Meer talen in de klas Sessies

Download Report

Transcript Meer talen in de klas Sessies

Meer talen in de klas
Meertaligheid als kans (tot
talensensibilisering) in de
kleuterklas
Sessies
1. Succes (met) boeken. Het prentenboek als
(meer dan een) didactisch medium bij uitstek
2. Alles welbeschouwd. Taalbeschouwing,
schrijven en lezen met kleuters
3. Meer talen in de klas. Meertaligheid als kans (tot
talensensibilisering) in de kleuterklas
4. Schrijven naar ouders. Wenken en principes in
verband met brieven/briefjes aan ouders
[Meebrengen: brief/briefje van op jouw school]
5. Taalbeleid geen beletsel. Werken aan een
taalbeleid, met focus op de kleuterschool
1
VUL IN
Meertalige kleuters
moeten ………..…..
worden in de
kleuterklas/op school
enkel Nederlands te
spreken.
VUL IN
Ouders van migrantenkinderen
moeten …………….. worden
Nederlands te leren en zoveel
mogelijk Nederlands in de
huiskring te spreken.
VragenVragenVragenVragen
verbieden en straffen?
speeltijd of leertijd?
formeel of informeel?
T1 én T2?
2
Iemand is meertalig wanneer hij
afwisselend meer dan één taal kan
gebruiken ten behoeve van interactie
met relevante gesprekspartners.
60 à 70% van de wereldbevolking is
meertalig
Jij?
Meertaligheid
simultaan
successief
tweetalige
eerstetaalverwerving
vroege
tweedetaalverwerving
minderheidstegenover
meerderheidstaal
3
Simultane tweetaligheid
BRABBELEN
Nederlands Frans
EENWOORDZINNEN
in ene of andere T
poes / chat
TWEEWOORDENZINNEN
mix normaal
kijk, chat
MEERWOORDENZINNEN
mix normaal
chat est in de tuin
Simultane tweetaligheid
• individuele verschillen
(tempo, dominantie taal x of y)
• OPOL - OSOL
Successieve tweetaligheid
• basis T1 daarna (2,6 jaar later?) T2
bepalend!
• T1 ontwikkelt verder, T2 ontwikkelt zich
4
Successieve tweetaligheid
gebruik T1
T1 vertrouwd - T2 nieuw, onbekend
duur ?
stille periode
receptieve kennis / gebaren
duur?
imitatie
telegramstijl
formules, rituelen
T2-productie
naar volwaardige zinnen toe
• eerste taal
de ontwikkeling verloopt zoals
ééntalige ontwikkeling (vier fases)
• tweede taal
eerste fases van normale
ontwikkeling worden overgeslagen:
basisstructuren van taal al geleerd bij het ontwikkelen
van eerste taal
kennis en vaardigheden in de eerste taal worden dan
gebruikt bij het verwerven van de tweede taal (bv.
overslaan ‘eigennaamperiode’): transfer
belang van de moedertaal!
twee manieren waarop anderstalige
kinderen Nederlandse woorden leren
(Verhallen,1995) :
1. Een kind leert een nieuw Nederlands
woord dat het in de eerste taal al kent.
2. Het kind leert een nieuw Nederlands
woord dat het in de eerste taal nog
niet heeft verworven.
5
m.a.w.
1. begrip bekend, woord nieuw
2. begrip nieuw, woord nieuw
1 evidenter dan 2
Kenmerken meertalige ontwikkeling die
tijdelijk ‘anders’ kunnen verlopen
1. Tempo
Vaak kennen kinderen in het begin minder woorden
per taal dan eentalige kinderen => Elk begrip moeten
ze van twee etiketten voorzien. Dit kost extra tijd.
2. Vermenging van talen
Klanken, woorden en zinsbouw worden door elkaar
gemixt. Interferentiefouten wanneer dit onbewust
gebeurt. Indien bewust: ‘codeswitching’
3. De stille periode
Een kind zegt een tijd lang in de tweede taal niets.
Ontcijferingsperiode. De kinderen begrijpen wel al
veel begrippen. Eerst worden receptieve
vaardigheden ontwikkeld, dan productieve.
(Machteld Verhelst, 2012)
Kennis van zaken
Van interferentiefouten naar
codewisseling
• Morgen ik ga naar het zwembad.
• Domani vado in piscina.
• Ik heb geen zin daarin we llah.
6
Kennis van zaken
• Marokkaanse talen: 3 klinkers (a, i, u) + sjwa
• Turkse woordvolgorde bezitsconstructies
andersom:
Dat is de pop van de zus van het
vriendinnetje van mijn broer
dat mijn broer vriendin zijn zus pop
belang van taalspel
spelen met klanken, woorden, zinnen
2 scenario’s
T1 blijft gestimuleerd
terwijl T2 zich ontwikkelt
T1 raakt verwaarloosd
terwijl T2 zich ontwikkelt
VOORDELIG
T1 vervangen door T2
taalverlies T1
NADELIG
noch T1 noch T2
volwaardig
7
T1-peuter naar T2-school
T1
T2
thuis
op school
belang / gewicht van T2
T1-peuter naar T2-school
belang T1
belang T2
emotioneel
cultureel
integratie
meerderheid T2
geen onderwijs T1
T1-peuter naar T2-school
belang T1
belang T2
emotioneel
cultureel
integratie
meerderheid T2
geen onderwijs T1
psychosociaal risico +
nadelig voor ontwikkeling T2
8
blijvende ontwikkeling T1
komt ontwikkeling T2
ten goede
Fundamenten van een taal
• Boven het water:
twee verschillende
talen (wat je ziet)
• Onder het water:
gemeenschappelijke
basis
(Machteld Verhelst, 2012)
Beïnvloedende factoren
• Taalaanbod
–
–
–
–
–
tijdstip
frequentie
regelmaat
continuïteit
noodzaak
• Maatschappelijke factoren
zie volgende slide
• Attitudes en emoties
– t.o.v. taal/bepaalde taal/
taalbehoud/meertaligheid/identiteit/onderwijs…
9
Thuistaal en
onderwijssucces
thuistaal
SES
taalaanbod
etnische
cultureel
afkomst
kapitaal
SES
De sociaaleconomische status staat
voor de positie van mensen op de
maatschappelijke ladder met het
daaraan verbonden aanzien en
prestige. Sommige mensen nemen
een lagere positie in op de
maatschappelijke ladder en anderen
een hogere.
lage SES
lage SES + thuistaal
10
Thuistaal en
onderwijssucces
Kloof tussen
schoolcultuur en thuiscultuur
schooltaal en thuistaal
[Ook bij Nederlandstalige kinderen
in gezin met lage SES]
BICS & CALP (Cummins)
basic interpersonal communicative skills
=
conversational proficiency
cognitive academic language proficiency
=
academic proficiency
DAT < > CAT
DAT (BICS)
(bron: conversaties, grapjes,
informele interactie)
CAT (CALP)
(bron: lessen, tekstboeken,
literatuur)
Dagelijks
Cognitieve
Algemeen
Abstracte
Taalgebruik
Taalvaardigheid
VOOR T1 - VOOR T2:
frequentie?
context?
verwerving?
11
DAT
CAT
T1: ontwikkeld rond
5/6 jaar
T1: blijft verder
ontwikkelen tijdens
cognitieve groei
T2: ontwikkeld na 2/3
jaar optimale input
T2: ontwikkeld na 5/7
jaar scholing - blijft
verder ontwikkelen
indien verdere
cognitieve groei in
T2
Bij kleuters
DAT T2
> CAT T2
In de school en in de klas…
…en daarna en daarbuiten
12
Lijst op…
Tegemoet aan talen
KDV Brussel
Mijn school
• Positief omgaan met thuistaal op
school bevordert:
– welbevinden en betrokkenheid
– identiteitsontwikkeling
– de kans dat emotionele kloof tussen thuisschool verkleint
(Machteld Verhelst, 2012)
To reject a child’s language in the school is
to reject the child. When the message,
implicit or explicit, communicated to
children in the school is “Leave your
language and culture at the schoolhouse
door”, children also leave a central part of
who they are – their identities – at the
school-house door. When they feel this
rejection, they are much less likely to
participate actively and confidently in
classroom instruction.
(J. Cummins, 2001)
13
Thuistaal als hefboom voor leren
Kleine steigers bouwen…
– In de klas kort en spontaan gebruik maken van
de eerste taal om iets uit te leggen, iets duidelijk
te maken, snel te vertalen…
– In de klas kinderen toelaten om met mekaar in
de thuistaal te spreken om iets te herhalen, te
bespreken, steigertjes voor elkaar te bouwen.
– Laat een leerling een woord, instructie of uitleg
vertalen in de thuistaal wanneer een taalgenoot
iets niet begrijpt in het Nederlands.
(Machteld Verhelst, 2011)
Voordelen inzet thuistaal
cognitieve voordelen (internationale
meta-studies):
- conceptuele ontwikkeling in T1 versnelt
die in T2;
- hoger metalinguïstisch bewustzijn
- hogere cognitieve ontwikkeling (brein
actiever)
(Machteld Verhelst, 2011)
Frrrrink!
Wat doet een goede leraar
kleuteronderwijs eigenlijk net zo?
14
Frrrrink!
1.
2.
3.
4.
5.
herhaling - geduld (1 2 3 X)
expliciete uitspraak, nadruk (sch)
individuele begeleiding
gebaren, geluiden, levendigheid
leren via inhouden die aansluiten bij
leefwereld
6. talenten en sterktes van kinderen
inzetten, ervan vertrekken
7. contact onderhouden met ouders
Didactische aspecten
TAALAANBOD
• algemeen
– een veilig klimaat
– veel rijk en natuurlijk
taalaanbod
– begrijpelijk
taalaanbod
– motiverend
taalaanbod
– taalhouvast bieden
Didactische aspecten
TAALAANBOD
• woordenschatuitbreiding via
VIERTAKT
–
–
–
–
voorbewerken
semantiseren
consolideren
controleren
Voorbewerken
Controleren
Semantiseren
Consolideren
15
TAALAANBOD
• Spreeksnelheid: hijmoetetoen - VERTRAGING
• Visualiseren / taal verbinden aan handelen =
contextuele inbedding
• Extra nadruk b.v. topicalisatie: De autootjes, begin maar
met de autootjes.
• Eenvoudige zinnen / geen ‘babytaal’ ! – Sla ze niet om
de oren met uitdrukkingen en metaforen
• Herformuleren/ modelling en expansie
• Herhalen (routines, verhalen, liedjes, rijmpjes, …)
Didactische aspecten
STIMULERENDE INTERACTIE
• Frequente en veilige interactie
• Betekenisvolle interactie bij concrete
en prikkelende onderwerpen /
activiteiten
• Vraagstellingsgradaties &
beurttoewijzing
INTERACTIE
• rol van KL bij activiteiten en gesprekken
– bekrachtigend reageren op (non-) verbale
uitingen en gespreksimpulsen van kleuters
– inhoudelijk passende feedback geven
– actief luisteren – taal uitlokken / echte interesse! ruime spreekkansen bieden
– sturing door kleuter indien mogelijk
– vormelijke feedback geven (indien kans en
nood), indirect corrigeren
– zelf gepast taalaanbod bieden (zie boven)
16
Didactische aspecten
GROEPERINGSVORMEN
• homogene taalgroep
– b.v. introductieactiviteit op verhaal
– taalzwak/taalsterk groepje
• heterogene taalgroep
– kinderen leren van elkaar
– gedifferentieerde begeleiding
GROEPERINGSVORMEN
• klassikaal
– belangrijk voor groepsgevoel
– niet te (lang) verbaal
• individueel
– contactbevorderend
– om te observeren
– om te hernemen
– om te controleren (woordenschat)
Alle activiteiten talig maken
Checklist talige interactie bij activiteiten
– Was er een veilig klimaat?
– Was de activiteit / het materiaal betekenisvol en op niveau
voor de kls? Waren ze gemotiveerd en betrokken?
– Was ik zelf gemotiveerd en enthousiast?
– Welke groeperingsvorm koos ik? Goede keuze?
17
Alle activiteiten talig maken
Checklist talige interactie bij activiteiten
•
Instructie en speluitleg
–
–
–
–
–
•
Konden alle kls me goed horen en zien?
Was mijn uitleg helder en gestructureerd?
Uitleg afgestemd op niveau van de kls?
Visueel ondersteund?
Hoe wist ik dat (niet) alle kls de uitleg begrepen hadden?
Gespreksimpulsen
– Ben ik bekrachtigend ingegaan op verbale en non-verbale
gespreksimpulsen van de kls? Hoe?
– Heb ik zelf gespreksimpulsen aangeboden? Welke soorten
vragen stelde ik? Gepast?
– Hoe heb ik gereageerd op taalfouten?
Alle activiteiten talig maken
– Hoe heb ik gereageerd wanneer kls thuistaal gebruikten?
– Hoe heb ik gereageerd wanneer kl(s) mij niet verstonden?
Wanneer ik hen niet verstond?
Welke middelen heb ik aangewend om de communicatie vlot te
krijgen?
•
Talige mogelijkheden van de activiteit
– Welke talige mogelijkheden heb ik in de activiteit voorzien?
Welke gerealiseerd? Welke van de 4 taalvaardigheden+TBS heb
ik benut?
– Lokte de activiteit nog meer interactie uit dan voorzien? Op
welke manier?
– Was er (veel) interactie tussen de kls onderling of vooral tussen KL
en kls?
18
TALENSENSIBILISERING
Taalbeschouwing, of het nadenken over
taal en over eigen en andermans
taalgebruik, hoeft strikt genomen niet over
meerdere talen te gaan. Bij
talensensibilisering daarentegen kijk je
bewust naar verschillende talen
tegelijkertijd. Je beperkt je dus niet tot de
zinsbouw of woordleer in het Nederlands
en varianten daarvan, maar je kijkt ook
naar die in andere talen, zoals de thuistalen
van je kleuters.
Bron: www.diversiteitinactie.be
WAAROM
TALENSENSIBILISERING?
• Attitude: kinderen ontwikkelen
openheid en gevoeligheid voor talige
diversiteit.
• Kennis: kinderen ontwikkelen kennis en
inzichten over taal en talen.
• Vaardigheden: kinderen ontwikkelen
metalinguïstische vaardigheden die
steigers vormen om de moedertaal
verder te ontwikkelen en een vreemde
taal te leren.
19
Attitude ontwikkelen
• Attitude: kinderen ontwikkelen openheid en
gevoeligheid voor talige diversiteit en
verschillende taal- en
cultuurgemeenschappen.
Opent zo deuren naar positief omgaan met
en
waarderen van diversiteit in de klas, op school
en in de wereld ( Van Gorp, 2011).
Hoe attitude stimuleren?
1. De emoties en taalattitudes van de
kleuters observeren.
2. In gesprek gaan met ouders over
taal(attitude) van hun kind en
henzelf.
3. Als leidster zelf positief omgaan met
thuistaal van kleuters.
Kennis en vaardigheden
ontwikkelen
Talensensibilisering wil het bewustzijn, de
kennis, het inzicht over taal, talen en
taalvariëteiten verhogen.
Talensensibilisering wil de metalinguïstische
vaardigheden van kinderen ontwikkelen
i.f.v. de ontwikkeling van de moedertaal
en de nieuwe taal (talen)
= vaardigheden om op een abstract
niveau te denken over taal en de wijze
waarop je kennis verwerft.
20
Kennis en vaardigheden
ontwikkelen
Voorbeelden kennis
• In het Arabisch wordt van rechts naar links
gelezen en geschreven.
• Sommige liedjes zijn bijna hetzelfde in veel
verschillende talen.
• In sommige landen worden de letters anders
geschreven dan bij ons.
• Sommige Nederlandse woorden gelijken een
beetje op Engelse, of Franse, Duitse …
woorden en omgekeerd.
• Dialecten zijn ook talen.
Hoe kennis en vaardigheden
stimuleren?
Zie les taalbeschouwing
Kleuters bewust maken van verschillen
tussen talen / sprekers
Kleuters bewust maken van hun eigen
gevoel m.b.t. talen
Uitspraken van kleuters m.b.t. ‘talen’
horen en duiden op hun niveau.
Verschillende talen integreren in rituelen,
occasioneel gebruiken, activiteiten
uitwerken
Competenties van de
leerkracht
• Kennis van verschillende talen is niet vereist.
• Openheid en belangstelling voor talen en
culturen wel.
• Expert zijn in het opmerken, vinden, gebruiken
en creëren van ervaringskansen m.b.t. talen
en cultuur. Dus: ‘taalgevoelig’ en ‘taalbewust’
kunnen denken en handelen in de dagelijkse
klaspraktijk.
• Zien hoe kinderen vanuit hun talige
achtergrond een bijdrage kunnen leveren
aan allerlei inhouden.
21
Voorbeelden
Ik zag twee
beren
Ik zag twee beren- J’ai vu deux oursIki ayi görmüstüm.
Drietalig kinderboek (NL- FR- TU)
door:
Gerlinde Gilissen (auteur) en Marcel
Witte (kunstenaar)
22
•
•
•
•
www.meertaligheid.be
www.klascement.be
www.diversiteitinactie.be
Talen op een Kier, talensensibilisering
voor het basisonderwijs
• ‘Taalstimulering en meertaligheid bij
kinderen van 0 tot 6’, M. Verhelst e.a.,
Kind en Gezin, 2011
23