Hoofdpuntenverslag 25-06-2014

Download Report

Transcript Hoofdpuntenverslag 25-06-2014

Samenwerkende
Centrales
Overheidspersoneel
in het GOBD
SCO Hoofdpuntenverslag GOBD overleg 25 juni 2014
Belastingen, ADAC, ETPM en invordering zijn de hoofdpunten van bespreking
in deze vergadering van het Georganiseerd overleg van de DG Belastingdienst
met de SCO-centrales. Enkele ‘prangende zaken’ vereisen met spoed vervolg.
Belastingen
Een prangende zaak is de GOR afspraak in het overleg van 19 maart 2014 en het memo 25
maart 2014. Het betreft de uitleg van een passende functie bij een reistijd van meer dan één
uur per openbaar vervoer bij sluiting van een kantoor. Er wordt afgeweken van regelgeving
om de tijdelijke, in 5 jaar af te bouwen, tegemoetkoming in extra reistijd en extra reiskosten
structureel toe te kennen.
De centrales stellen zich op het standpunt dat de afspraak een collectief, kaderstellend
karakter heeft met betrekking tot rechtspositionele/arbeidsvoorwaardelijke regelgeving en
voorzieningen. Dit soort afspraken kunnen alleen overeen gekomen worden in het GOBD.
Specifiek is dit aan de orde geweest en bevestigd in het GOBD-overleg van 27 maart 2014
in aanwezigheid van de algemeen directeur en HR directeur Belastingen.
De DG licht toe begrepen te hebben dat de afspraak een richtlijn is voor de managers bij het
maken van individuele maatwerkafspraken. De centrales zijn niet overtuigd: de doelgroep is
vrij groot en iedereen binnen de groep kan er met succes aanspraak op maken en rechten
aan ontlenen.
De uitzondering raakt meerdere medewerkers binnen Belastingen en elders binnen de
Belastingdienst. Het gaat om een afwijkende toepassing van regelgeving waarmee de
rechtsgelijkheid in het geding is. Medewerkers bij Belastingen wordt een verhoogde
compensatie zonder de standaard afbouw geboden als zij door de sluiting van een kantoor
met lange reistijd geconfronteerd worden.
In dezelfde kantoren zitten ook medewerkers van bijvoorbeeld Douane en B/CFD (FCC
Belastingdienst). En ook binnen de Douane en bij B/CFD doen zich gevallen voor van sluiting
kantoren waarbij voor de medewerkers sprake kan zijn van een lange reistijd.
Daarnaast wijzen de centrales op lange reistijd in gevallen van concentratie werkprocessen.
En op het afbreukrisico voor het welslagen van beide operaties bij Belastingen (sluiting en
concentratie) door het feitelijk onderscheiden van twee ‘soorten’ Belastingen medewerkers
SCO-secretariaat GOBD p/a Ministerie van Financiën, DGBel, Cluster Bedrijf
Postbus 20201 | Postvak KV2.52 | 2500 EE Den Haag | Korte Voorhout 7 | 2511 CW Den Haag
Telefoon: 06-1830 6917 | Email: [email protected]
Samenwerkende
Centrales
Overheidspersoneel
in het GOBD
die in dezelfde omstandigheid van lange reistijd op een aanzienlijk ongelijke manier
tegemoet worden gekomen in hun woon-werkverkeer en reistijd/werktijd-situatie.
De centrales stellen daarom voor om voor alle gevallen de verhoogde vergoeding zonder
standaard afbouw te laten gelden.
Afgesproken wordt dat de dienstleiding hier nader bij de centrales op terug komt. Mocht de
dienstleiding van mening zijn dat er sprake is van een geoorloofd onderscheid, dan moet de
dienstleiding zelf uitleggen waarom ze voor medewerkers bij Belastingen die geconfronteerd
worden met een grotere reisafstand als gevolg van de sluiting van hun kantoor aanzienlijk
meer wil compenseren dan voor andere medewerkers binnen de dienst die door organisatieverandering met een grotere reisafstand geconfronteerd worden. De dienstleiding behoort
dit dan voor alle dienstonderdelen uit te dragen.
ADAC en andere startopleidingen groepsfunctie E
Medewerkers hebben verschillende vragen en problemen gesignaleerd die zijn aangekaart in
de GOR, de COR en het GOBD. Nog niet alle punten zijn oplost. De centrales dringen aan op
spoedige afhandeling.
Nog op te lossen punten
DG en centrales stellen echter vast dat de materie complex is en eerst nader onderzocht
moet worden. Op voorstel van de DG wordt aangesloten op het traject van onderzoek en
heroverweging dat hij heeft toegezegd in het overleg met de COR van mei. Na de zomermaanden leidt dit tot een discussiestuk met breed overleg binnen de dienst en dienstbrede
besluitvorming. Het traject betreft het punt van de GOR en COR over verschillen in
startopleidingen tussen onderdelen (Belastingen, BelTel, Toeslagen) en hoe daar naar de
toekomst toe mee om te gaan. In dit traject worden vanuit het GOBD de volgende punten
meegenomen:
• Ingevolge de PUB kwalificeert de benoeming in een groepsfunctie op een bepaald
vakgebied de medewerker als geschikt voor andere vakgebieden in de groepsfunctie.
Enige voorwaarde kan zijn het volgen van een aanvullende opleidingsmodule gericht
op de specifieke werkzaamheden in het andere vakgebied. Het gaat hierbij alleen om
‘het volgen van’: er is alleen een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting.
• Sinds 2008 zou ADAC op bepaalde vakgebieden (en vergelijkbaar HBO2 op andere) de
startopleiding zijn voor groepsfunctie E. Vraagpunt is of dit van gelijk (of hoger?)
niveau is dan de voorheen intern georganiseerde startopleidingen E.
• Een groep medewerkers deed een MBO4-opleiding met uitzicht op een E-functie: na
succesvolle afronding was men sollicitatiegerechtigd voor een E-functie. Nu er Efuncties beschikbaar zijn gekomen worden deze medewerkers geconfronteerd met
de eis van ADAC-diploma om in aanmerking te komen voor een E-functie. Centrales
stellen de vraag of het beleid veranderd is en de centrales stellen voorts dat een
overgangsregeling aan de orde is indien het beleid veranderd is.
Pagina 2 van 5
Samenwerkende
Centrales
Overheidspersoneel
in het GOBD
Reeds opgeloste punten rond ADAC
Tot slot de punten die wat de centrales betreft inmiddels wel afdoende zijn afgehandeld:
• Aantal herkansingen en studiepunten: de eigen strengere eisen benoemd in vorig
overleg zijn alleen van toepassing op een specifieke situatie en zijn of worden geen
regel binnen de dienst en de PUB. Regel is dat de eisen van de opleidingsinstellingen
gevolgd worden. De specifieke situatie betreft het binnen 2 jaar afronden van de
ADAC-opleiding als voorwaarde van de baangarantie op een ITI-functie (de maximaal
2 jaar is de - via de GOR - voor interne medewerkers verruimde invulling van “direct
inzetbaar” als de standaardeis voor een ITI-functie).
• Aanhouden terugplaatsingen per 1 mei. Dit is gebeurt door tussentijdse interventie
vanuit de centrales om terugplaatsing (of bij externen: ontslag) aan te houden i.v.m.
voorgaand punt. De heroverweging en eindbeslissing loopt nu via het studiedecanaat
Belastingen dat is ingesteld voor toetsing en bemiddeling in (vooral) voornoemde
specifieke ADAC/ITI-situatie (zijn de maatwerkmogelijkheden goed benut; is tijdige
afronding alsnog haalbaar etc).
ETPM en invordering
De centrales agenderen de stopzetting van de bouw van ETPM als het nieuwe systeem voor
invorderingen. De stopzetting was tijdens het vorige overleg nog niet formeel en openbaar
bekend. Maar inmiddels worden de gedane investeringen breed uitgemeten in de media.
De centrales gaat het nu om de gevolgen van de stopzetting van ETPM. Zij memoren dat in
het verleden, bij aanvang van het hele ontwikkeltraject, een voorschot is genomen op een
efficiënter geautomatiseerd systeem. Voor de taakstelling is toen 300 fte ingeleverd aan
administratief werk. Veel werk is opgevangen door, op basis van de bestaande systemen,
met uitzendkrachten te werken. En nu, na de stopzetting van ETPM, zijn berichten vernomen
over maatregelen zoals het inzetten van medewerkers die momenteel onvoldoende ander
werk hebben. De centrales vragen naar de maatregelen en of de maatregelen tijdig en
voldoende zijn om een ongewenste (verdere) verhoging van de werkdruk te voorkomen.
Programma van maatregelen; situatie MKB per 1 juli
In zijn reactie gaat de DG vooralsnog niet nader in op de 300 fte die destijds is ingeleverd.
De DG geeft aan dat, met aandacht voor de werkdruk, een programma van maatregelen
wordt ontworpen om de gevolgen van de stopzetting van ETPM op te vangen, gaandeweg
in en vanaf de komende zomermaanden. De centrales attenderen op het signaal dat de
uitzendkrachten bij MKB per 1 juli zouden verdwijnen. Deze uitzendkrachten worden
weliswaar weer benut bij o.a. SMP. Punt is de situatie bij MKB met het vertrek van de
uitzendkrachten per aanstaande 1 juli. De DG veronderstelt dat de juiste beslissingen
worden genomen maar is niet concreet geïnformeerd. De centrales zullen hier nog vòòr 1
juli over worden teruggekoppeld.
De DG biedt aan op een later tijdstip het hele programma (roadmap taskforce inning) in het
GOBD door te nemen. Afgesproken wordt dit te plannen op het eerste overleg na de zomer.
De Algemeen directeur en HR directeur Belastingen worden daarbij uitgenodigd (in eerste
instantie om de centrales weer bij te praten op het veranderproces concentratie en sluiting).
Pagina 3 van 5
Samenwerkende
Centrales
Overheidspersoneel
in het GOBD
Pilots OEI en DRZ
De DG zal bij de Algemeen directeur Belastingen melding maken van het verzoek van de
centrales om nu zo spoedig mogelijk met hen in contact te treden over de evaluatie van de
pilot samenwerking DRZ.
Het is de centrales bekend dat het evaluatierapport van deze pilot beschikbaar is gekomen
(het evaluatierapport van de andere pilot(s) invordering OEI volgt naar verwachting in
september). De centrales onderschrijven de procedure dat de evaluatie eerst besproken
wordt met de betrokken medewerkers. Een aantal medewerkers maakt deel uit van de (bij
de CMHF-centrale aangesloten) vakvereniging AVB waarmee de Algemeen directeur al in
gesprek is. Echter, er zijn ook medewerkers verbonden aan één van de andere centrales (en
er zijn ook nog zogeheten ongeorganiseerde medewerkers). Bovendien zijn de centrales in
het GOBD de aangewezen partij voor overleg over de mogelijke gevolgen van de pilots op
het gebied van rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. De centrales, alle vier, worden door
medewerkers aangesproken op actuele zaken waar zij vooralsnog niet formeel in gekend zijn
en betrokken worden.
Overige kernpunten overleg:
• Brede Agenda Belastingdienst. Vervolg op de Stas-brief met zijn Beleidsprioriteiten
voor de dienst, besproken in de overlegvergadering van 27 maart. Nu informele
uitwisseling over de ontvangst van de Brede agenda in de Tweede Kamer waar de DG
deze ochtend (van 25 juni) bij was. Op 3 september vervolggesprekken per centrale
met de Stas (nog in overweging voor de vakverenigingen CMHF).
• Duurzame inzetbaarheid en HR-agenda Belastingdienst. Informele uitwisseling
voorzien op 24 juli. Op voorzet NCF leveren de centrales een discussiestuk over
duurzame inzetbaarheid. Dienstleiding (CHRO) levert de HR-agenda met de P&Ouitwerkingen van het herziene MTLP Middellange termijnplan 2014-2017. De HRagenda wordt momenteel nog bijgesteld op de Brede agenda. Streven is te komen
tot een gedeelde visie op het thema duurzame inzetbaarheid en de borging daarvan
via de HR-agenda.
• Vervolg niveautest. In principe voor formele bespreking op 24 juli: het voorstel van
de dienstleiding over de nadere verkenning van een alternatief voor de niveautest
(geen testen meer m.i.v. GOBD 26-9-2013; bestaande geldig tot 1-1-2015). Het gaat
centrales om een extra stimulans voor verticale doorstroom en het uit-nutten van
intern doorgroeipotentieel voor toekomstige vacatures (extra impuls op het gebied
van opleidingen voor medewerkers met - vooral door werkervaring - opgebouwd
potentieel voor werk op een hoger niveau).
Pagina 4 van 5
Samenwerkende
Centrales
Overheidspersoneel
in het GOBD
• Diversen in het kort:
-
Nogmaals aandacht aan de orde voor communicatie medewerkers B en C over
hun werkgelegenheidsperspectief. En communicatie voor medewerkers B/CFD
over rechtspositie/VWNW bij kantoorsluitingen.
-
Vrijwillige mobiliteitskandidaten B/CAO: vervolgbespreking signalen centrales;
in overlegvergadering 25 juni wel al overeengekomen dat de VWNW-commissie
Belastingdienst (de COB) openstaat voor toetsing in gevallen van onenigheid over
aanpassingen in het individuele mobiliteitsplan.
-
Belastingen wordt reactie gevraagd omtrent de Toetsingscommissie Belastingen:
a) vooralsnog geen aan te melden zaken gegeven de bedenkingen in BSR3-ronde?
b) rol voor de commissie te overwegen bij onenigheid over maatwerkfaciliteiten
(maar niet over plaatsing op zich; is rol PAC). Centrales zullen nog reageren op
uitleg bij de ARAR-49z verwijzing (over verplicht aanvaarden passend werk o.b.v.
de VWNW-overeenkomst) in plaatsingsbrieven (flexpool) Belastingen.
-
Registratie toegangsgegevens: eerder gemeld hier als dienst alert te zijn: belang
is onderkend; momenteel worden verschillen in bewaartermijn geüniformeerd;
terugkoppeling komt op de Actiepuntenlijst voor eind dit jaar.
-
Emailgedragscode: centrales melden dat medewerkers op een aantal plekken
binnen de dienst wordt ‘verordonneerd’ (om reden van techniek) niet volgens de
gedragscode te werken. DG toont zich verrast over deze afwijkende instructies:
de gedragscode is (ook technisch) volledig correct uitgewerkt; de gedragscode is
centraal afgekondigd en daarmee ‘algemeen verbindend verklaard’. De DG ziet
graag melding bij centraal comité (monitorgroep met o.a. Hans Blokpoel) als er
op- of aanmerkingen zijn over de emailgedragscode.
-
PIB protocol voor onderzoek naar (vermeende) integriteitschendingen:
onderzoek door meer personen is nu een optie; de suggestie wordt meegenomen
dit de standaard te laten zijn.
-
Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen: toegang voor beklaagde (als
commissie niet betrokken door klager). Voorstel centrales niet overgenomen.
De DG is 1 incident bekend en vindt dat onvoldoende aanleiding voor aanpassing
bestaande procedures. Traject via manager (de route zonder klachtencommissie)
is voldoende geborgd op zorgvuldigheid jegens klager door de beschikbaarheid
van vertrouwenspersonen en Awb-procedure.
Pagina 5 van 5