Aanslag 1 - RFV Christiaanse

Download Report

Transcript Aanslag 1 - RFV Christiaanse

AANSL AG!
de
Een uitgave van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse – Taxateur
Jaargang 24, nummer 1 | 2014/2015
De fiscus
viert!
Docenten over het thema:
Interviews met:
Verder:
MR. R.B.N. VAN OVOST
MR. M.P.L. ADRIAANSEN
EY
BDO
EEN BEZOEK AAN HET HOF VAN JUSTITIE
LOF-CONGRES
BORRELLEZING PRINSJESDAG
© 2014 EYGM Limited. All Rights Reserved.
ALS JIJ
SUCCESVOL BENT,
ZIJN WIJ HET OOK.
Bij EY investeren we voortdurend in
je ontwikkeling. We begeleiden en
coachen je en zorgen ervoor dat je
het beste uit jezelf haalt. Heel eerlijk:
dat is in ons eigen belang. Want als
jij beter wordt, worden wij dat ook.
En kunnen we samen meer bereiken
en onze klanten beter van dienst zijn.
Wil je meer weten over werken bij
een internationale organisatie als EY,
kijk dan op:
ey.nl/carriere
facebook.com/EYNLcarriere
twitter.com/werkenbijEY
deAANSL AG!
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Maak kennis met...
Thema-artikel
Door: Linda Wisse
en Bilge Kucukali
Door Linda Wisse:
tweedejaars student
Fiscale Economie
“... de student-assistenten en
het secretariaat”
“200 jaar Prinsjesdag,
dat mag gevierd worden”
8
14
Docentartikel
Docentartikel
Mr. M.P.L. Adriaansen
Mr. R.B.N. van Ovost
“Prinsjesdag: van Koning,
prinsjes en Zwarte Piet”
“De fiscus viert!”
Wetenschappelijk
medewerker FEI BV
Wetenschappelijk
medewerker FEI BV
33
20
4 Redactioneel
27 Kennismakingsactiviteit
5 Van de Voorzitter
28 Borrellezing Prinsjesdag
6 Commissies 2014/2015
31 LOF-Congres
8 Student-assistenten en secretariaat
33 Docentartikel mr. R.B.N. van Ovost
11 Aanmerkelijk Belang
34 Interview scriptieprijswinnaar
12 Foto’s Congres i.s.m. FEI BV
36 Foto’s Commissie-interesseborrel
13 Lid van Verdienste
37 Eerstejaars aan het woord & Prijsvraag
14 Thema-artikel
38 Speciaal Fiscaal
16 Startersinterview BDO
39 Almanak
17 De Tien
40 Uitwisseling Cindy Steentjes
18 Foto’s BBB en Eindactiviteit
41 Hof van Justitie
20 Docentartikel mr. M.P.L. Adriaansen
42 Foto’s 2014/2015
22 Fiscaliteit in Perspectief
44 De Stelling
23 Thuis bij…
46 Column Agnes Maasen
24 Kantoorinterview EY
46 Agenda
3
deAANSL AG!
De Aanslag is het verenigingsblad van
de R.F.V. Christiaanse-Taxateur en
verschijnt vier keer per jaar. Dit jaar zal
De Aanslag in digitale vorm verdergaan.
Editie
Jaargang 24 / Nummer 1
December 2014
Hoofd- en eindredactie
Valérie Visser
Redactie
Artjom Bagramjan
Bilge Kucukali
Amarins Veringa
Linda Wisse
Met dank aan:
De stellingdeelnemers
Mr. M.P.L. Adriaansen
Mr. R.B.N. van Ovost
Remon Abadier
Daan van Antwerpen
Susan Saboor
Paul Joosten
Astrid Hamers
Angelique Lieverst
Fenneke van Dam
Reini van de Sandt
Luuk Touw
Pieter Verbeek
Anouk Bakker
Steven Heijting
Bahar Klaver
Martijn Schippers
Vincent Meijerman
Sanne Hordijk
Marjelle Molenaar
Evert Rinkel
Julia Hensems
Sana Mouna
Nico Maaskant
Cindy Steentjes
Agnes Maassen
Redactieadres
Erasmus Universiteit Rotterdam
De Aanslagredactie
Kamer H13-11
Postbus 1738
3000 DR Rotterdam
Telefoon: 010 – 408 14 69
Website: www.christiaanse-taxateur.nl
E-mail: [email protected]
Adverteren
Voor inlichtingen over adverteren kunt
u contact opnemen met Joris Jiskoot
([email protected]).
Ontwerp en vormgeving
Orangebook
Almanakken & Verenigingsbladen
Drukkerij
Orangebook
Almanakken & Verenigingsbladen
Oplage
800 exemplaren
XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur
Laura Batenburg de Jong - Voorzitter
Marco Flinterman - Secretaris
Peter Adriaanse - Penningmeester
Joris Jiskoot - Commissaris Extern
Jasmina Akkouh - Commissaris Intern
Valérie Visser - Commissaris Media
Redactioneel
Redactioneel
Colofon
4
Waarde lezer,
Reeds heeft de 24e jaargang van De Aanslag zijn aanvang genomen
en is het XXIIste bestuur op 10 september 2014 officieel geïnstalleerd. Na de Almanakborrel en Prinsjesdag ligt de taak nu écht bij
het XXIIste bestuur om er een geweldig jaar van te maken. Inmiddels is het alweer december, de pepernoten rollen over de toonbank
en Sinterklaas en Kerst zijn in aantocht. Het collegejaar is een paar
maanden geleden van start gegaan; de gevormde commissies doen
hun uiterste best leuke activiteiten voor jullie neer te zetten.
Prinsjesdag viert dit jaar haar tweehonderdste verjaardag en dat mag gevierd worden. Is
Nederland tevreden met de uitkomsten van deze derde dinsdag in september? Een belangrijke wijziging met betrekking tot het Belastingplan 2015 is de werkkostenregeling.
In diverse kranten was er sprake van artikelen met als titel ‘Gratis Ipads voor iedere werknemer.’ Door het Gerechtshof is inderdaad besloten dat een Ipad de fiscale regels van de
telefoon volgt, waardoor een Ipad slechts voor 10% zakelijk gebruikt hoeft te worden om
onbelast te kunnen worden versterkt of vergoed. Geheel gratis wordt uw Ipad echter niet,
maar laat deze fiscale aftrekmogelijkheid met het oog op digitalisering van De Aanslag
een perfecte uitkomst zijn.
In deze Aanslag staat feest centraal en zal het thema ‘De fiscus viert!’ zijn. Viert de fiscus
feest op Prinsjesdag? Prinsjesdag is een feestelijke gebeurtenis; Kamerleden halen hun
mooiste, grootste hoeden uit de kast om naar de troonrede van onze Koning te luisteren.
Linda Wisse zal in het thema-artikel een en ander uiteenzetten over de geschiedenis van
Prinsjesdag, het Belastingplan 2015 en de feestdagen die ons alweer tegemoet komen. Mr.
M.P.L. Adriaansen en mr. R.B.N. van Ovost zullen in de docentartikelen zowel de grondwettelijke als fiscaal-economische aspecten van Prinsjesdag uitlichten.
Naast de thema-gerelateerde artikelen zullen we u ook weer verassen met ouderwetse
rubrieken. Zo heeft Artjom Bagramjan voor u een geweldige ‘De Tien’ samengesteld. We
mochten een kijkje nemen bij Julia Hemsens thuis en zijn op bezoek geweest bij EY en
BDO. Ook hebben we drie niet-fiscale studenten gevraagd hun mening te geven over ons
vakgebied. Verder heeft Nico Maaskant verteld over zijn ervaringen als bestuurslid van
De Smitse. De Aanslagcommissie is bovendien langs geweest bij Martijn Schippers en
Vincent Meijerman om kennis te nemen van hun geweldige prestaties afgelopen jaren.
Verder hebben Linda Wisse en Bilge Kucukali heel uitgebreid verslag gedaan van de Prinsjesdag Borrellezing. Dit is nog maar een fractie van wat er allemaal in deze editie van De
Aanslag te lezen valt. Ik zou zeggen, pak er een lekkere mok warme chocolademelk en wat
pepernoten bij en geniet van deze Aanslag!
We wensen u veel leesplezier!
Met vriendelijke groet,
De Aanslagcommissie 2014/2015
Amarins Veringa, Valérie Visser, Bilge Kucukali, Artjom Bagramjan, Linda Wisse
Van de Voorzitter
Van de Voorzitter
Waerde lezer,
Feest! De eerste Aanslag van het nieuwe jaar. Een
jaar waarvan wij, het XXIIste bestuur, een groot
feest willen maken. Graag nodigen we alle leden
van de CT uit om hiervan gebruik te maken. Van
oudsher wordt een feest gebruikt om een heugelijke gebeurtenis te vieren. Wat mij betreft kunnen
we daar best een beetje van af wijken en vaker een
feestje vieren. Het feit dat feest in verband staat
met vreugde en geluk lijkt mij reden genoeg om
van zo veel mogelijk gelegenheden gebruik te maken om een feest te vieren.
Daarnaast zegt men dat je studententijd de leukste tijd van je leven is. Naast dat je veel kennis opdoet, in ons geval natuurlijk fiscale kennis, ontwikkel je jezelf van kind tot volwassene. Dit is een vrij
serieus proces en je studie is ook ontzettend belangrijk samen met
de oriëntatie en voorbereiding op een eventuele baan. Persoonlijk
denk ik dat men niet doelt op het studeergedeelte, de lange nachten in de UB en de liters koffie en Red Bull die gedronken worden.
Natuurlijk heeft dit ook zijn charme, maar alles om het studeren
heen doet mij meer denken aan feest. Graag wil ik iedereen dan
ook uitnodigen om samen met de CT, na al het harde studeren en
het halen van tentamens met goede resultaten een feest te maken
van het studentenleven en waar te maken wat men zegt: zorgen
dat onze studententijd de leukste tijd van ons leven wordt. Gelukkig organiseert de CT komende tijd genoeg activiteiten. Natuurlijk
de TJP-sessies om onze fiscale kennis uit te breiden en tentamentrainingen om van onze negens tienen te maken. Naast deze serieuze dingen organiseren we echter ook weer genoeg borrels om
gezellig bij te praten met je studiegenoten.
Afgelopen maanden hebben ook al een aantal gezellige borrels
plaatsgevonden en hebben we een bezoek gebracht aan het Hof
van Justitie in Luxemburg. Onderweg hadden we ons eigen feestje
in de auto. Ook al reden we midden in de nacht weg, de muziek
ging keihard door de speakers. Daarnaast heeft het Prinsjesdagevenement plaatsgevonden. Tijdens dit evenement hebben we
het 200-jarig bestaan van Prinsjesdag belicht. Een feestelijke gelegenheid, waarbij ieder jaar de gouden koets uit de garage gehaald
wordt en iedereen in feestelijke kleding bijeenkomt in de Ridderzaal. We hebben tijdens ons evenement onder leiding van prof. Leo
Stevens de plannen uit de Miljoenennota besproken. Een enerverende en leerzame dag, waarbij een fiscaal feest centraal stond.
Ook zou ik graag van deze gelegenheid gebruik willen maken om
iedereen alvast fijne feestdagen te wensen. De feestdagen zijn ook
bij uitstek de gelegenheid om te overzien hoe gelukkig we zijn als
student. Tijdens een weekje vrij, wat op zich al een feestje is, en
een week lang lekker eten, wat een nog groter feestje is, is er tijd
genoeg om te bedenken hoe gezegend je bent, een fiscalist in spe
te zijn.
Op een feestelijk jaar!
Met vriendelijke groet,
namens het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur,
Laura Batenburg de Jong
Voorzitter 2014/2015
deAANSL AG!
5
6
deAANSL AG!
Commissies 2014/2015
Activiteitencommissie
Beste leden,
Mijn naam is Marco Flinterman en als Secretaris van
het XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur ben
ik, samen met Krista Govers, Julia Hensems, Stijn de
Ruijter, Marijn Dekker en Gijs Jacobs, verantwoordelijk
voor verschillende activiteiten gedurende het hele
jaar. Zo zullen wij ervoor zorgen dat onder andere het
Diesfeest, het Actievenweekend en de Sportactiviteit
op rolletjes zullen lopen. Ik ben ervan overtuigd dat wij
fantastische activiteiten voor jullie gaan neerzetten dit
jaar. Ik heb in ieder geval enorm veel vertrouwen in de
Activiteitencommissie! Wij hopen jullie allen snel te zien
op één van onze activiteiten.
Met vriendelijke groet,
namens de Activiteitencommissie,
v.l.n.r.: Julia, Krista, Gijs, Marco, Stijn en Marijn
Marco Flinterman
Eerstejaarscommissie
Beste leden,
Mijn naam is Marco Flinterman en als Secretaris van het
XXIIste bestuur der R.F.V. Christiaanse-Taxateur heb ik de
eer en het genoegen om dit jaar te mogen samenwerken
met de Eerstejaarscommissie, bestaande uit: Ashnah
Cruz, Azra Dzananovic en Arnout Franx. Wij zullen er zorg
voor dragen dat er dit jaar leuke, inhoudelijke activiteiten
worden georganiseerd voor (en door) eerstejaars
studenten Fiscaal Recht en Fiscale Economie. Ik kijk er erg
naar uit om met deze frisse, jonge commissie aan de slag
te gaan en het belooft een uitdagend jaar te worden!
Met vriendelijke groet,
namens de Eerstejaarscommissie,
v.l.n.r.: Azra, Arnout, Marco en Ashnah
Marco Flinterman
Reiscommissie
Beste CT’er,
Mijn naam is Jasmina Akkouh en als Commissaris
Intern ben ik dit bestuursjaar, samen met Kawee Wu,
Kwint Linzel, Sarin van der Zee en Vincent van Drunen,
verantwoordelijk voor het organiseren van de Studiereis.
Vorig studiejaar heb ik het geluk gehad zelf mee te mogen
op Studiereis naar Istanbul. Dit jaar zal accent op het
inhoudelijke gedeelte komen te liggen, maar zal er genoeg
ruimte overblijven voor leuke activiteiten. Wij zijn al hard
bezig met het zoeken naar een leuke bestemming. Wij
kijken er als commissie naar uit om de Studiereis van dit
jaar weer tot een groot succes te maken.
Met vriendelijke groet,
namens de Reiscommissie,
v.l.n.r.: Jasmina, Kawee, Kwint, Vincent en Sarin
Jasmina Akkouh
Commissies 2014/2015
deAANSL AG!
Bedrijvendagcommissie
Waerde leden,
Zoals elk jaar zal de CT ook dit jaar de Fiscale Bedrijvendag organiseren.
Op dit grootse evenement wordt een brug geslagen tussen studenten
en potentiële werkgevers. Voor verschillende studenten biedt deze
dag diverse mogelijkheden. De één zal deze dag gebruiken om zich te
oriënteren, een ander zal zich meer willen verdiepen in een kantoor
en sommigen gebruiken de Fiscale Bedrijvendag als opstapje naar
een stage, werkstudentschap of zelfs een baan. Ook dit jaar zijn wij
voornemens, net als vorig jaar, een fantastische dag neer te zetten. De
maanden voorafgaand aan de Bedrijvendag wordt al veel tijd en energie
gestoken in de organisatie hiervan. Dit zal ik natuurlijk niet alleen doen,
maar samen met een commissie. Derhalve mag ik vol trots de volgende
commissieleden aan jullie voorstellen: Maud van der Linden, Vera
Nederpelt, Hervé van Oosterhout, Ilse Roefs en Luuk Touw. De komende
maanden zullen wij alle voorbereidingen treffen om ervoor te zorgen
dat de Fiscale Bedrijvendag een groot succes zal worden. Middels deze
weg wil ik iedereen alvast uitnodigen om op vrijdag 13 februari 2015 deel
te nemen aan de Bedrijvendag. Ik hoop dat ik velen van jullie dan mag
verwelkomen!
Met vriendelijke groet,
namens de Bedrijvendagcommissie,
Joris Jiskoot
v.l.n.r.: Vera, Luuk, Maud, Hervé, Ilse en Joris
TJP-Commissie
Beste CT’er,
Ook dit jaar organiseert de CT weer het Tax Jurisprudence Program (TJP).
Ik heb samen met mijn commissie, Zhannet Aidinian en Laurens van
Drie, alle sollicitatiegesprekken afgenomen. Vervolgens hebben wij een
selectie van 24 deelnemers gemaakt. Dit jaar bestaat TJP uit negen sessies.
Acht sessies in oefenrechtbanksetting en één sessie vaktechnisch overleg.
Daarnaast zal ik samen met mijn commissie een introductiesessie
organiseren. Alle sessies zullen door verschillende kantoren worden
verzorgd. TJP is de belangrijkste vakinhoudelijke activiteit die de CT
jaarlijks organiseert. Leuk aan TJP is dat deelnemers hun opgedane
kennis in de praktijk kunnen brengen en in contact komen met potentiële
werkgevers. Wij kijken er naar uit om er ook dit jaar weer een leerzaam en
leuk programma van te maken!
Met vriendelijke groet,
namens de TJP-commissie,
Jasmina Akkouh
Wanted: YOU!
Houd je e-mail deze week heel goed in de gaten,
want er is weer de mogelijkheid te solliciteren voor
de halfjaarlijkse commissies! Tot en met 7 december 2014 kun je solliciteren via [email protected]. De commissies waar je nog voor
kunt solliciteren zijn de Almanak- en de Congrescommissie.
Almanakcommissie
Elk collegejaar organiseert de CT weer vele activiteiten voor haar
leden. Natuurlijk moet dit worden vastgelegd voor later. Daarin is
een taak weggelegd voor de Almanakcommissie. Het is altijd weer
een grote uitdaging voor deze commissie om het jaar op een zo
origineel mogelijke manier weer te geven in een jaarboek. De commissie zal gedurende een half jaar bezig zijn met het schrijven van
v.l.n.r.: Jasmina, Laurens en Zhannet
verslagen, het uitzoeken van foto’s, het interviewen van studenten,
het schrijven van artikelen en nog veel meer.
Congrescommissie
Sinds 2011 organiseert R.F.V. Christiaanse-Taxateur in samenwerking met FEI B.V. jaarlijks een inhoudelijk congres. Dit congres
vindt plaats in juni en wordt georganiseerd rondom een wisselend
thema. In 2012 stond het thema ‘Bedrijfsopvolging en herstructurering’ centraal en afgelopen jaar was ‘De btw onder spanning’
het onderwerp van de dag. Ook aankomend jaar zal er weer een
congres worden georganiseerd. Om dit congres zo goed mogelijk te
laten verlopen, hebben we jouw hulp nodig!
Wil jij jezelf ontwikkelen en fantastische ervaringen opdoen waar
je een leven lang wat aan hebt? Solliciteer dan voor één van de
twee halfjaarlijkse commissies!
7
8
deAANSL AG!
Kennismakingsinterview
Kennismakingsinterview student-assistenten
Door:
Linda Wisse & Bilge Kucukali
Mocht je vakinhoudelijke vragen hebben, dan kun
je altijd bij de student-assistenten terecht. Zij helpen je hiermee of spelen je vraag door naar één van
de hoogleraren. De student-assistenten van Fiscale
Economie en Fiscaal Recht kun je vinden op respectievelijk H13 en L4.
De student-assistenten Fiscale Economie
Hoe ben je hier terecht gekomen en wat doe je hier nog meer
naast?
Anouk Bakker: Aan het einde van mijn tweede jaar Fiscale Economie volgde ik het vak Omzetbelasting. Tot die tijd had ik altijd in de
horeca gewerkt, maar ik had op een gegeven moment zoiets van:
Anouk, als aankomend derdejaars moet je wel even serieus aan de
slag met fiscaal in plaats van alleen maar borden rondsjouwen.
Daarnaast had ik ook geen zin meer om altijd ’s avonds te werken,
dus toen de voormalige student-assistenten een praatje kwamen
maken in college dacht ik: waarom niet? Ik ben in juni 2011 begonnen en ik zit er nog steeds! Naast mijn student-assistentschap heb
ik nog een jaar onderdeel uitgemaakt van het XXste bestuur bij de
CT en ik ben nu voor het tweede jaar lid van de RvA. Een bestuursjaar is ontzettend leuk en je leert vooral jezelf kennen. Als je ooit
de kans krijgt om een bestuursfunctie te vervullen, is dit zeker een
aanrader! Verder heb ik net mijn master afgerond en wanneer deze
Aanslag wordt uitgebracht, ben ik als het goed is afgestudeerd!
Wat houdt jullie werk als student-assistent ongeveer in?
Anouk Bakker: We zijn de manusjes-van-alles, maar ik zeg altijd
dat wij als student-assistenten de brug tussen student en docent
zijn. Je regelt eigenlijk alles wat daaromheen gebeurt: bestanden
op Blackboard plaatsen, slides aanpassen en vragen van studenten
beantwoorden. Het gebeurt ook wel eens dat we worden opgebeld,
omdat de docent een stift is vergeten of geen bordenwisser heeft.
Dan hol je dus over de campus met een stift van het ene naar het
andere gebouw. Daarnaast notuleren wij de docentvergaderingen. Wat we echter niet doen, is het nakijken van de tentamens;
wel doen wij een controletelling van de punten, waarna wij ook
de definitieve cijfers doorgeven aan de examenadministratie. Als
student-assistenten zijn wij voor veel studenten het gezicht van de
fiscale vakken en ook zijn wij het aanspreekpunt.
Waarom heb jij voor de studie Fiscale Economie gekozen en wat
zijn je toekomstplannen?
Anouk Bakker: Ik weet eigenlijk altijd wel wat ik wil: twijfel en
ik gaan niet samen. Toen ik moest gaan studeren, heb ik ook maar
één open dag bezocht en dat was die van de EUR. Daarnaast heb
ik één proefcollege gevolgd van dhr. Kavelaars en dat ging over de
vliegtaks, wat ik ontzettend interessant vond! Vooral de combinatie tussen taalkundig en rekenkundig spreekt me aan en de fiscale
puzzel is telkens weer een uitdaging. Per 1 november ga ik bij Pereira werken, een belastingadvieskantoor in Den Haag, maar ik blijf
wel in Rotterdam wonen. Daarna zie ik wel hoe het allemaal loopt.
Lekker werken, een mooie carrière opbouwen, maar ook gewoon op
vakantie en vooral genieten!
Hoe ben je bij dit werk als student-assistent gekomen en wat doe
je hier nog meer naast?
Pieter Verbeek: Ik heb drie jaar Bedrijfseconomie gestudeerd en
doe sinds vorig jaar zowel Bedrijfseconomie als Fiscale Economie.
Ik wilde namelijk graag op exchange naar Hongkong en dat is eigenlijk niet echt mogelijk bij Fiscale Economie. Daarnaast ben ik lid
van Laurentius en omdat ik mij graag wil verdiepen in het fiscale
wereldje heb ik op de vacature van student-assistent gereageerd.
Ik ben hier nu sinds twee weken werkzaam en zal Anouk Bakker
opvolgen. Tot nu toe heb ik het ontzettend naar mijn zin!
Luuk Touw: Eigenlijk via Anouk, die ik weer ken via mijn huisgenootje. Die vertelde mij dat er een vacature was vrijgekomen voor
student-assistent en zodoende ben ik hier terecht gekomen. Verder
zeil ik graag en werkte ik één à twee dagen in de week bij een bedrijf, maar ben daar sinds een paar weken mee gestopt. Ook ben
ik lid bij Skadi en uiteraard studeer ik nog, dus ik heb het best wel
druk!
Wat vind jij zo interessant aan de fiscaliteit?
Pieter Verbeek: Natuurlijk heb ik nog niet zo heel veel fiscale vakken gehad, maar op dit moment spreekt IB mij wel heel erg aan.
Vooral die grenzen opzoeken en wat nog net mogelijk is om te
profiteren van bepaalde middelen vind ik heel interessant. Actueel zijn er natuurlijk heel veel arresten die spelen, niet dat ik die
dagelijks volg, maar ze trekken wel mijn aandacht.
Heb jij nog toekomstplannen?
Pieter Verbeek: Hopelijk haal ik dit jaar beide bachelors en dan wil
volgend jaar de master Fiscale Economie volgen. Drie weken geleden heb ik mij ingeschreven voor de CT, dus wellicht dat ik in de
toekomst nog wat commissies ga doen daar. De focus zal vooral
op de CT en mijn master liggen, waarbij ik nog moet beslissen of
ik mijn master in één of twee jaar ga doen. De komende twee, drie
jaar ben ik hier dus nog wel op de universiteit te vinden. Daarna
komt de beslissing pas of ik direct aan het werk ga of misschien
nog een jaar ga reizen, want dat is toch echt iets dat ik super leuk
vind.
Luuk Touw: Zo snel mogelijk mijn studie afmaken en dan aan de
slag! De droom is natuurlijk een eigen belastingadvieskantoor,
maar dat zijn lange termijn dromen. Heel misschien eerst een paar
jaar bij de fiscus werken, wat niet mijn voorkeur heeft, maar je kijkt
dan wel tegen de andere kant van de medaille aan en zo kom je te
weten waar de fiscus mee te maken heeft.
Kennismakingsinterview
Waarom heb jij voor de studie Fiscale Economie gekozen?
Luuk Touw: Ik wilde iets economisch doen, maar liever niet zo
breed; als je namelijk Economie hebt gestudeerd, kun je allemaal
verschillende functies bekleden. Fiscale Economie is wat dat betreft gespecialiseerder en zodra je bent afgestudeerd, weet je wat je
daadwerkelijk kan worden en streef je echt naar een bepaald doel.
Wat ik zo interessant vind aan fiscaliteit is dat het heel erg speelt
op dit moment. Er is veel commotie bij grote bedrijven met betrekking tot het betalen van belastingen en dergelijke. De fiscaliteit is
ook iets dat zich blijft ontwikkelen en de wet is veranderlijk. Je zult
je dus constant moeten bijscholen en dat is iets dat ik heel uitdagend vind. Wat een nadeel is, is dat je er wel vol voor moet gaan en
dat kost veel tijd.
De student-assistenten Fiscaal Recht
Waarom ben je ook lid geworden van de opleidingscommissie?
Bahar Klaver: Ik ben lid geworden van de opleidingscommissie
van de capaciteitsgroep Fiscaal Recht, vanwege het feit dat ik iets
bij wilde dragen aan de verbetering van het onderwijssysteem.
Daarnaast wilde ik ook contact hebben met studenten en docenten, want daar haal ik zelf ook verbeterpunten uit. Uiteindelijk
heeft het commissiewerk ook een toegevoegde waarde voor mijn
eigen ontwikkeling.
Wat zijn je bezigheden binnen de opleidingscommissie?
Bahar Klaver: Als vertegenwoordiger van de studenten uit mijn
jaar, zie ik mezelf als een tussenpersoon van de studenten die het
vak volgen en de docenten. Het is belangrijk om tijdens alle colleges aanwezig te zijn en het vak zo veel mogelijk te volgen. Op deze
manier haal ik minpunten en pluspunten uit het PGL-onderwijs, de
onderwijsgroepen en de hoorcolleges. Uiteindelijk geef ik aan de
hand van objectieve bevindingen en mijn eigen visie een oordeel
over deze onderwijsvormen.
Hoe ben je student-assistent geworden?
Bahar Klaver: Door de sectie Fiscaal Recht ben ik gevraagd of ik
de functie van student-assistent wilde vervullen. Daar ben ik op
ingegaan. De verwachtingen waren mij onbekend, maar ik was
toe aan een nieuwe uitdaging. Als student-assistent kom ik met
verschillende vakgebieden in aanraking. Ook publiceer ik stukken
van docenten op de fiscale blog. Dit voegt veel toe aan mijn vakinhoudelijke inzicht. Verder houd ik mij bezig met vraagstukken van
docenten uit allerlei vakgebieden. Dit kan betrekking hebben op
het college of een onderzoek waar zij mee bezig zijn. Samenvattend
een erg variërende functie!
Kan je een zaak herinneren die je erg interessant vond en waar
je aan hebt bijgedragen?
Bahar Klaver: Een leuk vraagstuk kreeg ik van Maarten de Wilde.
Het ging over hoe de dividendbelasting werd betrokken in de heffing als je te maken hebt met een Nederlandse BV met een dochter
in één van de landen in het Koninkrijk der Nederlanden. Het voelt
goed om een bijdrage te leveren!
deAANSL AG!
Waarom ben je lid geworden van de opleidingscommissie Fiscaal Recht?
Steven Heijting: Als student-assistent ben ik in de opleidingscommissie gerold, vanwege het feit dat ik actief meedeed tijdens
colleges, maar ook omdat ik geen onbekend gezicht was in de capaciteitsgroep Fiscaal Recht. Verder leek de functie mij erg interessant. De kennismaking met de docenten bevalt me heel erg. In de
opleidingscommissie geef je namelijk feedback op docenten waar
je geen contact mee hebt. Naast het onderwijs lever je een actieve
bijdrage aan de universiteit. Dit maakt het mogelijk om als student
actief betrokken te zijn bij de verbetering van de opleiding.
Kan je vertellen wat jouw bezigheden zijn in de opleidingscommissie?
Steven Heijting: De opleidingscommissie geeft advies aan de onderwijsdecanen en aan de decaan van de faculteit over alles dat
betrekking heeft op het onderwijs in de opleiding Fiscaal Recht,
zoals het onderwijsprogramma en de onderwijs- en examenregeling. Voor de studentleden is het belangrijk dat zij het programma
goed bijhouden en een kritische houding aannemen. Contacten
met vele medestudenten helpen ook om te peilen hoe het onderwijs bevalt. Je probeert zo representatief mogelijk te zijn voor de
studenten van jouw jaar. Tot slot kom je met een eigen inbreng,
bijvoorbeeld door het geven van aanbevelingen met betrekking tot
het boekenpakket. Als gevolg hiervan wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met verschillende uitgevers.
Hoe ben je student-assistent geworden?
Steven Heijting: Ik viel niet alleen op door actief mee te doen tijdens colleges, maar ook door mij actief in te zetten voor andere
instanties. Vorig jaar deed ik bijvoorbeeld een bestuursjaar bij de
Stichting Belastingwinkel Rotterdam (SBR). Daarnaast maakte ik
ook deel uit van de Landelijke Aangifte Dag-commissie. Een ander
actief-lid van de SBR werkte als student-assistent en zou opgevolgd
worden. Vervolgens werd ik gebeld om te solliciteren voor de functie van student-assistent. Dit heb ik gedaan en zodoende ben ik
student-assistent geworden.
Waar ben je als student-assistent mee bezig?
Steven Heijting: Als student-assistent word je redelijk breed ingezet. Het student-assistentschap bestaat uit ‘assisteren’ in de breedste zin van het woord. Het werk varieert van administratieve taken
tot het meehelpen van docenten bij het starten van de colleges.
Ook ben ik ook bezig met het publiceren van stukken die docenten
hebben geschreven. Dit komt op een speciaal fiscaal blog van Fiscaal Journaal.
9
10
deAANSL AG!
Kennismakingsinterview
Kennismakingsinterview secretariaat
Door:
Linda Wisse & Bilge Kucukali
Het secretariaat Fiscale Economie
Het secretariaat Fiscaal Recht
Angelique Lieverst en Astrid Hamers zijn werkzaam bij het secretariaat Fiscale Economie. Angelique haar favoriete plek in
Rotterdam is het centrum, langs de Maas en de haven. Zij is een
echte Rotterdamse! Astrid Hamers komt graag in: het centrum,
Witte de Withstraat en het Museumkwartier. Op haar verlanglijstje staat nog een bezoek aan de nieuwe Markthal.
Fenneke van Dam en Reini van de Sandt werken bij het secretariaat Fiscaal Recht. Fenneke doet in haar vrije tijd aan fitness
en is al ruim 15 jaar saxofonist bij de plaatstelijke fanfare. Reini
haar hobby’s zijn: hardlopen, tuinieren, koken, lezen en hockeyen.
Waar houdt het secretariaat zich vooral mee bezig?
Angelique Lieverst: Met heel veel zaken, bijvoorbeeld de administratie van de werkcolleges en de inschrijvingen. Ook moeten
studenten bij ons het onderwerp van hun scriptie indienen, zodat
wij deze in het scriptievolgsysteem kunnen zetten. Hierdoor kunnen student en docent meteen één op één contact met elkaar hebben via de e-mail over de scriptie. We staan studenten ook graag
te woord als ze naar het secretariaat komen voor allerlei vragen.
Mocht het secretariaat er niet uitkomen dan is er altijd wel een
docent of een student-assistent aanwezig die de student te woord
kan staan. Eigenlijk hebben we veel contact met studenten en dan
vooral de masterstudenten! Het contact is ook altijd zeer aangenaam.
Wat heeft u zelf gestudeerd?
Angelique Lieverst: Dat is wel een tijdje terug! Ik heb LHNO gedaan, wat nu helemaal niet meer bestaat. Daarna KMBO en toen ik
al op de universiteit werkte ging ik ‘s avonds Nederlands en Engels
studeren. Ik wist al vroeg dat ik graag de kantoorpraktijk in wilde
gaan en zo is het dus gekomen. Toen ik van school kwam, na de
KMBO, heb ik ook bij deze vakgroep stage gelopen. En zo ben ik op
de universiteit begonnen met werken, via mijn stage. Ik ben eigenlijk gewoon al die tijd blijven plakken.
Astrid Hamers: Na de havo ben ik Schoevers, de studie voor directiesecretaresse, gaan volgen in Tilburg, lang geleden! Daarna heb
ik nog talen- en boekhoudcursussen gevolgd, zelfs verzekeringscursussen; ik heb vroeger bij een verzekeringsmakelaar gewerkt. Ik
ben ook ooit erkend assurantieagent geworden.
Het thema van deze Aanslag is ‘De fiscus viert!’, waaraan denkt
u bij dit thema?
Astrid Hamers: Ja, wat viert de fiscus dan, een zoveel jarig bestaan?
Ik ben wel heel geïnteresseerd in de inhoud van de fiscaliteit en
ik vind het ook belangrijk. Soms worden er goede beslissingen
genomen, maar soms erger je je ook wel aan een besluit. Het ligt
natuurlijk aan jouw eigen politieke voorkeur, maar iedereen heeft
hier een eigen mening over.
Hoe ben je in het secretariaat van de vakgroep Fiscaal Recht gerold?
Fenneke: Na de havo heb ik een secretariële opleiding gevolgd
aan het Albeda College. Dit was een sprinttraject, waardoor ik een
4-jarige opleiding in één jaar heb afgerond. Via een studiegenoot
heb ik gesolliciteerd naar een secretariële stage binnen de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Zodoende ben ik geplaatst in de capaciteitsgroep Fiscaal Recht, sectie Belastingrecht. Deze opleiding is
relatief klein, waardoor contacten tussen studenten en docenten
sneller worden gelegd.
Reini: In Leiderdorp heb ik Toerisme gestudeerd. In het scheepskwartier in Rotterdam heb ik bij een scheepvaartbedrijf op de reisafdeling gezeten. De zakenreizen over de hele wereld zijn voor mij
een mooie ervaring geweest. Vervolgens ben ik gaan werken voor
een woningbedrijf op de afdeling huurincasso in Rotterdam. Na
het opvoeden van mijn twee kinderen, solliciteerde ik naar een administratieve functie binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Uiteindelijk ben ik ingedeeld bij de vakgroep Fiscaal Recht.
Waar houdt het secretariaat zich mee bezig?
Fenneke: Het werk is heel leuk, omdat het erg afwisselend is! Denk
daarbij aan promoties en afscheidsredes, maar ook aan bezigheden met betrekking tot de onderwijssystematiek. Het secretariële
werk is heel breed, op praktisch gebied moeten de zaken in ieder
geval goed geregeld worden. Bijvoorbeeld het nieuwe onderwijssysteem en de daarbij horende regelingen met betrekking tot het
PGL-onderwijs. Wij onderhouden alle contacten en zorgen dat het
organisatorische gedeelte van het onderwijsproces goed verloopt.
Dit is de uitdaging van alledag!
Reini: Ik houd mij voornamelijk bezig met de praktische aspecten
van het onderwijssysteem. Wij onderhouden alle contacten met
de (gast)docenten en zorgen dat het organisatorische gedeelte van
het onderwijsproces goed verloopt. Wij zorgen ervoor dat de studenten alle benodigde informatie, zoals sheets, opdrachten en readers en verdere informatie kunnen vinden op de site. Tevens houd
ik mij bezig met verzamelen van de feiten voor het jaarverslag.
Kennismakingsinterview / Aanmerkelijk Belang
Jullie werken niet in dezelfde ruimte als de student-assistenten,
wordt er dan wel vaak samengewerkt?
Fenneke en Reini: Ja, dat komt vanwege het feit dat wij elkaar prima kunnen bereiken. Voor de mastervakken maken wij samen de
readers. Reini zorgt er voor dat alles op tijd wordt aangeleverd. Ook
wordt er voor gezorgd dat studenten worden ingelicht over hoe zij
de reader -aan de hand van een VPN-verbinding - kosteloos kunnen downloaden. De student-assistenten schieten ons bij: zij doen
het inhoudelijke werk, terwijl wij bezig zijn met de organisatorische aspecten van het onderwijs.
Wat is voor jou het toppunt geweest van het secretariële werk?
Fenneke: Een toppunt voor mij was het organiseren van de EATLP (European Association of Tax Law Professors) samen met prof.
Arendonk. Het EATLP congres wordt elk jaar op een andere universiteit gehouden. Twee jaar geleden was professor van Arendonk
namens de Erasmus School of Law gastheer en organisator van
deze conferentie, waar ruim 150 internationale belastingwetenschappers aanwezig waren.
Aanmerkelijk Belang
Door:
Martijn Schippers
Op 16 oktober jl. vond de eerste AB-borrel plaats. Vanaf 18.00 uur
opende restaurant Divoza haar deuren voor de alumni van de CT.
Na een uurtje groeide het aantal borrelaars naar een -voor de eerste keer- respectabel aantal. De borrel duurde uiteindelijk tot een
uur of twaalf, waarna de meeste aanwezigen huiswaarts keerden
om de dag daarop de fiscale werkzaamheden weer op te pakken.
Leuk om te zien was dat verschillende ‘jaargangen’ aanwezig waren bij de borrel. Alhoewel zij vaak niet bij elkaar in de collegebanken zaten, bleek bijna iedereen elkaar wel te kennen van - ja dat
heb je als alumnivereniging - ‘vroeger’. Uiteraard is het streven om
nog meer AB-leden uit verschillende jaarlagen te ‘triggeren’ om de
volgende keer ook bij AB-activiteiten aanwezig te zijn. Dus mocht
je AB-lid zijn of studeer je bijna af - je wordt dan automatisch ABlid -, wees welkom bij alle AB-activiteiten.
Gezien de eerste borrel was er voldoende animo om in de toekomst
meer AB-activiteiten plaats te laten vinden. Nog op het programma 2014/2015 staan een wijnproeverij, een tweede borrel en het
Congres dat in samenwerking met FEI BV wordt georganiseerd.
Meer actuele informatie verschijnt, zodra beschikbaar, op de website van CT en op de Facebook- en Linkedpagina’s van CT.
deAANSL AG!
Reini: Mijn toppunten van het jaar komen elk jaar weer terug, namelijk het organiseren van een cursus in het kader van de permanente educatie van de leden van het Register Belastingadviseurs
(RB). Deze cursus wordt exclusief verzorgd voor de leden van het
RB. Daar organiseer ik de locatie en zorg ik voor de verdere contacten en begeleiding van de docenten. Tevens verzorg ik de contacten met de gastdocenten van de Capita Selecta Fiscaal Recht (een
mastervak met 3 stromingen). Ik zorg ervoor dat de studenten alle
benodigde informatie, zoals sheets, opdrachten en readers en actuele informatie kunnen vinden op de site.
11
12
deAANSL AG!
Congres i.s.m. FEI BV
Congres i.s.m. FEI BV
Op 20 juni jongstleden heeft het Congres, met als thema ‘De btw onder spanning: trends en ontwikkelingen’ plaatsgevonden. Zowel de sprekers, de Congrescommissie als alle aanwezigen hebben gezorgd voor
een geslaagde, leerzame dag.
Lid van Verdienste
deAANSL AG!
Lid
van Verdienste
Martijn Schippers
Door:
Amarins Veringa
Paspoort
Naam: Martijn Schippers
Opleiding: Bachelor en master Fiscaal Recht en master Bedrijfsrecht,
profiel Ondernemingsrecht
Leeftijd: 24 jaar
Favoriete plek in Rotterdam: de Veerhaven
Fiscale tip: Je kunt over de fiscaliteit heel veel lezen, maar door er over te schrijven leer je denk
ik het meest. Begin dus met schrijven over de fiscaliteit om de fiscaliteit te doorgronden.
Wat is je achtergrond bij CT?
In mijn tweede jaar heb ik voor het eerst
een commissie gedaan. Dat was bijna bij
de SBR geweest, maar twee bestuursleden
van CT hebben mij destijds overtuigd om bij
de CT een commissie te gaan doen. De Bedrijvendagcommissie was zodoende mijn
eerste kennismaking met CT als actief lid.
Dat beviel van beiden kanten zo goed, dat
ik het jaar daarna al voorzitter van CT werd.
Ik werd de jongste voorzitter ooit. Na dat
bestuursjaar heb ik in de Raad van Advies
(RvA) gezeten - een rol die ik twee jaar daarna wederom vervulde - en heb ik met de
Commissie Interne Aangelegenheden (CIA)
in dat jaar een soort toekomstvisie voor CT
geschetst. Ook heb ik in de vierde Lustrumcommissie gezeten en was ik in die rol verantwoordelijk voor het lustrumgedeelte
van de Almanak. Daarnaast ben ik drie jaar
columnist voor De Aanslag geweest. Verder
heb ik samen met Anouk zorg gedragen
voor het boekje ‘Gestrikt als erelid - De grote
man van Fiscaal Recht’ welke CT aan professor Van Arendonk cadeau heeft gedaan bij
zijn afscheidsrede. Tot slot ben ik nu weer
voor twee jaar verbonden aan de alumnivereniging van CT genaamd Aanmerkelijk
Belang.
Wat heeft CT voor jou betekend?
Notuleer als eerste punt maar dat ik aan het
bestuursjaar vijf hele goede vrienden heb
overgehouden, anders krijg ik op mijn kop
van de andere bestuursleden. Daarnaast
heb ik ontzettend veel andere mensen bij
CT leren kennen en mijn netwerk in de belastingadviespraktijk vergroot. Naast dit
sociale aspect, heb ik ook soft skills als spreken in het openbaar verder ontwikkeld. Ook
heb ik er mijn student-assistentschap aan
overgehouden, almede indirect een werkstudentschap.
Hoe zie je jezelf in de toekomst?
Ik ben in augustus afgestudeerd en vanaf
september ben ik aan de Capgroep Fiscaal
Recht verbonden als promovendus. Twee
dagen per week schrijf ik over het onderwerp ‘Customs Valuation’ en daarnaast
werk ik drie dagen per week bij EY in de
douaneadviespraktijk. De komende jaren
hoop ik mijn PhD af te ronden en dit te blijven combineren met mijn baan als douaneadviseur. Op die manier probeer ik mijn
wetenschappelijke ervaring in de praktijk te
brengen en om - andersom - probleempunten die ik in mijn advieswerk tegenkom in
mijn academische werk te betrekken. Het is
daarnaast leuk dat de link met CT voor de
komende twee jaar is vastgelegd door mijn
bestuursfunctie bij Aanmerkelijk Belang.
Wat maakt CT zo mooi vergeleken
met andere studieverenigingen?
CT is een wat kleinere en daardoor persoonlijkere vereniging. Ik denk dat de brug tussen het studentenleven en het werkzame leven bij CT ook heel aanwezig is. Zeker omdat
veel mensen die bij CT hebben gezeten nu
op allerlei posities binnen de kantoren zitten. Naast het inhoudelijke kun je bij CT ook
veel andere leuke dingen doen. Soms wordt
dat fiscale toch een beetje saai in de collegebanken. Het is dan leuk om borrels te bezoeken en op actievenweekend te gaan als
actief lid. Deze sociale activiteiten die met
inhoudelijke op een evenwichtige manier
worden afgewisseld, maken het studentenleven leuk!
Wat was je reactie op jouw benoeming?
Toevallig heb ik met CIA destijds zelf vorm
gegeven aan de eisen om als erelidmaatschap c.q. lid van verdienste te worden benoemd. Er stond toen in de statuten dat er
ereleden en leden van verdienste konden
zijn, maar er waren nog geen artikelen over
wat dat precies inhield. Ik voldeed inmiddels objectief gezien aan de vereisten, maar
toch had ik zeker niet verwacht tijdens
de ALV tot lid van verdienste benoemd te
worden. Je moet daarvoor voorgedragen
worden en ik wist niet in hoeverre dat
leefde onder de leden. Ik moest die dag bij
de ALV al voor de derde keer naar voren komen (eerder vanuit mijn toenmalige rol in
de RvA en rol in AB), maar het was wel de
keer dat ik het moeilijkst uit mijn woorden
kwam.
Ik heb toen bedankt voor de eer en gerefereerd aan de mensen die het binnen CT zo
leuk maakten. Fijne samenwerkingen en
mensen die het leuk vinden wat je doet,
maken dat je je in kan zetten zoals je anders nooit zou doen. Daarna heb ik en plein
public nog een soort wijze les gegeven:
CT is een mooi orgaan met veel potentie,
maar het moet wel in stand gehouden
worden door mensen die actief zijn. Je kunt
lid worden of een commissie doen, maar
als je echt wat wil betekenen moet je met
nieuwe dingen komen of excelleren in wat
je doet.
Welk advies zou je fiscale studenten
willen geven om zich te ontwikkelen?
Het is met het nieuwe onderwijssysteem
lastiger om nevenactiviteiten naast je studie te doen dan toen ik begon. Probeer toch
zoveel mogelijk naast je studie te doen en je
gezicht te laten zien bij kantoren en de overheid. Gebruik CT daarbij als opstap, want CT
heeft daartoe zeer goede banden. Tot slot een
beetje een open deur, maar als je iets doet,
doe het dan ook goed. Als je een commissie of bestuur gaat doen heb je toegang tot
contacten, maar deze moet je zelf benutten.
Uiteraard doe je dat als commissie- of bestuurslid in eerste instantie voor de CT, maar
daarnaast kan je er zelf ook veel aan hebben.
13
14
deAANSL AG!
Thema-artikel
200 jaar Prinsjesdag, dat mag gevierd worden!
Door:
Linda Wisse
Anno 2014 gaat bijna alles digitaal: collegeslides
worden op tablets bekeken, belastingaangiftes
worden via het internet gedaan en steeds minder
mensen zullen het financiële nieuws in kranten lezen, want dat doet men tegenwoordig op de smartphone via een app in de trein mét wifi. Het fenomeen Prinsjesdag is in mindere mate onderhevig
aan deze digitalisering. Op de derde dinsdag in september werd de troonrede traditiegetrouw vanaf
papier voorgedragen door onze koning, net als zijn
voorganger Willem l dat exact 200 jaar geleden ook
deed.
De geschiedenis van Prinsjesdag
Soeverein Vorst Willem I, beter bekend als Koning Willem I,
opende 200 jaar geleden de zitting van het eerste parlement van
het nieuwe Koninkrijk in wording. Dit gebeurde in 1814 op de
eerste maandag in november. Deze vaste dag van de openingszitting werd in de negentiende eeuw nog drie maal verschoven,
totdat men in 1887 de derde maandag in september naar de derde dinsdag in september verschoof. In verband met de zondagsrust hoefden Kamerleden dan niet meer op zondag te reizen om
maandag bij de openingszitting in Den Haag te zijn. Ook is de locatie van de Verenigde Vergadering niet altijd dezelfde geweest:
vanaf 1815 werd deze steeds afwisselend in Brussel en Den Haag
gehouden. In Den Haag mocht men plaatsnemen in de vergaderzaal van de Tweede Kamer, ook wel de oude balzaal van Koning
Willem V. In Brussel vergaderde men in het Stadhuis en later in
het nieuwe Paleis van de Staten-Generaal. Na de Belgische opstand was de vergadering alleen nog in Den Haag en sinds 1904
in de Ridderzaal, waar tot op heden de troon nog altijd staat.
Het belastingplan en feest
Zoals de Belastingdienst al jaren roept: ‘Leuker kunnen we het
niet maken, wel makkelijker’, zo wil de regering met het belastingplan in 2015 een begin maken om het belastingstelsel makkelijker te maken; dat mag gevierd worden. Wat echter een nog
grotere feestvreugde zal geven, is het stimuleren van de werkgelegenheid in Nederland. Dit wil de regering bereiken door de
lasten op arbeid te verlagen, waardoor de kans op een baan voor
mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zal groeien. Hierdoor zal iedereen die werk vindt er ook daadwerkelijk op vooruit
gaan. Het kabinet stelt 500 miljoen euro beschikbaar voor hogere arbeidskortingen en 475 miljoen euro voor een lager tarief
van de eerste schijf. Door deze prioriteiten zal het voor kleine
ondernemingen ook aantrekkelijker worden om meer mensen in
dienst te nemen, waarmee de regering hoopt de werkgelegenheid verder te kunnen stimuleren. De ambitie van het kabinet is
om 100.000 banen extra te creëren, wat maximaal 5 miljard mag
kosten. Tijdens de Borrellezing op 11 oktober werd uitvoerig aandacht besteed aan het belastingplan. Verderop in deze Aanslag
vindt u het artikel over deze interessante middag.
Is er wel echt reden voor een feestje?
De troonrede stond dit jaar meer dan ooit in het teken van het
buitenland. Een geheel nieuwe betekenis voor een belangrijke
dag als Prinsjesdag. Door de vliegtuigramp van de MH17, en de
oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten kreeg Prinsjesdag
ook een ‘rouwrand van verdriet’, zoals onze Koning dit noemde.
Daarnaast heeft de situatie in Noord-Irak, Syrië en de Gazastrook
geleid tot spanningen en gevoelens van onmacht en onveiligheid in ons land. Deze geopolitieke ontwikkelingen hebben
invloed op de samenleving evenals de economie. De regering
neemt haar taken van vrede en veiligheid zeer serieus en gaat
voor een actief buitenlands beleid. Deze verantwoordelijkheid
zal in samenwerking gaan met partners in de Europese Unie, de
NAVO en de Verenigde Naties. Naar verwachting zal het budget
van defensie structureel toenemen met 100 miljoen euro per
jaar. Geld dat volgens de budgettaire functie van ons belastingstelsel ook weer naar binnen moet stromen.
Het bericht van Eric Wiebes, staatssecretaris van Financiën, tijdens de Financiële Beschouwingen in de Tweede kamer kwam
dan ook niet als een grote verrassing. Hierin verkondigde hij dat
het Rijk dit jaar minimaal 150 miljoen euro extra zal genereren
via de accijnzen op brandstof. De staatssecretaris verwacht een
Thema-artikel
daling van de verkoop van brandstof, maar door accijnsverhoging zal er toch een toename zijn van de inkomsten voor het Rijk.
Verschillende politieke partijen zijn zeer kritisch over dit besluit
en pomphouders in de grensstreek protesteren al geruime tijd
tegen deze invoering. Wiebes ontkent echter dat alleen door accijnsverhoging een daling zal ontstaan van de brandstofvraag; in
België is de afname van de brandstofvraag nog groter, terwijl de
brandstofaccijnzen daar niet omhoog zijn gegaan.
Naast deze geopolitieke ontwikkelingen is er ook een actueel feit
dat de gezondheid van de mens betreft. In Afrika heerst er op
dit moment het Ebola virus, wat zeer besmettelijk kan zijn door
tekortkomingen in de behandeling van besmette personen en
de schaarsheid van het (experimentele) medicijn tegen dit virus.
Angst voor het virus heeft invloed op de economie van een land,
zo ook in Liberia. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft aangegeven dat de internationale handel en transport niet beperkt
hoeven te worden. Ook de Liberiaanse minister van Financiën,
Asmara Konneh, drong de buitenlandse investeerders aan om
het land niet te verlaten. In de troonrede werd dan ook aandacht
aan dit virus besteed: er vindt internationale aanpak en noodhulp plaats om verdere besmetting tegen te gaan.
Feestmaand december
Ondanks deze droevige gebeurtenissen, komt de feestmaand
van het jaar er weer aan: met Sinterklaas en Kerstmis zullen de
koudste dagen van het jaar ook de warmste dagen van het jaar
deAANSL AG!
worden. Gezelligheid, lekkernijen en cadeaus zoals kerstpakketten horen hier uiteraard bij, maar laten we als fiscalisten de belasting niet vergeten! Een kerstpakket wordt als loon in natura
beschouwd, maar ook hier kan zowel de ontvanger als gever een
feestje bouwen. Er geldt namelijk een drempelbedrag van 227
euro per ontvanger per boekjaar. Zolang de totale jaarlijkse uitgaven van personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken
niet meer zijn dan dit bedrag kan de ondernemer de btw hierover afhalen.
Behalve het kerstpakket zijn er wel meer ‘kleine belastingvoordelen’ te behalen in de maand december. Zoals bekend is, wordt het
vermogen dat niet vrijgesteld is in box 3 voor 1,2% belast. Wanneer u nog grote uitgaven ziet opkomen voor het aankomende
jaar, probeer deze dan nog dit jaar te doen. Het doen van aankopen zal niet in alle gevallen even aantrekkelijk klinken, maar
een deel van het aflossen van een eigenwoningschuld is dat voor
velen wel. Uiteraard is het vooruitbetalen van de hypotheekrente ook een mogelijkheid: men kon dit vorig jaar zes maanden
vooruit doen om het totale eigen vermogen te verlagen voor het
meetmoment. Pas echter wel op met vermogen opnemen: de fiscus richt de pijlen op de zogenoemde ‘saldosjoemelaars’, die na 1
januari hun vermogen weer terugstorten op de bank.
Het zijn allemaal relatief kleine belastingvoordelen, maar alle
beetjes helpen en ook in de digitale wereld van tegenwoordig
geldt nog steeds: ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.’
Even voorstellen - De Aanslagcommissie (1)
Artjom Bagramjan
Mijn naam is Artjom Bagramjan, ik ben 19 jaar oud en ben tweedejaars student Fiscaal Recht. Momenteel woon ik in Poortugaal
en komend collegejaar zal ik deel uitmaken van de (naar mijn mening) leukste commissie. De trouwe Aanslag-lezer weet vast dat ik
naast mijn studie graag schilder, teken of bezig ben met kunst in
welke vorm dan ook. Voor dit jaar is mijn doel om mijn fiscale kennis buiten de studie om te vergroten en ik zal daarom tevens actief
zijn bij de Belastingwinkel. Ook De Aanslagcommissie is daar natuurlijk perfect voor. Dit temeer omdat ik bij de commissie zowel
mijn creativiteit als fiscale kennis kan combineren. Tot slot wil ik
melden dat ik altijd open sta voor suggesties en ideeën! Mijn favoriete quote: “The only time “success” comes before “work” is in the
dictionary.”
Bilge Kucukali
Mijn naam is Bilge Kucukali, tweedejaars studente Fiscaal Recht en
ik kom uit Amsterdam. Ik ben ontzettend enthousiast vanwege het
feit dat ik dit jaar deel uit mag maken van De Aanslagcommissie,
waar we als groep op innoverende wijze onze creativiteit zullen
uiten. Sinds de start van de studie probeer ik stapsgewijs passie
te creëren voor de fiscaliteit. Door mij hier steeds meer in te verdiepen verbreed ik niet alleen mijn kennis, maar begint het steeds
een grotere rol te spelen in mijn dagelijkse bezigheden. Verder vind
ik het erg belangrijk om betrokken te zijn bij de opleiding. Zo ben
ik begonnen als Opleidingscommissielid van de capaciteitsgroep
Fiscaal Recht en sinds kort ben ik actief bij de Belastingwinkel.
Naast de studie gerelateerde activiteiten, vermaak ik me door het
verzorgen van danslessen, thuis achter de piano te zitten en met
vrienden een drankje te drinken. Kort gezegd: fiscaliteit & gezelligheid! Mijn favoriete quote: “Some of your best life experiences and
opportunities will transpire only after you dare to lose”
15
16
deAANSL AG!
Startersinterwiew BDO
Startersinterview
BDO
Remon Abadier
Door:
Artjom Bagramjan & Valérie Visser
Paspoort
Naam: Remon Abadier
Opleiding: Fiscale Economie
Leeftijd: 25 jaar
Kantoor: BDO
Favoriete plek in Rotterdam: Hotel New York
Kun je jezelf omschrijven?
Mijn naam is Remon Abadier en ik ben
vijfentwintig jaar oud. Naast mijn werk als
fiscalist bij BDO heb ik twee grote hobby’s:
muziek en sport. Nadat ik ben gestopt met
voetbal en zaalvoetbal op hoog niveau, ben
ik platen gaan verzamelen. In het weekend
ga ik graag naar mijn favoriete platenzaak
Rush Hour in Amsterdam om een vinyl
plaat te scoren. Ik vind het belangrijk om na
een intensieve werkweek mijn hoofd lekker
leeg te maken door middel van muziek en
sport. Ik zou mezelf verder omschrijven als
een spontaan, serieus en ambitieus persoon.
Mijn ambitie is om uiteindelijk partner te
worden. Ik hoop me gedurende mijn carrière
bij BDO op vakinhoudelijk en persoonlijk
vlak verder te kunnen ontwikkelen om deze
ambities waar te kunnen maken. BDO schept
daar ook alle voorwaarden toe.
Hoe heb je het studentenleven ervaren?
Mijn studentenleven heb ik ervaren als heel
divers. Het eerste deel van mijn studententijd
heb ik op hoog niveau gevoetbald. Terwijl ik
het echte studentenleven pas tijdens mijn
master heb mogen ervaren. Toen ik in mijn
master stopte met voetballen, kwamen er
ook andere dingen om de hoek kijken, zoals
een commissie bij de CT en gezellige borrels.
Destijds is ook mijn passie voor muziek naar
boven gekomen.
Wat heeft de CT bijgedragen aan je studie?
Ik heb de TJP-commissie gedaan bij de CT en
ik raad iedereen aan om actief te worden bij
de CT, mocht je dat nog niet zijn. Door deel te
nemen aan de activiteiten van de CT bouw
je een groot netwerk op. Dit is ook goed
voor je toekomstige carrière. Naast de TJPcommissie heb ik ook veel kantoorbezoeken
gedaan en ben ik mee geweest op de
studiereis. Nu ik werkzaam ben bij BDO heb
ik nog steeds contact met mensen die ik
ontmoet heb door de CT. Tijdens cursussen
kom je nog steeds oude studiegenoten tegen.
Dat is altijd erg gezellig.
Hoe heb je de overgang ervaren van
studeren naar werken?
Ik vond deze overgang redelijk pittig.
Wanneer je gaat werken moet je namelijk in
een bepaald ritme komen en het duurde best
wel even voordat ik hieraan gewend was. Je
werkdagen zijn vrij intensief en je moet je
hoofd er goed bijhouden. Tijdens je studie
kun je alles plannen zoals het jou het beste
uitkomt.
Hoe ben je terecht gekomen bij BDO?
Afgelopen december ben ik begonnen met
een stage bij BDO. Dit zou in eerste instantie
een scriptiestage zijn, aangezien alleen nog
mijn scriptie op het programma stond. Echter
vond ik het een belangrijke toevoeging voor
mezelf om ook nog een commissie te gaan
doen bij de CT. Ik wilde het ‘studeren’ nog
een jaartje rekken. Daarnaast kreeg ik de
mogelijkheid om bij BDO praktijkervaring
op te doen in combinatie met het schrijven
van mijn scriptie. Dat heb ik met beide
handen aangegrepen en zodoende ben ik
als werkstudent aan de slag gegaan. Op
een gegeven moment moest ik echt vaart
zetten achter mijn scriptie en heb ik ervoor
gekozen om me volledig te richten op mijn
scriptie. In de tussentijd kreeg ik een contract
aangeboden bij BDO per september dit jaar.
Hoe bevalt het bij BDO Amstelveen?
Ik heb ervoor gekozen om fulltime aan
de slag te gaan bij BDO na mijn stage en
werkstudentschap. Dit zegt wel iets over
hoe ik de sfeer vind binnen BDO. Tijdens
mijn werkstudentschap en stage had ik
het hier al direct naar mijn zin. Ik werd
uitstekend opgevangen door niet alleen mijn
btw-collega’s, maar ook door collega’s van
andere teams. Iedereen is wel mijn kamer
binnengestapt voor een kort praatje. Tevens
zijn, in tegenstelling tot andere organisaties,
de lijntjes naar de partners van BDO heel
kort. Ik werkte daarom ook veel samen met
de partner. Hierdoor leer je in korte tijd veel
uit de praktijk, omdat je alles te horen krijgt
van iemand met jarenlange ervaring. Op
mijn afdeling zitten alleen maar vrouwen, op
de partner na. Het was wel even spannend
voor mij en voor het team hoe ik me staande
zou houden tussen alleen maar vrouwen,
maar deze afdeling bevalt me uitstekend tot
nu toe.
Op welke afdeling werk je?
Momenteel ben ik werkzaam op de afdeling
btw. Mijn werk staat vooral uit algemene
btw-vraagstukken. Voor mij was het een
bewuste keuze om niet bij de Big Four
te beginnen. Bij BDO word je allround
opgeleid en de klantenportefeuille is zeer
divers. Daarnaast krijg je alle ruimte om te
ontdekken op welk vlak je interesses liggen
en wat je talenten zijn. Verder werk ik niet
de hele week op de vestiging in Amstelveen;
één of twee dagen per week gaan mijn btwcollega’s en ik naar een ander kantoor. Ik
werk bijvoorbeeld één dag in de week op
kantoor BDO Haarlem. Dat maakt je werk en
je omgeving erg afwisselend en leuk.
Maak je lange werkdagen?
Hoe lang je werkdagen zijn heb je zelf in de
hand. Het gaat erom dat je je uren gedurende
de week kunt verantwoorden, daarom wordt
er gewerkt met productiviteitspercentages.
De ene keer moet je wat langer doorwerken
dan de andere keer, maar dat hoort er bij. De
kantine biedt hier geen mogelijkheid voor
warme maaltijden; dat zegt volgens mij
genoeg.
Wat vind je het leukste aan je werk?
Het leukste aan mijn werk vind ik dat ik
eigenlijk betaald word om te studeren; je
leert hier elke dag weer nieuwe dingen.
Verder bevinden mijn klanten zich vooral in
de MKB-sfeer, waardoor zij erg bereikbaar
zijn. Je komt hierdoor vaak direct met de enig
aandeelhouder / directeur aan tafel te zitten.
Bij multinationals heb je vaak te maken met
een afgevaardigde van het bedrijf. Je leert
door je contacten met je klanten niet alleen
de fiscale problemen kennen, maar ook hun
drijfveren en doelen. Binnen de btw-afdeling
zijn de vraagstukken heel concreet, terwijl
de vraagstukken onder de vpb-afdeling
veel abstracter zijn. Vraagstukken die ik
bijvoorbeeld voor mijn kiezen krijg is, wat
te doen als iemand met Bitcoins betaald?
Zelf bezit ik ook een variant van de Bitcoin,
waardoor het vraagstuk direct toepasbaar
wordt mijzelf en mijn omgeving.
Hoe zie je de toekomst voor je?
De toekomst zie ik zeer positief in. Ik wil
me de komende jaren verder ontwikkelen
binnen mijn beroep als fiscalist. Hoe snel je
doorgroeit heb je bij BDO zelf in de hand; ik
zal hard moeten werken om mijn ambities te
realiseren. Dat is niet erg want ik ben heel blij
met mijn baan; ik werk met leuke collega’s
voor een heel divers klantenpakket en heb
een heel fijn team. Verder hoop ik mijn
platencollectie uit te breiden tot het moment
er niets meer in mijn kast past.
Heb je nog advies voor studenten?
Zoals ik al eerder heb gezegd is het goed
om actief te worden binnen de CT. Dit is
niet alleen erg leuk, maar het staat ook
goed op je CV. Je maakt nieuwe vrienden
en legt contacten met kantoren. Kortom,
het vergroot je netwerk. Hard studeren is
belangrijk, maar kantoren vinden het ook
belangrijk dat je activiteiten naast je studie
hebt gedaan. Zo laat je zien dat je jezelf ook
op een ander vlak ontwikkeld hebt. Zelf heb
ik nog een extra jaartje gestudeerd, om onder
andere nog een commissie te kunnen doen.
Daar heb ik erg veel van geleerd en genoten!
De Tien...
De Tien...
Door:
Artjom Bagramjan
deAANSL AG!
meest voorkomende items in kerstpakketten
“It’s the most wonderful time of the year!” Dan hebben we het natuurlijk over Kerstmis en dat betekent traditiegetrouw dat er weer een hele boel kerstpakketten uitgedeeld zullen worden. Waar het in
de negentiende eeuw begon bij boeren die hun knechten een mandje met eten cadeau deden om de
winter door te komen, is het inmiddels gemeengoed dat de werkgever zijn waardering toont door een
mooi pakket samen te stellen voor zijn werknemer. Natuurlijk zijn er een aantal items in de geliefde
kerstpakketten die elk jaar terugkeren.
1.Chocolademelk
Een witte kerst is in Nederland misschien niet vanzelfsprekend, dit neemt echter niet weg dat het kwik de laatste jaren onder de nul schiet. Niets is lekkerder dan met een kop
warme chocolademelk op de bank ploffen. Naast het feit
dat je er lekker van opwarmt, is chocolademelk ook erg gezond. Het bevat namelijk antioxidanten, deze stabiliseren je
bloeddruk en zijn goed voor de hart- en bloedvaten. Voor de
gestreste studenten onder ons hebben ze nog een voordeel:
je concentratievermogen wordt er een stuk beter van tijdens
het studeren!
2.Thee
Voor degenen die niet zo van chocolademelk houden, is thee
een goede vervanger. Mocht je bang zijn dat de calorieën de
pan uitrijzen, dan is thee het antwoord op een koude winterdag. De goeddoordachte werkgever houdt daar natuurlijk
rekening mee.
3.Wijn
Wie kerst zegt, zegt kerstdiner. En wie kerstdiner zegt, zegt
wijn. Het gaat er niet om of het een zevengangen diner is of
een driegangen diner. Waar het wel om gaat, is de wijn, iets
wat vaak een doorslaggevend punt zal zijn bij het bepalen of
het diner geslaagd was.
4.Soepstengels
Hoewel werkgevers het kerspakket niet per se voorzien van ingrediënten om een lekkere soep te maken, gaan zij er blijkbaar
wel vanuit dat het op tafel staat met Kerst. De soepstengels
missen namelijk zelden in het pakket.
5.Pannenkoekenmix
Het kerstdiner is inmiddels verleden tijd. De nodige kilo’s zijn
alweer op de weegschaal te zien, maar toch wil je nog heel
even genieten en de goede voornemens even uitstellen. Het
kerstontbijt is je laatste kans. Op een rijk gevulde tafel kunnen de pannenkoeken natuurlijk niet ontbreken.
6.Meringues
Meringue is eigenlijk gewoon een duur woord voor
schuimpje. En aangezien Kerstmis vaak een duur feest is,
zijn dure woorden dan ook erg toepasselijk. Het fijne aan
meringues is dat ze erg luchtig zijn. Daarom maken ze vaak
deel uit van een luchtig dessert, na een uitgebreid zwaar
kerstdiner.
7.
Kerstkransen en spritsen
De kaarsjes branden, je hebt een kop warme chocolademelk
en zit lekker voor de openhaard. Het enige wat mist, is iets
lekkers voor bij de chocolademelk. Bedekt met amandelschaafsel of toch in het groen en rood. De kerstkransen en
spritsen liggen voor je klaar!
8.Slagroom
Slagroom, want je kunt er zoveel mee. Op de kerstkrans, in
je warme chocolademelk en voor de slagroom-fanaticus zelfs
tijdens het ontbijt op de pannenkoek.
9.Marshmallows
In de zomer voor boven de barbecue en als je gaat kamperen boven het kampvuur. Echter doe je ze in de winter in de
chocolademelk, zeker wanneer je al dat slagroom zat bent.
10.Kaarsen
Ook aan kaarsen heeft de werkgever gedacht. Om de kerstsfeer nog eens extra te benadrukken, worden de kaarsjes weer
aangestoken. Vroeger zag men kaarsjes als versiering voor in
de kerstboom, alleen is die traditie inmiddels net zo oud als
Prinsjesdag.
De Aanslagcommissie wenst u fijne, gezellige
en mooie feestdagen toe, wat ongetwijfeld wel
gaat lukken na ontvangst van het kerstpakket!
17
18
deAANSL AG!
Bestuursbekendmakingsborrel
Bestuursbekendmakingsborrel
Op 20 juni jongstleden vond niet alleen het Fiscaal Congres, maar ook de Bestuursbekendmakingsborrel
plaats; een hele gezellige en afsluitende borrel van het afgelopen collegejaar.
Eindactiviteit
Eindactiviteit
deAANSL AG!
Maandag 23 juni, terwijl Nederland tegen Chili speelde, vond in Rhoon de Eindactiviteit plaats. Menig
CT-lid kon zijn kunsten vertonen op de pitch en putt-baan. Naderhand werd er gezorgd voor een heerlijke
barbecue.
19
20
deAANSL AG!
Docentartikel
Prinsjesdag: van Koning,
prinsjes en Zwarte Piet
Door:
Mr. Michiel P.L. Adriaansen, Wetenschappelijk medewerker Fiscaal Economisch Instituut (EUR)
Het was alweer even geleden dat ik was gevraagd
een bijdrage te leveren aan het verenigingsblad
van de Rotterdamse Fiscalisten Vereniging Christiaanse-Taxateur. Met alle genoegen heb ik aan
dit verzoek gehoor gegeven. Het thema van deze
uitgave van De Aanslag is: “De fiscus viert!” Hiermee wordt de relatie gelegd met 200 jaar Prinsjesdag en de feestdagen in december. De bedoeling
was dat ik zou afstemmen met mijn collega Van
Ovost. Dat hebben we in die zin gedaan, dat we
vooral op het eigen terrein zouden blijven. Met
mijn achtergrond in het staatsrecht heb ik ervoor
gekozen om deze bijdrage te richten op Prinsjesdag en een aantal grondwettelijke onderwerpen
van de afgelopen 200 jaar. Na een korte inleiding
volgt een aantal geselecteerde wetenswaardigheden die minder met het fiscale en meer met Prinsjesdag te maken hebben.
1. De Troonrede
Zoals bekend mag worden verondersteld, dat de de Koning eenmaal
per jaar met de Gouden Koets naar de Staten-Generaal komt om de
Troonrede uit te spreken. Deze Troonrede wordt uitgesproken op
Prinsjesdag. De Koning geeft dan een uiteenzetting van het door de
regering in het komende parlementaire jaar te voeren beleid. In de
Grondwet is dit als volgt opgenomen:
“Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te
bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal een uiteenzetting van
het door de regering te voeren beleid gegeven.” (art. 65 GW)
Na het lezen van de Troonrede overhandigt de minister van Financiën de rijksbegroting op dezelfde middag aan de Tweede Kamer. In
die begroting wordt aangegeven wat de regering het volgende jaar
voornemens is te doen, hoeveel dat naar verwachting gaat kosten
en hoeveel belasting de regering daarvoor nodig acht. De Troonrede
en het indienen van de begroting zijn aan elkaar gerelateerd op basis van de volgende grondwettelijke bepaling:
“1. De begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk
wordt bij de wet vastgesteld.
2. Jaarlijks worden voorstellen van algemene begrotingswetten door
of vanwege de Koning ingediend op het in artikel 65 bedoelde tijdstip.” (art. 105 GW)
2. De eerste keer
We gaan twee eeuwen terug. Prins Willem Frederik van OranjeNassau werd in 1813 uitgeroepen tot vorst. Hij stelde eind dat jaar
een commissie in om een grondwet te ontwerpen. Op 29 maart
1814 werd het voorstel goedgekeurd tijdens de Vergadering van
Notabelen. Notabelen die door de vorst zelf waren aangewezen.
De vorst had in die tijd relatief veel macht en de Staten-Generaal
weinig.
De Troonrede werd vervolgens voor het eerst uitgesproken op 2
mei 1814. Dit gebeurde ter gelegenheid van de opening van de
zitting van de Staten-Generaal. Het jaar 1814 is daarbij als start-
punt aangehouden. Het is het jaar dat de Grondwet voor de Vereenigde Nederlanden in werking was getreden. Daarom vierden
we dit jaar het 200-jarig bestaan van Prinsjesdag, waarmee in
essentie het uitspreken van de Troonrede wordt bedoeld.
3. Arithmétique Hollandaise
De Grondwet van 1814 werd in 1815 reeds vervangen. Door de hereniging van Nederland en België was een nieuwe grondwet nodig.
Willem stelde een Grondwetscommissie in die met een voorstel
kwam. Onderdelen waren de introductie van het twee kamerstelsel
en gelijke rechten voor alle godsdiensten. Het meest interessante
gebeurde vervolgens niet in Den Haag, daar werd het voorstel volgens verwachting goedgekeurd. In de Zuidelijke Nederlanden verliep het anders dan Willem had gepland.
In België was weerstand tegen de nieuwe Grondwet. Van de 1604
benoemde Belgische notabelen stemden er 1323. Van de uitgebrachte stemmen waren er 796 tegen en 527 voor het voorstel. Niettemin werd de grondwet aangenomen op 24 augustus 1815. Koning
Willem I telde namelijk de afwezige stemmen (281) en de neenstemmers wegens de godsdienstaspecten (126) als voorstemmers.
Koning Willem I proclameerde in augustus 1815 dan ook als volgt:
“En alzoo Ons na deze optelling en vergelijking der respectivelijk uitgebragte stemmen geen twijfel overblijven kan omtrent de gevoelens
en wenschen der groote meerderheid Onzer gezamenlijke onderdanen en de toestemming dier meerderheid ten volle gebleken is, aarzelen Wij niet, maar achten ons integendeel verpligt het ontwerp, dat
Onzentwege aan de Staten-Generaal en aan de notabelen medegedeeld is, plegtig te bekrachtigen en te verklaren, zoo als Wij verklaren
bij deze, dat de daarin vervatte bepalingen, van dit ogenblik af uitmaken de Grondwet van het Koningrijk der Nederlanden.” (Proclamatie
van 24 augustus 1815)
De door de Koning gebruikte rekentruc staat bekend onder de zogenaamde ‘arithmétique Hollandaise’. Met behulp van deze truck
werd de Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden in 1815 een
feit.
4. Inhoud
We gaan door naar halverwege de negentiende eeuw. Vanuit staatsrechtelijk oogpunt vond in 1848 een volgende belangrijke verandering plaats met de grondwetswijzing. Thorbecke kreeg in 1848 de
opdracht van Koning Willem II de ministeriele verantwoordelijkheid te introduceren in de Nederlandse Grondwet. Voorafgaand aan
die wijzing was de inhoud van de Troonrede afkomstig van de Koning. Met de aanpassing van de Grondwet in 1848 wordt de inhoud
van de Troonrede bepaald door de ministers.
“De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.” (art.
53 Grondwet 1848)
Opmerkelijk kan worden genoemd, dat een dergelijk voorstel reeds
door de Grondwetscommissie van 1815 was gedaan. Van Belgische
zijde was het voorstel aangereikt om naar Engels voorbeeld, de ministeriële verantwoordelijkheid in te voeren en dit beginsel in de
Grondwet op te nemen.1 Dit voorstel haalde het niet in 1815. Wil-
Docentartikel
lem zag het toen niet zitten. Ook Willem II toonde zich in 1845 geen
voorstander van de ministeriële verantwoordelijkheid. Hij zou tijdens een kabinetsraad van september 1845 de volgende woorden
hebben gebruikt om zijn standpunt kracht bij te zetten:
“Ik offer de prerogatieven der Kroon niet op. Als men het schavot voor
mijn ogen opricht, zal ik het schavot beklimmen en mijn hoofd geven,
liever dan te ondertekenen.”2
De Jong merkt over deze uitlating op dat in maart 1848, nog geen
twee-en-een-half jaar later, niet de oprichting van enig schavot
maar het gerucht van de naar Duitsland en Oostenrijk overgeslagen
Franse Februarirevolutie voldoende was om de Koning in 24 uur van
zeer conservatief zeer liberaal te maken.3 De ministeriële verantwoordelijk werd in 1848 ingevoerd en is het startpunt gebleken tot
een sterkere parlementaire controle. De macht van de Koning werd
ingeperkt. De ministers werden verantwoordelijk voor het beleid.
en de Tweede Kamer kreeg meer invloed.
5. Dagen van de week
Het uitspreken van de Troonrede heeft in de loop van de twee eeuwen in verschillende maanden van het jaar en op verschillende
dagen van de week plaatsgevonden. Art. 64 Gw (1814) bepaalde in
eerste instantie als volgt:
“De Staten Generaal vergaderen ten minste eens in het jaar, en wijders op beschrijving van den Souvereinen Vorst, zoo dikwijls, als Hij
zulks noodig oordeelt. Hunne gewone vergadering wordt geopend op
den eersten maandag in November.” (art. 64 Grondwet 1814)
Omdat het behandelen van de aan de Troonrede gerelateerde begroting mogelijk te maken, is gekozen voor een eerder moment in
het jaar. Het is uiteindelijk september geworden. De dag van het
uitspreken was in eerste instantie, zoals aangegeven, een maandag.
Sommige Kamerleden woonden echter op grote afstand van Den
Haag en moesten op zondag gaan reizen om op tijd te komen. De
leden van de christelijke politieke partijen wilden dat niet op die
dag en de vervoersmiddelen waren nog niet dusdanig snel dat een
tijdige aankomst op maandag was verzekerd. Aan het einde van de
19de eeuw werd besloten dat een dinsdag handiger was.
6. Benaming
Waarom wordt de dag waarop de Troonrede wordt uitgesproken als
Prinsjesdag aangeduid? Hierop lijkt niet een eenduidig antwoord
gegeven te kunnen worden. Ondanks de steeds verdergaande digitalisering van oude stukken is dit voor mij nog niet duidelijk geworden in de tijd die ik had om deze bijdrage te schrijven. Een van
de verklaringen heeft te maken met de verjaardag van stadhouder
prins Willem V (1748-1806). Zijn verjaardag werd onder de Haagse
bevolking aan het einde van de 18de eeuw groots gevierd. Die dag
werd toen als Prinsjesdag aangeduid.
Een andere verklaring is dat de dag van het uitspreken van de
Troonrede zo heet, omdat Koning Willem II halverwege de 19e eeuw
bij het voorlezen van de Troonrede zijn broer en zijn zonen (de prinsen van Oranje-Nassau) meenam. Het blijft vooralsnog gissen, maar
wat we wel weten is dat de aanduiding Prinsjesdag nog niet bij aanvang van het uitspreken van de Troonrede in 1814 werd gebruikt. Dit
gebeurde eerst op een later moment.
7. Koets
Op Prinsjesdag rijdt de Koning in de Gouden Koets. Ik gaf het in mijn
inleiding al aan. Deze koets is een cadeau van de Amsterdamse bevolking geweest ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin
Wilhelmina op 6 september 1898. Ze wilde op deze dag echter geen
cadeaus ontvangen. Het duurde tot 7 september 1898 totdat zij de
koets in ontvangst nam. De koets is ontworpen en gebouwd door de
gebroeders Spijker. Later werden zij bekend als autofabrikant.
Op het linker zijpaneel van de koets zijn afbeeldingen opgenomen
van halfnaakte zwarte mannen en vrouwen, die hun rijkdommen
deAANSL AG!
aanbieden aan het Koningshuis. In de afgelopen periode is veel gediscussieerd over het fenomeen Zwarte Piet, maar ook het zijpaneel
van de Gouden Koets kwam (wederom) ter sprake. In de aanloop
van de nationale intocht van Sinterklaas in Gouda zijn Stroopwafelen Kaaspieten geïntroduceerd. Van een aanpassing van de Gouden
Koets lijkt vooralsnog geen sprake. Maar mogelijk dat de nog steeds
bestaande Glazen Koets weer stilaan in beeld komt. Die koets werd
in het verleden veelvuldig gebruikt voor de rit op Prinsjesdag en is
geruisloos vervangen door de Gouden Koets.
8. Afronding
Ik kom tot een afronding. Deze bijdrage heb ik op 16 oktober 2014
voltooid. Prinsjesdag 2014 ligt achter ons en het sinterklaasfeest
moet nog komen. Een lege zak kruidnoten ligt op mijn bureau. De
kruidnoten hebben goed gesmaakt tijdens het schrijven van deze
bijdrage. Ik heb wel geconcludeerd dat de reis door twee eeuwen
voor mij meer vragen dan antwoorden opleverde. Het goede voornemen wordt dan ook om me hierin verder te verdiepen in het nieuwe jaar. Ik sluit af met een het gaat u goed.
1
D.J. Elzinga, R. de Lange & H.G. Hoogers, Van der Pot-Donner, Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink
2006, p. 177; H.T. Colenbrander, Ontstaan der Grondwet, deel 2, 1909,
p. 114 e.v. en 147 e.v.
2
Notities van J.B. van Son, minister van rooms-katholieke eredienst,
18 sept. 1845, a.v., p. 250.
3
L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 1 Voorspel, Den Haag: Martinus Nijhoff 1969, p. 26-27.
21
22
deAANSL AG!
Fiscaliteit in Perspectief
Fiscaliteit in Perspectief
Door:
Linda Wisse
Meningen zijn er om te delen en dus ook in deze editie worden interessante niet-fiscalisten gevraagd wat
zij denken bij het onderwerp fiscaliteit en onze studie. Verschillende studenten van een andere faculteit
of studie hebben hun gedachten hierover uitgelaten.
Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Evert Rinkel
19 jaar
Liberal Arts & Sciences
Erasmus University College
Het motto van de Belastingdienst ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’, is
een stelling die mij wel aanspreekt. Niet zozeer dat het makkelijker wordt om als burger zelf
belastingzaken te regelen, maar vooral omdat het hele belastingstelsel simpeler wordt gemaakt en ik denk dat hier een mooie weg vrij ligt voor toekomstige fiscalisten. Mijn studie
is heel breed en bestaat uit veel verschillende disciplines, maar Fiscale Economie lijkt mij
juist vrij specifiek. Dit is zeker niet erg, want expertise in de fiscaliteit is naar mijn mening
heel waardevol. Het is belangrijk voor de hele Nederlandse economie dat het belastingsysteem soepel draait. Zelf zou ik niet snel voor de studie Fiscale Economie kiezen, vooral vanwege de vele wiskunde en statistiek die erbij komt kijken, maar ik laat het graag over aan
mensen die daar wel van houden. Bovendien hoop ik zelf later op een ander soort kantoor
te werken dan mensen in het bedrijfsleven. De internationale aspecten van de fiscaliteit
zouden mij wel aanspreken, wellicht kunnen we in Nederland leren van andere landen. De
term ‘belasting’ heeft in de samenleving vaak een negatieve lading en ik heb het idee dat
daarom weinig mensen graag in deze tak van de economie willen werken. We kunnen echter niet zonder fiscalisten en ze dragen hun steentje bij aan een goed draaiende economie,
dus dat geeft wel aan dat studenten van deze studie zeer belangrijk zijn voor de toekomst!
Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Marjelle Molenaar
19 jaar
Bos- en Natuurbeheer
Wageningen Universiteit
Fiscaliteit, alleen van het woord lezen word ik al blij, maar dan wel omdat het niet mijn
toekomst is. Dagen achter elkaar rekenen en balansen opmaken, dat klinkt mij vermoeiend
in de oren. Ik houd mij lekker bezig met plantjes en beestjes. Een beetje kijken hoe ecosystemen in elkaar zitten en klimaatvraagstukken aanpakken, dat is meer mijn ding. Gelukkig
zijn er ook mensen die juist volop energie krijgen en blij worden van hele dagen getallen
van elkaar aftrekken of bij elkaar optellen, zodat mijn salarisstrook en subsidies voor natuurinstellingen goed berekend worden. Hartstikke belangrijk dus! De mensen echter die
Fiscale Economie studeren, zullen niet veel buiten komen of op excursie gaan; ik gelukkig
wel. Soms bestaan perioden van mijn studie voor meer dan de helft uit buiten zijn en onderzoek doen in de natuur. Iets wat fiscalisten hoogst waarschijnlijk verschrikkelijk vinden,
een beetje in de regen rond stampen door het bos, maar ik vind het heerlijk. Vooral als ik
dan op allerlei mooie plekjes in Nederland kom en daarvan foto’s kan maken. Nee, doe mij
maar Bos- en Natuurbeheer. Een studie waarvoor ik niet eindeloos naar getalletjes zit te
staren, maar kan dromen van een toekomst vol met prachtige natuur!
Naam Leeftijd: Studie: Universiteit:
Sanne Hordijk
19 jaar
Sociologie
Universiteit van Amsterdam
Beelden van stereotypen en vooroordelen, die hebben we allemaal. Bij mijn studie is de reactie altijd: ‘Ohhh ja, interessant! (Nou niet dus, plus je weet eigenlijk niet wat het inhoudt)’ of
‘Oh ja super leuk, dat past wel bij jou, want jij bent super sociaal ook!’ Het beeld is compleet
als het geitenwollensokken-imago nog op tafel komt en mijn baankansen ingeschat worden. Gelukkig weet ik zelf wat Sociologie is en vind ik mijn studie heel tof. Iedereen zal daarentegen wel eens gek worden van het antwoord dat altijd volgt als je vertelt wat je studeert.
Nu moet ik zeggen dat ik bij economie en fiscaliteit meteen denk aan een studie met veel
meer jongens. Jongens (en wat stoere, ijverige meiden) die veel geld gaan verdienen later in
het bedrijfsleven, makkelijk een baan gaan vinden en eigenlijk ook al uit een goed milieu
komen wat een baantje op niveau wel ten goede komt. Daarnaast heb ik respect voor deze
studenten, want de studie lijkt me enorm pittig. Misschien ook omdat economie mij niet ligt
en recht mij wat saai lijkt. We zullen zien of jullie later meer en gemakkelijker verdienen dan
deze sociale socioloog…
Thuis bij...
deAANSL AG!
Thuis bij...
Door:
Julia Hensems
Artjom Bagramjan
Elke editie gaat De Aanslagcommissie bij een CT-lid
langs om te kijken waar hij of zij zijn of haar dagen
vertoeft in de ‘mooiste rotstad die er is’. Deze keer was
het de beurt aan Julia Hensems, een actieve studente
in Rotterdam.
Kun je iets over jezelf vertellen?
Mijn naam is Julia Hensems en ik ben negentien jaar oud. Ik kom uit
Berkel en Rodenrijs en ben nu tweedejaars studente Fiscaal Recht.
Verder werk ik als Ambassador voor de Erasmus School of Law en
ben ik actief bij mijn studentenvereniging. Ook ga ik twee keer per
week naar sportlessen en als ik tijd heb, zing en speel ik graag gitaar.
Sinds dit jaar maak ik ook deel uit van de Activiteitencommissie van
de CT.
Waar woon je in Rotterdam en hoe ben je aan je kamer gekomen?
Ik woon al iets meer dan een half jaar in Kralingen op de Oostzeedijk met twee huisgenootjes. Kennissen van mijn ouders hebben
een aantal jaar geleden een woning gekocht voor hun studerende
zoon, wat zij aan hem en zijn vrienden verhuren. Dit beviel hen
goed en mijn ouders waren in de mogelijkheid om dit ook te doen,
zo ben ik dus aan mijn kamer gekomen!
Hoeveel bedraagt je huur per maand?
350 Euro inclusief gas, water en elektriciteit.
Hoe combineer je al deze activiteiten en het huishouden met
jouw studie?
Gedurende mijn eerste jaar vond ik dit nog best lastig te combineren en door mijn minder soepele start, kreeg ik al gauw door dat ik
toch echt wat meer aan mijn studie moest gaan doen. Ik leef niet
voor het studeren, maar ik heb toch wel enige ambitie. Vorig jaar
heb ik steeds meer discipline aangeleerd en daarom gaat het combineren en plannen nu steeds beter.
Wat vind je belangrijk aan jouw studie?
Ik vind het vooral belangrijk om niet alleen maar theorie mee te
krijgen tijdens mijn studie, maar ook wat praktijkervaring. Vandaar
dat ik ook zeker de ambitie heb om stage te gaan lopen bij bedrijven
voordat ik echt aan het werk ga en niet meer student ben. Daarnaast vind ik het belangrijk om het naar mijn zin te hebben op mijn
studie! Samen studeren met vrienden en vriendinnen maakt het al
een stuk leuker en makkelijker om door te zetten wanneer je er even
helemaal klaar mee bent.
Wat vind je de mooiste plek in Rotterdam?
Voor mij is dat het park de Oude Plantage. Dit is namelijk perfect gelegen voor mij: tussen mijn huis en de universiteit in en direct aan
de Maas. Daarnaast heb je daar de ultieme rust en geen last van de
stadsgeluiden of auto’s. In de zomer lig ik hier lekker in het gras of op
de steiger met mijn huisgenootjes en heb je uitzicht op de prachtige
Erasmus- en Willemsbrug.
Hoe zie je jezelf over tien jaar?
Over tien jaar hoop ik een uitdagende baan te hebben in het management van een bedrijf. Waarschijnlijk woon ik nog gewoon in
ons koude kikkerlandje en wie weet heb ik leuke vriend of ben ik
zelfs getrouwd. Kinderen zijn zeker welkom, maar daar wacht ik nog
wel even mee! Daarnaast kijk ik uit naar een mooie inloopkast in
mijn huis voor de belangrijke dingen in het leven
23
24
deAANSL AG!
Kantoorinterview EY
Kantoorinterview
bij EY
Paul Joosten
Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort
Naam: Paul Joosten
Leeftijd: 25 jaar
Studie: Fiscale Economie
Afdeling: Indirect Tax
Favoriete plek in Rotterdam: Westerkwartier
Paul Joosten heeft Fiscale
Economie gestudeerd aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
Hij heeft inmiddels zijn scriptie
afgerond, medio oktober zal
Paul afstuderen en vervolgens
starten bij EY. Naast zijn studie
heeft Paul verschillende nevenactiviteiten verricht. Hij vindt
het belangrijk dat je als student
voornamelijk
jezelf
kunt
ontwikkelen; nevenactiviteiten
zijn daar een handige tool voor
geweest. Ondertussen is Paul
klaargestoomd om zich te richten
op het bedrijfsleven.
Welke activiteiten heb je naast je studie
gedaan?
Tijdens mijn studie werd ik lid van zowel
een studentenvereniging als de CT. Binnen
mijn dispuut heb ik een bestuursfunctie
mogen vervullen, waarbij er vooral veel
dingen georganiseerd moesten worden
en het belangrijk was dat ik de contacten
binnen het dispuut en de vereniging warm
hield. Bij de CT maakte ik deel uit van de
Activiteitencommissie. Als commissie
hebben we onder andere het jaarlijkse
voetbaltoernooi en het Actievenweekend
naar Hamburg georganiseerd. Al met al
heb ik een ontzettend leuke tijd gehad!
Wat heb je van de activiteiten naast je
studie geleerd?
Door dingen naast mijn studie te doen
heb ik bepaalde competenties ontwikkeld,
die het nu voor mij makkelijk maken om
met mensen in contact te komen en deze
contacten te onderhouden. Hierdoor is
de overgang van studentenleven naar
bedrijfsleven voor mij vrij eenvoudig
geweest.
Op welke afdeling ga je werken?
In november zal ik starten bij de afdeling
Indirect Tax, wat zowel de douane- als de
btw-praktijk omvat. Hier zal ik mij gaan
richten op btw-vraagstukken. Binnen de
btw kun je een hoofdscheiding maken
tussen de nationale btw-praktijk en de
internationale variant. Hiertussen moet
ik echter nog gaan kiezen. De eerste twee
jaren zal ik in ieder geval van alles leren
op het gebied van Indirect Tax. Vervolgens
zal ik doorgaan in de specialisatie die ik
leuk vind. Op dit moment deel ik mijn
kamer met twee collega’s die actief zijn in
de internationale btw-praktijk. Op deze
manier zal ik de komende tijd vanzelf
merken welk vakgebied ik het leukst vind.
Hoe omschrijf je de overbrugging van
universiteit naar praktijk?
Doordat ik meerdere werkstudentschappen
heb gelopen wist ik redelijk goed in te
schatten wat er van me verwacht zou
worden als werknemer bij EY. Op de
universiteit had ik wel eens het gevoel
dat ik arresten las waarvan ik dacht
dat ik die vast niet meer in de praktijk
zou tegenkomen, maar tegenwoordig
komen zoveel bizarre arresten langs
die ik toch nodig blijk te hebben en ik
ook interessant vind. De praktijk is heel
anders dan studeren. Je moet veel meer
zelf uitzoeken wanneer je gaat werken.
Ook als werkstudent bij EY kreeg ik
steeds meer op mijn bord. Met allerlei
aspecten van de btw ben ik inmiddels in
aanraking gekomen. Zo heb ik aangiftes
gedaan, waarbij
ik
inkoopfacturen
moest beoordelen van een ‘due diligence’
onderzoek van een Australische dochter en
heb ik adviezen geschreven, bijvoorbeeld
over het verstrekken van mobieltjes
aan werknemers. Je studie gebruik je
voornamelijk als basis, zodat je weet waar
je wat moet zoeken en gevoel hebt voor de
materie. Ik merk nu al dat ik heel veel heb
bijgeleerd op het gebied van de btw.
Wat was je mooiste leermoment geweest?
Wat ik erg mooi vind aan mijn tak is de
tastbaarheid ervan. Indirect Tax is heel
tastbaar aangezien het ondernemers
betreft, die je af en toe nog tegen kunt
komen op straat. De vpb-afdeling
daarentegen is veel abstracter. Mijn
mooiste opdracht tot nu toe is er een die ik
gehad heb toen ik in Amsterdam werkte.
Turkse studenten waren een onderneming
gestart in Turkije en waren bezig met
de verkoop van hoofddoeken en alles
wat met het geloof te maken had. Hun
business werd ondertussen heel groot in
Europa, maar het probleem was dat zij hun
zaakjes niet optimaal hadden geregeld. Ze
moesten zich gaan registeren in Nederland
en andere Europese landen. Wij moesten
uitzoeken hoe zij hun onderneming zo
optimaal mogelijk konden organiseren. Dit
was een heel leuke opdracht.
Eerst heb je stage gelopen bij het
Ministerie van Financiën. Vervolgens ben
je als werkstudent begonnen bij EY en tot
slot heb je stage gelopen bij STP. Wat heeft
een rol gespeeld bij jouw keuze voor EY?
Ik heb een jaar langer over mijn bachelor
en master gedaan, waardoor ik een jaar uit
kon trekken om stage te lopen. Via het vak
Tax Policy ben ik terechtgekomen bij het
Ministerie van Financiën. Echter wilde ik
nog verder kijken dan dit; ik wilde weten
hoe het zou zijn om de advieskant op te
gaan. Toen kwam EY op mijn pad. Verder
wilde ik dit ook nog met een klein kantoor
vergelijken, daarom heb ik daarna nog
stage gelopen bij STP. Als conclusie trok ik
eruit dat het leuk en verstandig zou zijn
om bij een groot kantoor te beginnen,
aangezien de mensen meer ervaren zijn
en ik het idee had dat ik meer zou leren. De
ondersteuning die ik krijg bij EY komt meer
ten goede van mijn eigen ontwikkeling.
Hoe bevalt de sfeer bij EY?
De sfeer is erg gemoedelijk! Het
vooroordeel dat er bij Big Four kantoren
een elleboogcultuur heerst heb ik zeker
niet meegemaakt. Bij mij op de afdeling
heerst een heel vriendelijke sfeer. Wat dat
betreft weet ik dat ik een goede keuze heb
gemaakt. Verder ben ik ook met EY naar
Amerika geweest via een programma
betreffende de beste intern van Nederland.
Met twee collega’s mocht ik daar een week
lang lezingen volgen. Ik zie het zeker als
een toevoeging dat EY deze mogelijkheden
biedt.
Wat kun je, aan de hand van jouw eigen
ervaringen, fiscale studenten aanraden?
Mijn ervaring leert dat werkgevers niet
zitten te wachten op iemand die binnen
vier jaar uitgestudeerd is, ook al heb je
erg hoge cijfers. Hoe je jezelf ontwikkelt
is voor kantoren ook zeer belangrijk. Zorg
er daarom voor dat je jezelf ontwikkelt en
neem de tijd hiervoor! Dit is een proces
waar je niet alleen zelf beter van wordt,
maar dit heeft ook een positief effect op de
mensen met wie je samenwerkt.
Kantoorinterview EY
deAANSL AG!
Kantoorinterview
bij EY
Susan Saboor
Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort
Naam: Susan Saboor
Leeftijd: 25 jaar
Studie: Fiscale Economie
Afdeling: International Tax Services
Favoriete plaats in Rotterdam: Witte de Withstraat
Susan heeft Fiscale Economie
gestudeerd aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. Zij heeft
een actieve studententijd gehad.
Zo is Susan lid geweest van de CT
en deed ze actief mee met door de
CT georganiseerde activiteiten.
Verder heeft zij binnen de SBR
(Stichting
Belastingwinkel
Rotterdam) een bestuursfunctie
vervuld. Pas geleden is ze gestart
als consultant International Tax
Services. In dit interview zal
blijken hoe zij daar terecht is
gekomen en hoe het is om voor
EY te werken. Hoe dan ook, haar
doel is om ervoor te gaan!
Hoe verliep je studententijd en waar heb
je van genoten?
Toen ik in Rotterdam ging studeren ben
ik lid geworden van de CT. Een commissie
heb ik niet gedaan, maar ik was wel bij
de borrels, de kantoorbezoeken en de
jaarlijkse studiereis. Het leukste vond
ik de reis naar Mumbai. Het is niet een
land waar je zomaar naartoe gaat en
met een leuke groep studenten werd het
ook het toppunt het jaar. In Mumbai zijn
we ook langs het uitgesproken gebouw
van EY geweest. Destijds was ik nog niet
werkzaam bij EY, maar het was leuk om het
kantoor gezien te hebben. In mijn derde
jaar heb ik een bestuursfunctie mogen
vervullen bij de SBR, op die manier heb ik
veel mensen leren kennen en mijn fiscale
netwerk kunnen uitbreiden. Ik kan daarom
iedereen aanraden om actief te zijn naast
je studie. Ik heb er in ieder geval een goed
netwerk aan overgehouden en er bovenal
enorm van genoten.
Hoe ben je bij EY terecht gekomen?
Ik ben met EY in contact gekomen via
de Fiscale Bedrijvendag van de CT. Zo’n
bedrijvendag vind ik echt een heel goed
concept. Ik had aangegeven dat ik op
gesprek wilde komen bij EY en zodoende
heb ik op de Bedrijvendag een gesprek
gehad met de recruiter en iemand die
werkzaam was bij de afdeling International
Tax Services van EY. EY trok mij altijd al
heel erg. De evenementen van EY waren
altijd goed georganiseerd en ik had een
goede klik met de recruiter. Verder vond ik
de werknemers van EY erg toegankelijk en
aangenaam. Toen ik aan de slag mocht als
werkstudent voelde ik mezelf hier erg op
mijn plaats. Tijdens evenementen krijg je
een bepaalde indruk van kantoren, maar
als werkstudent kom je er pas echt achter
hoe de sfeer binnen het bedrijf is en hoe
het is om in een team te werken. Ik heb
tien maanden lang werkstudentschap
bij EY mogen lopen. Hierna ben ik drie
maanden vrij geweest om mijn scriptie af
te maken en vervolgens kreeg ik een baan
aangeboden bij EY.
Hoe bevalt de sfeer bij EY?
Zoals ik al gezegd heb vind ik de sfeer
binnen EY heel erg goed. We werken in
een jong team met ‘outgoing’ collega’s.
Verder is de omgang met elkaar ook heel
erg persoonlijk. De gemiddelde leeftijd
op mijn afdeling zal tussen de dertig en
de vijfendertig liggen Je maakt lange
werkdagen, dus het is heel belangrijk dat je
collega’s om je heen hebt waar je goed mee
om kunt gaan.
Hoe heb je de overgang naar de praktijk
ervaren?
Mijn eerste werkdag als werkstudent
vond ik heel spannend. Gelukkig werd ik
erg open ontvangen, waardoor het veel
minder eng was dan ik had dacht. Ik werkte
drie dagen in de week als werkstudent en
was voornamelijk bezig met interessante
opzoekklusjes. De flexibiliteit die EY mij
heeft geboden heb ik als zeer fijn ervaren.
Wat een verschil is tussen studeren en
werken is dat op de universiteit de stof
heel globaal behandeld wordt, terwijl je
nu heel diep op de stof ingaat. Je leert veel
met regels en stappen werken. Daarnaast
moet je als fiscalist de vaktechniek
goed bijhouden. Dit doe je door het
vakstudienieuws te lezen dat wekelijks
uitkomt. Het is erg belangrijk dat je als
fiscalist ‘up-to-date’ bent; er gebeurt zoveel
binnen de fiscaliteit. Je kan geen verouderd
advies aan klanten geven, dus bijblijven is
essentieel.
Op welke afdeling werk je nu? Wilde je
hier altijd al werken?
Op dit moment werk ik op de afdeling
International Tax Services, waar het vooral
gaat om de vennootschapsbelasting in
een internationaal perspectief. Ik ben blij
met de plek waar ik nu zit, maar vroeger
twijfelde ik altijd tussen de btw-praktijk
en afdeling International Tax Services.
Ik wist niet precies op welk vakgebied
ik stage wilde lopen. Ik heb btw altijd al
interessant gevonden, maar toen ik toch bij
International Tax Services aan de slag ging
beviel me dat erg goed. Een van de redenen
dat ik voor International Tax Services heb
gekozen is omdat je bij deze afdeling eerder
de mogelijkheid krijgt om in het buitenland
te gaan werken. Nu ben ik nog consultant
International Tax Services en mag ik nog
niet zomaar naar het buitenland, maar het
is wel gebruikelijk om naar het buitenland
te gaan wanneer je langer werkzaam bent
op deze afdeling. Ik hoop dat mij deze kans
in de toekomst wordt geboden.
Wat kan je de fiscale studenten adviseren
om te doen in hun studentenjaren?
Mijn tip voor studenten is om vooral te
genieten van je studententijd. Het is niet
heel erg om vertraging te lopen als je maar
veel naast je studie hebt gedaan. Zelf heb
ik niet in het buitenland gestudeerd en
dat vind ik jammer. Als je de kans krijgt
om in het buitenland te studeren, zou ik
deze zeker aangrijpen. Wees vooral ook
heel leergierig, dan kom je vanzelf achter
nieuwe dingen!
25
26
deAANSL AG!
Kantoorinterview EY
Kantoorinterview bij EY
Daan van Antwerpen
Door:
Bilge Kucukali & Valérie Visser
Paspoort
Naam: Daan van Antwerpen
Leeftijd: 29 jaar
Studie: Fiscaal Recht
Afdeling: Business Tax Advisory
Favoriete plek in Rotterdam: Witte de Withstraat
Daan
van
Antwerpen
is
doorgegroeid tot Tax Manager
bij EY en werkzaam in Den Haag
en Naaldwijk. Hij heeft Fiscaal
Recht gestudeerd aan de Erasmus
Universiteit Rotterdam. In 2007
werkte hij als werkstudent bij EY.
Hierna is hij aan het werk gegaan
als consultant. Daan is inmiddels
al ruim zes jaar werkzaam bij EY.
Naast zijn kantoorbaan maakt
hij graag tijd vrij voor fitness en
wintersport. Daan zijn tip is om zo
vroeg mogelijk te beginnen met
het opdoen van werkervaring.
Dit kan zijn bij zowel de
Belastingwinkel, als in de vorm
van
een
werkstudentschap.
Het is vooral belangrijk dat je
leert contact te kunnen maken
met klanten om een fiscaal
probleem naar begrijpelijke taal
te transformeren.
Welke activiteiten heb je verricht in je
studententijd?
In mijn studententijd heb ik ongeveer drie
jaar lang, een jaar als medewerker en twee
jaar als groepsleider, bij de Belastingwinkel
gewerkt, waar ik ook de opleidingsavonden
actief heb gevolgd. Daarnaast werd ik in
mijn derde jaar lid bij de CT, waar ik deel
uitmaakte van de Activiteitencommissie.
Zo heb ik de Eindactiviteit en het Diesfeest
mede georganiseerd. Ik heb het actief zijn
naast mijn studie als heel leuk en leerzaam
ervaren.
Hoe heb je de overbrugging van studie
naar praktijk ervaren?
In het laatste jaar van mijn bachelor wilde
ik meer ervaring opdoen, om zo de overstap
naar de praktijk te vergemakkelijken. Ik
wilde graag bij een Big Four kantoor aan
de slag, aangezien daar de mogelijkheid
wordt geboden om in het buitenland te
werken en interne opleidingen te volgen.
Een accountant die ik kende werkte al bij
EY. Hij tipte me dat ze destijds bij EY op
zoek waren naar fiscalisten. Hierdoor ben
ik in contact gekomen met EY en mocht
ik op gesprek komen. Het is goed voor
studenten om in de bachelorperiode al
bepaalde fiscale werkervaring op te doen,
zo kun je de overbrugging van studie
naar praktijk gemakkelijker maken. Een
werkstudentschap laat zien dat de praktijk
totaal anders is dan je studie; in de praktijk
moet je vaak met praktische oplossingen
komen en lastige materie moet je snel
kunnen lezen en begrijpen. Aangezien
je dit niet op de universiteit leert, is de
omslag van studie naar praktijk niet altijd
even makkelijk. Het is een vaardigheid
die je onder de knie moet krijgen, maar
zoals ik al zei, een werkstudentschap helpt
hierbij. Nu ik manager ben heb ik veel
eigen verantwoordelijkheid. Als manager
bestaat er niet echt een typische werkdag,
het is heel dynamisch; alles gebeurt door
elkaar heen. Er zijn projecten die langer
doorlopen, maar vaak komen hier ook
kleine dingen tussendoor.
In het verleden heb je verschillende
functies vervuld bij EY. Ook heb je in
het buitenland gewerkt. Kun je meer
vertellen over je ervaringen op dit gebied?
Ik begon bij EY als consultant. Vervolgens
werd ik na ongeveer drieënhalf jaar
senior consultant en uiteindelijk ben
ik in 2013 manager geworden. Voor een
managementfunctie moet ruimte zijn op
de afdeling. Je moet werken aan je eigen
klantenportefeuille en voorheen werkte
ik voor andere managers. Gedurende het
(senior) consultantschap groei je als het
ware naar de managerrol toe.
Toen ik na consultant, senior consultant
werd, reisde ik voor drie maanden af naar
Koeweit om daar in de fiscale praktijk
te werken. In Koeweit wordt nagenoeg
geen belasting betaald door bedrijven
met Koeweitse aandeelhouders. Er wordt
echter wel veel (olie)geld verdiend en
dit geld wordt over de grenzen in het
buitenland geïnvesteerd. De fiscale
constructie moet zo zijn dat opbrengsten
uit investeringen (dividenden, royalty’s
etc.) zonder al teveel bronheffing naar
Koeweit toe komen. Koeweit is dan niet de
ideale vakantiebestemming, maar werken
in het buitenland geeft wel een boost aan
je eigen ontwikkeling doordat je kennis
maakt met een andere werkcultuur (een
smeltkroes van Arabische landen) en ander
soort werk. Verder moet je soms voorzichtig
zijn in de benadering van mensen met een
bepaalde culturele achtergrond. Hier heb
ik in Koeweit goed mee leren omgaan. Het
is in ieder geval erg leerzaam om ervaring
in het buitenland op te doen. Deze variatie
in werk geeft de kans om jezelf breder te
ontwikkelen.
Wat is je meest interessante zaak
geweest?
Ik heb niet zozeer een meest interessante
zaak, maar ik vind het vooral leuk om een
klant te verassen. Als ik iets signaleer,
dan kan een klant daar veel voordeel van
ondervinden. Zo was er een bouwbedrijf
met een slechte cashpositie. Deze
klant heb ik verrast met een idee voor
verrekening van een voorvoegingsverlies,
hetgeen direct een teruggaaf van
vennootschapsbelasting (cash) opleverde.
Is er een bepaalde type mens dat bij EY
werkt?
De collega’s die bij mij op de afdeling werken
zijn niet formeel en van haantjesgedrag is
geen sprake; je kunt bij iedereen terecht. Bij
EY heeft iedereen gelijke kansen. Je kunt er
zelf voor kiezen om deze met beide handen
aan te pakken. EY is dus naar mijn idee een
bedrijf dat kansen geeft en open staat voor
allerlei mensen met diverse achtergronden.
Kennismakingsactiviteit
deAANSL AG!
Kennismakingsactiviteit
Door:
Valérie Visser
Donderdagmiddag 11 september was het dan zover: de Kennismakingsactiviteit! We werden traditiegetrouw
om drie uur verwacht bij Atoll. Er was zoveel animo voor het bowlen dat het bestuur helaas toe moest kijken.
Geheel willekeurig werden de studenten over de banen verdeeld, waarna al snel de eerste strikes op de scoreborden te zien waren!
Het kostte even wat moeite, maar even later waren ook de eerste zenuwachtige kennismakingsgesprekjes een
feit. Na ruim een uur gespeeld en gekletst te hebben, kon er nog nagebabbeld worden onder het genot van
een hapje en een drankje! Om half zeven was het klaar met de pret en keerde iedereen weer naar huis. Alle
aanwezigen bedankt voor deze gezellige middag!
27
28
deAANSL AG!
Borrellezing Prinsjesdag
Borrellezing Prinsjesdag:
‘Daadkracht of regeldrift?’
Door:
Bilge Kucukali & Linda Wisse
Op vrijdag 10 oktober heeft de Prinsjesdagcommissie een borrellezing georganiseerd in het kader van
200 jaar Prinsjesdag. Op deze dag stond de daadkracht en regeldrift van de regering ter discussie.
Aan de sprekers was de taak voorgelegd om te betogen waarom de daadkracht boven de regeldrift
uitstijgt of juist andersom. De beleidsvisie van verschillende prominente sprekers werd in een politiek uitdagend spel betoogd. In deze middag is de
verbinding gelegd tussen allerlei maatschappelijke
taboedossiers en verder zijn er mogelijkheden verkend om tot de noodzakelijke hervorming van het
huidige belastingstelsel te komen.
Fiscale problematiek
Na ontvangst van een goodiebag en onder het genot van een versnapering, namen de gasten plaats in de zaal. Om 14.00 uur werd
de spits afgebeten door dagvoorzitter prof. Dr. L.G.M. Stevens: ‘Er is
geen creatievere studieobject denkbaar dan fiscale problematiek,
want als fiscalist zit je zo op de huid van de mens, dat je niets bedacht krijgt in de samenleving zonder dat er een fiscale dimensie
aan zit!’ Het is volgens Stevens dan ook een geweldig voorrecht om
vanuit maatschappelijk engagement te sleutelen aan het fiscale
stelsel en mee te doen aan het debat. Belastingen zijn een belangrijke graadmeter van maatschappelijke solidariteit en solidariteit
is noodzakelijk voor de opbouw van een leefbare samenleving. Er
worden geen afstandelijke en abstracte zaken besproken, maar onderwerpen die nuttig gespreksstof zijn. Waar sta je zelf? Wat doen
wij gezamenlijk en waar kiezen wij samen voor? Stevens geeft ook
aan dat studenten moeten beseffen dat wetenschappers in de collegezaal het grootste gelijk van de wereld denken te hebben en
verder geldt voor wetenschappers dat zij zich altijd moeten inspannen om de wetenschappelijke onafhankelijkheid hoog te houden en dit hun richtsnoer te laten zijn, maar niet zonder respect en
dienstbaarheid naar de samenleving. De belangen in de samenleving zijn zo verschillend dat wat wetenschappelijk zo coherent te
vertellen is moeilijk in de maatschappij van alledag is te realiseren.
Het ideale belastingstelsel zou moeten voldoen aan het tricolon:
eerlijk, eenvoudig en effectief. Hier hebben wij niet aan kunnen
voldoen. Aan de hand van zijn boek, onder andere over hoe het belastingstelsel er uit zou moeten zien, introduceert Stevens enkele
vereenvoudigingsmogelijkheden van het huidige belastingstelsel:
aanpassing van het fiscale woningregime, het pensioenstelsel en
de haalbaarheid van een vereenvoudigende vlaktaks.
Belastingen als loonstrookje van onze verzorgingsstaat
Wat in de wet netjes is onderscheiden, is problematisch in de praktijk van alledag. Wat willen we beschouwen als een collectief goed
dat uit gemeenschappelijk gedragen belastingen moet worden bekostigd en wat zien we als een individueel goed dat via de markt
op basis van het prijsmechanisme wordt verdeeld? De maatschappelijke problemen zijn verbonden met de keuze van het belastingstelsel: is het individueel of is het geënt op het gezinsmodel? De
keuze die hierbij gemaakt wordt, laat ons de spanning voelen tussen eigen- en gemeenschapsbelang. Stevens laat met behulp van
een voorbeeld zien dat deze spanning varieert van de vormgeving
en bekostiging van de zorg tot het onderwijs, van het stimuleren
van het ondernemersklimaat tot milieubescherming. Uit de wet
op inkomstenbelasting reist het gevoel van het Oudhollandse
compromis: we zeggen dat de inkomstenbelasting een individuele
belasting is, maar in de praktijk is dat niet zo. Als men de wetboeken openslaat, is de partner een centraal thema. De behandeling is
namelijk anders wanneer men een partner heeft of zelf partner is.
Volgens Stevens zit men dan ook met andere onderscheidingen
die niet aanwezig zijn voor het arbeidsinkomen. Stevens geeft
daarbij als voorbeeld de terbeschikkingstellingsregeling. Daar is
sprake van een persoonsgebonden inkomen, terwijl het niets met
arbeidsinkomen te maken heeft. Wij maken het persoonsgebonden en daarom is het niet toe te rekenen aan partners. Stevens
pleit voor afschaffing van dergelijke onderscheidingen, want zo
worden zaken ingewikkelder gemaakt dan nodig is.
Stevens is een hartstochtelijk voorstander van het denkmodel van
de vlaktaks en laat dit het programma door ook doen blijken. Bij de
vlaktaks is er namelijk geen sprake van de bovengenoemde problemen, want daar heerst één proportioneel tarief, waardoor het
niet uit maakt bij wie je het belast. Vervolgens geeft Stevens aan
dat de belastingneutraliteit naar leefvorm een groot probleem is:
waarom zou men gezinnen met exact hetzelfde inkomen, met
louter een andere verdeling van zorgtaken, een verschillend bedrag aan belasting laten betalen? Dit probleem is, naar zijn erva-
Borrellezing Prinsjesdag
deAANSL AG!
voor het toenmalige werkgelegenheidsprobleem. Ook kwamen de
Kunduz-onderhandelingen aan bod. Conclusie hiervan is dat politieke en budgettaire obligaties leiden tot problemen die lastig zijn
uit te voeren. Het Kunduz-akkoord over aftrekbare leningen heeft
tot discussies met de belastingdienst geleid met betrekking tot de
uitvoerbaarheid. Er moest een belastingplan komen voor gezonde
overheidsfinanciën en voor het creëren van meer arbeidsaanbod.
Visser geeft daarbij een mooi voorbeeld van de pensioenregeling.
Door het opbouwpercentage terug te brengen naar 1,75% gaat de
pensioenleeftijd omhoog.
ringen, niet op te lossen binnen het huidige stramien. Volgens hem
vervluchtigt het probleem bij het kiezen voor een vlaktaks.
Stevens vervolgt zijn verhaal met de premieheffingen die eigenlijk geen volksverzekering genoemd mogen worden en die ook niet
in de belastingen mogen worden opgenomen, maar tegelijkertijd
wel aan alle voorwaarden voldoen die in de collectieve verzekering
bestreden moet worden. Het is weliswaar zo dat alle eieren in één
mandje worden gelegd, maar zo maken we naar zijn mening wel
een transparant en eenvoudig systeem mogelijk.
Vlaktaks impliceert het probleemdossier van eigen woningen, dat
volgens Stevens verkeerd zou zitten in box 1. De woningmarkt is
in elkaar geklapt. Men zou volgens Stevens geen verschil moeten
maken tussen vermogen in eigen woning en arbitrage zou moeten
worden gestopt. In het huidige systeem van de eigenwoning kennen we de villabelasting, bijtelling voor villa’s zal 2,35% zijn, waardoor we terechtkomen bij de effectieve belastingtarief van box 3,
namelijk 1,2%. Het zou een oplossing kunnen zijn om de villabelasting als een interregnum in te zetten.
Hierna vervolgt Stevens met de meest markante vereenvoudigingsmogelijkheid, namelijk die van de doorschuiffaciliteiten van
het aanmerkelijk belangregime. Deze faciliteiten kunnen worden
doorgeschoven, maar alleen zover de waarde van het doorgeschoven pakket bepaald wordt door ondernemingsvermogen en niet
door beleggingsvermogen. Uitvoeringstechnisch is het enorm
ingewikkeld om bij allerlei gelegenheden te weten welke vermogensbestanddelen een dimensie hebben die wij associëren met
privévermogen en ondernemingsvermogen. Soms is vereenvoudigen gewoonweg afschaffen van wat eerder is opgebouwd, Stevens
noemt dit ook wel het ‘schraplijstje’.
Na het afsluiten met een dergelijke uitsmijter, geeft Stevens het
woord aan dhr. Visser, directeur Directe Belastingen en tevens
plaatsvervangend directeur-generaal Fiscale Zaken bij het Ministerie van Financiën. Met 140 collega’s is Visser verantwoordelijk
voor onze fiscale wetgeving. Hij begint een inleidend verhaal over
het drukke jaar waarin het belastingplan naar de Tweede Kamer
is gestuurd, includerend 624 prikkelende vragen betreffende de
complexiteit van het belastingstelsel. Is de belasting doorgeslagen
naar draagkracht of regelgeving? Visser richt zich allereerst op de
vlaktaks die door overgangsproblematiek zeer lastig is te realiseren. We kunnen ons afvragen wat de dynamiek is achter de schermen. Voor wat betreft de eigenwoningregeling sluit Visser zich
volledig aan bij Stevens: de jongere generatie zal in de toekomst
problemen krijgen met de financiering van hun huis. Daarnaast
staat Visser ook achter het plaatsen van de eigenwoningregeling
in box 3. Vervolgens behandelt hij de politieke oplossingen van
afgelopen jaren, zoals kabinet Rutte I dat geen oplossing bood
Als het allemaal niet zo complex zou zijn, was het een goede oplossing geweest om box 2 op te splitsen in een ondernemersdeel,
beleggingsdeel en een arbeidsdeel. Stevens onderbreekt hier door
de vlaktaks als ideale oplossing te introduceren, want dat is volgens hem het geval als ervoor gezorgd wordt dat de druk van de
vlaktaks voor de inkomstenbelasting in overeenstemming is met
de druk van de vennootschapsbelasting. Visser continueert door
aan te halen wat eerder door Wiebes is gezegd, namelijk de wig als
draaideurcrimineel van het Nederlandse belastingstelsel. Vervolgens behandelt Visser verschillende keuzes die de regering heeft
gemaakt die een grondslagverschuiving van arbeid naar consumptie teweeg hebben gebracht. Caminada valt hier in door te vragen
waar de creativiteit ligt in zijn oplossingen in politieke zin, want
uiteindelijk blijkt op alles toch het antwoord van de Belastingdienst ’onuitvoerbaar’ te zijn. Visser reageert door te zeggen dat
bijna alles uitvoerbaar is als men maar de prijs daarvoor betaalt.
Stevens vult Visser aan met het feit dat eerst gekeken moet worden naar het draagvlak voor datgene dat bereikt moet worden. Het
probleem is dat men in de praktijk afhankelijk is van de politiek of
budgettaire factoren. Vervolgens legt Visser wederom de link naar
de vlaktaks: Je kunt een prachtige vlaktaks hebben, maar als je daar
miljarden aan aftrekposten hebt, schiet je er niet zoveel mee op.
Visser eindigt zijn informatieve bespreking met het feit dat verschillende kleine belastingen zijn afgeschaft om de btw uniform
te maken, waarbij hij ook het Bozal-arrest noemde, waarin werd
besloten dat de rente die wel aftrekbaar is voor binnenlandse deelnemingen en niet voor buitenlandse deelnemingen, in strijd is met
Europees recht.
‘Op het verkeerde punt begonnen’
De derde spreker van de middag, drs. Jeroen Lammers, kon nog wat
tijd vrijmaken voor de Borrellezing voordat hij in het vliegtuig naar
India stapte. Hij begon dan ook meteen met een tegenwerping op
het voorstel van dhr. Stevens: het zou niet verstandig zijn om alles
naar box 3 te verschuiven, omdat bepaalde aftrekposten er dan niet
meer zouden zijn. Dit kan later juist nadelig zijn voor de huidige
student, wanneer deze student een eigen woning wil kopen, waar
dhr. Stevens het al eerder over had.
Daarnaast riep hij het stelsel van de Vereniging VNO-NCW op: er
wordt in Nederland te veel belasting geheven (een percentage van
29
30
deAANSL AG!
Borrellezing Prinsjesdag
meer dan 40%), waarbij lastenverschuiving geen oplossing is, maar
lastenverlichting wel. Het maakt namelijk helemaal niet zoveel uit
waar men belast, maar wel hoeveel men belast. Lammers nam ons
terug naar de politieke werkelijkheid van de afgelopen jaren: alles was gebaseerd om onder de 3% begrotingsnorm van Europa te
komen, waardoor er flink werd bezuinigd. Bezuinigingen hebben
echter een uitverdieneffect: uitgaven nemen elders toe, waardoor
er sprake is van een verschuiving van de uitgaven. Om de Brusselse
targets te halen, wat in een hogere credit rating zou resulteren,
werd de forensentaks opgeroepen. Deze werd echter weer van de
baan geschoven na grote ophef, dus daarvoor kwam een verhoging
van de assurantiebelasting in de plaats. Volgens dhr. Lammers zou
men de uitgaven moeten temperen door middel van twee invoeringen. Zo zouden ondernemers en vaste inkomensgroepen van
elkaar gescheiden moeten worden in het belastingstelsel. Zijn
tweede aanbeveling is om de zelfstandigenaftrek alleen voor starters beschikbaar te stellen, zodat er steeds meer ondernemingen in
de vorm van bv’s zullen ontstaan.
De vlaktaks waar dhr. Stevens zo stevig achter staat, wordt wel
deels gesteund door dhr. Lammers, mits de vlaktaks niet volledig
vlak is. De onderkant van het belastingstelsel moet worden aangepakt. Hij pleit voor een lange eerste schijf, opdat de productiviteit
en capaciteit wordt gestimuleerd in de samenleving, waarbij DGA’s
niet vergeten mogen worden in de berekening van de belasting.
Politici maken volgens dhr. Lammers genoeg regels. Het is vaak lastig vast te stellen of dit daadkracht of regeldrift is, maar het is zeker
een gevolg van ideologie. Bij de vraag van Stevens of het huidige
belastingstelsel mee heeft geholpen aan de crisis, stemden allen
volmondig in. Een gevolg van het belastingstelsel waren stijgende
prijzen, maar hoe men het probleem oplost, is volgens dhr. Lammers nog niet zo gemakkelijk als men denkt. Hij maakte zijn volgende punt door middel van een vergelijking met een responderende Ier aan wie de weg wordt gevraagd: ‘Je bent op het verkeerde
punt vertrokken.’ Als je als beginpunt al een verkeerd punt hebt,
namelijk de aftrek in het belastingstelsel, dan is het erg lastig om
naar een punt te gaan dat men tot doel heeft.
‘Geen inkomenspolitiek’
De laatste spreker van de middag was dr. Koen Caminada, die
het net even anders aanpakte dan de rest. Zo begon hij met een
uitleg waarom het zo lang duurt, voordat er een belastinghervorming wordt ingevoerd. Er bestaat volgens hem namelijk een zogenoemde angst rondom hervormingen en gebrek aan mensen die
daadwerkelijk die lage tarieven ondersteunen in de politiek. Daarnaast zit men met een tijdshorizon, waar veel politiek geregel bij
komt kijken. Wanneer een bepaalde krant dan met chocoladeletters ‘Boodschappen worden duurder’ publiceert, begint de onrust
in Nederland te groeien. Dhr. Caminada zou er eerder van maken:
‘Boodschappen worden duurder, maar betaald door de bejaarden.’
Waar dhr. Visser ook al op wees met groei wat betreft de werkgelegenheid, kwam Caminada met harde cijfers voor de dag. Met het
belastingplan zou men 142.000 banen erbij kunnen creëren, maar
het kabinet heeft als ambitie 100.000 banen. Dit mag in totaal 5
miljard euro kosten, wat kort door de bocht 50.000 euro per baan
zou betekenen. Met deze rekensom was dhr. Lammers het niet geheel eens, want er is ook sprake van een in- en uitverdieneffect.
Verder liet Caminada zien dat het arbeidsaanbod met 1,6% zou
toenemen, de werkloosheidsvoet met 0,5% zou afnemen en dat de
werkgelegenheid in uren met 2,1% zou toenemen.
Met behulp van een grafiek illustreerde dhr. Caminada dat de marginale belastingdruk overal omhoog was gegaan na de aanpassing
van het belastingstelsel. Het is volgens hem belangrijk om de belastingmoraal hoog te houden met afstemming op de inkomenspolitiek via toeslagen en kortingen. Toeslagen kan men namelijk
niet afschaffen, omdat deze de onderkant van de samenleving
beschermen. Het is belangrijk om de economische discriminatie
in de belastingwet te verwijderen. Men kan dit alleen door een
incrementeel beleid te voeren, waarbij visie een vereiste is en alles wordt uit verzonnen. Een goed onderscheid tussen heffing en
ondersteuning zou kunnen helpen en Commissie Van Dijkhuizen
kwam met de toepassing van de vlaktaks op toeslagen met een
uniform afbouwpercentage. Hierbij worden een drietal toeslagen
samengevoegd tot één huishoudentoeslag, namelijk de zorg- en
huurtoeslag en het kind-gebonden budget. Het Kabinet liet in de
brief echter niet duidelijk weten waarom zij niet van plan waren
deze voorstellen ook daadwerkelijk uit te voeren, dat voor teleurstelling zorgde bij dhr. Caminada. Dhr. Visser had hier wel een verklaring voor: deze vlaktaks bij toeslagen is niet uitvoerbaar door de
Belastingdienst door de regelingen. Daarbij komt kijken dat politieke verantwoordelijkheid niet over te dragen is aan anderen. Lammers kon hem daarin vervullen met de volgende woorden: ‘Tussen
droom en daad staan wetten.’
Tot slot
Prof. dr. Leo Stevens, de man waarmee de middag begon, sloot de
discussie af met de veelbelovende woorden: ‘Nu is het onze verantwoordelijkheid om leiderschap te tonen.’ Daarnaast had hij het
innovatieve plan om een nieuwe commissie binnen de Christiaanse-Taxateur op te zetten, waar plannen en oplossingen worden bedacht voor het belastingstelstel zoals deze middag is besproken. De
sprekers van deze middag hebben aangegeven dat zij bereid zijn
om eventueel advies te geven, zodat jong en oud samen tot een
plan komen. Dit allemaal om deze middag niet zomaar voorbij te
laten gaan, maar om voor altijd te memoreren en te herroepen.
Prinsjesdagcommissie en sprekers: bedankt voor deze interessante
middag. Prinsjesdag zal voortaan geen geheimen meer kennen!
LOF-Congres
deAANSL AG!
LOF-Congres Maastricht
Door:
Valérie Visser
Op vrijdag 26 september jl. is de CT met een groep
enthousiaste studenten afgereisd naar Maastricht
om het congres van het Landelijk Overleg Fiscalisten bij te wonen. Dit jaarlijks terugkerend evenement is een initiatief van alle Nederlandse fiscale
studieverenigingen. Tevens vond dit jaar de 30e
editie plaats. Wij als Rotterdamse fiscale studievereniging kwamen net niet met het hoogste aantal
leden naar Maastricht, maar dat mocht de pret niet
drukken. Na een reis van bijna drie uur kwamen we
aan in het hostel, waarna we door het LOF-bestuur
naar de Bonbonnière geleid werden. Bij de Bonbonnière vond het plenaire gedeelte van de dag plaats.
De dag begon in Maastricht met een warm welkom. Onder het genot van een hapje en een drankje werden alvast de verwachtingen voor de dag besproken. De Limburgse vlaai was in deze setting
onmisbaar. Wanneer de magen goed gevuld waren, kon de dag
écht beginnen en was het tijd voor het welkomstwoord. Om meer
achtergrondinformatie over dit thema te vergaren, opende prof. dr.
Van den Hurk als dagvoorzitter het congres om het BEPS-begrip
(Base Erosion and Profit Shifting) en het kader daaromheen nader uit te leggen. Het LOF-bestuur Maastricht heeft met het BEPSthema een actueel en grensoverschrijdend thema neer weten te
zetten. De pers schrijft bijna dagelijks over de ontwikkelingen van
het door de OESO neergezette BEPS-project. Dit project beoogt een
einde te maken aan ‘agressive tax planning’. De onderhandelingen
hierover verlopen echter niet zo gemakkelijk.
Gedurende de dag kwamen een vijftal sprekers aan het woord. Allereerst sprak Aart Roelofsen, beleidsmedewerker bij de afdeling
Interne Fiscale Zaken (IFZ) op het ministerie van Financiën over
wetgeving en gevolgen van het afstemmen van wetteksten op het
BEPS-project. Hierna was het al tijd voor een korte pauze, waarna
Theo Keijzer het stokje van Roelofsen over nam. Theo Keijzer, lid
van het EU-platform voor ‘Tax Good Governance’ en vertegenwoordiger van de Internationale Kamer van Koophandel, legde onder
andere de relatie tussen horizontaal toezicht en het BEPS-project.
Na de lunch spraken vervolgens Francis Weyzig, Jan van Streek en
Arjo van Eijsden.
Francis Weyzig, tegenwoordig werkzaam als beleidsadviseur bij
ontwikkelingsorganisatie Oxam Novib, gaf het congres een hele
andere insteek door zijn vakgebieden, namelijk ontwikkelingsstudies en economie. Desondanks wierp hij juist een frisse blik op de
huidige problematiek en legde fenomenen als brievenbusmaatschappijen haarfijn uit. Jan van Streek, belastingadviseur bij Loyens & Loeff, wist het congres interactief te maken door studenten
die een goed antwoord gaven te trakteren op een katapult. Arjo van
Eijsden, partner bij EY, heeft tijdens het congres aandacht besteed
aan de betekenis van Corporate Social Responsibility binnen de
(toekomstige) bedrijfsvoering van internationale ondernemingen
met betrekking tot belastingen. Nadat alle sprekers aan bod waren gekomen, was het tijd voor het slotdebat, waar zowel tussen de
sprekers als tussen sprekers en studenten gediscussieerd werd. Het
plenaire gedeelte werd traditiegetrouw afgesloten met het uitreiken van de NOB-scriptieprijs, welke in 1992 in samenwerking met
het LOF is ingesteld. Dit jaar ging de scriptieprijs naar oud-CT’er
Vincent Meijerman. Iets waar we heel trots op mogen zijn!
Rond 17.00 uur, na de afsluiting van het plenaire gedeelte, werden
we hartelijk verwelkomd in Château Neercanne, waar zowel de ba-
nenborrel als het recruitmentdiner plaatsvonden. Bij de banenborrel kon er op een informele manier met recruiters en werknemers
van verschillende kantoren gesproken worden. Het diner bestond
uit drie gangen waarbij elke gang aan een andere tafel genuttigd
werd, zodat iedere student de mogelijkheid werd geboden om met
drie verschillende kantoren te spreken. De gehele dag werd afgesloten met een spetterende afterparty in de ‘raket van Maastricht’,
Café Ipanema. Een deel van de CT’ers heeft daarna het centrum
van Maastricht nog onveilig gemaakt.
Na een korte nacht en een lekker ontbijtje in de StayOkay van
Maastricht maakte iedereen zich klaar voor een lange terugreis.
Maastricht was voor sommigen misschien wat ver, maar dit heeft
de dag niet minder succesvol gemaakt. Namens alle Rotterdamse
studenten wil ik het LOF-bestuur nogmaals bedanken voor het
neerzetten van een geweldig en leerzaam congres! Zorg dat ook jij
er bij bent volgend jaar, zodat we volgend jaar als Rotterdammers
het LOF met de grootste groep studenten kunnen vertegenwoordigen!
31
32
deAANSL AG!
LOF-Congres
Docentartikel
deAANSL AG!
De Fiscus viert!
Door:
Mr.R.B.N. van Ovost, Wetenschappelijk medewerker Fiscaal Economisch Instituut (EUR)
In het jaar 1810 werd Nederland, door Napoleon, bij
Frankrijk ingelijfd. De wisselingen van het staatsbestel tastten de continuïteit van een instituut voor
het beheer van de staatsfinanciën niet aan. Ook de
Prins van Oranje die na de nederlaag van Napoleon
naar Nederland terugkeerde, stelde een departement in voor de nationale financiën. Dit werd op 1
januari 1814 in de Staatscourant bekend gemaakt.
Het ministerie van Financiën was geboren. Als
200-jarig departement is het nog steeds één van
onze belangrijkste en meest invloedrijke.
In dat opzicht heeft de Nederlandse fiscus dus iets te vieren, al 200
jaar staat zij de Minister van Financiën bij om te zorgen dat het
geld van de burgers in de staatskas belandt. Dat ging in het begin
niet zachtzinnig, want wie niet betaalde werd bedreigd met lijfstraffen en gevangenisstraf. Dat lijfstraffen niet plezierig waren is
een understatement, maar ook in de gevangenissen van 200 jaar
geleden was het comfort niet om over naar huis te schrijven.
Het tijdperk van lijfstraffen ligt gelukkig achter ons. Tegenwoordig bestaat een straf uit een boete of een gevangenisstraf. Doordat
digitalisering heeft plaatsgevonden kunnen veel fiscale zaken via
internet afgedaan worden, en dat is een viering waard. Men kan
namelijk zijn aangifte indienen, formulieren invullen, vragen stellen en op de site van de Belastingdienst uitleg over fiscale regels
vinden. Jarenlang bleef de fiscus naar buiten toe erg achter, omdat
men bang was dat het interne netwerk boordevol privacy gevoelige informatie gehackt zou worden. Inmiddels kan men intern bij
de fiscus twee netwerken gebruiken, waardoor de kans op internetinbraak gedecimeerd wordt en de relatie met de fiscus via internet en e-mail een veel modernere is geworden. Belangrijke stukken
als aanslagen en dergelijke komen nog steeds op papier, maar veel
van het randgebeuren kan inmiddels digitaal. Bij de fiscus wordt
doorgaans gevieren gewerkt. De wetgever maakt de wetten die
door de inspecteurs - aan de hand van de aangiften - worden gecontroleerd. Hierna wordt de door de inspecteur opgelegde aanslag
ingevorderd. Behalve via de wetgever, die - naast de praktijk - ook
gevoed wordt door ons parlement, is er sprake van nauwe samenwerking tussen de vier, om goede wetgeving en praktische oplossingen voor fiscale problemen te bereiken.
Lange tijd leek het erop dat de fiscus bij controles de teugels wat
liet vieren. Het aantal volledige controles nam af en ook de aangiften werden veel meer ongezien afgedaan door de computer. Er
leek voor belastingplichtigen iets te vieren. Toch controleert de fiscus nog wel, maar slimmer door risicoanalyses en gerichte steekproeven. Als de beuk er echt in gaat zijn ze nog steeds in staat een
belastingplichtige te vierendelen. Door te gaan werken met het zogenaamde horizontale toezicht wordt de te controleren partij zelf
onderdeel van het controleproces, door zelf fiscale risico’s in beeld
te brengen en daarover in overleg te treden met de fiscus. Het streven moet natuurlijk blijven dat iedereen vrijwillig de door hem of
haar verschuldigde belasting betaalt. Mocht dat ooit bereikt worden dan zou er pas echt wat te vieren zijn. Dan zou de belastingdienst een begin kunnen maken met zijn eigen opheffing.
Van die situatie zijn we toch nog redelijk ver verwijderd, als je de
jaarlijkse cijfers van de belastingdienst bekijkt. Het aantal fraudeonderzoeken blijft toenemen en de EU heeft al becijferd dat ongeveer 10% van ons Bruto Binnenlands Product (BBP) bestaat uit
zwarte transacties (dat is bijna 60 miljard). Dat zijn dus de transacties waar doorgaans geen inkomstenbelasting (door de ondernemer) of omzetbelasting (door de klant) over wordt betaald.1 Het
voordeel van het benoemen van onze informele economie is wel
dat ons BBP ineens 10% hoger is en dat het dus eenvoudiger is voor
de overheid om het begrotingstekort onder de afgesproken 3% te
houden. Het is daarom dat de meeste overheden op dit moment
niet meer piepen over de 3% norm, omdat we allemaal weer ruimte hebben gekregen uit Brussel (alle landen mogen hun informele
economie optellen bij hun BBP). Te vieren voor de fiscus is in elk
geval dat de Nederlandse informele economie na Zwitserland en
Oostenrijk als kleinste geschat is in Europa. Dat ligt voor een deel
aan de Nederlandse (volks)mentaliteit maar voor een deel ook zeker aan de houding en de werkwijze van onze fiscus. De schatting
van de grootte van de informele economie in Oost-Europese landen, zoals Roemenië en Bulgarije ligt rond de 30% van hun BBP.
Wat valt er nog meer te vieren met de fiscus? Dit is een jaar, waarin
weinig veranderingen worden doorgevoerd in het Belastingplan.
Er vinden wel wat aanpassingen plaats, maar die liggen met name
in de marge. De grote veranderingen die worden aangekondigd
-zelfs een nieuw belastingstelsel- liggen in het verschiet. Dat betekent voor ons, als adviseurs en wetenschappers, dat we nog lang
niet uitgevierd zijn met de fiscus en dat we ook samen met de fiscus de komende jaren weer een extra verantwoording krijgen.
Tot slot wordt dit jaar ook gevierd dat de inkomstenbelasting 100
jaar bestaat. Op 19 december is het precies 100 jaar geleden dat de
eerste inkomstenbelasting het licht zag.2 Het belastingjaar liep in
1914 nog van mei tot mei, vandaar dat de wet IB 1914 inging op 1
mei 1915. Grappig daarbij was dat onder deze inkomstenbelasting
ook vennootschappen en lichamen op aandelen vielen. Het is
mede daardoor niet verassend dat de winst van vennootschappen
nog steeds bepaald wordt op basis van de winstbepalingen van de
IB-ondernemer. Ook dit zal gevierd worden, met een jubileumboek
en extra aandacht. Hoewel je regelmatig met de fiscus van mening
kunt verschillen, er redelijk veel procedures worden gevoerd, de
fiscus fraudeonderzoek doet en kennelijk ook nog eens 60 miljard
niet ziet, blijkt uit het bovenstaande dat je ook best eens een feestje
met de fiscus kunt vieren.
1
2
Bron: Schneider 2013 in een artikel uit La Vanguardia 18 sept 2013.
Wet van 19 december 1914, staatsblad 563
33
34
deAANSL AG!
Interview Scriptieprijswinnaar
Scriptieprijswinnaar Vincent Meijerman
Door:
Linda Wisse
Op vrijdag 26 september 2014 mocht Vincent Meijerman de prestigieuze LOF-scriptieprijs in ontvangst
nemen. De Aanslagcommissie kreeg de eer om deze
winnaar te interviewen in zijn drukke leven op dit
moment.
Gefeliciteerd met het behalen van deze prestigieuze prijs! Kun je
ons uitleggen waar jouw scriptie in de kern over gaat?
Het makkelijkste antwoord is dat mijn scriptie over belastingontwijking gaat en dan vooral over de vraag hoe je dat tegengaat. De
kernproblematiek van mijn scriptie is Transfer Pricing. Dit wordt
ook wel verrekenprijsproblematiek genoemd. De vraag bij Transfer Pricing is wat er gebeurt op het moment dat je twee (of meer)
juridische entiteiten hebt, bijvoorbeeld twee bv’s, die aan elkaar
gelieerd zijn. Zij gaan onderling transacties aan. Wat je vaak ziet
binnen een concern tussen diverse business units in verschillende
bv’s, is dat er (bijvoorbeeld) goederenstromen tussen die bv’s zijn.
Bij dergelijke goederenstromen kun je je afvragen of er waarde aan
het overgedragen goed wordt toegevoegd in het productieproces
door de overdragende bv. Wanneer dit zo is, moet de ontvangende
partij voor fiscale doeleinden eigenlijk een (verreken)prijs betalen
aan de leverende partij. Deze interne verrekenprijzen zijn in internationaal verband te manipuleren; opbrengsten kunnen in laag
belastende landen terecht komen terwijl gelijktijdig grote aftrekposten in hoog belastende landen terecht komen. Een ander probleem ontstaat op het moment dat het buitenland Transfer Prices
niet of anders dan Nederland berekent. Dan ontstaan Transfer Pricing mismatches. Dit tweede probleem is waar mijn scriptie over
gaat.
Welke conclusies heb je uit jouw scriptie kunnen trekken en
waar ben je vooral heel verheugd over?
Een belangrijke conclusie, die ik weliswaar niet expliciet beschrijf
in mijn scriptie, maar die er wel uit volgt, heeft te maken met
waar de OESO op dit moment mee bezig is. Zij zijn druk bezig belastingontwijking tegen te gaan. Ze doen dit op veel verschillende
gebieden. Zo proberen zij kunstmatige routes aan te pakken en
informatiewisseling tussen staten te verbeteren. Ik mis echter de
Transfer Pricing mismatches in deze internationale discussie. In
mijn scriptie heb ik als conclusie een bepaling voorgesteld voor in
de Nederlandse wet. Het blijft wel een groot internationaal probleem, maar op deze manier zou je, naar mijn mening, alvast een
klein deel kunnen aanpakken. Uiteraard komt er een hoop politiek
bij kijken voordat er iets op tafel ligt.
Waar ik echt heel trots op ben, is dat ik het heel grondig heb aangepakt en niet ben gestopt bij een half antwoord, maar het ook
daadwerkelijk allemaal heb uitgewerkt. Uiteindelijk heb ik een
hele brede analyse. Ik heb er veel aspecten bij gepakt. Je kunt je
natuurlijk ook alleen focussen op een deelonderwerp, maar daar
heb ik niet voor gekozen. Ik heb eigenlijk een behoorlijk compleet
beeld geschapen, met uitzondering van het Europees recht. Die
compleetheid is mijn grote trots.
Hoe ben je op dit scriptieonderwerp gekomen?
Dat is wel grappig gelopen, want ik ging in het begin helemaal niet
dit hoofdprobleem onderzoeken, althans dat wist ik nog niet. Mijn
scriptiebegeleider, Ruud de Smit, had een aantal richtingen liggen
en ik wilde iets schrijven over artikel 10b van de wet op de vennootschapsbelasting. Dit is een bepaalde renteaftrekbeperking vanuit
Nederlands perspectief. Artikel 10b is een antimisbruikbepaling
en is gericht op leningen. Het probleem waar artikel 10b echter
tegen strijdt bestaat ook bijvoorbeeld bij huurovereenkomsten en
licentieovereenkomsten tussen vennootschappen. Tegenover deze
laatste categorie staan royalty’s. Ook op het moment dat er een
vermogensbestanddeel wordt overgedragen binnen een concern
– bijvoorbeeld een heel pand – speelt het probleem waar artikel
10b bij leningen op ziet. Je ziet dus dat de transacties waarbij het
probleem, waar dit artikel tegen geschreven is, kan ontstaan meer
dan alleen leningen zijn. Dit bredere probleem is het probleem van
Transfer Pricing. De antimisbruikbepaling in artikel 10b heeft ook
een internationaal karakter, wat weer verband heeft met de OESO,
zoals ik eerder zei. Ik heb voorgesteld om artikel 10b te schrappen
uit de wet en een ander artikel (artikel 8b) aan te vullen met twee
extra leden.
Welke wijze les heb je uit de afgelopen periode kunnen halen?
Altijd doordenken, altijd een stap verder denken dan dat je al doet.
Ruud de Smit heeft mij hier heel erg op geattendeerd gedurende
mijn scriptieonderzoek. Dan had ik wat ingeleverd waar ik wel tevreden over was en dan schreef hij er weer iets bij zoals: ‘Goh, maar
hoe zit dat dan met…’ en ‘Heb je daar al over nagedacht, volgens
mij is hier een arrest over.’ Hij gaf niet altijd concreet commentaar
en liet het je uiteindelijk echt zelf doen. Daarnaast ben ik lang van
stof, maar ik heb echt geleerd om korter te schrijven. Ik leer nog
steeds allerlei dingen, dat blijft doorgaan!
Zijn er ook zogenoemde tegenslagen geweest tijdens het scriptieonderzoek?
Ja, veel! Ik heb echt een soort haat-liefde relatie met mijn scriptie
gehad; soms duren dingen echt zoveel langer dan je dacht en als je
dan uiteindelijk denkt dat er theoretisch iets klopt, struikel je weer
over iets heel praktisch, iets heel basics. Als je namelijk een bepaling wilt doorvoeren, moet je wel de middelen hebben als Belastingdienst om die bepalingen te handhaven. Om dit zeker te stellen
moet je bijvoorbeeld weer allerlei informatiewisselingssystemen
onderzoeken; allemaal praktisch en op voorhand misschien wat
suf eigenlijk, maar daardoor niet minder noodzakelijk. Hierdoor
duurt het allemaal weer veel langer.
Interview Scriptieprijswinnaar
Stukje terug in de tijd: waarom heb je voor de studie Fiscale Economie gekozen en hoe heb jij jouw studententijd beleefd?
Goede vraag… Ik heb mij wel meteen voor deze studie ingeschreven, want op de middelbare school was ik heel geïnteresseerd in
geschiedenis en economie. Dan ga je uiteindelijk een keuze maken:
waarmee kun je een baan vinden en waar valt geld mee te verdienen? Bij economie heb je dan meer kans dan bij geschiedenis en
fiscaal is dan weer heel concreet. Waarom ik niet voor Fiscaal Recht
heb gekozen, is omdat de interactie tussen belastingen en de economie daar geen aandacht krijgt, zoals dit wel gebeurt in macroeconomische modellen. Die interactie heeft nog steeds mijn aandacht! Gedurende mijn studententijd woonde ik in Rotterdam en
ik heb ook een jaar bestuur gedaan bij de CT. Na drie jaren bachelor
vond ik een jaar bestuur wel op zijn plaats, maar na een jaar van
borrels, etentjes en feesten was het wel weer even inkomen met
studeren. Daarnaast was ik lid van de hardloopvereniging hier en
ging ook vaak met vrienden een hapje eten!
Wat is dé gouden tip van jou voor studenten die een scriptie
moeten schrijven?
Ga schrijven, dat is het vooral. Heel veel mensen zijn eindeloos aan
het lezen, daar heb ik zelf ook wel een handje van, maar uiteindelijk
weet je echt niet meer precies wat je helemaal in het begin hebt
gelezen. Terwijl je schrijft, kom je ook weer allerlei problemen tegen waar je niet aan hebt gedacht. Ga dus schrijven, anders duurt
het eindeloos!
deAANSL AG!
Wat zijn jouw toekomstplannen?
Op dit moment heb ik het echt naar mijn zin bij EY en ik leer daar
ontzettend veel als Consultant Tax. Ik ben bezig met Estateplanning, vermogensopstellingen voor inkeerders, maar ook met internationale structureringen, waarbij Nederlandse vennootschappen
naar het buitenland gaan. Ik zie echt alles voorbij komen. Ik zie mij
hier nog wel een tijdje zitten, want ik leer echt ontzettend veel en
daarna zie ik wel wat ik ga doen. EY is voor mij echt een vliegende
start, een kans waarmee ik me echt gelukkig mag prijzen.
Het thema van deze Aanslag is ‘De fiscus viert!’, hoe denk jij hierover?
Laat me even een nadenken… Wat hier alleen bij mij opkomt, is
dat de fiscus nog genoeg werk te doen heeft en eigenlijk helemaal
geen feestje kan vieren. De fiscus verkeert gewoon echt in zwaar
weer op dit moment, omdat ze onderbemand zijn. Dit wordt in de
toekomst alleen nog maar erger doordat ze momenteel een verouderd personeelsbestand hebben. Daarnaast is het niet meer het
vermaarde opleidingsinstituut dat het dertig jaar geleden wel was.
Ik zou eerder zeggen dat er nog genoeg werk aan de winkel is, voordat de fiscus echt een feestje kan vieren!
Even voorstellen - De Aanslagcommissie (2)
Amarins Veringa
Mijn naam is Amarins Veringa, ik ben 18 jaar en een kersverse Rotterdammer. Ik ben dit jaar begonnen met de studie Fiscale Economie. Daarnaast werk ik in een museum in mijn oude woonplaats
Oudewater en ben ik lid van studentenvereniging SSR. In mijn vrije
tijd spreek ik graag af met vriendinnen om te koken, winkelen en
kletsen. Meewerken aan De Aanslag lijkt me een mooie manier om
de fiscaliteit buiten de stof om te leren kennen. Als kind wilde ik
(natuurlijk voordat ik de immer interessante fiscaliteit ontdekte)
journalist worden, dus ik heb veel zin om samen met mijn commissiegenootjes te gaan werken aan komende Aanslagen. Ik hoop dat
jullie ze met net zoveel plezier zullen lezen! Mijn favoriete quote:
“The expert in anything was once a beginner.”
Linda Wisse
Mijn naam is Linda Wisse, ik ben 19 jaar oud en woon op kamers
in hartje Kralingen. Als tweedejaars studente Fiscale Economie en
Bedrijfseconomie heb ik enorm veel zin om een plaats te mogen
vervullen in De Aanslagcommissie! Afgelopen studiejaar heb ik
met veel plezier de edities van De Aanslag gelezen door de goede
combinatie van interviews met bedrijven, de opinie van studenten
en de altijd even kleurrijke omslag van het blad. Naast mijn studie
en commissies ben ik ook te vinden op de tennisbaan en vind ik
het heerlijk om een rondje te gaan hardlopen. Verder maak ik ook
altijd tijd vrij om muziek te maken op mijn keyboard en gitaar. Om
het studentenleven te kunnen financieren, werk ik elk weekend in
de horeca en geef ik doordeweeks bijles aan middelbare scholieren.
Uiteraard houd ik als Rotterdamse studente ook wel van een feestje met de benodigde dansjes en drankjes! Mijn favoriete quote:
“Even the biggest failure beats the hell out of never trying.”
35
36
deAANSL AG!
Eerste leden/commissie-interesseborrel
Eerste leden/commissie-interesseborrel
Op 4 september jongstleden vond de eerste borrel van het jaar plaats, waar alle leden al hun vragen konden stellen over de commissies. Leuk om iedereen na de vakantie weer te zien. De opkomst was dan ook
zeer hoog, er waren meer dan 130 leden aanwezig. Dank jullie wel voor jullie aanwezigheid!
Eerstejaars aan het woord / Prijsvraag
deAANSL AG!
Eerstejaars
aan het woord
Sana Mouna
Door:
Artjom Bagramjan
Paspoort
Naam: Sana Mouna
Studie: Fiscaal Recht
Leeftijd: 20 jaar
Woonplaats: Alphen aan de Rijn
CT-lid: Ja
Hobby’s: Zwemmen, eten, lezen en gezellige dingen met vriendinnen doen
Hoe bevalt jouw studie tot nu toe? Wat
vind je van de vakken?
De studie bevalt goed, ik heb het erg naar
mijn zin op de universiteit. Ik heb nog maar
één vak gehad en het was wel interessant.
Ik heb het vorig jaar natuurlijk ook gehad,
dus ik wist er over het algemeen wel wat
van, maar het ging natuurlijk wel wat
dieper dan op het hbo.
Hoe gaat het met je studievoortgang?
Daar kan ik nog niet veel over vertellen,
omdat ik nog maar één tentamen heb
gehad. Ik hoop dat mijn studie goed
verloopt en dat ik mijn P dit jaar haal, zodat
ik door naar het tweede jaar kan. Ik wil er
echt voor gaan. Eerst heb ik namelijk heel
erg getwijfeld of ik aan de universiteit
wilde beginnen of op het hbo zou blijven.
Nu ik eenmaal het besluit heb genomen ,
wil ik het ook echt waarmaken.
Is er iets wat je mist bij de opleiding of
iets wat beter zou kunnen?
Wat ik jammer vind, hoewel het ergens
ook weer goed is, is dat je elk blok weer
wisselt van werkgroep. Dus dan heb je net
nieuwe mensen leren kennen en dan krijg
je weer een nieuwe groep. Het is natuurlijk
wel leuk om meer nieuwe mensen te leren
kennen, maar misschien zou het beter zijn
om om de twee blokken te wisselen.
Waarom heb je gekozen voor Fiscaal
Recht en niet voor Rechtsgeleerdheid?
Sowieso voor de werkgelegenheid: de
kans op een baan is veel groter wanneer je
Fiscaal Recht studeert. Het feit dat je meer
met cijfers bezig bent en meer toepast,
vind ik erg interessant. Daarnaast spreekt
het economische deel mij erg aan.
Ben je bekend met de CT?
Ja, ik ben lid van de CT, maar ben nog niet
naar een activiteit geweest. Graag zou ik
wat actiever willen worden, want ik heb
goede verhalen gehoord van mensen die
naar activiteiten zijn geweest. Bovendien
lijkt het me erg leuk om nieuwe mensen te
leren kennen.
Weet je al iets over de fiscaliteit?
Door mijn vooropleiding weet ik al wat
over dit onderwerp, maar in één jaar reikt
de kennis niet veel verder dan alleen de
basis.
Heb je al een idee over wat je in de
toekomst wilt gaan doen?
Na zoveel jaar ben ik er eindelijk over uit.
Ik wil graag in het bedrijfsleven beginnen
en dan lijkt het me leuk om later leraar te
worden bij een hogeschool. Graag zou ik
dan een vak zoals Belastingrecht willen
geven. Het lijkt me erg leuk om dat te
kunnen combineren en dan vooral op
Prijsvraag
In deze editie van De Aanslag staat een ingewikkelde sudoku voor jullie. Heb
jij als sudoku-master deze puzzel als eerste opgelost?
Mail dan vóór 5 januari 2015 een foto van je oplossing naar Aanslag@
christiaanse-taxateur.nl onder vermelding van ‘Prijsvraag Aanslag 1’ en maak
kans op een diner voor twee personen!
een hogeschool, omdat je studenten dan
natuurlijk beter leert kennen.
Wat betreft het bedrijfsleven, weet ik nog
niet bij welk bedrijf ik zou willen werken. Ik
heb niet echt een voorkeur voor een bedrijf,
maar het lijkt me wel een leuke uitdaging
om bij een internationaal bedrijf te werken.
Woon je in Rotterdam?
Nee, ik woon momenteel in Alphen aan
den Rijn bij mijn ouders. Ik wil dit eerste
jaar even kijken hoe het allemaal loopt en
of ik mijn propedeuse haal. Het is namelijk
wel even reizen, maar het is in principe
te overzien, omdat je maar drie dagen
college hebt. Daarnaast werk ik in Alphen
en wonen al mijn vriendinnen hier. Ik
denk dat de stap om in Rotterdam te gaan
wonen makkelijker wordt wanneer ik hier
langer studeer en meer mensen heb leren
kennen.
Waar denk je aan bij het thema ‘De fiscus
viert!’?
De fiscus viert, de woorden zeggen het
eigenlijk al. Als de fiscus viert dan vieren de
burgers waarschijnlijk niet mee. Voor mijn
gevoel worden regels dan verscherpt en
wordt alles strenger, wanneer je het thema
erg letterlijk neemt.
37
38
deAANSL AG!
Speciaal Fiscaal
Speciaal Fiscaal
Nico Maaskant
Door:
Amarins Veringa
Paspoort
Naam: Nico Maaskant
Leeftijd: 21 jaar
Studie: Derdejaars student Fiscaal Recht
Daarnaast: Vicevoorzitter bij café In de Smitse
Nico
Maaskant
begon
als
student
Rechtsgeleerdheid, maar vond de fiscale vakken
zo interessant dat hij naar Fiscaal Recht switchte.
Naast zijn studie trad hij op 26 september officieel
aan als vicevoorzitter van café In de Smitse. In
dit interview vertelt hij meer over hoe hij zijn
bestuurswerk combineert met zijn studie.
Wat doe je precies bij In de Smitse?
Als vicevoorzitter van het bestuur houd ik me bezig met de
interne betrekkingen, dus ik regel alles rond de tappers. Ik verzorg
de roosters, stuur mails, regel tappersuitjes en organiseer alle
themafeesten.
Hoe ziet een week bij jou eruit?
Wat ik doe wisselt per week. Als er een themafeest is, ben ik de hele
week bezig om dat voor te bereiden. Ik maak een draaiboek, neem
contact op met externe partijen en regel alles waar je rekening
mee moet houden. Normaal vergaderen we op maandagavond
en tap ik één á twee keer per week. Op donderdag en vrijdag
mail ik alle informatie (en natuurlijk de laatste roddels) naar de
tappers en op zaterdag maak ik het rooster. Doordeweeks help ik
ook met de huishoudelijke klusjes, zoals schoonmaken. Dat is de
minst leuke taak, maar ik doe het met alle liefde!
Hoe combineer je jouw bestuurswerk met je studie?
Normaal ben ik zo’n vijftien uur per week bezig met mijn
bestuurswerk, maar als er een themafeest is, verdubbelt die tijd
al gauw. Ik probeer ook elke week om genoeg tijd in mijn studie
te steken, maar de eerste weken van het collegejaar zijn altijd het
drukst voor In de Smitse. Hier besteed ik dus veel tijd aan op het
moment. In de loop van het jaar wordt het wat rustiger in het
café (vermoedelijk doordat veel studenten dan wat harder aan
hun studie moeten gaan werken) en kan ik me wat meer gaan
focussen op mijn studie.
Hoe ben je bij In de Smitse terecht gekomen?
Ik ben hier door een vriend begonnen als tapper. Het team voelt
echt als een vriendengroep, dus ik vind het een hele eer om daar
bestuur van te mogen zijn. Een jaar lang een café draaiende
houden is echt een leuke uitdaging.
Hoe bevalt het bestuurswerk tot nu toe?
Tot nu toe bevalt het me heel goed! Eind september zijn we
als bestuur officieel aangetreden, maar we zijn al de hele
zomervakantie druk bezig geweest. Het is drukker dan ik
had verwacht (Ja, ik droom tijdens grote projecten zoals het
Oktoberfest ook wel eens over mijn werk), maar dat is zeker niet
negatief. Ik werk ook nog in een ander café, maar hier ben ik
eindverantwoordelijke en dat maakt het echt een leuke uitdaging.
In de Smitse voelt nu echt als ‘mijn’ café.
Wat zijn de leukste dingen die je als bestuur hebt meegemaakt?
Het wisselweekend was heel bijzonder doordat alle oud-besturen
kwamen en we allerlei activiteiten zoals bij een ontgroening
moesten doen. Het is ook leuk dat je als tapper altijd een biertje
mag komen drinken en de tappersuitjes zijn heel gezellig. De
grap die het oud-bestuur traditiegetrouw met ons uithaalde,
was ook goed gelukt, dus die moeten wij proberen te overtreffen
volgend jaar.
Wat wil je in de toekomst gaan doen?
Ik heb meerdere ideeën, maar ik ben er nog niet helemaal uit. Het
lijkt me wel wat om een eigen bedrijf op te zetten, maar misschien
is het handiger om eerst in dienst te gaan bij een bedrijf. Ik
denk dat ik ook wel profijt zal hebben van mijn bestuursjaar; je
runt een bedrijf met een flinke jaaromzet en daar komen veel
verantwoordelijkheden bij kijken.
Almanak
deAANSL AG!
XXste Almanak:
Tijdreis - van verleden naar toekomst
Donderdag 9 oktober werd de XXste Almanak der
R.F.V. Christiaanse-Taxateur uitgereikt tijdens de
jaarlijkse Almanakborrel. Na maanden van hard
werken, veel vergaderen en de nodige gezelligheid
presenteerden wij dan ook met gepaste trots onze
almanak om vervolgens het prachtige boekwerk
uit te delen onder het genot van een borrelhapje
en een drankje. Uiteraard kon je de Almanakken
hoogstpersoonlijk laten signeren door de leden van
de Almanakcommissie.
Een almanak komt natuurlijk niet uit de lucht vallen, daar gaat
een half jaar van bloed, zweet en tranen aan vooraf voor de leden
van de Almanakcommissie. Deze bedenkt een thema, maakt een
optimistische planning, schrijft stukjes, vraagt of andere mensen
stukjes voor ze willen schrijven, etc.
Begin februari was de Almanakcommissie compleet en kon er worden gewerkt aan alweer de XXste Almanak der R.F.V. ChristiaanseTaxateur. De eerste vergadering lagen er stapels Almanakken op
tafel, klaar om doorgebladerd te worden en ideeën op te doen. Het
was alsof we eventjes terug in de tijd gingen. Laat dit nu een mooie
link zijn naar het thema van onze mooie Almanak `Fiscale Tijdreis
- van verleden naar toekomst’.
De Almanakken zijn als het ware geschiedenisboeken van de
Christiaanse-Taxateur. Elk jaar weer wordt een jaarboek opgesteld
om alle mooie momenten van het betreffende collegejaar vast te
leggen zodat je er in de toekomst nog een keer nostalgisch op terug
kunt kijken. Wie houdt er nou niet van om eventjes terug in de tijd
te gaan en te denken aan de gebeurtenissen uit je kindertijd? Veel
meer verleden hebben wij jonge studenten nog niet om op terug
te kijken. Daarom zijn we ook al druk bezig met onze toekomst. Wat
zal er van ons allen terecht komen?
Naast onze eigen tijdreis zijn er tal van andere veranderingen
doorgevoerd om ons heen. Denk bijvoorbeeld aan de verbouwingen op de campus, maar nog dichterbij de verandering van het
oprichtingsjaar van de CT van 1993 naar 1968. Kortom, genoeg informatie om de Almanak te vullen met het thema `Tijdreis - van
verleden naar toekomst’.
Wij, de leden van de Almanakcommissie, hebben maandenlang
met veel plezier gewerkt aan de realisatie van het boekwerk. Nog
geen exemplaar kunnen bemachtigen? Ze liggen klaar in de CT-kamer, klaar om opgehaald te worden en om ook in jouw boekenkast
te schitteren.
Met vriendelijke groet,
De Almanakcommisse 2013/2014
Peter Adriaanse
Michèle Hendriks
Aukje Strik
Rogier Vermeer
Wouter van Varik
39
40
deAANSL AG!
Uitwisseling Cindy
Exchange China
Cindy Steentjes
Door:
Amarins Veringa
Paspoort
Naam: Cindy Steentjes
Opleiding: Bachelor Fiscaal Recht
Leeftijd: 21 jaar
Universiteit: Peking University (Uitwisseling, Erasmus Universiteit Rotterdam)
Cindy Steentjes is derdejaars studente Fiscaal
Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor
vier maanden studeert zij aan Peking University in
China. In dit interview komen jullie meer te weten
over deze ambitievolle uitwisselingsstudente die
intussen ook Chinees heeft leren spreken.
Waarom ben je naar Peking vertrokken?
Een uitwisseling is dé kans om het studentenleven aan de
andere kant van de wereld te ontdekken en de studie vanuit
internationaal perspectief te bekijken. Een nieuwe uitdaging is
ook goed voor je persoonlijke ontwikkeling. China als land spreekt
mij heel erg aan. Toen ik besefte dat China ook een belangrijke
positie heeft in de economie wilde ik op uitwisseling en ook iets
van de Chinese taal opsteken. Uiteindelijk is het Peking University
geworden, omdat het één van de beste universiteiten in Azië is
die een aantrekkelijk vakkenpakket biedt aan internationale
studenten. In Peking zelf zijn nog veel andere universiteiten te
vinden, waardoor er echt een studentencultuur heerst.
Hoe ziet een dag bij jou eruit?
De eerste week in China stond vooral in het teken van het
zoeken naar een appartement, omdat de uitwisselingsstudenten
niet op de campus kunnen wonen. Daarna was er een
introductieprogramma op de universiteit, onder andere om de
medestudenten en je eigen Chinese ‘buddy’ te ontmoeten, de
campus te verkennen en te wennen aan de Chinese cultuur. Nu
heb ik een ander ritme gekregen. In de ochtend volg ik Chinese
taalles (Mandarijn) en vervolgens spreek ik af met ‘language
partners’. Chinezen zijn heel behulpzaam en willen zelf ook
graag oefenen met de Engelse taal. Van dinsdag tot en met
donderdag ben ik op de campus te vinden, vaak ga ik eerst naar
de sportschool en vervolgens volg ik colleges. ’s Avonds eet ik met
mijn medestudenten buiten de deur, waarna er nog tijd is voor
zelfstudie of een Skype gesprek (voor zover het tijdsverschil dat
toelaat). In het weekend hang ik voornamelijk de toerist uit en
bezoek ik verschillende bezienswaardigheden, zoals de bekende
Chinese muur, het Zomerpaleis of de Verboden Stad.
Hoe bevalt de uitwisseling tot nu toe?
Eerlijk gezegd maakte ik mij in het begin wel een beetje zorgen,
omdat ik veel verhalen had gehoord over heimwee en een
cultuurshock. Het is een nieuwe ervaring om vier maanden lang,
zonder familie en vrienden, buiten Europa te zijn. Ik geniet met
volle teugen van mijn afwisselende ervaringen, waarschijnlijk
doordat ik me van tevoren heb ingeleefd door veel over China
te lezen en de taal te oefenen met Chinezen. Ik probeer het
maximale uit mijn uitwisseling te halen en ik weet dat ik mijn
familie en vrienden weer zie, zodra ik terug ben in Nederland.
Wat zijn de grootste verschillen tussen het studentenleven in
Nederland en China?
Mijn indruk van de Chinese studenten is dat zij ontzettend
harde werkers zijn. Ze hebben minder vrije tijd dan Nederlandse
studenten. Er is zoveel concurrentie onderling, dat het de
studenten een boost geeft om zoveel mogelijk te studeren. De
Chinese studenten zijn vaak van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds
laat in de bibliotheek te vinden. Soms hebben zij zelfs colleges op
zondag. Het leven van de Chinese student speelt zich voornamelijk
in en rondom de universiteit af: men slaapt, studeert, sport en eet
op de campus.
Waar kijk je het meest naar uit als je weer in Nederland bent?
Smog en andere soorten luchtvervuiling hebben mij de frisse
lucht in Nederland doen missen, maar dit weegt niet op tegen de
vele mogelijkheden die ik nog wil ervaren in China.
Hoe zie jij jezelf in de toekomst?
Werk gerelateerd zou ik in een internationaal advieskantoor
willen werken. Zeer interessant vind ik de wijze waarop
gecommuniceerd wordt tussen verschillende culturen. Als men
zaken wil doen met partners die een andere culturele achtergrond
hebben, moeten eerst de gedragscodes begrepen worden. De
beste manier daarvoor is om jezelf eerst onder te dompelen in
de cultuur van de betreffende zakenpartners. Een handige tool
daarbij is het beheersen van de taal en dat is ook voor mij een
doel geweest om een uitwisseling te doen.
Heb je nog tips voor fiscale studenten die op uitwisseling gaan?
Probeer je alvast zoveel mogelijk in te leven en contact te leggen
met andere uitwisselingsstudenten. Een goede voorbereiding
maakt de uitwisseling gemakkelijker en zorgt ervoor dat je tijdens
de uitwisseling het maximale eruit kunt halen.
Hof van Justitie
Bezoek Hof van Justitie
Door:
Valérie Visser
Na een frisse start van het nieuwe collegejaar op 1
september zijn we dinsdag 2 september jl. met een
groep van 23 CT’ers afgereisd naar Luxemburg, om
aldaar een bezoek te brengen aan Deloitte en het
Hof van Justitie. Aanleiding van het bezoek aan
Luxemburg was dat prof. dr. P. Kavelaars, hoogleraar Fiscale Economie, gemachtigd was om te pleiten voor de Grote Kamer, bestaande uit dertien
rechters.
Iedereen was al vroeg uit de veren om rond 10.00 uur te kunnen
arriveren in Luxemburg. Allereerst werden we verwelkomd in het
kantoor van Deloitte, waar we een presentatie kregen over het
Luxemburgse belastingstelsel. Naderhand werd er voor ons een
heerlijke lunch verzorgd. Met een gevulde maag reden we naar
het Hof van Justitie, waar we vervolgens een rondleiding door het
gebouw kregen. Ook kregen we alvast een voorproefje van de zaal
waar de zitting over de 150 kilometergrens bij de 30%-regeling gevoerd zou worden. Na de rondleiding kregen we de gelegenheid
om ergens te wachten tot de zitting zou beginnen. Ondertussen
kwam een medewerker een algemene uitleg geven over zittingen
in het Hof van Justitie en vervolgens gaf hij uitleg over deze specifieke zaak. Toen was het moment daar, de rechter legde het probleem voor en vervolgens werden drie partijen in de gelegenheid
gebracht te pleiten. Ruim anderhalf uur werd de zaak besproken,
meningen uitgewisseld en gediscussieerd. Na de zitting was het
inmiddels alweer tijd om huiswaarts te keren. De terugweg verliep
voor sommigen van ons helaas minder voorspoedig dan de heenweg – er was file - , waardoor een deel genoodzaakt was al in België te dineren in plaats van in Maastricht. Desondanks hebben we
heel erg genoten van deze dag. We willen bij dezen dan ook de heer
Kavelaars en alle aanwezige leden bedanken! Mocht je een keer de
kans krijgen om een zitting van het Hof van Justitie bij te wonen,
dan zou ik zeggen: pak deze met beide handen aan!
deAANSL AG!
41
42
deAANSL AG!
Docentenlunch / Wisselings-ALV
Docentenlunch
2 Oktober jl. vond op traditionele wijze de docentenlunch plaats in het Erasmus Paviljoen. Op een informele manier hebben het XXIIste bestuur, samen met de Stichting Belastingwinkel Rotterdam, kennis gemaakt met de docenten van Fiscaal Recht en Fiscale Economie.
Wisselings-ALV
Op de Wisselings-ALV van 10 september 2014 werd het XXIIste bestuur het officiële bestuur. Het afgelopen
half jaar werd door het XXIste geëvalueerd en nieuwe ideeën van het XXIIste bestuur werden door Laura
Batenburg de Jong aangehaald. Martijn Schippers werd tijdens deze ALV aangedragen als Lid van Verdienste. De ALV werd afgesloten met een borrel in De Stoep.
Almanakborrel / TJP
deAANSL AG!
Almanakborrel
De Almanakborrel vond plaats 9 oktober jongstleden in club Cinéma. De Almanakcommissie heeft haar
uiterste best gedaan om een geweldige Almanak neer te zetten. Gedurende de avond konden CT-leden de
Almanak bemachtigen en laten signeren.
TJP i.s.m. De Bont Advocaten
Woensdag 29 oktober jongstleden vond de eerste TJP-sessie plaats. Op deze avond, georganiseerd in samenwerking met De Bont Advocaten, stond het onderwerp Formeel Belastingrecht centraal. Dit jaar is het
vijfde jaar dat TJP georganiseerd wordt. Op nog acht succesvolle TJP-sessies dit collegejaar!
43
44
deAANSL AG!
De Stelling
Stelling:
“De Nederlandse belastingwetten moeten worden
Op 16 september publiceerde de OESO een tussenrapportage over het Base Erosion & Profit Shifting (BEPS)-project
aan de G20. Nederland heeft intensief in dit BEPS-project meegewerkt. Het kabinet heeft bij verschillende gelegenheden het standpunt ingenomen dat belastingontwijking -ontduiking een probleem is dat een mondiale
aanpak vereist. Wij vroegen studenten en docenten wat hun mening is hierover.
Jeroen Koenraadt, tweedejaars student Fiscale Economie
Natuurlijk vindt niemand het leuk om belasting te betalen, maar ‘belastingontduiking’ is illegaal en zou zeker moeten worden aangepakt. Het Italiaanse zwarte circuit zou 92 miljard euro per jaar omvatten, dit is bijna 10% van
het BBP. De overheid loopt hierdoor grote bedragen mis. Belastingontwijking is niet strafbaar, maar juist op een
creatieve manier omgaan met gestelde regels. Dit is echter vaak sociaalonwenselijk, niet conform het doel van de
wet en oneerlijk voor bedrijven die niet over middelen beschikken om dergelijke constructies op te zetten. Echter,
bij wet verboden is het niet. Het belastingstelsel is altijd in beweging en dat maakt het interessant. Het dichtmaken
van een gat resulteert in het creëren van een nieuwe. Minder geld kwijt zijn aan het eind van de rit maakt één van
de beste ´incentives´ die er zijn, losstaand van het feit of het zou moeten, denk ik niet dat het kan. Bovendien moet
Nederland niet voorop willen lopen in anti-ontwijkingswetgeving; de miljarden winststromen die door Nederland
vloeien stromen onder het ´horizontale toezicht´ zorgen voor belastingopbrengsten die anders niet worden binnen gehaald. Dat het voor de VS niet eerlijk is dat ´Starbucks´ bijna geen vennootschapsbelasting betaald is begrijpelijk, maar dat is niet een probleem voor Nederland.
Claire Hofman, tutor Nederlands Recht B1 & Fiscaal Recht B2
Vooral vanwege het feit dat belastingontwijking niet illegaal is – ontwijkgedrag behelst het verlagen van de belastingdruk binnen de grenzen van de wet- is het voorkomen van ervan denk ik een onhaalbare kwestie. Het lijkt me
lastig vast te stellen welke bepalingen (of stelsels van bepalingen) in de wet precies voor ontwijking vatbaar zijn
(a contrario: welke bepalingen zou een creatieve fiscalist onmógelijk kunnen ontwijken?!). En: hoe verkrijgen we
volledig inzicht in deze niet strafbare ‘problematiek’?
Ten tweede ben ik ervan overtuigd dat er altijd belastingplichtigen zijn die de effectieve belastingdruk op legale
wijze proberen te minimaliseren. Waarschijnlijk voelen de meeste lezers zich zelfs aangesproken (‘en wat is hier
mis mee?’). Met dit gegeven in het achterhoofd vraag ik me of het überhaupt mogelijk is wetten zodanig aan te
passen, dat ontwijking niet meer mogelijk is. Een equilibrium tussen precisie en flexibiliteit vormt vermoedelijk
een knelpunt bij het formuleren van duidelijke wettelijke bepalingen (lex certa beginsel). Het gebruik van vage
concepten in het belastingrecht leidt in de praktijk tot discussies omtrent kwalificatie en interpretatie; tot rechtsonzekerheid dus. Dit zou betekenen dat wetten zeer precies geformuleerd zouden moeten worden (voor iedere mogelijke casus een regel), wat weer kan leiden tot ontelbare categorieën, opsommingen en andere lastig te begrijpen
details in de wet. Deze overmatige precisie komt de rechtszekerheid natuurlijk ook niet ten goede en het lijkt mij
bovendien onmogelijk om op elke (fiscale) casuspositie te anticiperen. Flexibiliteit lijkt dus geboden, ook met het
oog op de vele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die de fiscaliteit raken.
Kortom: ik denk dat het equilibrium tussen precisie en flexibiliteit, dat inherent is aan het lex certa beginsel, ten
grondslag ligt aan mijn vermoeden dat (belasting) nooit volledig bevredigend zal zijn. Belastingwetten komen en
belastingwetten gaan, maar ontduiking blijft vermoedelijk altijd bestaan!
De Stelling
aangepast, zodat belastingontwijking niet meer mogelijk is.”
Hervé van Oosterhout, masterstudent Fiscale Economie
Belastingontwijking, in feite ontduiking binnen de grenzen van de wet, is een duistere zaak. Dat het op zeer grote
schaal gebeurd, is inmiddels bekend. Maar hoe groot het is, willen we eigenlijk niet weten. We zetten oogkleppen
op. Daar overheden simpelweg niet de mankracht hebben om te onderzoeken hoeveel kapitaal er ‘geparkeerd staat’
in zogenaamde ‘offshore tax havens’, zullen we het moeten doen met schattingen. James Henry, Former Chief
Economist at McKinsey & Co, heeft dit als een van de eersten gedaan en kwam op een schatting van tussen de 21
en 32 trillioen(!) dollars aan het einde van 2010. Dat is een 21 met 12 nullen! Het is tot op de dag van vandaag niet
ontkracht. Het bizarre gevolg is dat overheden, mede door het mislopen van belastinginkomsten, genoodzaakt zijn
hun begrotingstekorten te financieren met het lenen van dit offshore kapitaal. Met andere woorden de overheid
leent het geld wat ze eigenlijk hadden moeten ontvangen d.m.v. belasting. Dit is een krankzinnige situatie en vereist een mondiale aanpak. Dat Nederland hieraan moet meewerken is in mijn ogen niet meer dan hun (morele)
plicht.
Bahar Klaver, derdejaars student Fiscaal Recht
Uiteraard streven concerns die internationaal opereren naar minimale afdracht van belastingen. Door opzet van
complexe routes maken zij het mogelijk om belasting te ontwijken. Dit gebeurt conform de wet en hoewel het niet
onwettig is, is het in mijn optiek wel onwenselijk. Onwenselijk in die zin dat andere landen, net als Nederland, voor
de financiering van hun publieke uitgaven afhankelijk zijn van belastingopbrengsten. Het punt is namelijk dat als
je belasting kunt ontwijken, maar dat toch niet doet, je meer belasting afdraagt aan de staat dan dat je wettelijk
verplicht bent af te dragen. Je kunt dus anders dan bij belastingontduiking – waarbij je strafrechtelijk kan worden
vervolgd – risicoloos minder belasting betalen. Ik begrijp dan ook dat concerns via listige constructies hun belastingdruk weten te verlagen, maar er begrip voor hebben is iets anders. Gezien voornoemde ben ik van mening dat
je terug moet naar de kern van dit probleem, terug naar de wetgeving en de verdragen die dit soort constructies
mogelijk maken. Die moeten verbeterd en aangescherpt worden!
Drs. J.E. van den Berg, docent Fiscale Economie
Om twee redenen is deze stelling onjuist. In de eerste plaats is het onmogelijk een wet zo in te richten dat belastingontwijking onmogelijk is. Dat gaat een wettekst van honderden pagina’s opleveren. Dit los nog van de vraag
wat nu eigenlijk belastingontwijking is. Mag iemand zijn onderneming niet meer in een BV drijven, omdat hij
dan minder belasting betaalt dan in een IB-onderneming? Tenslotte beschikt de fiscus over het middel ‘fraus legis’
waarmee in bepaalde gevallen belastingontwijking is te bestrijden. In de tweede plaats is dit zinloos als belastingontwijking niet in Europees verband wordt aangepakt. Gebeurt dit niet, dan zullen vele nationale wetten die
belastingontwijking (in Nederland) bestrijden in strijd met Europees recht blijken te zijn. Zo is, bijvoorbeeld, het
opleggen van een aanslag bij verplaatsing van de onderneming naar het buitenland, in veel gevallen in strijd met
de ‘vrijheidsbeginselen’ van het EU-recht.
Dit alles laat niet onverlet dat de Nederlandse wetgever belastingontwijking kan inperken door bepaalde wetten eenvoudiger te maken. Een voorbeeld is de behandeling van eigen en vreemd vermogen binnen de vennootschapsbelasting. Gelijke behandeling zorgt er voor dat er niet meer op oneigenlijke gronden voor vreemd vermogen wordt gekozen, daar waar eigenlijk eigen vermogen nodig is.
deAANSL AG!
45
deAANSL AG!
46
Column / Agenda
Column
Sinterklaasfeest
Waarde lezer,
Zeer vereerd ben ik om het stokje van Martijn Schippers, die vele
jaren de column voor de Aanslag heeft verzorgd, over te mogen
nemen. Voor de lezers die mij wellicht nog niet kennen; mijn
naam is Agnes Maassen en ik ben op dit moment masterstudent
Fiscale Economie. De meesten zullen mij kennen vanwege mijn
bestuursfunctie Commissaris Extern binnen het XXIste bestuur.
Daarnaast ben ik als werkstudent werkzaam bij Deloitte en kun
je mij af en toe nog vinden op een feestje bij Laurentius. Als masterstudent worden de feestjes wat vaker ingeruild voor serieuze
studiedagen en de glazen sterk worden verwisseld voor een beschaafd rood wijntje bij het eten. Gelukkig bestaat nog altijd de
maand december waarin heel Nederland de intocht van Sinterklaas, het kerstfeest en de wisseling van het kalenderjaar viert,
waardoor een student weer genoeg momenten en vrije dagen
heeft om wat biertjes te verorberen.
Dit jaar zal de viering van het sinterklaasfeest desalniettemin
een hele andere dimensie krijgen. De discussie omtrent Zwarte
Piet zal u allicht niet zijn ontgaan en hoogstwaarschijnlijk heeft u
hierover zelfs een mening gevormd. Geen onpopulaire opvatting
onder autochtone Nederlanders is degene waarbij wordt gesteld
dat het racisme-argument enkel wordt gebruikt door wat aanstellers die de vreugde van het feest slechts proberen te verderven. Dat een traditioneel oer-Hollands volksfeest volledig wordt
verpest door een kleine groep theatrale schreeuwers. Uiteraard
heeft eenieder de vrijheid heeft om een eigen mening te vormen,
maar ik zou graag van de gelegenheid gebruik maken om een
kanttekening te schetsen.
Eerlijkheid gebied te zeggen dat ik van mening ben dat inderdaad bij vele vierders van het sinterklaasfeest, waaronder ondergetekende, van racisme, discriminatie of enige ongelijkheid geen
sprake is. Lange tijd heb ook ik het argument van racisme als verwerpelijk beschouwd. Echter, na enige zelfreflectie denk ik dat de
Nederlander blind is geworden voor haar eigen feest. Zij kan niet
meer objectief kijken naar iets wat zij met zoveel liefde en plezier,
zowel in haar volwassen leven alsook in haar jeugd, jaar in jaar
uit heeft gevierd.
Daarnaast is racisme niet alleen discrimineren op huidskleur en
doet zich niet enkel voor in expliciete vorm. Nee, racisme kan zich
ook voordoen in de vorm van een beleving of het gevoel van een
bepaalde bevolkingsgroep. Op het moment dat een bevolkingsgroep in de Nederlandse samenleving zich gediscrimineerd voelt
op basis van bijvoorbeeld haar huidskleur, wie zijn wij dan om te
zeggen dat deze personen zich aanstellen? Ik ben juist trots op de
Nederlandse samenleving vanwege haar open karakter en haar
vermogen tot het accepteren van een groot en breed scala aan
verschillende groepen van mensen. En mede vanwege het dynamische tijdperk waarin wij thans leven, denk ik dat wij een heel
mooi en ja, hier komt dat woord, kleurrijk sinterklaasfeest kunnen vieren!
Alvast fijne feestdagen gewenst!
Agnes Maassen
Masterstudent Fiscale Economie
Agenda
December 2014
3 december: Wijnproeverij Aanmerkelijk Belang
4 december: Sinterklaasborrel i.s.m. EY
Januari 2015
8 januari: Nieuwjaarsborrel i.s.m. Pereira
14 januari: Tax Jurisprudence Program
Februari 2014
12 februari: Tax Jurisprudence Program
13 febuari: Fiscale Bedrijvendag 2015
19 februari: Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff
Naast bovenstaande activiteiten zullen er nog diverse andere activiteiten en borrels worden
georganiseerd. Houd daarom onze website, www.christiaanse-taxateur.nl, goed in de gaten
voor updates en eventuele wijzigingen!
Alleen voor studenten die er
echt kaas van hebben gegeten.
De Loyens & Loeff
Case Fondue in Zürich.
Voor de Case Fondue op
4, 5 en 6 februari 2015 zijn
we op zoek naar talentvolle
derde- of vierdejaarsstudenten
fiscaal recht en/of fiscale
economie. Behoor jij tot de top
van je jaar en durf jij in Zürich
je vingers te branden aan een
interessante casus waarmee
je op een intensieve manier
kennismaakt met de fiscaliteit
en Loyens & Loeff? Meld je
dan vóór 5 januari aan via
www.loyensloeffacademy.com
AC A D E M Y