Transcript Studiehandleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg 3 BBL 2014
Studiehandleiding
Branche
: Welzijn & Onderwijs
Opleiding
: Medewerker Maatschappelijke Zorg Crebo 92650 Dossiercrebo 22195
Niveau
: 3
Leerweg Cohort Opleidingsduur
: BBL : 2014-2017 : 3 jaar
Pagina
2
van
35 2 3 Inhoudsopgave
Voorwoord Introductie
1
1.1 1.2
Algemene regels voor de student
1.01 Ongediplomeerde instroom Melding verzuim bij verzuimloket Regels voor aanwezigheid en bij ziekte 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 Ongeoorloofd verzuim Voortijdig vertrek van school Aanvragen verlof Lesuitval Beëindigen van de opleiding Ongeoorloofd gedrag, schorsing en verwijdering
Het beroep
2.1 2.2 2.3 Introductie van het beroep Werkzaamheden / vereiste competenties Arbeids- en beroepsperspectief resp. doorgroeimogelijkheden
De opleiding
3.1 Profiel van de branche 3.2 3.3. Algemene gegevens over de opleiding Opleidingsvariant: BOL/BBL 3.4 3.5 3.6 3.7 Inhoud van de opleiding Passend Onderwijs Jaarindeling Bindend (negatief) studieadvies 3.8 3.9 Overgangsregeling Vrijstellingen 3.10 Klachtenregeling 3.11.1 Vereisten Nederlands en engels 3.11.2 Nederlands 3.11.3 Engels 3.12 3.13 Vereisten Rekenen Vereisten Loopbaan en Burgerschap 3.14 Beroepspraktijkvorming (BPV) 3.14.1 Voorbereiding op de BPV 3.14.2 Beoordeling van de BPV 3.14.3 Vinden van een erkende BPV-plaats 3.15 Lessentabel en studiebelastingsuren 3.15.1 Studiebelastingsuren 3.15.2 Lessentabel 3.16 Kosten van de opleiding 3.16.1 Studiekosten en schoolkosten 3.16.2 Cursusgeld 3.16.3 Overige aan de opleidingen verbonden kosten 3.16.4 Kosten extra faciliteiten 3.16.5 Tegemoetkoming studiekosten
4 5 Informatie over de examinering
5.1 Beschrijving van de examinering 5.2 5.3 De beroepsgerichte examens Examens Nederlands 5.4 5.5 Examen Rekenen Herkansingen Nederlands en rekenen 5.6 5.7 Examen Engels Examenplan MMZ 3 5.8 Diplomering 5.8.1 Procedure bezwaar en beroep 5.8.2 Examenreglement
Bijlagen :
1 2 3 4
De begeleiding op school en in de BPV
4.1 Studieloopbaanbegeleiding/studievoortgang 4.1.1. Digitaal studentendossier (DSDO) 4.1.2. Informatie via Portaal 4.2 4.3 4.4 Extra hulp en zorg Begeleiding tijdens de BPV Vertrouwenspersoon Overzicht kerntaken, werkprocessen en competenties Verplichte opleidingskosten Topmodel MMZ 3 Vakantieregeling 2014-2015 Pagina
3
van
35
Pagina
4
van
35 Voorwoord
Beste student, Namens alle medewerkers van de branche Welzijn en Onderwijs van het Albeda College heet ik je van harte welkom! Wij zijn blij dat je gekozen hebt voor de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3. We hopen dat je het binnen de opleiding snel naar je zin zult hebben en dat je de opleiding binnen de vastgestelde termijn met een diploma af zult sluiten. Deze studiehandleiding is opgesteld om je te helpen je snel thuis te voelen binnen de opleiding die je gekozen hebt. Je hebt bij de start van je opleiding een onderwijsovereenkomst getekend. Hierin staan de rechten en plichten van het Albeda College en die van jou vermeld. In de BPV-overeenkomst zijn de rechten en plichten voor wat betreft het BPV-gedeelte van de opleiding geregeld. Tijdens de introductie ben je gewezen op de studiehandleiding, waarin de belangrijkste algemene informatie voor de studenten van onze school is opgenomen. Je hebt toen ook meer specifieke informatie gekregen over de locatie waar je de lessen volgt, over het lesrooster, over de leermiddelen die je moet aanschaffen, over regels m.b.t. verzuim en absentie. Hiernaast bestaan ook de schoolgids en het studentenstatuut. De eerste geeft algemene informatie over het Albeda College en het tweede de rechten en plichten van studenten die ingeschreven staan bij het Albeda College. Het is belangrijk dat je deze studiehandleiding goed bestudeert, want hierin staat de belangrijkste informatie over de opleiding, over hoe de opleiding is opgebouwd en waaraan je moet voldoen om het diploma te behalen. Mocht je na het lezen van deze handleiding of gedurende de loop van de opleiding nog vragen hebben, stel ze dan gerust aan je studieloopbaan begeleider (SLB-er). Wij wensen je veel succes met deze beroepsgerichte opleiding en hopen dat je een prettige studietijd zult hebben. Namens alle medewerkers, Mevrouw M. Klapwijk Branchedirecteur Welzijn en Onderwijs
Pagina
5
van
35 Introductie
Wat vind je in deze studiehandleiding? In deze studiehandleiding staat alle belangrijke informatie die je nodig hebt voor je studie. Je vindt hier onder andere informatie over: het beroep waarvoor je wordt opgeleid; hoe de opleiding in elkaar steekt; het lesprogramma (welke vakken krijg je); de beroepspraktijkvorming die je gaat lopen; de begeleiding tijdens de opleiding; bij wie je moet zijn voor informatie; de examens die je moet maken voordat je het diploma behaalt; bij wie je moet zijn als je een klacht hebt; de regels die gelden. In de lessen van studieloopbaanbegeleiding heb je deze studiehandleiding gekregen en zijn alle onderwerpen genoemd die daar in staan. Deze onderwerpen zijn door de studieloopbaanbegeleider toegelicht. De studiehandleiding is een naslagwerk bij je studie. De informatie uit de studiehandleiding geldt voor de gehele opleidingsduur. Op de meeste vragen die je hebt kun je hierin een antwoord vinden. Staat dit antwoord er niet in, dan kun je hier in de studiehandleiding vinden bij wie je moet zijn om dat antwoord te krijgen.
Het gebruik van de studiehandleiding
. De studiehandleiding is te gebruiken als naslagwerk en is bedoeld voor de gehele opleiding. In deze handleiding staan belangrijke afspraken die een student met het Albeda College maakt zodra de student is ingeschreven en de onderwijsovereenkomst heeft getekend. De studiehandleiding beschrijft die onderwerpen die van belang zijn om het opleidingstraject te kunnen volgen. Het is belangrijk dat de student deze studiehandleiding goed bestudeert en ook tijdens de opleiding zal deze studiehandleiding nog een aantal keren worden besproken. Overal waar in de studiehandleiding ‘zij’ of ‘haar’ staat, kan ook ‘hij’ of ‘zijn’ gelezen worden Veranderingen op deze studiehandleiding worden door de SLB-er en via het internet bekend gemaakt middels een addendum (betekent bijlage). Op de website van het Albeda College staan de schoolgids en het studentenstatuut. In de schoolgids staan de algemene regels en informatie over het Albeda College,de studiefinanciering en de schoolkosten. In het studentenstatuut staan de regels met betrekking tot jouw rechten en plichten. In deze studiehandleiding staat alle informatie over de opleiding en het beroep en de examenregeling In de Onderwijsovereenkomst staat dat je voor een bepaalde periode officieel bent ingeschreven als student bij de opleiding van je keuze van het Albeda College en onder welke voorwaarden dit plaatsvindt. De onderwijsovereenkomst wordt getekend door de student en de onderwijsleider. En bij minderjarigen de wettelijk vertegenwoordiger. De schoolgids is een algemeen informatief document. De andere drie zijn samen de formele documenten van het Albeda College.
Pagina
6
van
35 1 Algemene regels voor de student
1 .0.1 Ongediplomeerde instroom Een student (in dit geval een aanmelder) kan een verzoek indienen om toegelaten te worden voor de opleiding terwijl de aanmelder nog niet voldoet aan de juiste toelatingseisen. De aanmelder kan daarvoor een formulier voor een geschiktheid onderzoek aanvragen bij de opleiding. Naast het ingevulde formulier stuurt de aanmelder bewijsstukken mee van vorige opleidingen of andere bewijzen die zijn/haar geschiktheid aantonen. Deze stukken worden aangeleverd bij de administratie van de opleiding. De toelatingscommissie van de branche beoordeelt of de aanmelder direct wordt toegelaten, uitgenodigd wordt voor een verder onderzoek of geweigerd wordt. De toelatingscommissie beargumenteert het besluit en maakt dit bekend bij de aanmelder. Verdere informatie is te vinden in het document : "De procedure voor instroom ongediplomeerden" . Dit document is op te vragen bij het trajectbureau van het Albeda College. (t. 010 290 10 20)
1.1 Regels voor aanwezigheid en bij ziekte op school en de BPV
De eerste schoolweek is week 36 van het kalenderjaar 2014. Bij ziekte geldt tijdens de hele opleiding dat je dit meldt.
Ziekmelding moet op de eerste ziektedag telefonisch of per e-mail, minimaal 5 minuten voor aanvang van de lessen en als de lessen later starten uiterlijk op de eerste ziektedag om 10.00 uur bij de studentenadministratie op je opleidingslocatie. Wanneer je op dat moment ook BPV hebt, meld je je daarnaast ook ziek bij de praktijkbegeleider op de BPV (leerbedrijf). Opleidingslocaties en telefoonnummers van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 van de branche Welzijn en Onderwijs: Pr. Alexanderlaan Rotterdam Rosestraat Rotterdam 010-2890548 010-2901321
1.2 Melding verzuim bij verzuimloket
Het is verplicht om
leerplichtige studenten
én
18 tot 23 jarigen zonder startkwalificatie
na ongeoorloofde afwezigheid van
16 les- of praktijkuren
(wel of niet aaneengesloten) in een periode van vier opeenvolgende lesweken
binnen vijf werkdagen te melden
bij het digitaal verzuimloket van DUO. Door de opleiding wordt telefonisch contact gelegd om de reden van het verzuim te achterhalen. Verder wordt er een gesprek met de student gevoerd. Ouders/wettelijke vertegenwoordigers worden op de hoogte gesteld van aanhoudend verzuim of een melding bij het verzuimloket. De leerplichtambtenaar nodigt student en ouders/vertegenwoordigers uit voor een gesprek en kan zonodig een boete/sanctie opleggen. Voor alle studenten geldt dat verzuim gevolgen heeft voor de voortgang van de opleiding.
Pagina
7
van
35 1.3 Ongeoorloofd verzuim
Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de onderwijsleider of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De onderwijsleider is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Van alle studenten wordt de aanwezigheid geregistreerd volgens het lesrooster. De lessen van het lesrooster of het vervangende lesrooster moeten worden gevolgd. Alle regelgeving rond ongeoorloofd verzuim is te vinden in het studentenstatuut.
1.4 Voortijdig vertrek van school
Als je eerder weggaat dan er lessen etc. op het rooster staan, dien je je af te melden bij de administratie van de opleiding.
1.5 Aanvragen verlof bij bijzondere omstandigheden
De student dient 8 weken van te voren een verlofaanvraag in bij de onderwijsleider van de opleiding. Verlof wordt in principe niet verleend maar is alleen in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan. Bij bijv. een huwelijk of begrafenis dien je tenminste twee dagen van tevoren schriftelijk een verzoek in te dienen bij de onderwijsleider.Je maakt daarbij gebruik van een verlofaanvraag van de site “waarwasje.nu”. Je gebruikt daarvoor de16 en 17 jarigen variant of de 18 tot en met 23 jarigen variant. Tijdens de SLB lessen ben je op de hoogte gebracht van de site “waarwasje.nu”. Je voegt bij het verzoek de uitnodiging c.q. rouwkaart. (De onderwijsleider zal je ook vragen om dit als bewijs mee te nemen). De onderwijsleider van de opleiding beslist, eventueel in overleg met de leerplichtambtenaar (bij minderjarigen), over verlofaanvragen tot maximaal 10 schooldagen. Bij verlofaanvragen voor minderjarigen voor meer dan 10 dagen beslist altijd de leerplichtambtenaar.
1.6 Lesuitval
Als docenten ziek/afwezig zijn worden de lessen in principe gewoon aangeboden volgens een vervangingsrooster. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt gestreefd naar een aansluitend rooster voor de student voor die dag. De studenten worden hiervan tijdig in kennis gesteld.
1.7 Ongeoorloofd gedrag, schorsing en verwijdering
Helaas is het soms nodig om op te treden bij ongeoorloofd gedrag en/of teveel verzuim. Dan zet de SLB-er de verzuim- of gedragsprotocollen in. Heb je jezelf ernstig misdragen, dan gelden de regels voor schorsing en verwijdering van het studentenstatuut. Meer informatie over het protocol bindend studieadvies en regels die gelden bij verzuim en ongewenst gedrag is te vinden in het studentenstatuut en in het hoofdstuk bindend studieadvies. (3.6)
1.8 Beëindigen van de opleiding
Het beëindigen van de opleiding kan op twee manieren: 1) bij het behalen van je diploma.
2)
voordat je je diploma hebt behaald.
Pagina
8
van
35 2 Het beroep
In dit deel staat informatie over het beroep en de kansen en mogelijkheden na de opleiding (algemeen).
2.1 Introductie van het beroep Medewerker Maatschappelijke Zorg in het kort
Je kunt werken bij instellingen die begeleiding en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen of dagbesteding. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorgings- of verpleeghuis. Daarnaast kun je werken bij instellingen zoals bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening, een reïntegratiebedrijf, een asielzoekerscentrum of een justitiële inrichting. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving.
Typering van het beroep
De maatschappelijke zorg maakt deel uit van de sector Sociaal Agogisch Werk en de sector Verpleging en Verzorging. Typerend voor de maatschappelijke zorg is het methodisch en doelgericht begeleiden van een cliënt of groep cliënten en eventueel het cliëntsysteem met als doel het welzijn van de cliënt en/of het sociaal systeem te bevorderen en een bestaande (problematische) situatie te verbeteren. Het Sociaal Agogisch Werk richt zich met name op: - het functioneren van de cliënt in de eigen woon- en leefomgeving - het volwaardig functioneren van de cliënt in de directe sociale omgeving - het volwaardig functioneren van de cliënt als lid van de samenleving. De Verzorging en Verpleging richt zich in eerste instantie op zorgvragen die betrekking hebben op: - Vitale levensfuncties; levensprocessen in stand houden en gezond blijven; - Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL); - Het ondersteunen en begeleiden van cliënten op het gebied van dagelijkse levensbehoeften. De maatschappelijke zorg omvat de branches: gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, ziekenhuizen, welzijnsinstellingen, sociale werkvoorzieningen, reïntegratiebedrijven, justitiële inrichtingen of asielzoekerscentra.
Context
Beroepskrachten maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd in onder andere de gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg en maatschappelijke opvang. Daarnaast zijn zij werkzaam in welzijnsinstellingen, sociale werkvoorzieningen, reïntegratiebedrijven, justitiële inrichtingen, asielzoekerscentra, verpleeghuizen en ziekenhuizen. Verder zijn zij onder andere ook inzetbaar in overige verzorgend-agogische functies binnen het sociaal agogisch werk of de verpleging en verzorging. Daarbij komen verschillende typen dienstverlening voor, zoals bijvoorbeeld 24-uurszorg (intramuraal), semi-murale zorg en ambulante zorg.
Pagina
9
van
35 Wat zijn kerntaken?
De belangrijkste taken van een beroep, waarmee het ene beroep zich onderscheidt van het andere. Alle werkzaamheden van de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg worden in drie kerntaken samengevat: Kerntaak 1: Het opstellen van een plan van aanpak. Kerntaak 2: Bieden van ondersteunende en activerende begeleiding en zorg. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie-en professie gebonden taken.
Wat zijn werkprocessen?
Een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Elke kerntaak is onder te verdelen in een aantal taken. Bij elke taak hoort een werkproces. Voorbeeld: Bij kerntaak 3, uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken, horen de werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 3.2 Stemt de werkzaamheden af. 3.3 Evalueert de werkzaamheden. Een voorbeeld van een werkproces bij deze kerntaak is het evalueren van een uitgevoerde activiteit. Zo zijn er voor elke kerntaak werkprocessen beschreven.
Wat zijn competenties?
Die samenhang van kennis, vaardigheden, attitude en persoonlijke ontwikkeling die de student nodig heeft om in voorkomende beroepssituaties professioneel te kunnen handelen.
In bijlage 1 staat een overzicht van alle (kern)taken, werkprocessen en competenties. Zo kun je precies zien wat je gaat leren en wat je moet kunnen aan het einde van de opleiding.
2.2 Werkzaamheden / vereiste competenties
Je kunt komen te werken bij instellingen die begeleiding en zorg geven op gebied van persoonlijke verzorging, wonen of dagbesteding. Denk hierbij aan bijvoorbeeld: een kleinschalige woonvorm voor ouderen of gehandicapten, een dak- en thuislozen tehuis, een psychiatrisch centrum, een zorgboerderij, een verzorgings- of verpleeghuis. Daarnaast kan je komen te werken bij instellingen zoals bijvoorbeeld een sociale werkvoorziening, een reïntegratiebedrijf, een asielzoekerscentrum, een justitiële inrichting. Je streeft ernaar mensen in de maatschappelijke zorg, ook wel cliënten genoemd, zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in hun eigen omgeving en als lid van de samenleving. Je krijgt te maken met bijvoorbeeld: • mensen van alle leeftijden met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en/of zintuigelijke beperking volwassenen en ouderen met een psychiatrische aandoening • volwassenen en ouderen met een verslavingsprobleem
Pagina
10
van
35
• volwassenen en ouderen met een psychosociaal of gedragsprobleem • ouderen met ouderdomsklachten • volwassenen en ouderen die dak- of thuisloos zijn • vrouwen (en hun eventuele kinderen) en mannen die te maken hebben gehad met huislijk geweld • aanstaande tienermoeders • volwassenen en ouderen die in justitiële inrichtingen verblijven • volwassenen en ouderen die asiel zoeken in Nederland • volwassenen en ouderen met een combinatie van problemen
Jouw werk op niveau 3 in de maatschappelijke zorg
• Een medewerker maatschappelijke zorg werkt als begeleider of groepsleider (in een activiteitencentrum of op een woongroep), maar ook als sociaal pedagogisch beroepskracht, supportmedewerker, ondersteuner, groepsbegeleider. Je begeleidt cliënten van alle leeftijden met een of meerdere beperkingen en volwassen of oudere cliënten met een of meer problemen, vaak als gevolg van een psychiatrische of psychogeriatrische aandoening. • Je levert informatie voor het plan van aanpak. Zo'n plan kan ook wel een handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, trajectplan en ondersteuningsplan genoemd worden. Hierin staat beschreven welke ondersteuning je een cliënt moet geven. • Je ondersteunt individuele cliënten of een groep cliënten zo goed mogelijk op gebied van persoonlijke verzorging, wonen, scholing, sport, werk en vrije tijd. Wat voor ondersteuning een cliënt nodig heeft en welke wensen hij* heeft, is niet altijd duidelijk. Soms moet je achterhalen wat de wensen van de cliënt zijn. Je past de ondersteuning aan bij vragen, behoeften, voorkeuren, mogelijkheden, achtergrond en cultuur van de cliënt. Je houdt daarbij de begeleidingsdoelen en afspraken, die beschreven staan in het plan van aanpak, als richtlijn. • Je stimuleert de cognitieve, motorische, sociale, emotionele en creatieve ontwikkeling van cliënten bij activiteiten. Bijvoorbeeld bij muziek maken, knutselen, boodschappen doen, koken, huiswerk maken, sporten. Daarbij schat je voortdurend in met welk handelen je het beste resultaat kunt verkrijgen: motiveren, enthousiasmeren, coachen, ondersteunen, activeren (overhalen tot activiteiten), sturen of zorg overnemen. Zonodig pas je de begeleiding aan, als er veranderingen bij de cliënt of in de situatie optreden. Je levert ook een bijdrage aan de opvoeding van jonge cliënten. • Je voert activiteiten met een groep cliënten uit en zorgt dat ze gemotiveerd de activiteit uitvoeren. Je zorgt voor een goede sfeer en houdt de voortgang de cliënten tijdens de activiteit in de gaten. Zonodig pas je de activiteit aan. • Als je veranderingen opmerkt in het gedrag en de gezondheid van de cliënt of in de situatie, dan kan je de ondersteuning aanpassen en zonodig op tijd ingrijpen. Indien nodig geef je veranderingen door aan je leidinggevende en aan je team.
•
Verder ben je op de hoogte van ziektebeelden, handicaps en problemen, die bij de cliënten voorkomen. Je weet welke gevolgen deze ziektebeelden, de handicaps en problemen voor de cliënt kunnen hebben.
2.3 Arbeids- en beroepsperspectief / doorgroeimogelijkheden
Je kunt na je opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg een leuke baan zoeken, maar nog even doorleren kan ook. Je kunt doorstromen naar een niveau 4 opleiding, zoals de opleiding Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg of Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. Of je kunt kiezen voor andere MBO-opleidingen op niveau 4, zoals Pedagogisch werker, Sociaal cultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaal-maatschappelijk dienstverlener of MBO-Verpleegkundige.
Pagina
11
van
35 3. De opleiding 3.1 Profiel van de branche Welzijn & Onderwijs
De opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 maakt deel uit van de welzijnsopleidingen van het Albeda College.
Schematisch overzicht van de welzijnsopleidingen Crebo Dossier Opleidingen
92640 22189 Helpende Zorg & Welzijn 92620 92631 22197 22197 Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Niveau
2 3 4 92632 92650 92661 22197 22195 22195 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Medewerker Maatschappelijke Zorg Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg 4 3 4 92662 93500 91370 22195 22198 22200 Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen Onderwijsassistent Sociaal-cultureel werker 4 4 4 Hieronder staan de algemene gegevens over de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3.
3.2 Algemene gegevens over de opleiding
Naam ROC Brinnummer Naam opleiding Naam kwalificatiedossier Uitstroom Diploma naam Crebonummer/dossiercode Kwalificatieniveau Leerweg Opleidingslocaties Wet Studiefinanciering van toepassing Cohort Looptijd Studiebelastingsuren totaal Studiebelastingsuren BPV Datum vaststelling bevoegd gezag Datum bekendmaking Albeda College 00GT Medewerker Maatschappelijke Zorg Maatschappelijke Zorg Medewerker Maatschappelijke Zorg Medewerker Maatschappelijke Zorg 92650/22195 3 BBL Rotterdam: Alexanderlaan, Rosestraat Nee September 2014 – juli 2017 3 jaar 4800 klokuur 2880 klokuur 1 juli 2014 15 juli 2014
Pagina
12
van
35 3.3 Opleidingsvariant BOL of BBL
De opleiding kent twee leerwegen: de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepbegeleidende leerweg (BBL) De leerwegen leiden op voor hetzelfde diploma: Medewerker Maatschappelijke Zorg. De beroepsopleidende leerweg (BOL) kent een praktijkgedeelte tussen de 20 en 60% van de studieduur. De beroepsbegeleidende leerweg (BBL) kent een praktijkdeel van 60%. De student is werkzaam in een erkend leerbedrijf. De BBL-student gaat over het algemeen minimaal één dag per week naar school. Deze studiehandleiding is voor de BBL leerweg.
3.4 De inhoud van de opleiding
De opleiding waar je voor gekozen hebt, is een beroepsgerichte opleiding. Dat betekent dat je tijdens de opleiding de noodzakelijke competenties ontwikkelt om het beroep waar je voor gekozen hebt in de praktijk uit te kunnen oefenen. Aan het einde van de opleiding beschik je dan ook over de juiste kennis en vaardigheden en ook over de juiste houding om als aankomend beroepsbeoefenaar aan de slag te gaan. De opleiding kent een opbouw volgens het werkprocesgestuurd leren. Dat betekent dat je zelfstandig werkprocessen leert uit te voeren in een specifieke situatie. In elke onderwijsperiode staan één of meer werkprocessen centraal die je, als je de leerstof en praktijk ervan hebt doorlopen, afgesloten wordt met één of meer examens (zie schema in hoofdstuk 5). In een volgende onderwijsperiode ga je aan de slag met weer andere werkprocessen, die je ook weer afrondt met een of meer examens, voor je aan de volgende werkprocessen gaat werken. Deze manier van werken houdt in dat je zowel in het tweede als derde leerjaar al examens aflegt.
De indeling van de opleiding
Elke opleiding binnen de branche Welzijn en Onderwijs wordt per jaar verdeeld in onderwijsperiodes van ongeveer 10 weken. Elk onderwijstraject is opgebouwd uit een school- en praktijkperiode (zie schema bij jaarindeling bij 3.6 en voor de lessentabel bij 3.15.2).
3
.
5 Passend Onderwijs
De wet op het passend onderwijs gaat in op 1 augustus 2014. Dit houdt in dat ook jongeren met een stoornis, handicap of ernstige ziekte, succesvol moeten kunnen zijn op school. Indien het bovenstaande voor je van toepassing is dan krijg je een andere intake. Deze professionele intake doen we om een zo goed mogelijke plaats voor je te zoeken. Je moet kunnen gaan voldoen aan de eisen van het kwalificatie dossier en aan de exameneisen; maar van de school wordt extra inspanning verwacht om dat ook daadwerkelijk te behalen. Je krijgt extra tijd en aandacht, indien nodig aangepast lesmateriaal en aanpassingen aan de omgeving. Binnen het team is er expertise om je te begeleiden en is er samenwerking met deskundigen. Indien er sprake is van passend onderwijs dan wordt er een bijlage ( dat is een bijlage met toevoeging) gemaakt die wordt getekend door de student en indien de student jonger is dan 18 jaar door de wettelijke vertegenwoordigers, en de onderwijsleider. Mocht
Pagina
13
van
35
tijdens de professionele intake blijken dat de opleiding niet geschikt is dan ontvang je een onderbouwing waarom dat zo is. De aanmelding loopt altijd via de onderwijsleider van de opleiding of via het instroompunt van het Trajectbureau. Bij het trajectbureau kun je ook verdere informatie krijgen. (T. 010 290 10 20) Elke student die we toelaten moet erop kunnen vertrouwen dat we overtuigd zijn van zijn/haar kans op studiesucces, ook al is daar van beide kanten veel inspanning voor nodig.
3.6
Jaarindeling
Aan het begin van ieder schooljaar ontvangt de student van de opleiding een jaarindeling. Ieder schooljaar omvat circa 40 lesweken. Het schooljaar is ingedeeld in vier periodes van ongeveer 10 weken. Voor schoolvakanties zie bijlage 5 p. 48.
Periode School Beroepspraktijk (BPV) Fase van de opleiding
1 2 3 4 5 6 7 8 Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Ontwikkelfase Ontwikkelfase Ontwikkelfase Ontwikkelfase Ontwikkelfase Ontwikkelfase en start examinering Ontwikkelfase en examinering Ontwikkelfase en examinering 9 10 Min. 1 dag per week Min. 1 dag per week Min. 24 klokuren per week Min. 24 klokuren per week Ontwikkelfase en examinering Ontwikkelfase en examinering 11 Min. 1 dag per week Min. 24 klokuren per week Ontwikkelfase en examinering 12 Min. 1 dag per week Min. 24 klokuren per week examinering Aan het begin van een nieuw schooljaar krijg je van je SLB-er het rooster. Het rooster kan veranderen tijdens een studiejaar. Roosters en roosterwijzigingen kun je ook terugvinden op het Portaal.
3.7 Bindend studieadvies en negatief bindend studieadvies
Bij de opleiding wordt gewerkt met een bindend studieadvies. O.a. als de studieresultaten bij herhaling en langdurig onvoldoende zijn, kan daaruit een bindend negatief studieadvies volgen. De SLB-er bespreekt na het uitreiken van het studieadvies de vervolgstappen met de student en legt dit schriftelijk vast. Slechts onder de navolgende omstandigheden kan de onderwijsleider in overleg met de branchedirectie een bindend negatief studieadvies uitbrengen: a. Beroeps belemmerende omstandigheden (lichamelijke en/of psychische klachten) b. Onvoldoende studieresultaten c. Beroepshouding student is onvoldoende Zie voor verdere uitleg het studentenstatuut artikel 14.
3.8 Overgangsregeling
Het team bepaalt voor aanvang van de opleiding aan welke eisen de student moet voldoen om over te gaan naar een volgend leerjaar.
De SLB-er informeert uiterlijk 10 september 2014 de student hier schriftelijk over.
Pagina
14
van
35 3.9 Vrijstellingen
Als een student verwacht in aanmerking te komen voor vrijstellingen, omdat bepaalde onderdelen van de opleiding al op een andere school of opleiding zijn afgerond, kan vrijstelling aangevraagd worden bij de subexamencommissie van de opleiding. De SLB-er kan hierover meer informatie geven.
3.10 Klachtenregeling
De klachtenregeling staat beschreven in het studentenstatuut. Dit studentenstatuut is te vinden op (www. Albeda.nl/deelnemer/studentenstatuut).
Pagina
15
van
35 3.11.1
Vereisten Nederlands en rekenen
In het ‘Referentiekader doorlopende leerlijnen taal en rekenen” is voor het hele onderwijs (van basisschool tot het hoger onderwijs) vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om de onderdelen Nederlandse taal en rekenen.
3.11.2 Nederlands
Voor het onderdeel Nederlandse taal zijn er in totaal vier F-niveaus beschreven in de volgende domeinen: Mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) Lezen Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging Voor Medewerker Maatschappelijke Zorg (mbo niveau 3) is als eindniveau 2F vastgesteld voor alle domeinen. Vrijstelling van het volgen van de lessen wordt niet verleend.
3.11.3 Engels
Voor het onderdeel Engels zijn er in totaal vijf deelvaardigheden beschreven. De volgende deelvaardigheden worden geëxamineerd: Lezen Luisteren Gesprekken voeren Spreken Schrijven Er moet altijd examen worden gedaan in alle vijf de vaardigheden. Voor mbo-3 is als eindniveau A2 vastgesteld voor de deelvaardigheden Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven en eindniveau B1 voor de deelvaardigheden Luisteren en Lezen.
3.12 Vereisten Rekenen
Voor het onderdeel rekenen zijn er in totaal vier F-niveaus beschreven in de volgende domeinen: getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Voor Medewerker Maatschappelijke Zorg (mbo niveau 3) is als eindniveau 2F vastgesteld voor alle domeinen. Vrijstelling van het volgen van de lessen wordt niet verleend.
Pagina
16
van
35
3
.13 Vereisten Loopbaan en Burgerschap
Een MBO-student is niet alleen een aankomend beroepsbeoefenaar, maar is ook onderdeel van en functioneert in de samenleving. Voor elke MBO opleiding geldt dat Loopbaan en Burgerschap (LB) een verplicht onderdeel is van het opleidingstraject, dat uit twee delen bestaat: 1) loopbaan en 2) burgerschap. De korte beschrijving van deze onderdelen staan in het schema hieronder. Het ontwikkelingsgebied LB kent geen examen, maar wel een inspanningsverplichting. Om in aanmerking te kunnen komen voor het diploma moet aan de volgende door de school gestelde eisen worden voldaan: 1) voor het deel Loopbaan levert de student drie bewijzen in voor het portfolio. 2) per dimensie, er zijn er in totaal vier, wordt één theorietoets afgenomen en daarnaast moeten per dimensie twee opdrachten uitgevoerd worden (kennis en inzicht).
LB 1. Loopbaan 2. Burgerschap 1. Politiek-juridisch 2. Economisch 3. Sociaal-maatschappelijk 4. Vitaal burgerschap Korte beschrijving van de onderwerpen
Centraal staat de reflectie op de eigen capaciteiten en motivatie voor de loopbaan. Bestaat uit vier dimensies: Kenmerken en functioneren van een parlementaire democratie, de rechtstaat en het rechtssysteem, de rol van de overheid, de belangrijkste politieke stromingen en hun maatschappelijke agenda’s, de rol en de invloed op de politieke besluitvorming van de belangengroeperingen en de maatschappelijke organisaties, de invloed van de Europese Unie op het Nederlandse overheidsbeleid en daarmee op de Nederlandse samenleving en de rol en de invloed van de (massa) media. Heeft betrekking op twee deelgebieden: 1) de bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap waar men deel van uitmaakt. 2) de bereidheid en het vermogen om op adequate en verantwoorde wijze als consument deel te nemen aan de maatschappij. Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in de eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school en om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen ( voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen.
Pagina
17
van
35 3.14 De beroepspraktijkvorming
In een beroepsopleiding is leren in de praktijk een vereiste. Bij elke opleiding in de branche Welzijn en Onderwijs wordt veel waarde gehecht aan het leren in de praktijk van het beroep waarvoor wordt opgeleid. Het leren in de praktijk start al in het eerste leerjaar. Praktijkervaring opdoen betekent leren in de echte beroepsomgeving en oefenen met het echte werk waarvoor is gekozen.
3.14.1 Voorbereiding op de BPV
Aan het begin van de BPV-periode ontvangt de student een BPV-gids. Deze gids bevat informatie over de oefenopdrachten en de beoordeling in de BPV. Tijdens de SLB-lessen wordt de BPV-gids besproken en wordt de student ondersteund bij het vinden van een praktijkadres. Voorafgaand aan het leren in de beroepspraktijk is het noodzakelijk dat er een BPV overeenkomst (BeroepsPraktijkVormings overeenkomst) wordt getekend door de verantwoordelijke van de opleiding, de vertegenwoordiger van het praktijkadres en de student (een student van 18 jaar en ouder tekent deze overeenkomst zelf, een student jonger dan 18 jaar, tekent samen met zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouders of vervangende opvoeders). Met het tekenen van deze overeenkomst zijn alle partijen, dus ook de student, gehouden aan de afspraken die op de achterzijde van de overeenkomst staan. Als alle partijen de BPV-overeenkomst hebben ondertekend ontvangt een ieder één examplaar voor de eigen administratie. Meerdere praktijkplaatsen willen dat de student een actuele VOG inlevert. Een VOG is een Verklaring Omtrent Gedrag. Deze verklaring kan de student aanvragen bij het gemeentehuis van de woonplaats. Hier zijn kosten aan verbonden. De student is verplicht om, als er om een VOG wordt gevraagd, daaraan te voldoen. Wanneer de student geen VOG kan overleggen, is de student niet welkom op het praktijkadres.
3.14.2 Beoordeling van de BPV
Tijdens de BPV-periode bezoekt een docent van de opleiding de BPV-plaats en vindt er een evaluatiegesprek plaats. De bezoeken worden gepland in overleg met de werkbegeleider/praktijkopleider. De werkbegeleider/praktijkopleider beoordeelt de bpv oefenopdrachten en de praktijk examenopdrachten, samen met de onafhankelijke docent. Aan de hand van de inhoud van het evaluatiegesprek wordt vastgesteld of je op schema ligt met het maken van de oefenopdrachten voor de werkprocessen waaraan in de BPV-periode is gewerkt. Wanneer je onvoldoende voortgang toont, dan kan het gevolg zijn dat je een bindend negatief studieadvies krijgt studievertraging oploopt de voortgang van je opleiding in gevaar komt je niet meer welkom bent op de BPV-plek
3.14.3 Het vinden van een erkende BPV plaats
Calibris is het kenniscentrum van de sector Welzijn, Zorg en Onderwijs. Het kenniscentrum geeft erkenningen af aan een instelling/ organisatie die voldoet aan de wettelijke eisen voor een erkende BPV-plaats. Deze erkenning is noodzakelijk om examen te kunnen doen op de BPV-plaats. Dit houdt in dat de BPV plaats dan aan criteria voldoet die duidelijk maken dat
Pagina
18
van
35
studenten er kunnen leren en begeleid zullen worden. Op de site van Calibris zijn erkende BPV plaatsen/leerbedrijven te vinden. De BPV-coördinator zorgt voor het plaatsen van de student in de BPV. De student kan ook zelf zoeken naar een BPV plaats. Dit zal door de opleiding gestimuleerd worden. De BPV-coördinator zal ook bij BBL studenten controleren of de BPV plaats erkend is door Calibris.
3.14.4 Overige onderwerpen die de BPV betreffen Aansprakelijkheid
Voor alle studenten heeft het Albeda College een collectieve ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Die geldt naast de BPV overigens ook op school.
Ziekmelding tijdens de BPV
Voor ziekmelding tijdens de BPV gelden dezelfde regels als voor afwezigheid op school. De student meldt zich vooraf zowel op het praktijkadres als op school ziek.
Onder- en afbreken van de BPV
Als er problemen of conflicten zijn die de BPV betreffen, bespreekt de student ze met de SLB-er. Indien nodig wordt er een gesprek met de praktijkopleider gepland. Het kan ook zijn dat de SLB-er of praktijkopleider aangeven dat er onderling contact nodig is. Als problemen dusdanig groot zijn dat de student niet verder kan op het BPV-adres dan kan het BPV-contract ontbonden worden met gezamenlijke instemming van de betrokken partijen.
De BPV wordt beëindigd na het behalen van het diploma.
3.15 Lessentabel en studiebelastingsuren 3.15.1 Studiebelasting
In onderstaand schema staan de studiebelastingsuren voor het eerste t/m derde leerjaar (vermeld in klokuren). De studiebelastingsuren zijn de contacturen op school, BPV en onbegeleide uren samen en dienen 1600 klokuren per heel leerjaar te bevatten.
Onderwerp 1 e jaar 2 e jaar 3 e jaar
Contacturen school Contacturen BPV Zelfstandig werken
SBU-totaal
300 960 340
1600
300 960 340
1600
300 960 340
1600
Bij een afwijkend aantal lesuren per periode (bijv. in een startweek of een afsluitingsweek van een periode) word je op de hoogte gesteld door de onderwijsleider.
Pagina
19
van
35 3.15.2 Lessentabel
Hieronder staan de reguliere lessentabellen bij 45 minuten roosters. Beroepsgerichte vakken zijn bijv. Sociale Vaardigheden, Zorg & Welzijn, Methodiek, Agogisch Werk.
Periode 1 Vak/onderdeel Aantal lesuren p/w à 45 min. Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV
10 Weken
Periode 2
9 weken
Periode 3
10 weken
Periode 4
11 weken Beroepsgericht SLB Nederlands Engels Rekenen LB
Vak/onderdeel
Beroepsgericht SLB Nederlands Engels Rekenen LB
Vak/onderdeel
Beroepsgericht SLB Nederlands Engels Rekenen LB
Vak/onderdeel
Beroepsgericht SLB Nederlands Engels Rekenen LB
Vervolg lessentabel
4 2 1 1 1 1
Aantal lesuren p/w à 45 min.
4 2 1 1 1 1
Aantal lesuren p/w à 45 min.
4 2 1 1 1 1
Aantal lesuren p/w à 45 min.
4 2 1 1 1 1 10
Aantal lesuren p/w
10
Aantal lesuren p/w
10
Aantal lesuren p/w
10
960 per jaar Aantal klokuren BPV Aantal klokuren BPV Aantal klokuren BPV Periodes Vak/onderdeel
Beroepsgericht
Aantal lesuren p/w à 45 min.
5
Aantal lesuren p/w Aantal klokuren BPV 5, 6, 7, 8, 9, 10 11, 12
10 Weken SLB Nederlands Engels Rekenen 2 1 1 1 10
960 per jaar
Pagina
20
van
35 3.16 Kosten van de opleiding
De verplichte opleidingskosten en de studentbijdrage (extra leermiddelen) staan in bijlage 2. Op deze lijst staan de verplichte opleidingskosten vermeld. Bij de start van de opleiding dienen deze kosten voldaan te zijn.
3.16.1 Studiekosten en schoolkosten .
In het onderstaande overzicht wordt kort beschreven welke kosten er gemaakt moeten worden om de opleiding te kunnen volgen.
3.16.2 Cursusgeld voor de BBL-opleiding Medewerker Maatschappelijke zorg niveau 3
De opleidingen die gegeven worden in de beroeps begeleidende leerweg vallen NIET onder de Wet Studiefinanciering. Voor schooljaar 2014-2015 bedraagt het cursusgeld voor deze opleiding € 563,=. Dit cursusgeld wordt jaarlijks bijgesteld. De betaling gaat via een acceptgirokaart die door het Albeda College aan je wordt toegestuurd.
3.16.3 Overige aan de opleiding verbonden kosten
Aan de opleiding zijn naast het lesgeld nog andere kosten verbonden, onder andere voor excursies, studie- en BPVgidsen, readers, boeken, praktijkmateriaal en kopieën. Deze activiteiten en materialen zijn noodzakelijk voor de opleiding en moeten door de student worden betaald. Per opleiding kunnen deze kosten verschillen. De kosten voor de opleiding zijn op te vragen bij de onderwijsleider van de opleiding.
3.16.4 Kosten voor extra faciliteiten of activiteiten
Als sprake is van een bijdrage voor extra faciliteiten en activiteiten waarvoor het Albeda College geen vergoeding van de overheid krijgt of die niet verplicht zijn, word je daarover geïnformeerd door de onderwijsleider. Voorbeelden zijn maaltijden, buitenlandse reizen, gebruik van speciale onderwijsfaciliteiten. Als je deze kosten niet betaalt, kun je niet mee doen aan deze activiteiten. Er wordt je dan een alternatief aangeboden.
3.16.5 Tegemoetkoming in de studiekosten voor BOL studenten
Als een BOL student de studie of de extra kosten niet kan betalen, dan is er de mogelijkheid om via de gemeente of het Rijk een bijdrage te krijgen. Deze mogelijkheid bestaat niet voor BBL studenten.
Pagina
21
van
35 4 De begeleiding op school en in de praktijk (BPV) 4.1 Studievoortgang en studieloopbaanbegeleiding
Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB-er). De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de beroepsontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en sociaal maatschappelijke ontwikkeling. De studieloopbaanbegeleiding kent een individueel deel en een deel dat per groep plaatsvindt (zie lessentabel in hoofdstuk 3). De student maakt bij aanvang van de opleiding bij SLB een POP en PAP (persoonlijk ontwikkelingsplan en persoonlijk activiteitenplan), wat gedurende het onderwijstraject telkens besproken wordt en waar nodig bijgesteld. Begeleiding van de student bij de studievoortgang vindt plaats aan de hand van voortgangsrapportages, aanwezigheidsregistratie en de ontwikkeling van de beroepshouding. Er vinden regelmatig evaluatie-, reflectie- en voortgangsgesprekken plaats tussen de student en de SLB-er. Dit resulteert per periode van circa 10 weken in een studievoortgangsadvies. Zie hiervoor ook 3.7 het bindend studieadvies.
4.1.1 Digitaal Studentendossier
Bij de opleiding wordt gewerkt met het Digitaal Studentendossier (DSDO). Dat is een studentvolgsysteem waarmee we je prestaties kunnen volgen, je kunnen begeleiden, monitoren en informeren zo lang je bij ons op school zit.
4.2.1. Portaal: jouw digitale informatiebron
Bij het Albeda College vinden wij het belangrijk om je goed te informeren. Daarom krijg je een
eigen e-mailadres met gebruikersnaam en wachtwoord
. Daarmee kun je inloggen op het Portaal van het Albeda College:
https://portaal.albeda.nl
. Hier vind je belangrijke informatie over je opleiding en over ontwikkelingen binnen onze school. Op jouw klassensite/opleidingssite binnen het Portaal staat alle informatie die je nodig hebt om je opleiding te volgen. Je docent bepaalt wat je kunt zien en op welke manier jullie informatie uitwisselen. Op je eigen ‘mijn site’ kun je documenten opslaan, zien in welke groepen je zit en je profiel aanpassen. Verder vind je op de algemene opleidingspagina informatie over jouw opleiding.
4.2 Extra hulp en zorg
Als het nodig is, kan een SLB-er je verwijzen naar (school)maatschappelijk werk, de schoolverpleegkundige (op sommige locaties aanwezig) of het trajectbureau, bijv. om deel te nemen aan dyslexietesten of faalangstreductietrainingen. Twijfel je over je beroepskeuze ga dan eerst in gesprek met je SLB-er. Hij/zij kan je als dat nodig is doorverwijzen naar een trajectbegeleider van het trajectbureau.
4.3 Begeleiding tijdens de BPV
Tijdens de eerste weken van de BPV neemt de school telefonisch contact op met de praktijkbegeleider. Voor een deel vindt de begeleiding op school plaats tijdens de lessen (bij SLB/MBW). De BPV wordt een aantal keren per opleiding bezocht door de SLB-er. In de BPV vindt ook een deel van de examinering plaats. De BPV moet daarom een erkende Calibris BPV plaats zijn. Calibris is het kenniscentrum voor de welzijnsopleidingen.
Pagina
22
van
35
Aan de hand van het persoonlijk ontwikkelplan, de voortgangsrapportages, de aanwezigheidsregistratie en de ontwikkeling van de leerhouding van de student heeft de student gesprekken met de SLB-er. Per periode van circa tien weken krijgt de student een studieadvies dat kan leiden tot nieuwe afspraken voor de BPV en het vervolgen van de opleiding. Samen met de SLB-er wordt besproken hoe het leertraject zal worden bijgesteld, wanneer er in een bepaalde periode onvoldoende resultaten behaald zijn. Indien er sprake is van onvoldoende aanwezigheid of resulaten kan de opleidingsvoortgang in gevaar komen. Zie hiervoor ook 3.7 bindend studieadvies.
4.4 Vertrouwenspersoon
Als je je niet veilig voelt door bijv. pesten, bedreigingen (ook via social media), of omdat je weet dat iemand een wapen bezit of fraudeert bij examens en je niet (alleen) terecht kunt bij je SLB-er, docent of onderwijsleider kun je de vertrouwenspersoon inschakelen. Je kunt hen mailen:
of bellen: 010-4482760. De vertrouwenspersoon is er naast studenten ook voor ouders/verzorgers, werknemers en stagebegeleiders.
Pagina
23
van
35 5. Informatie over de examinering 5.1 Beschrijving van het examen
Hieronder staat een korte beschrijving van de examens voor de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg. De examenkandidaat ontvangt voorafgaand aan de examens de examengids, die tijdens de opleiding zal worden besproken. De volgende onderdelen worden geëxamineerd: De beroepsgerichte werkprocessen volgens het kwalificatiedossier: Nederlands Rekenen Engels Loopbaan & Burgerschap is geen examenonderdeel, maar er dient voor het diploma wel aan de vereisten te worden voldaan (zie verder bij 5.8 behalen diploma).
5.2. De beroepsgerichte examens
Hoe de beroepsgerichte werkprocessen volgens het kwalificatiedossier worden geëxamineerd staat hieronder in het examenplan.
5.3 Het examen Nederlands
Het examen Nederlands wordt bij alle kandidaten op niveau 2F afgenomen. Elk van de 4 hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd: Mondelinge taalvaardigheid (spreken, gesprekken voeren en luisteren) Lezen Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging (bij schrijven) Bij het onderdeel Nederlandse taal voor het cohort 2014-2017 wordt op twee manieren geëxamineerd: 1) een landelijk examen (Centraal Ontwikkeld Examen, COE) voor luisteren en lezen 2) een instellingsexamen (IE) voor spreken, gesprekken voeren en schrijven, inclusief begrippenlijst en taalverzorging.
5.4 Het examen Rekenen
Het digitale landelijke examen (Centraal Ontwikkeld Examen, COE) rekenen wordt bij alle kandidaten op niveau 2F afgenomen. Elk van de 4 hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd in één afsluitend examen: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden
Pagina
24
van
35
Hieronder staat in schema hoe het eindcijfer voor Nederlands en rekenen bepaald wordt:
Tijdvak Examenonderdeel gebaseerd op 2F Examenvorm Resultaat (afgerond tot 1 cijfer achter de komma) Eindcijfer (afgerond tot geheel getal)
Landelijk examen (COE) Cijfer examen Studiejaar 2014-2017 Nederlands Instellingsexamen (IE) Cijfer examen Eindcijfer 2F Rekenen Landelijk examen (COE) Cijfer examen Eindcijfer 2F Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. De behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Het schooljaar waarin een student zijn of haar diploma behaalt, is bepalend voor de zak slaagregeling. Voor studenten die door studievertraging in een later schooljaar hun opleiding afronden geldt de zak-/slaagregeling van dat schooljaar van diplomering.
5.5. Herkansingen Nederlands en rekenen
De student krijgt binnen de voor hem geldende opleidingsduur minstens één gelegenheid voor herkansing van de afzonderlijke onderdelen van de examens Nederlandse taal en/of rekenen. Herkansing van de examens vindt plaats in een volgend tijdvak volgens opgave van het CITO.
Nederlands Niveau Cesuur Herkansing Jaar
2F 5,5 1 3 Mondelinge taalvaardigheid (Spreken en gesprekken voeren) Mondelinge taalvaardigheid (Luisteren) Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid (incl. taalverzorging/ begrippenlijst) 2F 2F 2F 5,5 5,5 5,5 1 1 1 3 3 3
Rekenen Niveau Cesuur Herkansing Jaar
Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden 2F 2F 2F 2F 5,5 1 3
Pagina
25
van
35 5.6 Het examen Engels
Het examen Engels wordt bij alle kandidaten via instellingsexamens op ERK-niveau A2 afgenomen voor de vaardigheden Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven. De examens Luisteren en Lezen worden afgenomen op ERK-niveau B1. Elk van de vijf hieronder genoemde deelvaardigheden wordt geëxamineerd:
Engels
Luisteren
Niveau ERK
B1
Cesuur
5,5
Herkansing
1
Jaar
3 Lezen B1 5,5 1 3 Gesprekken voeren A2 5,5 1 3 Spreken A2 5,5 1 Schrijven A2 5,5 1 Eventuele vrijstellingen worden alleen gegeven voor aanwezigheid tijdens de lessen. Voor examens gelden geen vrijstellingen. 3 3
Het eindcijfer voor Engels heeft geen invloed op de zak-slaagregeling.
Pagina
26
van
35 5.7 KT en WP EXAMENPLAN CREBO 22195/92650 MMZ NIVEAU 3, KD 2012 BBL cohort sept 2014- juli 2017
In het examenplan staat hoe de beroepsvaardigheden worden geëxamineerd, bijv. via een proeve van bekwaamheid. In de examengids staat voor hoeveel procent elk onderdeel meetelt, wanneer je een voldoende haalt en hoe vaak je kunt herkansen.
Omschrijving Theorie examen Praktijk examen Proeve A Proeve B Beroeps gesprek opdracht KT 1
1.1
KT 2 Opstellen van een plan van aanpak
Inventariseert de hulpvraag van de cliënt
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg
X 2.1 2.2 2.3 2.4
KT 3
3.1 Ondersteunt cliënt bij de persoonlijke verzorging Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
X X X X X 3.2 3.3 3.6 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen Evalueert de geboden ondersteuning X X X
Pagina
27
van
35 5.8 Diplomering
Eisen voor het behalen van het diploma Het diploma wordt uitgereikt als: - - Het theorie-examen met een voldoende is beoordeeld; De praktijkexamenopdrachten met een voldoende zijn beoordeeld; - - - - De Proeves van Bekwaamheid met een voldoende zijn beoordeeld; Het beroepsgesprek met een voldoende is beoordeeld; Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Voldaan is aan de vereisten voor Loopbaan en Burgerschap. De opleiding kent geen certificeerbare eenheden.
5.8.1 Procedure van bezwaar en beroep bij examinering Wat te doen bij een klacht over het examen?
1 Wanneer de kandidaat een klacht heeft over de beoordeling, bespreekt deze haar klacht in eerste instantie met de SLB-er en/of onderwijsleider. 2 Indien de klacht niet tot een oplossing leiden, dan kan de kandidaat ook een bezwaarschrift indienen. Op het portaal is in het Handboek Examinering meer informatie te vinden. Het Handboek Examinering staat ook op de site www.albeda.nl De kandidaat stuurt een bezwaarschrift naar de subexamencommissie. Deze 3 onafhankelijke commissie beoordeelt of de klacht terecht is. Wanneer de kandidaat het met de uitspraak van de subexamencommissie niet eens is, kan de kandidaat hiertegen in ‘beroep’ gaan. De kandidaat stuurt dan een beroepsschrift naar de commissie van beroep. Informatie hierover is eveneens te vinden in het Handboek Examinering. Het handboek staat op het portaal.
Termijn voor het indienen van een bezwaarschrift en beroepsschrift Bezwaarschrift
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is 10 werkdagen. De termijn begint na de dag waarop de maatregel of beslissing bekend is gemaakt. De subexamencommissie beslist binnen 10 werkdagen na de datum waarop de klacht ontvangen is. Deze beslissing wordt schriftelijk kenbaar gemaakt.
Beroepsschrift
De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt 10 werkdagen na de dag waarop de subexamencommissie de kandidaat van zijn beslissing op de hoogte heeft gebracht. De Commissie beslist binnen 15 werkdagen, maar kan die termijn als dat nodig is éénmaal verlengen met een maximum van 10 werkdagen.
Pagina
28
van
35 5.8.2 Examenreglement
Het Examenreglement Albeda College is in te zien op de kamer van de onderwijsleider. Het examenreglement is op de site van het Albeda College, in het Handboek Examinering te bekijken (www.albeda.nl). Het examenreglement bestaat uit de volgende onderwerpen:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1.1 1.2 Begripsbepalingen De indeling van het examen en de toepassing van dit reglement 1.3 1.4 De inhoud en vorm van het examen De toelating tot het examen
Hoofdstuk 2 Regeling van het examen
2.1 De organisatie van het examen 2.2 2.3 Het examenprogramma De examinatoren 2.4 Het toezicht op de examens 2.5 Geheimhouding
Hoofdstuk 3 De afname van het examen
3.1 4.1 Procedure rond het examen 3.2 De gang van zaken tijdens het examen
Hoofdstuk 4 Uitslag, herkansing, diplomering
Vaststelling van het examenresultaat 4.2 4.3 4.4 4.5 Vrijstellingen Uitslag Diploma, certificaat, beoordelingslijst Herkansing examens 4.6 Bewaren en inzage van beoordelingen en processen verbaal
Hoofdstuk 5 Onregelmatigheden
5.1 5.2 Onregelmatigheden Klachten over het examen 5.3 5.4 Recht van beroep De samenstelling van de Commissie van Beroep voor de examens
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
6.1 Examenkandidaat (voorheen: extranei) 6.2 6.3 6.4 6.5 Afwijkende wijze van examinering Onvoorziene omstandigheden Informeren kandidaten Inwerkingtreding
Pagina
29
van
35 Bijlage 1: Kerntaken, werkprocessen en competenties
In deze matrix is per kerntaak aangegeven welke competenties aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen voor deze uitstroom. Dit is zichtbaar door middel van een kruisje in de matrix.
Kerntaak 1:
Opstellen van een activiteiten programma en een plan van aanpak.
A B C D E F G H I J K
Competenties
L M N O P Q R S T U V W X Y Werkprocessen
1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/ de jongere X X
Pagina
30
van
35 Kerntaak 2
Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg.
A B C D E F G H I J K
Competenties
L M N O P Q R S T U V W X Y Werkprocessen
2.1 Ondersteunt de client bij de persoonlijke verzorging X X X X 2.2 2.3 2.4 Ondersteunt de client bij wonen en huishouden Ondersteunt de client bij dagbesteding Begeleidt een groep clienten op sociaal maatschappelijk gebied X X X X X X X X X X X X X
Pagina
31
van
35 Kerntaak 3
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken .
A B C D E F G H I J K
Competenties
L M N O P Q R S T U V W X Y Werkprocessen
3.1 3.2 3.3 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwliteitszorg Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning X X X X X X X
Pagina
32
van
35 Bijlage 2: Verplichte opleidingskosten
BOEKENLIJST MMZ 3 MMZ 3 leerjaar 1 BEROEPSGERICHTE VAKKEN Vak verplicht: 9789006815580 De leefomgeving Auteur: Jansen, Fouke Druk: 2 9789006815597 Methodiek begel Auteur: Benedictus Druk: 2 9789006815627 Ontwikkeling Opv Auteur: Jansen, Fouke Druk: 2 9789006815634 Orientatie Soc Auteur: Jansen, Fouke Druk: 2 9789006815603 Zorg bij gezondheid Auteur: Jansen, Fouke Druk: 2 38,25 31,95 42,50 27,50 38,25 9789006924664 Albeda Sociale Vaardigeheden 2014 24,50 BPV oefengids 1e jaar bbl niv 3 en 4 7,50 ENGELS Vak verplicht: Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school. 9789490013400 Good practice 2.0 checkbook 31,50 Auteur: Daalen, K. Druk: 1 9789490013820 Good practice 2.0 mbo-breed workbook 19,50 Auteur: Daalen, K. Van Druk: 2 9999000115252 Reader engels grammatica 1e jaars niveau 3 en 4 3,53 Auteur: Albeda Druk: 1 LOOPBAAN BURGERSCHAP Vak verplicht: 9789490998424 Schokland 3.0 handboek 27,50 Auteur: Verwijlen, J. Druk: 1 9789490998448 Schokland 3.0 werkboek niveau 3/4 22,00 Auteur: Verwijlen, J. Druk: 1 NEDERLANDS Vak verplicht: Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school. 9999000101774 Reader nederlands basisjaar pw/mmz 15,73 Auteur: Albeda Druk: 1 9789490998509 Via handboek 24,50 Auteur: Hulzen, N. Van Druk: 3 REKENEN Vak verplicht: Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school. 9789490998165 Startrekenen 2f leerwerkboek deel a+b 27,50 3 Auteur: Lagendijk R.. E.a. Druk: 1
Pagina
33
van
35
MMZ3 leerjaar 2 BEROEPSGERICHTE VAKKEN Vak verplicht: 9789006924732 Traject welzijn bieden van ondersteunende begeleiding 36,50 Auteur: Benedictus, R. Druk: 1 9789006924763 Traject welzijn de prof werker in de maatschappelijke zorg 36,50 Auteur: Benedictus, R. Druk: 1 9789006924749 Traject welzijn methodisch handelen in maatschappelijke zorg 36,50 Auteur: Benedictus, R. Druk: 1 BPV Vak verplicht BPV oefengids bbl niveau 3 en 4 7,50 Auteur: Albeda Druk: 1 NEDERLANDS Vak verplicht: Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school. 9999000115597 Reader Nederlands 2e jaar MMZ / 14-15 5,47 Auteur: Albeda Druk: 1
ENGELS
Vak verplicht:
Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school.
REKENEN
Vak verplicht:
Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school.
MMZ 3 leerjaar 3 BEROEPSGERICHTE VAKKEN 9789006952643 Ethisch leren denken 27,50 Auteur: Ebskamp, K. Druk: 4 BPV 9999000115269 BPV oefengids bbl niveau 3 en 4 3e jaar 5,00 Auteur: Albeda Druk: 1
NEDERLANDS
Vak verplicht:
Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school.
ENGELS
thuis)
Vak verplicht:
Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening na activering licentie op school.
REKENEN
Vak verplicht:
Licenties worden via school aangevraagd. Student rekent af via Ideal of uitgestelde betaling (rekening thuis) na activering licentie op school.
Pagina
34
van
35 Bijlage 3 Topmodel opleiding MMZ 3 Studiejaar Begeleid leren:
Leren in de school Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan lessen wordt besteed Leren in de arbeidssituatie
1
300 960 Het totaal aantal klokuren dat per studiejaar aan beroepspraktijkvorming wordt besteed
WSF en TOP-model
: Subtotaal aantal klokuren In Instellingstijd Verzorgd Onderwijs
TOP-model
: Aantal klokuren onbegeleid leren
TOP-model
: Totaal aantal klokuren 1260 340
1600 2
300 960 1260 340
1600 3
300 960 1260 340
1600 Totaal
900 2880 3780 1020
4800
Pagina
35
van
35 Bijlage 4 Vakantieregeling
Herfstvakantie 20 okt t/m 24 okt 2014 Kerstvakantie 22 december 2014 t/m 2 januari 2015 Voorjaarsvakantie 23 t/m 27 februari 2015 Goede Vrijdag 3 april 2015 Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie 6 april 2015 4 t/m 8 mei 2015 14+15 mei 2015 25 mei 2015 start: 13 juli 2015 t/m 28 augustus 2015