HELMUT FISCHER naar Materialenbeurs Beste lezers,

Download Report

Transcript HELMUT FISCHER naar Materialenbeurs Beste lezers,

No.
09
01
BENELUX
10/09
FISCHER NEWSLETTER
Coating Thickness
Material Analysis
Microhardness
Material Testing
«editoriaal»
«nader belicht»
Beste lezers,
HELMUT FISCHER
naar Materialenbeurs
Voor u ligt het nieuwe nummer van onze
FISCHERSCOPE Newsletter.
Ook 2013 was voor FISCHER weer een jaar
vol gebeurtenissen. Zo hebben we ons
wereldwijde verkoopnetwerk uitgebreid
met nog eens twee Fischer-vestigingen, in
Maleisië en Thailand. En in India openden
we in Chennai en Kolkatta twee regionale
Fischer-kantoren, waardoor we ook in
2013 weer hebben geïnvesteerd in klantgerichtheid, service en infrastructuur. Ook
de accreditering volgens ISO 17025 van
het technologielaboratorium van Helmut
Fischer Technologie AG in onze hoofdvestiging in Zwitserland getuigt van de
competentie die wij graag voor het profijt
van onze klanten willen inzetten.
FISCHER biedt met de XAN 220 en 250 de
ideale oplossing om snel, niet-destructief
en vooral betrouwbaar goudgehalten vast
te stellen. De nauwkeurigheid van deze
toestellen is inmiddels van het hoogste
niveau. De juistheid wordt gegarandeerd
door de speciaal door Helmut Fischer
geproduceerde goudstandaarden.
Deze nieuwsbrief bevat nog een artikel
dat is gewijd aan goudmeting: het betrouwbaar meten van dikke goudlagen tot
35 µm met behulp van de bèta-backscattering techniek. Dergelijke dikke lagen
kunnen niet worden gemeten met de
traditionele X-Ray instrumenten.
Veel leesgenoegen!
Met vriendelijke groet,
Walter Mittelholzer
Johan Nieuwlands
CEO
General Manager
Helmut Fischer Holding AG
Helmut Fischer
Helmut Fischer AG
Meettechniek B.V.
Op 16 en 17 april vindt de tweede editie van
‘Materials, engineering & technology’ in Veldhoven plaats. Tijdens deze unieke vakbeurs
met congres worden de bezoekers geïnformeerd en geïnspireerd over: (nieuwe) materialen en coatings, materiaalkarakterisering, oppervlaktetechnieken, verbindingstechnieken,
recycling, schaarste, schade-onderzoek en specialistische materiaal bewerkingen.
Wij heten u van harte welkom op onze stand!
Tussen 120 andere exposanten tonen we u onze laatste ontwikkelingen op het
gebied van metaalanalyse en materiaalkarakterisering. Via dit magazine brengen
we u al 2 x per jaar interessante artikelen over microhardheidsmeting, (edel)metaalanalyse, laagdiktemeting en materiaaltesten. Op de materialenbeurs demonstreren we u de nieuwe HM2000 en HM500 geïnstrumenteerde microhardheidsmeters. Laat u door onze specialisten adviseren over de vele mogelijkheden van
deze toestellen. Ook materiaalanalyse wordt gedemonstreerd met onze FISCHERSCOPE XRAY toestellen. Breng gerust uw materiaal mee voor een live meting!
Seminars en producttrainingen.
Heeft u interesse in een bepaalde meettechniek of wilt u uw kennis van uw huidige toestel eens laten bijspijkeren? Fischer organiseert door het hele jaar heen
producttrainingen en seminars. Zo is er iedere maand een workshop voor gebruikers van de Fischer Datacenter software waar de trotse eigenaren van een nieuwe
laagdiktemeter met software gratis aan deel kunnen nemen. Ook gebruikers van
oudere generaties kunnen tegen een kleine vergoeding deelnemen en overschakelen op deze krachtige software voor dataverwerking.
Ook bij u ter plaatse kunnen we desgewenst, specifiek voor uw toepassingen een
passende training verzorgen. Neem gerust contact op voor de mogelijkheden.
Certificeringen.
Werkt u volgens ISO of een ander kwaliteitslabel dan dient u
waarschijnlijk uw meetinstrumenten jaarlijks te laten certificeren. Voor de certificering van
compacte
laagdiktemeters
heeft uw Fischer vestiging in
Eindhoven sinds vorig jaar een
speciale
geconditioneerde
ruimte met een vaste meetopstelling in gebruik genomen. We kunnen uw Fischer instrument nu volledig op
onze fabrieksspecificaties controleren en uw meter met gecertificeerde middelen
voorzien van een certificaat en meetrapport.
Info: www.helmutfischer.nl
«uit de praktijk»
De toestellen van de serie XAN® met nieuwe techniek
en met een nieuw uiterlijk:
FISCHERSCOPE X-RAY XAN® 220 en XAN® 250
Afbeelding 1: De verschillende, nieuwe XAN®-toestellen bieden veelsoortige meetmogelijkheden, van goudmetingen tot complexe materiaalanalysen met talrijke
elementen.
De serie FISCHERSCOPE X-RAY XAN® werd 12 jaar geleden op de
markt gebracht. De meettoestellen van deze serie zijn ontworpen
als compacte, krachtige analysesystemen en hebben sindsdien
met succes hun plaats in de markt veroverd. Daarbij staat vooral
de toepassing als universeel laboratoriumtoestel enerzijds, en de
toepassing voor speciale opdrachten zoals het analyseren van
edelmetalen en schadelijke stoffen anderzijds op de voorgrond.
De serie, die sinds de introductie alleen geringe wijzigingen heeft
ondergaan, is nu fundamenteel vernieuwd en uitgerust met veel
technische verbeteringen. Daardoor kan de FISCHERSCOPE X-RAY
XAN® ook in de toekomst voldoen aan de steeds hogere eisen van
onze klanten.
Technische innovaties
Een wezenlijke verbetering van het prestatievermogen is bereikt
via de Silicium-Drift-Detector (SDD) met een groot actief oppervlak,
die nu in de XAN® 220 en de XAN® 250 wordt toegepast. Daardoor
kan gewerkt worden met een teltempo dat minstens tweemaal zo
hoog is in vergelijking met de voorgaande XAN-toestellen, en wat
leidt tot een halvering van de meettijd bij dezelfde nauwkeurigheid. Vanzelfsprekend kunnen ook alle overige voordelen van de
SDD benut worden, zoals de goede energieresolutie, de mogelijkheid om met bijzonder hoge telsnelheden te werken en de
verbeterde gevoeligheid voor lage energieniveaus.
De overige vernieuwingen verbeteren in de eerste plaats het
dagelijks werken met het toestel. Zo wordt de meetlocatie nu
standaard met een USB-camera geobserveerd. Daardoor vervalt de videokaart voor de analysecomputer. Bovendien zijn alle
toestellen met bijzonder stille ventilatoren uitgerust, waardoor ze
ook zonder problemen in kantoren of verkoopruimten gebruikt
kunnen worden.
Afbeelding 2: Meten met de nieuwe XAN®-toestellen. In dit voorbeeld: eenvoudig het gouden object erop leggen en niet-destructief meten.
FISCHERSCOPE®
No. 09
De XAN® 220
De XAN® 220 is speciaal ontworpen voor het analyseren van
edelmetaallegeringen. De toestellen zijn uitgerust met een vast
diafragma van 1 mm diameter (andere maten optioneel leverbaar), een microfocus röntgenbuis met een wolfraamanode en
een vast primair filter. Elke XAN® 220 wordt geleverd in een
configuratie voor het analyseren van edelmetalen. Die bevat
de typische meetopdrachten met een fabriekskalibratie.
De bovenstaande tabel (afb. 3) toont het resultaat van een kalibratie met 12 standaarden. Getoond wordt de theoretische waarde
van de standaard (Au(%) Set) en van de door de WinFTM®-software
zonder kalibratie, dus standaardvrij vastgestelde waarde (Au(%)
Theor.). Men kan zien dat de standaardvrije waarde ook al zeer
goed overeenkomt met de theoretische waarde en dat de kalibratie slechts een geringe correctie hoeft uit te voeren. Daardoor
wordt ook voor legeringstypen die niet in de kalibratie zijn
opgenomen een hoge nauwkeurigheid gewaarborgd.
De XAN® 250
De XAN® 250 is als aanvulling op de XAN® 150 uitgerust met 6 verwisselbare primaire filters, waardoor de primaire excitatiestraling
voor veel verschillende meetopdrachten optimaal kan worden
aangepast. Bovendien staan vier motorisch te kiezen diafragma’s
van 0,2 tot 2 mm diameter ter beschikking. Daarmee kunnen aan
monsters oppervlakken van zeer uiteenlopende grootte met één
apparaat worden onderzocht. Daardoor kunnen met de XAN® 250
de meest uiteenlopende meetopdrachten worden uitgevoerd,
zoals een legeringsanalyse, het bepalen van het gehalte schadelijke stoffen, het meten van metalen lagen tot in het nm-bereik of
het onderzoeken van elementen met een laag atoomnummer. De
XAN® 250 is daarom bijzonder geschikt als universeel laboratoriumtoestel.
Dr. Bernhard Nensel
Afbeelding 3: Resultaat van kalibreren van een XAN® 220 met 12 standaarden.
«uit de praktijk»
Fischer XRF-toestellen voor forensische analysen
1. Bepalen van de schietafstand met de XDV®-SDD
Kruitsporen op kledingstukken geven informatie over de afstand
tussen het wapen en het slachtoffer op het moment dat geschoten
werd. Met het projectiel worden ook resten van de verbranding
van de ontsteking, van de voortdrijvende lading en sporen van het
projectiel bijvoorbeeld op de kleding van de getroffene achtergelaten. De uitstoot van deze gassen varieert per wapen en daarom
moet de afstandsbepaling voor elk wapen worden gekalibreerd.
Hiertoe wordt kledingstof vanaf bepaalde afstanden beschoten en
de intensiteit van de kruitsporen vastgesteld, die daarna worden
vergeleken met de kruitafdruk die door het schot is ontstaan. De
stof van een dergelijke beschietingstest wordt opgespannen en
vrijdragend geanalyseerd (afb.1).
De grafiek in afb. 3 toont bijvoorbeeld de verdeling van Pb op een
stuk stof dat op afstanden d van 10, 20 en 40 cm is beschoten.
De sporen van bariumnitraat en looddioxide van de ontsteking
kunnen daardoor eenvoudig worden aangetoond (afb. 2). Op elk
stuk stof is een deel van ca. 15 x 15 cm met een diafragma met een
diameter van 3 mm gescand (50 x 50 meetpunten), waardoor de
totale meettijd ca. 7 uur bedroeg.
Bij een vergroting van de schietafstand is de afname van de intensiteit van het Pb-signaal en een vergroting van het met kruitsporen
belaste gebied duidelijk (afb. 3). Met behulp van een kalibratie
zoals in afb. 4 wordt getoond, kan de schietafstand van een
onbekend monster vastgesteld worden.
N o . 0 9 Afbeelding 1: Kledingstof na beschieting. Rond het kogelgat kan een bruine
verkleuring door roetafzetting worden waargenomen. Dankbetuiging: De
monsters met kruitsporen zijn welwillend ter beschikking gesteld door dr. L.
Niewöhner, BKA Wiesbaden.
FISCHERSCOPE®
Afbeelding 5: Een dader die glas breekt, verzamelt onwillekeurig minieme
glassplinters in de kleding, die later als sporen kunnen worden geanalyseerd.
Afbeelding 2: Kruitspectrum met Pb, Ba en geringe hoeveelheden Fe, Cu en Zn.
om de samenstelling van het glas van een bepaald model als‚ vingerafdruk’ te gebruiken, om bij een veelheid van glassoorten deze
samenstelling eruit te kunnen filteren. In het algemeen komen
Na-Ca-ruiten het meest voor, maar helaas onderscheiden ze zich
hoogstens door de aanwezigheid van enkele sporenelementen. In
afb. 6a zijn spectra van ruiten van 6 verschillende voertuigen vergeleken; de verschillen zijn hoofdzakelijk te vinden in de concentraties Fe, Mn, Sr en Zr. Bovendien konden nog significante verschillen in het gehalte Al en K worden aangetoond, maar die zijn in
de weergave van dit spectrum niet zichtbaar. Om deze kleine verschillen zichtbaar te maken biedt de software FISCHER WinFTM®
de mogelijkheid van meervoudige excitatie en de overeenkomstige analyse op basis van geoptimaliseerde meetresultaten.
Afbeelding 3: Pb-verdeling op stof als functie van de afstand d waarvan
geschoten is.
Element intensity (cps)
700
Element intensity versus
shot distance
600
Dat betekende in dit geval dat de ruiten met 8 kV zonder primairfilter, met 20 kV met Al 100 µm primairfilter en met 50 kV en Al 1000
µm primairfilter zijn geanalyseerd. De 8 kV-excitatie is bijvoorbeeld
optimaal voor de elementen Na tot en met Ca, 20 kV-excitatie is
ideaal voor Mn en Fe, terwijl 50 kV de zware elementen vanaf
atoomnummer 30 (zink) optimaal kan exciteren. In afb. 6b zijn
spectra met overeenkomstige excitatie-energie met elkaar vergeleken om de spectrale verschillen te verduidelijken.
500
400
Pb
300
Ba
Pb (log scale)
200
Ba (log scale)
100
0
0
10
20
30
40
50
Shot distance d (cm)
Afbeelding 4: Netto-intensiteiten van de elementen Pb en Ba op een vlak rond
het kogelgat als functie van de afstand d waarvan geschoten is.
2. Glasanalysen met de XUV®-773
Een belangrijk werkgebied van de forensische wetenschappen is
gewijd aan de meest uiteenlopende methoden van glasanalyse. In
veel gevallen ontstaan bij een misdrijf of een ongeval glassplinters,
hetzij door breken van vensterruiten of autoruiten (zie afb. 5). Om
een samenhang tussen een verdachte en de feitelijke toedracht te
onderbouwen of te ontkrachten kan o.a. ook het chemisch analyseren van glassplinters die bij de verdachte en bij de plaats van het
misdrijf gevonden worden behulpzaam zijn.
In ons voorbeeld is het glas van voorruiten van verschillende modellen auto’s met elkaar vergeleken om te zien of het mogelijk lijkt
De verschillen in de geanalyseerde 21 glassoorten worden in het
diagram van afb. 7 als voorbeeld van 6 typen personenauto’s
getoond, waarbij opgemerkt wordt dat de concentraties logaritmisch zijn weergegeven. De geselecteerde 6 elementen tonen
significante verschillen in de absolute waarden, terwijl de hoofdelementen Na, Mg, Ca, Si en zuurstof niet geschikt zijn om
afzonderlijke glassoorten te discrimineren.
Als we de resultaten iets nader bezien dan kunnen we vaststellen
dat bepaalde verhoudingen tussen elementen, zoals Fe/Mn, Sr/Zr
en Al/K goede criteria vormen om glassoorten te onderscheiden.
De genoemde verhoudingen correleren niet en daardoor kunnen
de meeste ruiten duidelijk van elkaar worden onderscheiden.
Niet alleen verhoudingen tussen elementen (die ondanks grote
verschillen tussen de absolute gehalten identiek kunnen zijn),
maar ook de absolute gehalten zelf kunnen als onderscheidingscriteria worden aangelegd. De nauwkeurigheid van standaardvrije
glasanalysen is uitstekend, zoals de vergelijking tussen de nominale waarde en het analyseresultaat van twee glasstandaarden
toont (tab. 1).
Door een materiaalbibliotheek aan te leggen kan de overeenkomst of de niet-overeenkomst van een ruit met het bestand van
FISCHERSCOPE®
No. 09
Afbeelding 6a: Concentratieverschillen in Fe, Mn, Sr en Zr bij ruiten van 6
verschillende typen personenauto’s (meetvoorwaarden: HV=50 kV, Al 1000 µm
primairfilter).
Afbeelding 7: Concentraties geselecteerde elementen in ruiten van een aantal
typen personenauto’s.
de bibliotheek worden geverifieerd. Zoals afbeelding 8 toont,
wordt de kwaliteit van de overeenkomst door een differentiaalwaarde aangegeven. Hoe kleiner die waarde is, des te beter is de
overeenkomst.
Afbeelding 6b: Vergelijking van glasspectra bij 8 kV (rood), 20 kV (blauw) en 50
In dit voorbeeld is de Peugeot-ruit vergeleken met de ruiten van
alle typen personenauto’s die in de bibliotheek zijn opgenomen.
De overeenkomsten met andere glassamenstellingen zijn duidelijk
geringer, d.w.z. de differentiaalwaarde is groter. Zodoende kan dit
instrument een hulpmiddel zijn om de samenhang tussen dader
en daad vast te stellen en om verdachten te ontlasten.
kV (geel). Lichte elementen worden alleen vanuit het 8 kV-spectrum berekend,
Dr. Wolfgang Klöck
zware elementen zoals Sr en Zr alleen vanuit het 50 kV-spectrum.
FGS1
FGS2
Elementen
Nominale
waarde
(wt % / ppm)
Meetresultaat
(wt % / ppm)
Nominale
waarde
(wt % / ppm)
Meetresultaat
(wt % / ppm)
Na
10.28(0.21)
10.17(0.20)
10.05(0.25)
9.51(0.26)
Mg
2.39(0.32)
2.66(0.08)
2.34(0.36)
2.55(0.05)
Al
0.15(0.015)
0.23(0.03)
0.74(0.01)
0.96(0.03)
K
0.092(0.002)
0.11(0.004)
0.46(0.02)
0.51(0.01)
Ca
6.06(0.42)
6.35(0.02)
5.93(0.41)
6.26(0.04)
Ti
69(7)
120(50)
330(20)
360(50)
Mn
43(6)
48(4)
220(20)
230(6)
Fe
580(60)
580(6)
2600(100)
2800(11)
Sr
57(4)
54(1)
253(15)
267(1.3)
Zr
49(3)
40(1)
223(15)
253(1.6)
Tabel 1: Resultaten standaardvrije berekening van Na-Ca-standaarden van
vlakke ruiten. (Bij de meetresultaten is tussen haakjes de spreiding bij 10
herhalingsmetingen aangegeven. Onzekerheden in de nominale waarden
zijn afkomstig uit Latkocy et al. (2005), alle opgaven in gewichtspercentage,
behalve bij Ti, Mn, Fe, Sr, Zr in ppm).
Afbeelding 8: Weergave resultaten van de materiaalbibliotheek.
Literatuur:
Latkocy Ch., Becker, St., Dücking, M., Günther D., Hoogewerff J.A., Almirall J.R., Buscaglia J., Dobney A., Koons R.D., Montero S., van der Peijl G.J.Q., Stoecklein
W.R.S., Trejos T., Watling J.R., Zdanowicz V.S. (2005) J. Forensic. Sci., Vol. 50, No. 6
No. 09
FISCHERSCOPE®
«nader belicht»
Bèta-backscattering meet dikke goudlagen
Werking
De principiële werking van het Bèta-backscatteringsprocedé
wordt in afb. 2 weergegeven. De chemische atoomnummers Z
van de elementen in het materiaal van de laag en basismateriaal
moeten minstens een verschil van Δ Z=5 te zien geven. De keuze
van isotopen van de bètastraler bepaalt de maximaal meetbare
laagdikten – zie ook tabel 1 rechterkolom, voor goud op edelstaal.
Technische producten met dikke goudlagen
(20 µm tot 35 µm)
Vooral bij dikke lagen kan het bètaterugstrooiingsprocedé
flexibel door keuze van isotopen aangepast worden, zie tabel 1.
De energierijke Sr 90-bètadeeltjes dringen zo diep in de laag in
dat goudlagen tot 35 µm meetbaar worden. De röntgenfluorescentiemethode meet goudlagen maar tot ongeveer 8 µm dikte.
Afbeelding 1: WIKA membraanafdichter, membraan goudcoating 25 µm op
CrNi-staal. Foto WIKA
Meer dan twee decennia (1960 tot 1985) is de Bèta-backscattering
een in veel industrietakken vaak toegepaste radiometrisch procedé voor laagdiktemeting van metalen en organische coatings
geweest. Fundamenteel werk van Helmut Fischer resulteerde in
een praktijkgerichte serie toestellen die al sinds het begin van de
jaren 60 onder het fabrieksmerk BETASCOPE® op vele internationale markten succesvol was, vooral bij gebruikers in de edelmetaal-galvanotechniek, evenals bij fabrikanten van printplaten
en contacten.
Met de marktintroductie van de röntgenfluorescentie-meettechniek omstreeks 1983, bij FISCHER geproduceerd onder het
fabrieksmerk FISCHERSCOPE® X-RAY, is het bètaprocedé meer en
meer naar de achtergrond gedrongen. Vooral het vermogen van
het röntgenfluorescentieprocedé om meervoudige laagsystemen
contactloos in een meetproces te kunnen meten (bv. Au/Ni/Cu
of Au/Pd/Ni) – en dat bij meetvlekken kleiner dan 100 µm –
vormde de basis voor het succes van het RFA-procedé.
Niettemin bezit het Bèta-backscatteringsprocedé ook vandaag
gunstige eigenschappen die bij technische nicheproducten
toegepast zouden kunnen worden.
De voordelen van dit procedé zijn:
• Een keuzemogelijkheid van vier isotopenuitvoeringen, met
verschillende uittredingsenergieniveaus van de bètadeeltjes
maakt een aanpassing aan de laagdikte van de opdracht mogelijk. Zie tabel 1 waarin de maximaal meetbare gouddikte op
edelstaal is aangegeven.
• Organische coatings (lak, teflon, olie) op metalen basismaterialen zijn meetbaar, zonder dat magnetische of elektrische materiaaleigenschappen of neveneffecten van het basismateriaal de
meting kunnen vervalsen. Door de juiste isotopen te kiezen zijn
er bij organische lagen meetmogelijkheden tussen 1 µm en 800
µm.
• In vergelijking tot tactiele meetprocedés (wervelstroom-, magneetinductiemethode) bestaat er een duidelijk gedefinieerde
meetvlekmaat door passende Juwelring®-diafragma’s (typisch
0,63 mm tot 1,6 mm diameter).
FISCHERSCOPE®
Membraanafdichtingen
worden in de petrochemie en de chemische procesindustrie
gebruikt voor agressieve en hoog viscose media. Afb. 1 toont een
uitvoering waarbij alle componenten die met het medium in
contact komen zijn voorzien van een goudcoating van 25 µm.
Basismateriaal CrNi-Staal. De dikke goudlaag moet een poriëndichtheid tegen agressieve media bewerkstelligen. Meettechniek: Sr-90 straler in handmeetsonde Z9NG, meettijd 20 sec,
analyse met MMS®-PC2, BETASCOPE®-module.
Chronograaf-behuizing
Er zijn hoogwaardige chronografen met roestvrij stalen behuizingen en 20 µm goudcoating. Afb. 3 toont de meting aan een
vergulde horlogekast. De kast wordt handmatig geplaatst op een
Juwelring®-diafragma, 0,6 x 1,2 mm. De dikke goudlaag moet
Measurement signal to
MMS®-PC2
Radiation detector
(Geiger tube)
Back-scattered
beta particles
(secondary radiation)
Measurement:
gold thickness
Beta emitter
(primary radiation)
Juwelring®
aperture
Stainless steel
base material
Beta particles coming from the Beta emitter
Beta particles back-scattered by the object
No. 09
het decoratieve uiterlijk en de corrosiebestendigheid waarborgen. Meettechniek: Sr-90 straler in handmeetsonde Z9NG of tafel
Z5NG, meettijd 20 sec, analyse met MMS®-PC2, BETASCOPE®module.
Dr. Winfried Staib
Afbeelding 3: FISCHERSCOPE® MMS®-PC2 met bètastraler en meetobject
Soorten
isotopen
Energie van de
bètadeeltjes
Max. gouddikte
op staal
Promethium Pm-147
0,22 MeV
3 µm
Thallium Tl-204
0,76 MeV
12 µm
Strontium Sr-90
2,27 MeV
35 µm
Koolstof C-14
0,156 MeV
< 2 µm
Tabel 1: Isotopenbronnen en energie van de bètadeeltjes.
horlogekast (met goudcoating).
«uit de praktijk»
Het meten van het ferrietgehalte in (duplex)
staal en lasnaden
Vooral bij duplex staal kan het ferrietgehalte in het door hitte aangetaste gebied gemakkelijk afwijken van de beoogde waarden,
hetzij wegens ongeschikte lasmaterialen of door onjuiste toevoer
van hitte of koeling tijdens het lassen. Alleen plaatselijke metingen
kunnen de zekerheid bieden dat de bewerking het ferrietgehalte
niet heeft veranderd ten koste van essentiële mechanische eigenschappen of de corrosiebestendigheid.
Afbeelding 1: Ferrietgehalte van een lasnaad meten met de FERITSCOPE®
Om aan deze eisen te voldoen heeft FISCHER het handapparaat
FERITSCOPE® FMP30 ontwikkeld dat het ferrietgehalte meet met
behulp van de magnetische inductiemethode en het weergeeft
hetzij als een percentage ferrietgehalte of als een ferrietnummer
van de WRC (Welding Research Council). De FERITSCOPE® FMP30
kan worden uitgerust met een verscheidenheid aan sondes in
speciale vormen zoals axiaal, hoekig of geschikt voor meting in
centergaten.
FMP30 en de sonde FGAB1.3-Fe.
Componenten die in industriële bedrijven kunnen worden aangetroffen – hetzij chemische, energie, petrochemische of andere –
zijn vaak onderhevig aan hitte, agressieve middelen en hoge druk.
Die omstandigheden vragen om staalsoorten die zelfs bij hoge
temperaturen extreem corrosie- en zuurbestendig zijn. Als austenitisch staal wordt toegepast, is het belangrijk om ervoor te zorgen
dat het ferrietgehalte van de lasnaden zich binnen strikte normen
bevindt omdat alleen een optimaal ferrietgehalte de beste corrosiebescherming kan waarborgen. Om die reden hebben sommige
bedrijfstakken normen, specificaties en regelgevingen voor het
ferrietgehalte opgesteld.
Tijdens het lassen van verbindingen op bv. ketels en pijpleidingen
van austenitisch staal, veroorzaakt de hitte modificaties in de
kristalroosterstructuur, wat kan leiden tot de vorming van ferriet.
Lasnaden met een laag ferrietgehalte hebben niet zoveel vloeispanning, maar te veel ferriet vermindert de breukvastheid en
corrosiebestendigheid. Daarom is het belangrijk dat het lasproces
precies de juiste hoeveelheid produceert.
No. 09
De FISCHER FERITSCOPE® FMP30 maakt het mogelijk om het
ferrietgehalte in een percentage of als WRC-ferrietnummer
betrouwbaar en nauwkeurig vast te stellen.
Afbeelding 2: De hoogste corrosiebescherming is bijvoorbeeld vereist voor
pijpleidingen en ketels in de chemische of petrochemische industrie.
FISCHERSCOPE®
«uit de praktijk»
Accreditering van Helmut Fischer Technologie AG
volgens ISO 17025
Harald Hermann
Dr. Daniel Sutter
Dr. André Kaufmann
Het doet ons genoegen u te kunnen meedelen dat Helmut
Fischer Technologie AG is geaccrediteerd als Zwitsers
kalibreer- en testlaboratorium volgens ISO 17025 (accreditatie voor lengtemetingen).
Het laboratorium biedt dienstverlening op de gebieden laagdiktemeting, elementaire analyse, mechanisch testen en microscopie.
Het laboratorium is gespecialiseerd in het meten – met behulp van
de modernste technologieën – van laagdikten aan dwars geslepen
vlakken. Deze geslepen vlakken worden met een ionenstraal
gepolijst, waardoor perfect gedefinieerde en onvervaagde kanten
en grensvlakken ontstaan. De lengtemeting (laagdikte) vindt
plaats via elektronenmicroscopie en kan op nationale standaarden
worden herleid.
Het laboratorium ondersteunt u professioneel bij het
• meten van speciale applicaties
• valideren van meetmethoden
• certificeren van kalibreerstandaarden van uw procesmateriaal
voor een optimale prestatie van de instrumenten in uw bedrijf
• uitgebreid materiaalwetenschappelijk onderzoek in
samenwerking met diverse partnerlaboratoria
De specialisten van Helmut Fischer Technologie AG zien uw
aanvragen graag tegemoet en geven u graag nadere informatie.
Neem contact op met uw contactpersoon bij Fischer of bezoek
onze website www.HFTlab.com.
FISCHERSCOPE®
Helmut Fischer Meettechniek B.V.
Tarasconweg 10 | NL-5627 GB Eindhoven
Postbus 1828 | NL-5602 CA Eindhoven
Tel: (+31) 40 248 22 55 | Fax: (+31) 40 242 88 85
[email protected]
No. 09