Transcript Bekijk dit artikel in PDF

K WA LI T E I T & T E CHNIE K
DA KENRA A D NU MME R 121 , SE P T E M B E R 2 014
ZE V E N V R AG E N A A N:
"We hebben
het nu echt
in de grip"
Leo Benedict (72) is dakenman in hart en nieren.
Vanuit de bouwmaterialenhandel kreeg hij in 1969
te doen met dakbedekkingsproducten en vanaf 1974
was hij promotor van de eerste APP-dakbanen in
Nederland. Tot 1978 met Derbigum en vanaf 1980 2005 met Wédénop en Wédéflex. Hij is actief geweest
voor KOMO, Probasys, Stichting Dak & Milieu, en
diverse colleges en werkgroepen waarvan de BDA
Adviesraad en het college van deskundigen ISDA de
bekendste waren. Na zijn pensionering houdt hij zich
voornamelijk bezig met productontwikkeling, eerst
met een prefab dakrandconstructie voor de renovatie,
de laatste jaren met dakbanen, die met technisch
klittenband aan de onderconstructie worden bevestigd.
Hij deed zo veel proeven, zowel in de praktijk als
onder laboratoriumcondities, dat hij inzicht kreeg in
deze manier van bevestigen en zijn ervaringen graag
met Dakenraad wil delen.
Tekst en beeld: Albert F. van den Hout
14
DR121_014-017.indd 14
15-08-2014 13:42:53
Bevestigen met klittenband
- het Grip-fix-systeem met
Rhepanol is er al bijna
20 jaar - is toch niet nieuw?
“Er zijn - voor zover mij bekend geen schades mee geweest.
Het meest bijzondere is de informatie
die de fabrikant verstrekt en die zo
van het internet is te plukken.
FDT geeft aan al miljoenen vierkante
meters te hebben verwerkt.
Het systeem bestaat uit met polyestervlies gecacheerde PIB-dakbanen,
die haaks worden geplaatst op
mechanisch bevestigde stroken
klittenband van 125 mm breedte.
Met dit systeem is dus bewezen
dat het mechanisch bevestigen met
technisch klittenband en dunne
kunststof dakbanen een betrouwbaar
dakbedekkingssysteem is.”
“Dat heeft inderdaad tot 2010
geduurd, op de Nationale Dakendag
2010 is het gepresenteerd”
Waarom heeft het zolang
geduurd voordat er ook een
dergelijk systeem met
bitumen dakbanen op de markt is
gekomen?
“In Nederland is het Rhepanolsysteem overigens nog maar weinig
toegepast. Door marktontwikkelingen
als brandveiliger werken en cradleto-cradle voorkeuren heeft deze
mogelijkheid de aandacht getrokken.
Het Brabantse DION is met haar
Evolution APP- en SBS-dakbanen de
eerste geweest. Ik ben daar in het
begin nog bij betrokken geweest,
maar ben uiteindelijk toch mijn
eigen weg gegaan. Het systeem is
vergelijkbaar met Grip-fix dus met
stroken technisch klittenband op een
bestaande dakbedekking of op een
thermische isolatie en een APP- of
SBS-dakbaan, die gecacheerd is met
een polyestervlies en met overlappen
die thermisch worden gelast.”
7
N
“Dat klopt, het is mijn voorbeeld, dat
ik altijd met respect zal behandelen”
GE
K WA LI T E I T & T E CHNIE K
V RA
“In eerste instantie door andersom
te gaan werken, dus met het Velcroklittenband aan de onderzijde van de
bitumen dakbaan”
Wat is die eigen weg
geweest?
“Onder de werknaam Cro 69 hebben
we proefrollen gemaakt met blokjes
of streepjes Velcro-klittenband gelijmd
aan de onderzijde van de bitumen
dakbanen en een mechanisch
bevestigde naakte polyestermat op
de ondergrond. Er is een patent op
verkregen.
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
ZE V E N V R AG E N A A N:
De eerste resultaten waren
bemoedigend. Het systeem is
voorlopig in de ijskast gezet omdat
het duurzaam bevestigen van
het klittenband aan de dakbaan
productietechnisch niet zo eenvoudig
is gebleken.
Het vergt van een fabrikant nogal
wat productontwikkeling en
investeringen.”
“Het accent is verlegd
van pelsterkte naar
afschuifsterkte”
“De opgave was werken met technisch klittenband zonder in conflict
te komen met bestaande systemen”
Er is nu een ander systeem,
hoe ben je verder gegaan?
“De tweede opgave was het zoeken
naar de juiste partners, bedrijven
die een goed product hebben en dat
willen leveren onder private label.
In het totale concept dat we nu voor
en met Kimmenade Nederland onder
de naam NOVACRO-TPO hebben
ontwikkeld zijn 10 leveranciers
betrokken.
De dakbaan die we hebben
gevonden heeft een composietdrager
en aan de onderzijde een polyester
cacheerlaag over de gehele
baanbreedte, een bovencoating
“Klitten is de opvolger
van het branden van
dakbanen”
15
DR121_014-017.indd 15
15-08-2014 13:42:58
K WA LI T E I T & T E CHNIE K
DA KENRA A D NU MMER 121 , SE P T E M B E R 2 014
ZE V E N V R AG E N A A N:
“Het systeem is getest en wordt nu
voorzien van de nodige certificaten”
Hoe nu verder?
“Allereerst is dat een
KOMO-attest-met-productcertificaat
en direct gevolgd door een BDA
Agrément®. We verwachten dat
een dezer dagen rond te hebben.
Zoals gezegd is het systeem met de
gestuikte dakbanen voorbehouden
aan het verzorgingsgebied van
Kimmenade Nederland. Onder de
naam ROOFCRO-TPO wordt een
afwijkend systeem ontwikkeld. Het is
wel dezelfde kwaliteit dakbaan, maar
nu met overlappen die thermisch
worden gelast. Meer wil ik er nog
niet over zeggen, het systeem is nog
niet volledig uitontwikkeld.”
n
“Maatschappelijke ontwikkelingen
vertalen naar je vak is altijd mijn
uitdaging geweest”
Wat zijn je drijfveren om zo
bezig te blijven?
van TPO en een ondercoating van
SBS-bitumen. Het is een dakbaan
die in klasse D4 valt. De banen
worden in blokverband gelegd
met gestuikte naden. Over deze
stuiknaden worden ongecacheerde
NOVACRO-TPO stroken gelast, bij
de langsnaden 125 mm breed, bij
de kopse naden 200 mm.
In eerste instantie hebben we een
naakte polyestermat voorzien van
stroken Velcro-klittenband die erop
waren genaaid. De polyestermat werd
daarbij mechanisch bevestigd in de
onderconstructie.”
“De pelkracht van de verbinding liep
door het naaien van het Velcro-band
dermate terug, dat het niet verantwoord was om hiermee door te gaan”
Wat ging er mis?
“Bovendien was het
systeem moeilijk vlak te houden.
Toen zijn we het anders gaan doen.
De redactie van Dakenraad
stelt zeven vragen aan een
dakpro(fessional).
In deze aflevering is dat de heer
L.B. Benedict.
Bij Kiwa BDA Testing hebben we
oneindig veel testen gedaan, waaruit
een systeem is ontwikkeld dat
de verbinding tussen het Velcroklittenband en de gecacheerde
dakbaan niet op pelsterkte belast
maar op afschuifsterkte. De basis
is een zogenoemde Typar strook
van 160 mm breedte. Dit is een
sterk polyestervlies waarop aan
beide zijden een Velcro-strook van
62,5 mm breedte is genaaid. In
het midden wordt de strook h.o.h.
250 mm bevestigd met schroeven
en rechthoekige drukverdeelplaatjes.
De stroken worden haaks op
de legrichting van de dakbanen
aangebracht. Als de stroken op
een meter worden gelegd, is de
rekenwaarde 600 N per bevestiger.
Onder windbelasting zal de dakbaan
tussen de stroken iets bollen, omdat
de Velcro-stroken naast de bevestigers
zitten bollen ze mee en wordt de
verbinding op afschuiving in plaats
van op pellen belast. Er is nog een
variant waarbij we de stroken op
twee meter plaatsen en bevestigen
met een geprofileerde stalen strip en
schroeven h.o.h. 250 mm. De waarde
per bevestiger is daarbij vastgesteld
op 660 N. Dat zijn er dan maar 2 per
vierkante meter.”
“Cradle-to-cradle, van de wieg tot de
wieg, door nieuwe gedachtelijnen
te volgen, moet je weerstanden
overwinnen. Grondstoffen
moeten beschikbaar blijven,
de slogan gebouwvoorraad is
grondstoffenvoorraad spreekt me
dan ook aan. Milieu was al heel
vroeg een marketingtool voor me.
Het is een absolute uitdaging om
systemen te blijven ontwikkelen,
die het milieu zoveel mogelijk
ontlasten en een duurzame gebruiksbelasting te geven. Dat kan ook met
dakbedekking. Met klittenband is een
dakbedekkingssysteem eenvoudiger
te demonteren. Eén ding
weet ik zeker: klitten is de
opvolger van het branden
van dakbanen.”
Meer over dit onderwerp in
Dakenraad:
• ’Overleven door productinnovatie’,
nr. 35, april 2000.
• ‘Milieu is een recht voor iedereen’,
nr. 40, februari 2001.
• ‘Daken worden steeds slimmer’,
nr. 99, december 2010.
• ‘Nieuw dakbedekkingssysteem goed
voor milieu en dakbedekker’,
nr. 104, oktober 2011.
• ‘Vermarkten zonder pottenkijkers’,
nr. 109, september 2012.
17
DR121_014-017.indd 17
15-08-2014 13:43:00