Pensioenkrant 2014

Download Report

Transcript Pensioenkrant 2014

SEPTEMBER
Pensioenkrant 2014
Deze pensioenkrant bevat een samenvatting van de belangrijkste cijfers en ontwikkelingen in 2013 van Stichting Pensioenfonds BP.
Het volledige jaarverslag 2013 vindt u op www.pensioenfondsbp.nl.
Pensioenkrant augustus 2014
Woord van de voorzitter
Dekkingsgraad
Indexatie
Rendement op de beleggingen
Herstelplan
5
6
6
7
7
Kerncijfers
Kosten uitvoering en vermogensbeheer
Communicatie
Interview met bestuursleden Paul Koole en Nico Bergmans
Organisatie van het pensioenfonds
Bestuur
8
9
9
10
12
12
Toekomst van het pensioenfonds
Ontwikkelingen rond ‘pensioen’ in Nederland
Eerder met pensioen in de nieuwe regeling
De verschillende regelingen op een rij
13
13
14
14
2013 stond vooral in het
teken van de financiële
positie, een eenvoudiger
beleggingsstructuur,
de toekomst van het
pensioenfonds en de
wettelijke wijzigingen.
4
Woord van de voorzitter
Het jaar 2013 stond voor het bestuur onder andere in het teken van het herstel
van de financiële positie van het pensioenfonds, een eenvoudiger beleggings­
structuur, de toekomst van het pensioenfonds en de voorbereidingen op de
wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2014.
Financiële positie
In 2013 was er opnieuw veel aandacht voor de financiële positie van het pensioen­
fonds. Het rendement was positief en ook hoger dan de maatstaf. Met 109,3%
eind 2013 ligt de dekkingsgraad (de verhouding tussen het vermogen van het fonds
en de pensioenen die het fonds nu en in de toekomst moet uitbetalen) dicht bij het
niveau van het vereist eigen vermogen. In tegenstelling tot de meeste andere
pensioenfondsen heeft Pensioenfonds BP de pensioenen kunnen verhogen in 2013
en 2014. Dit is te danken aan het feit dat BP hiervoor betaald heeft.
Eenvoudiger beleggingsstructuur
Na de fusie van de twee pensioenfondsen heeft het bestuur besloten om de
gezamenlijke beleggingen door drie vermogensbeheerders te laten beheren.
In 2012 en 2013 hebben de investeringscommissie en het bestuur onderzocht of
het wenselijk was om het aantal vermogensbeheerders te verlagen. In 2013 heeft
het bestuur uiteindelijk besloten om afscheid te nemen van één van de vermogens­
­beheerders (AXA Investment Managers) en om verder te gaan met BlackRock
Advisors en BNP Paribas Investment Partners. Het door AXA beheerde vermogen
werd verdeeld over BlackRock en BNP Paribas. Verder heeft het bestuur het aantal
beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds belegt teruggebracht.
Toekomst van het pensioenfonds
Ook hebben we in 2013 stilgestaan bij de toekomst van het fonds. Dit omdat BP
een pan-Europees fonds in België heeft en Pensioenfonds BP gevraagd heeft te
overwegen om zich hierbij aan te sluiten. Verschillende BP entiteiten uit andere
landen zijn ons al voorgegaan. De gedachte om pensioenen op één plaats te
centraliseren klinkt logisch, maar als bestuur willen we een goed beeld hebben van
de voor- en nadelen hiervan. Momenteel worden deze allemaal in kaart gebracht en
gaan we ook in gesprek met betrokken ondernemingsraden en vakbonden.
Wettelijke wijzigingen
Het bestuur is in 2013 veel bezig geweest met de voorbereidingen voor de
aanpassing van de pensioenregeling aan diverse wettelijke wijzigingen.
Per 1 januari 2014 is het opbouwpercentage van de 2006-regeling van BP
Raffinaderij verlaagd naar 1,9%. In de 2006-regeling van BP Nederland blijft het
opbouw­percentage van de basispensioenregeling 1,75%, maar de beschikbare
premieregeling is wel aangepast. In beide regelingen is de pensioen­­richtleeftijd
verhoogd naar 67 jaar. Verder wijzigt per 1 juli 2014 de governance structuur van
het pensioenfonds enigszins door de ‘Wet versterking bestuur pensioenfondsen’.
De bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan worden uitgebreid en het
verantwoordingsorgaan krijgt één of meer nieuwe leden.
Per 1 januari 2015 komen er weer nieuwe wettelijke wijzigingen aan. Deze hebben
allemaal als uitgangspunt de pensioenen ook in de toekomst betaalbaar te houden.
In 2014 zal het pensioenfonds daar veel aandacht aan besteden. Via de verschillende
communicatiekanalen houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Sjoerd Gunnewijk, Voorzitter Stichting Pensioenfonds BP
5
Dekkingsgraad
Op 31 december 2013 was de
dekkingsgraad 109,3% (tegenover
104,6% per 31 december 2012).
Daarmee lag onze dekkingsgraad drie
kwartalen lang boven het niveau van de
minimaal vereiste dekkingsgraad. Het
korte termijn herstelplan is daarom niet
meer van toepassing.
Het lange termijn herstelplan geldt tot
31 december 2023. Op deze datum
moet de dekkingsgraad hoger zijn dan
de vereiste dekkingsgraad.
Eind 2013 was onze vereiste
dekkingsgraad voor de lange termijn
112,6%. De dekkingsgraad eind 2013
(109,3%) was lager, waardoor het
pensioenfonds zich in een situatie van
reservetekort bevindt.
De minimaal vereiste dekkingsgraad
van Pensioenfonds BP is 104,1%.
De dekkingsgraad op 31 december
2013 was 109,3%; dat is hoger dan
de minimaal vereiste dekkingsgraad.
Daardoor is er geen dekkingstekort.
Indexatie
Definitie dekkingsgraad
De dekkingsgraad is de verhouding
tussen het vermogen van het fonds
en de pensioenen die het fonds nu
en in de toekomst moet uitbetalen.
Het is een momentopname die
verandert onder invloed van de
economische omstandigheden.
Een pensioenfonds moet een
dekkings- of reservetekort melden bij
De Nederlandsche Bank (DNB).
Vervolgens moet het pensioenfonds
een kortetermijn respectievelijk
langetermijn herstelplan opmaken en
indienen bij DNB. Officieel heeft
Pensioenfonds BP sinds december
2011 een reservetekort. Het fonds
heeft daarom in maart 2011 een
herstelplan moeten indienen bij DNB.
Het pensioenfonds heeft echter de
toezegging van de werkgever dat
deze een extra storting doet als de
dekkingsgraad van het pensioen­
fonds lager is dan de minimaal
vereiste dekkingsgraad. Hierdoor is
de dekkingsgraad aan het einde van
het jaar altijd weer minimaal gelijk
aan de minimaal vereiste
dekkingsgraad (zie ook Herstelplan).
Indexatie van pensioenen is afhankelijk van
het rendement van de portefeuille en
daardoor voor de toekomst geen
vanzelfsprekendheid.
Indexatie pensioenregelingen van de
werkgever BP Europa SE - BP Nederland
Per 1 januari 2013 zijn de premievrije en
ingegane pensioenen verhoogd met
2,53% en is een inhaalindexatie verleend
van 0,6%. De indexatie per 1 januari 2014
bedraagt 2,5%.
Indexatie pensioenregelingen van de
werkgever BP Raffinaderij Rotterdam BV
Per 1 januari 2013 zijn de pensioenen
verhoogd met 2,55% en is een
inhaalindexatie verleend van 1,35%.
De indexatie per 1 januari 2014 is 2,77%
inclusief 0,27% inhaalindexatie.
Voor deelnemers die vóór 1 januari 2006 al
deelnemer waren en nu deelnemen aan de
Pensioenregeling 2006, wordt het
pensioen dat opgebouwd is vóór 1 januari
2006 en/of het pensioen uit overgangs­
regelingen verhoogd met het percentage
van de loonontwikkeling bij de werkgever.
Deze premievrije pensioen­aanspraken zijn
per 1 januari 2013 verhoogd met 2,76%.
Het bestuur heeft deze pensioen­
aanspraken per 1 januari 2014 verhoogd
met 2,0%.
De dekkingsgraad
Als
de dekkingsgraad
is een
onvoldoende is, isdie
momentopname
er
sprake vanonder
verandert
onderdekking
invloed
of reservetekort.
van
de economische
omstandigheden.
6
Rendement op
de beleggingen
Herstelplan
De algemene doelstelling van het fonds
is te voldoen aan alle toekomstige
pensioenverplichtingen. De middelen
verkrijgt het fonds uit de financiering
door de werkgevers en deelnemers
(premie-inkomsten) en uit de
inkomsten uit beleggingen. In zijn
beleggingsbeleid richt het bestuur zich
op een goed rendement. Daarbij houdt
het rekening met de risico’s van de
diverse beleggingscategorieën.
Het bestuur geeft bij de vermogens­
beheerder aan hoeveel deze mag
beleggen in zakelijke waarden (hoger
risico met hoger verwacht rendement)
en vastrentende waarden (minder risico
met lager verwacht rendement).
Het bestuur maakt daarbij steeds de
afweging tussen rendement en risico.
In 2013 is de beleggingsstrategie
ongewijzigd gebleven.
Het pensioenfonds evalueert aan het
einde van elk boekjaar zijn herstelplan.
Per 31 december 2013 lag de
dekkingsgraad drie kwartalen lang
boven het niveau van de minimaal
vereiste dekkingsgraad; daarom is het
kortetermijnherstelplan niet meer van
toepassing. Verder bleek uit de evaluatie
dat het langetermijn herstelplan nog
steeds haalbaar is.
Per 31 december 2023 zal het pensioen­fonds volgens de berekeningen een
hoger eigen vermogen hebben dan het
niveau van het vereist eigen vermogen.
2013 was vanuit een beleggings­
perspectief een positief jaar, hoewel
het absolute beleggingsrendement
beperkt was. Het belegd vermogen is
in 2013 gestegen van € 875 miljoen
begin 2013 naar € 898 miljoen eind
2013. Het fonds had een positief
rendement van 0,5% voor 2013,
vooral door de goede resultaten van
de aandelenmarkten en de obligatie­
portefeuille. Het gemiddelde
rendement van het fonds over de
afgelopen vijf jaar is ruim 8% per
jaar geweest.
Deze bedroeg € 24.095.000. Naast dit
bedrag stortte BP Raffinaderij
Rotterdam € 8.405.000 om de
voorwaardelijke VPL – aanspraken te
financieren.
Vrijwillige extra storting
door werkgever
In het herstelplan van Pensioenfonds
BP staat dat BP Europa SE - BP
Nederland en BP Raffinaderij
Rotterdam BV de toezegging hebben
gedaan een extra storting te doen als
de dekkingsgraad van het pensioen­
fonds lager is dan de minimaal vereiste
dekkingsgraad. Hierdoor is de
dekkingsgraad aan het einde van het
jaar altijd weer minimaal gelijk aan de
minimaal vereiste dekkingsgraad.
Omdat de dekkings­graad aan het einde
van 2013 zich gedurende twee jaar
boven de minimum vereiste dekkings­
graad had bevonden, hoefde het fonds
geen beroep te doen op deze
toezegging. De werkgever heeft in
2013 toch een vrijwillige storting
gedaan.
Beleggingen voor risico pensioenfonds (Bedragen x € 1.000)
Vastgoed
2013
2012
28.900
31.540
Aandelen
178.944
141.702
Vastrentende waarden
658.656
478.480
Derivaten
12.822
41.712
Overige beleggingen
18.667
181.978
897.989
875.412
Totaal beleggingen inclusief derivaten
7
Kerncijfers (bedragen in duizenden euro’s)
2013
2012
Aantal actieve deelnemers
1.127
1.138
Aantal gewezen deelnemers
1.393
1.473
Aantal pensioengerechtigden
1.788
1.669
4.308
4.280
46.366
30.743
8.405
1.896
Deelnemers
Totaal
Premies en uitkeringen
Premies en bijdragen van werkgever en werknemers voor de basisregeling
Bijdrage VPL-regeling (*)
Premiebijdragen voor de excedentregeling
Pensioenuitkeringen
2.539
2.452
27.587
24.977
975.541
923.178
0,5%
11,9%
109,3%
104,6%
Vermogen
Stichtingskapitaal en reserves
Beleggingsrendement
Dekkingsgraad
* De bijdrage van 2013 betreft een extra storting van de werkgever.
De werkgever BP
doet een storting als
de dekkingsgraad van
het pensioenfonds
onvoldoende is.
8
Kosten uitvoering en
vermogensbeheer
Communicatie
De werkgever betaalt het werkgeversdeel
van de pensioenpremies en alle pensioen­
beheerkosten van de pensioenregeling.
De kosten van de uitvoering van de regeling
bedragen € 510,21 per deelnemer. In 2012
was dat € 482,27. De pensioenbeheerkosten
bestaan uit administratieve werkzaamheden
(pensioentoekenningen, betalen uitkering,
verwerken waardeoverdrachten, etc.),
bestuurskosten (heffingen van de toezicht­
houders, adviseurs, juridische kosten) en
overige kosten. De stijging van de kosten per
deelnemer wordt vooral veroorzaakt door
gestegen kosten voor communicatie en
advies. Verder waren er in 2013 incidentele
kosten zoals de visitatiecommissie, uitbreiding
van de pensioenplanner en adviezen over
risicomanagement.
In 2013 heeft het fonds de uitstraling
en indeling van de website verbeterd.
De website is overzichtelijker
geworden en biedt meer ruimte voor
thematische communicatie op de
homepage. Ook werden filmpjes met
een heldere uitleg over de pensioen­
regeling en de drie pensioenpijlers op
de website geplaatst.
Vermogensbeheer
De geschatte vermogensbeheerkosten
kwamen in 2013 uit op 0,49% van het
gemiddeld belegd vermogen. Hierin zijn alle
aan het vermogensbeheer toe te rekenen
kosten meegenomen, inclusief de transactie­
kosten. De kosten van de overgang van drie
naar twee vermogensbeheerders zijn hierin
niet meegenomen.
In augustus 2013 verscheen een
pensioenkrant met een samenvatting
van de belangrijkste cijfers en
ontwikkelingen in 2012 van het fonds.
Eind 2013 stond de communicatie over
de wijzigingen in de pensioenregeling
per 1 januari 2014 centraal. De website
kreeg een speciale actiepagina met
veel informatie en uitleg over de
belangrijkste veranderingen.
In aanvulling hierop heeft het fonds in
januari 2014 een speciale pensioen­
krant uitgebracht over de nieuwe
pensioenregeling.
In WijBijBP plaatste het pensioenfonds
gedurende het hele jaar korte artikelen
over pensioen. Deze artikelen werden
ook op het intranet gepubliceerd.
In oktober 2013 organiseerde het
pensioenfonds een eerste lezerspanel.
Doel van deze bijeenkomst was de
communicatie van het fonds te laten
beoordelen door de doelgroep
waarvoor de communicatie is bestemd.
De bevindingen van de panelleden
waren over het algemeen positief.
Men beoordeelt de diverse
communicatie­­­­uitingen als professioneel,
mooi en goed leesbaar. Het Uniform
Pensioenoverzicht vindt men sterk
verbeterd ten opzichte van vroeger.
Hoe zit het met uw pensioen bij...?
•
•
•
•
•
•
Scheiden
Parttime werken
Ontslag
Onbetaald verlof
Een andere werkgever
Arbeidsongeschiktheid.
Bij al deze veranderingen is het van
belang dat u stilstaat bij de gevolgen
voor uw pensioen.
Lees er meer over op www.pensioenfondsbp.nl.
Of neem contact op met uw pensioenfonds via [email protected]
9
Bestuursleden
blikken terug op
hun werk in 2013
‘Turbulent jaar’
Er was in 2013 veel te doen rond het pensioenstelsel. We vroegen
bestuursleden Nico Bergmans en Paul Koole om terug te blikken.
Waar zijn ze vooral mee bezig geweest? Waar zijn ze trots op?
Bergmans: “Op pensioengebied zijn er veel veranderingen gaande.
Dat was zeker ook in 2013 het geval. Alles bij elkaar is het een heel
gepuzzel. Want wat er ook verandert, het pensioenfonds moet wél
in balans blijven. Dat is onze belangrijkste opdracht.”
Paul Koole schetst de omstandigheden.
“Al een paar jaar kondigde de politiek
wettelijke maatregelen aan, maar
steeds was er uitstel. De ene keer
vanwege verkiezingen en een nieuw
kabinet, een andere keer omdat
voorgenomen plannen toch weer
werden ingetrokken. Daar gaat veel
werk in zitten, omdat je als bestuur
op allerlei andere onderdelen van de
regeling. In nauw overleg met de
sociale partners hebben we de
wettelijke aanpassingen uiteindelijk
verwerkt in de pensioenregeling.” Nico
Bergmans vult aan: “Natuurlijk is het
lastig als Den Haag lange tijd voor
onzekerheid zorgt. Voor het bestuur,
maar zeker ook voor onze deelnemers
‘Het is lastig als Den Haag lange tijd voor
onzekerheid zorgt’
steeds zo goed mogelijk geïnformeerd
moet zijn. Uiteindelijk was het in 2013
zover: het kabinet koos voor een lager
opbouwpercentage en de verhoging
van de pensioenleeftijd naar 67 jaar.
Dan moet je als bestuur goed
doorgronden wat dat betekent voor
onze pensioenregeling. Als je een paar
onderdelen verandert, werkt dat door
10
en gepensioneerden. We hebben veel
ongeruste reacties gehad. Mensen
wilden weten of ze zich zorgen
moesten maken. Veel duidelijkheid
konden wij niet bieden, omdat ook wij
moesten afwachten waar Den Haag
mee zou komen.”
Europese overstap
Naast de wettelijke wijzigingen speelde
er meer in 2013. Koole: “In 2013 zijn we
gaan onderzoeken wat de voor- en
nadelen zijn als we ons fonds onder­
brengen bij het Europese pensioen­
fonds van BP in Brussel. In Nederland
zijn we een van de eerste bedrijven die
zo’n Europese overstap overwegen.
De media willen er meer van weten en
ook roept het vragen op bij onze
deelnemers en gepensioneerden.
Zij vragen zich af of het wel een
verbetering is. Die ongerustheid is
begrijpelijk, maar onterecht. Voor
deelnemers en gepensioneerden
verandert er eigenlijk niets. Sterker
nog: een overgang levert vooral
voordelen op. Zo zullen bijvoorbeeld de
kosten lager uitvallen.” Bergmans:
“Samen sta je nu eenmaal sterker.
Een overgang naar het Europese
pensioenfonds van BP biedt een
enorme kans om ook onze Nederlandse
pensioenregeling efficiënter uit te
Paul Koole (l) en Nico Bergmans (r)
voeren. Een kans die we met het bestuur
willen grijpen.”
Volgens de twee biedt de overgang
ook voordelen met het oog op het
zogeheten Financieel Toetsingskader
(FTK). Dit onderdeel van de Pensioenwet
bepaalt de financiële eisen die de
overheid stelt aan pensioenfondsen.
Bergmans: “Voor volgend jaar verwachten
we dat de eisen in Nederland flink worden
aangescherpt. Zo wordt naar verwachting
de financiële buffer die pensioenfondsen
moeten aanhouden, flink verruimd, waar­
door de kans op indexatie veel kleiner
wordt. Als Europees fonds heb je daar dan
minder last van.”
Deskundigheid
Een ander heikel onderwerp zijn de eisen
die de overheid stelt aan pensioenfonds­
bestuurders. Koole: “Voor bestuurders
komt de lat steeds hoger te liggen. Er is
steeds meer specifieke kennis vereist.
Omdat je niet alles kunt bijhouden, heeft
iedereen binnen het bestuur een specifiek
aandachtsgebied. Zo lukt het ons om in de
volle breedte up-to-date te zijn.
Door de veranderingen en de nieuwe
eisen krijg je het als bestuurslid wel
steeds drukker. Er gaat steeds meer tijd
zitten in het volgen van seminars en
congressen en het bestuderen van de
input van de externe experts die ons fonds
begeleiden.” Koole denkt dat de overstap
naar het Europese pensioenfonds van BP
een beetje minder waard. Dat is bij
Pensioenfonds BP in 2013
gecompenseerd. En dat was toch een
jaar waarin tientallen fondsen juist
hebben moet korten en vele fondsen niet
konden indexeren. Pensioenfonds BP
hoort tot de kleine groep van positieve
uitschieters. “Sterker nog: zo lang het
fonds bestaat, is de jaarlijkse toeslag
‘Pensioenfonds BP hoort wat indexatie betreft
tot de kleine groep van positieve uitschieters’
ook de deskundigheid van het bestuur
verder zal opvoeren. “Het is een
bundeling van kennis en expertise”.
Geen koopkrachtverlies
Met trots constateren de twee
bestuursleden dat het pensioenfonds ook
in 2013 volledige indexatie heeft kunnen
doorvoeren. Door de inflatie worden
pensioenaanspraken gaandeweg steeds
verleend. Niemand is er in al die jaren in
koopkracht op achteruit gegaan. Soms
waren er jaren bij dat de indexatie maar
gedeeltelijk plaatsvond, maar dat is later
dan weer ingehaald,” zo stelt Bergmans.
Koole benadrukt hierbij de rol van de
werkgever als gulle sponsor. “Zonder die
bijdrage was dat nooit gelukt”.
11
Organisatie van het pensioenfonds
Ons pensioenfonds werkt samen met de volgende partijen:
Syntrus Achmea Pensioenbeheer
Deelnemersadministratie
ING IM Individuele pensioenbeleggingsrekeningen
Ernst & Young Accountants LLP Accountant
Mercer (Nederland) B.V Actuaris, pensioenadviseur
.
Syntrus Achmea Pensioenbeheer (Financieel)administrateur, bestuursondersteuning en communicatie
BlackRock Vermogensbeheerders
BNP Paribas Investment Partners
Axa (tot november 2013)
Zwitserleven/Centraal Beheer
Herverzekeraar
Northern Trust Company Custodian
Portfolio Evaluation Performance measurement beleggingen
Bestuur
Dagelijks Bestuur
Verantwoordingsorgaan
Eind 2013 bestond het bestuur van
Stichting Pensioenfonds BP uit de
volgende personen:
De heer H.J. Lindaart,
Compensation & Benefits Manager
BP Europe SE - BP Nederland,
coördineert namens BP Europa SE BP Nederland, de pensioenuitvoering.
Hij vormt samen met mevrouw
S. de Vries - Maas en de heer P. Koole
het dagelijks bestuur.
Het verantwoordingsorgaan bestaat
eind 2013 uit:
Namens de werkgever
• S. Gunnewijk (Voorzitter)
• P. Koole
• M.A. Roberts (Vice-voorzitter)
Namens de werknemers
• A. Bakels
• N. Bergmans
• S. de Vries – Maas (Secretaris )
Namens de gepensioneerden
• A. Baltussen
• J. Nieuwenhuize
er 31 december 2013 is de heer
P
P. Houtman (pensioengerechtigden­
vertegenwoordiger) afgetreden als
bestuurslid.
12
Namens de werkgevers
• H. Muilerman
Namens de werknemers
• A. Zonderop
• K. Seip
Namens de gepensioneerden
• W. Blok
• C. Vreeken
Toekomst van het pensioenfonds
De werkgever heeft het bestuur van het pensioenfonds in 2013
verzocht om een eventuele overgang van de Nederlandse
pensioenregelingen van BP naar het pan-Europees pensioen­
fonds van het bedrijf te overwegen. Het pan-Europees
pensioenfonds van BP zetelt in België.
Bij een eventuele overgang veranderen de Nederlandse pensioen­
regelingen van BP niet. Het pan-Europese pensioenfonds voert
de pensioenregelingen ongewijzigd uit. Daarbij gaat het om
zowel de toekomstige pensioenopbouw als om het pensioen dat
al is opgebouwd.
Het bestuur van het pensioenfonds heeft zich in de loop van
2013 uitgebreid laten informeren over de voor- en nadelen van
de overgang voor de verschillende stakeholders. Daarbij werd
uitgebreid stilgestaan bij de risico’s. Het bestuur heeft in het
najaar van 2013 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het
onderzoeken van de mogelijkheid om over te gaan naar het
Belgische pan-Europese pensioenfonds van BP. Het bestuur
sprak van een positieve grondhouding ten opzichte van het
traject. De officiële studie is inmiddels gestart en loopt in 2014
verder. De vertegenwoordigers van de Nederlandse entiteiten
van BP gaan in gesprek met de vertegenwoordigers van de
werknemers over dit onderwerp.
Ontwikkelingen rondom ‘pensioen’ in Nederland
Het pensioenfonds is druk bezig met de voorbereidingen voor
nieuwe wijzigingen die ingaan op 1 januari 2015. Dan wordt het
maximale opbouwpercentage verder verlaagd naar 1,657% per
jaar voor eindloonregelingen (1,875% per jaar voor
middelloonregelingen). Bovendien moet over betaalde
pensioenpremies die betrekking hebben op het salaris boven
€ 100.000,- vanaf 1 januari 2015 loonbelasting worden
ingehouden.
Verder verplicht de overheid pensioen­fondsen om hogere
buffers aan te houden. Zo moet worden voorkomen dat fondsen
het pensioen moeten verlagen. Bij een te lage dekkingsgraad
moeten fondsen onmiddellijk ingrijpen. Het herstel mag worden
uitgesmeerd over een periode van tien jaar. Het gespreide
herstel moet ervoor zorgen dat het effect van herstel­
maatregelen evenwichtig wordt verdeeld over generaties.
Bovendien moet het voorkomen dat er te vroeg financiële
meevallers worden ‘uitgedeeld’.
De ingangsdatum van deze veranderingen hangt onder meer af
van politieke besluitvorming. Als ingangsdatum wordt gestreefd
naar 1 januari 2015.
13
Eerder met pensioen in de nieuwe regeling
In de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2014 geldt een
pensioenricht­leeftijd van 67 jaar. Die leeftijd gebruikt het
pensioenfonds als standaard om de hoogte van het pensioen
te bepalen en in de communicatie over de regeling. Maar u
hoeft niet te wachten tot uw 67ste om met pensioen gaan.
U kunt uw pensioen bijvoorbeeld laten ingaan op uw 65ste of
op het moment waarop u voor het eerst AOW ontvangt (dat is
ook de datum waarop het dienstverband met BP standaard
eindigt). U krijgt dan dus niet te maken met een inkomensgat
tussen uw ontslagdatum en de ingangsdatum van uw
pensioen.
In overleg met BP kunt u uw pensioen zelfs nog eerder laten
ingaan, maar niet eerder dan op uw 57ste. Houd er wel rekening
mee dat hoe eerder uw pensioen ingaat, hoe lager uw jaarlijkse
uitkering wordt. Omdat de uitkering eerder ingaat, moet deze
immers langer worden uitbetaald. En omdat u en BP minder lang
pensioenpremie afdragen, bouwt u ook minder pensioen op.
Gaat u vóór uw AOW-leeftijd met pensioen of bent u vóór uw
AOW-leeftijd met pensioen gegaan?
Dan kunt u te maken krijgen met een inkomensgat. U kunt
uw pensioen dan tot uw AOW-ingangsdatum tijdelijk verhogen.
Na de AOW-ingangsdatum wordt uw pensioen dan wel lager.
Meer informatie
Als u eerder met pensioen wilt, neem dan minimaal zes
maanden vóór de gewenste pensioendatum contact op met
HR Services. Heeft u vragen over eerder met pensioen gaan?
Bel dan met het pensioenfonds via telefoonnummer
(013) 462 23 52 (tussen 8:30 en 17.00 uur) of stuur uw vraag
per e-mail naar [email protected].
De verschillende regelingen op een rij
Pensioenfonds BP Raffinaderij kent twee pensioenregelingen:
Pensioenfonds BP Nederland kent drie pensioenregelingen:
- pensioenregeling 1991;
- pensioenregeling 2006.
- pensioenregeling 2006;
- pensioenregeling 2002;
- pensioenregeling 1998.
Op uw uniform pensioenoverzicht (UPO) ziet u aan welke pensioenregeling u meedoet. Op de website vindt u meer informatie
over de verschillende pensioenregelingen.
14
Disclaimer
Hoewel deze krant met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, kunt u hieraan geen rechten ontlenen.
15
Helpdesk pensioenfonds
013 - 462 2352 of
[email protected]
Website
www.pensioenfondsbp.nl