Odyssee, Homerus, boek 12, verhaal over de Sirenen, Grieks

Download Report

Transcript Odyssee, Homerus, boek 12, verhaal over de Sirenen, Grieks

Odyssee, Homerus, boek 12, verhaal over de Sirenen, Grieks origineel met!
transliteratie en Nederlandse vertaling. Daarachter maatnummer en tussen haakjes
versnummer in Odyssee. Vertaling uit:!
Homerus Odyssee, De terugkeer van Odysseus, Ingeleid en vertaald in Nederlandse
hexameters door H.J. de Roy van Zuydewijn, Arbeiderspers, 1992.!
!
!
uitleg Kirke!
!
καὶ τότε δή μ' ἐπέεσσι προσηύδα πότνια Κίρκη·!!
!
1 (36)!
Kai tote dè m' epessi proseuda potnia Kirkè:!
Daarna sprak Circe, de grote godin, mij toe met de woorden:!
!
"ταῦτα μὲν οὕτω πάντα πεπείρανται, σὺ δ' ἄκουσον,!
2 (37)!
“Tauta men hoetoo panta pepeirantai; su d’ akoeson.!
“Zo is dat alles vervuld. Maar luister nu goed naar mijn woorden.!
!
Σειρῆνας μὲν πρῶτον ἀφίξεαι, αἵ ῥά τε πάντας ! 3 (39)!
Seirènas men prooton aphixe-ai, hai ra te pantas!
Eerst kom je bij de Sirenen, godinnen die allen en ieder!
!
ἀνθρώπους θέλγουσιν, ὅτίς σφεας εἰσαφίκηται.!!
!
4 (40)!
anthroopoes thelgoesin, hotis spheas eisaphikètai.!
die bij hen aankomt, beheksen en onder hun tovermacht brengen.!
!
ὅς τις ἀϊδρείῃ πελάσῃ καὶ φθόγγον ἀκούσῃ! !
!
!
5 (41)!
Hos tis a-idrei-ei pelasei kai phtongon akoesei!
Wie hen onwetend benadert en eenmaal de stem der Sirenen!
!
Σειρήνων, τῷ δ' οὔ τι γυνὴ καὶ νήπια τέκνα! !
!
6 (42)!
Seirènoon, tooi d’ oe ti gunè kai nèpia tekna!
aanhoort, - hem valt geen thuiskomst ten deel en snelt met haar kleinen!
!
οἴκαδε νοστήσαντι παρίσταται οὐδὲ γάνυνται,! !
!
7 (43)!
oikade nostèsanti par-histatai oede ganuntai,!
niet zijn vrouw tegemoet, noch geven ze hem een warm welkom.!
!
ἀλλά τε Σειρῆνες λιγυρῇ θέλγουσιν ἀοιδῇ,! !
!
!
8 (44)!
alla te Seirènes ligurei thelgoesin a-oidei,!
Want met hun heldere zangen betoveren hem de Sirenen!
!
ἥμεναι ἐν λειμῶνι· πολὺς δ' ἀμφ' ὀστεόφιν θὶς!!
!
9 (45)!
hèmenai en leimooni; polus d’amph’ osteophin this!
daar in het groen van hun weide, terwijl rondom hen een stapel!
!
ἀνδρῶν πυθομένων, περὶ δὲ ῥινοὶ μινύθουσιν.! !
!
10 (46)!
androon puthomenoon, peri de rinoi minuthoesi.!
botten van mannen vergaat en huiden er liggen te rotten.!
!
ἀλλὰ παρὲξ ἐλάαν, ἐπὶ δ' οὔατ' ἀλεῖψαι ἑταίρων! !
12 (47)!
Alla parex ela-an, epi d’ oeat’ aleipsai hetairoon!
Vaar hen voorbij, maar maak eerst bijenwas kneedbaar en smeer die!
!
κηρὸν δεψήσας μελιηδέα, μή τις ἀκούσῃ!
!
!
!
13 (48)!
kèron depsèsas meli-èdea, mè tis akoesei!
over de oren der mannen, dat geen van hen iets kan horen.!
!
τῶν ἄλλων· ἀτὰρ αὐτὸς ἀκουέμεν αἴ κ' ἐθέλῃσθα, !!
14 (49)!
toon alloon; atar autos akoe-emen ai k’ etheleistha,!
Maar als je zelf erop staat de zang der Sirenen te horen, !
!
δησάντων σ' ἐν νηῒ θοῇ χεῖράς τε πόδας τε!!
!
!
15 (50)!
dèsantoon s’ en nè-i tho-ei cheiras te podas te!
moet je jezelf aan handen en voeten vast laten binden,!
!
ὀρθὸν ἐν ἱστοπέδῃ, ἐκ δ' αὐτοῦ πείρατ' ἀνήφθω,! !
16 (51)!
orthon en histopedei, ek d’ autoe peirat’ anhèphthoo,!
rechtop tegen de mast, met het touw daaraan stevig bevestigd,!
!
ὄφρα κε τερπόμενος ὄπ' ἀκούσῃς Σειρήνοιϊν.!
!
!
17 (52)!
ophra ke terpomenos op’ akoe-eis Seirènoi-in.!
om dan zo van de zang der Sirenen te kunnen genieten.!
!
εἰ δέ κε λίσσηαι ἑτάρους λῦσαί τε κελεύῃς,!!
!
!
18 (53)!
Ei de ke lissè-ai hetaroes lusai te keleu-eis,!
Als je je manschappen smeekt en beveelt het touw los te maken,!
!
οἱ δέ σ' ἔτι πλεόνεσσι τότ' ἐν δεσμοῖσι διδέντων.! !
19 (54)!
hoi de s’ eni pleonessi tote desmoisi didentoon!”!
moeten ze zorgen met nog meer touw je aan banden te leggen!”!
!
toespraak Odysseus aan de manschappen!
!
δὴ τότ' ἐγὼν ἑτάροισι μετηύδων ἀχνύμενος κῆρ·!
!
22 (153)!
Dè tot’ egoon hetaroisi meteudoon, achnumenos kèr:!
Toen sprak, bedroefd als ik was, ik mijn mannen toe met de woorden:!
!
ἀλλ' ἐρέω μὲν ἐγών, ἵνα εἰδότες ἠὲ θάνωμεν! !
!
23 (156)!
“All’ ere-oo men egoon, hina eidotes è ke thanoomen!
“Daarom vertel ik het u, dat u weet wat uw lot is: of sterven,!
!
ἤ κεν ἀλευάμενοι θάνατον καὶ κῆρα φύγοιμεν.! !
!
24 (157)!
è ken aleu-amenoi thanaton kai kèra phugoimen.!
of, de gevaren omzeilend, de dood en het noodlot ontsnappen.!
!
Σειρήνων μὲν πρῶτον ἀνώγει θεσπεσιάων! !
!
!
26 (158)!
Seirènoon men prooton anoogei thespesia-oon!
Eerst dan maande ze mij de stem der geduchte Sirenen!
!
φθόγγον ἀλεύασθαι καὶ λειμῶν' ἀνθεμόεντα.!
!
!
27 (159)!
phtongon aleuasthai kai leimoon’ anthemoenta.!
met haar betoverende klank en haar bloemenweide te mijden.!
!
οἶον ἔμ' ἠνώγει ὄπ' ἀκουέμεν· ἀλλά με δεσμῷ! !
!
28 (160)!
Oion em’ ènoogei op’ akoe-emen; alla me desmooi!
Ik was de enige die het mocht horen, maar u moet mij boeien!
!
δήσατ' ἐν ἀργαλέῳ, ὄφρ' ἔμπεδον αὐτόθι μίμνω,! !
29 (161)!
dèsat’ en argaleooi, ophr’ empedon autothi mimnoo,!
in een goed strak zittend touw, zodat ik geen vin kan verroeren!
!
ὀρθὸν ἐν ἱστοπέδῃ, ἐκ δ' αὐτοῦ πείρατ' ἀνήφθω.! !
30 (162)!
orthon en histopedei, ek d’ autoe peirat’ anhèphthoo.!
rechtop tegen de mast, met het touw daaraan stevig bevestigd.!
!
εἰ δέ κε λίσσωμαι ὑμέας λῦσαί τε κελεύω,! !
!
!
31 (163)!
Ei de ke lissoomai humeas lusai te keleuoo,!
Als ik u smeek of u het bevel geef het touw los te maken,!
!
ὑμεῖς δὲ πλεόνεσσι τότ' ἐν δεσμοῖσι πιέζειν."! !
!
32 (164)!
humeis d’ en pleonessi tote desmoisi pi-edzein”!!
zorg er dan voor, me met nog meer touwen aan banden te leggen.”!
!
zo sprak ik tot de mannen!
!
ἦ τοι ἐγὼ τὰ ἕκαστα λέγων ἑτάροισι πίφαυσκον·!
!
33 (165)!
Ètoi egoo ta hekasta legoon hetaroisi piphauskon.!
Zo dan gaf ik mijn varensgezellen nauwkeurig instructie.!
!
ze gaan op weg!
!
τόφρα δὲ καρπαλίμως ἐξίκετο νηῦς ἐϋεργὴς!!
!
!
35 (166)!
Tophra de karpalimoos exhiketo nèus eu-ergès!
Snel was intussen ons stevig vervaardigde schip bij het eiland!
!
νῆσον Σειρήνοιϊν· ἔπειγε γὰρ οὖρος ἀπήμων.
36 (167)!
nèson Seirènoi-in; epeige gar oeros apèmoon.!
van de Sirenen gekomen, gestuwd door een gunstige zeebries.!
!
plotseling gaat de wind liggen!
!
αὐτίκ' ἔπειτ' ἄνεμος μὲν ἐπαύσατο ἠδὲ γαλήνη! !
!
37-42 (168)!
Autik’ epeit’ anemos men epausato ède galènè!
Plotseling kwam er een eind aan het waaien. De wind was gaan liggen;!
!
ἔπλετο νηνεμίη, κοίμησε δὲ κύματα δαίμων.!!
!
!
43-47 (169)!
epleto nènemiè, koimèse de kumata daimoon.!
spiegelglad werd de zee. Een god bracht de golven tot stilstand.!
!
Odysseus voert de instructies uit!
!
ἑξείης δ' ἑτάροισιν ἐπ' οὔατα πᾶσιν ἄλειψα.! !
!
50-54 (177)!
Hexei-ès d’ hetaroisin ep’ oeata pasin aleipsa.!
Een voor een nu bestreek ik vervolgens de oren der mannen.!
!
οἱ δ' ἐν νηΐ μ' ἔδησαν ὁμοῦ χεῖράς τε πόδας τε!
!
!
55-59 (178)!
Hoi d’ en nè-i edèsan homoe cheiras te podas te!
Daarna bonden mjn mannen aan ’t schip mij aan handen en voeten!
!
ὀρθὸν ἐν ἱστοπέδῃ, ἐκ δ' αὐτοῦ πείρατ' ἀνῆπτον·! !
60-63 (179)!
orthon en histopedei, ek d’ autoe peirat’ anhèpton;!
rechtop tegen de mast en knoopten daar stevig het touw aan,!
!
αὐτοὶ δ' ἑζόμενοι πολιὴν ἅλα τύπτον ἐρετμοῖς.! !
!
64-65 (180)!
autoi d’ hedzomenoi poli-èn hala tupton eretmois.!
namen plaats op de banken en kliefden de zee met hun riemen.!
!
de Sirenen!
!
"δεῦρ' ἄγ' ἰών, πολύαιν' Ὀδυσεῦ, μέγα κῦδος Ἀχαιῶν,!66 (184)!
“Deur' ag' i-oon, poluain’ Oduseu, mega kudos Achaioon,!
“Kom, onvolprezen Odysseus, beroemdste van alle Achaeërs,!
!
νῆα κατάστησον, ἵνα νωϊτέρην ὄπ' ἀκούσῃς.! !
!
67 (185)!
nèa katastèson, hina noo-iterèn op’ akoeseis.!
kom, leg aan met uw schip, om de stem van ons beiden te horen.!
!
οὐ γάρ πώ τις τῇδε παρήλασε νηῒ μελαίνῃ,!!
!
!
68 (186)!
Oe gar poo tis teide par-èlase nè-i melainei,!
Want nooit voer hier een zeeman voorbij op zijn zwartgeteerde vaartuig!
!
πρίν γ' ἡμέων μελίγηρυν ἀπὸ στομάτων ὄπ' ἀκοῦσαι,! 69 (187)!
prin g’ hèmjoon meligèrun apo stomatoon op’ akoesai;!
!
voordat hij uit onze mond de verukkelijke stem had vernomen!
!
ἀλλ' ὅ γε τερψάμενος νεῖται καὶ πλείονα εἰδώς.!!
!
70 (188)!
all’ ho ge terpsamenos neitai kai pleiona eidoos.!
en, na ’t genot van de zang, met grotere kennis naar huis voer.!
!
ἴδμεν γάρ τοι πάνθ', ὅσ' ἐνὶ Τροίῃ εὐρείῃ! !
!
!
71 (189)!
Idmen gar toi panth’ hos’ eni Troi-ei eurei-ei!
Wij weten al wat daarginds in het breed zich uitstrekkend Troje!
!
Ἀργεῖοι Τρῶές τε θεῶν ἰότητι μόγησαν,!!
!
!
!
72 (190)!
Argeioi Troo-es te theoon iotèti mogèsan;!
Grieken en Ilions volk door de wil der goden doorstonden.!
!
ἴδμεν δ' ὅσσα γένηται ἐπὶ χθονὶ πουλυβοτείρῃ."!!
!
73 (191)!
idmen d’ hossa genètai epi chthoni poeluboteirei”.!
Wij weten al wat gebeurt op de velen voedende aarde”.!
!
zo varen zij voorbij de Sirenen!
!
ὣς φάσαν ἱεῖσαι ὄπα κάλλιμον· αὐτὰρ ἐμὸν κῆρ!!
!
92 (192)!
Hoos phasan hi-eisai opa kallimon; autar emon kèr!
Zo klonk hun heerlijke stemgeluid op en, vervuld van verlangen!
!
ἤθελ' ἀκουέμεναι, λῦσαί τ' ἐκέλευον ἑταίρους! !
!
93 (193)!
èthel’ akoe-emenai, lusai t’ ekeleuon hetairoes!
om hun gezang te kunnen vernemen, gaf ik met mijn wenkbrauw!
!
ὀφρύσι νευστάζων· οἱ δὲ προπεσόντες ἔρεσσον.!!
!
94 (194)!
ophrusi neustadzoon; hoi de propesontes eresson.!
opdracht het touw los te doen, maar zij kromden hun ruggen en roeiden.!
!
αὐτίκα δ' ἀνστάντες Περιμήδης Εὐρύλοχός τε! !
!
95 (195)!
Autika d’ anstantes Perimèdès Eurulochos te!
Dadelijk stonden Eurylochos op en held Perimedes,!
!
πλείοσί μ' ἐν δεσμοῖσι δέον μᾶλλόν τε πίεζον.! !
!
96 (196)!
pleiosi m’ en desmoisi deon mallon te pi-edzon.!!
om mij met nog meer touw nog strakker aan banden te leggen.!
!
αὐτὰρ ἐπεὶ δὴ τάς γε παρήλασαν οὐδ' ἔτ' ἔπειτα!
!
97 (197)!
Autar epei dè tas ge par-èlasan, oed’ et’ epeita!
Toen dan vervolgens mijn mannen hen zo voorbijgeroeid waren,!
!
φθόγγον Σειρήνων ἠκούομεν οὐδέ τ' ἀοιδήν,!
!
!
98 (198)!
phtongon Seirènoon èkoe-omen oede t’ a-oidèn,!
en wij niet langer de stemmen en zang der Sirenen vernamen,!
!
αἶψ' ἀπὸ κηρὸν ἕλοντο ἐμοὶ ἐρίηρες ἑταῖροι,!
!
!
99 (199)!
aips’ apo kèron helonto emoi eri-ères hetairoi,!
haalden mijn trouwen varensgezellen de was van hun oren!
!
ὅν σφιν ἐπ' ὠσὶν ἄλειψ', ἐμέ τ' ἐκ δεσμῶν ἀνέλυσαν.! 100 (200)!
hon sphin ep’ oosin aleips’, eme t’ ek desmoon an-elusan.!
die ik erop had gesmeerd en maakten mij los uit mijn boeien.