Speel en Leerbrief juni 2014

Download Report

Transcript Speel en Leerbrief juni 2014

pedagogisch werken met plezier
’s Speel- & Leerbrief
juni 2014
Knuffelen is gezond!
In de kinderopvang leert een kindje dat de pedagogisch
medewerkers goed voor hem of haar zorgen als papa en
mama er niet zijn. De pedagogisch medewerkers nemen
de functie van hechtingsfiguur over. Om die reden hoor
je vaak dat ouders vooral een ‘lieve leidster’ willen. Een
pedagogisch medewerker die emotioneel betrokken is bij
hun kind. Die aanvoelt wanneer er getroost moet worden
en hoe dat het beste kan. Bij jonge kinderen speelt vooral
de lichaamstaal een belangrijke rol. Troosten en stimuleren
doe je vaak door aanraking. Dat lichamelijk contact vinden
veel kinderen prettig. En het heeft bovendien een functie:
door kinderen aan te raken, laat je ze letterlijk voelen dat
ze er mogen zijn en maak je écht contact.
In deze PIPPO is aanraken en knuffelen het thema. In de
meeste verhaaltjes spelen papa en mama een rol. Een
mooie gelegenheid om met de kinderen te praten over
thuis.
In deze Speel- & Leerbrief krijg je nog meer aanvullende
tips en diverse spelsuggesties.
Ik wens jullie met deze Speel- & Leerbrief veel pedagogisch werkplezier.
Marja Baeten
redactie PIPPO
Lekkers voor lieverds
In PIPPO Plus staan deze maand heerlijke recepten. Het
zijn expres eenvoudige recepten, die je echt samen met
peuters kunt maken. In PIPPO Plus gaat het over papa’s
en mama’s. Misschien is het een idee om als afsluitende
activiteit de ouders eens te verrassen met een van de
lekkernijen.
Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar
De Speel- & Leerbrief verwijst regelmatig naar het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Dat boek
is bedoeld als een naslagwerk en inspiratiebron voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang.
Meer informatie vind je op www.stichtingbkk.nl
Speel- & Leerbrief juni 2014
1
Aapje Pippo maakt een lieve brief
Vertel dat aapje Pippo op bladzijde 2 en 3 een lieve brief aan het maken is.
Wijs de zes woordplaatjes aan en zeg hardop het woord dat eronder staat.
Peuters zullen het woord proberen na te zeggen. Stimuleer dat ook, door bijvoorbeeld te
zeggen: dit is een….. Omdat kinderen het woord vaak niet vlekkeloos uitspreken, is het
goed om het woord nog eens te herhalen.
Dreumesen kunnen het woord meestal nog niet nazeggen. Toch is het belangrijk dat
ook zij zien en horen wat je aanwijst. Zo leren ze langzaam maar zeker het verband
kennen tussen een woord en een afbeelding.
Lees op bladzijde 4 het plaatjes verhaal voor.
Laat zien dat sommige woorden vervangen zijn door een afbeelding.
Die afbeeldingen kunnen de kinderen ‘lezen’.
Lees het verhaaltje nu nog een keer voor en stop even bij een plaatje.
Nodig kinderen uit het woord te noemen en laat ze zo ervaren dat jullie
samen het verhaal voorlezen.
Voor wie is de lieve brief?
Onderaan bladzijde 5 staat de vraag: Voor welk vriendje van aapje Pippo is de lieve brief?
Benoem de vriendjes van aapje Pippo en zoek ze op in PIPPO. Laat de kinderen zelf kiezen voor wie de brief is.
Stel de kinderen dan voor om voor een van de PIPPO vriendjes ook een lieve brief te maken.
Verzamel de benodigde materialen aan de hand van het verhaal op bladzijde 2 en 3.
Als alles klaar ligt, gaat elk kind een eigen brief maken.
Klaar? Doe de brief dan in een envelop en schrijf erop voor welk PIPPO vriendje deze brief is. Op de volgende
bladzijde vind je afbeeldingen van de vriendjes. Die kunnen de kinderen kleuren en op de adreszijde van de
envelop plakken.
Kijk eens wat ik maken kan!
Beeldende expressie is in de jonge jaren geen doel op zich. De pedagogisch medewerkers zijn niet gericht op kinderen helpen een bepaald ‘product’ te laten maken. Beeldende expressie is een prachtig middel voor het ontwikkelen van een breed scala van competenties:
motorisch, zintuiglijk, sociaal en emotioneel, en
cognitief. Het gaat om het plezier in het bezig
zijn en de ervaring dat je de wereld om je heen
kunt veranderen en mooi maken. Pedagogisch
medewerkers beoordelen de krastekening niet
op een tekening die ergens op moet lijken, maar
op wat het wél is: een uiting van plezier, van iets
kunnen maken en wellicht van schoonheid.
Uit: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar
2
Speel- & Leerbrief juni 2014
Illustraties: Danièle Bour.
Illustraties: Anett Hardy.
Illustraties Dick Bruna © copyright Mercis bv, 1953-2014
Illustratie: Anne Wilsdorf.
Beertje Bruin houdt van knuffelen
Lees de tekst van het verhaaltje van Beertje Bruin voor.
Praat dan met de kinderen over het verhaaltje na.
Stel ze vragen naar aanleiding van een bepaalde illustratie:
• blz. 6: Als Mama Beer knuffelt, tilt ze Beertje Bruin op. Kijk maar.
Doet jouw mama dat ook? Hoe knuffel jij met je mama? Wanneer doe je dat?
• blz. 7: Met Papa Beer, stoeit Beertje Bruin liever. Wat is stoeien, wat doe je
dan? Doet stoeien pijn of juist niet? Stoei jij wel eens met je papa? Wanneer
doe je dat?
• blz. 8: Van Opa en Oma beer krijgt Beertje Bruin veel kusjes.
Hoe gaat dat als jij je opa en je oma ziet? Krijg je dan ook kusjes? Vind je dat
leuk?
• blz. 9: Beertje Bruin wil kusjes en knuffels geven. Wil jij dat ook wel eens?
Wijs maar aan op de tekening: wie krijgt er een knuffel? Wie krijgt er kusjes?
Respect voor de autonomie van het kind
Hoewel knuffelen meestal in een positief daglicht staat, zijn er ook verschillen tussen kinderen. De een
vindt lichamelijk contact prettiger dan de ander. Om die reden is knuffelen niet altijd hét middel om te
troosten, bijvoorbeeld. Je moet je als pedagogisch medewerker er steeds van bewust zijn dat elk kind
vanaf de geboorte competent en uniek is en gericht op sociale contacten en relaties. Maar ieder kind
heeft een eigen temperament en laat op eigen wijze zijn behoefte aan autonomie blijken. Met het ene
kind is het daarom makkelijker om contact te maken dan met een ander kind. Als iedereen maar met
warmte wordt bejegend. Een eerste stap is altijd het zoeken naar positieve kenmerken van een kind.
Uit: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar
Maak een knuffelhoek
Je kunt in de ruimte een speciale knuffelhoek inrichten.
Een paar tips bij het inrichten:
• Maak er echt een knus plekje van met grote kussens waarop de kinderen
kunnen spelen, hangen en liggen.
• Creëer met een doek of klamboe een dak.
• Geef de knuffels van de kinderen er een plekje.
• Je kunt ouders om oude schoenendozen en lappen vragen,
waarmee de kinderen een bed voor hun knuffels kunnen maken.
• Verzamel boeken die over knuffelen gaan.
Lees regelmatig voor in de knuffelhoek.
Knuffeldansje
Laat elk kind een eigen knuffel kiezen. Zet nu een rustig muziekje op. Vraag de kinderen om hun knuffel over hun eigen lichaam te laten lopen. Jij geeft aanwijzingen:
‘Nu loopt de knuffel over je arm. Nu springt de knuffel over je knie. Nu gaat de knuffel heel zachtjes op je hoofd zitten…’
uit: www.digischool.nl
4
Speel- & Leerbrief juni 2014
Een knuffelrondje
Voor je dit verhaaltje gaat lezen en spelen, haal je het roze
deel van de bladzijde weg.
Bladzijde 12 en 13 zijn twee bladzijden met spelletjes. Die
bladzijden scheur je eruit langs de perforatie.
Het verhaaltje is een interactief repeteerverhaaltje.
Door de bladzijde om te slaan, kijkt de kleine leeuw naar
mama leeuw: kusje mama? vraagt de kleine leeuw.
Als je de bladzijde terugslaat, vraagt de kleine leeuw hetzelfde aan papa leeuw: kusje, papa?
Stimuleer het kind om telkens zelf iets tegen papa- en
mama leeuw te zeggen.
De ene keer is dat een kusje, maar het kan ook een aai zijn
of een knuffel.
Op de bladzijden die je uit PIPPO haalt staan twee spelletjes met de kleine leeuw.
Spelletje 1: Het kind moet met zijn vinger de weg volgen van het kleine leeuwtje naar zijn papa en mama.
Wijs erop dat het kind op het paadje blijft. Dat is de motorische oefening!
Spelletje 2: Bekijk samen de vier plaatjes. Laat een kind aanwijzen welke leeuwtjes wakker zijn. Hoe zie je
dat? Die leeuwtjes kietelt het kind. Wat denk je dat het leeuwtje nu doet?
Welke twee leeuwtjes slapen? Hoe zie je dat? Geef die leeuwtjes maar heel voorzichtig een zoen.
Een windje op mijn huid
De kleine leeuw vindt het fijn om kusjes te geven. De volgende activiteit vinden heel jonge kinderen vaak fijn:
Laat kinderen wind op hun huid voelen door te blazen op bijvoorbeeld hun nek, arm en buik. Verwoord wat je
doet. Zeg: ‘Hallo ... [naam van het kind], ik ben de wind en ik ga blazen op je arm.’ Je zult zien dat kinderen al
snel schateren van het lachen.
Uit: Actief met baby en peuter, Régine Barat. Uitgeverij Casterman. 2007.
Dáárom doe je dit spelletje
Terwijl je het blaasspelletje speelt, benoem je ook steeds de lichaamsdelen. Dat is goed voor de
taalontwikkeling. Bovendien is het goed voor de tastwaarneming: op deze manier voelt het kind
steeds heel bewust een afzonderlijk deel van het lichaam. En natuurlijk heeft het spelletje affectieve
waarde: het zorgt voor veel gezamenlijk plezier.
Max en de poes
Lees het verhaaltje van Max voor en zorg dat de kinderen
de afbeeldingen goed kunnen zien.
Dit verhaaltje kun je gebruiken om met kinderen te praten
over het knuffelen van dieren.
Benadruk dat niet alle dieren het leuk vinden om geknuffeld te worden. Let op: dieren zijn geen knuffels, het is geen
speelgoed. Bovendien: als een dier iets niet prettig vindt, kan
het ook onaardig zijn. Als een kind daarvan schrikt, duurt het
lang voor er weer vertrouwen is.
Teksten: Marja Baeten. Voorleesadviezen: Sardès. Adviezen activiteiten baby’s en dreumesen: Kjille Soeting.
5