Impactanalyse sluiting Amsterbaken

Download Report

Transcript Impactanalyse sluiting Amsterbaken

Impactanalyse sluiting Amsterbaken
Inleiding
Op 14 mei is Justitiële Jeugdinrichting Amsterbaken op de hoogte gesteld van het besluit
van staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, de heer Teeven om Amsterbaken met
ingang van 1 januari 2016 te sluiten. Als aanleiding hiervoor zijn genoemd de landelijke
capaciteit in de Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) die groter is dan de huidige bezetting, de
prognoses die een verdere daling van de criminaliteit laten zien en de omvangrijke
financiële problematiek waar DJI mee kampt.
Wij realiseren ons terdege dat in deze tijd van bezuinigingen lastige keuzes gemaakt
moeten worden, maar we maken ons ernstige zorgen over de consequenties van de
sluiting van Amsterbaken voor de resocialisatie van jongens die de fout in zijn gegaan en
voor de veiligheid van de burgers in en rondom Amsterdam.
De regio Amsterdam neemt binnen Nederland een speciale positie in. In het afgelopen
kwartaal kwam bijvoorbeeld 25%van alle preventief gehechte jeugdigen in Nederland uit
het zorggebied van Amsterbaken. Bij uitstek in deze JJI kan invulling gegeven worden
aan een ketenbenadering, doordat de instelling dicht bij de woonplek van de meeste
jongens ligt.
In deze analyse wordt de impact van de sluiting van Amsterbaken op de doelmatigheid
(regionale plaatsing, werkgelegenheid, financiële overwegingen) en op de realisatie van
de taakstelling van de JJI's weergegeven.
Die taakstelling van de JJI's is als volgt: kwaliteit bieden aan beveiliging, opvoeding,
behandeling en resocialisatie van jongeren.
Met de handhaving van het karakter van de straf of maatregel wordt de tenuitvoerlegging
hiervan aangewend voor de opvoeding van de jeugdige en zo veel mogelijk dienstbaar
gemaakt aan de voorbereiding op diens terugkeer in de maatschappij (art 2 lid 2 BJJ).
Sluiting van Amsterbaken heeft gevolgen voor (en zal gevolgen hebben op)
• de ambitie van DJI om zo veel mogelijk jeugdigen regionaal te plaatsen
• de resocialisatie mogelijkheden van een aanzienlijke groep gedetineerde jeugdigen
• de werkloosheid in de regio Amsterdam
• de veiligheid van de burgers van Amsterdam en omstreken
• de financiën
Onderbouwing keuze door DJI
DJI geeft aan dat bij deze capaciteitsmaatregel– evenals vorige keren – de volgende
criteria leidend zijn:
• regionale behoefte (cq regionale plaatsing)
• spreiding van de Justitiële Jeugdinrichtingen over het land in verband met de
werkgelegenheid in een regio (en de gevolgen van het Masterplan voor de andere
sectoren van DJI)
• financiële overwegingen: eenmalige afstootkosten en structurele besparingen
1 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei De waarnemend directeur Justitiële Jeugdinrichtingen stelt in zijn brief van 14 mei jl. dat
de staatsecretaris bij zijn beslissing vooral heeft laten (mee)wegen dat de kansen op de
arbeidsmarkt voor overtollig personeel in de Randstad groter zijn dan in de meeste
andere delen van het land. Gesteld wordt dat het nadeel van plaatsingen buiten de regio,
namelijk negatieve effecten voor de kwaliteit ten aanzien van ouderparticipatie,
ketensamenwerking en nazorgtrajecten bij de sluiting van iedere JJI speelt.
In deze analyse geven we ondermeer onze bespiegelingen op deze criteria.
Aanleiding: prognose daling van de vraag aan plaatsen in een
justitiële jeugdinrichting
Landelijke capaciteit
In de sector heeft de laatste jaren een krimp met 2000 plaatsen plaatsgevonden.
Capaciteitsontwikkeling sector Jeugd vanaf 2008:
o 2008 – circa 2500 operationele plaatsen
o 2010 – circa 1600 operationele plaatsen
o 2012 – 800 operationele plaatsen
o 2014 – 640 operationele plaatsen
o 2017 – 586 operationele plaatsen (en 99 reserveplaatsen)
Een van de door DJI genoemde redenen om dit besluit te nemen is een door hen
verwachte verdere daling van de jeugdcriminaliteit. Echter, in een zeer recent document
van DJI (22 april 2014) wordt uitgegaan van een stabilisatie in plaats van een daling. Zo
staat in het memo van de Dienst Justitiële Inrichtingen – kwartaalstaat januari – maart
2014 dat:
• de bezetting van de kortverblijf groepen stijgt van gemiddeld 197 plaatsen in
september 2013 tot 235 plaatsen in maart 2014. Expliciet wordt daarbij de stijging
van de bezetting van de beperkt beveiligde kortverblijf groep van Amsterbaken
genoemd.
• de bezetting van de langverblijfplaatsen nauwelijks verandert: gemiddeld zijn 272 van
de 274 plaatsen bezet.
In dit document staat de veronderstelling dat de dagbezetting van de Justitiële
Jeugdinrichtingen de komende maanden zal schommelen rond de 500 plaatsen. De
operationele capaciteit bedraagt 586 plaatsen (exclusief de 54 te sluiten plaatsen van
Heuvelrug-Eikenstein per 1 januari 2017). Naast deze operationele plaatsen beschikken
de inrichtingen nog over101 plaatsen reservecapaciteit (na sluiting HeuvelrugEikenstein).
Uitgaande van dit aantal van 500 en de door DJI aangehouden marge van 13.8% komen
we uit op 569 plaatsen.
Met de 586 reguliere plaatsen lijkt sprake van een geringe overcapaciteit. Sluiting
van de 80 plaatsen van Amsterbaken leidt waarschijnlijk tot de noodzaak om de
reserve capaciteit aan te moeten spreken.
Daarboven op is nog een andere relevante ontwikkeling die van invloed is op het aantal
benodigde plaatsen in de toekomst, namelijk het adolescentenstrafrecht (ASR). Door DJI
wordt opgemerkt dat afgewacht moet worden of en in hoeverre het
adolescentenstrafrecht, dat op 1 april 2014 in werking is getreden in de komende
maanden tot een (structurele) toename in de bezetting leidt.
Uit de door – in opdracht van DJI uitgevoerde – impactanalyse van het
adolescentenstrafrecht (maart 2014) door Significant blijkt dat door de invoering van het
adolescentenstrafrecht en de invoering van een aantal wetswijzigingen een capacitaire
toename wordt verwacht van ongeveer 129 plaatsen (bandbreedte scenario's van 86 tot
212 plaatsen, zie bijlage 1).
2 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Indien we de toename als gevolg van ASR (129) optellen bij de huidige 500 plaatsen
komen we uit op 629 plaatsen. Als we daar de marge (13.8%) aan toevoegen dan komen
we uit op een prognose aan benodigde capaciteit van 715 plaatsen.
De prognose van de benodigde capaciteit voor de komende jaren (mede als gevolg
van ASR) komt uit op 715 plaatsen . Met 600 reguliere plaatsen is dus geen sprake
van overcapaciteit.
Het belang van regionale spreiding maakt het – ons inziens - gerechtvaardigd om de 89
reserveplaatsen niet mee te tellen. Maar ook dan lijkt de capaciteit onvoldoende.
Capaciteit en benutting Amsterbaken
Amsterbaken beschikt over 80 reguliere plaatsen voor jongens uit de regio, waarvan 18
beperkt beveiligd (10 voor nachtdetentie en 8 voor de laatste fase van PIJ (start STP) en
voor resocialisatie jeugddetentie/PIJ).
Van deze plaatsen zijn er 40 voor preventief gehechte jeugdigen (waarvan 10 ND) en 40
voor jongeren die op basis van een uitspraak van de rechter langer dan drie maanden in
Amsterbaken verblijven (vooral de zogenaamde PIJ jongeren; waarvan 8 voor laatste
fase PIJ).
In de eerste maand heeft ASR geleid tot een instroom van 4 jongens in Amsterbaken.
De gemiddelde bezetting in het eerste kwartaal van 2014 bij Amsterbaken was
Totaal
79.3% (landelijk 77.7%).
NBI lang
93,8% (32 plekken)
NBI kort
91,2% (30 plekken)
NBI totaal
92,5%
BBI kort
70,7% (10 plekken)
BBI lang
geopend in april 2014. eerste drie maanden 2014: 0% bezetting
Amsterbaken heeft een bovengemiddelde bezetting.
Daarbij geldt dat de bezetting van de beperkt beveiligde kortverblijfgroep – heropend op 1
november 2013 - van Amsterbaken van drie jongens in januari 2014 is gestegen naar
acht jongens in februari en maart. Een verdere toename wordt verwacht omdat er
binnenkort meer PIJ jongeren in aanmerking komen voor de resocialisatie fase in de
beperkt beveiligde afdeling. Deze afdeling is pas vanaf april geopend.
We zijn het dan ook niet eens met de zinsnede in de brief van 14 mei dat de beperkt
beveiligde capaciteit maar (zeer) beperkt bezet is.
Penitentiaire capaciteit in Amsterdam
Ten gevolge van het Masterplan DJI (juni 2013) is sprake van sluiting van PI Havenstraat
(januari 2014) en het samenvoegen van PI Tafelbergweg en de PI Amsterdam
Overamstel (voorgenomen sluiting per januari 2016).
In combinatie met de voorgenomen sluiting van Amsterbaken is vanaf 2016 geen
enkele penitentiaire capaciteit meer over in de hoofdstad Amsterdam.
Unieke positie Amsterbaken: Top600
In de brief van de staatssecretaris van 14 mei wordt opgemerkt dat Amsterbaken geen
landelijke bestemming heeft. Dit klopt, maar wel met de volgende kanttekening.
Voor de in het land unieke aanpak Top600 van high impact criminelen speelt
Amsterbaken een cruciale rol.
3 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Medio mei 2014 zitten er 64 Top600-jongeren (tot en met 22 jaar) in detentie. Daarvan
zitten er 20 in een JJI, waarvan 11 in Amsterbaken. Zowel bij de instroom in
Amsterbaken als bij uitstroom is er een specifieke aandacht en begeleiding door een
team van lokale partners. Vooral de uitstroom is lastiger als jongens niet in Amsterbaken
verblijven.
Unieke positie Amsterbaken: nachtdetentie
Daarnaast beschikt Amsterbaken over een beperkt beveiligde afdeling, waardoor
nachtdetentie geboden kan worden. Alleen Juvaid beschikt over een vergelijkbare
afdeling. Doordat veel jongens in de regio wonen is dit een ideale vorm om school en
straf te combineren.
Bij sluiting van Amsterbaken valt de mogelijkheid tot nachtdetentie weg, omdat de
reisafstand tussen de JJI en school en/of stage te groot wordt.
Analyse criteria DJI voor sluiting Amsterbaken
Regionale behoefte
De regionale vraag is – in onze ogen – het meest cruciale criterium omdat dit een directe
relatie heeft met effectiviteit (vermindering kans op recidive) en daarmee met
maatschappelijke kosten en baten. Voor het terugdringen van recidive is een succesvolle
re-integratie essentieel.
Bij een plaatsing ver buiten de woonplaats van de jeugdige wordt de resocialisatie
belemmerd.
In het capaciteitsplan van 2010 (DJI) was het belangrijkste uitgangspunt bij de gemaakte
keuzes nog de regionale behoefte aan capaciteit. We citeren: "Voor een goede
aansluiting op de ketenpartners – onder meer nodig voor het organiseren van nazorg - en
het betrekken van het netwerk van de jeugdigen (ouderparticipatie) is het van groot
belang dat de jeugdige zo dicht mogelijk bij zijn woonplaats wordt geplaatst. Ook voor
een optimale beschikbaarheid van preventief gehechte jeugdigen voor de rechtsgang is
regionale plaatsing belangrijk. Daarom is de regionale behoefte als belangrijkste
uitgangspunt bij de toedeling van JJI-capaciteit genomen".
Regionale plaatsing definiëren we als jeugdigen in de regio van herkomst worden
geplaatst.
Bij een eerdere capaciteitsmaatregel was het criterium regionale plaatsing
dominant; nu is werkgelegenheid doorslaggevend.
Huidige situatie en consequenties sluiting Amsterbaken
De regionale vraag is vooral groot in de steden Rotterdam en Amsterdam. Dit pleit voor
behoud van een JJI bij deze grote steden.
In het afgelopen kwartaal kwam 25% (in heel 2013: 22%) van alle preventief
gehechte jeugdigen in Nederland uit het zorggebied van Amsterbaken.
Het grootste deel (87%) van de plaatsen in JJI's is bezet door preventief gehechte
jeugdigen. Het merendeel van de jeugdigen (ca. 1.580 jeugdigen in 2012) stroomt snel
weer uit omdat de voorlopige hechtenis wordt geschorst of omdat hun (korte)
jeugddetentie is afgerond: 22% stroomt binnen twee weken uit, 47% binnen een maand
en 78% verblijft korter dan drie maanden in de JJI. Juist omdat veel jeugdigen (rond de 1600) heel kort vastzitten heeft een lokale
inbedding veel meerwaarde.
4 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Door het sluiten van Amsterbaken worden Amsterdamse en Noord-Hollandse
jongeren over het hele land geplaatst. Terwijl een kwart van de (grootste populatie
binnen JJI's) preventief gehechten uit Amsterdam komt.
Van de 333 voorlopig gehechte jeugdigen in een JJI in het eerste kwartaal van 2014 zijn
er 189 geplaatst conform de regio indeling – in de dichtst bij gelegen JJI. De rest (144
jeugdigen 43%) is buiten de eigen regio geplaatst. Het gaat daarbij vooral om jongens uit
de regio's rond Amsterbaken en de Hartelborgt.
In het eerste kwartaal zijn 55% van de voorlopig gehechte jongens uit de regio rondom
Amsterbaken regionaal geplaatst. De belangrijkste reden om jongens buiten de regio te
plaatsen is plaatsgebrek (34 jongens (41%) en daarnaast 3 jongens buiten de regio
geplaatst in verband met mede verdachten). Een groot deel van deze jongens is in
Teylingereind geplaatst. Gebaseerd op de cijfers van het eerste kwartaal van 2014
betekent sluiting van Amsterbaken een stijging van 46 jeugdigen op de huidige 144
buiten regionaal geplaatste jeugdigen.
Sluiting van Amsterbaken heeft als consequentie dat het aantal jeugdigen dat
buiten regionaal geplaatst wordt met een derde toeneemt!
DJI geeft als alternatief voor Amsterbaken JJI Lelystad en JJI Teylingereind
(Sassenheim) aan. Lelystad heeft echter in 2013 al haar operationele capaciteit benut en
Teylingereind 72% (26 van de 92 plaatsen niet benut). Die 26 is niet genoeg voor de
aanwas vanuit de regio Amsterdam.
JJI Teylingereind en JJI Lelystad hebben onvoldoende reguliere plaatsen
beschikbaar om alle jongeren uit het gebied van Amsterbaken te plaatsen. Een deel
van de jongens zal dus nog verder weg geplaatst worden.
Besluit niet conform visie DJI, Spirit en wetenschappers
Binnen JJI's is men zich de afgelopen jaren in toenemende mate bewust geworden dat
contextuele factoren (ouders, gezin, school, perspectief en werk, buurt) een belangrijke
invloed hebben op recidive. Inmiddels worden deze contextuele factoren betrokken bij de
opvoeding en behandeling in JJI's en daarbuiten, zoals bij het (proef)verlof, en gaat geen
jongere meer de poort uit met alleen een tas (vuilniszak) met wat kleding en persoonlijke
bezittingen.
Vanaf de eerste dag dat jongeren opgenomen worden in de JJI's, wordt gewerkt aan het
verminderen van risicofactoren die succesvolle terugkeer in de samenleving in de weg
staan en competenties die nodig zijn om met succes te kunnen participeren in diezelfde
samenleving. Wanneer deze jongeren, die na hun detentie in Amsterdam terugkeren, in
een JJI buiten Amsterdam worden geplaatst, belemmert dit dan ook succesvolle reintegratie.
Ouderparticipatie en scholing buiten de muren van de instelling worden steeds meer
ingezet als werkzame factoren in de behandeling en bepalen daar het succes van.
Binnen Amsterbaken wordt in sommige gevallen MST in de gezinssituatie ingezet; in
toenemende mate worden programma’s ingezet waarbij de nazorg begint tijdens detentie
en daarna met succes wordt voortgezet.
Bij de laatste fase van het verblijf wordt een Scholings en Trainingsprogramma (STP)
opgezet om kansen in de maatschappij te verbeteren en terugval te voorkomen.
In een toenemend aantal casussen wordt gebruik gemaakt van nachtdetentie om
jongeren meer kans te geven zich aan te passen aan de maatschappij en een breuk met
school of stage te voorkomen door hen de gelegenheid te bieden daaraan te blijven
deelnemen (gedurende hun korte periode van detentie)..
Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat JJI's steeds meer ‘naar buiten’ gaan werken in het
kader van trajectzorg, waardoor continuïteit van zorg wordt bereikt, zoals ook in de
jeugdzorgplus het geval is. Dat vereist een andere benadering dan ‘alleen opsluiten’; JJI's
moeten in de buurt van het netwerk zitten om dit mogelijk te maken. STP, frequent
contact met gezin, oude school, mogelijkheden voor werk en stage kunnen alleen met
5 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei succes geregeld worden als reisafstanden klein zijn en contact met de oorspronkelijke
leefomgeving behouden blijft. Dit is met name belangrijk voor de gedetineerde jongeren
met beperkte verstandelijke vermogen (naar schatting 60%), aangezien het voor deze
groep jongeren lastig is om wat zij in de JJI hebben geleerd te generaliseren naar hun
eigen leefomgeving (gezin, school, wijk, vriendengroep) waar zij hun leven weer moeten
oppakken.
Een dergelijke aanpak kan alleen gerealiseerd worden wanneer de JJI in de buurt ligt
van de woonplaats van de jeugdige. Familiebezoek wordt belemmerd als de jongere ver
weg zit. Nachtdetentie, waardoor de jongeren gewoon naar zijn/haar eigen school kan
blijven gaan, wordt onmogelijk. Amsterbaken heeft een goede reputatie als het gaat om
het bieden van een integrale aanpak, waarbij ook behandeling en onderwijs in de JJI
wordt gegeven en waar nazorg na vertrek uit de JJI door dezelfde hulpverleners kan
plaatsvinden.
Ook in de documenten van DJI wordt het belang van ouderbetrokkenheid benadrukt: "Het
betrekken van ouders of verzorgers van jeugdigen is een belangrijk uitgangspunt van de
JJI’s. De JJI kan haar pedagogische opdracht beter uitvoeren, als zij (afhankelijk van
leeftijd en de thuissituatie) de ouders of verzorgers zoveel mogelijk betrekt bij de
uitvoering van haar taken. De JJI neemt tijdelijk de opvoedingstaken van de ouders over;
in het traject van de jongere is het dan ook belangrijk dat de ouders actief worden
betrokken in het proces dat hun kind doorloopt in de JJI’s"."De justitiële jeugdinrichtingen
geven ouders voldoende gelegenheid om betrokken te zijn bij hun kind wanneer het in
een JJI moet verblijven. De JJI werken met de basismethodiek Youturn, waarbij ouders
nauw betrokken worden. Zij doorlopen samen met hun kind enkele systeemgerichte
gedragsinterventies".
Ouderparticipatie wordt sterk belemmerd door plaatsing buiten de regio. In de
regio Amsterdam is – gezien de omvang van de doelgroep – juist een kans om
goed vorm te geven aan dit belangrijke uitgangspunt (ook van DJI). Dat zien we
ook terug in de hoge mate van ouderbetrokkenheid in Amsterbaken.
De reistijd open openbaar vervoer naar de dichtstbijzijnde JJI: Teylingereind is anderhalf
uur enkele reis en kost € 16,-.
De sluiting van Amsterbaken staat haaks op het ook door het kabinet beleden
principe van “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. En tevens op de visie van het kabinet
dat de hulpverlening dichter bij woonomgeving en netwerk georganiseerd moet
worden.
Amsterbaken is geen 'stand alone' maar ingebed in jeugdzorginstelling Spirit.
Hierdoor is innovatie buiten het systeem, zoals forensische pleegzorg ontstaan en
wordt de bredere deskundigheid van Spirit en de opgebouwde relaties met
ketenpartners ook benut bij Amsterbaken.
Niet alleen ouderparticipatie wordt veel lastiger, maar ook blijkt dat de informatie
uitwisseling minder goed werkt bij buitenregionale plaatsingen. Dit blijkt uit de proces
evaluatie van de netwerk – en trajectberaden (2013 Impact): overlegvormen waarin een
aantal organisaties samen nazorg organiseren voor jongeren die uit een JJI komen.
Beoogd wordt het gedrag van de jongeren zodanig te beïnvloeden dat zij niet opnieuw
een delict zullen plegen. Uit deze evaluatie blijkt het volgende:
Bij buitenregionale plaatsingen functioneren netwerk – en trajectberaden minder
goed, vooral doordat de informatie-uitwisseling niet altijd voldoende is voor
jongeren die in een andere regio zijn geplaatst dan hun eigen regio.
6 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Spreiding werkgelegenheid
Binnen Amsterbaken werken 190 medewerkers. Een van de meest zwaarwegende
argumenten is de spreiding van JJI's in verband met de werkgelegenheid. Gesteld wordt
dat de kansen op de arbeidsmarkt voor overtollig personeel in de Randstad groter zijn
dan in de meeste andere delen van het land.
De regio Amsterdam is echter al fors getroffen door verschillende ontslagrondes.
Bij de aanpak risicojeugd is door rijksbezuinigingen ruim € 20 miljoen weggevallen:
•
de decentralisatie-uitkering Jeugd & Veiligheid (per 01.01.2012)
•
de decentralisatie-uitkering Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren (per
01.01.2013)
•
de decentralisatie-uitkering Antillianen (per 01.01.2014)
Bij de centrale stad en stadsdelen is tegelijkertijd een bedrag van ruim € 7 miljoen euro
bezuinigd op Jeugd & Veiligheid en risicojongeren. Hierdoor worden diverse grote en
kleine programma's in stad en stadsdelen direct geraakt en zelfs gestopt. Met grote
gevolgen voor werkgelegenheid:
Vanaf 2012 zijn er in de regio ruim 500 banen verdwenen bij verschillende
organisaties in de jeugdzorg en jeugd-ggz.
Het Masterplan DJI heeft tevens als gevolg dat er banen zijn verdwenen door de sluiting
van PI Havenstraat (januari 2014), het samenvoegen van PI Tafelbergweg en de PI
Amsterdam Overamstel (voorgenomen sluiting per januari 2016).
Voor de medewerkers van Amsterbaken is de situatie wat betreft werkgelegenheid
in de regio ongunstig.
Financiële overwegingen
Als derde overweging wordt de structurele besparing en de eenmalige afstootkosten
genoemd. Amsterbaken is in financiële zin echter een goed draaiende JJI.
Inmiddels hebben we aangetoond dat - tegen de verwachting in van een paar jaar
geleden - kleinere JJI's ook kostendekkend kunnen zijn, toen schaalvergroting om
financiële reden nodig leek. Uit het leefklimaatonderzoek blijkt bovendien dat kleinere
instellingen vaak een beter leefklimaat hebben en innovatiever en flexibeler kunnen
opereren. We onderschrijven dan ook niet de stelling van de staatsecretaris dat in alle
scenario's de kaasschaafmethode leidt tot kleinere inrichtingen, die niet alleen duurder
zijn, maar waarbij het moeilijker is de kwaliteitsnormen te handhaven.
Kleinere schaal kan kostendekkend en biedt betere garanties voor een goed
leefklimaat.
Ook heeft Amsterbaken in de afgelopen jaren geïnvesteerd in een nieuw gebouw dat
voldoet aan alle eisen van de huidige en komende tijd.
In 2011 is het nieuwe gebouw opgeleverd, dat 40 miljoen euro heeft gekost. Nu
sluiten van dergelijke voorziening is kapitaalvernietiging.
Onze hypothese is dat het plaatsen van Amsterdamse/Noord Hollandse jongeren in JJI's
ver buiten de eigen regio niet alleen tot hogere recidive leidt en dientengevolge tot
hogere maatschappelijke kosten. We gaan op deze manier weer terug naar allerlei
mensen die het hele land door moeten reizen om hun jongeren te bezoeken,
politiemensen voor hun aanvullende verhoren, kosten vervoer van de jongeren voor een
zitting, ouders, die het al vaak niet breed hebben moeten hoge kosten maken,
hulpverleners en anderen.
De kosten voor de uitvoering van jeugdreclassering stijgen, vanwege de extra tijd
die gezinsmanagers/jeugdreclasseerders kwijt zijn aan jongeren die ver weg
vastzitten.
7 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Wanneer de jongens ver weg van hun eigen leefomgeving gedetineerd worden om
kosten te besparen, dan kan dit leiden tot een uitzichtloze achterstand die zich vertaalt in
nog meer problemen en recidive, met als gevolg minder kansen voor de jongeren, meer
leed voor de samenleving en op termijn hogere kosten: goedkoop = duurkoop (door
toename kans op recidive en de daarbij horende toename van kosten van
criminaliteit).
Tenslotte: datum sluiting
In het Masterplan DJI (19 juni 2013) is aangekondigd dat 50 plaatsen worden afgestoten
door Heuvelrug - Eikenstein in Zeist per 1 januari 2017 te sluiten.
We zijn verbaasd dat het besluit over Amsterbaken bijna een jaar later genomen is
maar dat deze inrichting wel een jaar eerder gesloten dient te worden (1 januari
2016) dan Heuvelrug-Eikenstein.
Conclusie
De aanpak van jeugdcriminaliteit is een prioriteit van het kabinet. Sluiting van
Amsterbaken is om alle vetgedrukte redenen onverantwoord en onacceptabel.
We baseren onze conclusie vooral op het belang van regionaal plaatsen en het voordeel
Amsterbaken heeft omdat de meeste jongens uit de regio komen. Onlangs nog heeft de
RSJ in beroepszaken beslist dat dichtbij huis belangrijker is dan eventuele landelijke
bestemming van een inrichting waar een jonge dan naar toe zou moeten.
Het is de vraag of een substantiële afname van regionale plaatsing (1/3) met als gevolg
beperkte mogelijkheden voor een trajectbenadering niet erger is dan het opnieuw
hanteren van een (eventueel selectieve) kaasschaafmethode.
20 mei 2014
Mariënne Verhoef, bestuurder Spirit
Herman Kaal, algemeen directeur Amsterbaken
Marjan Koopman, inhoudelijk directeur Amsterbaken
8 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei Bijlage 1: Impactanalyse Significant
9 Impactanalyse sluiting Amsterbaken versie 20 mei