III HARC JOURNAAL III

Download Report

Transcript III HARC JOURNAAL III

Klaar
voor een
historisch
racejaar
III HARC JOURNAAL III
Zandvoort 1962. De Porsche 356 B Carrera Abarth van Ben Pon naast de Lotus 7 van Tonio
Hildebrand en de Ataf Porata van Henk Deken. Oftewel: drie totaal verschillende auto’s bestuurd
door drie totaal verschillende karakters. Een foto die aantoont hoe rijkelijk gevarieerd de
Nederlandse racehistorie is. De startvelden van de Historische Auto Ren Club blinken eveneens
uit door een grote variatie van mensen en machines. We mogen ons daarom weer verheugen
op een veelbelovend seizoen dat in het eerste weekeinde van mei begint met de State of Art
Historische Zandvoort Trophy en eind augustus zijn hoogtepunt beleeft met de derde editie van
de Historic Grand Prix. In dit HARC Journaal brengen we u alvast in de stemming voor wat een
mooi jaar belooft te worden! ■ Foto Archief Porsche
RTL GP Magazine
109
HARC JOURNAAL
MENEER DRAAIJER
T
Vergeet Jimmy Clark of Stirling Moss. De bekendste man van het circuit Zandvoort was ooit Willem
Draaijer. Hans Hugenholtz herinnert zich de beroemde bewaker.
oen na de eerste races op het nieuwe circuit van
Zandvoort mijn vader in 1949 de eerste directeur
werd, was de exploitatie van het circuit ondergebracht
bij een gemeentelijke instantie: de Stichting Touring
Zandvoort. Deze had als doel het promoten van het
dorp, dus behalve het circuit viel ook de plaatselijke
VVV daaronder, welke zorgde voor hotelboekingen, folders en
promotie in het buitenland.
Deze stichting had burgemeester Van Fenema als voorzitter,
een tweetal bestuursleden en Hans Hugenholtz Sr als directeur.
Mijn vader hield kantoor op het Raadhuisplein, in een soort
houten gebouwtje waar hij een kamer had, verder was er een
balie om gasten wegwijs te maken en hotelkamers voor ze te
boeken.
Aangezien het circuit verder geen personeel had, overtuigde
mijn vader het bestuur van het belang van een permanente
bewaker. Dat werd de legendarische Willem Draaijer.
Meneer Draaijer (hij wordt wel eens omschreven als Ome
Willem, maar daarvoor straalde hij teveel gezag uit, dus het was
altijd meneer Draaijer), was een ras-Zandvoorter die uitstekend
geschikt was om het circuit veilig te houden en geld te innen van
enthousiastelingen die er rondjes op kwamen rijden.
Dat was vooral veilig voor die bezoekende gasten, want om
het geheel nou echt veilig te noemen onder zijn hoede, was
misschien wat teveel gezegd...
Willem had om zijn werk goed te kunnen doen maar een paar
attributen nodig: een ets, een bezem, spullen om hekken te
repareren en een eind hout met uitstekende roestige spijkers.
Door de oorlog, waarin de helft van Zandvoort door de bezetter
werd gesloopt, had Willem het niet zo op onze oosterburen, die in
de jaren vijftig en zestig in grote getale naar Zandvoort kwamen
en daar dan ook het circuit bezochten. Als het keurige Duitse
autoclubs waren die een dagje kwamen scheuren, was er geen
probleem, maar wie probeerde het circuit op te rijden zonder zijn
toestemming liep het risico met dat eind hout voor z’n kop te
worden geslagen. Willem was een man van weinig woorden!
Door de vele jaren dat hij vanuit zijn witte, houten huisje naast
de slagboom het circuit voor mijn vader bestierde, was Willem
een kenner geworden die niet alleen foute guren snel herkende
en tot de orde riep, maar hij wist ook feilloos de rijkwaliteiten
van al die verschillende mensen te beoordelen. Hij had weliswaar
geen rijbewijs, maar instinctief had hij het vaak bij het rechte
eind.
Zo ook die keer dat er een Duitse bezoeker met een vroege
Porsche over het circuit aan het boenderen was, terwijl mijn
vader met Willem in het bewakingshokje zat te praten. Midden
in het gesprek stond Willem op, pakte zijn bezem en stapte op
zijn ets om richting de pits te etsen, waarop mijn vader hem
vragend aankeek en het fabuleuze antwoord kwam: “Dat is een
klant voor Bloksma!”
In de Tarzanbocht stond destijds jarenlang een uit houten
latten opgebouwd reclamebord van Bloksma Radiateuren en ja
hoor: nog geen dertig seconden later het geluid van blokkerende
wielen en een doffe klap. De Porsche lag in het Bloksma-bord,
en Willem was al halverwege om het spul bij elkaar te vegen!
In de eerste jaren was het circuit maar in zeer beperkte mate
bebouwd. Weliswaar was er een tribune, een toren voor de
tijdwaarnemers en kleine pits, maar meer ook niet. Rond de
baan lag enorm veel zand en de enige manier om dat vast te
houden was het planten van helmgras. Daarmee was Willem
vaak bezig en dus verbleef hij veelvuldig buiten op het terrein.
In het najaar gebeurde het regelmatig dat Willem op zijn ets
naar het houten kantoortje in het dorp kwam om mijn vader te
spreken. Hij had dan als standaardvraag: “Meneer Hugenholtz,
heeft u nog bruin pakpapier?” Dit was de geheime code voor
een niet ongebruikelijke transactie. Mijn vader gaf Willem zijn
pakpapier en korte tijd later kwam het terug met gestroopte
fazanten of hazen erin verpakt - als goede Zandvoorter was
Willem een berucht stroper die op het circuit natuurlijk vrij spel
had terwijl elders de politie bezig was stropers te pakken.
Ergens in de zestiger jaren kreeg Willem er een collega bij, de
heer Schuiten, omdat het circuit inmiddels bijna 300 dagen per
jaar in gebruik was en hij het alleen niet meer kon bolwerken. In
1966 kwam er nog een medewerker bij, de heer Koper, een zeer
elegante man die er meer als een bankier uitzag dan bewaker
van een racecircuit. Van DAF wist mijn vader het eerste
gemotoriseerde vervoer aan te schaffen voor deze heren, een
DAF 600 pick-up, keurig oranje gespoten. Willem heeft dat ding
nooit bestuurd, maar ik mocht als zestienjarige de twee andere
bewakers er rijles mee geven!
Uiteindelijk ging Willem met pensioen en was Zandvoort niet
meer zoals vroeger; alleen het stropen bleef hij doen, dus het
bruine pakpapier bleef in ere! ■
Het geluid van blokkerende wielen en een doffe klap.
De Porsche lag in het Bloksma-bord en Willem was al halverwege om het
spul bij elkaar te vegen!
Grand Prix van Nederland 1961 Wolfgang
von Trips raast langs het beroemde
Bloksma-bord met zijn Ferrari 156 Dino, op
weg naar de overwinning. Rechterpagina
Willem Draaijer (uiterst links) met naast
hem Hans Hugenholtz Sr bij de Hirondelle
van Rob Slotemaker.
110
RTL GP MAGAZINE
RTL GP Magazine
111
HARC JOURNAAL
112
RTL GP MAGAZINE
WAT EEN
UITZICHT!
Trophy of the Dunes 1970. Starter Ben Huisman laat zijn navel zien aan Ed Swart in de Team Radio Veronica Abarth 2000 S (6), de Duitser Helmut Kelleners in zijn eigen
March-Chevrolet en Gijs van Lennep in de Porsche 917K van het Finse AAW-team waarmee hij met een tijd van 1:125,3 de pole position veroverde. Kellener’s March 707
was de eerste van slechts twee Groep 7-auto’s gebouwd door de een jaar eerder opgerichte racewagenfabriek March. Helmut reed op Zandvoort zijn onder de vlag van
de Deutsche Auto Zeitung ingeschreven wagen naar de tweede plaats achter Van Lenneps Porsche die de race over veertig ronden won in 59 minuten en 27 seconden.
RTL GP Magazine
113
HARC JOURNAAL
Michel Vaillant
in de duinen
ZALIG ZANDVOORT
Zandvoort in de Sixties. Volle startvelden met toerwagens. Ad van Beurden was erbij.
Het is moeilijk te vinden maar de moeite van het zoeken
waard: De Zaak Bugatti, het Michel Vaillant-album uit 1991
dat zich grotendeels afspeelt tijdens historische races op
het toen nog tijdelijk ingekorte circuit van Zandvoort. Met
enkele bekende gezichten in een bijrol.
Kloksgewijs van linksboven Zandvoort Trophy om het EK toerwagens, 29 augustus 1965: Ed Swart (84)
Klo
met zijn Abarth 1000TC op weg naar de zege in de Divisie 1; de Belg Matthieu Verjans (123) viel uit met deze
me
Jaguar Mk II; Rokende BMW 1800 TI van Hubert Hahne (111); Maarten Jonker in de Racig Team Holland
Jag
DKW F11 (72). Links John Whitmore met zijn Alan Mann Racing Lotus Cortina (105). Onder Toerwagenrace
DK
in hhet voorprogramma van de Grand Prix, 24 mei 1964: een BMW 700 S voor een armada Mini Coopers
en een eenzame Saab. De race werd gewonnen door de door Downton Engineering ingeschreven Austin
Mini Cooper S van Rob Slotemaker voor de Mini’s van Tonio Hildebrand en Erik Hazelhoff Roelfzema.
Min
In De Zaak Bugatti vraagt een oude
vriend van Steve Warson of hij en Michel
Vaillant hem willen helpen met het
organiseren van een historische race voor
zijn gefortuneerde vader. Deze race vindt
uiteindelijk plaats op Zandvoort waar de
voor het evenement verzamelde Bugatti’s
in de nacht voor de wedstrijd worden
gestolen. In het verhaal duiken allerlei
Nederlandse autosporters op. Linksboven
Michel Oprey, Hans Hugenholtz en Ben
Huisman in de paddock. En is dat niet
Arie Ruitenbeek met wie Jacky Ickx op de
achtergrond staat te praten? Boven Jan
Lammers doet aan de race mee met een
Ferrari 166 uit 1948. Links Aankomst van
diverse auto’s op het door Jean Graton
zoals altijd zeer gedetailleerd getekende
circuit anno 1991, met de nog oude tribune
en dito pitboxen.
114
RTL GP MAGAZINE
RTL GP Magazine
115
HARC JOURNAAL
F
ormule Ford 1600 gold jarenlang als de
belangrijkste opstapklasse voor jong
racetalent, met bijvoorbeeld Ayrton Senna
en Michael Schumacher als prominente
leerlingen.
Ook Nederland kent een rijke 1600-historie. Niet
alleen reden latere toppers als Boy Hayje, Michael
Bleekemolen en Jan Lammers in hun jonge jaren met
een Formule Ford, de alom populaire en destijds nog
betaalbare klasse was in de nationale racerij ook een
smaakmaker op zich, met dikke startvelden vol talent,
gevestigde namen en hobbyrijders. Prachtig dat deze
historie nu herleeft tijdens de Marcel Albers Trophy.
Komt dat zien op Zandvoort, tijdens het eerste weekend
van mei! ■
Marcel Albers
Trophy
De State of Art Historische Zandvoort Trophy zal dit jaar worden opgeluisterd door de
première van een bijzonder initiatief: de Marcel Albers Trophy, een race voor historische
Formule Ford 1600’s, vernoemd naar de coureur die 25 jaar geleden het Nederlands
Kampioenschap in deze ooit fameuze klasse won, maar in 1992 om het leven kwam tijdens
een Formule 3-race in Engeland.
116
RTL GP MAGAZINE
Hoofdfoto Het Formule Ford-veld duikt de Tarzan Bocht in tijdens het
Racefestival va 1986. Op kop de Mondiale van Gert Valkenburg (5) en
de Van Diemen van Frans Vörös (21), vandaag de dag vaste testrijder
van RTL GP Magazine. Links De Formule Ford werd in 1966 bedacht
door de Britse vestiging van de Amerikaanse autofabrikant. Al snel
werden er ook in Nederland Formule Ford-races verreden, zoals hier
in 1971. Onder Marcel Albers op weg naar de Nederlandse titel, 1989.
WIE WAS MARCEL ALBERS?
SAMEN met vijftienduizend andere gegadigden meldde
de kartcoureur Marcel Albers zich in 1988 voor de
Marlboro Challenge. Een jaar later stapte hij in een
Formule Ford 1600 en behaalde meteen het Nederlands
kampioenschap. In 1990 reed hij in de Formule Opel-Lotus
Euroseries waarin hij zesde
werd, en vervolgens Formule 3
in Engeland en in de Marlboro
Masters, waarin hij als derde
eindigde achter David Coulthard
en Jordi Gene. Met een fabrieksRalt van Alan Docking Racing
begon Marcel het F3-seizoen
1992 voortvarend met het
winnen van de openingsrace op
Donington Park. Op Tweede Paasdag, tijdens de derde
race op Thruxton, botste hij tegen teamgenoot Elton
Julian, een crash die hij niet overleefde. Marcel Albers
leeft voort op het in 1998 geplaatste Nationaal Autosport
Monument bij de ingang van Circuit Park Zandvoort en
nu dus ook in de Marcel Albers Memorial Trophy. ■
RTL GP Magazine
117