Pensioenkrant Reglement 2015 - Stichting Pensioenfonds Grontmij

Download Report

Transcript Pensioenkrant Reglement 2015 - Stichting Pensioenfonds Grontmij

Stichting Pensioenfonds Grontmij
Wijziging Pensioenreglement
Pensioenkrant
September 2014
Deze pensioenkrant informeert u over de veranderingen in
de pensioenregeling bij Grontmij op 1 januari 2015. De
fiscale wetgeving verandert waardoor er minder pensioen
opgebouwd mag worden. De eisen aan het financieel beheer
van pensioengelden worden strenger. Ideeën over een
eerlijke pensioenopbouw veranderen. De Grontmijpensioenregeling is het laatst aangepast per 1 januari 2014
en zal per 1 januari 2015 weer veranderen. Dit zal zeker niet
de laatste keer zijn.
Deze pensioenkrant vormt samen met de bijgaande brief, de
‘wijzigingsbrief’. Bewaar beide daarom goed.
Van de bestuurstafel
De werkgever Grontmij heeft met de vakbonden overleg
gevoerd. Het resultaat is vertaald in een aangepast
pensioenreglement. Het bestuur van Stichting Pensioenfonds
Grontmij (hierna SPG) is verantwoordelijk voor de uitvoering.
Het resultaat leg ik u graag voor in deze pensioenkrant.
Op 1 januari 2015 veranderen er drie zaken in het
pensioenreglement bij SPG:
1. De opbouw van pensioen wordt lager. Dit komt door de
nieuwe fiscale regels per 1 januari 2015.
2. Het pensioenfonds moet grotere buffers aan gaan houden,
om in slechte tijden met die buffers tegenvallers op te
vangen. Een buffer is een reserve in het vermogen van
het fonds.
3. De regels voor indexatie veranderen. Dat komt omdat het
pensioenfonds grotere buffers aan moet houden (zie 2).
De regels veranderen ook omdat voor Grontmijmedewerkers de indexatie niet meer uit de premie komt.
Vanaf 2015 wordt indexatie voor iedereen uit de
rendementen van het fonds betaald. De premie wordt
volledig gebruikt voor opbouw van pensioen.
Waarom deze onderdelen veranderen komt aan bod op
pagina 2. Op pagina 3 leest u wat er precies verandert in de
aangepaste pensioenregeling. De informatie over de rente en
de hogere premie voor partnerpensioen PP1 op risicobasis is
heel belangrijk. Lees daarvoor pagina 4!!
Eep Visser,
Voorzitter SPG
Inhoud
Pensioenreglement 2015
Van de bestuurstafel
Waarom wijzigingen
Pensioenopbouw lager
Grotere buffers
Nieuwe regels indexatie
Geen inhaalakties meer
Wat verandert er?
Pensioenopbouw lager
Grotere buffers
Nieuwe regels indexatie
Geen inhaalakties meer
Tot slot
De rente
De premieverhoging voor
partnerpensioen PP1 op
risicobasis
1
2
3
4
Waarom wijzigingen?
Waarom wordt de pensioenopbouw lager?
Eerst over de AOW. De AOW komt van de staat. Iedere ingezetene ontvangt (onder voorwaarden) AOW,
een basispensioen. De AOW is ongeveer € 9.500 bruto per jaar. Naast de AOW, of eigenlijk ‘boven op’
de AOW bouwt u ook een aanvullend pensioen op. De werkgever heeft voor u in de Grontmij Cao een
pensioenregeling opgenomen. De pensioenregeling wordt uitgevoerd door Stichting Pensioenfonds
Grontmij (hierna: SPG). Het opbouwen van het pensioen gaat onder fiscale regels. De overheid gaat
deze fiscale regels aanscherpen per 1 januari 2015. Er mag minder pensioen opgebouwd worden. U
bouwt pensioen op over (een deel van) uw salaris. Omdat u AOW ontvangt, bouwt u over het eerste
deel van uw salaris geen pensioen op. Daarom noemen we dat eerste deel van uw salaris waarover u
geen pensioen opbouwt de AOW-franchise. Trekt u de AOW-franchise van uw salaris af dan houden we
de pensioengrondslag over. Dit is de grondslag waarover u pensioen opbouwt. In 2014 bouwde u 2,1%
pensioen op over de pensioengrondslag.
Pensioen wordt opgebouwd onder fiscale regels. Die fiscale regels zijn ‘vriendelijk’, want de premie van
de werknemer wordt van het bruto loon ingehouden. Nadat het bruto verminderd is met de
pensioenpremie wordt pas loonbelasting betaald. U betaalt dus geen loonbelasting over het deel bruto
loon dat besteed wordt aan de pensioenpremie
Heeft u een salaris boven € 100.000 bruto per jaar? Er mag in 2015 geen pensioen meer opgebouwd
worden over het salarisdeel boven € 100.000 op dezelfde fiscaal vriendelijke wijze. Heeft u een salaris
boven € 100.000 bruto per jaar, dan ontvangt u rechtstreeks van de werkgever informatie over de
pensioenopbouw over het salarisdeel boven € 100.000 bruto per jaar.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Waarom moet het pensioenfonds grotere buffers aanhouden?
We vinden het verstandig om buffers op te bouwen. Dat deed het pensioenfonds al. Ook de oude regels
waren daarop gericht. Die regels zijn vastgesteld door de overheid, om zo controle op pensioengelden te
hebben. De nieuwe regels worden ook wel het nieuwe Financieel Toetsingskader (nFTK) genoemd. Of
een pensioenfonds buffers heeft, zien we terug in de dekkingsgraad van het fonds. Is de dekkingsgraad
boven de 100%, dan is het meerdere boven de 100% de buffer van het fonds. Er komen nieuwe regels
om die dekkingsgraad te berekenen. De dekkingsgraad wordt minder afhankelijk van dagkoersen.
Financiële meevallers en tegenvallers worden verspreid over een periode van 10 jaar. De dekkingsgraad
schommelt minder. Het doel hiervan is dat de pensioenuitkering uiteindelijk zekerder is dan nu.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Waarom veranderen de regels voor indexatie, en vervallen inhaalakties?
Er zijn veel maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op pensioen. Ideeën over een eerlijke
pensioenopbouw veranderen. Het bestuur heeft de ambitie om pensioenen mee te laten groeien met de
loonontwikkeling en de inflatie. Daarom wordt pensioen geïndexeerd. Het is dus de bedoeling dat u van
uw gespaarde pensioen later even veel kunt kopen als op het moment dat u spaart. Als het lukt om die
ambitie in te vullen, blijft de koopkracht van het nu gespaarde pensioen gelijk aan het moment dat u
met pensioen gaat. Om pensioen op te bouwen wordt premie betaald aan het fonds. Die premie moet
groeien, om zo uiteindelijk het toegezegde pensioen uit te kunnen betalen. Alle premies vormen samen
met het beleggingsrendement, etc. het vermogen van het fonds. Het vermogen van het fonds is dus van
alle deelnemers gezamenlijk. Maakt het fonds rendement, dan is dat rendement dus ook voor alle
deelnemers. Indexeren gebeurt uit het rendement. Tot nu toe werd er voor u, de actieve deelnemer,
vooral geïndexeerd uit de ingelegde premie. Maar vanaf 2015 laten we iedereen delen uit het rendement
door te indexeren vanuit dit rendement en niet meer vanuit de premie. De premie wordt voor opbouw
gebruikt.
Sinds 2012 staat in het reglement dat het fonds herstelakties uitvoert. Wat zijn herstelakties? Bij een
herstelactie haalt een pensioenfonds in een goede tijd in wat het fonds in een slechte tijd niet kon
waarmaken. In de jaren 2011, 2012 en 2013 was er onvoldoende rendement om de pensioenen van
gepensioneerden en oud-deelnemers te indexeren. Is er in de toekomst rendement over dan zal het
fonds deze indexaties alsnog toekennen. Maar vanaf 2015 stoppen we met nieuwe herstelacties, want:
vermogen is van iedereen dus het rendement is voor iedereen. Bent u nieuw bij Grontmij, dan hebt u
minder vermogen in het fonds. Maar u draagt wel bij aan het rendement. De oude regeling kende
herstel van korten en herstel van niet-indexatie. Als oude kortingen hersteld werden, had de nieuwe
deelnemer wel bijgedragen, maar ontving de nieuwe deelnemer niets. Dat willen we in de toekomst niet.
2
Pensioenkrant – Pensioenreglement 2015
Wat verandert er?
Wat verandert er aan de pensioenopbouw?
De fiscale ruimte om pensioen op te bouwen wordt minder. Om meer ruimte voor opbouw te creëren is
besloten de AOW-franchise te veranderen. De AOW-franchise is nu ruim € 15.200. De AOW-franchise
wordt gelijk aan het nieuwe fiscale minimum (+ € 12.700). Daardoor vergroot de pensioengrondslag. De
pensioengrondslag is het salarisdeel waarover u pensioen opbouwt. In 2014 bouwde u 2,1% pensioen
op over de pensioengrondslag. Dit percentage moet dalen naar (maximaal) 1,875%. Dan blijft er dus
een stukje premie over. Die premie wordt vanaf 2015 gebruikt om partnerpensioen op te bouwen.
Iedereen gaat vanaf 2015 partnerpensioen opbouwen. We noemen dat partnerpensioen
spaarPartnerpensioen.
Hebt u een salaris boven het maximum van salarisschaal 13? Dan bouwt u niet alleen pensioen op in de
basisregeling, maar ook in de aanvullende excedentregeling. De aanvullende excedent regeling is
soberder dan de basisregeling. In deze regeling wordt nu minder pensioen opgebouwd dan in de
basisregeling. De aanvullende excedent regeling hoeft dus niet te veranderen. Wat wel verandert is dat
het vrijwillig opbouwen van spaarPartnerpensioen, verplicht wordt.
Voor iedereen geldt: partnerpensioen sparen terwijl u geen partner heeft? Bij ontslag of pensionering
zetten wij dit partnerpensioen automatisch om in ouderdomspensioen voor u zelf.
Let op: Heeft u een salaris lager dan € 42.000 bruto per jaar, dan gaat u iets meer pensioenpremie
betalen, omdat u meer pensioen opbouwt. Want, door het verlagen van de AOW-franchise wordt de
grondslag waarover u pensioen opbouwt groter en dus wordt de premie hoger. Heeft u een salaris boven
het maximum van salarisschaal 13, en had u geen spaarPartnerpensioen, dan gaat ook uw premie
omhoog, u gaat immers verplicht spaarPartnerpensioen opbouwen. Belangrijke informatie is ook de
informatie over de rente, lees ook de laatste pagina van deze pensioenkrant.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat verandert er omdat het fonds grotere buffers aan moet houden?
Er komen vanaf 2015 nieuwe regels voor beheer van pensioengelden (nFTK). Daarin staat dat er minder
snel geïndexeerd mag worden. In 2014 moest de dekkingsgraad tenminste 105% zijn om te kunnen
indexeren. Het fonds heeft dan een buffer van 5%. De grens waarboven geïndexeerd mag worden gaat
vanaf 2015 van 105% naar 110%. Indexeren zal dus minder vaak voorkomen.
En, heeft een fonds te weinig buffers dan worden de pensioenen eerder gekort dan in de oude regels.
Een ander woord voor korten is afstempelen. Bij het korten of afstempelen worden alle individuele
pensioenen verlaagd. Als het opgebouwde pensioen verlaagd wordt, dan daalt de verplichting die het
fonds aan u heeft. Heeft het fonds minder verplichtingen, dan stijgen de buffers, en daarmee stijgt dan
de dekkingsgraad weer naar het vereiste niveau. Anders gezegd: door alle pensioenen te verlagen
totdat ze weer in overeenstemming zijn met de beschikbare hoeveelheid geld in het fonds wordt de
dekkingsgraad weer 100%.
Door de nieuwe regels zal het korten van pensioenen eerder ingezet moeten worden om de buffers te
vergroten. De nieuwe eis van grotere buffers betekent dus dat de pensioenen later geïndexeerd worden
en eerder gekort worden.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Wat verandert er aan regels voor indexatie en inhaalakties?
Vanaf 2015 wordt de pensioenpremie direct en alleen besteedt aan opbouw van pensioen. Iedereen
ontvangt indexatie uit het rendement van het fonds. Want voor iedereen is premie in het fonds gestort.
Die premie en de groei daarvan is het vermogen van het fonds. Als het gezamenlijk vermogen rendeert,
heeft iedereen bijgedragen aan dat rendement. Er wordt geen premie meer uitgesmeerd over ‘vette en
magere jaren’. Ook het indexeren wordt direct toegekend bij voldoende rendement. Het gevolg is dat
het verdelen van het rendement voor iedereen gelijk is. Er zal geen herstel uit het verleden
(inhaalakties) meer zijn. zoals inhaal indexaties of inhaal kortingen. Maar bij hoog rendement, als er
rendement over is, zal wel een extra indexatie toegekend worden. Hierdoor wordt een achterstand wel
(enigszins) ingelopen, én iedereen die bijgedragen heeft ontvangt de extra indexatie.
Pensioenkrant – Pensioenreglement 2015 3
Stichting Pensioenfonds Grontmij
Tot slot
De rente speelt een belangrijke rol bij uw pensioen
Om pensioen in de toekomst uit te kunnen keren, moet er nu al vermogen
zijn. Maar nog niet alles. Het geld moet groeien, renderen. Daarvoor wordt
enerzijds belegd met risico. Maar anderzijds worden de pensioenen die in de
toekomst uitgekeerd moeten worden, bepaald (gewaardeerd) op basis van
de rentestand. De hoogte van de rente geeft aan in welke mate we
verwachten dat het vermogen zal groeien tot het uitgekeerd wordt. Is die
rentestand laag, dan moet er nu al meer vermogen zijn, dan wanneer de
rentestand hoger is. Kort gezegd, we moeten er dan rekening mee houden
dat het pensioengeld langzamer aangroeit.
Is de rentestand lager, dan is de opbouw van het pensioen lager. Is de
rentestand hoog dan kan er meer pensioen opgebouwd worden.
Lage rente 2015, lage opbouw 2015
De werkgever Grontmij betaalt een vast premiepercentage, niet meer en
niet minder. Voor de hoogte van de pensioenopbouw zijn we afhankelijk van
die premie, maar ook van de rentestand van dat moment. Daarom noemen
we onze regeling een voorwaardelijke regeling. Er kan niet meer pensioenopbouw toegekend worden dan bij een bepaalde rentestand mogelijk is.
Begin 2014 was de rente zo hoog dat er 2,1% pensioen opgebouwd kon
worden. De opbouw ouderdomspensioen daalt, gezien de nieuwe fiscale
regels naar 1,875%. Maar bij de rentestand van nu, zal er geen opbouw
ouderdomspensioen van 1,875% zijn, maar lager!
Hogere premie partnerpensioen PP1 op risicobasis
Binnen het fonds kennen we twee soorten partnerpensioen.
SpaarPartnerpensioen in 2014 vrijwillig, vanaf 2015 verplicht. Heeft u geen
partner, dan wordt het later omgezet in ouderdomspensioen U bouwt op
waardoor het spaarPartnerpensioen steeds verder aangroeit. Het doel is dat
u bij pensionering een volwaardig partnerpensioen heeft van bijna 70% van
uw ouderdomspensioen. Maar stel, u overlijdt tijdens het dienstverband.
Dan is er nog niet genoeg partnerpensioen voor uw partner gespaard.
Daarom is er ook (vrijwillig) partnerpensioen op risicobasis tijdens het
dienstverband. Partnerpensioen op risicobasis (PP1) geeft bij uw overlijden
een uitkering van bijna 50% van uw laatstverdiende loon aan uw
verzekerde partner. (let op: die 50% is lager wanneer u tot uw 67 ste geen
42 dienstjaren zou op gaan opbouwen. Kijk voor deze uitkering
partnerpensioen op uw Uniform Pensioen Overzicht). Ook deze uitkering is
afhankelijk van de rentestand. In de afgelopen jaren is de rentestand
dramatisch lager geworden. Dit zou betekenen dat de uitkering PP1
ook aanmerkelijk moet dalen. Daarvoor is niet gekozen. Blijft de rentestand
laag dan zal per 1 januari 2015 voor iedereen de PP1 premie stijgen
van 1,4% over de risicogrondslag naar ongeveer 3%. Bij een salaris van
€ 35.000 bruto per jaar stijgt de premie dan van € 280 bruto per jaar naar
€ 669 bruto per jaar. Dat is een netto stijging van ongeveer € 20 per
maand. De rentestand van 31 december 2014 is bepalend. Dus de
feitelijke premie is pas in januari 2015 bekend.
*Deze pensioenkrant is op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. De informatie in deze
pensioenkrant is een verkorte en vereenvoudigde versie van de informatie uit het pensioenreglement
2015. Het pensioenreglement 2015 is uiteindelijk leidend.
4
Pensioenkrant – Pensioenreglement 2015
Contact
Hebt u na het lezen
van de brief en deze
pensioenkrant nog vragen?
Dan kunt u altijd
contact opnemen:
Stichting Pensioenfonds
Grontmij
De Holle Bilt 22
3723 HM De Bilt
Postbus 203
3730 AE De Bilt
T +31 30 220 77 41
F +31 30 220 01 74
E [email protected]
I www.pensioenfonds.grontmij.nl