(potentiële) (ex) delinquenten met een licht verstandelijke

Download Report

Transcript (potentiële) (ex) delinquenten met een licht verstandelijke

MEE maakt meedoen mogelijk
Projecten en methodieken voor (potentiële) (ex) delinquenten
met een licht verstandelijke beperking
1
Inhoudsopgave
Achtergrond informatie MEE, ondersteuning bij leven met een beperking ............................................... 3
‘Ik zie weer licht in mijn leven’ ...................................................................................................................... 4
Projecten ........................................................................................................................................................ 6
1.
Preventie ............................................................................................................................................ 6
1.1
Voorkomen vroegtijdig schoolverlaten en overgang naar werk ............................................. 6
1.2
Bevorderen van uitstroom naar werk ...................................................................................... 8
1.3
Coaching .................................................................................................................................. 11
2. Voorbereiding terugkeer samenleving na detentie ............................................................................ 16
Pilot samenwerking MEE en gevangeniswezen (GW) ......................................................................... 16
3. Training professionals ......................................................................................................................... 17
Diagnose- en trainingsaanbod LVB, (autisme en niet aangeboren hersenletsel) ............................ 17
‘Ik zie nu het verschil tussen niet willen en niet kunnen’ .................................................................. 19
Meer informatie en contact .................................................................................................................. 19
2
Achtergrondinformatie MEE, ondersteuning bij leven met een
beperking
MEE ondersteunt jaarlijks meer dan 100.000 mensen met een beperking. In toenemende mate gaat
het in deze ondersteuning om complexe problematiek, op meerdere leefgebieden tegelijk. Een vraag
of een probleem op het ene leefgebied hangt vaak sterk samen met ontwikkelingen of problemen op
een ander leefgebied. Bijvoorbeeld iemand met een licht verstandelijke beperking loopt op het werk
vast vanwege grote problemen thuis (schulden, ruzie, woonsituatie, verslaving). Vaak zijn
verschillende organisaties, wet- en regelgeving, instanties en hulpverleners betrokken. Naast de
direct betrokkenen zoals ouders, vrienden en familie zijn bijvoorbeeld ook de werkgever, het UWV, de
schuldhulpverlening, verslavingszorg, welzijnswerk en de woningbouwcorporatie betrokken en van
belang bij mogelijke oplossingen.
MEE kijkt integraal naar de problematiek en zorgt voor een samenhangend ondersteuningsaanbod.
MEE is vaak een spil in de coördinatie van (informele) zorg en (algemene) voorzieningen. MEE kijkt
vooral naar de mogelijkheden van mensen met een beperking. Onze cliënten zijn mensen met een
verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een chronische ziekte. Hieronder vallen ook
mensen met niet-aangeboren hersenletsel of een stoornis in het autismespectrum. Onze doelgroep
varieert in leeftijd en type beperking. Meer dan vijftig procent is jonger dan 24 jaar. Ongeveer de helft
van de cliënten die MEE ondersteunt heeft een (licht) verstandelijke beperking. Ook het netwerk van
mensen met een beperking, zoals gezinsleden, familie, vrienden of collega’s ondersteunen wij. Zij
kunnen advies of praktische ondersteuning krijgen om iemand met een beperking verder te helpen of
om hun taak als mantelzorger uit te kunnen voeren.
Expertise
De expertise van MEE ligt besloten in specifieke kennis van en het werken met deze doelgroepen. Een
licht verstandelijke beperking (LVB) is bijvoorbeeld niet altijd zichtbaar en daarom soms lastig te
herkennen. Kenmerken van LVB zijn:
 het beperkt informatie kunnen opnemen en onthouden;
 beperkte sociale redzaamheid;
 vaak geen onderscheid maken in goede of slechte mensen. Dat vergroot de kans dat mensen in
hun omgeving gebruik of misbruik maken van bijvoorbeeld hun huis of uitkering.
 beperkter grenzen kunnen stellen waardoor ze gemakkelijk beïnvloedbaar zijn. Zo kunnen ze
sneller verstrikt raken in het criminele circuit. Denk aan bolletjes slikken, pakketjes leveren,
geweldsdelicten en op de uitkijk staan.
 vaak een beperkt inlevingsvermogen hebben. Bij het plegen van een overval, kunnen ze niet
bedenken dat de ander daardoor emotioneel schade oploopt.
 meer moeite hebben met nadenken over hun eigen functioneren en handelen.
 niet de consequenties overzien van hun handelen. Zo kunnen ze diverse leningen afsluiten
ondanks een minimuminkomen.
MEE weet hoe deze mensen snel herkend kunnen worden en hoe een juiste benadering het verschil
kan maken. MEE geeft ook trainingen aan professionals in het herkennen en omgaan met mensen
met een licht verstandelijke beperking (en autisme en niet aangeboren hersenletsel) te herkennen.
Wij geven ook cursussen en trainingen om de eigen kracht en zelfredzaamheid van mensen met een
3
beperking te vergroten. MEE participeert soms ook in het Veiligheidshuis en in jongerenloketten en
werkt samen met politie om bij te dragen aan passende begeleiding en ondersteuning van o.a.
mensen met een LVB. Ook participeert MEE regelmatig in zogenaamde ‘zorgnetwerken of wijkteams’.
Inwoners die overlast veroorzaken en waarover veel zorg is worden in deze teams besproken. Met een
zinvolle daginvulling, bijvoorbeeld door werk of dagbesteding, wordt structuur en dagritme
aangebracht waardoor de dreiging van criminaliteit wordt afgewend. Samenwerking met
(jeugd)reclassering is door de niet-vrijwillige component in de dienstverlening meestal nodig. Ook kan
MEE een rol spelen in de nazorgtrajecten voor gedetineerden met (een vermoeden van) LVB die
gemeenten aandragen. In deze ondersteuning is het versterken van de eigen kracht en de inzet van
het netwerk altijd het vertrekpunt. Netwerkversterking kan een rol spelen in het voorkomen van
recidive en kan een goede terugkeer in de samenleving bespoedigen.
Wat levert MEE op?
Het werk van MEE levert veel op. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat elke euro die in MEE is
geïnvesteerd, minstens vier keer wordt terugverdiend. Het inverdien-aspect zit vooral in de verlaging
van de maatschappelijke kosten. Vaak wordt een beroep op dure voorzieningen of zorg voorkomen of
uitgesteld. En worden voorzieningen effectiever ingezet. Wat levert dit op?
 Het voorkomen van criminaliteit, bijvoorbeeld door een passende daginvulling of weerstand
kunnen bieden tegen groepsdruk.
 Het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten.
 Het voorkomen van escalatie of grotere problemen en daarmee een besparing op duurdere zorg
of voorzieningen.
 De schuldhulpverlening is effectiever.
 Er komen minder huisuitzettingen voor.
Brian (19) heeft een LVB en gebruikte drugs, pleegde een overval en kwam in de gevangenis
terecht
‘Ik zie weer licht in mijn leven’
De 19-jarige Brian is al eens door zijn moeder aangemeld bij MEE, vanwege een vermoedelijke licht
verstandelijke beperking (LVB). Op de bewuste afspraak verschijnt hij niet. Zijn moeder is hem
helemaal zat. Hij snuift cocaïne, steelt voortdurend haar geld, is volstrekt onbetrouwbaar in
afspraken. Schuldeisers komen voor hem aan de deur. Omdat ze bang is dat hij zijn jongere broertje
meesleurt in de ellende, zet ze hem uiteindelijk uit huis. Dakloos zwerft hij rond. Dan verblijft hij weer
eens bij vrienden, dan weer eens in de nachtopvang.
Overval op bejaarde dame
Samen met een maat overvalt hij een bejaarde dame op een metrostation en hij komt hiervoor in de
gevangenis. Als hij uit de gevangenis komt, kan hij niet naar huis. Streetcornerwork, een
veldwerkorganisatie voor jeugdhulpverlening en drugshulpverlening, schakelt MEE in.
Brians vraag is duidelijk: hij wil een dak boven zijn hoofd. Verder heeft hij allerlei schulden, hij heeft
geen ziektekostenverzekering, geen inkomen, geen werk en hij weet niet hoe hij daaraan moet
komen. En op dat moment heeft hij zelfs niets te eten. De consulent ziet een jongen die nog best
4
beleefd is, niet agressief is, maar bij doorvragen lang niet alles goed begrijpt. De consulent begrijpt
uit Brians verhaal dat zijn vrienden redelijk veel invloed hebben en dat de overval niet zijn eigen idee
was. Hij gebruikt weer drugs en is nog net geen junk. Maar als het zo doorgaat, wordt hij dat wel.
Het lukt de consulent Brian te motiveren zich te laten testen: als je weet waar je goed en minder
goed in bent, kun je beter je leven inrichten en structuur aanbrengen met hulp waar nodig. Met de
duidelijkheid van een vastgestelde LVB gaan ze samen aan de slag.
Versterken eigen kracht: zelf keuzes maken en stappen
ondernemen
De consulent werkt outreachend: ze haalt hem op voor afspraken,
want ze weet dat hij anders niet komt. Samen bezoeken ze
woonvoorzieningen. Uiteindelijk kan hij terecht in een woning met
begeleiding. De consulent stimuleert Brian om zelf schulden op te
vragen en in kaart te brengen. Ze bereidt alles zodanig met hem voor
dat het hem lukt om op eigen kracht zijn ziektekostenverzekering te
regelen. Bij alle stappen legt de consulent uit dat zij de
mogelijkheden aandraagt, maar dat het erom gaat dat Brian zelf de
keuzes maakt. Het gaat om zijn leven. De consulent zoekt contact
met Brians moeder. Als de moeder er weer vertrouwen in krijgt dat
het beter gaat met Brian en ze hoort dat hij onderdak heeft, durft ze
het contact met Brian weer te herstellen. Ze bezoekt hem op zijn
nieuwe woonplek en kan hem weer emotioneel ondersteunen.
De consulent helpt Brian het contact met zijn oude voetbalvereniging te herstellen. Ze treffen een
betalingsregeling voor achterstallige contributie en Brian gaat voortaan weer iedere week naar zijn
oude voetbalmaatjes. Brian heeft geluk want hij woont een paar weken in zijn nieuwe woning als er
een plek vrijkomt op het fietsenreparatieproject van de zorgaanbieder. En daar gaat hij met plezier
aan de slag. Zijn woning is in een buurt waar veel studenten wonen. Samen met andere bewoners
gaat hij af en toe naar studentenfeestjes in de buurt.
Uiteindelijk zit er schot in de situatie van Brian op alle leefgebieden: wonen, dagbesteding, schulden,
inkomen en herstel van relaties. Daarin begeleidt de consulent Brian, zeker op momenten dat hij de
moed laat zakken of toch niet komt opdagen op een afspraak. De consulent blijft steeds naast Brian
staan, moedigt hem aan in wat hij wil en laat merken dat hij altijd weer terug kan komen, ook al gaat
het mis. Brian is opgelucht en vertelt dat hij weer ‘licht in zijn leven ziet’. Vooral het feit dat hij weer
een eigen woonplek heeft en goede mensen om zich heen, geeft hem moed om op de ingeslagen weg
door te gaan.
5
Projecten
1.
Preventie
1.1
Voorkomen vroegtijdig schoolverlaten en overgang naar werk
1.1.1.
Navigator
Regio’s:
MEE Drenthe
MEE IJsseloevers
MEE Amstel en Zaan
Doelgroep:
Jongeren met een licht verstandelijke beperking, autisme en/of andere beperking van 12 tot 27 jaar.
Achtergrond:
Moeilijk lerende jongeren krijgen van diverse zijden hulp, ondersteuning en begeleiding bij het vinden
en behouden van werk en scholing. In de praktijk blijkt participatie van deze jongeren op de
arbeidsmarkt nog niet op het gewenste niveau. De Navigator - een MEE-consulent - wil
samenhangende hulp- en dienstverlening dichter bij de cliënten brengen. Daarmee wordt
toenemende arbeidsparticipatie van jongeren bereikt en een afnemend beroep op nu nog Wajonguitkeringen.
Werkwijze:
Jongeren krijgen een Navigator van MEE toegewezen. Deze Navigator kijkt integraal naar de
hulpvraag van jongeren en stippelt samen met jongeren, ouders en school een route uit. De jongeren
worden via vooraf vastgelegde etappes en tussenstations naar de juiste weg genavigeerd. Bij 'files en
versperringen' helpt de Navigator jongeren via een alternatieve route uiteindelijk naar de
eindbestemming: werk. Op overgangsmomenten (van school naar school, van school naar werk, van
werk naar werk) zorgt de Navigator voor hulp en ondersteuning. Via leer/werktrajecten en stages
wordt iemand voorbereid op een betaalde baan. Knelpunten op alle leefgebieden (geldzaken, wonen,
relaties, etc.) worden door de Navigator meegenomen. Jongeren van 12-27 jaar blijven in beeld, ook
als deze van school is en aan het werk is.
Resultaat:
Resultaat is toenemende arbeidsparticipatie en een afnemend beroep op zorg en uitkeringen.
Het project Navigator werkt met veel partijen samen zoals gemeenten, Het werkplein, UWV
WERKbedrijf, MKB, VNO/NCW, Werkscholen, Praktijkscholen, cluster 3 en 4 scholen en ProREC en
het bedrijfsleven. Tijdens dit traject kunnen ook diverse cursussen van MEE ingezet worden, zoals een
cursus budgetteren, wonen op jezelf, sociale vaardigheids- of weerbaarheidstrainingen.
MEE Drenthe heeft met drie Navigatoren tientallen jongeren in zo’n traject, waarvan een aantal
binnenkort uitstromen naar werk. Andere MEE-organisaties zijn de mogelijkheden aan het verkennen
6
voor het implementeren van het Navigator-project. Zoals in Flevoland, Overijssel Utrecht, Gouda en
deels in Gelderland.
Contactpersoon:
MEE Drenthe
Hein Kars
Consulent Participatie & Integratie
T 0592 30 39 99 of 06-113 331 47
E [email protected]
I www.navigatordrenthe.nl
1.1.2
Schoolnetwerkoverleggen
Regio:
De meeste MEE-organisaties, in dit voorbeeld: MEE IJsseloevers.
Doelgroep:
15- en 16-jarige leerlingen uit het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.
Achtergrond:
Zicht op werk en het daadwerkelijk krijgen van werk laat jongeren op een positieve manier
participeren in de samenleving. Het voorkomt onaangepast gedrag.
Werkwijze:
In Kampen vindt regelmatig netwerkoverleg plaats (deelnemers: stagedocent, arbeidsdeskundige
UWV, leerplichtambtenaar en consulent van MEE). Het doel is dat jongeren aansluitend op het
verlaten van school kunnen starten met een (traject op weg naar een) baan. Arbeidsconsulenten van
MEE hebben contact met leerlingen van 15 -16 jaar van de PRO-scholen om de mogelijkheden en
ontwikkelingen van de leerlingen te bespreken voor het volgen van stages. De eerste stage van de
jongere wordt geëvalueerd aan de hand van de ’MELBA’-methodiek. De MELBA- methodiek is een
assessmentinstrument voor arbeids(re)integratie. Aan de hand daarvan worden punten van
bijzondere aandacht uitgewerkt. Opvallende ontwikkelingen buiten arbeidgerelateerde zaken, worden
ook meegenomen. Deze verslagen worden zowel met de ouders als op school besproken. Daar waar
nodig worden stages bijgesteld en/of acties ondernomen. Vervolgens wordt op 17½-jarige leeftijd van
de leerling een uitgebreid capaciteitenonderzoek gedaan, eveneens volgens de ‘MELBA’-methodiek.
Dit onderzoek wordt gebruikt bij het bepalen of er al dan niet extra ondersteuning nodig is voor de
leerling, om werk te kunnen vinden en/of te behouden.
Resultaat:
Het resultaat van deze werkwijze is bijna 100% (duurzame) plaatsingen in (trajecten naar) een baan
van leerlingen van de beide praktijkonderwijs scholen.
Contactpersoon:
MEE IJsseloevers
Erik Hofstra
7
Accountmanager
T 06 309 98 260
E [email protected]
1.2 Bevorderen van uitstroom naar werk
1.2.1 Scoren met jongeren (samenwerking sportclub voor werkervaringsplekken)
Regio:
MEE Noordwest-Holland
Doelgroep:
Mensen met een beperking of grote afstand tot de arbeidsmarkt in een uitkeringssituatie zonder
werkervaring die lastig passend werk vinden. Deelnemers zijn soms ook ex-gedetineerden.
Achtergrond:
UWV WERKbedrijf, PrO-werk (re-integratiebureau) en MEE Noordwest-Holland werken samen om
jongeren vanuit een uitkering via een leer/ervaringstraject door te laten stromen naar een reintegratieproject en vervolgens naar werk. Gebrek aan werkervaring is een veelgenoemde oorzaak.
Werkwijze:
Deelnemers doen werkervaring op bij een voetbalvereniging in of nabij Alkmaar of uit Hoorn om
uiteindelijk binnen één jaar door te stromen naar een re-integratietraject of een baan. Deelnemers
gaan als medewerker voor 12 tot 16 uur per week aan het werk bij de club. Bijvoorbeeld bar- en
keukenwerk, administratief werk, schoonmaakwerk, magazijnbeheer, groenonderhoud, klussen,
ondersteunen van evenementen e.d.
Maar wellicht ook organisatie van toernooien, assisteren bij trainingen of het volgen van een opleiding
voor trainer/scheidsrechter. MEE levert en plaatst kandidaten bij de sportvereniging, en matcht ze
met een begeleider (mentor). Zo nodig geeft MEE informatie aan de mentor over het omgaan en
communiceren met de kandidaten en hun beperking.
De mentor van de voetbalvereniging ondersteunt deelnemers bij de werkzaamheden op vrijwillige
basis. De mentor zorgt ervoor dat de deelnemer wegwijs wordt gemaakt bij de vereniging en zorgt
voor een goed inwerkplan. Mentoren zijn vaak dagelijks aanwezig op de sportvereniging. De
projectleider van MEE Noordwest-Holland ondersteunt de mentoren van de clubs. Hij bezoekt de club
regelmatig en voert gesprekken met deelnemers en de mentor over hoe de plaatsing verloopt. Hij is
voor vragen en advies beschikbaar als er problemen rond het werkervaringstraject ontstaan.
Resultaat:
Het project zorgt voor sociale activering van de deelnemers. Er zijn dit jaar een kleine 30 deelnemers.
Doelstelling is dat deelnemers in een jaar tijd een of meer treden op de Participatieladder stijgen. Zo
nodig krijgen ze nazorg van MEE. Inmiddels is een deelnemer uitgestroomd naar een regulier reintegratietraject, zijn 4 deelnemers uitgestroomd naar een leer-werktraject en zijn er twee uitvallers.
De andere deelnemers zijn nog geen volledig jaar in het traject.
8
Contactpersoon:
MEE Noordwest-Holland
John van den Oord
Projectleider
T 088 6 522 522
E [email protected]
1.2.2. Supporters voor Supporters (samenwerking met businessclub AZ voor werkervaringsplekken)
Regio:
MEE Noordwest-Holland
Doelgroep:
Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt vanuit de WWB zonder startkwalificatie of met een
Wajong voorbereiden op een opleiding of betaalde baan. De jongeren moeten gemotiveerd zijn om
(weer) aan de slag te gaan via het opdoen van werkervaring en ondersteuning. Deelnemers zijn soms
ook ex-gedetineerden.
Achtergrond:
UWV WERKbedrijf, PrO-werk (re-integratiebedrijf), Stichting Vrienden van MEE, gemeente Alkmaar,
Actief Talent, Instituut GAK en stichting Life Goals werken samen om jongeren werkervaring op te
laten doen.
Werkwijze:
Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt doen gedurende vier tot zes maanden, twee dagen in
de week werkervaring op bij een bedrijf dat lid is van de businessclub AZ. Deze bedrijven zitten in
verschillende branches, waardoor voor iedere deelnemer een passende match kan worden gevonden.
Daarnaast komen de jongeren een dag in de week bij AZ om te praten over de voortgang en om te
werken aan een persoonlijk leerplan. Ook kunnen ze gebruik maken van de sportfaciliteiten van AZ.
MEE levert de maatschappelijke sportcoach. De maatschappelijke sportcoach doet de voorselectie,
intake, matching, arbeidsbemiddeling en begeleiding op de werkvloer. Zo nodig adviseert de
maatschappelijke sportcoach de manager en collega’s over het omgaan met hun nieuwe collega en
zijn beperking.
Resultaat:
Afgelopen jaar hebben meer dan 20 jongeren deelgenomen aan dit project. De hele groep heeft het
traject afgerond. Van hen hebben vijf á zes een betaalde baan gevonden en zijn twee jongeren met een
opleiding begonnen. Er zijn 15 deelnemers doorgestroomd naar een vervolg maatwerktraject in
verband met bijvoorbeeld schulden, verslaving of voorwaardelijke straf.
Contactpersoon:
MEE Noordwest-Holland
John van den Oord
T 088 6 522 522
E [email protected]
9
1.2.3 Let’s work! (werknemersvaardigheden)
Regio:
MEE Amstel en Zaan
Doelgroep:
Jongeren met een beperking vanaf 18 jaar met een baan die problemen op de werkvloer willen
aanpakken en/of voorkomen.
Achtergrond:
MEE Amstel en Zaan geeft de training met twee trainers. Veel jongeren met een beperking ervaren
problemen op de werkvloer en hebben moeite om hun baan te behouden.
Werkwijze:
Trainen van werknemersvaardigheden voor jongeren vanaf 18 jaar met een beperking. Voorafgaand
aan de training vindt een intake plaats. De training duurt zes weken. De training is interactief,
deelnemers oefenen veel in rollenspellen en praten met elkaar in groepjes.
Inhoud training:
 rechten en plichten;
 normen en waarden, verschil tussen werk en privé;
 plaats in de organisatie, houding ten opzichte van collega, baas, klant;
 kritiek geven en krijgen;
 een probleem bespreken;
 persoonlijke presentatie en persoonlijke hygiëne.
Doel training:
De deelnemer:
 weet wat de verwachtingen van een werkgever kunnen zijn en wat hij andersom mag verwachten;
 heeft kennis van normen en waarden in de werksituatie;
 heeft inzicht in zijn plaats in de organisatie;
 kan zich een houding geven ten opzichte van collega’s/baas/begeleider/klant;
 kan op een goede wijze kritiek geven en ontvangen;
 kan op een goede wijze een probleem bespreken;
 heeft kennis van de juiste arbeidsomstandigheden;
 weet zich op een goede manier te presenteren, zowel uiterlijk als in gedrag;
 kan zich een beeld vormen van zichzelf als werknemer en wat zijn leerpunten hierin nog zijn.
Resultaat:
De training begint voorjaar 2014 met minimaal zes en maximaal twaalf deelnemers. Doel is dat
werknemers met een beperking beter in staat zijn om hun baan te behouden, omdat werkgever,
collega’s en de werknemer weten wat ze van elkaar kunnen verwachten.
Contactpersoon:
MEE Amstel en Zaan
Carla Krale
10
Coördinator cursussen
T 020 512 72 73
E [email protected]
1.3 Coaching
1.3.1. Toekomstclub (coaching stappenplan voor het vinden van werk)
Regio:
MEE Amstel en Zaan
Doelgroep:
Jongeren van 16-27 jaar met een licht verstandelijke beperking die moeite hebben om
werk te vinden en op dit moment ook zonder werk of zinvolle daginvulling thuis zitten.
Deelnemers hebben een uitkering van de gemeente, UWV of hebben geen uitkering. Het
gaat om jongeren die de Praktijkschool hebben gedaan of die het niet hebben gered op
het VMBO en cliënt zijn bij MEE en/of Dienst Werk en Inkomen van de gemeente
Amsterdam.
Achtergrond:
MEE werkt in dit project samen met de gemeente Amsterdam, het jongerenloket van
Dienst Werk en Inkomen (DWI).
Werkwijze:
De Toekomstclub wordt aangeboden door een trainer van MEE en een trainer van het
jongerenloket. Bij de Toekomstclub krijgen deelnemers informatie en tips van
elkaar. Ieder maakt een eigen stappenplan. Trainers van MEE en DWI-Jongerenloket begeleiden
hierin. Deelnemers gaan, in eigen tempo, aan de slag met het opstellen van een CV, zoeken vacatures
in kranten of op internet, oefenen sollicitatiegesprekken en brengen een bezoek aan een
uitzendbureau of een open dag van een opleiding. Er zijn in totaal 13 bijeenkomsten. Elke week twee
bijeenkomsten van 2,5 uur per week en een terugkombijeenkomst na drie weken. De doorlooptijd is
zes weken.
Resultaat:
MEE biedt de Toekomstclub al een paar jaar. Veel mensen hebben door de coaching concrete stappen
gezet richting onderwijs en een baan of traject. Het aanbod van de Toekomstclub draagt bij aan
activering van deelnemers en een goede beeldvorming van de mogelijkheden van de deelnemers.
Hierdoor kan een passender vervolgtraject worden ingezet. Gebleken is dat het groepsproces een
positieve uitwerking op de deelnemers heeft. De duur en de beperkte intensiteit van de Toekomstclub
zorgen ervoor dat de Toekomstclub toegankelijk is voor de deelnemers. Op deze manier worden
deelnemers geactiveerd in hun zoektocht naar de juiste opleiding, werkplek of traject. Soms is deze
ondersteuning voldoende om te kunnen starten met een nieuwe opleiding of werkplek, soms is een
vervolgtraject noodzakelijk. In 2013 waren er 12 deelnemers.
11
Contactpersoon:
MEE Amstel en Zaan
Carla Krale
Coördinator cursussen
T 020 512 72 73
E [email protected]
1.3.2 Krachtcoach
Regio:
MEE Rotterdam Rijnmond
Doelgroep:
Met name gericht op jongeren die in de overgang zitten van 18- naar 18+ en die voor hun 18e in voogdij
of ondertoezichtstelling (OTS) zitten.
Jongeren die door de Krachtcoach worden geholpen hebben het volgende profiel:
 leeftijd van 17 - 23 jaar;
 een licht verstandelijke beperking (LVB, IQ 50-85);
 risico op problemen op meerdere gebieden;
 een beperkt netwerk, zowel kwantitatief als kwalitatief (weinig emotionele en praktische steun),
 waarbij de verwachting is dat de jongere langdurig ondersteuning nodig heeft en zonder
ondersteuning snel kan ontsporen.
Achtergrond:
Er bestaan geen interventies voor LVB jeugdigen in de regio Rotterdam die een preventief karakter
hebben. Voor kinderen en gezinnen die onvoldoende sociaal zelfredzaam zijn, is preventie de beste
manier om duurdere zorg of voorzieningen te voorkomen. Het voorkomt de ontwikkeling van complexe
problematiek en voorkomt, vermindert en/of stelt een onnodig beroep op zwaardere en duurdere
voorzieningen uit. MEE wil jongeren met een licht verstandelijke beperking na hun achttiende eerder
en beter bereiken en momenteel bereikt MEE Rotterdam Rijnmond hen onvoldoende. Jongeren
melden zich pas bij MEE als ze al wat ouder zijn en er problemen zijn rond inkomen, werk en
dagbesteding, relaties en huisvesting. Zij hebben op het moment van aanmelding vaak
 grote schulden
 zijn hun baan kwijt of hebben problemen met een uitkerende instantie
 worden bedreigd met huisuitzetting of
 zijn al dakloos en hebben geen netwerk om op te kunnen terugvallen.
Daarom is het belangrijk vroegtijdig in te spelen op de vragen en levensbehoeften van deze jongeren
zonder dat zij zelf een hulpvraag hebben geformuleerd.
Werkwijze:
MEE Rotterdam Rijnmond biedt een vorm van ondersteuning en begeleiding voor jongeren aan onder
de naam: ’Krachtcoach'.
12
Uniek aan de 'Krachtcoach'-interventie is dat deze zich richt op de eigen kracht van de jongere door de
zelfredzaamheid te vergroten, met als doel het voorkomen van (meer) problemen. De begeleiding is
erop gericht om samen met de jongeren rond hun 17e jaar te werken aan een zo goed mogelijke
steunstructuur (buurt, gezin, netwerk).
De Krachtcoach is een ondersteuner die niet afwacht, maar proactief, outreachend en motiverend
optreedt en actief een vertrouwensband opbouwt met de jongeren. MEE Rotterdam Rijnmond richt
een speciaal outreachend team op om deze moeilijke doelgroep proactief te benaderen. Ook gaat MEE
samenwerkingsrelaties aan met het UWV, onderwijs, werkschool en jobcoaches om de jongeren met
een verstandelijke en/of leerbeperking na de motivatiefase ook daadwerkelijk een traject aan te
kunnen bieden.
De gemiddelde investering is rond de 60 uur, gedurende een jaar. De effecten zijn zichtbaar. Jongeren
raken weer gemotiveerd om te gaan werken of weer terug te gaan naar school.
Resultaat:
Op 1 december 2013 zijn rond de 30 jongeren gecoacht. De resultaten worden midden 2014
bekendgemaakt.
Contactpersoon:
MEE Rotterdam Rijnmond
Marijke Kruijt
Accountmanager
T 06 41 19 10 25
E [email protected]
1.3.3 18- 18+, warme overdracht van William Schrikker Groep naar MEE
Regio:
MEE Utrecht Gooi & Vecht
Doelgroep:
Gericht op jongeren met een licht verstandelijke beperking die in de overgang zitten van 18- naar 18+
en een ondertoezichtstelling (OTS) hebben.
Achtergrond:
Deze jongeren komen op hun 18e in veel gevallen zonder enige bescherming op eigen benen in de
samenleving te staan. Meestal hebben zij een beperkt netwerk en willen zij graag weer ‘vrij’ zijn. Vaak
gaan zij terug naar het gezin en hetzelfde netwerk als voorheen. Dit is niet altijd de meest veilige basis
om naar terug te keren. Immers, een OTS wordt niet voor niets opgelegd.
Dan dreigt verwaarlozing, (seksueel) misbruik, mishandeling, financiële uitbuiting, geweld, loverboyproblematiek of betrokkenheid bij criminaliteit. De ervaring van MEE is dat de hulpverlening opnieuw
wordt ingeschakeld als het echt misloopt. Soms is dit te laat, soms nog net op tijd, maar dan wel met
veel vragen en problemen, die wellicht op een andere manier hadden kunnen worden voorkomen.
MEE Utrecht, Gooi & Vecht (UGV) en de William Schrikker Groep (WSG) zijn daarom een pilot gestart,
waarin de warme overdracht van 17½- jarigen met een verstandelijke beperking centraal staat.
13
Werkwijze:
In de pilot wordt door de gezinsvoogden van de WSG aan alle 17½-jarigen voorgesteld om een gesprek
te hebben met de gezinsvoogd, de consulent van MEE, de cliënt en het sociale netwerk of het gezin. De
gezinsvoogd en de consulent van MEE Utrecht, Gooi & Vecht hebben een half jaar de tijd om samen
met de jongeren te kijken naar wat er moet worden geregeld en wat goed is voor de cliënt. In die
periode worden zaken zoals wonen, zorg, dagbesteding/werk en financiën geregeld en worden er
afspraken gemaakt over hoe het leven er vanaf het 18e levensjaar uitziet. Wanneer de gezinsvoogd en
de consulent inschatten dat de jongere het niet met ondersteuning vanuit zijn netwerk gaat redden,
wordt een mentor (bij lichte gevallen) of bewindvoering of ondercuratelestelling (bij ernstiger twijfels)
aangevraagd. Deze warme overdracht voorkomt dat deze jongeren op hun 18e in een gat vallen en in
de problemen komen. Het zorgt ervoor dat er al een relatie is opgebouwd met de consulent van MEE
op het moment dat de OTS eindigt. Na hun 18e kunnen ze daar dan op terugvallen.
Resultaat:
September 2014 zullen MEE en WSG de pilot evalueren.
Contactpersoon:
MEE UGV
Jozé van Kooten Niekerk
Beleidsmedewerker UGV
T 030 264 2276
E [email protected]
1.3.4 MEE 4You
Regio:
MEE Zuid-Holland Noord
Doelgroep:
Jongeren van 16 - 25 jaar met een licht verstandelijke beperking of autisme die aan de slag willen met
hun toekomstplanning. De nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van netwerkversterking.
Achtergrond:
Veranderingen in het leven zijn voor jongeren met een licht verstandelijke beperking of autisme extra
lastig. Ze hebben – vaker dan hun leeftijdgenoten zonder beperking - te maken gehad met
faalervaringen en zijn daardoor versterkt in de overtuiging niks te kunnen. Ze hebben een negatief
zelfbeeld, wat het geloof in een positieve uitkomst vaak bij voorbaat al in de weg staat. Een voorbeeld
van een overgangsmoment is dat jongeren een belangrijke verandering doormaken wanneer zij klaar
zijn met school. Zij moeten zich dan oriënteren op werk, eventuele nieuwe woonruimte, nieuwe
vrienden en een andere vrijetijdsinvulling.
14
Werkwijze:
MEE4You helpt jongeren op weg met hun oriëntatie op werk, woonruimte, invulling van sociale
contacten en vrije tijd. De kern van de werkwijze is dat jongeren op zelfstandige wijze en met inzet van
hun sociaal netwerk gaan werken aan hun toekomstplannen. De looptijd is een half jaar tot een jaar.
De coaching is visueel opgezet en heeft een praktische insteek.
Resultaat:
Deelnemers krijgen zelfinzicht in hun vaardigheden, persoonlijkheid en de te nemen stappen naar hun
toekomstdoel. Personen en relaties uit het netwerk kunnen de jongere van dienst zijn bij het
realiseren van zijn plannen. De methodiek van netwerkversterking wordt gebruikt.
Netwerkversterking brengt mensen in beeld waar de deelnemers in eerste instantie niet aan gedacht
hadden. Netwerkversterking richt zich op het activeren van het netwerk van mensen met een
beperking of het gezin. Met een familienetwerkberaad wordt de problematiek en de hulpvraag in kaart
gebracht en gezamenlijk een actieplan gemaakt. Een goed sociaal netwerk kan voor langere tijd
ondersteuning bieden. Dit netwerk kan bestaan uit familieleden, vrienden, buren, collega’s of
bijvoorbeeld de trainer van de sportclub. Het geeft deelnemers inzicht. in wie en hoe ze om hulp
kunnen vragen bij de te nemen stappen en als ze tegen een probleem aanlopen.
Contactpersoon:
MEE Zuid-Holland Noord
Carla Verbij
Consulent
T 071 573 1444
E [email protected]
I www.MEE4you.nl
15
2. Voorbereiding terugkeer samenleving na detentie
Pilot samenwerking MEE en gevangeniswezen (GW)
Regio:
MEE Rotterdam Rijnmond en MEE Drechtsteden
Doelgroep:
Gevangenen uit de PI Hoogvliet, PI de Schie en PI Dordrecht:
 met een beperking;
 die voldoende ontvankelijk en gemotiveerd zijn voor ondersteuning door MEE;
 met strafrestant die na veroordeling in eerste aanleg langer dan vier maanden is;
 die na detentie woonachtig zijn in het werkgebied van de MEE-organisaties;
 met contra-indicaties:
o zware geweldsdelicten;
o ernstige psychiatrische problemen of overmatig middelengebruik.
Achtergrond:
Het GW werkt samen met ketenpartners aan de re-integratie van gedetineerden. De inrichting
faciliteert gemeenten, ketenpartners en de gedetineerde zelf om al tijdens detentie zoveel mogelijk
aan knelpunten te werken om problemen bij terugkeer in de samenleving te voorkomen.
Het is waarschijnlijk dat een substantieel deel van de gedetineerden een licht verstandelijke
beperking (LVB) heeft. Daarnaast kan er ook sprake zijn van andere beperkingen zoals autisme of
hersenletsel.
Bij de re-integratie van (ex-)gedetineerden speelt het sociale netwerk rond een gedetineerde
momenteel niet nadrukkelijk een rol. Op verzoek van DJI heeft MEE een projectvoorstel gedaan, om
volwassenen met een vermoeden van LVB tijdens detentie door Netwerkversterking beter te laten
resocialiseren door inzet van het netwerk. Netwerkversterking richt zich op het activeren van het
netwerk van mensen met een beperking of het gezin. Met een familienetwerkberaad wordt de
problematiek en de hulpvraag in kaart gebracht en gezamenlijk een actieplan gemaakt.
Een goed sociaal netwerk kan voor langere tijd ondersteuning bieden en daarmee een positieve
bijdrage leveren aan de re-integratie van de (ex-)gedetineerde en het verminderen van recidive.
Werkwijze:
Het organiseren en betrekken van een ondersteunend sociaal netwerk bij de re-integratie van (ex)gedetineerden. Daarnaast wordt deskundigheid van het personeel van de penitentiaire inrichting
bevorderd met het geven van de training ‘Hoe herken je een licht verstandelijke beperking‘ en ‘Hoe ga
je om met iemand met een licht verstandelijke beperking?’.
Gewenst resultaat individueel niveau:
 ex-gedetineerde heeft een vorm van werk, dagbesteding, neemt deel aan leer-werkplek, volgt een
opleiding of doet vrijwilligerswerk;
 ex-gedetineerde heeft huisvesting (woont zelfstandig, woont in);
16

ex-gedetineerde heeft iemand in zijn netwerk die hem/haar steunt en zo nodig bij een professional
aan de bel trekt als er instabiliteit optreedt, waarbij de kans op terugval optreedt.
Bereik en resultaat:
20 gevangenen, 10 per PI.
Het project is in Dordrecht in het 4e kwartaal 2013 en in Rotterdam op 1 januari 2014 gestart. De
eerste resultaten worden in het najaar van 2014 verwacht.
Contactpersonen:
MEE Rotterdam Rijnmond
Marijke Kruijt
Accountmanager
T 06 41 19 10 25
E [email protected]
MEE Drechtsteden
Monique den Hartog
Teammanager
T 06 46 27 89 31
E [email protected]
3. Training professionals
Diagnose- en trainingsaanbod LVB, (autisme en niet aangeboren hersenletsel)
Regio:
Alle MEE-organisaties.
Doelgroep:
Professionals die te maken hebben met mensen met een (lichte) verstandelijke beperking met als
doel beter met hen communiceren en omgaan.
Achtergrond:
Dienstverlenende organisaties vinden het steeds belangrijker dat hun medewerkers mensen met een
(licht) verstandelijke beperking leren herkennen. En dat zij goed leren omgaan met deze cliënten.
Vaak herkent de medewerker mensen met een (lichte) verstandelijke beperking niet en ervaart hij
deze cliënten als lastig.
Signalen:
 Waarom komt hij onze afspraken nooit na?
 Snapt ze nu eigenlijk wel wat ik zeg?
 Ik weet echt niet hoe ik met deze cliënt verder kan komen.
17
Werkwijze:
Training in het herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking. Deze
training heeft tot doel mensen in allerlei organisaties (denk aan schuldhulpverlening, politie,
gemeenten, reclassering, Veiligheidshuis, algemeen maatschappelijk werk, PI’s etc.) bewust te
maken van de signalen van een eventuele verstandelijke beperking. Na afloop weten de cursisten:
 welk gedrag kan duiden op een (lichte) verstandelijke beperking;
 wat het niveau is van denken en communiceren van mensen met een (licht) verstandelijke
beperking in combinatie met hun sociaal-emotioneel functioneren;
 hoe zij goed kunnen omgaan met mensen met een (lichte) verstandelijke beperking.
Resultaat:
Eerder herkennen leidt tot betere doorverwijzing en beter passende hulpverlening, waardoor
problemen vroegtijdig worden aangepakt en meer problemen en (dure) zorg kunnen worden
voorkomen.
Contactpersoon:
MEE Nederland
Ineke Maarman
Beleidsmedewerker
T 030 236 37 17
E [email protected]
18
Jeugdwijkagent Jeffrey Schouten volgde een LVB-training
‘Ik zie nu het verschil tussen niet willen en niet kunnen’
Jeffrey Schouten is Jeugd wijkagent in Almere. Vorig jaar deed Jeffrey met twee collega’s mee aan de
training Herkenning van en omgaan met mensen met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB) van
MEE IJsseloevers. ‘Mensen met een LVB kunnen vaak oorzaak en gevolg niet koppelen. Dat verklaart
waarom ze keer op keer hun afspraken niet nakomen.’
Schouten: ‘Ik zie via jeugdreclassering vaak jongeren, die in strafrechtelijke trajecten terecht zijn
gekomen. Aan de buitenkant zie je er niets aan: ze zijn ‘streetwise’ en hebben een vlotte babbel. Je
legt wat uit en je maakt afspraken, die ze keer op keer niet nakomen. Voorheen dacht ik dat het
opzettelijk was, dat ze geen enkele vorm van autoriteit willen accepteren. Nu weet ik dat een groot
aantal niet snapt wat ik van ze verwacht.’
Nina Sweet is een van de trainers van MEE IJsseloevers: ‘Het gaat vooral om bewustwording en
herkenning. De eerste indruk is vaak niet de juiste. Een licht verstandelijke beperking of
zwakbegaafdheid, zie je niet aan de buitenkant. Het tijdig herkennen van een beperking is ontzettend
belangrijk. Dan ontdek je het verschil tussen ‘niet willen’ en ‘niet kunnen’.
Kleine dingen
Schouten: ‘Ik probeer ook mijn collega-agenten en rechercheurs hiervan bewust te maken. Het zijn
vaak kleine signalen die duiden op een lager cognitief functioneren. Het standaardlijstje dat we
hanteerden was niet genoeg om duidelijk te krijgen of er sprake is van een beperking. We vragen nu
verder door. Of we laten iets uitschrijven. Het gaat om kleine dingen die voor ieder ander heel
gewoon zijn, maar voor jongeren met een beperking moeilijk wordt. Bijvoorbeeld het noemen van een
postcode, het beschrijven welk deel van een wijk je woont.’
Efficiënt
Als je weet dat iemand een beperking heeft, dan kun je sneller en adequaat handelen, is de ervaring
van Schouten: ‘Het scheelt tijd en dubbel werk. Als duidelijk is dat er sprake is van een licht
verstandelijke beperking, dan schakelen we specialisten in.
Preventief
Het herkennen van een beperking werkt ook preventief. Schouten: ‘Jongeren die zich niet begrepen
voelen, uiten dat in agressief gedrag. Meestal verbaal, maar ook fysiek. Als je herkent op welk niveau
ze functioneren, kun je je benadering en je communicatie aanpassen. Dat voorkomt escalatie.’
Meer informatie en contact
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ineke Maarman, beleidsmedewerker MEE
Nederland. Telefoon: 030 236 37 17, e-mail: [email protected].
Mei, 2014
19