolgens met een houten sjabloon/mal in model gesneden;
‐ Het gerede product wordt daarna afzonderlijk verpakt in folie, gereed voor de verkoop. 4.2.2. Verweerder stelt zich op het standpunt dat in China een ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden (ontharen, logen, looien en verdere verwerking tot gereed product) die tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid. Verweerder wijst op de postverspringing, namelijk van 4103 (ruwe, gezouten geitenhuiden) naar 4114 (zeemleerlappen).
ECLI:NL:RBHAA:2012:BV9238
Ingrijpend?
4.5. De rechtbank is van oordeel dat in China een voldoende ingrijpende en economisch verantwoorde be‐ of verwerking heeft plaatsgevonden. Hiertoe heeft de rechtbank beslissend geacht dat de objectieve kenmerken en eigenschappen van de goederen verschillen van die van de ruwe, gezouten geitenhuiden. Zoals in Verordening (EG) nr. 439/2006 van de Commissie van 16 maart 2006 is opgemerkt, ontstaat vooral door het looiproces en het slijpen een waterabsorberend, glad (suèdeachtig) materiaal, dat zeer geschikt is voor poetsen en schoonmaken. Deze processen vinden juist in China plaats. Dat deze processen, zoals eiseres verdedigt, uitsluitend ter conservering van de huiden dienen zonder een essentiële bewerking daarvan te vormen, is gelet op de verschillen in eigenschappen en kenmerken tussen de ruwe, gezouten huiden en de goederen niet aannemelijk. De wijziging van de eigenschappen als gevolg van de bewerking in China betreft niet slechts de houdbaarheid van de goederen, maar ook het waterabsorberend vermogen en de soepelheid daarvan, essentiële eigenschappen die de goederen onderscheiden van de ruwe, gezouten huiden. Dat deze processen eenvoudige en ieder op zich beschouwd minimale bewerkingen zijn doet hier niet aan af, omdat hierdoor een nieuw product is ontstaan. De bewerkingen zijn, gelet op de tekst van artikel 24 van het CDW, voldoende ingrijpend. Nu de bewerkingen in China voldoende zijn om de oorsprong van de goederen te wijzigen op grond van artikel 24 van het CDW, kan toepassing van de lijstregels –
wat hiervan verder zij – niet tot een ander resultaat leiden.
• Garnalen pellen leidt niet tot tariefpostverspringing
• Geen waarderegel in list of rules
• Pellen geen ingrijpende bewerking (niet een
belangrijk fabricagestadium), geen essentiële
verandering in objectieve kenmerken en
eigenschappen van garnalen
Ingrijpend?
Gevolgen “afwijkende”oorsprong
Vis:
• Tariefpostverspringing
• Verandering van kenmerken en vorm vis
• Andere commerciële aanbiedingsvorm
Bij vaststelling onterechte oorsprong
 Vals oorsprongscertificaat
 Of onterecht afgegeven oorsprongscertificaat (bijvoorbeeld
wegens onjuiste gegevens)
Douaneschuld voor douanerechten en eventueel
antidumpingrechten
Uitzondering wanneer art 220 lid 2 CDW
(vertrouwensbeginsel )kan worden toegepast
Themasessie oorsprong
6
Nationaal Douanecongres 2014
Gevolgen “afwijkende”oorsprong
Gevolgen “afwijkende”oorsprong
Hof van Justitie, arrest Hit Trading BV, T-191/09 16 december 2010
Gevolgen “afwijkende”oorsprong
Gevolgen “afwijkende”oorsprong
Bindende Oorsprongsinlichting
BOI
Themasessie oorsprong
7
Nationaal Douanecongres 2014
BOI
BOI is:
 Schriftelijk, bindend antwoord op de vraag wat de
oorsprong is van een omschreven product
 Omschrijving van aard en samenstelling maar ook
van wijze van vervaardiging, de toegevoegde waarde
etc.
 Onderbouwing van de aangegeven oorsprong
Conclusie
Conclusie
Oorsprong bepalen blijft moeilijk
• Interpretatie autoriteiten en rechtspraak
• BOI goed gemotiveerd aanvragen
Afhankelijk van land van afgifte certificaat
• Gevaar blijft bestaan dat certificaten vals zijn
afgegeven of op basis van verkeerde informatie
• Worden (kunnen) de bewerkingen wel gedaan of
zijn ze wel oorsprong verlenend?
Dank voor uw aandacht
Finally (and really finally)
INVOEGEN ADVERTENTIE EXPERT CLASSIFICATIE
Themasessie oorsprong
8
Nationaal Douanecongres 2014
Themasessie oorsprong
9