rln60561 3 Gebruikersprocessen de Havenspoorlijn

Download Report

Transcript rln60561 3 Gebruikersprocessen de Havenspoorlijn

Assetmanagement
Richtlijn
Gebruikersprocessen De Havenspoorlijn & Kijfhoek
Beherende instantie:
Inhoud verantwoordelijke:
Status:
Datum van kracht:
29/06/2014
© 2013
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit
deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de auteur.
AM Architectuur en Techniek
Manager AM-Treinbeveiliging
In ontwikkeling
Versie:
001
Documentnummer:
RLN60561-3
© 2013
Apart from the exceptions in or by virtue of the 1912 copyright law no part
of this document may be reproduced or published by print, photocopying,
microfilm or any other means without written permission from the author.
model versie 2008
Configuratie Pagina
DOCUMENT IDENTIFICATIE
Nieuww referentie: RLN60561-3-V001
Oude referentie:
TB/B&B-BR/D0472
REVISIE HISTORIE
Versie
Datum
Reden voor nieuwe versie
0.1
1-10-2007
Concept
0.2
10-1-2008
Versie ter interne review.
0.3
1-2-2008
Versie ter externe review.
0.4
29-5-2008
Versie t.b.v. safety-analyse.
1.0
12-6-2008
Oplevering voor dossier.
1.1
15-05-2009
Oplevering voor dossier BL 8.2
1.2
15-07-2009
Change requests uitgevoerd op de baan voor IDS Hvsl 04-10-2009
2.0
17-07-2009
Geen inhoudelijke wijzigingen. Ondertekende versie.
2.1
21-07-2009
Voetnoten toegevoegd proces 4001 en 4019.
2.2
07-09-2009
Voetnoot vii proces 4003, en voetnoopt vii proces 4001 aangepast ivm.
Review commentaar IVW en RDP.
Voetnoot iv proces 4102 toegevoegd.
2.3
11-7-2013
Uitbreiden voor Kijfhoek
3.0
10-2-2014
Definitieve versie voor Kijfhoek
3.1
01-06-2014
Update voor Maasvlakte-II Buitencontour
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
2 / 164
Inhoudsopgave
1
Introductie
1.1
1.2
1.3
Inleiding
Begrippen en afkortingen
Opzet van dit document
6
6
7
11
2
Referenties
13
3
Introductie
14
3.1
3.2
3.3
4
ERTMS algemeen
14
3.1.1 Uitvoeringsniveau’s ERTMS
14
3.1.2 ETCS-bedientableau
15
Toepassing ERTMS op de Havenspoorlijn en Maasvlakte - uitgangspunten16
Toepassing ERTMS op Kijfhoek - uitgangspunten
19
Gebruikersprocessen gerelateerd aan het rijden met treinen
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
22
Inleiding
22
Het vertrek van de trein
23
4.2.1 [4000] Het vertrekgereedmaken van de trein
23
4.2.2 [4001] Vertrek vanaf een geel of beter tonend sein
26
4.2.3 [4401] Vertrek vanaf een geelknipper of beter tonend sein
(Kijfhoek)
29
4.2.4 [4038] Vertrek vanaf een geel knipperend sein
32
4.2.5 [4002] Vertrek met de kop voorbij het sein
35
De aankomst van de trein
38
4.3.1 [4014] Het inrijden van een emplacement vanaf de hoofdbaan 38
4.3.2 [4414] Het inrijden van een emplacement vanaf de hoofdbaan 41
Het rijden van de trein
45
4.4.1 [4003] Het rijden onder ERTMS-level 1 op de hoofdbaan
45
4.4.2 [4004] Omschakelen van volledig technisch beveiligd rijden naar
rijden op zicht
48
4.4.3 [4005] Omschakelen rijden op zicht naar volledig technisch
beveiligd rijden
51
Level-Transities
53
4.5.1 [4012] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied vanuit
ATBEG beveiligd gebied
53
4.5.2 [4412] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied direct naar
het emplacement Kijfhoek vanuit ATBEG beveiligd gebied
58
4.5.3 [4013] Het inrijden van ATBEG beveiligd gebied vanuit ERTMSlevel 1 beveiligd gebied
61
4.5.4 [4451] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied vanuit
ETCS Level 2 beveiligd gebied
64
4.5.5 [4452] Het inrijden van ERTMS-level 2 beveiligd gebied vanuit
ETCS Level 1 beveiligd gebied
66
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
3 / 164
4.6
4.7
4.8
4.9
5
De passage van bijzondere locaties
70
4.6.1 [4016] De passage van L- en H-seinen door een aangewezen trein
70
4.6.2 [4017] De passage van een spanningssluis
73
4.6.3 [4019] De passage van een spanningsloze sectie
76
Rangeren
79
4.7.1 [4021] Het rangeren op een emplacement
79
4.7.2 [4025] Het opzenden van tractiematerieel
83
Het herroepen van rijwegen
85
4.8.1 [4027] Het herroepen van een rijweg die aan een trein is toegekend
waarbij de trein tot stilstand komt vóór de herroepen rijweg
85
4.8.2 [4028] Het herroepen van een rijweg met een trein in de
aankondiging die niet tot stil stand kan komen vóór de herroepen rijweg 88
De afhandeling van storingen en onregelmatigheden
91
4.9.1 [4006] De passage van een stoptonend bediend sein
91
4.9.2 [4039] De passage van een stoptonend p-sein
95
4.9.3 [4008] Het verder rijden na een ongeplande stop
98
4.9.4 [4010] Het wegslepen van een gestrande trein
101
4.9.5 [4029] Het terugzetten van een doorgeschoten trein
104
4.9.6 [4030] Het verder rijden met een doorgeschoten trein
107
4.9.7 [4031] De afhandeling van een onverwachte remingreep t.g.v. een
snelheidsoverschrijding
110
4.9.8 [4032] De afhandeling van het inkorten van de rijautorisatie tot een
niet stoptonend sein waarbij de trein voor het sein tot stilstand komt
112
4.9.9 [4026] De afhandeling van het inkorten van de rijautorisatie tot een
niet stoptonend sein waarbij de trein doorschiet tot voorbij het sein.
115
4.9.10 [4033] De afhandeling van een remming n.a.v. een baliseinconsistentie
118
4.9.11 [4034] De afhandeling van het stranden van de trein t.g.v. falen
ETCS-treinsysteem
121
4.9.12 [4035] De afhandeling van het falen van de ETCS-apparatuur bij
vertrekgereedmaken
124
4.9.13 [4041] De afhandeling van een Botlek-tunnelincidentmelding 126
4.9.14 [4441] De afhandeling van een tunnelincidentmelding (Tunnel
Barendrecht)
130
4.9.15 [4453] Stapsgewijze reductie van de procedure beveiligd rijden
maximum snelheid bij het naderen van een rood sein.
135
4.9.16 [4454] reductie van de procedure beveiligd rijden snelheid (V_SR)
mbv een TSR bij het naderen van een rood sein.
137
4.9.17 [4455] Stapsgewijze reductie van de maximum rangeer snelheid bij
een punt waarachter niet meer in rangeren beveiligd rijden gereden mag
worden.
139
Gebruikersprocessen gerelateerd aan onderhoud en beheer
142
5.1
5.2
5.3
5.4
142
143
147
151
Inleiding
[4101] De afhandeling van een ERTMS-gerelateerde storing
[4102] Het instellen/verwijderen van een tijdelijke snelheidsbeperking
[4103] Werken aan de infrastructuur
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
4 / 164
Bijlagen
A
B
C
D
152
Overzicht dekking ERTMS Operational Rules
153
Overzicht regionale waardes voor de Havenspoorlijn en Kijfhoek/Maasvlakte-II
Buitencontour
155
Niet uitgewerkte gebruikersprocessen
157
Verschillen met gebruikersprocessen A15-tracé
159
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
5 / 164
1
1.1
Introductie
Inleiding
Dit document beschrijft de gebruikersprocessen gerelateerd aan het ERTMS-level 1 systeem voor de
Havenspoorlijn en Kijfhoek. Deze gebruikersprocessen zijn ook van toepassing voor het ERTMS L1
systeem op Maasvlakte 1 en 2. In deze gebruikersprocessen worden Maasvlakte 1 en 2, incl.
Buitencontour als onderdeel van de Havenspoorlijn beschouwd. Aangezien de ERTMS L1
implementatie op Maasvlakte 2 Buitencontour op details afwijkt van de Havenspoorlijn, wordt per
proces specifiek aangegeven of ze wel of niet van toepassing zijn voor Maasvlakte.
De gebruikersprocessen die in dit document zijn beschreven vormen “Safety Related Application
Conditions” (SRAC’s) voor het gebruik van het ERTMS-level 1 systeem voor Havenspoorlijn en
Kijfhoek. Het document dient daarom als uitgangspunt voor de uitwerking van gebruikersprocessen
in (aanpassing van) handboeken, procedures, werkinstructies en opleidingen.
Omdat het realistisch is, dat de indienststelling van het Kijfhoek ERTMS L1 systeem en van de
Maasvlakte-2 Buitencontour niet op hetzelfde moment plaatsvinden, dient de inhoud van dit
document, voor zover specifiek voor Buitencontour en/of Kijfhoek, pas van toepassing te worden
beschouwd, na indienststelling van de corresponderende ERTMS-systemen,
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
6 / 164
1.2
Begrippen en afkortingen
In de onderstaande tabel worden de begrippen en afkortingen die in dit document worden gebruikt
toegelicht (op alfabetische volgorde).
Waar van toepassing wordt tussen accolades het Engelstalige equivalent vermeld zoals dat binnen
de ERTMS-specificaties wordt gehanteerd.
Aanwijzing STS
Door treindienstleider afgegeven aanwijzing waarmee de
machinist toestemming krijgt om een stoptonend sein te passeren.
Aslast
De last (in ton) die op een as van de trein wordt uitgeoefend. Dit
gegeven is relevant voor de bepaling van de rijweggeschiktheid
van de trein.
{Axle load}
Balise(groep)
{(Euro) Balise (Group)}
Bedrijfstoestand
{Mode}
Bewaking tegen wegrollen
{Roll Away Protection}
Buiten bedrijf
{Isolation Mode}
Doorschieten
{Trip}
Dynamisch snelheidsprofiel
{Dynamic Speed Profile}
Een (Euro)balise is een baken in het spoor waarmee bij ERTMS
van wal naar ETCS-trein wordt gecommuniceerd. Een balisegroep
bestaat uit één of meerdere balises die vlak achter elkaar in het
midden van het spoor liggen.
Binnen ERTMS gedefinieerde toestand waarin het ETCStreinsysteem verkeert. De wijze waarop het ETCS-treinsysteem
zich gedraagt, is afhankelijk van de bedrijfstoestand waarin het
verkeert.
ERTMS-veiligheidsvoorziening die er voor zorgt dat een ETCStrein zonder rijautorisatie niet meer dan een beperkte afstand kan
rijden.
Bedrijfstoestand van de ETCS-trein waarbij de ETCS-apparatuur
losgekoppeld is van het remsysteem.
Situatie waarbij er een onvoorwaardelijke noodremming plaatsvindt
ten gevolge van het doorschieten van de ETCS-trein tot voorbij het
eindpunt van de rijautorisatie.
De door de treinapparatuur berekende snelheidscurve die een trein
mag volgen om binnen de geautoriseerde snelheid en ruimte te
blijven. De curve is o.a. afhankelijk van de bij vertrekgereed maken
vertrek ingevoerde treingegevens.
EBP
Elektronische bedienpost. Systeem voor het bedienen van
relaisbeveiligingen en VPI installaties.
EBPV
Versies van EBP waarbij de bediening plaatsvindt vanuit
Procesleiding Rijwegen.
Eindpunt van de rijautorisatie
Locatie voor de trein uit tot waar de trein mag rijden.
{End of Authority (EoA)}
Eiswissel
Wissel buiten een rijweg, dat t.b.v. die rijweg wel in een bepaalde
stand wordt gestuurd, vergrendeld en gecontroleerd.
Emplacement
Spoorterrein bedoeld voor het kruisen of inhalen van treinen, voor
vertrek en aankomst van treinen, voor het laden en lossen van
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
7 / 164
treinen of voor het opstellen van materieel.
ERTMS
Afkorting van "European Rail Traffic Management System". De
Europese standaard voor treinbeheersingssystemen.
ETCS
Afkorting van European Train Control System. Treingedeelte van
het ERTMS-systeem.
ETCS-bedientableau
De voorziening in de cabine van de trein ten behoeve van
interactie van machinist met het ETCS-systeem.
{Driver-Machine Interface (DMI)}
Geduwd rijden
{Propelling}
Manier van rijden waarbij de stuurstand zich aan de achterzijde
van de trein bevindt.
Hoofdbaan
Baangedeelte tussen twee emplacementen waar treinen
doorgaans sneller dan 40 km/uur kunnen rijden, waar niet voor
rangeren beveiligd gereden mag worden, en waar treinen niet of
beperkt van sporen kunnen wisselen.
In voorspan rijden
Manier van rijden met een trein waarbij er sprake is van meerdere
tractieëenheden die separaat door verschillende machinisten
worden bediend.
{Non-Leading Mode}
Individuele bedienopdracht
Door treindienstleider verstrekte opdracht om een infraelement in
een bepaalde toestand te brengen.
Infillbalise
Voor elk sein op de hoofdbaan liggen maximaal drie infillbalises.
Via deze balises worden seinbeeldveranderingen aangeboden
aan de ETCS-trein, op basis waarvan rijautorisatie en
snelheidsprofiel automatisch worden aanpast.
Infrabeheerder
Persoon of instantie die de storing registreert en die bepaalt bij
welke beheerder een storing aangemeld wordt
JRU
Afkorting van 'Juridical Recorder Unit'. Op het ETCS-treinsysteem
aangesloten recorder voor de vastlegging van informatie die
gebruikt wordt om na incidenten de toedracht te kunnen
achterhalen.
Keren
Het veranderen van rijrichting van een trein waarbij het
treinnummer verandert.
Kopmaken
Het veranderen van rijrichting van een trein zonder dat het
treinnummer verandert.
Kortsluitlans
Door baanwerkers gebruikt gereedschap dat tussen beide
spoorstaven wordt geklemd waarmee een treinbezetting wordt
gesimuleerd opdat de lichtseinen in de stand stop blijven.
LEU
Lineside Electronic Unit. Component van het ERTMS-walsysteem
dat informatie over het seinbeeld doorgeeft aan een balise.
Omgrenzingsprofiel
Het omgrenzingsprofiel van een trein. Dit gegeven is relevant voor
de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein.
{Loading gauge}
Opzenden
Het meesturen van een locomotief als niet tractievoerend
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
8 / 164
onderdeel van een trein.
Procedureel beveiligd rijden
{Staff Responsible Mode (SR)}
Manier van rijden met de ETCS-trein waarbij de machinist in de
gelegenheid gesteld om zonder rijautorisatie te rijden. Technisch
wordt de trein alleen nog maar bewaakt wordt tegen het
overschrijden van een plafondsnelheid en maximum afstand.
P-sein
Permissief sein. Een met 'P' gemerkt sein van het automatisch
blokstelsel op de onbediende baan.
Restrijweg
Het niet vrijgekomen deel van een rijweg tot aan het eindsein.
Rijautorisatie
Autorisatie die door het walgedeelte van het ERTMS-systeem aan
een ETCS-trein wordt verstrekt. Met een rijautorisatie wordt de
machinist in staat gesteld om de trein met een bepaald
snelheidsprofiel, tot een bepaald punt te rijden. Een rijautorisatie
wordt uitsluitend verstrekt als een rijweg voor de trein beschikbaar
is.
{Movement Authority (MA)}
Rijden op zicht (ROZ)
{On Sight Mode (OS)}
Manier van rijden met de ETCS-trein waarbij de machinist in staat
wordt gesteld om te rijden over gedeeltelijk bezet spoor. De trein
wordt bewaakt tegen het overschrijden van een, bij deze manier
van rijden geldend, snelheidslimiet.Verder komt deze manier van
rijden overeen met volledig technisch beveiligd rijden.
Rijweg
Een in opdracht van de treindienstleider gecreëerd pad over de
infrastructuur bedoeld voor één specifieke treinbeweging.
Rijweggeschikheid
Indicatie of de ETCS-trein volgens de bij vertrekgereedmaken door
de machinist ingevulde/bevestigde gegevens geschikt is om een
ingestelde rijweg af te rijden. Telkens als de trein van de wal een
rijautorisatie krijgt aangeboden wordt de rijweggeschiktheid
gecontroleerd. Is de trein niet geschikt dan wordt de rijautorisatie
door de trein afgewezen (niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn).
{Route Suitability}
STM
Specific Transmission Module. Deelsysteem van ETCS dat een
interface biedt naar apparatuur voor een specifiek conventioneel
beveiligingssysteem. Hiermee wordt de ETCS-trein in staat gesteld
om, onder regie van de STM, over conventioneel beveiligd spoor te
rijden. In een ETCS-trein kunnen meerdere STM’s aanwezig zijn:
één per type conventioneel beveiligingssysteem.
STS-route
Een door de treindienstleider gecreëerd pad over het spoor
waarmee zoveel mogelijk een rijweg wordt nagebootst door het in
de correcte stand sturen van elementen van een route (inclusief
eiswissels), het verhinderen van de betrokken elementen voor
bediening, en het verhinderen voor het instellen van rijwegen over
strijdige routes. Hierbij wordt door het systeem geen rijautorisatie
afgegeven maar moet de machinist met een aanwijzing STS de
opdracht en toestemming krijgen om de route te berijden.
Stuurstroom
De stroomvoorziening van de stuurstand van de trein.
Terugzetten
Handeling waarmee de trein achterwaarts teruggezet wordt nadat
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
9 / 164
{Moving backwards in Post Trip}
deze is doorgeschoten.
Tijdelijke snelheidsbeperking
Tijdelijke beperking van de toegestane treinsnelheid op een
bepaald deel van de railinfrastructuur.
Tractievorm
De tractievorm waarover de trein beschikt. Dit gegeven is relevant
voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein.
{Power Supply}
Transitie
{Transition}
Omschakeling van de ETCS-trein naar ander ERTMS-level ten
gevolge van de overgang naar een anders beveiligd baanvak.
Verder rijden zonder rijautorisatie Indicatie waarmee de machinist van de ETCS-trein aan het
systeem te kennen geeft dat hij van plan is om verder te rijden
{Override end-of-authority (EoA)}
zonder rijautorisatie.
Voorzijde van de trein
In het document komt de zinsnede "de voorzijde van de trein
passeert de balisgroep" regelmatig voor. Technisch gezien is dit
het passeren van de balisereader (BTM) die onder de locomotief
gemonteerd is.
Volledig technisch beveiligd
rijden
Manier van rijden waarbij het systeem de trein maximaal
beschermt tegen overschrijding van de toegestane snelheid en het
voorbijrijden van het einde van de beveiligde rijweg.
{Full Supervision Mode (FS)}
Voor rangeren beveiligd rijden
{Shunting Mode (SH)}
Vrijlaatsnelheid
{Release Speed}
Manier van rijden met de ETCS-trein waarbij de machinist in de
gelegenheid wordt gesteld voor- en achteruit te rijden en
rangeerhandelingen te verrichten. Technisch wordt de trein alleen
nog maar bewaakt tegen het overschrijden van een snelheidslimiet
en tegen het verlaten van het gebied waar deze manier van rijden
is toegestaan.
Maximum snelheid waarbij een stoptonend sein benaderd mag
worden zonder dat de remcurve door het ETCS-systeem bewaakt
wordt.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
10 / 164
1.3
Opzet van dit document
In dit document staan de gebruikersprocessen die zich afspelen op de Havenspoorlijn en Kijfhoek
centraal.
Hoofdstuk 3 geeft een introductie op ERTMS in het algemeen en de wijze waarop ERTMS op de
Havenspoorlijn respectievelijk op Kijfhoek wordt toegepast.
Hoofdstuk 4 behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het rijden met treinen; hoofdstuk 5
de gebruikersprocessen gerelateerd aan onderhoud en beheer.
De wijze waarop de gebruikersprocessen worden gepresenteerd is telkens dezelfde:
•
Het gebruikersproces wordt kort toegelicht en de bijbehorende uitgangspunten worden
opgesomd.
•
Er wordt een concreet voorbeeld uitgewerkt; bij voorkeur het meest veelzeggende. Waar
zinvol de wordt dit aan de hand van een situatieschets gevisualiseerd.
•
De interactie tussen systeem en functionarissen is weergegeven in de vorm van een
interactiediagram. Hierbij wordt aangeven op welke informatie de functionarissen acteren en
welke acties dit tot gevolg heeft.
•
Aanvullend informatie wordt per gebruikersproces vermeld in de vorm van noten. De noten
zijn gecategoriseerd. De categorieën zijn herkenbaar is aan onderstaande symbolen:
•
֠
Veiligheidsrelevante opmerking;
additionele informatie;
Variant op het uitgewerkte voorbeeld waarop dezelfde uitgangspunten van
toepassing zijn.
Tenslotte worden de consequenties voor de bestaande werkwijze per type gebruiker
(treindienstleider, machinist, e.a.) in tabelvorm samengevat.
Waar in dit document geen uitspraak over gedaan wordt is het antwoord op de vraag of de gevolgen
van een verandering van werkwijze in een handboek of in een werkinstructie terecht dient te komen.
Evenmin wordt ingegaan op de vorm waarin dit beschreven zou moeten worden. Dit wordt
overgelaten aan de gebruiksorganisatie van de functionaris waarop de verandering betrekking heeft.
Het in dit document gebruikte jargon sluit zoveel mogelijk aan bij dat van de bestaande handboeken.
Gebruikte begrippen en afkortingen zijn opgenomen in de lijst van §1.2. Met de introductie van
ERTMS wordt een aantal nieuwe begrippen geïntroduceerd die nog niet als jargon ingeburgerd zijn.
Waar van toepassing is in de begrippenlijst tussen accolades het Engelstalige equivalent, zoals dat
binnen de ERTMS-specificaties wordt gehanteerd, vermeld.
Bijlage A geeft een overzicht van de mate waarin de gebruikersprocessen de zogenaamde ‘ERTMS
Operational Rules’ uit [TSI OPE] (zie §2) afdekken. Het betreft een verzameling regels met
betrekking tot het operationeel gebruik van op ERTMS gebaseerde systemen. De regels gelden voor
alle landen die binnen Europa gebruik maken van ERTMS. Deze regels zijn als uitgangspunt
gehanteerd.
Bijlage B betreft een opsomming van regionaal waardes voor de Havenspoorlijn en Kijfhoek.
Om tot een compleet overzicht van de wijzigingen te komen, is er een inventarisatie gemaakt van
gebruikersprocessen die mogelijk relevant zijn voor de Havenspoorlijn. Er is een lijst opgesteld op
basis van de informatie uit de handboeken, implementatieleidraad en beschikbare kennis omtrent de
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
11 / 164
processen die zich op de Havenspoorlijn afspelen. Verder is ook gekeken naar een dergelijke lijst die
in het verleden voor het A15-tracé is opgesteld.
Bijlage C geeft een opsomming van gebruikersprocessen die zijn onderkend maar waarvan na
analyse bleek dat zij niet hoefden te worden uitgewerkt omdat zij niet van toepassing zijn voor de
Havenspoorlijn c.q. wel van toepassing zijn maar niet wijzigen.
In één van de uitgangspunten (U9, D0469, zie hoofdstuk 2) is gesteld dat het systeemgedrag zoveel
mogelijk overeenkomt met dat op het A15-tracé, de verschillen inherent aan de toegepaste
systeemconcepten daargelaten. Bijlage D geeft een overzicht van de verschillen met de
gebruikersprocessen op het A15-tracé.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
12 / 164
2
Referenties
BR/DESG/0226
Geïdentificeerde wijzigingen op de Havenspoorlijn, R. Bresser, Alstom,
2.7, 25/09/2008
BR_GUID_0081
Application of TSR for Level 1 Operation, F. Hausmann, Alstom, 1.1, 1712-2008
D0265
Gebruikersprocessen B&B-BR - Het rijden van treinen op het A15-tracé,
BB21/B&B-BR/D0265, M. van Wilpe, B&B-BR, 7.0, 1-10-2007
D0270
Gebruikersprocessen B&B-BR - Werken aan de infrastructuur, TB/B&BBR/D0270, G.A. Fries, V. Somhorst, B&B-BR, 8.0, 1-2-2008
D0275
Gebruikersprocessen B&B-BR - Beheer, TB/B&B-BR/D0275, G.A. Fries,
V. Somhorst, M. van Wilpe, B&B-BR, 5.0, 1-2-2008
D0441
Implementation Guideline Level 1 Havenspoorlijn, TB/B&B-BR/D0441,
S.Dragt, PoBR, 1.3, 10-12-2008
D0469
Uitgangspunten Havenspoorlijn, TB/B&B-BR/D0469, V. Somhorst, B&BBR, 1.1, 18-04-2008
Handboek TRDL
Handboek Treindienstleider, ProRail
TSI CCS
ERTMS/ETCS – Class 1 System Requirements Specification, European
Railway Agency, 2.3.0, 24-2-2006
TSI OPE
Technical Specification for Interoperability, 2006/920/EC, ERTMS User
Group, 11-8-2006
Verkeer
Regeling Spoorverkeer
Ops 11
Operational scenarios Kijfhoek
E60-RBR-KA-1100058 v1 11
D0015
AM-TB PKH-D0015 Impl Guide L1-ATB EG overlay Kijfhoek 2.0
RLN60560-3
Richtlijn Ontwerp tijdelijke snelheidsbeperking in ERTMS
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
13 / 164
3
Introductie
3.1
ERTMS algemeen
ERTMS staat voor European Rail Traffic Management System. Het is de nieuwe Europese
standaard voor treinbeveiligingssystemen.
Conventionele treinbeveiligingssystemen hebben het grote nadeel dat zij door elk land afzonderlijk
ontwikkeld zijn en daarom onderling incompatibel zijn. Hoofddoelstelling van ERTMS is de
bevordering van interoperabiliteit, zodat machinisten hun treinen, veilig en optimaal,
grensoverschrijdend kunnen laten rijden.
ERTMS stelt eisen aan baan en trein. Om onder ERTMS over een ERTMS-baanvak te kunnen rijden
dient de trein te beschikken over ETCS. ETCS staat voor European Train Control System.
3.1.1
Uitvoeringsniveau’s ERTMS
ERTMS kent verschillende uitvoeringsniveau’s. Een specifiek uitvoeringsniveau heet in ERTMStermen een level. Om in een bepaald ERTMS-level te kunnen rijden dienen zowel baan als trein aan
specifieke eisen te voldoen. De volgende levels worden onderkend (op volgorde van
geavanceerdheid):
0
Level bedoeld om een ETCS-trein te laten rijden op een baanvak zonder ERTMS, waar ook
geen conventioneel beveiligingssysteem aanwezig is waarvoor de trein een STM heeft.
STM
STM staat voor Specific Transmission Module. Dit level is bedoeld om een ETCS-trein op
conventioneel beveiligd baanvak te laten rijden. De trein dient te beschikken over een voor
het baanvak geschikt beveiligingssysteem dat is aangesloten op het ETCS-systeem. Een
trein kan worden uitgevoerd met meerdere STM’s. Om bijvoorbeeld een trein te kunnen laten
rijden over ATB-beveiligd spoor dient de trein te beschikken over een STM voor ATB. Om
komende vanaf de Betuweroute de grens bij Zevenaar te kunnen passeren dient de trein
tevens te beschikken over een STM voor het in Duitsland gebruikte PZB.
1
Level bedoeld om een ETCS-trein op een ERTMS-baanvak te laten rijden waarbij de trein
wordt beveiligd op basis van informatie die via bakens in het spoor (in ERTMS-termen balises
geheten) wordt aangeboden. Afhankelijk van de implementatie staan er al dan niet
lichtseinen langs de baan.
2
Level bedoeld om een ETCS-trein op een ERTMS-baanvak te laten rijden waarbij de trein
wordt beveiligd op basis van informatie die een radioverbinding met de wal wordt
uitgewisseld. Bij dit level worden de balises voornamelijk gebruikt als positiereferentiebakens.
Lichtseinen zijn veelal vervangen door SMB’s (stopplaatsmarkeringsborden).
3
Level om een ETCS-trein te laten rijden over een ERTMS-baanvak zonder blokindeling en
baangebonden treindetectiesysteem. De trein meldt zelf zijn positie en de trein is in staat zelf
zijn integriteit (d.w.z. de controle dat er geen wagon is verloren) te bewaken. Op basis van
deze informatie wordt bepaald op welke afstanden de treinen van elkaar kunnen rijden (dit
wordt ook wel variabel glijdend blok genoemd). Bij dit level worden de balises uitsluitend nog
gebruikt als positiereferentiebakens. Er staan geen lichtseinen of SMB’s langs de baan.
Voor wat betreft toepassing van een level op een ERTMS-baanvak de volgende kanttekening: waar
het gaat om de ombouw van bestaande baanvakken is ERTMS-level 1 de logische keus omdat
daarbij de bestaande baansystemen zoveel mogelijk ongemoeid blijven. Bij nieuwbouw ligt
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
14 / 164
toepassing van ERTMS-level 2 het meest voor de hand. Level 3 is bedoeld voor de toekomst. Het is
op dit moment nog niet beschikbaar.
3.1.2
ETCS-bedientableau
In de cabine van een ETCS-trein is een bedientableau aanwezig dat de interface vormt tussen
machinist en ETCS-systeem. Het betreft een beeldscherm dat door middel van ‘softtoetsen’ bediend
wordt (afhankelijk van de leverancier: uitgevoerd als aanraakgevoelig beeldscherm of met fysieke
knoppen rondom het beeldscherm).
De indeling en vormgeving van deze gebruikersinterface is gestandaardiseerd binnen ERTMS. Dat
betekent echter niet dat de bediening van dit bedientableau overal waar binnen Europa ERTMS
gereden wordt identiek is. Dat hangt immers mede af van het ERTMS-level, de uitvoering van de
walzijde en regionaal te kiezen variabelen (zie bijlage B). Ook is het zo dat de standaardisatie van
het ETCS-bedientableau niet volledig is. Dit geldt met name voor de dialoogstructuren (de interactie
met de machinist tijdens het invoeren van gegevens) die niet binnen de ERTMS-specificaties
uitgewerkt zijn en daarom op details per leverancier van het ETCS-systeem kunnen verschillen.
100
100
50
50
150
074
0
F: Gegevensinvoer
A: Rem informatie
Hieronder een plaatje waarop de functionele gebieden zoals die op het signaleringsscherm worden
onderkend is weergegeven.
4000
150
200
200
300
2000
1000
500
250
B: Snelheid gerelateerde
informatie
0
D: Planning
C: Ondersteunende info
E: Monitoring
Figuur 1 Indeling ETCS-bedientableau
De hoofdgedeelten waarop remdetails (A), snelheidsinformatie (B) wordt weergegeven zijn altijd
aanwezig. De gebieden waarop ondersteunende informatie (C) en planning (D) wordt weergegeven,
en een deel van het gebied waarop statusinformatie (E) wordt weergegeven zijn ‘optioneel’. Dat wil
zeggen dat de beschikbaarheid hiervan afhankelijk is van de uitvoering van trein en/of baan al dan
niet beschikbaar is.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
15 / 164
3.2
Toepassing ERTMS op de Havenspoorlijn en Maasvlakte - uitgangspunten
De Havenspoorlijn wordt geschikt gemaakt voor ERTMS-level 1. Er staan lichtseinen langs de baan:
de machinist rijdt op seinbeeld terwijl de cabinesignalering aanvullende informatie verschaft.
Informatie over de seinbeelden wordt uit de bestaande interlocking en automatische bloksystemen
via LEU’s (Lineside Electronic Units) doorgegeven aan de balises.
ETCS
Balise
LEU
Principe ERTMS-level 1
De noodzakelijke systeemaanpassingen blijven beperkt tot de vervanging van ATBEG-systeem door
balises en LEU’s. Ingrijpende aanpassing van interlocking en automatische bloksystemen is niet aan
de orde. Daarom kunnen na ombouw de systemen worden bediend vanuit het bestaande PRLsysteem (Procesleiding rijwegen) via de bestaande EBPV-interface (Elektronische Bedienpost-VPT).
De achterliggende reden van het feit dat het ATBEG-systeem wordt vervangen door balises en
LEU’s en niet gehandhaafd blijft naast het ERTMS-level 1 systeem is de beoogde indienststelling
van 25kV~ bovenleidingsspanning in de eindsituatie. Omdat de bestaande GRS-spoorstroomlopen
niet compatibel zijn met 25kV~ moeten deze vervangen worden door JADE toonfrequente
spoorstroomlopen. JADE is echter niet compatibel met ATBEG. Het ATBEG systeem moet dus
verwijderd worden om 25kV~ in dienst te kunnen stellen.
Het ERTMS-level 1 systeem op de Havenspoorlijn wordt toegepast vanaf de transitie bij Barendrecht
Vork tot en met de Maasvlakte. De Havenspoorlijn begint vanaf sein 3022 (FF), 3024 (MB) en 3026
(NB). Komende vanaf de Havenspoorlijn, begint het Kijfhoek gebied vanaf seinen 3008 (spoor NB),
3010 (MB) en 3512 (FF).
In dit document zal, daar waar nodig, onderscheid worden gemaakt tussen de volgende twee
baangedeeltes:
1. Barendrecht Vork (Brdv) tot Maasvlakte West (Mvtw);
2. Maasvlakte West (Mvtw) tot Maasvlakte Yangtzehaven Noord (Mvtyn) / Maasvlakte
noordwest wachtsporen (Mvtnww).
ETCS-treinen die komende vanaf Barendrecht Vork naar de hoofdbaan bij Waalhaven rijden
schakelen om naar ERTMS-level 1. En vice versa: ETCS-treinen die vanaf de hoofdbaan bij de
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
16 / 164
Waalhaven richting Barendrecht Vork rijden schakelen om naar STM-ATBEG richting Rotterdam en
blijft in ETCS-L1 richting Kijfhoek.
Op de hoofdbaan rijden ETCS-treinen volledig technisch beveiligd, terwijl met deze treinen op de
emplacementen zowel procedureel als voor rangeren beveiligd gereden kan worden.
ETCS-treinen die vanaf de hoofdbaan een emplacement oprijden schakelen om naar voor rangeren
e
beveiligd rijden; ETCS-treinen die een emplacement dienen te verlaten, rijden tot aan de 1
balisegroep op de hoofdbaan procedureel beveiligd en schakelen daarna om naar volledig technisch
beveiligd rijden.
De seinbeeldopvolging op de Havenspoorlijn blijft conform het bestaande NS-54 seinstelsel.
In document D0469 (zie referentielijst in hoofdstuk 2) wordt een complete opsomming van de
gehanteerde uitgangspunten gegeven.
In onderstaande hoofdstukken worden de gebruikersprocessen beschreven die wijzigen/nieuw zijn
als gevolg van de introductie van ERTMS-level 1 op de Havenspoorlijn. Er is echter ook een beperkt
aantal wijzigingen die niet in de procesbeschrijvingen aan de orde komt, maar die, in het kader van
dit document, wel moeten worden vermeld:
•
Bij een route naar het emplacement gaat de treinmode over van FS naar SH. Op
Maasvlakte-2 Buitencontour (Mvtw – Mvtyn/Mvtnww) wordt deze mode wijziging
aangekondigd voor het sein. Na bevestiging gaat de trein naar SH mode over. Wordt niet
bevestigd, dan gaat de trein bij het sein over naar SH en wordt achter af gevraagd de mode
overgang te bevestigen. De machinist dient minimaal 5 sec na het sein de mode overgang
bevestigd te hebben. Op de Havenspoorlijn (Barendrecht Vork tot Maasvlakte West) vindt
geen aankondiging plaats en is de transitie bij het sein en wordt achteraf gevraagd de
modetransitie te bevestigen.
•
Elke ROZ-rijweg op Maasvlakte-2 Buitencontour (Mvtw – Mvtyn/Mvtnww) wordt in de cabine
voor het sein met een OS mode bevestigings verzoek aangekondigd, rijdend naar een
geelknipper sein. Dit in tegenstelling tot de Havenspoorlijn deel Brdv-Mvtw waar de ROZ
routes naar het emplacement niet aangekondigd worden (noot: wordt in toekomst
aangepast).
•
Voor Maasvlakte-2 Buitencontour, deel Mvtw – Mvtyn/Mvtnww geldt: Rijdend naar een ROZ
rijweg richting het emplacement krijgt de machinist eerst het verzoek om de transitie naar OS
te bevestigen en daarna krijgt hij het verzoek de transitie naar SH mode te bevestigen. De
transitie verloopt als het ware getrapt: : FS --> OS (ack.) --> SH (ack.) en de OS mode wordt
slechts tijdelijk (ter informatie) weergegeven. Het daadwerkelijk oprijden van het spoor
waarvoor OS van kracht is vind plaats in de mode SH. Deze functionaliteit is nog niet
gerealiseerd op de Havenspoorlijn, deel Brdv-Mvtw waar de ROZ routes naar het
emplacement niet aangekondigd worden (noot: wordt in toekomst aangepast).
•
Het ERTMS L1 baan systeem op Havenspoorlijn en Maasvlakte verhindert het gebruik van
radio-controlled locomotieven of locomotieven zonder ERTMS niet. Echter, als deze
locomotieven worden gebruikt, zijn de mitigaties door het ERTMS-systeem, zoals max.
snelheid bewaking of ERTMS STS-mitigaties voor treinen in SR/SH-mode, niet effectief.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
17 / 164
•
De bijzondere functionele koppeling op Waalhaven waarbij de treindienstleider het ene deel
en de lokale treindienstleider het andere deel van de rijweg naar het emplacement instelde,
is verdwenen. De eiswissels zijn gehandhaafd.
•
Van de sporen die vroeger tot de hoofdbaan behoorden en die nu deel uitmaken van het
emplacement Waalhaven, zijn de hoge seinen vervangen door lage (seinen 402, 404 en 410
i.v.m. zichtbaarheid uitgezonderd). Over deze sporen rijden de treinen voor rangeren
beveiligd.
•
Bij de Botlektunnel is de entreesnelheid verhoogd naar 60 km/uur en zijn de
adviessnelheidsborden verplaatst.
•
De tractieloze zone op de Botlekbrug is vergroot van 131 meter naar 209 meter.
•
Voor zover dat nog niet het geval is worden herroeptijden aangepast conform het algemene
voorschrift.
•
Op de Waalhaven aansluiting Noord is een nieuw sein 3523 geplaatst en is bestaand
(afgekruist) sein 3052 verplaatst.
•
Op Waalhaven Zuid opstellocatie 348, 349, 350a en 350b zijn de seinen enkele meters
verplaatst.
•
Op Waalhaven Zuid is sein 196, 60 meter naar het westen verplaatst om opstellengte van
spoor PC te vergroten.
•
Op Waalhaven Zuid zijn enkele bestaande seinen vervangen (402 door een sein met
cijferbak, 470 en 472 door een nieuw sein).
•
Bij de overgang van bediend gebied naar vrije baan op Botlek spoor PK (fictief sein 220),
spoor RK (fictief sein 222) en sein 308 zijn extra baanvaksnelheidsborden geplaatst.
•
Op Botlek is wissel 323 eiswissel geworden met stand links voor rijwegen waarbij wissel 321
in stand links ligt.
•
Op de Botlek is wissel 345B verzoekwissel geworden voor rijwegen van spoor PL of RL naar
spoor 510.
•
Bij Pernis heeft wissel 239 voorkeurstand rechts gekregen.
•
Bij Pernis tussen wissel 239 en wissel 243 wordt een extra balisegroep DfS op km 12,670
geplaatst.
•
Bij Pernis is wissel 932 verwijderd.
•
Bij Pernis RSC komt wissel 801 in dienst.
•
OS-balises toegevoegd op die locaties waar STS passage mogelijk is en geen 200m
doorschietlengte is.
•
Level transitie naar L1 toegevoegd bij verlaten van de emplacementen om vergissingen van
opstarten in verkeerd level tegen te gaan.
•
Aanpassing locatie Beerdam
•
Methode van rijden door Botlektunnel aangepast.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
18 / 164
3.3
Toepassing ERTMS op Kijfhoek - uitgangspunten
Kijfhoek is in tegenstelling tot de Havenspoorlijn een Level 1/ATB overlay baanvak. Dat betekent dat
ETCS-L1 over het bestaande ATB systeem extra aangelegd is. Het baanvak is zowel geschikt voor
ATB treinen als ETCS treinen. De ETCS treinen hebben geen keuze1 in ATB of ETCS-L1 te rijden,
2
een ETCS trein zal altijd gedwongen worden naar ETCS-L1 .
De overgangen van Level1-ATB overlay naar Level1-only vinden plaats op bij de seinen 2312 / 2314
(spoor UA/IA), bij de seinen 810 (Barendrecht aansluiting) en seinen 3004/3511 (Barendrecht-Vork).
Overzicht lay-out KIjfhoek
In onderstaande hoofdstukken worden de gebruikersprocessen beschreven die wijzigen of nieuw zijn
als gevolg van de introductie van ERTMS-level 1 op Kijfhoek. De kenmerkende verschillen met de
Havenspoorlijn worden hier vermeld:
1) In tegenstelling tot de Havenspoorlijn geldt voor treinen rijden in ETCS-L1 mode, de ETCS
regelgeving conform de regeling spoorverkeer , bijlage A [verkeer]. Het kenmerkende
1
In tegenstelling tot het baanvak Amsterdam-Utrecht en de Hanzelijn kan op Kijfhoek de trein niet in ETCS-STMATB mode over de
baan rijden. Op Kijfhoek wordt de trein bij elk sein op de hoofdbaan naar ETCS-L1 geforceerd.
2
ook ETCS treinen voorzien van een niet toegelaten OBU versie zullen omschakelen van STM-ATB naar L1.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
19 / 164
verschil is, dat de machinist de snelheidsadviezen van de ETCS DMI mag opvolgen en
beperkende snelheidsborden langs de baan en snelheidsinformatie van lichtbakken bij sein
mag negeren in ETCS FS mode. Komende vanaf de Havenspoorlijn, begint het Kijfhoek
gebied vanaf seinen 3008 (spoor NB), 3010 (MB) en 3512 (FF). De ‘Havenspoorlijn
regelgeving’ begint vanaf sein 3022 (FF), 3024 (MB) en 3026 (NB).
2) Hoewel Kijfhoek een overlay gebied is en ATB treinen hier ook mogen rijden, worden de
ERTMS treinen altijd naar ETCS-L1 mode geforceerd. Treinen die op de hoofdbaan in STMATB opstarten krijgen bij het eerstvolgend sein een transitie naar ETCS-L1. Deze transities
worden niet aangekondigd; de machinist dient na de omschakeling de transitie binnen 5 sec
te bevestigen.
3) Op een aantal locaties is de maximale snelheid voor ATB treinen anders dan voor de ETCSL1 trein:
o
ATB Treinen kunnen pas op de hoofdbaan aanzetten (bij s810).
4) Alle ETCS treinen dienen op het emplacement Kijfhoek altijd in ETCS Level 1 op te starten
en te vertrekken. Bij vertrek naar de hoofdbaan is de keuze SR mode. Blijft de trein op het
emplacement om te rangeren, dan dient de keuze SH mode te zijn.
5) Op de transities naar ERTMS-only gebieden zijn ook ATBvv balises geïnstalleerd. Deze
balises voorkomen dat een ATB trein die gebieden in kunnen rijden (richting Betuweroute
resp. richting Havenspoorlijn). Voor ERTMS treinen spelen ze geen rol.
6) Bij een route naar het emplacement gaat de treinmode over van FS naar SH. Op Kijfhoek
wordt deze mode wijziging aangekondigd voor het sein. Na bevestiging gaat de trein naar
SH mode over. Wordt niet bevestigd, dan gaat de trein bij het sein over naar SH en wordt
achter af gevraagd de mode overgang te bevestigen. De machinist dient minimaal 5 sec na
het sein de mode overgang bevestigd te hebben. Op de havenspoorlijn vindt geen
aankondiging plaats en is de transitie bij het sein en wordt achteraf gevraagd de
modetransitie te bevestigen.
7) Elke ROZ rijweg, zowel op hoofbaan als richting emplacement, wordt in de cabine voor het
sein (of SMB) met een OS mode bevestigings verzoek aangekondigd. Dit is naast Kijfhoek
ook van toepassing op de Havenspoorlijn, deel Mvtw – Mvtyn/Mvtnww. Dit in tegenstelling tot
de Havenspoorlijn deel Brdv-Mvtw waar de ROZ routes naar het emplacement niet
aangekondigd worden (noot: wordt in toekomst aangepast).
8) Voor Kijfhoek en Havenspoorlijn, deel Mvtw – Mvtyn/Mvtnww geldt: Rijdend naar een ROZ
rijweg richting het emplacement krijgt de machinist eerst het verzoek om de transitie naar OS
te bevestigen en daarna krijgt hij het verzoek de transitie naar SH mode te bevestigen. De
transitie verloopt als het ware getrapt: : FS --> OS (ack.) --> SH (ack.) en de OS mode wordt
slechts tijdelijk (ter informatie) weergegeven. Het daadwerkelijk oprijden van het spoor
waarvoor OS van kracht is vind plaats in de mode SH. Deze functionaliteit is nog niet
gerealiseerd op de Havenspoorlijn, deel Brdv-Mvtw waar de ROZ routes naar het
emplacement niet aangekondigd worden (noot: wordt in toekomst aangepast).
9) Op locaties waar onvoldoende doorschietlengte is en door een STS, de trein in een rijweg
kan komen waarvan een trein harder dan 40km/h rijdt, worden protecties toegepast om de
trein voor het sein tot stoppen te dwingen. In SH of SR mode wordt de trein bij het naderen
van een rood sein die toegang geeft tot de hoofdbaan, middels het verlagen van de max
snelheid in SH resp SR mode tot een lagere snelheid gedwongen. Op locaties waar de trein
niet in SH mode mag komen, wordt deze protectie altijd ongeacht het seinbeeld toegepast.
[4403 en 4405]
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
20 / 164
10) De rijwegen vanaf de Sophia tunnel via het emplacement en weer terug naar de hoofdbaan
worden niet voor een ERTMS trein ondersteund. De machinist dient voor terug keer naar de
hoofdbaan op het emplacement te stoppen en handmatig weer in SR mode op te starten.
Noot: bij deze rijwegen kom je op het emplacement geen sein meer tegen. (Deze
uitzondering is ook in de BVS opgenomen)
11) Bij het verlaten van het emplacement richting de Sophia tunnel wordt de entree snelheid met
een TSR van 20km/h afgedwongen. Snelheid is conform het entree snelheidsbord. Dit om te
voorkomen dat de rem aanspreekt op de afgaande helling van de Sophia tunnel door een te
hoge snelheid van de achterkant van de trein in de wissels op het emplacement. De snelheid
wordt alleen afgedwongen voor de kop van de trein. Als de voorkant van de trein de TSR is
gepasseerd is de TSR opgeheven.
NB: het is een algemene ERTMS eigenschap dat TSR informatie verdwijnt na het afsluiten
van het ETCS-bedientableau.
12) Een TSR wordt ook gebruikt om een trein in SR mode tot een lagere snelheid (15km/h) te
dwingen bij het rijden naar een rood sein op de hoofdbaan. Dit is toegepast waar een trein
vanaf het emplacement in SR de hoofdbaan oprijdt en het sein op de hoofdbaan Stop kan
tonen. (het gedrag is dan identiek aan een remcurven met release speed ).
NB: het is een algemene ERTMS eigenschap dat TSR informatie verdwijnt na het afsluiten
van het ETCS-bedientableau.
13) De sporen KZ, 67, 68, 69 kunnen zowel bereden worden in Shunting mode bij
rangeerbewegingen (de trein blijft op het emplacement) als in FS mode na het
opstarten/vertrekken in SR mode van een trein richting de hoofdbaan.
14) Op Kijfhoek zal, in het gebied ten zuiden van de Barendrecht-kap (bediend door EBS), nooit
een rijautorisatie voorbij een “niet brandend” sein worden gegeven. Om het sein te kunnen
passeren zal de STS procedure gehanteerd moeten worden. [4006] [H4.9.1]
15) Het ERTMS L1 baan systeem verhindert het gebruik van radio-controlled locomotieven of
locomotieven zonder ERTMS niet. Echter, als deze locomotieven worden gebruikt, zijn de
mitigaties door het ERTMS-systeem, zoals max. snelheid bewaking of ERTMS STSmitigaties voor treinen in SR/SH-mode, niet effectief.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
21 / 164
4
4.1
Gebruikersprocessen gerelateerd aan het rijden met treinen
Inleiding
Hieronder een schematische overzicht van de interactie van de gebruikers met het systeem voor
zover dit voor de context van dit hoofdstuk relevant is.
Communicatie (GSM-R Telerail)
Wagencontroleur
Balises
+ LEU’s
Bestaande
interlocking en
automatisch
bloksystemen
PRL
EBPV
Opdrachten/
informatie
(MMI)
Remingreep
BeveiligingsGegevensinvoer/
systeem trein
Cabinesignalering
(ERTMS/ETCS)
(ETCSbedienteableau)
Treingegevens
Machinist
Treindienstleider
Be
die
nin
g
ngsm
Stori
en
elding
Trein
Infabeheerder
Contextafbakening gebruikersinteractie ‘rijden met treinen’
De machinist bedient de trein en interacteert via een bedientableau met het ETCS-systeem. Hij voert
daarbij gegevens in en wordt via het beeldscherm geïnformeerd over de actuele status van het
beveiligingssysteem (cabinesignalering en andere gegevensuitvoer).
Storingen worden door de treindienstleider aangemeld bij de Infrabeheerder (de afhandeling van
storingen wordt in hoofdstuk 5 behandeld).
Voor het vertrek van de trein dient de machinist bepaalde gegevens in te voeren. De
wagencontroleur informeert de machinist omtrent in te voeren treingegevens.
In de trein is GSM-R apparatuur voor spraakcommunicatie aanwezig. Bij communicatie tussen
machinist en treindienstleider geldt de gespreksdiscipline zoals dat in het de handboeken
treindienstleider en machinist gedefinieerd is.
Het ETCS-systeem is in staat om zelfstandig, op basis van in het systeem aanwezige
statusinformatie, uit veiligheidsoogpunt noodzakelijk geachte beperkingen op te leggen en
remingrepen te doen.
Het beveiligingssysteem op de trein ontvangt informatie van het beveiligingssysteem langs de wal via
balises (‘balise’ is het franse woord voor ‘baken’).
Informatie over het seinbeelden uit de bestaande interlocking en automatische bloksystemen wordt
via LEU’s (Lineside Electronic Units) doorgegeven aan de balises.
De systemen worden door de treindienstleider bediend vanuit het systeem Procesleiding Rijwegen
(PRL) via de bestaande EBPV interface.
Bij de gebruikersprocessen staat de interactie met de gebruikers betrokken bij het ERTMS-systeem
voor de Havenspoorlijn en Kijfhoek centraal. Er wordt daarom in de interactiediagrammen geen
onderscheid gemaakt tussen de verschillende deelsystemen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
22 / 164
4.2
Het vertrek van de trein
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het vertrek van de trein.
4.2.1
[4000] Het vertrekgereedmaken van de trein
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het vertrekgereedmaken van de trein. Dit
vindt plaats voorafgaand aan het vertrek na het inschakelen van de stroomvoorziening.
Van toepassing op:
4.2.1.1
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
-
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) De stroomvoorziening van de trein is afgeschakeld.
b) De trein dient voor vertrek gereed te worden gemaakt.
4.2.1.2
Gedrag
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
23 / 164
De machinist schakelt de stroomvoorziening en de stuurstroom in (1) en voert via het ETCSbedientableau zijn persoonlijke identificatiecode in (2,3).
De machinist verzekert zich ervan dat de trein in ERTMS-level 1 staat (4,5).
De machinist dient hierna treingegevens in te voeren/te bevestigen (6,8). De vereiste gegevens
worden de machinist ter beschikking gesteld door de wagencontroleur (7,6).
Nadat de treingegevens door de machinist zijn ingevoerd (6,8) wordt hij via zijn ETCS-bedientableau
geïnformeerd omtrent acceptatie (8, 9) en is de trein vertrekgereed.
Hieronder de bijzonderheden omtrent de in te voeren/te bevestigen gegevens:
2) Machinistidentificatie
Unieke persoonsgebonden code waarmee de machinist zich bekendmaakt bij het systeem.
De goede of veilige werking van het systeem is niet hiervan niet afhankelijk. De vervoerder
kan er desgewenst voor kiezen hier een dummywaarde in te voeren.
3) ERTMS-level
Vereiste ERTMS-level. Voor de Havenspoorlijn en Kijfhoek is dit te allen tijde level 1.
4) Treingegevens
o
Maximum toegestane snelheid voor de treinsamenstelling. Is van invloed op het
dynamisch snelheidsprofiel.
o
Treinlengte. Wordt gebruikt om de positie van de achterzijde van de trein te bepalen.
o
Treincategorie. Afhankelijk van de uitvoering van het walsysteem kunnen de trein
meerdere snelheidsprofielen worden aangeboden. De treincategorie wordt hierbij als
selectiecriterium gebruikt. Een trein kan in meerder treincategorieën vallen.
o
Vertragingscapaciteit. Is van invloed op het dynamisch snelheidsprofiel.
o
Reactietijd afschakelen tractie. Is van invloed op het dynamisch snelheidsprofiel.
o
Reactietijd activering rem. Is van invloed op het dynamisch snelheidsprofiel.
o
Omgrenzingsprofiel. Internationaal gedefinieerde categorie van belang voor de
bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein.
o
Maximum aslast. Is van invloed op het dynamisch snelheidsprofiel.
o
Tractievorm. Een trein kan over meerdere tractievormen beschikken. Van belang
voor de bepaling van de rijweggeschiktheid van de trein.
o
Treinnummer. Het ETCS-systeem logt bepaalde gegevens om na incidenten de
toedracht te kunnen achterhalen. Daarbij wordt gerefereerd aan het hier kenbaar
gemaakte treinnummer.
Noten
i.
Het bij vertrekgereedmaken invullen van het juiste treinnummer is niet noodzakelijk voor
de goede of veilige werking van het systeem. De vervoerder kan er desgewenst voor kiezen
hier een dummywaarde in te voeren.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
24 / 164
ii.
Het invullen van de unieke identificatiecode van de machinist is niet noodzakelijk voor de
goede of veilige werking van het systeem. Ook hier kan de vervoerder er desgewenst voor
kiezen een dummywaarde in te voeren.
iii.
֠ Treincategorie, omgrenzingsprofiel, maximum aslast, noch tractievorm zijn relevant voor
de Havenspoorlijn en Kijfhoek maar dienen desondanks ingevuld te worden omdat op
andere trajecten mogelijk andere criteria gelden.
iv.
֠ Als uitgangspunt voor het ontwerp van de Havenspoorlijn en Kijfhoek is gehanteerd dat
treinen met snelheid van maximaal 80 km/uur dienen te kunnen rijden. De waarde die echter
ingevuld moet worden als ‘maximum toegestane snelheid voor de treinsamenstelling’ is de
snelheid die de treincombinatie maximaal mag rijden.
v.
֠ Op de bodem van de Botlektunnel en Sophiatunnel geldt een maximumsnelheid van
100 km/uur. Treinen met een ingevoerde ‘maximum toegestane snelheid voor de
treinsamenstelling’ lager dan de bodemsnelheid van de tunnel, dienen rekening te houden
met het feit, dat de trein ook deze ingevoerde snelheid bewaakt. De machinist dient de
snelheid van de trein bij entree van de tunnel dusdanig te verlagen zodat door de versnelling
op de helling de ‘maximum toegestane snelheid voor de treinsamenstelling’ nooit
overschreden wordt. Zo worden remmingen door te hoge snelheid in de tunnel voorkomen.
vi.
֠ Het systeem gaat ervan uit dat bij vertrekgereedmaken de treingegevens, na bevestiging
door de machinist, juist zijn. Dat deze gegevens juist zijn is van veiligheidsbelang; ze worden
o.a. gebruikt voor de berekening van de remcurve.
vii.
֠ ERTMS biedt ondersteuning voor het rijden met meerdere tractie-eenheden waarbij er
slechts één door een machinist, en de andere op afstand bediend worden (“Sleeping Mode”).
Het is technisch niet mogelijk en ook niet toegestaan om te rijden met een niet-bediende
tractie-eenheid aan kop van de trein.
viii.
Zie [4035], §4.9.12 voor de gang van zaken bij falen van de trein bij vertrekgereedmaken.
4.2.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Machinist
Invoeren treingegevens
Wagencontroleur
Informeren machinist over treingegevens.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
25 / 164
4.2.2
[4001] Vertrek vanaf een geel of beter tonend sein
Dit gebruikersproces beschrijft de normale gang van zaken voor het vertrek van de trein vanaf een
geel of beter tonend sein.
Van toepassing op:
-
4.2.2.1
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek (alleen bij vertrek richting Zwijndrecht over de sporen 67, 68, 69.)
Uitgangspunten
a) De trein staat opgesteld ergens op het emplacement of in onbeveiligd gebied.
b) De trein is vertrekgereed gemaakt conform [4000] (zie §4.2.1).
c) De trein dient op te rijden naar de hoofdbaan.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij vertrek vanaf het emplacement bij Europoort, waarbij de
balisegroep op enige afstand voorbij het sein ligt.
Situatieschets
Er is een rijweg ingesteld van spoor 603 naar spoor RR waardoor laag uitrijsein 430 uit stand stop is.
P-sein 552 is uit stand stop. In de rijweg ligt - op de hoofdbaan, tussen wissel en bediend tegensein
1134 een balisegroep. Deze zorgt ervoor dat de procedureel beveiligd rijdende trein omschakelt naar
volledig technisch beveiligd rijden onder ERTMS-level 1 indien aan de veiligheidsvoorwaarden is
voldaan. Voor de volledigheid is in de situatieschets tevens de balisegroep van tegensein 1134
(gestippeld) weergegeven. Deze wordt door een trein die in de aangegeven rijrichting rijdt echter
genegeerd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
26 / 164
4.2.2.2
Gedrag
Machinist
Systeem
Trein is
vertrekgereed
Treindienstleider
Instelopdracht voor
normale rijweg van
spoor 603 naar spoor
RR
1
2
3
Sein 430 uit stand stop
Inkomen rijweg
5
4
Start
Voorstel procedureel
beveiligd rijden
6
7
Bevestiging voorstel
De machinist zet
aan en rijdt
procedureel
beveiligd met max.
40 km/uur naar de
hoofdbaan.
8
9
ERTMS-level 1
rijautorisatie voor
volledig technisch 10
beveiligd rijden
Trein passeert 1e
balisegroep op
hoofdbaan
11
De machinist rijdt
volledig technisch
beveiligd verder.
Interactiediagram
De trein is vertrekgereed (1).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een normale rijweg van spoor 603 naar spoor RR
in te stellen (2,3). Het inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider waarneembaar via het
signaleringsscherm (groene lijn) (3,4).
Nadat sein 430 uit stand stop komt (3,5) kiest de machinist start (5,6) waarop het systeem voorstelt
procedureel beveiligd te vertrekken (6,7). De machinist bevestigt het voorstel waarop het systeem
omschakelt naar procedureel beveiligd rijden (7,8).
De machinist zet aan en rijdt, overeenkomstig het seinbeeld, met maximaal 40 km/uur procedureel
beveiligd naar de hoofdbaan (9).
Nadat de voorzijde van de trein de eerste balisegroep op de hoofdbaan passeert, ontvangt de trein
een ERTMS-level 1 rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden (10,11).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
27 / 164
Noten
i.
Er is één locatie waarbij de balisegroep bij het hoofdsein ligt (spoor 692 vanaf NEREFCO
bij Europoor West (zie situatieschets bij [4038], §4.2.4). In dat geval ontvangt de trein bij
passage van het sein al een rijautorisatie.
ii.
Op een aantal plaatsen ligt de balisegroep bij het laag sein. Op deze plaatsen is geen
flankdekking. Met de plaatsing van de balisegroep bij het lage sein wordt bereikt dat de trein
in geval van stoptonend sein tot stilstand wordt gebracht ter voorkoming dat deze de
hoofdbaan oprijdt. Het betreft de lage seinen 268 (Botlek spoor 593), 292 (Botlek spoor 580),
304 (Botlek spoor 590), 276 (Pernis spoor 486) en 824 (Pernis - RSC Aansl spoor 590).
iii.
֠ In de situaties bij sein 820, 822, 268, 1206, 276 is de remweg tot het gevaarpunt achter
het sein korter dan de voorgeschreven remwegafstand bij 40km/h. Hiervoor is een extra
balise op 200 meter voor het sein aangebracht. Voor sein 292 is een balise op 400 m
geplaatst. Als een van de genoemde seinen rood toont geeft deze balise een ROZ-rijweg tot
aan het sein. Als het sein geen rood toont zendt de balise niets uit. Deze maatregel voorkomt
doorschieten door een stoptonend sein.
iv.
Het voorbeeld gaat ervan uit dat de trein voor het sein staat. Voor het oprijden naar het
sein geldt de bestaande procedure: als zich tussen trein en sein nog wissels bevinden is
vertrek alleen toegestaan als de wissels in de vereiste stand zijn vastgelegd.
v.
In dit voorbeeld is ervoor gekozen de machinist pas “start” te laten kiezen nadat het sein
uit stand stop komt. Dit is echter op de Havenspoorlijn en Kijfhoek niet vereist: het is ook
toegestaan om “start” te kiezen onmiddellijk na het vertrekgereedmaken (zie [4000], §4.2.1).
vi.
Bij ATB ontvangt de trein een code voor een hogere snelheid dan 40 km/uur zodra deze
de hoofdbaan oprijdt; procedureel mag de machinist deze snelheidsverbetering niet
opvolgen als dat niet in overeenstemming met het seinbeeld is. Onder ETCS Level 1 zorgt
het systeem ervoor dat de trein pas kan aanzetten na passage van het snelheidsbord, of - bij
afwezigheid daarvan - nadat de achterzijde van de trein het hoge (hoofd) sein gepasseerd is.
vii.
Het ERTMS-systeem bewaakt als er sprake is van een wissel bereden in de “kromme”stand,
dat de trein pas kan aanzetten nadat de staart van de trein voorbij het eerstvolgende
snelheidsbord op de hoofdbaan is (conform Regeling Spoorverkeer, artikel 31-3b).
Een uitzondering geldt voor vertrek vanaf emplacement Pernis richting Botlektunnel. Ter
voorkoming van remmingen op de afgaande helling van de Botlektunnel, bewaakt het
ERTMS-systeem hier niet dat de trein pas kan aanzetten nadat de staart van de trein voorbij
het eerstvolgende snelheidsbord is. De mcn dient hier zelf zijn snelheid te bewaken over het
wissel 243 / 861 tot en met passage van het eerstvolgende snelheidsbord bij de tunnel
entree.
viii.
Voor procedureel beveiligd rijden geldt een snelheidsplafond van 40 km/uur (zie
V_NVSTFF, bijlage B) en is er geen remcurvebewaking.
ix.
֠ Bij vertrek vanaf een emplacement terwijl de trein niet in Level 1 staat zal resulteren in
een gedwongen overgang naar Level 1.
x.
Bij vertrek vanaf de seinen 1012 en 1014 op Maasvlakte West Aansluiting ligt de eerste
balisegroep vlakbij het de tegenseinen 1002 en 1004.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
28 / 164
4.2.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Maximumsnelheid tot 1e balisegroep 40 km/uur.
4.2.3
[4401] Vertrek vanaf een geelknipper of beter tonend sein (Kijfhoek)
Dit gebruikersproces beschrijft de normale gang van zaken voor het vertrek van de trein vanaf een
geelknipper of beter tonend sein.
Van toepassing op:
-
Kijfhoek
Uitzondering: vertrek van het emplacement richting sporen 67, 68 of 69 (en verder naar Zwijndrecht)
vindt de trein bij het tegensein 3220, 3208 resp 3210 de transitie naar volledig
technisch beveiligd rijden (FS) plaats. Zie GP 4001.
4.2.3.1
Uitgangspunten
a) De trein staat opgesteld ergens op het emplacement of in onbeveiligd gebied.
b) De trein is vertrekgereed gemaakt conform [4000] (zie §4.2.1).
c) De trein dient op te rijden naar de hoofdbaan.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij vertrek vanaf het emplacement Kijfhoek, waarbij de balisegroep
op de hoofdbaan bij het eerstvolgende sein ligt.
Y
Trein rijdt volledig
technisch beveiligd
Hoofdbaan
Emplacement
Trein rijdt p
r
edu
ro c
eel
eilig
bev
d
infillbalises
sein S2
S2
Opgestelde trein
X
S1
Situatieschets
Er is een rijweg ingesteld van spoor X naar spoor Y waardoor het lage uitrijsein S1 uit stand stop is.
Sein S2 is uit stand stop. Aan het eind van de rijweg liggen de infill balises en balise groep van het
volgende sein. De infill balises worden genegeerd in deze mode (SR mode). De balisegroep bij het
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
29 / 164
sein zorgt ervoor dat de procedureel beveiligd rijdende trein omschakelt naar volledig technisch
beveiligd rijden onder ERTMS-level 1 indien aan de veiligheidsvoorwaarden is voldaan. Voor de
volledigheid is in de situatieschets tevens de balisegroep van het tegensein (gestippeld)
weergegeven. Deze wordt door een trein die in de aangegeven rijrichting rijdt echter genegeerd.
4.2.3.2
Gedrag
Machinist
Systeem
Trein is
vertrekgereed
Treindienstleider
Instelopdracht voor
normale rijweg van
spoor X naar spoor Y
1
2
3
Sein S1 uit stand stop
Inkomen rijweg
5
4
Start
Voorstel procedureel
beveiligd rijden
6
7
Bevestiging voorstel
De machinist zet
aan en rijdt
procedureel
beveiligd met max.
40 km/uur naar de
hoofdbaan.
8
9
Uitgangspunt: sein
S2 is uit de stand
stop
ERTMS-level 1
rijautorisatie voor
volledig technisch 10
beveiligd rijden
Trein passeert
balisegroep bij sein
S2 op hoofdbaan
11
De machinist rijdt
volledig technisch
beveiligd verder.
Interactiediagram
De trein is vertrekgereed (1).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een normale rijweg van spoor X naar spoor Y in
te stellen (2,3). Het inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider waarneembaar via het
signaleringsscherm (groene lijn) (3,4).
Nadat sein S1 uit stand stop komt (3,5) kiest de machinist start (5,6) waarop het systeem voorstelt
procedureel beveiligd te vertrekken (6,7). De machinist bevestigt het voorstel waarop het systeem
omschakelt naar procedureel beveiligd rijden (7,8).
De machinist zet aan en rijdt, overeenkomstig het seinbeeld, met maximaal 40 km/uur procedureel
beveiligd naar de hoofdbaan (9).
In dit scenario is het uitgangspunt dat het sein op de hoofdbaan uit de stand stop is. Nadat de
voorzijde van de trein de eerste balisegroep bij sein S2 op de hoofdbaan passeert, ontvangt de trein
een ERTMS-level 1 rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden (10,11).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
30 / 164
Noten
i.
Er zijn locaties waarbij de balisegroep bij het vertrek sein S1 ligt. In dat geval ontvangt de
trein bij passage van het sein al een rijautorisatie.
ii.
֠ Op een aantal locaties: om doorschieten bij een STS in SR mode te beperken wordt met
behulp van balises die al voor het sein liggen wordt de snelheid van de trein stapsgewijs
verlaagd bij het naderen van een stop tonend sein. Hiervoor zijn extra balises op 100 meter
en op 50m voor het sein aangebracht. Deze balises verlagen de maximale snelheid in
procedureel beveiligd rijden of in voor rangeren beveiligd rijden [4453] en [4455]. .
iii.
֠ Het voorbeeld gaat er van uit dat de trein naar een geel of beter tonend sein op de
hoofdbaan rijdt. Op een aantal locaties zal in geval dat het sein S2 stop tonend is, krijgt de
trein een TSR mee die bij dat sein ligt. Die TSR zorgt ervoor dat de trein in ook in de mode
procedureel beveiligd rijden (SR) bij het sein naar een lagere snelheid (15km/h) gedwongen
wordt.
iv.
Het voorbeeld gaat ervan uit dat de trein voor het sein staat. Voor het oprijden naar het
sein geldt de bestaande procedure: als zich tussen trein en sein nog wissels bevinden is
vertrek alleen toegestaan als de wissels in de vereiste stand zijn vastgelegd.
v.
In dit voorbeeld is ervoor gekozen de machinist pas “start” te laten kiezen nadat het sein
uit stand stop komt. Dit is echter op Kijfhoek niet vereist: het is ook toegestaan om “start” te
kiezen onmiddellijk na het vertrek gereedmaken (zie [4000], §4.2.1).
vi.
Bij het verlaten van het emplacement richting de Sophia tunnel, bewaakt het systeem dat de
trein met de staart van de trein niet te hard (max 40km/h) van het emplacement kan gaan.
Om remming ten gevolge van de staart van de trein te voorkomen tijdens het dalen van de
trein, wordt ook een entree snelheid van 20km/h middels een TSR afgedwongen voor de
treinen komende van het emplacement. Op die wijze wordt de snelheidstoename ten
gevolge van de helling onder de 40km/h gehouden.
vii.
Voor procedureel beveiligd rijden geldt een snelheidsplafond van 40 km/uur (zie
V_NVSTFF, bijlage B) en is er geen remcurvebewaking.
viii.
֠ Bij vertrek vanaf een emplacement terwijl de ETCS trein niet in Level 1 staat zal
resulteren in een gedwongen overgang naar Level 1 bij het sein op de hoofdbaan. Dit kan
een trip tot gevolge hebben.
.
4.2.3.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Maximumsnelheid tot het sein op de hoofdbaan is 40 km/uur.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
31 / 164
4.2.4
[4038] Vertrek vanaf een geel knipperend sein
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het vertrek vanaf een geel knipperend sein
weer.
Van toepassing op:
- Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
- Kijfhoek (alleen bij vertrek richting Zwijndrecht over de sporen 67, 68, 69.)
(voor overige Kijfhoek zie 4401)
4.2.4.1
Uitgangspunten
a) De trein staat voor een bediend sein.
b) De trein is vertrekgereed gemaakt conform [4000] (zie §4.2.1).
c) Voorbij het sein wordt een rijweg met ROZ-kenmerk ingesteld.
d) De machinist is op de hoogte van reden en details van het op zicht rijden.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij spoor 692 vanaf NEREFCO bij Europoort West, waarbij de
balisegroep bij het sein ligt.
PR
Op
zic
ht
ing
es
tel
T re
in
r
de
r
ijw
eg
ijd
to
pz
ich
t
692
T
Pr rein
o
Be ced rijdt
ve ure
ilig
d o el
p
Situatieschets
De trein is vertrekgereed en staat voor bediend sein 1206. Voorbij het sein wordt een rijweg met
ROZ-kenmerk van spoor 692 naar spoor PR ingesteld. De trein dient procedureel beveiligd op te
rijden en ontvangt bij passage van de balisegroep bij sein 1206 een voorstel voor rijden op zicht dat
hij binnen 5 seconden dient te bevestigen. Voorbij het sein rijdt de trein met op zicht rijautorisatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
32 / 164
4.2.4.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein staat vertrekgereed voor sein 1206 (1).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een rijweg met ROZ-kenmerk van spoor 692
naar spoor PR in te stellen (2,3). Het inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider
waarneembaar via het signaleringsscherm (groene lijn) (3,4).
Met het inkomen van de rijweg toont sein 1206 geel knipperend (3,5).
De machinist kiest start(5,6) waarop het systeem voorstelt procedureel beveiligd te vertrekken (6,7).
Hij bevestigt het voorstel (7,8), zet aan en rijdt procedureel beveiligd op naar sein 1206 (9).
Nadat de voorzijde van de trein de balisegroep bij sein 1206 passeert, schakelt de trein om naar
rijden op zicht onder ERTMS-level 1 en wordt op het ETCS-bedientableau het verzoek getoond om
de omschakeling te bevestigen (10,11). Mits de machinist de omschakeling binnen 5 seconden
bevestigt (11, 12) kan de trein ongehinderd op zicht verder rijden.
Noten
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
33 / 164
i.
Op de meeste locaties ligt de balisegroep op enige afstand voorbij het sein. In dat geval
rijdt de trein tot aan de balisegroep procedureel beveiligd. De rijautorisatie die vervolgens bij
passage van de balisegroep wordt afgegeven is niet afhankelijk van de ingestelde rijweg,
ook niet van het aspect van het vervolgsein, maar uitsluitend van spoorbezetting en
vastgelegde rijrichting. De machinist dient echter onverkort de rijweg conform het seinbeeld
ROZ tot het volgende sein aan te houden.
Toelichting op de rijautorisatie op het ERTMS-bedientableau:
- Als er geen sprake is van een spoorbezetting vanaf de sectielas voorbij de balisegroep tot
e
aan het 1 p-sein, en de rijrichting ligt vast, ontvangt de trein een rijautorisatie voor volledig
technisch beveiligd rijden (de normale situatie bij 4001, zie §4.2.2);
- Als er sprake is van een spoorbezetting en de rijrichting ligt vast in dezelfde richting (bijv. in
het geval dat deze veroorzaakt wordt door een gestrande trein waarvoor de sectievolgorde in
dezelfde richting is vastgelegd) ontvangt de trein een rijautorisatie voor rijden op zicht. Zie
afbeelding hieronder. (Zie [4010], §4.9.4 voor gang van zaken bij het wegslepen van een
gestrande trein.)
- Volledigheidshalve: Als er sprake is van een spoorbezetting en de rijrichting ligt niet of in
tegengestelde richting vast, in dat geval kan er geen rijweg van het emplacement naar de
hoofdbaan zijn ingesteld. De hoofdbaan wordt afgeschermd met voorkeurstand wissels. De
enige mogelijkheid om op de hoofdbaan te komen is via een aanwijzing STS. In dat geval
wordt de trein bij de balisegroep niet tot stilstand gebracht. De risico’s hiervan zijn afgedekt
door de maatregelen in de STS procedure.
ii.
Als de machinist de omschakeling naar rijden op zicht niet binnen 5 seconden bevestigt,
wordt de trein met bedrijfsremming tot stilstand gebracht. De trein kan (met op zicht
rijautorisatie) verder rijden nadat de machinist de omschakeling alsnog bevestigt.
iii.
In de situatie waarbij de balisegroep bij het sein ligt heeft de passage van een infillbalise
geen effect: de trein blijft op zicht rijden tot de balisegroep bij het volgende sein.
iv.
Bij rijden op zicht geldt een snelheidslimiet van 40 km/uur (zie V_NVONSIGHT, bijlage B).
4.2.4.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Bevestigen rijden op zicht.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
34 / 164
4.2.5
[4002] Vertrek met de kop voorbij het sein
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het vertrek als de kop van de trein voorbij het
sein staat.
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Voor Kijfhoek geldt proces [4401], met dien verstande dat de treindienstleider een ROZ rijweg moet
inleggen en een lastgeving aan de Machinist moet geven om verder te mogen rijden.
4.2.5.1
Uitgangspunten
a) De kop van de trein staat voorbij het sein; niet in de wisselsectie.
b) De trein is vertrekgereed gemaakt conform [4000] (zie §4.2.1).
c) De trein dient te vertrekken.
d) Het vervolgsein is uit stand stop.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij vertrek vanaf het emplacement bij Europoort, waarbij de
balisegroep op enige afstand voorbij het sein ligt.
Situatieschets
Omdat de kop van de trein laag uitrijsein 430 al gepasseerd is kan er geen normale rijweg worden
ingesteld van 603 naar spoor RR. De rijweg wordt daarom op zicht ingesteld.
In de rijweg ligt - op de hoofdbaan, tussen wissel en bediend tegensein 1134 - een balisegroep.
Deze zorgt ervoor dat de procedureel beveiligd rijdende trein omschakelt naar volledig technisch
beveiligd rijden onder ERTMS-level als er een rijweg is ingesteld. Voor de volledigheid is in de
situatieschets tevens de balisegroep van tegensein 1134 (gestippeld) weergegeven. Deze wordt
door een trein die in de aangegeven rijrichting rijdt echter genegeerd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
35 / 164
4.2.5.2
Gedrag
Machinist
Systeem
Treindienstleider
Trein is
vertrekgereed
1
Machinist meldt treindienstleider dat de kop van de trein
voorbij sein 430 staat.
Instelopdracht(en) voor
ROZ-rijweg van spoor
603 naar spoor RR.
2
3
Niet waarneembaar
voor machinist
komt sein 430 uit
stand stop
Inkomen rijweg
4
Deelt mede dat het sein uit stand stop is gebracht
5
Start
Voorstel procedureel
beveiligd rijden
6
7
Bevestiging voorstel
De machinist zet
aan en rijdt
procedureel
beveiligd op naar
de hoofdbaan.
8
9
ERTMS-level 1
rijautorisatie voor
volledig technisch 10
beveiligd rijden
Trein passeert 1e
balisegroep op
hoofdbaan
Spoorbezetting
Opdracht herroepen
ROZ-rijweg van spoor 12
603 naar spoor RR.
11
De machinist zet
verder aan.
13
Interactiediagram
De trein is vertrekgereed (1).
De machinist meldt de treindienstleider dat de kop van de trein voorbij het sein staat (1,2).
Vanwege de door de trein veroorzaakte spoorbezetting kan de treindienstleider geen normale rijweg
instellen. Hij geeft daarom het systeem opdracht om een ROZ-rijweg rijweg van spoor 603 naar
spoor RR in te stellen (2,3). Het inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider waarneembaar via
het signaleringsscherm (groene lijn) (3,4).
Het uit stand stop komen van sein 430 is niet waarneembaar voor de machinist (3). De
treindienstleider deelt de machinist, conform de bestaande procedure, mede dat het sein uit stand
stop is gebracht (4,5).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
36 / 164
De machinist kiest start (5,6) waarop het systeem voorstelt procedureel beveiligd te vertrekken (6,7).
De machinist bevestigt het voorstel waarop het systeem omschakelt naar procedureel beveiligd
rijden (7,8).
De machinist zet aan en rijdt procedureel beveiligd op naar de hoofdbaan (9).
Nadat de voorzijde van de trein de eerste balisegroep op de hoofdbaan passeert, ontvangt de trein
een ERTMS-level 1 rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden (10,11), waarna de
machinist verder aanzet.
Nadat de treindienstleider waarneemt dat de trein het sein gepasseerd is (10,12) geeft hij het
systeem opdracht om de met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg van spoor 603 naar spoor RR te
herroepen (12,13).
Noten
Zie ook noten bij [4038], §4.2.4.
i.
Op sommige locaties ligt de balisegroep bij het sein. In dat geval is de gang van zaken
voor het vertrek met de kop voorbij het sein zoals uitgewerkt bij [4030] vanaf stap 6 (zie
§4.9.6.2).
4.2.5.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Procedureel beveiligd vertrek
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
37 / 164
4.3
De aankomst van de trein
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan de aankomst van de trein op het
emplacement.
4.3.1
[4014] Het inrijden van een emplacement vanaf de hoofdbaan
Van toepassing op:
-
4.3.1.1
Havenspoorlijn, alleen voor baangedeelte Brdv – Mvtw, niet voor Mvtw –
Mvtyn/Mvtnww
Uitgangspunten
a) Een ETCS-trein wil vanaf de hoofdbaan het emplacement op te rijden.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Europoort.
Situatieschets
Een ETCS-trein rijdt volledig technisch beveiligd op de hoofdbaan en nadert sein 1102 dat toegang
geeft tot het emplacement. Omschakeling naar voor rangeren beveiligd rijden vindt plaats als de
voorzijde van de trein de balisegroep bij sein 1102 passeert mits dat sein uit stand stop is. De
machinist dient de omschakeling binnen 5 seconden te bevestigen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
38 / 164
4.3.1.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt op de hoofdbaan onder ERTMS-level 1 met een rijautorisatie tot sein 1102 (1).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een normale rijweg van spoor RO naar spoor
603 in te stellen (2,3). Via het signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg waarneembaar (3,4).
Nadat de rijweg er in komt toont sein 1102 geel (3,5).
Na passage van de balisegroep bij sein 1102 schakelt de trein om naar voor rangeren beveiligd
rijden (6) en krijgt de machinist het verzoek de omschakeling te bevestigen (6,7). Mits de machinist
de omschakeling binnen 5 seconden bevestigt (7,8) kan de trein ongehinderd voor rangeren
beveiligd volgens seinbeeld verder rijden (7).
Noten
i.
In de situatie waarbij de rijweg naar het emplacement met op ROZ-kenmerk wordt
ingesteld (bijv. bij inrijden onbeveiligd emplacement) is de gang van zaken identiek, m.a.w.:
de machinist krijgt geen voorstel voor omschakelen naar rijden op zicht maar voor
omschakelen naar rangeren beveiligd rijden. De machinist stemt echter wel zijn rijgedrag af
op het getoonde seinbeeld.
ii.
֠ Bij voor rangeren beveiligd rijden geldt een snelheidsplafond van 40 km/uur (zie
V_NVSHUNT, bijlage B) en is er geen remcurvebewaking.
iii.
Vanwege performance- en veiligheidsredenen is het wenselijk dat de trein zoveel
mogelijk volledig technisch beveiligd rijdt. Het punt waar de omschakeling naar voor
rangeren beveiligd rijden plaatsvindt, is om deze reden soms afhankelijk van de ingestelde
rijweg. Dit doet zich voor op het emplacement bij de Waalhaven.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
39 / 164
Als bijvoorbeeld een trein vanaf sein 402 via spoor PB het emplacement oprijdt, schakelt de
trein pas bij sein 430 om naar voor rangeren beveiligd rijden terwijl de trein al bij sein 402
omschakelt als deze via spoor 301a binnenkomt.
iv.
Of een spoor volledig technisch of procedureel c.q. voor rangeren beveiligd wordt
bereden is om dezelfde reden als noot iii soms afhankelijk van het gepasseerde sein. Dit
fenomeen doet zich voor op verschillende locaties bij Pernis en Botlek. Hieronder een
voorbeeld van de situatie bij Pernis, RSC-aansluiting: een trein berijdt spoor 402 in de
richting van sein 820 procedureel beveiligd, en in de richting van sein 808 volledig technisch
beveiligd.
v.
Behoudens de uitzonderingssituatie beschreven in de noot hierna, kan een doorgaande
rijweg (van hoofdbaan, via emplacement naar terug naar hoofdbaan) niet zonder te stoppen
worden afgereden. Dit is omdat de trein bij het inrijden van het emplacement omschakelt
naar voor rangeren beveiligd rijden, en voor het weer oprijden van de hoofdbaan opnieuw
vertrekgereed gemaakt moet worden (zie [4021], §4.7.1).
vi.
Bij Botlek, Theemsweg Aansluiting geldt de volgende uitzonderingssituatie: bij
rijweginstelling van sporen 511, 512 en 513 naar spoor 593 (en vice versa) rijdt de trein via
de hoofdbaan van het ene naar het andere emplacement. Omdat daarbij geen hoofdsein
wordt gepasseerd vindt er geen omschakeling naar volledig technisch beveiligd rijden plaats.
Met andere woorden de trein kan hier rangeren beveiligd het emplacement oversteken.
4.3.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Omschakeling van volledig technisch beveiligd naar voor rangeren beveiligd
rijden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
40 / 164
4.3.2
[4414] Het inrijden van een emplacement vanaf de hoofdbaan
Van toepassing op:
4.3.2.1
-
Kijfhoek
-
Havenspoorlijn, alleen baan gedeelte Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Uitgangspunten
a) Een ETCS-trein wil vanaf de hoofdbaan het emplacement op te rijden.
Hieronder een voorbeeldsituatie.
Situatieschets
Een ETCS-trein rijdt volledig technisch beveiligd op de hoofdbaan en nadert sein dat toegang geeft
tot het emplacement. De overgang van volledig technisch rijden (FS) naar rangeren beveiligd rijden
(SH) wordt voor het sein dat toegang geeft tot het emplacement aangekondigd. Op 100m voor het
sein krijgt de machinist de vraag om de overgang naar rangeren beveiligd rijden te bevestigen. Na
bevestiging van die vraag, gaat de trein direct over naar rangeren beveiligd rijden. Indien de
machinist de vraag bij het passeren van het sein nog niet heeft bevestigd, wordt de trein bij het sein
alsnog direct naar rangeren beveiligd rijden omgeschakeld. Omschakeling naar voor rangeren
beveiligd rijden vindt plaats als de voorzijde van de trein de balisegroep bij het sein passeert mits dat
sein uit stand stop is. De machinist dient de omschakeling binnen 5 seconden te bevestigen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
41 / 164
4.3.2.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt op de hoofdbaan onder ERTMS-level 1 met een rijautorisatie tot sein S1(1).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een normale rijweg van spoor RO naar het
emplacement in te stellen (2,3). Via het signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg
waarneembaar (3,4). Nadat de rijweg er in komt toont sein S1 geel (3).
De machinist remt af n.a.v. de getoonde remcurve en het snelheidsprofiel (5).
Op het moment dat de trein de in de situatieschets weergegeven bevestigingsvenster met een
snelheid van minder dan 40 km/uur binnenrijdt, ontvangt de machinist een voorstel om naar rangeren
beveiligd rijden om te schakelen (6,7).
Zodra de machinist het voorstel bevestigt (7,8), ontvangt de trein een rijautorisatie voor rangeren
beveiligd (8,9). Voor de machinist betekent dit dat hij conform de seinen langs de baan verder rijdt.
Wanneer de machinist het voorstel niet bevestigd heeft en de trein het sein S1 en balise groep
passeert, moet de machinist de omschakeling alsnog binnen 5 seconden bevestigen (7,8) om
ongehinderd voor rangeren beveiligd volgens seinbeeld verder rijden (7).
Noten
a) In de situatie waarbij de rijweg naar het emplacement met op ROZ-kenmerk wordt
ingesteld is de gang van zaken als volgt
1. de machinist krijgt bij het binnen rijden van het bevestigingsvenster (300m voor het
sein of later wanneer de trein nog harder dan 40km/h rijdt) een voorstel voor
omschakelen naar rijden op zicht. De machinist bevestigd dit verzoek. De trein gaat
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
42 / 164
daarna direct over naar rijden op zicht beveiligd rijden. De machinist stemt zijn
rijgedrag af op het getoonde seinbeeld.
Noot: wanneer de machinist het verzoek niet bevestigd, wordt de trein tot stoppen
gedwongen voor het sein. Er is geen release speed en de trein kan het sein niet
passeren.
2. Pas na het bevestigen van rijden opzicht, krijgt de MCN op 75m voor het sein of later
het verzoek om de overgang naar rangeren beveiligd rijden te bevestigen. Wanneer
de machinist dit verzoekt bevestigt, gaat de trein direct over naar rangeren beveiligd
rijden. Heeft de machinist het verzoek nog niet bevestigd bij het passeren van het
sein, dan gaat de trein bij het passeren van dit sein direct over naar rangeren
beveiligd rijden. De machinist heeft dan nog 5 sec om deze overgang te bevestigen,
anders zal een remming ingezet worden.
b) ֠ Bij voor rangeren beveiligd rijden geldt een snelheidsplafond van 40 km/uur (zie
V_NVSHUNT, bijlage B) en is er geen remcurvebewaking.
c) Vanwege performance- en veiligheidsredenen is het wenselijk dat de trein zoveel
mogelijk volledig technisch beveiligd rijdt. Het punt waar de omschakeling naar voor
rangeren beveiligd rijden plaatsvindt, is om deze reden soms afhankelijk van de ingestelde
rijweg.
Als bijvoorbeeld een trein vanaf sein 2398 het emplacement oprijdt naar spoor 332, schakelt
de trein pas bij sein 3750 om naar voor rangeren beveiligd rijden terwijl de trein al bij sein
2398 omschakelt als deze naar spoor 250 binnenkomt.
d) Behoudens de uitzonderingssituatie beschreven in de noot hierna, kan een doorgaande
rijweg (van hoofdbaan, via emplacement naar terug naar hoofdbaan) niet zonder te stoppen
worden afgereden. Dit is omdat de trein bij het inrijden van het emplacement omschakelt
naar voor rangeren beveiligd rijden, en voor het weer oprijden van de hoofdbaan opnieuw
vertrekgereed gemaakt moet worden (zie [4021], §4.7.1).
e) Komende uit Zwijndrecht geldt de volgende uitzonderingssituatie: bij rijweginstelling van
spoor 67 naar spoor DA rijdt de trein via het emplacement in volledig technisch beveiligd
rijden.
f)
Het verlaten van de Sophia tunnel richting het emplacement via wissel 2303 wijkt af van
bovengenoemde scenario. Vanwege performance redenen is het wenselijk dat de trein
zoveel mogelijk volledig technisch beveiligd rijdt. De afstand kan met een hogere snelheid
afgelegd worden. Het punt waar de omschakeling naar voor rangeren beveiligd rijden
plaatsvindt is om deze reden uitgesteld en vindt plaats op het moment dat de trein de
hoofdbaan verlaat. In onderstaand sub-scenario wordt bovenstaande beschreven.
g) Als gevolg van de restrictieve remcurves van zware goederentreinen (G-remstand) is het
voor die categorie treinen soms lastig om een rijweg die met geel-knipper (ROZ) is ingesteld
te naderen (bij ROZ seinen is er geen release speed). Op Kijfhoek is om die reden het OS
aankondigingsvenster vergroot tot 300m.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
43 / 164
Scenario 4414-f:
1. Trein rijdt in FS de Sophia tunnel uit
2. Trein komt in het bevestigingsgebied voor rangeren beveiligd rijden. Dit krijgt de
MCN op zijn DMI in het bevestigingsvenster te zien
3. Machinist bevestigt rangeren beveiligd rijden.
4. De trein schakelt om naar rangeren beveiligd rijden.
(noot: wanneer de machinist nog niet voor de transitie balise bevestigd heeft, gaat de trein direct bij de
transitie balise over naar rangeren beveiligd rijden; de machinist dient dan binnen 5 sec alsnog te
bevestigen; zo niet dan wordt de trein tot stoppen gedwongen)
5. Trein rijdt in rangeren beveiligd rijden verder het emplacement op. Vanaf het
moment dat de trein het verzoek doet voor rangeren beveiligd rijden, moet de
machinist de seinen in acht nemen. Op de transitie grens is dan ook een
snelheidsbord geplaatst om aan te geven met welke snelheid de trein maximaal
mag. (noot: trein dwingt dit ook af; maximale snelheid in rangeer modus is 40km/h.
4.3.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
In de BVS is opgenomen dat een rijweg via het emplacement terug naar de
hoofdbaan niet wenselijk is, omdat de trein dan niet zonder stoppen het
emplacement kan doorkruizen.
Machinist
Omschakeling van volledig technisch beveiligd naar voor rangeren beveiligd
rijden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
44 / 164
4.4
Het rijden van de trein
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het rijden van de trein.
4.4.1
[4003] Het rijden onder ERTMS-level 1 op de hoofdbaan
Dit gebruikersproces beschrijft de normale situatie voor het rijden onder ERTMS-level 1 op de
hoofdbaan.
Van toepassing op:
4.4.1.1
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
-
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden op de hoofdbaan.
b) De trein is het blok ingereden met geel tonend sein.
c) Op het moment dat de trein een infillbalise passeert is het vervolgsein uit stand stop
gekomen.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de onbediende baan ter hoogte van Europoort (R-spoor).
Hoofdbaan
Trein
Infillbalises
Balisegroep bij
volgend sein
Een vorige trein
200m
400m
600m
Rijautorisatie
Situatieschets
Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden tot p-sein 558. Nadat de
vorige trein het blok achter p-sein 558 verlaten heeft komt het sein uit stand stop en wordt bij
passage van de eerstvolgende balise (een infillbalise of de balisegroep bij sein 558 zelf) de
rijautorisatie verlengd tot sein 564.
Voor elk sein op de hoofdbaan ligt, behalve de balisegroep bij het sein zelf, een trits infillbalises op
600, 400 en 100 (i.g.v. bediend sein) of 200m (i.g.v. p-sein). Deze balises maken het mogelijk om de
trein tijdig seinbeeldveranderingen te kunnen aanbieden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
45 / 164
4.4.1.2
Gedrag
Interactiediagram
De volledig technisch beveiligd rijdende trein passeert geel tonend sein 552 en is in het bezit van een
rijautorisatie die eindigt bij sein 558 (1).
De vorige trein verlaat het blok achter p-sein 558, waarop dit sein uit stand stop komt (2,3).
Bij passage van de eerstvolgende balise voor sein 558 (een infillbalise of de balisegroep bij het sein
zelf) wordt de rijautorisatie verlengd tot sein 564 (4,5).
Noten
i.
֠ Sinds 2010 is in artikel 31 (2-6) van de Regeling Spoorverkeer aangegeven dat, als in
FS mode wordt gereden, de snelheidsinformatie op de ERTMS cabine signalering mag
worden opgevolgd, en snelheidsinformatie van lichtseinen mag worden genegeerd.
In artikel 31 (2-8) is aangegeven dat deze uitbreiding van de Regeling Spoorverkeer niet
geldt voor het baanvak “Maasvlakte- Kijfhoek” maar wel geldt voor het baanvak “KijfhoekZevenaar”. In overleg met IL&T is vastgesteld dat alleen voor het baanvak Havenspoorlijn,
incl. Maasvlakte de snelheidsinformatie van baanzijdige seinen leidend is.
ii.
Bij bediende seinen geldt een vrijlaatsnelheid van 15 km/uur; bij p-seinen 30 km/uur (zie
V_NVREL, bijlage B). Daarmee wordt de trein in staat gesteld om de afstand tot de
balisegroep te overbruggen als het sein pas uit stand stop komt nadat de trein de laatste
infillbalise reeds is gepasseerd. De rijautorisatie wordt na passage van de balisegroep
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
46 / 164
verlengd tot voorbij het sein (de gang van zaken komt overeen met die bij ATB-NG).
iii.
In de situatie waarbij de rijautorisatie niet bekort wordt door een voorgaande trein
verstrekt het systeem rijautorisaties van voldoende lengte om onnodige hinder te voorkomen
(in de regel 2 à 3 blokken vooruit).
iv.
Bij entree van de Botlek tunnel heeft de trein een rijautorisatie tot einde van de tunnel met
een open eindsnelheid (dit om ongehinderd door trein karakteristieken door de tunnel te
kunnen rijden). Deze rijautorisatie wordt op de opgaande helling vernieuwd met een normale
rijautorisatie. Hierdoor kan het zijn dat door de remcurve een trein bij te hoge snelheid
afgeremd wordt naar 80 km/h. De kans hierop is echter minimaal omdat de trein door de
opgaande helling al vertraagt.
v.
De machinist heeft de mogelijkheid om aan te geven dat het spoor glad is (Zie
Q_NVDRIVER_ADHES, bijlage B), in welk geval daar bij de berekening van de remcurve
rekening mee wordt gehouden. Voor de gang van zaken bij gladde sporen geldt de
bestaande procedure. Doordat het elektrisch zicht tot +-1900m beperkt is, bestaat het risico
dat de trein langzamer moet rijden. De DMI geeft eerder aan dat de MCN moet gaan
afremmen.
vi.
De machinist dient erop toe te zien de trein, i.g.v. stoptonend sein altijd dusdanig ruim
voor het sein, tot stilstand te brengen dat de antenne van de trein de balisegroep bij het sein
nog niet is gepasseerd. Hiermee wordt voorkomen dat, wanneer de trein na het uit stand
stop komen van het sein weer gaat rijden, geen rijautorisatie voor het betreffende sein meer
ontvangt.
vii.
Een rijautorisatie heeft een beperkte geldigheidsduur (timer). Deze timer wordt opnieuw
ingesteld als over een balise gereden wordt. Als deze timer afloopt wordt de rijautorisatie
ingekort tot het eerst komende sein of tot het sein dat men heeft gepasseerd afhankelijk van
de situatie.
viii.
Kijfhoek: Wanneer de machinist in STM ATB opstart op de hoofdbaan, wordt de trein bij
elk sein naar ETCS-L1 gezet.
ix.
Als gevolg van de restrictieve remcurves van zware goederentreinen (G-remstand) zal die
categorie treinen soms hinder ondervinden van een vroegtijdige remindicatie op de DMI, bijv.
wanneer treinen op blokafstand rijden (geel sein).
4.4.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Rijden onder ERTMS-level 1.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
47 / 164
4.4.2
[4004] Omschakelen van volledig technisch beveiligd rijden naar rijden op zicht
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor de omschakeling van volledig technisch
beveiligd rijden naar rijden op zicht.
Van toepassing op:
4.4.2.1
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
-
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) De trein rijdt volledig technisch beveiligd.
b) De treindienstleider stelt een vervolgrijweg met ROZ-kenmerk in.
Hieronder een voorbeeldsituatie op het spoor te Pernis richting Pernis RSC aansluiting.
Situatieschets
Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden tot sein 848. Vanaf sein 848 is
een rijweg met ROZ-kenmerk ingesteld. De machinist dient de omschakeling naar rijden op zicht te
bevestigen wanneer de trein zich binnen het weergegeven bevestigingsvenster bevindt.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
48 / 164
4.4.2.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt volledig technisch beveiligd over een normaal ingestelde rijweg (1).
De treindienstleider geeft een opdracht om een vervolgrijweg met ROZ-kenmerk in te stellen van
spoor PF naar spoor RE (2,3). Via het signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg
waarneembaar (groene lijn) (3,4). Zodra de rijweg er in komt toont sein 848 geel-knipper (3).
De machinist remt af n.a.v. het getoonde seinbeeld en het snelheidsprofiel (5).
Op het moment dat de trein de in de situatieschets weergegeven bevestigingsvenster met een
snelheid van minder dan 40 km/uur binnenrijdt (bij nadering van geel-knipper tonend sein 848)
ontvangt de machinist een voorstel om naar rijden op zicht om te schakelen (6,7).
Zodra de machinist het voorstel bevestigt (7,8), ontvangt de trein een rijautorisatie voor rijden op
zicht (8,9). De trein passeert op zicht geel-knipper tonende sein 848.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
49 / 164
Noten
i.
Als de machinist het voorstel voor omschakeling van volledig technisch beveiligd rijden
naar op zicht rijden niet bevestigt, komt de trein tot stilstand voor het sein. De trein kan (met
op zicht rijautorisatie) verder rijden nadat de machinist de omschakeling alsnog bevestigt.
ii.
Bij de overgang van volledig technisch beveiligd rijden naar op zicht rijden zorgt het
systeem ervoor dat het snelheidsprofiel is afgestemd op de voor rijden op zicht toegestane
snelheid van 40 km/uur (zie V_NVONSIGHT, bijlage B).
iii.
Als een trein een geel tonend sein voorafgaand aan een geel-knipper tonend sein nadert
bestaat de mogelijkheid dat de machinist kortstondig geïnformeerd over de vrijlaatsnelheid
die geldt bij het eindpunt van de rijautorisatie (afhankelijk van de afstand tot het eindpunt).
Zodra de trein een infillbalise passeert verdwijnt deze informatie weer.
iv.
Op Kijfhoek en Maasvlakte-II Buitencontour (Mvtw – Mvtyn/Mvtnww) krijgt de machinist bij
alle ROZ rijwegen een bevestigingsvraag voor het sein wanneer de trein naar het ROZ sein
toe rijdt. Op de Havenspoorlijn wordt die vraag niet gesteld bij rijwegen naar het
emplacement (wordt in de toekomst op de havenspoorlijn aangepast).
v.
Als gevolg van de restrictieve remcurves van zware goederentreinen (G-remstand) is het
voor die categorie treinen soms lastig om een rijweg die met geel-knipper (ROZ) is ingesteld
te naderen (bij ROZ seinen is er geen release speed). Op Kijfhoek en Maasvlakte-II
Buitencontour (Mvtw – Mvtyn/Mvtnww) is om die reden het OS aankondigingsvenster, waar
mogelijk, vergroot tot 300m.
vi.
Indien de trein zich, op het moment dat het sein met ROZ wordt ingesteld, reeds in het blok
voorafgaand aan het sein bevindt en de trein in releasespeed 15 km/hr rijdt, zal de
releasespeed bij passage van de infill balises worden vervangen door een meer restrictieve
remcurve naar 0 (standard ERTMS gedrag). De machinist dient in die situatie rekening te
houden met deze restrictieve remcurve naar 0, om een remingreep te voorkomen. Dezelfde
situatie kan optreden op locaties met korte blokken (<400m) waar slechts 1 infill balise (op
100m) beschikbaar is (Kijfhoek: s2332, s2334, s2318, s2310, s2380) .
4.4.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Bevestigen omschakeling.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
50 / 164
4.4.3
[4005] Omschakelen rijden op zicht naar volledig technisch beveiligd rijden
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor de omschakeling van rijden op zicht naar
volledig technisch beveiligd rijden.
Van toepassing op:
4.4.3.1
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
-
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) De trein rijdt op zicht over met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg.
b) Het vervolgsein toont geel of beter
Hieronder als voorbeeld de passage van een groentonend p-sein op de hoofdbaan bij Waalhaven.
Situatieschets
Een trein rijdt met rijautorisatie voor rijden op zicht tot p-sein 524. Vanaf dat sein rijdt de trein
volledig technisch beveiligd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
51 / 164
4.4.3.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt op zicht over een met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg (1).
Als de trein een infill balise passeert terwijl p-sein 524 geel of beter toont dan heeft dat geen effect:
de trein blijft op zicht rijden met een rijautorisatie die eindigt bij p-sein 524 (2,3).
Om p-sein 524 te kunnen passeren dwingt de trein af dat dat de trein bij nadering met vrijlaatsnelheid
(of langzamer) rijdt (3).
Bij passage van p-sein 524 ontvangt de trein een rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden
(4,5). (Deze omschakeling hoeft dus niet door de machinist bevestigd te worden.)
Noten
i.
Hier wordt de omschakeling bij een p-sein uitgewerkt. De gang van zaken voor een
bediend sein is identiek (afgezien van de door de treindienstleider in te stellen rijweg en de
vrijlaatsnelheid van 15 km/uur i.p.v. 30 km/uur).
4.4.3.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Signalering op ETCS-bedientableau.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
52 / 164
4.5
Level-Transities
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan transities, oftewel de overgangen
tussen ERTMS-level 1 en ATBEG beveiligd spoor en de overgangen tussen ETCS Level 1 en ETCS
Level 2..
Transities tussen ERTMS-level 1 en ATBEG vinden op de Havenspoorlijn/Kijfhoek alleen plaats ter
hoogte van Barendrecht Vork en ter hoogte van aansluiting naar Zwijndrecht.
De transities naar ERTMS-level 1 vinden plaatst bij sein 3501, 340, 850, 852, 3208, 3210, 3220.
De transities naar ATBEG bij Barendrecht Vork vlak na de seinen 3502, 336, 338, 851, 853 en bij
Zwijndrecht vlak na de seinen 1380, 1382 en 1384
Noot:
1) Op de transities naar ERTMS-only gebieden zijn ook ATBvv balises geïnstalleerd. Deze
balises voorkomen dat een ATB trein die gebieden in kunnen rijden (richting Betuweroute
resp. richting Havenspoorlijn). In de deze paragraaf beschreven processen zijn ze niet
benoemd. Voor ERTMS treinen spelen ze geen rol.
2) Hoewel Kijfhoek een overlay gebied is en ATB treinen hier ook mogen rijden, worden de
ERTMS treinen altijd naar ETCS L1 mode geforceerd. Treinen die op de hoofdbaan in STMATB opstarten krijgen bij het eerstvolgend sein een transitie naar ETCS L1. Deze transities
worden niet aangekondigd; de machinist dient na de omschakeling de transitie binnen 5 sec
te bevestigen.
4.5.1
[4012] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied vanuit ATBEG beveiligd gebied
Van toepassing op:
4.5.1.1
Havenspoorlijn
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) Een binnen ATBEG beveiligd gebied onder STM-ATB rijdende ETCS-trein dient ERTMSlevel 1 beveiligd gebied in te rijden.
b) Er is een normale rijweg richting grens beschikbaar.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij de transitie bij Barendrecht Vork in de richting van Waalhaven
Aansluiting Noord.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
53 / 164
ATBEG beveiligd gebied
ERTMS-level 1 beveiligd gebied
Trein rijdt onder ERTMS-level STM-ATB
Trein rijdt onder ERTMS-level 1
Bevestigingsvenster
5 sec
Aankondigingsbalisegroep
NB
5 sec
Transitiebalisegroep
ATB-code
NC
3s
Rijweg tot de grens
Rijweg vanaf de grens
Situatieschets
Een onder ERTMS-level STM-ATB rijdende ETCS-trein komende van Barendrecht Vork ontvangt
informatie over de aanstaande transitie als de voorzijde een aankondigingsbalisegroep passeert. De
omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt plaats nadat de voorzijde van de trein de
transitiebalisegroep passeert. De machinist dient de omschakeling te bevestigen wanneer de trein
zich binnen het weergegeven bevestigingsvenster bevindt. Binnen ERTMS-level 1 gebied is er geen
ATB-code beschikbaar.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
54 / 164
4.5.1.2
Gedrag
Machinist
Trein rijdt in
ERTMS-level STMATB onder ATBEG
richting sein 3501
Systeem
1
Treindienstleider
Rijweg beschikbaar
3
Sein 3501 uit stand stop
4
Trein passeert
aankondigingsbalisegroep
Aankondiging ERTMS-level 1 zichtbaar
op ETCS-bedientableau
6
7
Trein rijdt
bevestigingsvenster binnen
Verzoek tot bevestiging omschakelen
naar ERTMS-level 1
8
9
Bevestiging verzoek
10
Trein passeert
transitiebalisegroep
Rijautorisatie voor volledig technisch
beveiligd rijden tot sein 3042
11
Trein schakelt naar
ERTMS-level 1
12
Trein rijdt onder
ERTMS-level 1
verder
Interactiediagram
De trein rijdt in ERTMS-level STM-ATB onder ATBEG in de richting van grenssein 3501 (1).
De trein rijdt in het automatisch blok. Het sein 3501 is uit de stand stop (3,4).
Na passage van de aankondigingsbalisegroep wordt de omschakeling naar ERTMS-level 1
aangekondigd op het ETCS-bedientableau (6,7).
Nadat de trein het in de situatieschets weergegeven bevestigingsvenster binnenrijdt, krijgt de
machinist een verzoek om de omschakeling naar ERTMS-level 1 te bevestigen (8,9). De machinist
bevestigt het verzoek (9,10).
Nadat de voorzijde van de trein de transitiebalisegroep passeert, schakelt de trein om naar ERTMSlevel 1 en ontvangt de trein een rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden, die in dit
voorbeeld eindigt bij sein 3501 (11,12). De machinist rijdt onder ERTMS-level 1 verder (12).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
55 / 164
Noten
i.
De omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt plaats ongeacht of de machinist het verzoek
tot omschakeling (stap 9) bevestigt. Als het verzoek echter 5 seconden na passage van de
transitiebalisegroep nog steeds niet is bevestigd, vindt een remingreep plaats. Om daarna
alsnog verder te kunnen rijden is vertrekgereedmaken voor ERTMS-level 1 vereist.
ii.
In dit voorbeeld wordt de transitie voor een onbediend grenssein uitgewerkt. De transitie
komt ook bij bediende seinen voor.
iii.
In het geval dat de rijweg binnen ERTMS-level 1 gebied met ROZ-kenmerk wordt
ingesteld, krijgt de machinist nadat hij de transitie naar ERTMS-level 1 heeft bevestigd (stap
9) ook nog het verzoek om de omschakeling naar rijden op zicht te bevestigen (zie ook
[4004], §4.4.2). Bij ROZ rijweg vindt de omschakeling naar L1 50m na het sein plaats.
Verzoek om de omschakeling naar rijden opzicht (OS) krijgt de MCN dan altijd na de transitie
en dient hij binnen 5 sec te bevestigen.
note: op deze wijze is gegarandeerd dat de transitie naar L1 bevestiging en de rijden op zicht bevestiging uit elkaar
getrokken worden. (wanneer bij een ROZ rijweg de MCN de transitie niet voor de transitie locatie bevestigt, moet de
EVC twee bevestiging binnen 5 sec afhandelen. Dat zal na verwachting tot een ingreep leiden)
iv.
De gang van zaken voor de passage van de grens met aanwijzing STS is identiek aan
die bij [4006] (zie §4.9.1). Zolang er geen sprake is van storing tussen balises en trein zal de
trein bij passage van de grens automatisch omschakelen naar level 1. Ook in deze situatie
geldt dat override toegepast moet worden in ATB gebied om de transitie naar ETCS-L1 SR
mode te kunnen maken. In situaties waar als gevolg van een storing zowel aankondiging- als
transitiebalise gemist worden dient de machinist de trein handmatig in ERTMS-level 1 te
brengen.
v.
De gang van zaken voor vertrek vanaf een positie vlak voor het grenssein verloopt
identiek aan [4001] (§4.2.2 noot i) c.q. [4038] (§4.2.4).
vi.
De aankondigingsbalisegroep dient uitsluitend ter ondersteuning van de transitie. Ook als
de trein vertrekt vanaf een positie voorbij de aankondigingsbalisegroep schakelt de trein om
naar ERTMS-level 1 wanneer de voorzijde van de trein de transitiebalisegroep passeert en
bij een ROZ rijweg is dat 50m na het sein.
vii.
֠ Van treinen die niet beschikken over een werkend ERTMS-level 1 systeem blijft het
ATBEG-systeem actief. Vanaf de grens is geen ATB-code beschikbaar. Het inrijden van
ERTMS-level 1 beveiligd gebied met materieel dat niet is beschikt over een (werkend)
ETCS-systeem is niet toegestaan. Zie [4011] bijlage C. Met een CAB-bord wordt die
beperking bij die transities aangegeven. Bij een transitie naar ERTMS-only gebied ligt er op 3
sec na het sein ATBvv balises om ATB treinen tot stoppen te dwingen.
viii.
Op de grens staat het CAB bord (ETCS-cabineseingeving actief). Voor betekenis zie
Bijlage 4, behorende bij artikel 24 van de Regeling Spoorverkeer
ix.
Op Kijfhoek is geen CAB-bord geplaatst. Het is een overlay gebied. Niet ETCS-treinen
mogen met ATB ook het emplacement op.
x.
Bij een kort blok achter de transitie en indien het volgende sein op rood staat, is de kans
aanwezig dat de trein een remingreep krijgt. De ETCS remcurve is conservatiever dan wat
de trein werkelijk kan. Het is verstandig hierop te anticiperen en op die transitie locaties bij
een geel sein de remming alvast voor het sein in te zetten of met een lagere snelheid dan
toegestaan het sein te passeren.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
56 / 164
4.5.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Omschakeling van ERTMS-level STM-ATB naar ERTMS-level 1.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
57 / 164
4.5.2
[4412] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied direct naar het emplacement
Kijfhoek vanuit ATBEG beveiligd gebied
Van toepassing op:
4.5.2.1
Kijfhoek (vanaf Zwijndrecht naar het emplacement)
Uitgangspunten
a) Een binnen ATBEG beveiligd gebied onder STM-ATB rijdende ETCS-trein dient ERTMSlevel 1 beveiligd gebied in te rijden naar het emplacement.
b) Er is een normale rijweg richting grens beschikbaar en de rijweg van spoor 68 naar 159 is
ingesteld
Hieronder een voorbeeldsituatie bij de transitie bij Zwijndrecht Vork in de richting van het
emplacement.
ATBEG beveiligd gebied
ERTMS-level 1 beveiligd gebied
Trein rijdt onder ERTMS-level STM-ATB
Trein rijdt onder ERTMS-level 1
Bevestigingsvenster
5 sec
Aankondigingsbalisegroep
Transitiebalisegroep
5 sec
NB
100m
Rijweg tot de grens
NC
50m
Rijweg vanaf de grens
Situatieschets
Een onder ERTMS-level STM-ATB rijdende ETCS-trein komende van Zwijndrecht naar het
emplacement en ontvangt informatie over de aanstaande transitie als de voorzijde een
aankondigingsbalisegroep passeert. De omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt plaats nadat de
voorzijde van de trein de transitiebalisegroep 50m achter het sein passeert. De machinist dient de
omschakeling te bevestigen wanneer de trein zich binnen het weergegeven bevestigingsvenster
bevindt. Binnen ERTMS-level 1 gebied is er geen ATB-code beschikbaar. Voor de grens ook niet, de
trein dient naar 40km/h af te remmen. Na de transitie balise gaat de trein direct naar rangeren
beveiligd rijden. De machinist moet ook deze transitie binnen 5 sec bevestigen.
Noot: indien de trein een STS maakt, vindt de transitie direct bij het sein plaats zonder rijauthorisatie.
De trein wordt zo gedwongen direct te stoppen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
58 / 164
4.5.2.2
Gedrag
Machinist
Trein rijdt in
ERTMS-level STMATB onder ATBEG
richting sein 3501
Systeem
1
Treindienstleider
Rijweg beschikbaar
3
Sein 3501 uit stand stop
4
Trein passeert
aankondigingsbalisegroep
Aankondiging ERTMS-level 1 zichtbaar
op ETCS-bedientableau
6
7
Trein rijdt
bevestigingsvenster binnen
Verzoek tot bevestiging omschakelen
naar ERTMS-level 1
8
9
Bevestiging omschakelen
10
a) Rijautorisatie voor rangeren beveilgd
rijden
b) verzoek bevestigen rangeren
beveiligd rijden
11
Trein passeert
transitiebalisegroep
50m achter het
sein
Trein schakelt naar
ERTMS-level 1
12
Trein rijdt onder
ERTMS-level 1
verder
Bevestiging rangeren beveiligd rijden
13
Interactiediagram
De trein rijdt in ERTMS-level STM-ATB onder ATBEG in de richting van grenssein 3210 (1).
De rijweg van spoor 68 naar 159 is ingesteld. Het sein 3210 is uit stand stop (3,4).
Na passage van de aankondigingsbalisegroep wordt de omschakeling naar ERTMS-level 1
aangekondigd op het ETCS-bedientableau (6,7).
Nadat de trein het in de situatieschets weergegeven bevestigingsvenster binnenrijdt, krijgt de
machinist een verzoek om de omschakeling naar ERTMS-level 1 te bevestigen (8,9). De machinist
bevestigt het verzoek (9,10). De machinist volgt het sein aspect van sein 3210 op.
Bij de passage van balisegroep bij het sein gebeurt er in deze situatie niets. Nadat de voorzijde van
de trein de transitiebalisegroep passeert, schakelt de trein om naar ERTMS-level 1 en ontvangt de
trein een rijautorisatie voor rangeren beveiligd rijden. De machinist moet ook de mode overgang naar
rangeren beveiligd rijden binnen 5 sec bevestigen(12,13). De machinist rijdt onder ERTMS-level 1 in
mode rangeren beveiligd rijden verder (12) en volgt daarbij de seinen op.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
59 / 164
Noten
i.
De omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt plaats ongeacht of de machinist het verzoek
tot omschakeling (stap 8) bevestigt. Als het verzoek echter 5 seconden na passage van de
transitiebalisegroep nog steeds niet is bevestigd, vindt een remingreep plaats.
ii.
In het geval dat de rijweg binnen ERTMS-level 1 gebied met ROZ-kenmerk wordt
ingesteld, krijgt de machinist nadat hij de transitie naar ERTMS-level 1 heeft bevestigd (stap
9) geen verzoek om rijden op zicht te bevestigen. De trein gaat direct naar rangeren
beveiligd rijden.
iii.
De gang van zaken voor de passage van de grens met aanwijzing STS is identiek aan
die bij [4006] (zie §4.9.1). Zolang er geen sprake is van storing tussen balises en trein zal de
trein bij passage van de grens automatisch omschakelen naar level 1. De trein krijgt dan een
remingreep. Om dit te vermijden dient de MCN voor passage van het sein de “override” knop
in te drukken. De trein rijdt dan in procedureel beveiligd rijden (SR mode) het emplacement
op. Machinist dient op een geschikt moment de trein handmatig in rangeren beveiligd rijden
(SH mode) te brengen.
iv.
Wanneer het transitie sein stop toont, wordt geen transitie aangekondigd. De gang van
zaken voor vertrek vanaf een positie vlak voor het grenssein verloopt als volgt: ( sein 3210;
voor zowel normale als ROZ rijweg)
a. Bij passage van de balise groep bij het sein 3210 wordt de transitie op 50m na het
sein aangekondigd. De machinist krijgt direct een bevestigingsverzoek voor de
transitie. Hij dient dit verzoek voor het sein te bevestigen.
b. Bij passage van de balise groep 50m achter het sein vindt de transitie plaats en gaat
de trein over naar rangeren beveiligd rijden en moet de MCN de overgang naar
rangeren beveiligd rijden binnen 5 sec bevestigen.
v.
֠ Van treinen die niet beschikken over een werkend ERTMS-level 1 systeem blijft het
ATBEG-systeem actief. Vanaf de grens is geen ATB-code beschikbaar. Het emplacement is
een overlay gebied. Niet ETCS-treinen mogen met ATB ook het emplacement op.
4.5.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Omschakeling van ERTMS-level STM-ATB naar ERTMS-level 1.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
60 / 164
4.5.3
[4013] Het inrijden van ATBEG beveiligd gebied vanuit ERTMS-level 1 beveiligd
gebied
Van toepassing op:
-
4.5.3.1
Havenspoorlijn
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) Een onder ERTMS-level 1 rijdende ETCS-trein dient ATBEG beveiligd gebied in te rijden.
b) De trein nadert de grens.
Hieronder een voorbeeldsituatie voor de transitie Barendrecht Vork in de richting van Rotterdam.
Situatieschets
Een onder ERTMS-level 1 rijdende ETCS-trein komende van Waalhaven Aansluiting Noord ontvangt
informatie over de aanstaande transitie als de voorzijde de aankondigingsbalisegroep passeert op
een moment dat het grenssein uit stand stop is. In dit voorbeeld is alleen het grenssein 336 bediend.
Omschakeling naar ERTMS-level STM-ATB vindt plaats op het moment dat de voorzijde van de trein
de transitiebalisegroep liggende voorbij grenssein 336 passeert. De machinist dient de omschakeling
te bevestigen wanneer de voorzijde van de trein zich binnen het weergegeven bevestigingsvenster
bevindt.
De transitiebalise ligt vlak (20m) voorbij het grenssein. De ATB-code begint op enige afstand voor
het grenssein (zo’n 5 sec bij baanvaksnelheid) om de ATB-installatie op de trein in staat te stellen de
code op te pikken.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
61 / 164
4.5.3.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt onder ERTMS-level 1 met rijautorisatie richting grens naar het toeleidend sein 3512 (1).
Nadat de voorzijde van de trein de eerstvolgende balise voor sein 3512 passeert (een infillbalise of
de balisegroep bij het sein zelf), ontvangt de trein een rijautorisatie die eindigt bij sein 336 (2,3).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een normale rijweg voorbij de grens in te stellen
(4,5). Via het signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg waarneembaar (5,6). Sein 3512 toont
groen en sein 336 toont geel (5,7).
Na passage van een infillbalise voor sein 336 ontvangt de trein een rijautorisatie die eindigt bij het
eerstvolgende sein dat volgens het seinbeeld van sein 336 stop kan tonen (d.w.z. het volgende sein
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
62 / 164
bij geeltonend sein 336; twee seinen verder bij groentonend sein 336) (8,9). De trein krijgt het
transitie aankondigingsbericht met als gevolg dat de STM-ATB in gereedheid (‘hot standby’) wordt
gebracht.
Nadat de trein het bevestigingsvenster binnenrijdt, wordt op het ETCS-bedientableau een verzoek
getoond om de omschakeling naar ERTMS-level STM-ATB te bevestigen (10,11). De machinist
bevestigt het verzoek (11,12).
Na passage van de transitiebalisegroep schakelt de trein om naar ERTMS-level STM-ATB: op het
ETCS-bedientableau wordt ATB-informatie getoond en de trein rijdt onder ATBEG verder (13,14).
Noten
i.
De omschakeling naar ERTMS-level STM-ATB vindt plaats ongeacht of de machinist
het verzoek tot omschakeling (stap 11) bevestigt. Als het verzoek echter 5 seconden na
passage van de transitiebalisegroep nog steeds niet is bevestigd, vindt een remingreep
plaats. Om daarna alsnog verder te kunnen rijden is vertrekgereedmaken voor STM-ATB
vereist.
ii.
In het geval dat de rijweg binnen ATB-gebied met ROZ-kenmerk wordt ingesteld,
krijgt de machinist nadat hij het verzoek om de omschakeling naar rijden op zicht (zie
[4004], §4.4.2) heeft bevestigd, de vraag om de transitie naar STM-ATB (stap 12) te
bevestigen.
iii.
Bij rijden op zicht (rijweg voor de grens) wordt de informatie uit infill balise genegeerd:
het grenssein dient in dat geval met vrijlaatsnelheid gepasseerd te worden (zie ook
[4005], §4.4.3).
iv.
De gang van zaken voor de passage van de grens met aanwijzing STS is identiek
aan die bij [4006] (zie §4.9.1).
v.
De gang van zaken voor vertrek vanaf een positie vlak voor het grenssein verloopt
identiek aan [4001] (§4.2.2) c.q. [4038] (§4.2.4).
(noot: zolang het grenssein rood toont, wordt de transitie naar ATB niet aangekondigd.)
vi.
4.5.3.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Omschakeling van ERTMS-level 1 naar ERTMS-level STM-ATB.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
63 / 164
4.5.4
[4451] Het inrijden van ERTMS-level 1 beveiligd gebied vanuit ETCS Level 2 beveiligd
gebied
Van toepassing op:
4.5.4.1
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) Er is een normale rijweg richting grens beschikbaar.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij de transitie bij Betuweroute in de richting Kijfhoek.
ERTMS-level 2 beveiligd gebied
ERTMS-level 1 beveiligd gebied
Trein rijdt onder ERTMS-level 1
Trein rijdt onder ERTMS-level 2
Aankondiging
KA3
Transitiebalisegroep
Rijweg tot de grens
KA2
Rijweg vanaf de grens
Situatieschets
Een onder ERTMS-level 2 rijdende ETCS-trein komende van de Betuweroute ontvangt informatie
over de aanstaande transitie van de RBC. De omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt plaats nadat
de voorzijde van de trein de transitie balisegroep passeert. De transitie behoeft niet bevestigd te
worden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
64 / 164
4.5.4.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt in ERTMS-level 2 in de richting van grenssein 2304 (1).
Het sein 2304 is uit stand stop (3,4). De RBC stuurt de transitie opdracht L1 naar de trein zo gauw de
trein een rijautorisatie krijgt die voorbij sein 2304 strekt (6,7). De aankondiging wordt op het ETCS –
bedientableau getoond.
Nadat de voorzijde van de trein de transitiebalisegroep passeert, schakelt de trein om naar ERTMSlevel 1 en ontvangt de trein een nieuwe rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden in L1 uit
de balise (8,9). Die rijautorisatie komt overeen met de rijautorisatie zoals die van de RBC voorheen
op het ETCS-bedientableau getoond werd. De machinist rijdt onder ERTMS-level 1 verder (12).
Noten
i.
De omschakeling naar ERTMS-level L1 vindt plaats altijd plaats.
ii.
In het geval dat de rijweg binnen ETCS level L2-gebied met ROZ-kenmerk wordt
ingesteld, kan de machinist nadat hij het verzoek om de omschakeling naar rijden op zicht
heeft bevestigd, verder rijden. Bevestigen en verloopt de transitie identiek als hierboven
beschreven met de uitzondering dat de trein in mode rijden op zicht (OS) rijdt.
iii.
De gang van zaken voor de passage van de grens met aanwijzing STS is identiek aan
die bij [4006] (zie §4.9.1). De transitie vindt ook in procedureel beveiligd rijden (SR) plaats
en de trein vervolgt de route in SR-mode.
iv.
De gang van zaken voor vertrek vanaf een positie vlak voor het grenssein verloopt
identiek als hierboven beschreven. De RBC geeft nadat het sein groen wordt, een
rijautorisatie en een transitie aankondiging aan de trein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
65 / 164
4.5.4.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
4.5.5
Omschakeling van ERTMS-level L2 naar ERTMS-level 1.
[4452] Het inrijden van ERTMS-level 2 beveiligd gebied vanuit ETCS Level 1 beveiligd
gebied
Van toepassing op:
4.5.5.1
Kijfhoek
Uitgangspunten
a) Er is een normale rijweg richting grens beschikbaar.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Kijfhoek de transitie bij in de richting Betuweroute.
’
A’
G
B
‘’
‘’B
’
A’
G
Situatieschets
De rijwegen voor en na de transitie grens zijn normaal ingesteld. (rijweg-0, rijweg-1 en rijweg-2). In
de route voor de grens zijn een drietal balise groepen aanwezig die bij de transitie van L1 naar L2
een rol spelen:
1) Een netwerk balise groep (niet in het plaatje opgenomen; ligt nog voor de BGA) die er voor
zorgt dat de trein met het juiste Nederlandse netwerk communiceert. Feitelijk alleen van
belang voor treinen die koud vanuit Duitsland zijn versleept en zich nog niet op het
Nederlandse netwerk geregistreerd hebben.
2) Een aanmeld balise groep (BGA). Deze balise groep zorgt ervoor dat de trein de verbinding
met de RBC van het level 2 gebied opzet.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
66 / 164
3) Een trigger balise groep (ifBG), die de RBC vertelt dat deze trein de eerste trein is die het
level 2 gebied in gaat rijden.
Als reactie op dit bericht zal de RBC de trein van een rijweg autorisatie voorzien en de
transitie aankondigen.
4) Een transitie balise (BGE). Deze balise geeft een directe opdracht om naar Level 2 te gaan.
(Deze balise ligt bij het tegensein; +- 30 achter sein 3990)
De omschakeling naar ERTMS-level 1 vindt altijd plaats nadat de voorzijde van de trein de
transitiebalisegroep (BGE) passeert. De trein krijgt bij de mainbalise groep (Main BG) een L1
rijautorisatie van minimaal de remwegafstand in het Level 2 gebied. Bij de transitie naar L2 door de
transitie balise (BGE) blijft deze L1 rijautorisatie geldig als er geen L2 rijautorisatie in de trein
aanwezig is. Wanneer de verbinding met de trein alsnog opgezet is, wordt de L1-rijautorisatie door
de RBC vervangen en kan de trein verder de Betuweroute op.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
67 / 164
4.5.5.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt volledig technisch beveiligd over een normaal ingestelde rijweg (1) in de richting van de
Betuweroute. De trein is op het juiste GSM-netwerk aangemeld.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
68 / 164
De treindienstleider geeft een opdracht om een vervolgrijweg in te stellen tot de grens(1,2). Via het
signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg waarneembaar (groene lijn) (2,3). Zodra de rijweg
in komt, toont sein 2318 geel. (sein is ver weg en nog niet zichtbaar voor de MCN). Bij het passeren
van een infill balise of een balise groep van een van de voorafgaande seinen zal de verlenging van
de rijautorisatie zichtbaar worden op de DMI.(4,5).
De treindienstleider van de Betuweroute (of het Automatisch rijweg instellingssysteem (ARI)) krijgt
een signaal dat er een vervolg rijweg vanaf de grens ingesteld moet gaan worden. Via het
signaleringsscherm is het inkomen van de rijweg-2 waarneembaar (groene lijn) (6,7). Het grenssein
komt uit de stand stop en bij passage van de trein van de eerstvolgende infill of main balise wordt de
verlengde L1 rijautorisatie naar de trein gestuurd en op de DMI getoond (11,12). Wanneer de trein
een aankondigingsbalise (BGA) passeert, wordt de verbinding met de RBC van het level 2 systeem
na de grens opgezet (10).
Wanneer de trein de trigger balise (ifBG) passeert, stuurt de trein het positie rapport naar de RBC, de
RBD herkent de balise en antwoord met een aankondiging van de transitie bij sein 3990 (13,14). Op
het moment dat de trein vervolgens het grenssein passeert, krijgt het van de balise een update van
de L1 rijautorisatie (15,16). Bij passage van de transitie balise (BGE) krijgt de trein de opdracht om
direct naar L2 om te schakelen (17,18). De trein gebruikt dan de L2 rijautorisatie (of indien nog niet
aanwezig, de L1 autorisatie) om verder te mogen rijden in het Level 2 gebied. De trein rijdt onder
ETCS L2 verder. Successievelijk worden vervolgrijwegen ingesteld (19,20) en wordt de L2 rijweg
autorisatie verlengd (20,21).
Noten
i.
Wanneer het grenssein niet uit de stand stop is, wordt er geen transitie aankondiging
door de RBC naar de trein gestuurd.
ii.
Wanneer de MCN een STS passage maakt bij het grenssein, wordt de trein getript. De
aangekondigde transitie wordt afgebroken. De balise groep BGE vlak na het sein geeft dan
opnieuw de transitie order naar L2.
iii.
Bij een ROZ rijweg vanaf de grens, moet de MCN voor de grens eerst het aankondigen
van het Rijden op zicht (OS mode) bevestigen; na het bevestigen gaat de trein direct over
naar rijden opzicht mode (OS). De transitie naar L2 vindt vervolgens plaats bij de balise
groep achter het sein (BGE).
iv.
Wanneer de trein een aanwijzing STS krijgt, geldt de procedure beschreven in [4006] (zie
§4.9.1).
Daar de national values van de Betuweroute voor procedureel beveiligd rijden (SR mode)
lager zijn, dient de machinist niet harder dan 30km/h te rijden
v.
In het level 2 gebied mogen SMBs uitsluitend met aanwijzingen voorbij gereden worden [zie
GP1440 in ref D0265] met een max snelheid van 30km/h. De transitie van level 1 naar level
2 mag niet in IS mode uitgevoerd worden.
4.5.5.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Omschakeling van ERTMS-level 1 naar ERTMS-level 2
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
69 / 164
4.6
De passage van bijzondere locaties
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan de passage van bijzonder
locaties op de hoofdbaan.
4.6.1
[4016] De passage van L- en H-seinen door een aangewezen trein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn
(op Kijfhoek worden geen tekstberichten verstuurd)
Dit gebruikersproces beschrijft de situatie voor de passage van L- en H-seinen door een
aangewezen trein.
4.6.1.1
Uitgangspunten
a) Een aangewezen trein dient een helling waar L- en H-seinen staan te passeren.
b) Omdat er - vanwege een spoorbezetting door een vorige trein – nog geen rijweg tot voorbij
de helling beschikbaar is, branden de L- en H-seinen.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Europoort, richting Europoort West.
Situatieschets
In de situatieschets staat de aangewezen trein stil voor het brandend H-sein in afwachting van het
vrij komen van het blok achter p-sein 570.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
70 / 164
4.6.1.2
Gedrag
Interactiediagram
De aangewezen trein rijdt met rijautorisatie richting sein 558 (1).
Omdat er - vanwege de voorgaande trein - nog geen rijweg voorbij sein 564 beschikbaar is, toont
sein 558 geel en branden de L- en H-seinen (2).
Nadat de voorzijde van de trein de balisegroep bij het L-sein passeert wordt op het ETCSbedientableau het bericht “LET OP: L/H sein” zichtbaar (2,3). De machinist neemt het brandend Lsein waar en houdt er rekening mee de trein tot stilstand te kunnen brengen voor het H-sein.
De machinist brengt de trein tot stilstand voor het brandend H-sein (4).
Ca. 2 minuten na het verlengen van de rijautorisatie tot voorbij sein 558 wordt de rijautorisatie weer
ingekort tot sein 558 (5,6).
Als de voorgaande trein het blok achter p-sein 570 verlaat, doven de L- en H-seinen en tonen seinen
558 en 564 groen en sein 570 geel (7,8).
De machinist neemt het doven van het H-sein en het groene sein waar, zet aan en rijdt met
maximaal vrijlaatsnelheid (15 km/uur national value) op naar het sein (8).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
71 / 164
Bij passage van het H-sein verdwijnt het tekstbericht “LET OP: L/H sein” van het ETCSbedientableau wordt de rijautorisatie van de trein verlengd tot voorbij sein 570 (9,10). De machinist
zet verder aan en passeert de helling (10).
Noten
i.
In dit voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat de trein nog voor het H-sein stil staat als er ca.
2 minuten zijn verstreken sinds de rijautorisatie tot voorbij het volgende sein werd verlengd
(deze inkorting gebeurt om veiligheidsredenen, zie [4008], §4.9.3). Rijdt de trein binnen die
tijd weer verder dan vervalt stap 5->6 en rijdt de trein bij stap 9 met behoud van rijautorisatie
verder.
ii.
Het tekstbericht "Let op: L/H sein” wordt getoond op zichtafstand van het L-sein tot de
trein het H-sein heeft gepasseerd. .
iii.
In het uitgewerkte voorbeeld is de “aangewezen trein” een zware goederentrein. In het
geval van de spanningsloze sectie bij de Botlekbrug (zie ook 4.6.3) betreft het alle materieel
met elektrische tractie. Reden hiervan is dat de te korte aanzetweg voor de spanningsloze
sectie op de brug aldaar.
iv.
Op de Havenspoorlijn staan alle H-seinen ter hoogte van hoofdseinen dus als de
machinist weer aanzet zodra het H-sein dooft krijgt de trein weer een rijautorisaties zodra hij
het sein passeert.
v.
Bij het verlopen van de timer waarna de rij authorisatie wordt ingekort stap 5 6 gaat de
release speed terug naar de National Value. Voor de Havenspoorlijn is dit 15 km/uur dit geldt
ook bij een P-sein.
4.6.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Tekstbericht op ETCS-bedientableau; na enige tijd stilstand voor H-sein met
vrijlaatsnelheid oprijden naar groene sein; Bij spanningsloze sectie (Botlekbrug)
geldt L/H voor alle elektrisch materieel.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
72 / 164
4.6.2
[4017] De passage van een spanningssluis
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn
Kijfhoek
De Havenspoorlijn is voorzien van een bovenleidingspanning van 25kV~. De aangrenzende sporen
zijn uitgevoerd met een bovenleidingspanning van 1500V=. In de overgangsgebieden passeert de
trein een gebied zonder spanning op de bovenleiding, de zogenaamde spanningssluis.
4.6.2.1
Uitgangspunt
a) Er is een rijweg ingesteld.
b) Binnen de rijweg ligt een spanningssluis voor de overgang van 1500V= naar 25kV~.
c) De trein is het sein voor de spanningssluis gepasseerd.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Waalhaven Aansluiting Noord vlak voorbij Barendrecht Vork.
Ingestelde rijweg
Trein is in bezit van rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden
1500 V= bovenleiding
NB
25 kV~ bovenleiding
NC
3026
Zichtafstand
(>17sec)
300m
Ca. 200-250m
Venster waarbinnen het icoon m.b.t. spanningssluis getoond
wordt
Situatieschets
Er is een rijweg ingesteld tot voorbij de spanningssluis voor een trein komende vanaf Barendrecht
Vork.
Op een afstand overeenkomend met minimaal 17 seconden maximale baanvaksnelheid voor de
spanningssluis wordt aan de bestuurder middels een icoon de spanningssluis aangekondigd. De
spanningssluis begint waar het bord ‘Stroomafnemers neer’ staat, 300m voorbij het
aankondigingbord.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
73 / 164
4.6.2.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt onder ERTMS-level 1 met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden in de
richting van de spanningssluis (1).
Nadat de voorzijde van de trein de balise die de spanningssluis aankondigt passeert (op zichtafstand
van het bord aankondiging stroomafnemers neer’) wordt de machinist via het ETCS-bedientableau
geïnformeerd door het icoon pantograaf neer (2,3). De kleur van het icoon bepaalt de vereiste actie
van de machinist nadere informatie is terug te vinden in de [TSI DMI].
De trein passeert het bord ‘aankondiging stroomafnemers neer’ waarop de machinist de
stroomafnemers neerlaat en de tractiespanning omschakelt (4).
De trein passeert het bord ‘stroomafnemers neer’ en de onmiddellijk daarachter liggende
spanningssluis (5).
Nadat de voorzijde van de trein bord ‘stroomafnemers op’ passeert en het verschijnen van het icoon
stroomafnemers op mag de machinist de pantograaf opzetten als er zekerheid is dat alle
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
74 / 164
stroomafnemers het bord ‘stroomafnemers op’ zijn gepasseerd. De machinist zet de stroomafnemers
weer op en vervolgt zijn rijweg (7).
Noten
i.
In situaties waarbij de spanningssluis slechts met beperkte snelheid gepasseerd kan
worden (i.g.v. tijdelijke snelheidsbeperking of aanwijzing; niet in het voorbeeld uitgewerkt) is
de machinist verantwoordelijk voor het inschatten of de snelheid voldoende hoog is om de
spanningssluis te kunnen passeren. Indien dit niet het geval is dient hij de treindienstleider
op de hoogte te stellen.
ii.
Afhankelijk van de uitvoering in de trein wordt de spanningssluis in het planningsvenster
(D) en snelheidsinformatievenster (B) getoond. De borden buiten geven dan uitsluitsel over
het moment van neerlaten van de pantograaf.
iii.
Afhankelijk van de uitvoering in de trein, kan de opdracht om stroomafnemers neer te
laten geautomatiseerd zijn en ver voor spanningssluis komen. Indien dit het geval is, is de
machinist verantwoordelijk om in te schatten of de snelheid voldoende hoog is om de
spanningssluis te kunnen passeren.
iv.
Bij toepassing van ERTMS track conditions voor het neerlaten van de pantograaf wordt na
passage van voorzijde van de trein het symbool 'raise pantograph' op de DMI getoond en
geeft hiermee (zie ook TSI OPE Annex A v1) de MCN toestemming om de stroomafnemer
op te zetten. Dit geeft echter geen garantie dat de achterste stroomafnemer al het einde van
de spanningssluis is gepasseerd. De machinist is verantwoordelijk om in te schatten dat de
achterste stroomafnemer de spanningssluis is gepasseerd.
4.6.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Aankondiging spanningssluis op ETCS-bedientableau
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
75 / 164
4.6.3
[4019] De passage van een spanningsloze sectie
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn
De Havenspoorlijn kent welgeteld één spanningsloze sectie: bij de Botlekbrug. Dit gebruikersproces
beschrijft de gang van zaken.
4.6.3.1
Uitgangspunten
a) Er is een rijweg ingesteld
b) Binnen de rijweg ligt een spanningsloze sectie.
c) Een trein met elektrische dient de spanningsloze sectie te passeren.
Hieronder een situatieschets.
Situatieschets
Op zichtafstand van het uitschakelbord wordt op het ETCS-bedientableau een tekstbericht
gepresenteerd met betrekking tot de naderende spanningsloze sectie. Het tekstbericht blijft zichtbaar
tot het moment dat de voorzijde van de trein het inschakelbord gepasseerd is.
Bij de Botlekbrug staan tevens L- en H-seinen. Het L/H-regime dient hier opgevolgd te worden door
alle materieel met elektrische tractie. De passage van L- en H-seinen is als apart gebruikersproces
beschreven (zie [4016], §4.6.1) en blijft daarom hier buiten beschouwing.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
76 / 164
4.6.3.2
Gedrag
Machinist
De trein rijdt met
rijautorisatie voor
volledig technisch
beveiligd rijden in
de richting van de
spanningsloze
sectie
Systeem
Treindienstleider
1
Tekstbericht "Let op:
spanningsloze sectie"
zichtbaar op
cabinesignalering.
2
De voorzijde van de
trein komt binnen
zichtafstand van
uitschakelbord
3
De machinist
schakelt de
tractiestroom af.
De trein passeert
de spanningsloze
sectie
4
Tekstbericht m.b.t.
spanningsloze sectie
niet langer zichtbaar op
cabinesignalering.
De machinist
schakelt de
tractiestroom weer
in en vervolgt zijn
rijweg
De voorzijde van de
trein is voorbij het
inchakelbord
5
6
Interactiediagram
De trein rijdt onder ERTMS-level 1 met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd in de richting
van de spanningsloze sectie (1).
Nadat de voorzijde van de trein binnen zichtafstand van het uitschakelbord komt, wordt de machinist
via het ETCS-bedientableau geïnformeerd door het tekstbericht “Let op: spanningsloze sectie” (2,3).
De machinist schakelt de tractiestroom af om vlamboog/vonkvorming te voorkomen (3).
De trein passeert de spanningsloze sectie (4). Nadat de voorzijde van trein het inschakelbord
passeert, verdwijnt het tekstbericht (5,6). De machinist schakelt de tractiestroom weer in en vervolgt
zijn rijweg (6).
Noten
i.
Het tekstbericht wordt getoond als de voorzijde van de trein binnen zichtafstand van het
inschakelbord komt, ongeacht of/hoe er een rijweg is ingesteld.
ii.
Bij nadering van de Botlekbrug aan de westzijde, wordt de trein aangekondigd aan de
brugwachter op km 17.240. Aangezien het L-sein kort daarop volgt bij km 17.070, is de kans
groot dat de brug nog niet is vrijgegeven en zal het L-sein derhalve branden. De mcn dient
na passage van het L-sein rekening te houden met brandend H-sein. Bij de infill balise, op
400m voor sein 308, wordt door het ERTMS-systeem een MA-update gegeven. Deze MAupdate geldt als extra indicatie voor de mcn of de brug inmiddels is vrijgegeven.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
77 / 164
4.6.3.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Tekstbericht op ETCS-bedientableau; L/H-regime voor materieel met elektrisch
tractie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
78 / 164
4.7
Rangeren
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het rangeren.
4.7.1
[4021] Het rangeren op een emplacement
Dit gebruikersproces behandelt de gang van zaken voor het rangeren op het emplacement.
4.7.1.1
Uitgangspunten
a) Een losse locomotief staat op het emplacement of in onbeveiligd gebied.
b) Een rangeerdeel staat op een ander spoor op hetzelfde emplacement.
c) De Locomotief dient aan het rangeerdeel te koppelen.
Hieronder een voorbeeldsituatie op het emplacement bij Europoort.
41
2
Situatieschets
De locomotief staat opgesteld op spoor 604, voor sein 432; het rangeerdeel staat op spoor 603.
Eerst wordt rijweg(1) ingesteld van spoor 604 naar spoor 684. Hiermee wordt de locomotief in staat
gesteld om tot voorbij laag tegensein 438 te rijden. Nadat de locomotief rijweg(1) heeft afgereden
wordt rijweg(2) ingesteld van spoor 684 naar spoor 603. Hiermee wordt de locomotief in staat gesteld
om in de andere rijrichting vanaf sein 438 naar het rangeerdeel te rijden om de koppeling uit te
voeren.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
79 / 164
4.7.1.2
Gedrag
Machinist
Systeem
Treindienstleider
Instelopdracht voor
ROZ0-rijweg van spoor
604 naar spoor 684.
De machinist
schakelt de stroomvoorziening in en
schakelt de
stuurstroom in.
Sein 432 toont geelknipperend
1
2
Inkomen rijweg
4
3
Machinistidentificatie
5
6
Selectie rangeren
Trein in bedrijfstoestand
voor rangeren
7
8
De machinist zet
aan.
De machinist
brengt de trein tot
stilstand voorbij
sein 438.
9
De machinist verzoekt rijweg naar rangeerdeel
Instelopdracht voor
ROZ-rijweg van spoor 10
684 naar spoor 603.
De machinist zet
aan (vanaf
dezelfde stuurtafel)
en rijdt voor
rangeren beveiligd
tot het rangeerdeel
alwaar de
koppeling wordt
uitgevoerd.
De machinist
corrigeert de
treingegevens en
controleert of
ERTMS-level 1
actief is.
Sein 438 toont geel 11
knipperend
Inkomen rijweg
13
12
14 Correctie treingegevens
en ERTMS-level =1
15
De machinist
schakelt de
stuurstroom uit en
schakelt de
stroomvoorziening
uit.
16 De machinist meldt de treindienstleider dat de
rangeerwerkzaamheden zijn afgerond
17
Interactiediagram
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een rijweg met ROZ-kenmerk van spoor 604
naar spoor 684 in te stellen (1,2). Het inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider
waarneembaar via het signaleringsscherm (groene lijn) (2,3).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
80 / 164
Met het inkomen van de rijweg komt sein 432 uit stand stop (2,4).
De machinist schakelt de stroomvoorziening in; schakelt de stuurstroom in en voert via het ETCSbedientableau zijn persoonlijke identificatiecode in (4,5).
De machinist kiest rangeren (6,7) waarop de trein in de bedrijfstoestand voor rangeren gebracht
wordt (7,8).
De machinist zet aan en rijdt, overeenkomstig het op het seinbeeld, met maximaal 40 km/uur voor
rangeren beveiligd (8).
Na passage van laag tegensein 438 brengt de machinist de trein tot stilstand en verzoekt de
treindienstleider een rijweg naar het rangeerdeel (9,10).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een rijweg met ROZ-kenmerk (vanwege de door
het rangeerdeel veroorzaakte spoorbezetting) in te stellen van spoor 684 naar spoor 603 (10,11). Het
inkomen van de rijweg is voor de treindienstleider waarneembaar via het signaleringsscherm (groene
lijn) (11,12).
Met het inkomen van de rijweg toont sein 438 geel knipperend (11,13).
De machinist zet aan (vanaf dezelfde stuurtafel) en rijdt naar het rangeerdeel alwaar de koppeling
wordt uitgevoerd (13).
Na afloop van het rangeren corrigeert de machinist de in trein opgeslagen gegevens en verifieert hij
dat ERTMS-level 1 actief is (14,15).
Na afloop schakelt de machinist de stuurstroom en de stroomvoorziening uit, en meldt hij de
treindienstleider dat de rangeerwerkzaamheden zijn afgerond (16,17).
Noten
i.
In de situatie waarbij gerangeerd wordt met een trein direct nadat deze vanaf de
hoofdbaan het emplacement oprijdt vervallen de stappen 1 t.e.m. 8 omdat de trein in dat
geval automatisch omschakelt naar voor rangeren beveiligd rijden (Zie 4014, §4.3.1).
ii.
In dit voorbeeld blijft de trein binnen hetzelfde emplacement. Er zijn echter ook situaties
waarbij de trein rangeren beveiligd blijft rijden als via de hoofbaan wordt overgestoken naar
een ander emplacement (bijvoorbeeld spoor 593 bij Botlek – Europoort).
iii.
In dit voorbeeld wordt uitgegaan van door de treindienstleider ingestelde rijwegen. De
gang van zaken binnen een vrijgave-rangerengebied is vanaf stap 4 identiek echter zonder
de stappen 9 t.e.m. 13.
iv.
In dit voorbeeld wordt de gang van zaken voor koppelen uitgewerkt. In het algemeen
geldt dat alle bewegingen met ETCS-materieel waarbij de trein binnen het emplacement
blijft, voor rangeren beveiligd worden uitgevoerd.
v.
Voor wat betreft het tijdens het rangeren uithalen naar de hoofdbaan met een ETCSlocomotief geldt de volgende beperking: zodra de antenne een balise passeert wordt de
trein met noodremming tot stilstand gebracht.
vi.
֠ Om na het rangeren weer op te kunnen rijden naar de hoofdbaan is het vereist dat de
trein opnieuw vertrekgereed wordt gemaakt conform [4001]. De trein rijdt in procedure
beveiligd rijden (SR- mode) eventueel meerdere blokken het emplacement af (zie §4.2.2).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
81 / 164
vii.
֠ Op emplacementen rangeren met een radiografisch bediende ETCS-locomotief is
mogelijk mits de inzet van apparatuur op de Havenspoorlijn of Kijfhoek is toegestaan door
IVW (conform de gebruikelijke procedure voor materieeltoelating).
Dit materieel dient in ETCS SH mode te rijden. De veiligheidsvoorzieningen gaan uit van
treinen die rijden in SH mode op de emplacementen.
viii.
֠ Havenspoorlijn: Het rangeren met door IVW toegelaten materieel dat niet is uitgerust
met ETCS is toegestaan maar uitsluitend binnen het emplacement. Zie [4011] bijlage C.
ix.
Geduwd rangeren is niet beveiligd. Bij geduwd rangeren werken de ETCS
e
veiligheidsvoorzieningen te laat. De locomotief en niet de 1 wagon reageert op de balise
berichten bij het sein. B.v. Stop if in SR or SH balise berichten bij rode seinen en de
stapsgewijze reductie van de maximale SH snelheid. [4453, 4454]
4.7.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Mogelijkheid voor uithalen naar hoofdbaan beperkt.
Machinist
Voor rangeren beveiligd rijden onder ERTMS; Beperking bij uithalen naar
hoofdbaan: remingreep bij passage balise door antenne.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
82 / 164
4.7.2
[4025] Het opzenden van tractiematerieel
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het opzenden van tractiematerieel, oftewel:
het meesturen van een locomotief als niet tractievoerend onderdeel van een trein.
Bij afgeschakelde ETCS-treinapparatuur is de noodrem geactiveerd. Daarom dient de ETCSapparatuur voor opzending te wordt afgekoppeld van het remsysteem.
4.7.2.1
Uitgangspunten
a) Een locomotief is gekoppeld als niet tractievoerend onderdeel van een trein.
b) De locomotief dient in de voor opzenden vereiste bedrijfstoestand gebracht te worden.
c) Na opzending dient de locomotief weer in de voor normaal gebruik vereiste bedrijfstoestand
te worden gebracht.
4.7.2.2
Gedrag
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
83 / 164
De machinist schakelt de ETCS-apparatuur uit waardoor de noodrem geactiveerd wordt (1,2).
De machinist neemt het ETCS-systeem buiten bedrijf waarmee het wordt losgekoppeld van het
remsysteem (3,4).
Als de locomotief na opzending is losgekoppeld wordt de ETCS-apparatuur weer in bedrijf genomen
waarmee de noodrem weer geactiveerd wordt (5,6).
De machinist schakelt de ETCS-apparatuur weer in (7,8). Na het opstarten is de ETCS-apparatuur
weer stand-by.
De machinist corrigeert in trein opgeslagen gegevens en verifieert dat het juiste ERTMS-level (1 op
de Havenspoorlijn en Kijfhoek) actief is (9,10), waarna hij de stuurstroom en stroomvoorziening
afschakelt.
Noten
i.
De wijze waarop de ETCS-apparatuur uit- en in bedrijf wordt genomen, en de wijze
waarop de ETCS-apparatuur uit- en ingeschakeld wordt is niet gestandaardiseerd en verschil
daarom per treintype.
4.7.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Uit- en inschakelen ETCS-apparatuur.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
84 / 164
4.8
Het herroepen van rijwegen
Deze paragraaf behandelt de gebruikersprocessen gerelateerd aan het herroepen van rijwegen.
Het herroepen van een rijweg is iets uitzonderlijks (ter voorkoming van gevaar) omdat normaal een
eenmaal ingestelde rijweg ook bedoeld is om te worden afgereden.
4.8.1
[4027] Het herroepen van een rijweg die aan een trein is toegekend waarbij de trein tot
stilstand komt vóór de herroepen rijweg
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het herroepen van een rijweg die reeds aan
een trein is toegekend (rijweg waarvoor reeds een trein is geautoriseerd) en waarvan het op het
moment van herroepen nog niet bij de treindienstleider bekend is dat de trein tot stilstand zal komen
vóór de te herroepen rijweg. Zie [4028], §4.8.2 voor de beschrijving van de gang van zaken indien de
trein op de herroepen rijweg tot stilstand komt.
4.8.1.1
Uitgangspunten
a) Er is een rijweg ingesteld.
b) De rijweg moet – om wat voor reden dan ook – door de treindienstleider worden herroepen.
c) De trein is reeds in het bezit van een rijautorisatie over de te herroepen rijweg.
d) De trein rijdt op het moment van herroepen op een dusdanige afstand en met een dusdanige
snelheid, dat deze nog tot stilstand blijkt te kunnen komen vóór het sein voor de herroepen
rijweg.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort richting Europoort West.
Situatieschets
Een trein rijdt in het blok van sein 1204 met een rijautorisatie tot voorbij sein 603. De rijweg van
spoor RS naar spoor RT wordt herroepen op het moment dat de trein zich tussen sein 1204 en de
e
e
aangegeven 1 infillbalise bevindt: bij passage van de 1 infillbalise ontvangt de trein een autorisatie
die eindigt bij sein 1214. De trein komt tot stilstand voor het nieuwe eindpunt van de rijautorisatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
85 / 164
4.8.1.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein is zojuist sein 1204 gepasseerd. Sein 1214 is uit stand stop en de trein is in het bezit van
een rijautorisatie tot voorbij dat sein (1,2).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om de rijweg van spoor RS naar spoor RT te
herroepen (3,4). De treindienstleider wordt via het PRL-scherm geïnformeerd (witte ‘H’) dat de rijweg
wordt herroepen (4,5).
Sein 1214 wordt stoptonend. Op basis van het getoonde seinbeeld en/of inkorting van de
rijautorisatie begint de machinist een remming en brengt hij de trein tot stilstand voor het sein (4,6).
e
Bij passage van de 1 infillbalise van sein 1214 ontvangt de trein een rijautorisatie die eindigt bij sein
1214. De snelheid van de trein en de afstand tot het eindpunt van de rijautorisatie geven het systeem
in dit gebruikersproces (in tegenstelling tot bij [4028], zie §4.8.2) geen aanleiding tot een remingreep
(7,8).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
86 / 164
De trein komt tot stilstand voor stoptonend sein 1214 (9).
Na het aflopen van de herroeptimer blijkt het spoor voorbij sein 1214 nog steeds onbezet; de
infrastructuur toegekend aan de rijweg van spoor RS naar spoor RT wordt derhalve vrijgegeven
(10,11).
Noten
i.
De waarde van de herroeptimer (Route Timer) wordt per specifieke situatie vastgesteld
(zie BVS). Meestal is deze 2 á 3 minuten.
ii.
Normaalgesproken wordt de machinist door de treindienstleider op de hoogte gesteld van
het herroepen van de rijweg. Dit aspect is weggelaten uit de interactiediagrammen.
iii.
In dit voorbeeld komt de trein nog voor het sein tot stilstand als de rijautorisatie ingekort bij
passage van de 1e infillbalise. Daarmee wordt niet bedoeld te stellen dat de trein in dat geval
te allen tijde tot stilstand kan komen.
iv.
In de situatie waarbij de trein die een herroepen sein nadert op zicht rijdt, wordt informatie
uit de infillbalises genegeerd. De machinist dient de trein voor het stoptonend sein tot
stilstand te brengen (conform de bestaande procedure).
4.8.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Inkorting rijautorisatie
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
87 / 164
4.8.2
[4028] Het herroepen van een rijweg met een trein in de aankondiging die niet tot stil
stand kan komen vóór de herroepen rijweg
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het herroepen van een rijweg die reeds aan
een trein is toegekend (rijweg waarvoor reeds een trein is geautoriseerd) en waarvan het op het
moment van herroepen nog niet bij de treindienstleider bekend is dat de trein niet tot stilstand zal
komen vóór de te herroepen rijweg. Zie [4027], §4.8.1 voor de beschrijving van de gang van zaken
indien de trein nog wel tot stilstand komt.
4.8.2.1
Uitgangspunten
a) Er is een rijweg ingesteld.
b) De rijweg moet – om wat voor reden dan ook – door de treindienstleider worden herroepen.
c) De trein is reeds in het bezit van een rijautorisatie over de te herroepen rijweg.
d) De trein rijdt op het moment van herroepen op een dusdanige afstand en met een dusdanige
snelheid, dat deze niet meer tot stilstand kan komen vóór het sein voor de herroepen rijweg.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort richting Europoort West.
Situatieschets
Een trein rijdt in het blok van sein 1204 met een rijautorisatie tot voorbij sein 603. De rijweg van
e
e
spoor RS naar spoor RT wordt herroepen op het moment dat de trein tussen de 1 en de 2
e
infillbalise van sein 1214 rijdt: bij passage van de 2 infillbalise ontvangt de trein een autorisatie die
eindigt bij sein 1214. De trein kan niet meer tot stilstand komen voor het nieuwe eindpunt van de
rijautorisatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
88 / 164
4.8.2.2
Gedrag
Interactiediagram
e
De trein is zojuist de 1 infillbalise van sein 1214 gepasseerd. Sein 1214 is uit stand stop en de trein
is in het bezit van een rijautorisatie tot voorbij dat sein (1,2).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om de rijweg van spoor RS naar spoor RT te
herroepen (3,4). De treindienstleider wordt via het PRL-scherm geïnformeerd (witte ‘H’) dat de rijweg
wordt herroepen (4,5).
Sein 1214 wordt stoptonend. Zodra de machinist de ingekorte rijautorisatie of het stoptonende sein
waarneemt begint hij een remming om de trein zo spoedig mogelijk tot stilstand te brengen (4,6).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
89 / 164
e
Bij passage van de 2 infillbalise van sein 1214, ontvangt de trein een rijautorisatie die eindigt bij sein
1214. De snelheid van de trein en de afstand tot het eindpunt van de rijautorisatie geven het systeem
in dit gebruikersproces (in tegenstelling tot bij [4027], zie §4.8.1) aanleiding tot een remingreep (7,8).
De trein passeert stoptonend sein 1214 en komt tot stilstand, waarna de machinist het verzoek krijgt
het tot stilstand komen na doorschieten te bevestigen (9,10).
De machinist bevestigt het verzoek (10,11) waarop de noodrem wordt vrijgegeven (11,12). De
machinist lost de noodrem (12).
Voordat de herroeptimer afloopt raakt de rijweg voorbij sein 1214 bezet; het gedeelte vanaf de
spoorbezetting tot sein 603 wordt daarom niet vrijgegeven. De treindienstleider zal, wanneer hij het
signaleringsscherm raadpleegt, zien dat er een restrijweg (groene lijn) blijft bestaan (13,14).
Noten
Zie ook noten bij [4027], §4.8.1.
i.
De gang van zaken voor het opruimen van een restrijweg wijzigt niet (zie [4042] bijlage C)
en wordt daarom hier verder buiten beschouwing gelaten.
4.8.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Bevestigen tot stilstand komen na doorschieten.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
90 / 164
4.9
De afhandeling van storingen en onregelmatigheden
De gebruikersprocessen die in deze paragraaf worden behandeld hebben betrekking op de
afhandeling van storingen en onregelmatigheden.
4.9.1
[4006] De passage van een stoptonend bediend sein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor de passage van een stoptonend bediend
sein met aanwijzing STS.
Het betreft hier een situatie die optreedt als gevolg van een verstoring waarbij het systeem niet in
staat is een veilige rijweg voor het getroffen spoor beschikbaar te stellen.
De route voor de trein wordt, conform de bestaande STS-procedure, gecreëerd d.m.v. individuele
bedienopdrachten (handmatig of automatisch, met behulp van een instelopdracht voor een STSroute).
4.9.1.1
Uitgangspunten
a) De trein rijdt richting stoptonend bediend sein en dient volgens plan verder te rijden.
b) Er is een verstoring opgetreden waardoor er geen rijweg ingesteld kan worden. Het sein
dient met aanwijzing STS gepasseerd te worden.
c) Vanaf het volgende sein is het spoor weer normaal beschikbaar.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Europoort.
Situatieschets
Een trein rijdt volledig technisch beveiligd tot sein 1136. Van spoor PR naar spoor PP is een STSroute ingesteld. De trein rijdt hier procedureel beveiligd. Vanaf sein 1116 rijdt de trein weer volledig
technisch beveiligd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
91 / 164
4.9.1.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt richting stoptonend sein 1136 (1) (Het maakt voor de gang van zaken niet uit of de trein
hierbij volledig technisch beveiligd, op zicht of procedureel beveiligd rijdt.)
De machinist brengt de trein tot stilstand voor stoptonend sein 1136 en neemt contact om met de
treindienstleider met het verzoek om het stoptonend sein 1136 te mogen passeren (2,3).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
92 / 164
De treindienstleider stelt conform de bestaande procedure een STS-route in van spoor PR naar
spoor PP (3,4). Na controle dat de STS-route daadwerkelijk is ingesteld geeft hij een aanwijzing STS
af voor sein 1136 (5,6).
De machinist geeft het systeem te kennen verder te rijden zonder rijautorisatie (‘override’) (6,7), zet
aan en rijdt procedureel beveiligd verder (8).
Als de trein een infillbalises voor het uit stand stop verkerende sein 1116 passeert gebeurt er niets:
de trein blijft procedureel beveiligd rijden (9).
Als de voorzijde van de trein de balisegroep bij sein 1116 passeert, ontvangt de trein een
rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden (10,11) waarop de machinist verder aanzet en
volledig technisch beveiligd verder rijdt.
Nadat de treindienstleider waarneemt dat de trein sein 1116 gepasseerd is door de achterzijde van
de trein is voor de treindienstleider waarneembaar uit het onbezet raken van de laatste sectie van de
STS-route (12,13). Hierna geeft de treindienstleider het systeem opdracht om de STS-route van
spoor PP naar spoor PO te herroepen(13,14).
Noten
i.
De optie om het eindpunt van de rijautorisatie voorbij te rijden is alleen beschikbaar bij
stilstand van de trein (zie V_NVALLOWOVTRP, bijlage B).
ii.
Vanaf het moment dat de machinist te kennen geeft verder te rijden zonder rijautorisatie
(stap 7) heeft hij 60 sec de tijd en 200m de ruimte (zie resp. (zie T_NVOVTRP en
D_NVOVTRP, bijlage B) om het stoptonend sein te passeren. Om daarna weer verder te
kunnen rijden dient opnieuw verder rijden zonder rijautorisatie gekozen te worden.
iii.
Voor procedureel beveiligd rijden geldt een snelheidsplafond van 40 km/uur (zie
V_NVSTFF, bijlage B) en is er geen remcurvebewaking.
iv.
Als meerdere seinen met aanwijzing STS gepasseerd dienen te worden herhaalt de
procedure zich voor elk te passeren sein.
v.
Op bepaalde locaties is het mogelijk dat de procedureel beveiligd rijdende trein ergens in
de STS-route al een rijautorisatie ontvangt. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als het volgende
sein (bediend sein 1116) met aanwijzing STS wordt gepasseerd en het vervolgsein (p-sein
524) uit stand stop is: bij passage van het tegensein ontvangt de trein een rijautorisatie.
vi.
Mits het vervolgsein geel of beter toont schakelt de trein bij passage van de balisegroep
bij vervolgsein om op volledig technisch beveiligd rijden. De STS-route door echter tot aan
het sein: de machinist mag pas aanzetten als de gehele trein het sein gepasseerd is. Zolang
Dit nog niet het geval is, is daarom een melding m.b.t. de omschakeling zichtbaar (‘Entry in
Full Supervision’).
vii.
֠ Voor een trein rijdend onder ETCS, gelden de procedures volgens de regeling
spoorverkeer bijlage A. (Annex A 5.1.8). Als onderdeel van de procedure om een EOA (end
of autority) te passeren, dient de treindienstleider een aanwijzing STS af te geven.
viii.
In SR mode is de snelheid beperkt tot 40km/h; dit kan problemen geven bij treinen die een
opgaande helling moeten overwinnen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
93 / 164
4.9.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Procedureel beveiligd rijden
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
94 / 164
4.9.2
[4039] De passage van een stoptonend p-sein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor de passage van een stoptonend p-sein.
Het betreft hier een situatie die optreedt als gevolg van een verstoring waarbij het p-sein niet uit
stand stop komt.
4.9.2.1
Uitgangspunten
a) De trein rijdt volledig technisch beveiligd richting stoptonend p-sein en dient volgens plan
verder te rijden.
b) Er is een verstoring opgetreden waardoor het p-sein niet uit stand stop kan komen en het
ETCS systeem geen rijautorisatie voorbij het sein verstrekt. Er is echter geen sprake van
concreet gevaar of blokbezetting achter het sein.
c) Er is een spraakverbinding beschikbaar.
d) Vanaf het volgende sein is het spoor weer normaal beschikbaar.
Hieronder een voorbeeldsituatie bij de onbediende baan te Europoort richting Botlek.
Situatieschets
Een trein rijdt volledig technisch beveiligd richting stoptonend p-sein 524. Het p-sein 524 wordt met
toestemming van de treindienstleider procedureel beveiligd gepasseerd. Vanaf p-sein 520 rijdt de
trein daarom weer volledig technisch beveiligd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
95 / 164
4.9.2.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt richting p-sein 524 (1).
De machinist brengt de trein tot stilstand voor stoptonend p-sein 524 en stelt de treindienstleider
hiervan op de hoogte (2,3).
De treindienstleider deelt de machinist mee dat er geen sprake is van concreet gevaar of
blokbezetting achter het p-sein en verstrekt een aanwijzing STS (3,4).
De machinist geeft het systeem te kennen verder te rijden zonder rijautorisatie (‘override’) (4,5), zet
aan en rijdt procedureel beveiligd verder (6).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
96 / 164
Als de trein een infill balises voor sein 520 passeert gebeurt er niets: de trein blijft procedureel
beveiligd rijden (7).
Als de voorzijde van de trein de balisegroep bij sein 520 passeert, ontvangt de trein een rijautorisatie
voor volledig technisch beveiligd rijden (8,9) waarop de machinist verder aanzet en volledig
technisch beveiligd verder rijdt.
Noten
Zie ook noten bij [4006], §4.9.1.
i.
Het maakt voor de gang van zaken niet uit of de trein bij stap 1 volledig technisch
beveiligd -, op zicht of procedureel beveiligd rijdt.
ii.
֠ Voor een trein rijdend onder ETCS, gelden de procedures volgens de regeling
spoorverkeer bijlage A. (Annex A 5.1.8): Voor het passeren van een EOA (end of autority)
d.m.v. de ‘override’ functie is een aanwijzing STS door de treindienstleider verplicht.
iii.
Zolang op Havenspoorlijn en Maasvlakte baanzijdige seinen nog leidend zijn (zie Regeling
Spoorverkeer artikel 31 (2-8), kunnen p-seinen op dat baanvak zonder STS-aanwijzing
gepasseerd worden.
4.9.2.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Procedureel beveiligd rijden
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
97 / 164
4.9.3
[4008] Het verder rijden na een ongeplande stop
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het verder rijden van een trein na
ongeplande stop.
4.9.3.1
Uitgangspunten
a) De trein maakt een ongeplande stop van langer dan 2 minuten.
b) De trein is in het bezit van een rijautorisatie.
c) Het vervolgsein is uit stand stop.
Situatieschets
Een trein maakt een ongeplande stop van langer dan 2 minuten. Na circa 2 minuten (de exacte
tijdduur varieert) wordt de rijautorisatie van de trein ingekort tot het eerstvolgende sein. Nadat de
trein weer verder rijdt en de voorzijde van de trein de volgende balise passeert wordt de rijautorisatie
weer verlengd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
98 / 164
4.9.3.2
Gedrag
Interactiediagram
De machinist maakt een ongeplande stop (1).
Circa 2 minuten nadat de rijautorisatie tot voorbij sein 564 verlengd werd wordt deze weer ingekort
tot sein 564 (2,3).
Na een stilstand van langer dan ca. 2 minuten wil de machinist weer verder rijden (4). Conform de
bestaande procedure verzoekt de machinist toestemming hiervoor (4,5). De treindienstleider stemt
toe (5,7), na constatering dat er geen redenen zijn om de toestemming niet te verlenen (6,5).
De machinist zet aan en rijdt (volledig technisch beveiligd) verder (7). Aangezien sein 564 nog
steeds uit stand stop is, wordt de rijautorisatie bij passage van de eerstvolgende balise (een
infillbalise of de balisegroep bij het sein zelf) weer verlengd tot voorbij sein 564 (8,9).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
99 / 164
Noten
i.
De inkorting van de rijautorisatie gebeurt om veiligheidsredenen; ter voorkoming dat na
het herroepen van een rijweg een trein nog in het bezit is van een rijautorisatie tot voorbij het
volgende hoofdsein is terwijl er geen rijweg meer beschikbaar is (zie [4027], §4.8.1).
ii.
In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een ongeplande stop. De inkorting van de
rijautorisatie kan echter ook plaatsvinden in geval van langzaam rijden.
iii.
Bij een ongeplande stop van korter dan ca. 2 minuten vervallen de stappen 4 t.e.m. 7,
omdat in dat geval de machinist - conform de bestaande procedure - geen toestemming
hoeft vragen om weer verder te mogen rijden.
iv.
In het blok waarin een beweegbare brug ligt, wordt na ca 2 minuten (Botlekbrug westzijde
3 min) de rijautorisatie helemaal ingetrokken waardoor de trein met noodremming tot
stilstand komt; de machinist bevestigt het tot stilstand komen en meldt het voorval aan de
treindienstleider; na toestemming van de treindienstleider rijdt de machinist procedureel
beveiligd verder tot het vervolgsein alwaar de trein een rijautorisatie voor de vervolgrijweg
ontvangt (dit doet zich alleen voor in de zeer uitzonderlijke situatie dat de trein langer dan 2
minuten in het blok verkeert). De gang van zaken is vergelijkbaar aan die bij [4033], §4.9.10.
v.
Wanneer een trein een ongeplande stop maakt in de aankondiging van een overweg,
dient de machinist na het verder rijden de overweg voorzichtig aan te rijden.
4.9.3.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Inkorten rijautorisatie als 2 minuten na het verstrekken het desbetreffende sein
nog niet gepasseerd is; machinist kan na stilstand langer dan 2 minuten bij
infillbalise weer aanzetten.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
100 / 164
4.9.4
[4010] Het wegslepen van een gestrande trein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de situatie voor het wegslepen van een gestrande trein door een
ETCS-locomotief.
4.9.4.1
Uitgangspunten
a) Een trein strandt op de onbediende baan
b) De trein is niet in staat om verder te rijden.
c) Er wordt een ETCS-locomotief ingezet om de gestrande trein weg te slepen.
d) De ETCS-locomotief rijdt procedureel beveiligd over linkerspoor en nadert het laatste
tegensein voor de gestrande trein.
Hieronder een voorbeeldsituatie na het stranden van een trein op de onbediende baan bij Botlek.
Situatieschets
Een trein is gestrand op spoor PO voorbij p-sein 508 (1). De ETCS-locomotief komende vanaf de
tegengesteld richting wordt tot stilstand gebracht voor p-sein 501 (2). De treinsamenstelling die na
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
101 / 164
koppeling ontstaat vertrekt procedureel beveiligd richting p-sein 504. Vanaf dat sein rijdt de trein
volledig technisch beveiligd verder (3).
4.9.4.2
Gedrag
Interactiediagram
De machinist brengt de locomotief tot stilstand voor stoptonend p-sein 501 en verzoekt de
treindienstleider een aanwijzing STS te verstrekken (1, 1A).
De treindienstleider verstrekt een aanwijzing STS (1A, 2)
De machinist geeft het systeem te kennen verder te rijden zonder rijautorisatie (‘override’) (2,3), zet
aan, passeert procedureel beveiligd stoptonend p-sein 501 en rijdt op naar de gestrande trein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
102 / 164
De machinist koppelt de locomotief aan gestrande trein; stelt de ETCS-apparatuur van de gestrande
trein buiten bedrijf en schakelt de stroomvoorziening en stuurstroom in van de nieuw ontstane
treinsamenstelling (4). Hij voert via het ETCS-bedientableau zijn persoonlijke identificatiecode in,
kiest daarna ERTMS-level 1 en voert de treingegevens in (4,5). Zie §4.2 voor een overzicht van de
gegevens die hier ingevoerd/geverifieerd dienen te worden.
Nadat de treingegevens door het systeem zijn gevalideerd wordt de machinist via zijn ETCSbedientableau geïnformeerd omtrent acceptatie van de treingegevens (5,6).
De machinist kiest start (6,7) waarop het systeem voorstelt procedureel beveiligd te vertrekken (7,8).
De machinist bevestigt het voorstel (8,9) en rijdt procedureel beveiligd naar p-sein 504.
Op het moment van passage van de balisegroep bij p-sein 504 is het p-sein uit stand stop. De trein
ontvangt daarom een rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden, waarna de machinist
verder aanzet (10,11).
Noten
i.
Voor het (ont)koppelen is het noodzakelijk dat de trein enige bewegingsruimte heeft (voor
het ‘opbufferen’). Op de Havenspoorlijn en Kijfhoek kan zonder rijautorisatie 5 meter (zie
D_NVROLL, bijlage B) heen of weer gereden kan worden alvorens een remingreep
plaatsvindt (bewaking tegen wegrollen). Een door het systeem uitgevoerde remingreep ten
gevolge van wegrollen, dient door de machinist bevestigd te worden.
ii.
In dit voorbeeld staat de gestrande trein op de onbediende baan en is in uitgangspunt d
reeds gesteld dat de trein op linkerspoor rijdt. Daarom is er conform [4039] (zie §4.9.2) geen
interactie met de treindienstleider voordat het p-sein gepasseerd wordt. Indien het sein dat
toegang geeft tot het blok waar de gestrande trein staat bediend is, stelt de treindienstleider
een STS-route in en dient het sein met aanwijzing STS conform [4006] (zie §4.9.1)
gepasseerd te worden.
iii.
In SR mode is de snelheid beperkt tot 40km/h; dit kan problemen geven bij treinen die een
opgaande helling moeten overwinnen.
4.9.4.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Procedureel beveiligd oprijden naar de gestrande trein; buiten bedrijf stellen van
het ETCS-systeem
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
103 / 164
4.9.5
[4029] Het terugzetten van een doorgeschoten trein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het terugzetten van een trein die is
doorgeschoten tot voorbij het stoptonend sein aan het einde van de rijweg.
Doorschieten is onder ERTMS-level 1 zeer uitzonderlijk (bijvoorbeeld t.g.v. glad spoor of verkeerd
ingevulde remgegevens).
De gebruikelijke vervolgactie in deze situatie is dat er acties ondernomen worden zodat de
doorgeschoten trein verder kan rijden (zie [4030], §4.9.6). Terugzetten gebeurt alleen als daar zeer
dringende redenen toe zijn en geschiedt te allen tijde onder begeleiding.
4.9.5.1
Uitgangspunten
a) Een trein schiet voorbij het stoptonend sein aan het einde van zijn rijweg.
b) Het is om exploitatieve redenen wenselijk dat de doorgeschoten trein teruggezet wordt (in
tegenstelling tot [4030], zie §4.9.6).
Hieronder een voorbeeldsituatie op het emplacement bij Europoort.
Situatieschets
Een trein schiet voorbij stoptonend sein 1102 aan het einde van zijn rijweg. Hierdoor kan de beoogde
rijweg 1 van spoor 603 naar spoor PO voor de voor vertrek opgestelde trein niet ingesteld worden.
Omdat het de bedoeling is dat de doorgeschoten trein uiteindelijk volgens rijweg 2 het emplacement
oprijdt, wordt besloten de doorgeschoten trein terug te zetten tot voor de balisegroep bij sein 1102.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
104 / 164
4.9.5.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein schiet voorbij stoptonend sein 1102 aan het einde van de ingestelde rijweg waarop er een
noodremming plaatsvindt. Op het ETCS-bedientableau wordt het verzoek getoond om het tot
stilstand komen te bevestigen (1,2).
Nadat de trein tot stilstand komt bevestigt de machinist het verzoek (2,3) waarna de noodrem wordt
vrijgegeven waarop de machinist de noodrem lost (3,4) en de treindienstleider op de hoogte stelt van
de situatie (4,5).
De treindienstleider neemt de noodzakelijke maatregelen om de trein veilig te kunnen terugzetten
(voorkoming achterop komende trein, wissels opnieuw vastleggen etc.) (5,6). Na verificatie dat deze
maatregelen zijn uitgevoerd (6,7) verzoekt de machinist om de trein terug te zetten (7,8).
De machinist zet de trein (onder begeleiding) terug tot voor de balisegroep bij sein 1102 (8).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
105 / 164
Noten
i.
De doorgeschoten trein blijft in een specifieke bedrijfstoestand (‘post trip’) staan die
uitsluitend verlaten wordt nadat opnieuw ‘start’ wordt gekozen. Zelfs tussentijds uit- en weer
aanzetten of het wisselen van de cabine (d.w.z. het opstarten van de andere zijde) brengt de
trein niet uit deze bedrijfstoestand.
ii.
Het systeem is zo geconfigureerd dat overal binnen de Havenspoorlijn een trein na
doorschieten hoogstens 200m (voor Kijfhoek en Maasvlakte-II Buitencontour (Mvtw –
Mvtyn/Mvtnww) geldt 60m) teruggezet kan worden (zie D_NVPOTRP, bijlage B).
iii.
֠ Bij het terugzetten van een trein mag de snelheid ten hoogste 15km/u bedragen.
4.9.5.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Limiet aan het terugzetten van 200m. *
Machinist
Limiet aan het terugzetten van 200m. *
*voor Kijfhoek en Maasvlakte-II Buitencontour geldt 60m
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
106 / 164
4.9.6
[4030] Het verder rijden met een doorgeschoten trein
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de gang van zaken voor het verder rijden met een trein die is
doorgeschoten tot voorbij het sein aan het einde van de rijweg.
Doorschieten is onder ERTMS-level 1 zeer uitzonderlijk (bijvoorbeeld t.g.v. glad spoor of verkeerd
ingevulde remgegevens).
De gebruikelijke vervolgactie in deze situatie is dat de trein verder rijdt op de hieronder beschreven
wijze.
4.9.6.1
Uitgangspunten
a) Een trein schiet voorbij het stoptonend sein aan het eind van zijn rijweg.
b) Het is om exploitatieve redenen wenselijk dat de doorgeschoten trein verder rijdt (in
tegenstelling tot [4029], zie §4.9.5).
Hieronder een voorbeeldsituatie bij Europoort.
Situatieschets
Een trein schiet voorbij stoptonend sein 1102 aan het einde van zijn rijweg. Er wordt besloten de
trein verder te laten rijden d.m.v. een ROZ-kenmerk in te stellen rijweg van spoor RO naar spoor 603
(sein 430).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
107 / 164
4.9.6.2
Gedrag
Machinist
Systeem
Verzoek tot stilstand komen na doorschieten
te bevestigen
Trein komt met
noodremming tot
stilstand voorbij
sein 1102.
Trein schiet voorbij
stoptonend sein
1102 aan het einde
van de rijweg
1
Noodrem
geactiveerd
2
3
Treindienstleider
Machinist bevestigt tot stilstand komen na
doorschieten
4
Vrijgave noodrem
5
Machinist stelt treindienstleider op de hoogte van de situatie.
Machinist lost
noodrem
Opdracht om vervolgrijweg met ROZ-kenmerk
in te stellen van spoor RO naar spoor 603.
6
7
Inkomen rijweg
8
Toestemming om op zicht verder te rijden
9
Start
10
Voorstel procedureel beveiligd rijden
De machinist zet
aan en rijdt
procedureel
beveiligd tot sein
412.
11
Bevestiging voorstel
12
13
Trein sein 412 gepasseerd
Opdracht om ROZ-rijweg van spoor RO naar 14
spoor 603 te herroepen
15
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
108 / 164
De trein schiet voorbij stoptonend sein 1102 aan het einde van de ingestelde rijweg waarop er een
noodremming plaatsvindt. Op het ETCS-bedientableau wordt het verzoek getoond om het tot
stilstand komen te bevestigen (1,2).
Nadat de trein tot stilstand komt bevestigt de machinist het verzoek (3,4) waarna de noodrem wordt
vrijgegeven (4,5) waarop de machinist de noodrem lost (5) en de treindienstleider op de hoogte stelt
van de situatie (5,6).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om een rijweg met ROZ-kenmerk (vanwege de door
de trein veroorzaakte spoorbezetting) in te stellen van spoor RO naar spoor 603 (6,7). Het inkomen
van de rijweg voor de treindienstleider waarneembaar via het signaleringsscherm (groene lijn) (7,8).
Na het inkomen van de rijweg geeft de treindienstleider de machinist toestemming om op zicht
verder te rijden (8,9). De machinist kiest start (9,10) waarop het systeem voorstelt procedureel
beveiligd te vertrekken (10,11). De machinist bevestigt het voorstel (11,12) en rijdt procedureel
beveiligd naar sein 412.
Nadat de treindienstleider waarneemt dat de trein sein 412 gepasseerd is (13,14) geeft hij het
systeem opdracht om de met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg van spoor RO naar spoor 603 te
herroepen (14,15).
Noten
i.
De doorgeschoten trein blijft in een specifieke bedrijfstoestand (‘post trip’) staan die
uitsluitend verlaten wordt nadat de trein is doorgereden of teruggezet (zie [4029], §4.9.5).
Zelfs tussentijds uit- en weer aanzetten of het wisselen van de cabine (d.w.z. het opstarten
van de andere zijde) brengt de trein niet uit deze bedrijfstoestand.
ii.
In stap 9 is het ook mogelijk om verder te rijden zonder rijautorisatie (‘override’). Het
gebruik van ‘start’ heeft echter de voorkeur omdat na het kiezen van ‘override’ de remingreep
die normaal plaatsvindt bij het passeren van het eindpunt van de rijautorisatie maximaal 60
seconden (T_NVOVTRP) onderdrukt wordt.
iii.
In de situatie waarbij een trein doorschiet voorbij een sein dat toegang geeft tot een
emplacement of onbeveiligd gebied (zie [4014], §4.3.1) is het de machinist toegestaan om
desgewenst in plaats van “start” (stap 9) “rangeren” te kiezen.
4.9.6.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Met ROZ-kenmerk ingestelde rijweg procedureel beveiligd afrijden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
109 / 164
4.9.7
[4031] De afhandeling van een onverwachte remingreep t.g.v. een
snelheidsoverschrijding
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van een ‘onverwachte’ remingreep ten gevolge van
een snelheidsoverschrijding. ‘Onverwacht’ betekent op de Havenspoorlijn en/of Kijfhoek‘niet
consistent met het seinbeeld of aanwijzing’.
Deze ingreep vindt plaats op het moment dat er een restrictiever snelheidsprofiel van kracht wordt op
een moment dat de trein daarvoor te snel rijdt. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij uitzonderlijke
storingssituaties of bij slippen van de trein.
4.9.7.1
Uitgangspunten
a) De trein rijdt over een rijweg onder ERTMS-level 1.
b) Bij passage van een balise wordt het restrictiever snelheidsprofiel van kracht als gevolg
waarvan er een remingreep plaatsvindt.
c) Het restrictievere snelheidsprofiel is niet in lijn met het volgende seinbeeld.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort.
Situatieschets
Bij passage van een balise ontvangt de trein een snelheidsprofiel dat restrictiever is dan getoond op
sein 558. De machinist brengt de trein tot stilstand en vervolgt zijn rijweg - mits toestemming van de
treindienstleider.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
110 / 164
4.9.7.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt in de richting van groen tonend sein 558 (1).
Er wordt een restrictiever snelheidsprofiel van kracht als gevolg waarvan een remingreep plaatsvindt.
Er vindt een nood- of bedrijfsremming afhankelijk van de mate van snelheidsoverschrijding. De
snelheidsoverschrijding wordt gesignaleerd op het ETCS-bedientableau (2,3). Indien de trein met
noodremming tot stilstand is gekomen lost de machinist de noodrem (3).
De machinist neemt contact op met de treindienstleider en stelt deze op de hoogte van de
onverwachte remingreep (3,4). De treindienstleider stelt de infrabeheerder op de hoogte van het
optreden van de storingssituatie (4). (Zie [4101], §5.2 voor de afhandeling van ERTMS-gerelateerde
storingen.
De machinist rijdt met aangepaste snelheid verder (5), mits toestemming van de treindienstleider.
Noten
Geen.
4.9.7.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Het op de hoogte stellen van de infrabeheerder van het optreden van de
storingssituatie.
Machinist
Plaatsvinden en melden onverwachte remingreep.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
111 / 164
4.9.8
[4032] De afhandeling van het inkorten van de rijautorisatie tot een niet stoptonend
sein waarbij de trein voor het sein tot stilstand komt
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van de situatie waarbij de rijautorisatie wordt ingekort
tot een niet stoptonend sein waarbij de trein nog voor het sein tot stilstand komt.
Zie [4026], §4.9.9 voor de beschrijving van de gang van zaken indien de trein tot stilstand komt
voorbij het volgende sein.
De infillbalises en de balisegroep bij een sein worden door één LEU aangestuurd. Bij passage van
een balise waarvan de LEU faalt wordt er op het ETCS-bedientableau een melding getoond en wordt
de rijautorisatie van de trein ingekort tot aan het volgende sein.
4.9.8.1
Uitgangspunten
a) Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden.
b) De trein nadert een balise waarvan de LEU faalt.
c) De trein komt tot stilstand voor het volgende sein.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort.
Situatieschets
In de situatieschets staat de trein op het punt een balise te passeren waarvan de LEU faalt. De
rijautorisatie wordt ingekort tot p-sein 558. De trein komt nog voor het sein tot stilstand. Het gedeelte
van p-sein 558 tot p-sein 564 wordt procedureel beveiligd afgereden. Vanaf p-sein 564 ontvangt de
trein weer een rijautorisatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
112 / 164
4.9.8.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt volledig technisch beveiligd met rijautorisatie die eindigt voorbij sein 558 (1).
Nadat de voorzijde van de trein een balise waarvan de LEU faalt passeert wordt hierover op het
ETCS-bedientableau een melding getoond en wordt de rijautorisatie ingekort tot p-sein 558 (2,3).
Afhankelijk van de snelheid van de trein en de afstand tot het nieuwe eindpunt volgt een remingreep
door het systeem (2,3).
De machinist brengt de trein tot stilstand voor p-sein 558 (4). Indien de trein met noodremming tot
stilstand is gekomen lost hij de noodrem.
De machinist meldt de treindienstleider dat de rijautorisatie van de trein is ingekort tot niet
stoptonend p-sein 558 en verzoekt om een aanwijzing STS (4,5).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
113 / 164
De treindienstleider stelt de infrabeheerder op de hoogte van het optreden van de storingssituatie
(5). (Zie [4101], §5.2 voor de afhandeling van ERTMS-gerelateerde storingen.) en verstrekt een
aanwijzing STS (5, 6).
De machinist geeft het systeem te kennen verder te rijden zonder rijautorisatie (‘override’) (8,9), zet
aan en rijdt procedureel beveiligd voorbij niet stoptonend p-sein 558 (8).
Nadat de voorzijde van de trein de balisegroep bij p-sein 564 passeert, ontvangt de trein een
rijautorisatie (9,10) waarop de machinist verder aanzet en volledig technisch beveiligd verder rijdt.
Noten
i.
In dit voorbeeld wordt de rijautorisatie ingekort tot een niet stoptonend p-sein. De gang
van zaken bij een bediend sein is identiek, m.a.w.: de machinist vraagt toestemming aan de
treindienstleider om een niet stoptonend bediend sein te mogen passeren d.m.v. een
‘override’.
ii.
Voor de machinist is deze situatie nagenoeg niet te herkennen. Voor een P-sein kan je
verwachten, dat als het groen toont en je krijgt geen rijautorisatie, dat dit scenario speelt. Bij
een geel P-sein of bediend sein kan het een seinbeeld verbetering op het laatste moment
zijn en zal de machinist in release speed doorrijden. Bij het passeren van het sein wordt de
trein alsnog getript tgv van de falende LEU.
4.9.8.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Het op de hoogte stellen van de infrabeheerder van het optreden van de
storingssituatie.
Machinist
Niet verlenen rijautorisatie voorbij niet stoptonend sein; melden voorval aan
treindienstleider; procedureel beveiligd verder rijden tot volgende sein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
114 / 164
4.9.9
[4026] De afhandeling van het inkorten van de rijautorisatie tot een niet stoptonend
sein waarbij de trein doorschiet tot voorbij het sein.
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van de situatie waarbij de rijautorisatie wordt ingekort
tot een niet stoptonend sein waarbij de trein doorschiet voorbij het sein.
Zie [4032], §4.9.8 voor de beschrijving van de gang van zaken indien de trein tot stilstand komt vóór
het volgende sein.
De infillbalises en de balisegroep bij een sein worden door één LEU aangestuurd. Bij passage van
een balise waarvan de LEU faalt wordt er op het ETCS-bedientableau een melding getoond en wordt
de rijautorisatie van de trein ingekort tot aan het volgende sein.
4.9.9.1
Uitgangspunten
a) Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden.
b) De trein passeert een balise waarvan de LEU faalt.
c) De trein kan niet meer voor het volgende sein tot stilstand komen.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort.
Situatieschets
In de situatieschets staat de trein op het punt een balise te passeren waarvan de LEU faalt. De
rijautorisatie wordt ingekort tot p-sein 558. De trein schiet voorbij (niet stoptonend) p-sein 558 en
komt tot stilstand. Het gedeelte tot p-sein 564 wordt procedureel beveiligd afgereden. Vanaf p-sein
564 ontvangt de trein weer een rijautorisatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
115 / 164
4.9.9.2
Gedrag
Interactiediagram
De trein rijdt volledig technisch beveiligd met rijautorisatie die eindigt voorbij sein 558 (1).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
116 / 164
Nadat de voorzijde van de trein een balise waarvan de LEU faalt passeert, wordt hierover op het
ETCS-bedientableau een melding getoond en wordt de rijautorisatie ingekort tot p-sein 558. Omdat
de trein te snel rijdt om nog voor het nieuwe eindpunt te kunnen stoppen volgt een remingreep (2,3).
De trein passeert (niet stoptonend) p-sein 558, en komt met noodremming tot stilstand, waarna de
machinist het verzoek krijgt het tot stilstand komen na doorschieten te bevestigen (4,5).
De machinist bevestigt het verzoek (5,6) waarop de noodrem wordt vrijgegeven (6,7). De machinist
lost de noodrem (7).
De machinist meldt de treindienstleider dat de rijautorisatie van de trein is ingekort tot niet
stoptonend p-sein 558 (7,8).
De treindienstleider stelt de infrabeheerder op de hoogte van het optreden van de noodstopsituatie
(8). (Zie [4101], §5.2 voor de afhandeling van ERTMS-gerelateerde storingen.) en geeft de machinist
toestemming op te rijden naar het eerstvolgende sein (8, 9).
De machinist kiest start (9,10) waarop het systeem voorstelt procedureel beveiligd te vertrekken
(10,11). De machinist bevestigt het voorstel (11,23), zet aan en rijdt procedureel beveiligd verder
naar p-sein 564 (13).
Nadat de voorzijde van de trein de balisegroep bij p-sein 564 passeert, ontvangt de trein een
rijautorisatie (14,15) waarop de machinist verder aanzet en volledig technisch beveiligd verder rijdt
(15).
Noten
Zie ook noten bij [4032], §4.9.8.
4.9.9.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Het op de hoogte stellen van de infrabeheerder van het optreden van de
situatie.
Machinist
Doorschieten voorbij niet stoptonend sein; melden voorval aan treindienstleider;
procedureel beveiligd verder rijden tot volgende sein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
117 / 164
4.9.10 [4033] De afhandeling van een remming n.a.v. een balise-inconsistentie
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling na een remming naar aanleiding van een door de trein
gedetecteerde inconsistentie in balise-informatie. Hierbij kan het gaan om de volgende type
storingen:
3
•
Niet redundante balise gemist;
•
Een (niet redundant) balisebericht is ongeldig;
•
Een variabelen uit een balisebericht heeft een ongeldige waarde;
•
Het aantal gelezen baliseberichten is niet zoals verwacht.
•
Geen balise op verwachte locatie gepasseerd.
4.9.10.1
Uitgangspunten
a) Een trein rijdt met rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden.
b) De trein detecteert een inconsistentie in balise-informatie.
Hieronder een voorbeeldsituatie op de hoofdbaan bij Europoort.
Rijdende trein
Positie trein na stilstand
Voor optreden faalsituatie: rijautorisatie voor volledig technisch beveiligd rijden
Na optreden faalsituatie:
Trein rijdt procedureel
beveiligd
Trein rijdt volledig
technisch beveiligd
Situatieschets
In de situatieschets staat de trein op het punt de balisegroep bij sein 558 te passeren waarbij er een
inconsistentie optreedt. Na passage wordt de trein met noodremming tot stilstand gebracht. Mits
toestemming van de treindienstleider wordt de afstand tot sein 564 procedureel beveiligd afgelegd.
Vanaf sein 564 ontvangt de trein weer een rijautorisatie.
3
“Niet redundante balises” zijn met name de balises die in balisegroepen bij de seinen liggen. De infillbalises bieden uitsluitend
redundante informatie aan. Het missen van één infillbalise heeft daarom – behalve het eventueel missen van een verbetering van de
rijautorisatie - geen operationele gevolgen. Pas als 2 infillbalises worden gemist volgt een ingreep.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
118 / 164
4.9.10.2
Gedrag
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
119 / 164
De trein rijdt volledig technisch beveiligd met rijautorisatie die eindigt voorbij sein 558 (1).
De trein detecteert een inconsistentie in balise-informatie naar aanleiding waarvan de trein met een
noodremming tot stilstand wordt gebracht en de rijautorisatie wordt ingetrokken. De machinist wordt
via het ETCS-bedientableau over de balise-inconsistentie geïnformeerd en wordt verzocht om het tot
stilstand komen te bevestigen (2,3).
De trein komt tot stilstand voorbij niet stoptonend sein 558. De machinist bevestigt het tot stilstand
komen van de trein, waarna de noodrem wordt vrijgegeven (4,5,6)
De machinist lost de noodrem en stelt de treindienstleider op de hoogte van de situatie (6,7).
De treindienstleider stelt de infrabeheerder op de hoogte van het optreden van de storingssituatie
(7). (Zie [4101], §5.2 voor de afhandeling van ERTMS-gerelateerde storing.) en geeft de machinist
toestemming op te rijden naar het eerstvolgende sein (7, 8).
De machinist kiest start (8,9) waarop het systeem voorstelt procedureel beveiligd te vertrekken
(10,11). De machinist bevestigd het voorstel (11,12), zet aan en rijdt procedureel beveiligd verder
(13).
Nadat de voorzijde van de trein de balisegroep bij sein 564 passeert, ontvangt de trein een
rijautorisatie (11,12) waarop de machinist verder aanzet en volledig technisch beveiligd verder rijdt.
4.9.10.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Infrabeheerder op de hoogte stellen van balise-inconsistentie.
Machinist
Informeren treindienstleider en na procedureel beveiligd verder rijden tot
volgende sein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
120 / 164
4.9.11 [4034] De afhandeling van het stranden van de trein t.g.v. falen ETCS-treinsysteem
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van het stranden van de trein ten gevolge van het
falen van het ETCS-treinsysteem.
Deze situatie treedt op na een kritische storing in de ETCS-apparatuur op de trein die door het
beveiligingssysteem wordt gedetecteerd als niet herstelbare faalsituatie (Failure Mode) of bij het
falen van de Juridical Recorder Unit (JR).
Bepaalde storingssituaties zijn (conform de in de handleiding van het treinsysteem beschreven
werkwijze) op te heffen. Als uit de zelftest die na het weer inschakelen van de stroomvoorziening
blijkt dat de storing is opgeheven kan de machinist - mits toestemming van de treindienstleider - de
trein opnieuw vertrekgereedmaken en procedureel beveiligd oprijden naar het volgende sein.
4.9.11.1
Uitgangspunten
a) Een trein rijdt ergens op de Havenspoorlijn / Kijfhoek.
b) Er treedt een storing op in de trein die wordt gedetecteerd als faalsituatie.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
121 / 164
4.9.11.2
Gedrag
Vervoerder
Machinist
De trein rijdt ergens
op de
Havenspoorlijn
Systeem
Treindienstleider
1
Er treedt een
faalsituatie op
2
Indicatie falen (en remming)
Trein komt tot
stilstand c.q.
machinist brengt
trein tot stilstand.
Afkankelijk van
situatie vindt
Noodremming
plaats
3
4
Uitschakelen stroomvoorziening
5
In het geval dat de
trein in het bezit is
van een
rijautorisatie wordt
deze ingetrokken;
noodrem
geactiveerd.
6
Stelt de treindienstleider op de hoogte van de ontstane situatie
7
Toestemming treindienstleider om op te rijden naar volgende sein
8
Indien verder rijden onder ETCS
niet mogelijk is: handelingen om
ETCS-systeem uit bedrijf te nemen
9
Schakelt
stuurstroom weer in
10
De ETCSapparatuur is
losgekoppeld van
het remsysteem.
Rijdt verder op
seinbeeld naar het
dichtstbijzijnde
herstelpunt
11
Melding defect trein
12
Interactiediagram
De trein rijdt ergens op de Havenspoorlijn en/of / Kijfhoek (1).
Er treedt een faalsituatie op waardoor er een noodremming plaatsvindt of waardoor de JRU niet
meer functioneert (2). De machinist wordt hierover via het ETCS-bedientableau geïnformeerd (2,3).
Nadat de trein tot stilstand komt schakelt de machinist de stroomvoorziening uit waarmee een
eventuele rijautorisatie wordt ingetrokken(4,5) en de noodrem wordt geactiveerd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
122 / 164
Nadat de trein tot stilstand komt stelt de machinist de treindienstleider op de hoogte van de ontstane
situatie (6,7). De treindienstleider geeft toestemming om op te rijden naar het eerstvolgende sein
(7,8).
Indien verder rijden onder ETCS niet mogelijk is neemt de machinist het ETCS-systeem buiten
bedrijf waarmee het wordt losgekoppeld van het remsysteem (8,9).
De machinist schakelt de stuurstroom weer in en rijdt verder op seinbeeld tot het dichtstbijzijnde
herstelpunt (10).
De machinist meldt de storing aan bij zijn vervoersmaatschappij (11,12).
Noten
i.
De wijze waarop de ETCS-apparatuur wordt los- en aangekoppeld en de wijze waarop de
ETCS-apparatuur uit- en ingeschakeld is niet gestandaardiseerd en verschil daarom per
treintype.
ii.
֠ Met ‘herstelpunt’ wordt hier bedoeld: een plaats waar reparatiewerkzaamheden plaats
kunnen vinden of waarvandaan de vervoerder het defecte materieel weg kan laten slepen.
Het is niet toegestaan om met defect ETCS-materieel de eenmaal verlaten ERTMShoofdbaan weer op te rijden.
iii.
In het level 2 gebied mogen SMBs uitsluitend met aanwijzingen voorbij gereden worden [zie
GP1440 in ref D0265] met een max snelheid van 30km/h. De route richting het level 2 gebied
mag nooit in IS mode conform deze procedure uitgevoerd worden.
4.9.11.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
ERTMS-specifieke storingen.
Vervoerder
Geen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
123 / 164
4.9.12 [4035] De afhandeling van het falen van de ETCS-apparatuur bij vertrekgereedmaken
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van het falen van de ETCS-apparatuur bij het
vertrekgereedmaken van de trein.
4.9.12.1
Uitgangspunten
a) De machinist schakelt de stroomvoorziening van trein in met de bedoeling de trein
vertrekgereed te maken conform [4000] (zie §4.2.1).
b) De afloop van de zelftest van de ETCS-treinapparatuur - die na het inschakelen van de
stroomvoorziening automatisch wordt uitgevoerd - duidt aan dat er sprake is van een defect.
c) Het vertrekgereedmaken volgens het beoogde plan blijkt niet mogelijk omdat de
treinapparatuur niet of verminderd beschikbaar is.
4.9.12.2
Gedrag
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
124 / 164
De machinist wil de trein volgens plan vertrekgereedmaken en schakelt de stroomvoorziening in (1,2)
waarop de ETCS-treinapparatuur automatisch een zelftest uitvoert (2).
De afloop van de zelftest duidt op een storing. Indien het display van het ETCS-bedientableau nog
beschikbaar is wordt een storingsmelding getoond (2,3).
In geval van een ophefbare storing voert de machinist de vereiste handelingen uit zoals deze zijn
beschreven in gebruikshandleiding van de ETCS-treinapparatuur (3,4).
(Indien op dit punt de storing zou zijn verholpen maakt de machinist de trein verder volgens plan
vertrekgereed.)
De storing blijkt niet, of niet volledig, herstelbaar. De machinist constateert welke restfunctionaliteit
nog beschikbaar is (4,5), trekt de conclusie dat vertrek niet mogelijk is (5) en schakelt de
stroomvoorziening af (5,6).
De machinist neemt contact op met de treindienstleider en informeert hem dat gepland vertrek niet
mogelijk is (7,8).
De machinist meldt de storing aan bij zijn vervoersmaatschappij (9,10).
Noten
Geen.
4.9.12.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Handelingen bij- en evaluatie van storing aan ETCS-treinapparatuur
Vervoerder
Geen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
125 / 164
4.9.13 [4041] De afhandeling van een Botlek-tunnelincidentmelding
Op de Havenspoorlijn is één tunnel die voorzien is van een tunneltechnische installatie (TTI): de
Botlektunnel.
De tunnel heeft twee tunnelbuizen. In geval van een incidentmelding in één van beide tunnelbuizen,
dienen beide buizen zo snel mogelijk te worden vrijgemaakt. Daarbij wordt de volgende strategie
gehanteerd:
•
Treinen die nog tot stilstand gebracht kunnen worden voor de tunnel worden
tegengehouden;
•
Treinen in de tunnel, en treinen die niet meer voor de tunnel kunnen stoppen, worden door
de tunnel geleid.
232
230
356
360
362
2
33
322
35
2
234
320
358
538
536
534
532
866
864
846
222
862
842 844
220
860
840
848
Hieronder een detailplaatje van de situatie in de onmiddellijke omgeving van de Botlektunnel.
238
366
364
7
58
236
240
242
Seinen en sporen Botlektunnel
Een trein die zich op het moment van optreden van het tunnelincident binnen het groen gemarkeerde
gebied bevind kan ongehinderd doorrijden: het aspect van de seinen op de hoofdbaan die toegang
geven tot de tunnel (sein 860, 862, 536 en 538; gemarkeerd met rood/groene stip) alsmede de
verstrekte rijautorisaties blijven in dat geval ongewijzigd.
Als een genoemd sein uit stand stop verkeert zonder dat zich een trein in het groen gemarkeerde
aankondigingsgebied voor het betreffende sein bevindt, valt het sein terug naar rood.
De seinen toeleidend tot de in stand stop gekomen seinen vallen terug naar geel (naast sein 840,
842, 844, 230 en 232 op de hoofdbaan geldt dit ook voor de emplacementseinen 352, 356 t.e.m.
366; alle gemarkeerd met gele stip). Voor treinen komend vanaf het emplacement wordt de
rijautorisatie overeenkomstig het seinbeeld aangepast bij passage van 220x en 222x. Voor treinen
rijdend op de hoofdbaan gebeurt ditzelfde bij passage van de infillbalises.
De emplacementseinen die direct toegang geven tot de tunnel vallen terug naar rood (sein 234 t.e.m.
242; gemarkeerd met rode stip). Een trein komend vanaf het emplacement ontvangt bij passage van
balise 872x (gemarkeerd met rode stip) een noodremingreep en komt tot stilstand voor de tunnel.
4.9.13.1
Uitgangspunten
a) Er wordt een incident in de tunnel gemeld.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
126 / 164
b) Trein 1 is op het moment van de incidentmelding tegensein 864 al gepasseerd.
c) Trein 2 passeert op het moment van de incidentmelding sein 356.
Hieronder een situatieschets.
Situatieschets
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
127 / 164
4.9.13.2
Gedrag
Tunneltechnische
Installatie (TTI)
Machinist
trein 1
Trein 1 passeert
tegensein 864 met
rijautorisatie tot
sein 222.
1
Machinist
trein 2
Trein 2 passeert
sein 356 met
rijautorisatie tot
sein 866.
Systeem
Treindienstleider
2
3
Alarm over Incident in tunnel
4
Trein 1 kan
ongehinderd
doorrijden
Meldingen over incident
(“BOTTIK“ en “SPTVEIL”)
zichtbaar op overzichts- en
deelsignaleringsscherm
6
5
Trein passeert
balise 220x
Nieuwe rijautorisatie
eindigend bij sein 538.
7
Instelopdracht voor
normale rijweg van spoor
RK naar spoor RL
8
9
Sein 220 uit stand stop & trein ontvangt bij passage balises 10
bijbehorende rijautorisatie
11
Trein 2 komt tot
stilstand voor sein
538.
Herroepen van de rijweg 12
naar spoor PK
14
13
14
Treindienstleider
vergewist zich
ervan dat in tunnel
rijdende treinen
vervolgrijweg tot
voorbij de tunnel
hebben
Treindienstleider
vergewist zich
ervan dat het
herroepen van
rijwegen niet tot
gevolg heeft dat
treinen onverhoopt
in tunnel stil komen
te staan.
Treindienstleider
stelt zich op de
hoogte van situatie
Treindienstleider informeert machinist
15
Blijft tot nader order
stilstaan.
16
Einde alarmsituatie
Melding “BOTTIK”verdwijnt
17 van overzichts- en
deelsignaleringsscherm.
18
19
Treindienstleider informeert machinist
De treindienstleider
wordt (buiten het
systeem om)
geïnformeerd over
het feit dat het
spoor weer voor
treinverkeer
beschikbaar is.
20
Bereidt zich voor
op vertrek
Opdracht om spoortunnel 21
te resetten (“RESSPT”)
Melding “SPTVEIL”
22 verdwijnt van overzichtsen deelsignaleringsscherm.
Opnieuw instellen rijweg 23
naar spoor PK
24
Sein 866 uit stand stop
Machinist zet aan
en ontvangt bij
passage van de
balise bij sein 538
rijautorisatie.
25
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
128 / 164
Trein 1 passeert tegensein 864 en heeft een rijautorisatie tot sein 222 voorbij de tunnel (1).
Trein 2 passeert sein 511 en heeft een rijautorisatie tot sein 866 voorbij de tunnel (2).
De tunneltechnische installatie meldt een tunnelincident 3,4). Dit wordt zichtbaar op het overzichtsen deelsignaleringsscherm door het verschijnen van de meldingen “BOTTIK” en “SPTVEIL” (4,5).
Trein 1 kan ongehinderd verder rijden (6).
Bij passage van balise 220x ontvangt trein 2 een nieuwe rijautorisatie die eindigt bij sein 538 voor de
tunnel (7,8).
De treindienstleider vergewist zich ervan dat in de tunnel rijdende treinen een vervolgweg tot buiten
de tunnel hebben. In het gegeven voorbeeld stelt de treindienstleider een vervolgrijweg in van spoor
RK naar spoor RL (9,10). Zodra de rijweg er in komt, komt sein 220 uit stand stop (10,11). Bij
passage van de balisegroep ontvangt trein 1 de bijbehorende rijautorisatie.
De treindienstleider vergewist zich ervan dat het herroepen van rijwegen niet tot gevolg heeft dat er
treinen onverhoopt in tunnel stil komen te staan. Hij herroept de rijweg naar spoor PK (12,13).
De treindienstleider stelt zich op de hoogte van de situatie en informeert de machinist van de tot
stilstand gekomen trein 2, waarbij hij hem verzoekt om tot nader orde stil te blijven staan (14,15).
Het beëindigen van het alarm (onder de dubbele streep) is voor de treindienstleider waarneembaar
door het verdwijnen van de melding “BOTTIK” van het overzichts- en deelsignaleringsscherm (
16,17,18).
De treindienstleider wordt - buiten het systeem om - geïnformeerd over het feit dat het spoor weer
voor treinverkeer beschikbaar is (19). Hij informeert de machinist van trein 2 dat het spoor
aanstonds weer beschikbaar is(19,20).
De machinist bereid zich voor op het aanstaande vertrek (20).
De treindienstleider geeft het systeem opdracht om de spoortunnel te resetten (“RESSPT”) (21,22).
Hierna verdwijnt de melding “SPTVEIL” van het overzichts- en deelsignaleringsscherm (22,23).
De treindienstleider stelt opnieuw een rijweg in voor trein 2 naar spoor PK (23,24).
Nadat sein 866 uit stand stop komt zet de machinist aan en ontvangt de trein bij passage van de
balisegroep bij sein 866 weer een rijautorisatie (24,25).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
129 / 164
Noten
i.
Machinisten waarvan de trein tot nader orde vanwege een tunnelincident tot stilstand zijn
gebracht mogen niet verder rijden zonder expliciete toestemming van de treindienstleider.
iii.
Personeel ter plaatse is er verantwoordelijk voor dat de situatie na afhandeling van het
incident weer veilig is voor treinverkeer (geen obstakels in het spoor en spoor
onbeschadigd).
iv.
Voor elke tunnel dient de treindienstleider te beschikken over een duidelijk en eenvoudig
afhandelingschema voor incidentmeldingen.
v.
Een trein die op het moment van het optreden van het incident komend vanaf een
emplacementsein dat direct toegang geeft tot de tunnel komt (vanaf spoor 404 t.e.m. 408),
wordt - zoals genoemd in de inleiding – ten gevolge van een remingreep die plaatsvindt bij
balise 872x tot stilstand gebracht voor de tunnel.
4.9.13.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Machinist
Na optreden tunnelincident inkorten van rijautorisatie bij passage van voor dat
doel geplaatste balise.
4.9.14 [4441] De afhandeling van een tunnelincidentmelding (Tunnel Barendrecht)
Van toepassing op:
-
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft de afhandeling van een tunnel alarm in de Barendrecht overkapping.
In bovenstaande figuur wordt een overzicht van de overkapping gegeven.
Er zijn twee type alarmen voor een trein die de tunnel nadert: een alarm geldend voor de eigen
tunnelbuis en een alarm geldend voor de andere tunnelbuis.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
130 / 164
Bij een tunnelalarm in de eigen tunnelbuis gebeurt er: (bron BVS)
a) Sein B staat op minimaal de remafstand voor sein C. Het sein voor de tunnelingang en het
sein, die de remweg naar tunnelsein afdekt, gaan naar rood.
b) De seinen in de tunnel gaan naar ROZ (mits geen tegengesteld rijweg/ rijrichting is
vastgelegd)
c) De seinen na de tunnel wijzigen niet. De TRDL dient een doorgaande rijweg in te stellen om
de trein uit de tunnel te laten. Meestal zal voor de trein die zich in op locatie 3 of 4 of 5
bevindt die rijweg al ingesteld zijn
De berichten voor een ERTMS trein zijn direct afgeleid van de bijbehorende seinbeelden. Afhankelijk
van waar de trein zich bevindt, treedt de volgende situatie op voor een ERTMS trein na een TTI
alarm:
Trein
locatie
Gedrag trein na TTI alarm
vervolg
1
Trein krijgt bij het passeren van de infill van A of van de
baliegroep van sein A een rem ingreep. Trein komt tot
stilstand voor sein B.
Trein staat voor de tunnel:
geen gevaar.
Trein na passeren van sein A in Trip mode.
Afhandeling in overleg met
TRDL
2
Trein krijgt bij het passeren van de infill van B of van de
baliegroep van sein B een rem ingreep. Trein komt tot
stilstand voor sein C
Trein staat voor de tunnel:
geen gevaar. Afhandeling in
overleg met TRDL
3
Trein krijgt bij het passeren van de infill van C of van de
baliegroep van sein C een rem ingreep. Trein komt tot
stilstand voor sein D
Trein staat in de tunnel.
Afhankelijk van de situatie, kan
de trein met een aanwijzing
verder.
4
Trein krijgt bij het passeren van de infill van D of van de
baliegroep van sein D een rem ingreep. De machinist
moet binnen 5 sec de overgang naar OS bevestigen.
Wanneer de trein onder de OS max snelheid is worden
de remmen gelost. Voor een goederen trein betekent dit
dat naar alle waarschijnlijkheid de trein door de
traagheid van het remsysteem altijd tot stilstand komt.
Trein kan in OS mode verder.
5
Sein E verandert niet. Trein gaat normaal verder.
Trein vervolgt rijweg.
4.9.14.1
Uitgangspunten
a) Er is een rijweg door de tunnel ingesteld. De trein heeft een rijautorisatie van 1900m. In dit geval
is dat minimaal 3 blokken.
b) In onderstaande scenario beschrijft de afhandeling waarbij de trein op locatie 3 is op het moment
dat het TTI alarm afgaat. De trein komt voorbij sein C tot stilstand.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
131 / 164
4.9.14.2
Gedrag
De trein rijdt in ETCS Level 1 in procedureel beveiligd rijden (SR) naar het rode sein. (1)
Machinist
1
Systeem
Treindienstleider
Rijweg door tunnel
ingesteld
Trein rijdt in FS
ERTMS-level 1 op
locatie 3
TTI alarm treedt op
Sein C springt op ROOD en
sein D toont ROZ
2
3
Trein passeert de
infill balise voor
sein C
Rijweg autorisatie wordt ingekort
- trein krijgt remingreep
5
6
Trein passeert het
rode sein C
8
Trein mode wijzigt in Trip mode
Trein komt tot
stilstand na sein C
9
MCN neemt contact op met TRDL
10
TRDL geeft toestemming tunnel te verlaten
11
MCN bevestigt TRIP mode
12
Trein mode wijzigt in PostTrip mode
13
MCN kiest Start
14
Trein mode wijzigt in SR mode
-Trein passeert infill
(geen actie)
-Trein passeert
sein D
15
-Trein vertrekt
17
Trein krijgt rijautorisatie met mode OS
18
MCN bevestigt OS mode
19
Trein krijgt FS rijauthorisatie
20
-Trein passeert
Sein E
(De release speed
is aangpast naar
40km/h waardoor
de trein met
normale OS
snelheid sein E kan
passeren)
Trein verlaat tunnel
Interactie diagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
132 / 164
De ERTMS trein rijdt in L1 met rijautorisatie richting de tunnel in blok 3 (zie figuur) (1). Voor de trein
is normaliter 1900m rijweg voor de trein uit ingesteld. Kortom de rijweg is volledig door de tunnel
heen ingesteld.
Er treedt een Alarm melding op (2). De seinen binnen remweg afstand voor de tunnel springen op
rood en de seinen in de tunnel in de rijrichting gaan naar ROZ (2,3). De trein merkt deze verandering
pas bij het passeren van de eerstvolgende balise. In dit scenario is dat een infill balise van sein C.
De trein krijgt een rem ingreep (trein rijdt te hard tov remweg) (5,6). De trein komt niet tot stilstand
voor sein C en maakt een STS passage. De treinmode verandert in Trip (8,9). Wanneer de trein tot
stilstand komt, meent de Machinist contact op met de treindienstleider (9,10). Die beslist op basis
van zijn kennis van de situatie, dat de trein door kan rijden om de tunnel (overkapping) te verlaten.
(10,11). Om de trein in gang te zetten moet de MCN eerst de trip bevestigen (11,12). De treinmode
gaat naar Posttrip (12,13), in welke mode de MCN start kan kiezen (13,14) om vervolgens in
procedureel beveiligd rijden (SR mode)door de tunnel verder te kunnen rijden. Bij de passage van
infills van sein D gebeurt er niets (infill balises worden in SR mode genegeerd). Bij de passage van
sein D krijgt de trein een rijden op zicht (OS mode) rijautorisatie (17,18). De MCN bevestigt de OS
mode binnen 5 sec (18,19). De trein rijdt in OS mode de tunnel uit. Bij het passeren van de infill
balises van sein gebeurt er niets (in OS mode wordt de infill informatie niet verwerkt). De trein kan
4
sein E met 40km/h voorbij rijden . Het sein is groen. Bij het passeren van sein E krijgt de trein een
FS rijautorisatie (19,20) en kan verder op normale wijze zijn route vervolgen.
Noten
4
i.
Indien sein E niet uit de stand stop is, moet de TRDL een vervolg rijweg instellen vanaf
sein E om de trein verder te kunnen laten rijden.
ii.
Als de trein op locatie 4 is bij een tunnel alarm, krijgt de trein een remingreep. De trein
komt dan niet in Trip/Posttrip mode, maar gaat direct naar rijden op zicht (OS) mode. De
trein komt zeer waarschijnlijk wel tot stilstand door de traagheid van het remsysteem in de
trein. De MCN neemt dan contact op met de treindienstleider.
iii.
Treinen op locatie 1 en 2 komen bij een tunnel alarm altijd voor de tunnel tot stilstand.
iv.
Bij een tunnel alarm in de andere tunnelbuis is het gedrag afwijkend.
De seinen (C, D, E) binnen remweg afstand voor of in de tunnel blijven op groen indien er
een rijweg ingesteld is of als er een trein richting de tunnel onder weg is. De seinen daarvoor
gaan naar stop. (B). Een trein op locatie 2 zal een STS passage maken, maar zal voor de
tunnel tot stilstand komen. Een trein in de tunnel kan zijn route normaal zonder hinder
vervolgen.
Normaal krijgt de trein bij een OS rijweg slecht rijautorisatie voor één blok. De trein wordt dan aan het eind van het blok gedwongen
om in release speed het sein te passeren. In dit geval is de release speed naar 40km/h gebracht(mits sein uit de stand stop is) om de
trein zonder snelheidsvermindering de tunnel uit te krijgen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
133 / 164
Het sein B valt naar rood. Dien ten gevolge gaat sein A naar geel. Sein C blijft nog
180minuten op groen mits er een trein in de aankondiging voor sein C zit. Sein D en E blijven
onveranderd.
Alleen de trein op locatie 2 zal een rem ingreep krijgen bij het passeren van sein B. Deze
trein komt voor de tunnelbuis tot stilstand.
v.
Bij een alarm in de andere buis komen de vluchtdeuren na 2 minuten vrij. Normaliter zal
een trein na 2 minuten locatie 3 , 4 en 5 verlaten hebben. Maar een trein die langzam reed,
zal met lopende mensen langs de baan rekening moeten houden.
vi.
Indien een trein van rijrichting wil veranderen, na een TTI-alarm, kan de trein alleen in
isolation mode worden verplaatst.
4.9.14.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Machinist afhandeling niet wezenlijk anders dan voor ATBEG trein.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
134 / 164
4.9.15 [4453] Stapsgewijze reductie van de procedure beveiligd rijden maximum snelheid bij
het naderen van een rood sein.
Van toepassing op:
-
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft het naderen van een rood sein door een trein die in de mode
procedureel beveiligd rijden (SR mode) rijdt. Het sein is uitgerust is met een beveiliging tegen
doorschieten.
Dit kan op twee manieren:
5) De maximale snelheid voor rijden in procedureel beveiligd rijden wordt stapsgewijs voor het
rode sein verlaagd. (stapsgewijs: soort nabootsing van de remcurve)
6) De maximale snelheid voor het rijden in procedureel beveiligd rijden wordt b.m.v. een TSR
verlaagd. (dit geeft remcurve bewaking in SR mode)
Dit proces [4453] beschrijft de eerste optie. Voor de tweede optie zie proces [4454]
Dit komt op Kijfhoek met name voor op locaties waar een trein vertrekt vanaf het emplacement
richting de hoofdbaan. Bij het sein dat toegang tot de hoofdbaan geeft, wordt deze methode dan
toegepast.
4.9.15.1
Uitgangspunten
a) De machinist rijdt in procedureel beveiligd rijden (SR) naar een rood sein.
b) De rijweg naar het sein was normaal ingesteld.
Hieronder is de voorbeeld situatie afgebeeld.
430
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
135 / 164
4.9.15.2
Gedrag
De trein rijdt in ETCS Level 1 in procedureel beveiligd rijden (SR) naar het rode sein. (1)
Interactie diagram
De rijweg naar het sein is normaal ingesteld. Het te naderende sein is in de stand stop.
De machinist zal normaal naar het rode sein toe remmen. Van de aanpassingen van de maximale
SR snelheid zal de machinist geen last hebben. De trein zal door het remgedrag al onder die
e
snelheid zitten. De trein passeert de 1 balise groep op 100m voor het sein. De maximale snelheid
wordt op het ETCS scherm verlaagd naar 25km/h (3,4). Evenzo bij het passeren van de 50m balise
groep, de maximale snelheid wordt op die locatie verlaagd naar 15km/h (5,6). De trein stop
vervolgens voor het rode sein (7).
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
136 / 164
Noten
i.
Wanneer de trein boven de maximale snelheid voor procedureel beveiligd rijden uit komt,
krijgt de trein een remingreep. Er wordt een marge van (5km/h +10%) door het systeem
gehanteerd.
ii.
Wanneer de trein de balise bij het rode sein passeert, wordt de trein getript. De national
values worden altijd hersteld naar 40km/h.
iii.
Wanneer de trein na de stop keert, worden ook de national values hersteld bij het
passeren van de 50m resp 100m balises.
iv.
Wanneer het rode sein verbetert tijdens het naderen, worden bij het passeren van één
van de balise groepen de national values hersteld naar 40km/h.
4.9.15.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Machinist ziet de maximale snelheid SR snelheid stapsgewijs verlaagd worden.
4.9.16 [4454] reductie van de procedure beveiligd rijden snelheid (V_SR) mbv een TSR bij het
naderen van een rood sein.
Van toepassing op:
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft het naderen van een rood sein door een trein die in de mode
procedureel beveiligd rijden (SR mode) rijdt. Het sein is uitgerust is met een beveiliging tegen
doorschieten.
Dit kan op twee manieren:
• De maximale snelheid voor rijden in procedureel beveiligd rijden wordt stapsgewijs voor het
rode sein verlaagd. (stapsgewijs: soort nabootsing van de remcurve)
• De maximale snelheid voor het rijden in procedureel beveiligd rijden wordt b.m.v. een TSR
verlaagd. (dit geeft remcurve bewaking in SR mode)
Dit proces [4454] beschrijft de tweede optie. Voor de eerste optie zie proces [4453].
Dit proces speelt alleen bij het naderen van sein 2334 op Kijfhoek, waarbij een trein op het
emplacement vertrekt en op de hoofdbaan in SR mode dit rode sein nadert.
4.9.16.1
Uitgangspunten
a) De machinist rijdt vanaf het emplacement in procedureel beveiligd rijden (SR) naar een rood
sein op de hoofdbaan.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
137 / 164
b) De rijweg naar het sein is normaal ingesteld.
Hieronder is de voorbeeld situatie afgebeeld.
4.9.16.2
Gedrag
Machinist
Trein rijdt in
ERTMS-level 1
naar het rode sein.
Systeem
Treindienstleider
Rijweg beschikbaar
1
Max toegelaten snelheid wijzigt conform
een remcurve
2
Trein passeert de
TSR balise voor het
rode sein
3
Trein nadert het
rode sein. (infill nog
niet gepasseerd)
4
5
Stelt vervolg rijweg in van af sein
6
Sein uit de stand stop
Machinist kan niet
aanzetten; moet
sein met TSR
snelheid passeren.
7
8
Trein passeert
infillbalise
TSR wordt opgeheven; trein kan met SR
snelheid verder.
Machinist zet aan
Rijweg op scherm ingesteld
9
10
Trein passeert het
sein
MCN krijgt FS rijautorisatie op het ETCS 11
scherm
12
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
138 / 164
De trein rijdt in ETCS Level 1 in procedureel beveiligd rijden de hoofdbaan op. Bij het passeren van
de TSR-balise krijgt de machinist een remcurve naar 15km/h te zien (2,3). De machinist remt netjes
naar het rode sein (4). Op een zeker moment wordt de vervolg rijweg ingesteld (5,6). De Machinist
ziet het sein groen worden (6,7), maar kan nog niet aanzetten. Bij de passage van de infill balise
wordt de TSR ingetrokken (9,10). De trein kan naar SR snelheid opzetten en bij het passeren van het
sein krijgt de trein een rijautorisate voor het volgende blok. (11,12).
Noten
i.
wanneer de trein bij seinbeeld verbetering het sein passeert wordt de TSR ingetrokken.
Dit voorkomt dat de trein zolang die zich boven het TSR gebied bevindt, niet aan kan zetten.
ii.
Wanneer de trein de balise bij het rode sein passeert, wordt de trein getript. De TSR wordt
ook ingetrokken.
iii.
Wanneer de trein na de stop keert, worden ook de TSR door de trein zelf verwijdert.
iv.
Wanneer het rode sein verbeterd tijdens het naderen, worden bij het passeren van één
van de balise groepen de TSR ingetrokken.
v.
Wanneer de machinist om een of andere reden close cab doet, verdwijnt de TSR. In
procedureel beveiligd rijden (SR mode) neemt de machinist de seinen in acht.
4.9.16.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
4.9.17
Machinist ziet de maximale snelheid verlaagd worden.
[4455] Stapsgewijze reductie van de maximum rangeer snelheid bij een punt
waarachter niet meer in rangeren beveiligd rijden gereden mag worden.
Van toepassing op:
-
Kijfhoek
Dit gebruikersproces beschrijft het naderen van een rood sein door een trein die in de mode
rangeren beveiligd rijden (SH mode) rijdt. Het sein of locatie is uitgerust is met een beveiliging tegen
voorbij rijden in rangeer modus (SH). De maximale snelheid voor rijden in rangeren beveiligd rijden
wordt stapsgewijs voor die locatie verlaagd. Dit komt met name voor op locaties waar een trein
mogelijk vanaf het emplacement naar de hoofdbaan kan.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
139 / 164
4.9.17.1
Uitgangspunten
a) De machinist rijdt in rangeren beveiligd rijden (SH) richting hoofdbaan.
b) De rijweg naar het sein en er voorbij was normaal ingesteld.
Hieronder is de voorbeeld situatie afgebeeld.
430
4.9.17.2
Gedrag
De trein rijdt in ETCS Level 1 in procedureel beveiligd rijden (SR) naar het rode sein. (1)
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
140 / 164
Interactie diagram
De rijweg naar het sein is normaal ingesteld. Het te naderende sein is in de stand stop.
De machinist zal normaal naar het rode sein toe remmen. Van de aanpassingen van de maximale
rangeer snelheid (SH) zal de machinist geen last hebben. De trein zal door het remgedrag al onder
die snelheid zitten. De trein passeert de 1e balise groep op 100m voor het sein. De maximale
snelheid wordt op het ETCS scherm verlaagd naar 25km/h (3,4). Evenzo bij het passeren van de
50m balise groep, de maximale rangeersnelheid (SH) wordt op die locatie verlaagd naar 15km/h
(5,6). De trein stop vervolgens voor het rode sein (7).
Noten
i.
Wanneer de trein boven de maximale snelheid voor rangeer beveiligd rijden uit komt,
krijgt de trein een remingreep. Er wordt een marge van (5km/h +10%) door het systeem
gehanteerd.
ii.
Wanneer de trein de balise bij het rode sein passeert, wordt de trein getript. De national
values worden altijd hersteld naar de normale waarden ( Vshunt= 40km/h).
iii.
Wanneer de trein na de stop keert, worden ook de national values hersteld bij het
passeren van de 50m resp 100m balises.
iv.
Wanneer het rode sein verbeterd tijdens het naderen, worden bij het passeren van één
van de balise groepen de national values van Vshunt hersteld naar 40km/h.
4.9.17.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider Geen.
Machinist
Machinist ziet de maximale snelheid stapsgewijs verlaagd worden.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
141 / 164
5
5.1
Gebruikersprocessen gerelateerd aan onderhoud en beheer
Inleiding
In dit hoofdstuk worden onderhoud en beheer gerelateerde gebruikersprocessen uitgewerkt, voor
zover deze veranderen t.g.v. de invoering van ERTMS-level 1 en 25kV~.
Storings-/herstelmeldingen
Systeem
Symptomen
e ng
lijk rki
de pe
Tij sbe
id
he
el
sn
Machinist/rangeerder
Aanvullende informatie m.b.t.
storing
Treindienstleider
en
Storings-/
Herstelmeldingen
Beheerder deelsysteem
-/ en
gs g
in in
o r eld
St lm
e
t
rs
he
Infabeheerder
In hoofstuk 4 is reeds ter sprake gekomen dat storingen door de treindienstleider aangemeld worden
bij de “Infrabeheerder”. Dit is degene die de storing registreert en bepaalt bij welke beheerder een
storing aangemeld wordt.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
142 / 164
5.2
[4101] De afhandeling van een ERTMS-gerelateerde storing
Van toepassing op:
-
Havenspoorlijn, Brdv – Mvtw en Mvtw – Mvtyn/Mvtnww
Kijfhoek
De componenten van het ERTMS-beveiligingssysteem zijn ondergebracht in de verschillende
relaishuizen en –kasten en in het spoor zelf.
Als er een storing optreedt in één van de ERTMS-gerelateerd deelsystemen, dan is het de machinist
die daarvan in eerste instantie de gevolgen merkt.
De vervoerder is verantwoordelijk voor het onderhoud en beheer van het ETCS-treinsysteem, Keyrail
voor het onderhoud en beheer van de LEU’s, balises en andere walcomponenten. Om de storing te
kunnen verhelpen zal die storing door de juiste beheerder onderzocht en opgelost moeten worden.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van mogelijke storingen en hun symptomen en is bedoeld
als handvat bij de bepaling van de verantwoordelijke beheerder.
Storing
Symptoom- Havenspoorlijn
Falen ETCS
•
Storing beperkt zicht tot één trein.
•
Eventuele storingsindicatie zichtbaar
op ETCS-bedientableau.
•
Trein ontvangt geen rijautorisatie.
•
Storing betreft alle treinen in één
specifiek blok.
•
Het sein is uit stand stop.
•
Rijautorisatie van de trein wordt niet
verlengd tot voorbij het sein c.q. wordt
ingekort tot het sein (zie [4032] De
afhandeling van het inkorten van de
rijautorisatie tot een niet stoptonend
sein waarbij de trein voor het sein tot
stilstand komt, §4.9.8).
•
Bij passage van het sein wordt er een
foutmelding op ETCS-bedientableau
getoond.
•
Trein krijgt – na procedureel afrijden
van het betreffende blok - bij het
volgende sein weer wel rijautorisatie.
•
Storing betreft alle treinen in één
specifiek blok.
•
Het sein is uit stand stop.
•
Na passage van de infillbalises is de
trein nog in het bezit van een
rijautorisatie conform seinbeeld.
•
Bij passage van het sein wordt de
Falen LEU of
kabelonderbreking op
input LEU
Falen balisegroep bij
sein of
kabelonderbreking
balisegroep
Symptoom – Kijfhoek / MV-II
Buitencontour
•
Identiek Havenspoorlijn
•
Er wordt geen foutmelding
op het ETCS bedientableau
getoond.
•
Identiek Havenspoorlijn
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
143 / 164
Storing
Symptoom- Havenspoorlijn
Symptoom – Kijfhoek / MV-II
Buitencontour
trein met noodremming tot stilstand
gebracht en wordt er een foutmelding
op ETCS-bedientableau getoond (zie
[4033] De afhandeling van een
remming n.a.v. een baliseinconsistentie, §4.9.10).
Falen infillbalise of
kabelonderbreking
infillbalise
•
De trein krijgt – na procedureel
afrijden van het betreffende blok - bij
het volgende sein weer een
rijautorisatie
•
Storing betreft alle treinen bij passage
van één specifieke infillbalise.
•
In geval van een kabelonderbreking
wordt bij passage van de infillbalise de
rijautorisatie ingekort tot het volgende
sein.
•
Ingeval van een falende infillbalise
wordt het snelheidsprofiel/de
rijautorisatie van de trein wordt bij
passage van de infillbalise niet
aangepast conform veranderd
seinbeeld.
•
Identiek
Havenspoorlijn
De beheerder heeft de volgende middelen tot zijn beschikking om een diagnose van de storing te
stellen:
-
Train Recorder Unit (TRU). Dit onderdeel van de treinapparatuur bevat een log van ontvangen
baliseberichten en diagnostische informatie. N.b.: de beheerder dient over apparatuur/software te
beschikken om de log uit te lezen. Deze apparatuur/software is niet gestandaardiseerd maar
ETCS-leverancier specifiek.
-
Balise and Encoder Programming and Test tool (BEPT). Met dit apparaat kan de juiste werking
van Balises en LEU’s gecontroleerd worden.
5.2.1.1
Uitgangspunten
a) Er treedt een voor de machinist merkbare, ERTMS-gerelateerde storing op; bijvoorbeeld
[4031] (zie §4.9.7), [4032] (zie §4.9.8), [4033] (zie §4.9.10) of [4034] (zie §4.9.11).
b) Het betreft een storing die niet reeds is aangemeld.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
144 / 164
5.2.1.2
Gedrag
Interactiediagram
Er treedt een voor de machinist merkbare, ERTMS-gerelateerde storing op (1,2).
De machinist geeft de storing door aan de treindienstleider onder vermelding van de symptomen en
de op het ETCS-bedientableau getoonde informatie (2,3).
De treindienstleider verzamelt alle voor de storing relevante informatie (5,6):
•
bij welk sein de storing optrad;
•
op welke tijd de storing optrad;
•
hoe de rijweg was ingesteld;
•
wat de relevante status van de infrastructuur was;
•
welke de trein(en) die bij de storing was/waren betrokken.
Als het een nog niet eerder aangemelde storing c.q. aanvullende informatie van een bekende
stroring betreft, stelt hij de infrabeheerder op de hoogte (3,5).
De infrabeheerder bepaalt welk systeem de storing veroorzaakt en meldt de storing aan de
betreffende beheerder. De storing wordt volgens de bestaande procedures afgehandeld (6).
Noten
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
145 / 164
Geen.
5.2.1.3
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
ERTMS-specificieke storingssituaties.
Machinist
ERTMS-specifieke storingssituaties.
Infrabeheerder
ERTMS-specificieke beheerders.
Beheerder
ERTMS-specificieke deelsystemen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
146 / 164
5.3
[4102] Het instellen/verwijderen van een tijdelijke snelheidsbeperking
In situaties waarbij dat vereist is kunnen snelheidsbeperkingen door het systeem worden
afgedwongen door de vaste balise in de balisegroep bij het sein tijdelijk te vervangen door een balise
die een bericht met informatie over de tijdelijke snelheidsbeperking uitzendt. Dergelijke balises zijn
herkenbaar omdat zij zijn voorzien van een blauw label.
Bij de implementatie van ERTMS-level 1 op de Havenspoorlijn is de rijautorisatie op de DMI
ondergeschikt aan de buitenseinen. Op Kijfhoek rijden ook nog ATB treinen. Plaatsing van L-, A- en
E-borden zijn dan ook nog steeds noodzakelijk.
Om een tijdelijke snelheid ook af te dwingen in ERTMS treinen moet deze procedure ook worden
toegepast.
De tijdelijke snelheidsbeperking wordt geïmplementeerd door de vaste balise uit de balisegroep bij
het sein dat toegang geeft tot het blok voorafgaand aan het blok waarin het beginpunt van de
tijdelijke snelheidsbeperking ligt te vervangen door een balise die voor dit doel is geprogrammeerd.
De onderstaande variabelen dienen in de balise geprogrammeerd te worden:
-
De afstand tot het beginpunt van de tijdelijke snelheids beperking.
-
De lengte van de tijdelijke snelheidsbeperking (L_TSR, in meter)
-
De toegestane snelheid (V_TSR, in eenheden van 5 km/uur)
De balise wordt geprogrammeerd met BEPT (“Balise and Encoder Programming and Test Tool).
Hieronder een voorbeeldsituatie.
Situatieschets
De vaste balise uit de balisegroep bij p-sein 558 is tijdelijk vervangen door een blauw gelabelde
balise waarin een de tijdelijke snelheidsbeperking overeenkomstig de bebording als volgt is
geprogrammeerd:
-
Afstand tot de tijdelijke snelheidsbeperking: 1359 meter (1350 + 9)
-
Lengte van de tijdelijke snelheidsbeperking: 400 meter (1750 – 1350)
-
Toegestane snelheid: 40 km/uur
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
147 / 164
5.3.1.1
Gedrag
Interactiediagram
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
148 / 164
De infrabeheerder ontvangt een opdracht om een tijdelijke snelheidsbeperking in te stellen (1). Hij
neemt contact op met de treindienstleider (1,2). De treindienstleider meldt de geschikte treinvrije
periode terug aan de infrabeheerder (2,3).
De infabeheerder geeft de beheerder opdracht om L-, A- en E-borden en een balise voor de tijdelijke
snelheidsbeperking te plaatsen (3,4).
De beheerder verzorgt de plaatsing van de borden en de programmering en plaatsing van de balise
(4,5). Na verificatie dat de balisegroep correct functioneert en of de tijdelijke snelheidsbeperking
conform de opdracht is geïmplementeerd (5,6) meldt de beheerder de infrabeheerder dat de
opdracht is uitgevoerd (6,7).
De infrabeheerder stelt de treindienstleider op de hoogte dat de tijdelijke snelheidsbeperking is
ingesteld (7,8).
Nadat de infrabeheerder opdracht ontvangt om een tijdelijke snelheidsbeperking te verwijderen (9)
neemt hij contact op met de treindienstleider (9,10). De treindienstleider meldt de geschikte treinvrije
periode terug aan de infrabeheerder (10,11).
De infabeheerder geeft de beheerder opdracht om de L-, A- en E-borden te verwijderen en de
normale vaste balise in de balisegroep terug te plaatsen (11,12).
De borden worden verwijderd en de normale balise wordt teruggeplaatst (12,13). Na verificatie dat
de balisegroep correct functioneert (13,14) meldt de beheerder de infrabeheerder dat de opdracht is
uitgevoerd (14,15).
De infrabeheerder stelt de treindienstleider op de hoogte dat de tijdelijke snelheidsbeperking is
verwijderd (15,16).
Noten
i.
De snelheidsbeperking is geprogrammeerd in een vaste balise. Dit impliceert dat het
wordt uitgezonden ongeacht de ingestelde rijweg. Hetgeen het bijeffect heeft dat elke ETCStrein die met rijautorisatie het L-bord passeert te maken krijgt met een tijdelijke
snelheidsbeperking, ook als de trein niet over het spoor met het A-bord rijdt.
ii.
Voor zowel plaatsing (stap 3 t.e.m. 7) als verwijdering (stap 11 t.e.m. 15) dient rekening te
worden gehouden met een maximale doorlooptijd van 72 uur.
iii.
De machinist dient er rekening mee te houden dat wanneer een trein die vertrekt vanaf
een positie voorbij de balise waarin een tijdelijke snelheidsbeperking is geprogrammeerd,
deze tijdelijke snelheidsbeperking niet door het systeem zal worden afgedwongen.
iv.
֠ Dit proces beschrijft de plaatsing van een TSB balise. Het uitgangspunt hiervoor is het
document “BR_GUID_0081 Application_of_TSR_for_Level_1_operation v1.1” voor de
exacte informatie dient dat document geraadpleegd te worden.
v.
Bepalen waar een TSR moet worden aangebracht in samenhang met L, A en E borden staat
beschreven in Richtlijn ontwerp tijdelijke snelheidsbeperkingen in ERTMS [RLN60560-3]
vi.
NB: het is een algemene ERTMS eigenschap dat TSR informatie verdwijnt na het afsluiten
van het ETCS-bedientableau.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
149 / 164
5.3.1.2
Consequenties van de werkwijze
Gebruiker
Wijziging
Treindienstleider
Geen.
Infrabeheerder
Opdracht geven om naast plaatsing van L-, A- en E-borden ook balise te
plaatsen.
Beheerder
Plaatsing balise voor tijdelijke snelheidsbeperking
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
150 / 164
5.4
[4103] Werken aan de infrastructuur
De bestaande werkwijze blijft gehandhaafd. Het enige verschil is dat er gebruik wordt gemaakt van
een nieuw type kortsluitlans (ZKL3000) geschikt voor 25kV~ en Jade.
(Wanneer ETCS Level 1 eerst in dienst gaat zonder 25kV speelt de ZLK3000 uiteraard nog geen
rol.)
ZKL3000
De ZKL3000 is een zelfsignalerende kortsluitlans. Deze wordt aangebracht door deze tussen beide
spoorstaven in te klemmen (zie afbeelding) . Een elektronische schakeling controleert de waarde van
de kortsluitweerstand waardoor de installateur kan controleren of de ZKL goed geïnstalleerd is.
De ZKL is maximaal 24 uur achtereen te gebruiken.
(bron: http://www.infrasafetyservices.nl)
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
151 / 164
Bijlagen
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
152 / 164
A Overzicht dekking ERTMS Operational Rules
Hieronder een tabel met een overzicht van de mate waarin onderkende ERTMS Operational Rules,
zoals beschreven in Annex A1 van [TSI OPE] (zie referentielijst hoofdstuk 2) door het systeem voor
de Havenspoorlijn worden afgedekt.
Hoofdstuk in TSI Annex A1
Dekking
Onderbouwing
1 Introduction
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
2 Glossary
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
3 Documents
Deels gedekt
Voor zover van toepassing en wat
betreft de informatie in written orders
01, 02 en 05. Written orders 03 en 04
worden in Nederland niet gebruikt.
4 ERTMS train categorie
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
5 Preparing a train as a tandem
movement
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
6 Awakening on an awakening track
Niet van toepassing
Er zijn geen 'awakening tracks'
gedefinieerd.
7 Ending a train as a tandem
movement
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
8 Performing shunting movements in
SH
Gedekt
Zie [4014] en [4021].
9 Entering data
Gedekt
Voor zover van toepassing. Zie [4000].
10 Departure of the train
Gedekt
Zie 4001 en 4038 en 4002.
11 Reacting in function of DMI/
signalling system instruction
Deels gedekt
Spanningssluis wordt aangekondigd
door tekstbericht; iconen worden niet
getoond. Zie [4017]. De rest, waar van
toepassing, gedekt.
12 Principles for level 1
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
13 Running On sight
Gedekt
Zie [4003], [4004] en [4005].
14 Managing Failures of the onboard
system Levels
Gedekt
Voor zover van toepassing. Zie [4034]
en [4035].
15 Awakening outside an awakening
track
Niet van toepassing
Er zijn geen 'awakening tracks'
gedefinieerd.
16 Preparing a train as a tandem
movement for assistance
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
17 Ending a train after assistance
Niet relevant
Bevat geen regelgeving.
18 Overpassing the transition point in
degraded situations from level 2 to
Niet van toepassing
Er wordt uitsluitend ERTMS-level 1
toegepast.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
153 / 164
level 1 and from level 2 to level 1.
19 Managing Unplanned Temporary
Speed Restrictions
Gedekt
Afgedekt door de bestaande
procedure. Zie ook [4101].
20 Authorised Overriding EOA
Deels gedekt
Zie [4006], [4039], [4032], [4010] en
noten bij [4030] [4026], en [4033].
Aanwijzing STS (written order 01)
wordt alleen afgegeven voor passage
van stoptonend bediend sein (conform
de bestaande werkwijze).
21 Managing lack of radio
communication
Niet relevant
Er wordt uitsluitend ERTMS-level 1
toegepast.
22 Taking measures in the event of an Anders ingevuld
emergency situation
Bestaande regelgeving.
23 Revoking an authorisation for train
movement
Deels gedekt
Zie 4027 en 4028. Written Order 04
wordt niet gebruikt in Nederland.
24 Taking measures in response of
train trip
Gedekt
Zie [4028], [4029] en [4030].
25 Managing Route unsuitability
Anders ingevuld
Rijweggeschiktheid wordt niet
gevalideerd (zie [4000]) maar is
onderdeel van het
treintoelatingsproces.
26 Entering an occupied track section
within a station Level 1, 2
Anders ingevuld
Bestaande regelgeving geldt. Bij
inrijden emplacement schakelt de trein
om naar rangeren beveiligd rijden. Zie
[4014].
27 Emergency Propelling
Niet relevant
Wordt niet toegepast.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
154 / 164
B Overzicht regionale waardes voor de Havenspoorlijn en Kijfhoek/Maasvlakte-II
Buitencontour
Variabelenaam
Betekenis
Waarde
Hvnspln
Waarde
Kfh – MVII BC
NID_C(k)
Identificatie van de regio
425
425
V_NVSHUNT
Snelheidslimiet voor rangeren beveiligd rijden. 40 km/uur
40 km/uur
V_NVSTFF
Snelheidslimiet procedureel beveiligd rijden.
40 km/uur
40 km/uur
V_NVONSIGHT
Snelheidslimiet op zicht rijden.
40 km/uur
40 km/uur
V_NVUNFIT
Snelheidslimiet onbeveiligd rijden.
10 km/uur
10 km/uur
V_NVREL
Vrijlaatsnelheid.
15 km/uur. Bij 15 km/uur. Bij
p-sein 30
p-sein 30
km/uur via
km/uur via
rijautorisatie.
rijautorisatie
D_NVROLL
Afstand wegrollen voor remingreep plaatsvindt. 5 m
5m
Q_NVSRBKTRG
Of bij berekening van remcurve van
beschikbaarheid bedrijfsrem mag worden
uitgegaan.
Ja
No
Q_NVEMRRLS
Of de noodrem rijdend gelost mag worden.
Nee
Nee
V_NVALLOWOVTRP
De hoogste snelheid waarbij de optie om het
eindpunt van de rijautorisatie voorbij te rijden
beschikbaar is.
0 km/uur
0 km/uur
V_NVSUPOVTRP
Snelheidslimiet procedureel beveiligd rijden
tijdens het verder rijden zonder rijautorisatie.
15 km/uur
15 km/uur
D_NVOVTRP
Afstand waarover remingreep door ERTMS
200 m
tijdelijk is uitgeschakeld bij verder rijden zonder
rijautorisatie.
200 m
T_NVOVTRP
Tijdsduur dat de remingreep wordt onderdrukt 60 sec.
die normaal plaatsvindt bij het passeren van het
eindpunt van de rijautorisatie .
60 sec
D_NVPOTRP
Maximumafstand terugzetten doorschieten.
200 m
60 m
M_NVCONTACT
Ingreep die plaatsvindt nadat radiocontact
langer dan toegestaan is verbroken.
Bedrijfsrem. Bedrijfsrem.
Niet relevant Niet relevant bij
bij level 1.
level 1.
5
5
Het is ProRail beleid om het gebruik van de service rem voor supervisie door ERTMS niet toe te passen i.v.m.de lengte van de
remcurves van de service rem (de meeste goederen treinen hebben overigens geen service rem). Indien gebruik wordt gemaakt van
een goederentrein met service rem, dient de machinist, indien een remming nabij de overgang van Havenspoorlijn naar Kijfhoek
plaatsvindt (bij seinen 3008, 3010, of 3512), rekening te houden met een restrictievere remcurve bij passage van deze seinen.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
155 / 164
Variabelenaam
Betekenis
Waarde
Hvnspln
Waarde
Kfh – MVII BC
T_NVCONTACT
Tijdsduur dat radioverbinding verbroken mag
zijn voordat ingreep plaatsvindt.
35 sec. Niet
relevant bij
level 1.
35 sec. Niet
relevant bij
level 1.
M_NVDERUN
Of machinistidentificatie rijdend mag worden
veranderd.
Ja
Ja
D_NVSTFF
Maximumafstand procedureel beveiligd rijden. Onbeperkt
Q_NVDRIVER_ADHES Of de gladspoorconditie door de machinist mag Ja
worden ge(de)selecteerd.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
Onbeperkt
Ja
156 / 164
C Niet uitgewerkte gebruikersprocessen
Op basis van de beschikbare handboeken werkinstructies en voorschriften is een lijst met
gebruikersprocessen afgeleid die in dit document zijn uitgewerkt. Hieronder een overzicht van
gebruikersprocessen die weliswaar zijn onderkend maar om de vermelde reden niet zijn uitgewerkt.
Gebruikersproces
Reden niet uitgewerkt
[4304] Afhandeling als trein niet kan vertrekken
Wijzigt niet.
[4303] Het vertrek met extra aandacht
Wijzigt niet.
[4315] Laat bijsturen
Wijzigt niet.
[4314] Afhandeling vertraging trein
Wijzigt niet.
[4302] Vertrekprocedure bij het te laat instellen van de
rijweg
Wijzigt niet.
[4301] Afhandeling als een machinist wil vertrekken maar Wijzigt niet.
er geen rijweg is ingesteld
[4305] De aankomst van de trein
Wijzigt niet.
[4313] Roestrijden
Wijzigt niet.
[4308] Rijden met aanwijzing AKI/AHOB/AOB
Wijzigt niet.
[4307] Rijden met aanwijzing VR of SB
Wijzigt niet.
[4310] Het rijden met een voertuig zonder de zekerheid
van juiste spoordetectie
Wijzigt niet.
[4312] Het rijden met een buiten-profieltrein
Wijzigt niet.
[4317] Het vervoer van gevaarlijke stoffen
Wijzigt niet.
[4011] Het rijden met niet met ETCS uitgerust materieel
Alleen toegestaan binnen emplacementen
met door IVW toegelaten materieel.
Locomotieven zonder ETCS mogen alleen in
opzending de hoofdbaan op.
[4020] De passage van een bediende brug
Zie voor passage bovenleidingsloze sectie
bij Botlekbrug 4019. Verder geen wijzigingen.
[4024] Het rangeren met radiografisch bestuurd
tractiematerieel
Toegestaan mits veilige werking is
aangetoond. Zie [4021].
[4036] Het uitvoeren van een rangeerbeweging op de
hoofdbaan
Identiek aan 4010.
[4040] Vrijgave rangeren
Wijzigt niet.
[4309] Het herroepen van een over bezet spoor
ingestelde ROZ-rijweg
Wijzigt niet.
[4042] Het opruimen van een restrijweg.
Wijzigt niet.
[4311] Afhandeling sectiestoring
Wijzigt niet.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
157 / 164
[4103] Werken aan de infrastructuur
Behalve dat gebruik wordt gemaakt van een
nieuw type kortsluitlans (zie [4103]) wijzigt er
niets.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
158 / 164
D Verschillen met gebruikersprocessen A15-tracé
Hieronder een opsomming van de verschillen tussen de gebruikersprocessen voor de Havenspoorlijn
in dit document en de gebruikersprocessen zoals die voor het A15-tracé zijn gedefinieerd (in D0265,
D0270 en D0275, zie de referentielijst in hoofdstuk 2).
Gebruikersproces A15-tracé
Verschil met Havenspoorlijn
Verschil met Kijfhoek
Algemeen: regionale
variabelen
(zie bijlage B)
De maximum snelheid voor
Zie Havenspoorlijn
procedureel beveiligd rijden
(V_NVSTFF) en voor rangeren
beveiligd rijden (V_NVSHUNT) is op
de Havenspoorlijn 40 km/uur en op
het A15-tracé 30 km/uur.
De vrijlaatsnelheid is op de
Havenspoorlijn bij bediende seinen
15 km/uur en bij p-seinen 30 km/uur.
Op het A15-tracé is de
vrijlaatsnelheid bij de transities 0
km/uur en elders 15 km/uur.
[1010] Het
vertrekgereedmaken van de
trein
Op de Havenspoorlijn is het ERTMS- Zie Havenspoorlijn
level altijd 1 en hoeven geen
radioverbindingsgegevens te worden
verstrekt. Zie resp. [4000] en [4025].
[1071] Het weer opstarten van
een locomotief na opzending
[1451] Het vertrek zonder
Bij de Havenspoorlijn niet van
radioverbinding trein met RBC toepassing.
Zie Havenspoorlijn
[1170] Het wegzetten van de Op de Havenspoorlijn wordt trein op Zie Havenspoorlijn
trein
emplacement weggezet. Daar liggen
geen balises. Zie [4014].
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
159 / 164
Gebruikersproces A15-tracé
[1021] Het vanuit het TAFvenster oprijden naar een
normale rijweg in geval van
een bekende treinpositie
[1040] Het vanuit het TAFvenster oprijden naar een
ROZ-rijweg in geval van een
bekende treinpositie
Verschil met Havenspoorlijn
Verschil met Kijfhoek
Op de Havenspoorlijn staan
Zie Havenspoorlijn
lichtseinen i.p.v. SMB's en hoeft de
machinist geen spoorvrijbevestiging
te geven (oftewel is er geen TAFvenster). Op de Havenspoorlijn
ontvangt de trein een rijautorisatie bij
passage van de eerste balisegroep
voor het sein; op de A15 nadat de
machinist spoorvrij heeft bevestigd.
[3260] Het van buiten het
TAF-venster oprijden naar
een rijweg
[1030] Het oprijden naar een
rijweg in geval van een
onbekende treinpositie
[1060] Afhandeling als een
Op de Havenspoorlijn rijdt de
machinist wil vertrekken maar machinist op lichtseinen en is er dus
er geen rijweg is ingesteld
wat dat betreft geen verschil met
conventionele systemen.
[1061] Vertrekprocedure bij
het te laat instellen van de
rijweg
Op Kijfhoek rijdt de Machinist in een
ETCS trein op cabine sein.
Seinen zijn niet strijdig; de snelheids
indicatie van de DMI is leidend
[1070] Het vervolgen van een Op de Havenspoorlijn wordt de
Zie Havenspoorlijn
rijweg na een stilstand van
rijautorisatie voorbij een volgend sein
langer dan 2 minuten
ingetrokken als ca. 2 minuten na het
verstrekken de trein nog niet voorbij
het sein is. De rijautorisatie wordt
weer verlengd bij passage van de
volgende balise voor het sein (mits de
rijweg nog beschikbaar is). Op de
A15 heeft stilstand, ongeacht de
tijdsduur, geen technische gevolgen.
Zie [4008].
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
160 / 164
Gebruikersproces A15-tracé
[1100] Het rijden onder
ERTMS-level 2 in ERTMSlevel 2 gebied
Verschil met Havenspoorlijn
Verschil met Kijfhoek
Op de Havenspoorlijn rijdt de trein
Op de Havenspoorlijn rijdt de trein
onder ERTMS-level 1. Op de A15 kan onder ERTMS-level 1. Op de A15
de trein continu informatie ontvangen; kan de trein continu informatie
op de Havenspoorlijn alleen bij
ontvangen; op de Havenspoorlijn
balisespassages. Daarom liggen er alleen bij balisespassages. Daarom
t.b.v. seinbeeldverbetering, op de
liggen er t.b.v. seinbeeldverbetering,
Havenspoorlijn per sein maximaal 3 op de Havenspoorlijn per sein
infillbalises.
maximaal 3 infillbalises.
Op de A15 wordt volledig op
cabinesignalering gereden; op de
Havenspoorlijn is de
cabinesignalering aanvullend op de
lichtseinen. Zie [4003].
[1140] Omschakelen rijden op Op de A15 dient de machinist
zicht naar volledig technisch spoorvrij te bevestigen. Op de
beveiligd rijden
Havenspoorlijn hoeft er geen
handelingen te worden verricht. Zie
[4005].
Op de A15 en Kijfhoek wordt
volledig op cabinesignalering
gereden
Zie Havenspoorlijn
[1330] Het koppelen van een Rangeerbewegingen worden op de Zie Havenspoorlijn
trein aan een tractieloos
Havenspoorlijn op emplacementen
rangeerdeel
uitgevoerd waarbij ETCS-treinen, in
tegenstelling tot op de A15, altijd voor
[1340] Het combineren van
rangeren beveiligd rijden. Zie
twee treinen
[4021].Voor wat betreft het rangeren
[1350] Het splitsen van een op de Havenspoorlijn met door IVW
trein
toegelaten materieel dat niet is
[1360] Het keren of kopmaken uitgerust met ETCS introduceert de
toepassing van ERTMS op de
van een trein
Havenspoorlijn geen extra
[1370] Het omlopen van een beperkingen t.o.v. de bestaande
locomotief
situatie (bij ATB). Zie [4021].
[2040] Het rangeren binnen
een vrijgaverangerengebied
[1300] Het inrijden van
ERTMS-level 2 beveiligd
gebied vanuit ATBEG
beveiligd gebied
De Havenspoorlijn is voorzien van
ERTMS-level 1. Er staat geen CSsein langs de baan. Zie [4012].
Nvt
[1290] Het inrijden van
ATBEG beveiligd gebied
vanuit ERTMS-level 2
beveiligd gebied
De Havenspoorlijn is voorzien van
ERTMS-level 1. Verder geen
wezenlijk verschil. Zie [4013].
Idem; Zie [4013]
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
161 / 164
Gebruikersproces A15-tracé
[1280] Het inrijden van
ERTMS-level 2 beveiligd
gebied vanuit permanent
rangeergebied
Verschil met Havenspoorlijn
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn.
Verschil met Kijfhoek
Nvt
[1270] Het inrijden van
permanent rangeergebied
vanuit ERTMS-level 2
beveiligd gebied
[1190] De passage van een
stoptonend sein met
aanwijzing STS.
Op de Havenspoorlijn moet de
Zie Havenspoorlijn
machinist bij de passage van meerder
stoptonende seinen telkens opnieuw
aangeven het sein zonder
rijautorisatie voorbij te rijden. Op het
e
A15-tracé hoeft dit alleen voor het 1
stoptonend sein. Zie [4006].
[1260] Het inrijden van
ATBEG beveiligd gebied
vanuit PZB-beveiligd gebied
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn.
Niet van toepassing voor de
Kijfhoek.
[1262] Het inrijden van het
dekkingsgebied van een
GSM-R-provider
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn.
Niet van toepassing voor de
Kijfhoek.
[1400] De passage van een
gebied waar een stopverbod
geldt
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn.
Niet van toepassing voor de
Kijfhoek.
[1401] De passage van een
helling door een Zware
goederentrein
Als trein op de Havenspoorlijn langer Zie Havenspoorlijn
dan ca. 2 minuten na afgeven
rijautorisatie stil staat (voor het
brandend H-sein) wordt de
rijautorisatie ingekort. Zie [4016]. Rij
autorisaties de Botlek tunnel in
kennen geen tijdslimiet.
[1261] Het inrijden van PZBbeveiligd gebied vanuit
ATBEG-beveiligd gebied
[3190] De bediening van een Niet van toepassing voor de
dienstoverpad
Havenspoorlijn.
Niet van toepassing voor de
Kijfhoek.
[3210] De planmatige
bediening van beweegbare
waterkeringen
Niet van toepassing voor de
Kijfhoek
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn.
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
162 / 164
Gebruikersproces A15-tracé
Verschil met Havenspoorlijn
Verschil met Kijfhoek
[1440] Het verder rijden met
Op Kijfhoek mag een trein ook in
Op de Havenspoorlijn is het, i.g.v.
gedeactiveerd ETCS-systeem
defecte ETCS-apparatuur toegestaan ATB rijden.
om met buiten bedrijf gesteld ETCSapparatuur op seinbeeld verder te
rijden om de rit af te kunnen maken.
Zie [4034]. Op het A15-tracé staan
geen lichtseinen maar SMB’s en
wordt daarom verder gereden
conform de gang van zaken bij het
rijden met gedoofd sein.
[1490] De afhandeling van het Niet van toepassing voor de
Zie Havenspoorlijn
uitvallen van de
Havenspoorlijn. Op de Havenspoorlijn
radioverbinding
wordt de rijautorisatie ingeval van een
falende LEU ingekort tot het
[1450] Het rijden zonder
desbetreffende sein. Zie [4032] en
radioverbinding met het RBC
[4028]. Voor het verder rijden is geen
[1502] De afhandeling van
aanwijzing vereist zolang het
een voorwaardelijke noodstop seinbeeld verder rijden toestaat.
[1503] De afhandeling van
een remming n.a.v. een
balise-inconsistentie
Voor balisegroepen bij seinen is de . Zie noten bij [4033]
gang van zaken identiek. Echter, bij
falen van infillbalises ontvangt de
trein geen informatie over verlenging
van rijautorisatie. Pas bij falen twee
achtereenvolgende infillbalises volgt
een noodstop. Zie [4033].
6076 De afhandeling van
rijautorisatie (MA) storingen.
Anders vanwege andere werking
ERTMS-level 1. Zie [4101].
[3<nnn>] Alle
gebruikersprocessen
gerelateerd aan het werken
aan de infrastructuur.
Op Havenspoorlijn blijft de bestaande Zie Havenspoorlijn
werkwijze van kracht. Enige
verandering is de toepassing van een
voor Jade geschikte kortsluitlans. Zie
[4103].
[6070] De afhandeling van
KBV/Bev21 (VIS/IXL/TFM)storingen
[6180] Herstart VIS
[6160] Herstart CLC/FE
[6130] Herstart RBC
[6140] Reset RBC
[6150] Operationeel maken
RBC kanaal
[6152] Herstart NTG
Niet van toepassing voor de
Niet van toepassing voor de
Havenspoorlijn omdat de betreffende Kijfhoek.
deelsystemen daar niet bestaan.
[1245] Het opruimen van
onterechte bezetmeldingen
Op Havenspoorlijn blijft de bestaande Op Kijfhoek blijft bestaande
werkwijze van kracht.
werkwijze van kracht (via EBS)
Zie Havenspoorlijn
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
163 / 164
Gebruikersproces A15-tracé
Verschil met Havenspoorlijn
Verschil met Kijfhoek
[1470] Het
instellen/verwijderen van een
tijdelijke snelheidsbeperking
bij verstoring
Op Havenspoorlijn blijft de bestaande Zie 4102
werkwijze van kracht. Waar dat
vereist is kunnen baliseberichten
tijdelijk worden aangepast
overeenkomstig de tijdelijke
snelheidsbeperking. Zie 4102.
[1470] Het
instellen/verwijderen van een
tijdelijke snelheidsbeperking
als grensmaatregel
[5093] Het geforceerd
verwijderen van een
blokkering
[5094] Het geforceerd
deblokkeren en teruggeven
van een werkzone
[6250] Het blokkeren van een
HHT
[6210] Beheer HHTgebruiksnamen en
wachtwoorden
[6200] Opslag, uitgifte en
inname van HPU’s
Niet van toepassing omdat er op de Niet van toepassing voor de
Kijfhoek. (geen HHT)
Havenspoorlijn geen Handheld
Terminal (HHT) gebruikt wordt en de
bestaande werkwijze voor veilig
werken aan de infrastructuur van
kracht blijft.
[6051] De behandeling van
verhinderingen bij
installatiewijzigingen
Op Havenspoorlijn blijft de bestaande Niet van toepassing voor de
werkwijze van kracht.
Kijfhoek. (geen RBC)
RLN60561-3 Gebruikersprocessen -De Havenspoorlijn & Kijfhoek (D0472 v3.1)
164 / 164