HNP-werkprogramma

Download Report

Transcript HNP-werkprogramma

HNP-WERKPLAN 2014
Brussel, 31 januari 2014
Inhoudsopgave
Woord vooraf
1
Inleiding: Het HNP en de Europese Unie in 2014
Leeswijzer
3
4
4
2
Van strategie naar uitvoering
5
3
Informatievoorziening
8
4
Inhoudelijke thema’s
4.1 De vier prioritaire dossiers
4.1.1 HNP-business case energie en klimaat
4.1.2 HNP-businesscase fysieke en maatschappelijke
leefomgeving
4.1.3 HNP-business case Regionale Economie en
Innovatie
4.1.4 HNP-business case Luchtkwaliteit
4.2 HNP-event in 2014
9
9
9
12
15
17
20
Bijlage 1: Posities en verantwoordelijkheden
Bijlage 2: Lijst met afkortingen en verklaringen
2
Woord vooraf
In aanloop naar het HNP-werkplan 2014 is gekozen voor een andere voorbereiding dan in
de voorgaande jaren. Dit mede naar aanleiding van de in 2012 vastgestelde
Europastrategie IPO en het in opdracht van het IPO-bestuur in februari 2013
gepubliceerde rapport ‘Provinciaal positiespel in Brussel en Den Haag’ (Radboud
universiteit).
De inzet is de positie van de medeoverheden te verstevigen door het mobiliseren van
eigen expertise. De blijvende behoefte aan “uitvoeringsexpertise” bij de Europese
Commissie en het meer en meer ontbreken daarvan op Rijksniveau bij
gedecentraliseerde onderwerpen biedt die gelegenheid.
Op 4 juli 2013 is een brainstorm gehouden met HNP-bestuurders, HNP’ers en Europacontactpersonen uit provinciehuizen en IPO-secretariaat. De brainstorm heeft tien
onderwerpen opgeleverd waarvan er vijf zijn uitgewerkt op basis van de Brusselse/EU
actualiteit in 2014 en daarna.
Op 29 november 2013 heeft het HNP-bestuur op basis van de vijf uitgewerkte
onderwerpen (Energie en klimaat, fysieke en maatschappelijke leefomgeving, regionale
economie en innovatie, luchtkwaliteit, transport) vier onderwerpen aangewezen als
prioritaire HNP-dossiers voor 2014. Met uitzondering van het onderwerp transport dat in
2014 geen gezamenlijke provinciale inzet in Brussel vraagt.
Op verzoek van het HNP-bestuur zijn de vier onderwerpen in december 2013 uitgewerkt
in vier business cases die voor een verdere aanscherping en aanvullingen zijn gezonden
aan de betreffende Ambtelijke Adviescommissie’s (AAC) van het IPO en de Kring van
Provinciesecretarissen:
AAC Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling en Waterbeheer (DROW);
AAC Regionale Bereikbaarheid en Regionaal Openbaar Vervoer (RBROV);
AAC Regionale Economie en Energie (REE);
AAC Vitaal Platteland (VP)
De AAC’s bespreken de business cases in januari of februari 2014. De verwachte
aanscherping en aanvullingen verwerken we in dit concept HNP-werkplan. Dit betekent
ook een actualisatie van de EU-onderdelen in de IPO-meerjarenagenda, die het IPObestuur vaststelt op 20 maart 2014.
3
1 Inleiding: Het HNP en de Europese Unie in 2014
Op 22 oktober 2013 publiceerde de Europese Commissie (EC) haar werkprogramma voor
2014. Het bevorderen van economische groei en werkgelegenheid blijft het voornaamste
aandachtspunt. Het is verder een bescheiden programma aangezien medio 2014 een
nieuwe EC aantreedt. Deze zal zich laten voeden met plannen, voorstellen en ideeën om
in de komende periode tot een ambitieus mandaat te komen. Dit vormt voor de
provincies de gelegenheid om de eigen Europese agenda tijdig onder de aandacht te
brengen van de nieuwe EC en het nieuwe Europees Parlement (EP) dat na de Europese
verkiezingen in mei 2014 aantreedt.
Leidraad voor de twaalf provincies in Brussel zijn de provinciale agenda’s en
doelstellingen. Van daaruit bepalen de provincies de gezamenlijke inzet in afstemming
met de IPO-meerjarenagenda voor dossiers die voor alle provincies en het IPO van
belang zijn. Het HNP richt zich op de kennis- en netwerkanalyse van een beperkt aantal
dossiers en treedt proactief op als verbindende schakel tussen de achterban (provincies
en IPO) en de EU/Brussel.
De provincies leveren een bijdrage aan het bereiken van Europese doelen die
voortvloeien uit onder andere de Europa 2020 strategie om de Europese Unie in 2020 tot
de kenniseconomie van de wereld te maken. Provincies dragen bij aan het behalen van
Europese ambities door Europees beleid te integreren in hun kerntaken.
De provincies hebben als partners van de Europese instellingen wat te bieden. Het
leveren van een inhoudelijk aanbod op met name gedecentraliseerde onderwerpen die op
de Europese agenda staan is daarbij aan de orde.
Leeswijzer
Dit HNP-werkplan houdt rekening met de uitwerking van de IPO-Europastrategie over
een effectieve gezamenlijke aanpak en met de IPO-meerjarenagenda waarin de
onderwerpen die gezamenlijk worden opgepakt zijn benoemd.
Hoofdstuk twee beschrijft de HNP-werkwijze in algemene zin. Hoofdstuk drie behandelt
de informatievoorziening. En hoofdstuk vier, paragraaf een worden de prioritaire dossiers
beschreven in de vorm van business cases. Het betreft de prioritaire dossiers energie en
klimaat, fysieke en maatschappelijke leefomgeving, regionale economie en innovatie,
luchtkwaliteit. In paragraaf twee is het HNP-evenement 2014 beschreven.
4
2 Van strategie naar uitvoering.
Inleiding
De algemene doelstelling van het HNP is het verkrijgen van een effectieve positionering
en vertegenwoordiging van de provincies in Brussel. Het HNP is de vooruitgeschoven post
in Europa. Het behartigt de provinciale belangen op het Brusselse speelveld en is
daarmee de lobbyorganisatie van de provincies. Het HNP richt zich op de kennis- en
netwerkanalyse van een beperkt aantal dossiers. Het HNP treedt proactief op als
verbindende schakel tussen Brussel en de achterban (provincies en IPO) en coördineert
de strategie en het netwerk voor de Europese lobbydossiers.
IPO
(netwerkanalyse
& regio op lobby
in Den Haag)
Provincies
(kennisanalyse)
HNP (EU
Netwerkanalyse
& regio op lobby
in Brussel)
Strategie &
Lobby
Leidraad voor de twaalf provincies in Brussel zijn de provinciale agenda’s en
doelstellingen. Van daaruit bepalen de provincies de gezamenlijke inzet in afstemming
met de IPO-meerjaren-agenda voor dossiers die voor alle provincies en het IPO van
belang zijn.
Europa is facetbeleid binnen het IPO. Facetbeleid (IPO) en integraal Europees beleid
(provincies) komen bij het HNP samen. Bij de HNP-lobby gaat het om een
gecoördineerde actie: wie doet wat op welk moment? Dat betreft zowel de interne kant
(binnen de provincies) als naar buiten toe, het beïnvloeden van de gehele Europese
beleidscyclus.
Extern
Provinciaal doel
Het HNP draagt bij aan de gehele Europese beleidscyclus door vanuit de provinciale
belangenbehartiging te ‘brengen’ en te ‘halen’. ‘Brengen’ door het delen van kennis,
bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van Europees beleid dat de provincies raakt
en aangaat, en het tonen van goede provinciale voorbeelden die passen binnen de
Europese doelstellingen. ‘Halen” is het gebruiken van Europese programma’s en
structuurfondsen, en samenwerken in Europese netwerken.
De Europese beleidscyclus biedt verschillende momenten voor beïnvloeding. In de visie
nota ‘Bestuur en bestuurlijke inrichting: tegenstellingen met elkaar verbinden’ van de
minister van Binnenlandse Zaken (oktober 2011) staat dat de positie van de regio’s in
Europa wordt versterkt. Dit betekent dat provincies hun rol in het proces van
betrokkenheid en dus beïnvloeding verder en pro actief moeten invullen.
Provinciale inzet
Om de ambities van de provincies te behalen zet het HNP verschillende instrumenten in.
Op gezamenlijke dossiers is het HNP zo vroeg mogelijk betrokken bij
beleidsvoorbereiding van de EC. Zodra een initiatief van de EC op stapel staat,
raadpleegt de Commissie de Europese gemeenschap. Zij doet dat onder andere via
consultaties. Wanneer consultaties over prioritaire dossiers gaan zorgt het HNP ervoor
dat de provincies met een gezamenlijk standpunt reageren op het initiatief van de EC.
Na de verwerking van reacties op consultaties volgt een commissievoorstel. Voor elk
formeel document dat de EC publiceert, schrijft het kabinet een kabinetsreactie via de
procedure Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). Provinciale experts, IPOmedewerkers en/of HNP-medewerkers schrijven hieraan mee. Verderop in de
beleidscyclus, zodra onderhandelingen door het EP over commissievoorstellen zijn
gestart, denken de provincies via het HNP mee met Europarlementariërs en leveren
indien nodig concept amendementen aan. Tegelijkertijd behandelt de Raad hetzelfde
voorstel. Ook hier denkt het HNP samen met provinciale experts mee via deelname aan
interbestuurlijke dossierteams van verschillende ministeries, in overleggen met de PV en
5
met inbreng via de lobbyisten in Den Haag bij de Tweede Kamer ter voorbereiding van de
behandeling van raadsvergaderingen.
Andere instrumenten zijn rapporteurschappen van provinciale bestuurders in het CvdR,
het organiseren van bijeenkomsten, het hebben van gesprekken met relevante partijen
en betrokken zijn bij gedelegeerde en uitvoerende handelingen van de Europese
Commissie.
De ambities die zijn geformuleerd in hoofdstuk vier en de verschillende momenten die
provincies en het HNP kunnen benutten in de beleidscyclus vraagt om prioritering gezien
de beschikbare capaciteit en het absorptievermogen van de medewerkers in Brussel en
bij de twaalf provincies en het IPO-secretariaat. Het HNP creëert massa door samen te
werken in wisselende coalities van regio’s of andere lobbygroepen en met de Council of
European Municipalities and Regions.
De uitkomsten van het onderzoek van de Radboud Universiteit over de positie van regio’s
in het Europese beleidsproces geeft handvatten voor een betere beïnvloeding van de
Europese beleidscyclus door sterker in te zetten op gedecentraliseerde onderwerpen die
op de Europese agenda staan.
Intern
Op basis van het HNP-werkplan acteren de provincies en het IPO gezamenlijk in Brussel.
Voor de gezamenlijke dossiers hebben de HNP-lobbyisten de regie op de lobby als het
primaat in Brussel ligt. Zij zijn dan hoofdverantwoordelijke voor de activiteiten in de
ambtelijke trojka’s en het proces Brussel-Den Haag. Het HNP-bestuur bewaakt de
samenhang tussen de verschillende Europese dossiers en vormt daarmee de verbinding
voor de bestuurlijk portefeuillehouders in het IPO-bestuur.
Binnen de bestaande interprovinciale structuur werkt het HNP aan het behalen van de
lobbydoelen op Europese dossiers: De structuur van ambtelijke adviescommissies (AAC),
bestuurlijke adviescommissies (BAC), Kring van Provinciesecretarissen, het IPO- en HNPbestuur. In bijlage een worden in het definitief werkplan de namen van betrokken
bestuurders en ambtenaren opgenomen. De AAC’s en de KPS spreken zich in januari en
februari 2014 nog uit over de ambtelijk inzet.
HNP-bestuur
De rol van het HNP-bestuur, mede vastgesteld door het IPO-bestuur in de Europastrategie, is: ‘De HNP-bestuursleden zijn goed gepositioneerd om met de Europaportefeuillehouder van het IPO de gezamenlijke Europese belangenbehartiging uit te
voeren. Zij zetten daartoe hun kennis, positie en netwerken in.’ en ‘Zij fungeren als
klankbord voor de portefeuillehouder Europa in het bestuur van het IPO.’
De bestuursleden van het HNP hebben naast hun functie als klankbord nog een aantal
rollen: deelname in de bestuurlijke trojka’s van de gezamenlijke dossiers. Deze trojka’s
bestaan uit een lid van het HNP bestuur, de Europa-adviseur van het IPO, zijnde de
voorzitter van het HNP en een vakgedeputeerde namens het IPO, deelname aan BAC’s en
lidmaatschap van het CvdR.
De leden van de bestuurlijke trojka's die ook participeren in een BAC hebben een
dubbelrol en zijn verantwoordelijk voor een dossier in zowel de trojka als de betreffende
BAC. Hiermee zijn zij ‘eigenaar’ van Europese onderwerpen en zien zij toe op de
voortgang van inhoudelijke dossiers.
HNP ambtelijk
De bestuurlijke trojka’s worden ondersteund door ambtelijke trojka’s: Deze dossierteams
bestaan uit een vertegenwoordiger van het HNP, provinciale deskundigen en het IPO
secretariaat (indien een onderwerp binnen IPO agenda). Voor de gezamenlijke prioritaire
dossiers van het HNP uit hoofdstuk vier worden dossierteams samengesteld. Het
ambtelijke HNP-lid van een trojka zorgt voor aanwezigheid van Brusselse expertise en
informatie in onder andere de AAC’s.
Uitgangspunt is de hoofdverantwoordelijke in het dossierteam te benoemen voor de tijd
dat het primaat ligt in Brussel (HNP), Den Haag (IPO) of bij de provincies zelf (provinciaal
expert). Gezien de dynamiek in een dossier kan de hoofdverantwoordelijke op een
bepaald moment wijzigen als het primaat verschuift.
6
Brussel-Den Haag
De samenwerking tussen de Haagse en Brusselse lobbyisten vraagt duidelijkheid bij de
voorbereiding van stukken en activiteiten die over Europa gaan. Maar omdat de focus en
het primaat van de lobby soms in Brussel en soms in Den Haag ligt, verschuift de
verantwoordelijkheid binnen het ambtelijk dossierteam. Wie is leidend op de
verschillende onderwerpen? Daar waar het zwaartepunt van de aandacht ligt (Den Haag
of Brussel) kan de coördinatie veranderen. Wie hoofdverantwoordelijke is staat in de
lobbyfiches.
Route
Zodra het dossierteam een ontwikkeling over een gezamenlijk onderwerp in Brussel
signaleert, bereidt de hoofdverantwoordelijke van de ambtelijke trojka (dossierteam) een
standpunt voor in samenspraak met de HNP-bestuurder die verantwoordelijk is voor dat
onderwerp. Dit standpunt, advies of anderszins, brengt de hoofdverantwoordelijke in de
AAC voor ambtelijk draagvlak om het daarna op te schalen naar de BAC. Omdat een
HNP-bestuurslid ook zitting heeft in de BAC brengt hij/zij het onderwerp in de
vergadering van de BAC. De voorzitter van het HNP, die ook IPO-adviseur Europa is,
informeert het IPO-bestuur over de ontwikkelingen.
Kring van Provinciesecretarissen (KPS)
De KPS gaat over het ambtelijk apparaat. De Kring ziet toe op het proces en hoeveel
ambtelijke capaciteit beschikbaar is voor het behalen van provinciale ambities in Europa.
Comité van de Regio’s
Het Comité van de Regio’s (CvdR) is het officiële Europees adviesorgaan en daarmee de
spreekbuis van de gezamenlijke Europese medeoverheden in Brussel. HNP-voorzitter,
Commissaris van de Koning Van de Donk is voorzitter van de Nederlandse delegatie in
het Comité. Het IPO heeft samen met de VNG een rol in ondersteuning en coördinatie
van de delegatie. De HNP-coördinator en de ambtelijke HNP-dossierhouders vervullen
vanuit het HNP een adviserende en informerende rol voor de delegatie. Inzet is het
verkrijgen van rapporteurschappen en het versterken van de rol van het Comité in de
prelegislatieve fase. Dit geldt in het bijzonder voor onderwerpen waarbij medeoverheden
een uitvoerende, toezichthoudende en/of handhavende taak hebben of krijgen
toebedeeld. De ondersteuning van provinciale bestuurders gebeurt vanuit de
provinciehuizen en het HNP.
7
3 Informatievoorziening
Inleiding
Om de doelstellingen van het HNP te realiseren is een gedegen informatievoorziening
onontbeerlijk. Hierbij gaat het om interne informatievoorziening die medewerkers in staat
stelt hun werkzaamheden te verrichten, evenals bestuurlijke informatievoorziening. De
externe informatievoorziening richt zich op het informeren van de achterban en het
Brusselse netwerk.
Informatiedoelstellingen
- Provinciale en IPO-medewerkers en -bestuurders door middel van tijdige en accurate
informatie optimaal ondersteunen bij het verrichten van hun werkzaamheden. Het betreft
de signalerings- & early warning-functie van het HNP
- Externen voorzien van tijdige en accurate informatie en hierdoor bekend maken met de
werkzaamheden van het HNP. Dit ondersteunt de inhoudelijke lobby en netwerkfunctie.
Het vergroot de naamsbekendheid.
Activiteiten
- Het inrichten en standaardiseren van de informatievoorziening ten behoeve van de
bestuurlijke en ambtelijke trojka’s. Hierbij gaat het om de driehoek
HNP/IPO/provinciehuis evenals de verbinding tussen HNP-lobbyisten en Haagse
lobbyisten. De output bestaat uit een standaard lobbyfiche, voortgangsrapportage en
adviezen.
- Het creëren van een koppeling tussen de verschillende systemen HNP-schijf, IPO-schijf,
informatievoorziening in provinciehuizen). Dit moet er voor gaan zorgen dat de up-todate informatie beschikbaar is bij alle betrokkenen.
- HNP-events organiseren die in het teken staan van een actueel Europees thema van
belang voor de provincies. De doelgroep is de achterban in Nederland en/of het Brusselse
netwerk.
- Diverse politieke ateliers organiseren die ingaan op de actualiteit van een HNPlobbydossier. De doelgroep van deze bijeenkomsten is afhankelijk van de lobbykalender
en de actualiteit. Het doel van een atelier varieert van kennisdeling tot positionering.
Doorlopend en terugkerend
- Het leveren van gestandaardiseerde en eenduidige informatie voor de interne
werkprocessen (lobbyfiches, voortgangsrapportages en adviezen).
- Het HNP werkoverleg voorziet in informatie-uitwisseling over de voortgang op de
dossiers. Het verslag van het uitgebreid maandelijks werkoverleg is beschikbaar voor
interne doelgroepen.
- De HNP werkwijze met betrekking tot gebruik en beheer van de informatiesystemen
zorgen voor inzichtelijke en accurate informatie.
- Ten behoeve van de informatievoorziening zijn er diverse abonnementen (ENDS Daily,
Europolitics, Dante-net).
- Het HNP biedt flexwerkplekken voor bezoekende medewerkers van provincies. Ook
andere Nederlandse ambtenaren hebben de gelegenheid om bij het HNP te werken door
middel van het project Deelstoel.
- Er wordt een jaarlijkse teamdag georganiseerd.
- Er wordt een jaarlijks HNP-werkbezoek op locatie georganiseerd.
- De website en sociale media (Twitter en LinkedIn) worden ingezet ter verspreiding van
de boodschappen op de verschillende dossiers.
- De digitale nieuwsbrief Europese Ster en persberichten worden ingezet om interne en
externe doelgroepen te informeren over actualiteiten op lobbydossiers.
- Er worden presentaties verzorgd aan bezoekersgroepen.
- Waar nodig wordt informatiemateriaal ontwikkeld ter verspreiding van boodschappen
op de verschillende dossiers.
8
4 Inhoudelijke thema’s
Dit hoofdstuk beschrijft de vier prioritaire dossiers en hun doelstellingen voor 2014.
Het betreft de prioritaire dossiers energie en klimaat, fysieke en maatschappelijke
leefomgeving, regionale economie en innovatie, luchtkwaliteit.
Daarnaast vervult het HNP voor provincies en IPO een early warning en
signaleringsfunctie bij Europese onderwerpen die een provinciaal belang betreffen. In
2014 is signalering voorzien van de onderwerpen water, landbouw, geluid, TEN T
(transport), staatssteun, refit (afslanking en vereenvoudiging van EU-regelgeving),
Europees semester (NHP 2014) en digitale agenda. Monitoring van deze onderwerpen
vindt in de provinciehuizen plaats.
4.1 De vier prioritaire dossiers
4.1.1. HNP-business case energie en klimaat
Inleiding
De EU heeft een duidelijk kader om haar energie- en klimaatbeleid tot 2020 richting te
geven. Dat kader integreert verschillende beleidsdoelstellingen zoals
broeikasemissiereductie en het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening
met de bevordering van de groei, het concurrentie-vermogen en de werkgelegenheid op
een technologisch hoogstaande , kosteneffectieve en efficiënte manier.
Op nationaal niveau heeft het IPO ingestemd met het ‘Energieakkoord voor duurzame
groei’ dat in SER-verband met veertig partijen is gesloten. Het akkoord markeert de
consensus die is ontstaan over de noodzaak om voor langere tijd de focus te leggen op
de transitie naar een duurzame economie op basis van efficiënt energiegebruik en
opwekking van hernieuwbare energie. Het IPO benadrukt het belang van deze grote stap
op weg naar een nationale beleidscontinuïteit die het investeringsklimaat voor de
Energietransitie aanzienlijk verbetert. In het Nationaal Energie Akkoord staan geen
uitspraken over doelen in 2030. De Europese Commissie gaat die nu maken.
Hoewel de EU goede vooruitgang boekt bij de verwezenlijking van de 2020 doelen wordt
nu een nieuw kader voor klimaat- en energiebeleid voor 2030 opgesteld. Door hierover
duidelijkheid te verschaffen krijgen investeerders zekerheid en stimuleert het de
innovatie en vraag naar koolstofarme technologieën waardoor ook de vooruitgang in de
richting van een concurrerende, duurzame en meer energie-zekere Europese economie
wordt ondersteund. Ook stelt Europese besluitvorming in 2014 en 2015 over de Europese
klimaat- en energiedoelen in 2030 de EU in staat om haar voortrekkersrol in de
wereldwijde Klimaatonderhandelingen in VN verband te continueren. De VNklimaatconferentie heeft zich tot doel gesteld eind 2015 in Parijs een wereldwijd verdrag
te sluiten dat in 2020 ingaat en als uitgangspunt heeft de globale temperatuurstijging tot
2 graden Celcius te beperken.
Op 22 januari 2014 publiceert de Europese Commissie een Witboek waarin zij de reacties
van de publieke consultatieronde op het Groenboek ‘een kader voor het Energie- en
Klimaatbeleid 2030’ heeft verwerkt. De belangrijkste vragen waar de Commissie in het
Witboek antwoord op geeft zijn:



Welke bindende doelen voor 2030 zouden het effectiefst bijdragen tot de
verwezenlijking van de doelstellingen van het klimaat- en energiebeleid?
Op welk niveau (EU, lidstaat of sector) moeten zij gelden?
In welke mate moeten deze streefwaarden juridisch bindend zijn?
9
1.
Doelstellingen
De provincies hebben nog geen gezamenlijk standpunt ingenomen over het kader voor
klimaat- en energiebeleid 2030. Ook voor provincies is het van belang welke doelen zij
op dit gebied willen bereiken omdat dat richting geeft aan zowel huidig als toekomstig
provinciaal beleid. Vanuit provinciaal belang is het goed om het huidige EU beleid met
drie bindende EU doelen (broeikasgasreductie, opwekking hernieuwbare energie en
energiebesparing) voort te zetten en voor 2030 haalbare en betaalbare doelen voor de
provincies vast te stellen in lijn met de lange termijn opgave van 80 tot 95 % reductie
van broeikasgassen in 2050. De verwachting is dat de Europese Commissie als bindende
doelen voor 2030 gaat voorstellen minimaal 40 % reductie van broeikasgassen en 30 %
hernieuwbare energie
2.
Strategie
Het jaar 2014 biedt voor de provincies kansen om invloed uit te oefenen op het kader
voor Klimaat- en Energiebeleid van de Europese Commissie door te reageren op het
Witboek dat 22 januari verschijnt. Dat houdt in dat de provincies eerst een gezamenlijk
standpunt innemen. Wat willen wij? Wie moeten wij beïnvloeden om bij de beslissers in
Brussel gehoor te krijgen? Op basis van dat standpunt brengen we in kaart wie onze
bondgenoten en wie onze tegenstanders zijn. Wat is onze lobbyboodschap en wie moeten
we beïnvloeden? In de lobby staan we sterk als we massa kunnen maken. Afhankelijk
van hun standpunten is een samenwerking met onze natuurlijke partners Nord-RheinWestfalen, NiederSachsen en Vlaanderen héél goed denkbaar.
De EC toetst haar voorstellen eerst bij de Raad van regeringsleiders voordat zij het nog
gedurende het zittende Europarlement en Commissie kan rondkrijgen. Dat is afhankelijk
van hoe controversieel de voorstellen zijn. Anderzijds moet Europa wel vaart maken met
haar Klimaat- en Energiebeleid om goed beslagen ten ijs te komen op de VN conferentie
in 2015 in Parijs over een nieuw Internationaal klimaatverdrag tot 2030.
3.
Wie doet wat en wanneer
Wat?
Publicatie Witboek
kader Klimaat- en
Energiebeleid
2030(wetgevende
voorstellen)
Wie?
Europese
Commissie
Wanneer?
22 januari
Bepleiten IBDT
dossierteam bij min
EZ en I&M
HNP-coördinator
(Rob van
Eijkeren) ism
HNP
dossierhouder
(Vivian Stribos)
Bestuurlijke
Adviescommissie
Regionale
Economie en
Energie (BAC
RE&E)
HNP-
23 t/m 30
januari 2014
Benoemen
bestuurlijke
dossierhouder
Energie en Klimaat
Ambtelijke
Inzet
Opmerkingen
Het is de vraag of
het al exacte
wetsvoorstellen zijn
gezien de EU
verkiezingen in mei.
Erdoor krijgen bij
de huidige
Commissie of voor
de nieuwe.
PV en VNG bij
betrekken
104 uren
Rekening houden
31 januari 2014
22 januari t/m
10
voorbereiding advies
over provinciaal
standpunt
dossierhouder
ism 12
provinciale
energie-experts
en AAC RE&E
7 februari
Resultaat advies via
AAC aan HNP-bestuur
over standpunt
HNPdossierhouder
en 1 provinciale
energie-expert
Voorzitters AAC
(Paul van
Kalmthout) en
BAC (Theo
Rietkerk) van
Regionale
Economie en
Energie
staats- en
regeringsleiders
van EU lidstaten
10 t/m 21
februari
HNPdossierhouder
ism met 12
provinciale
energie experts
HNPdossierhouder
HNPdossierhouder
17 -28 maart
52 uren
April –dec 2014
192 uren
Januari –
december 2014
384 uren
Provinciaal standpunt
Europese top
Opstellen
lobbystrategie en –
plan
Uitvoeren lobbyplan
Monitoren alle
aanverwante klimaaten energie richtlijnen
en verordeningen
met standpunt
lidstaat en voeling
houden met wat
leeft in EP.
Bondgenoten
betrekken zoals
NRW,
NiederSachsen,
Vlaanderen,
Wallonië
16 uren
14 maart
20 en 21 maart
EC toetst
gevoeligheid bij
TOP om te bekijken
of ze de voorstellen
vóór of na de
nieuwe EC willen
doorvoeren.
Rekening houden
met VN conferentie
Parijs 2015 over
nieuw op te stellen
Internationaal
Klimaat-verdrag
11
4.1.2. HNP business case fysieke en maatschappelijke leefomgeving.
Inleiding
Het zijn met name de stedelijke gebieden, oa. in Nederland, die Europese beleidsvormen
in de praktijk brengen. In de stedelijke gebieden woont 73% van de Europese bevolking
en wordt ongeveer 80% van het bbp gegenereerd en wordt tot 70% van de energie in de
Unie verbruikt. De stedelijke gebieden zijn de belangrijkste centra van innovatie, kennis,
cultuur en economische groei. Dit gaat echter gepaard met het uitdijen en dichtslibben
van stedelijke gebieden, vervuiling, klimaatverandering, sociale en ecologische
veranderingen.
1
Doelstellingen
Het optimaliseren van de bijdragen van stedelijke gebieden aan de economische groei
van de EU en het behouden of verbeteren van hun parameters als ‘goede plaatsen om te
wonen’ is een gedeelde doelstelling van de overheden op Europees, nationaal, regionaal
en lokaal niveau. De specifieke maatregelen die nodig zijn om de doelstelling te bereiken
kunnen van plaats tot plaats variëren:

Stedelijke gebieden moeten hun fysieke infrastructuur ontwikkelen, als
voorwaarde voor groei, en bijdragen aan energie- en milieuduurzaamheid.
 Stedelijke gebieden moeten hun economische en sociale structuren en hun
milieubeleid moderniseren door slim te investeren in infrastructuur en diensten.
 Ontwikkeling van dwarsverbanden tussen de stedelijke gebieden en
plattelandsgebieden om de inclusieve groei te bevorderen overeenkomstig de EU
2020-strategie.
Deze doelstellingen voor een Europese fysieke en maatschappelijke leefomgeving zijn
door de provincies op regionale schaal verwoord in hun omgevingsvisies. In deze visies
gaan de provincies in op hun ambities en doelstellingen op de gebieden van demografie,
economie en werkgelegenheid, woningbehoefte, mobiliteit, klimaatverandering, energie,
landbouw, natuur, milieu, gezondheid. De meeste visies strekken zich uit tot 2020 of
zelfs 2030. De provinciale omgevingsvisies en de uitwerking in de praktijk vormen een
aanbod dat de provincies de EU kunnen doen.
2.
Strategie
De provincies wensen hun positie in de Europese beleidsvorming te versterken gezien de
uit het recente decentralisatieproces voortvloeiende wijzigingen in provinciale
beleidsverantwoordelijkheden. (Radboudrapport ‘Provinciaal positiespel in Brussel en Den
Haag’ februari 2013).
Urban Agenda:
In aanloop naar het Nederlands EU voorzitterschap in de eerste helft van 2016, stelt het
ministerie van BZK de Urban Agenda voor als een van de thema’s van het
voorzitterschap.
 De provincies ondersteunen dit voornemen.
 De provincies als gebiedsregisseurs bieden de twaalf omgevingsvisies aan (hoe
?!) in de Urban Agenda: het betreft ontwikkelingsstrategieën en concrete
actieplannen.
 Als sterk punt bieden deze visies de koppeling van stedelijke gebieden aan de
functionele gebieden er omheen en aan het platteland. Er is op EU niveau
behoefte aan verheldering hoe om te gaan met metropolitane gebieden,
stadsregio’s en agglomeraties, waarin functies sterk verweven zijn.
12

Aspecten van grensoverschrijdende samenwerking vanuit de omgevingsvisies van
de grensprovincies vormen een extra aanvulling.
 Opmerking: In het Comité van de Regio’s is een advies ‘Naar een integrale
benadering van de steden in de Europese Unie’ in voorbereiding (Rapporteurschap
burgemeester Verkerk van Delft).
Natura 2000:
In het kader van de ‘fysiek leefomgeving’ voorziet de Europese Commissie in 2014-2015
de evaluatie van EU-wetgeving waaronder Natura 2000, dit is inclusief de habitat en
vogelrichtlijnen. De Commissie wil de evaluatie plaatsen in het kader van de EUhoofddoelstelling Horizon 2020; de EU als kenniseconomie van de wereld. Maw ruimere
mogelijkheden voor de economische en innovatieve ontwikkelingen. De Europese
milieubeweging heeft hierop al bezorgd gereageerd. Zij veronderstelt dat natuur
ondergeschikt wordt gemaakt aan het economisch belang. Voor deze evaluatie
kunnen/zullen we als provincies in 2014-2015 input leveren en kunnen/zullen we
agenda-settend zijn.
3. Wie doet wat en wanneer
Wat?
Onderschrijven van
het thematiseren
van de Urban
agenda NL EU
voorzitterschap
2016
Urban Forum
Benoemen
bestuurlijke
dossierhouder
Fysieke en
maatschappelijke
leefomgeving
Ambtelijke
voorbereiding
advies over
provinciaal
standpunt en
lobbystrategie en plan
Resultaat advies via
AAC aan HNPbestuur over
standpunt
Provinciaal
standpunt
Verkiezingsdebat
over provinciale
Wie?
Ministers Plasterk en
Timmermans
IPO-voorzitter
Remkes en IPOadviseur Europa
&HNP-voorzitter Van
de Donk
Europese Commissie
Wanneer?
22 januari,
Bestuurlijk overleg
ministers van BIZA
en BUIZA met VNG
en IPO
Inzet
17 & 18 februari
2014
Ambtelijke en
Bestuurlijke
Adviescommissie
Duurzame Ruimtelijke
Ontwikkeling en
Waterbeheer (BAC
DROW)
HNP-dossierhouder
ism 12 provinciale
experts en AAC
DROW
31 januari 2014;
HNP-bestuur.
20 februari 2014;
BAC DROW
Deelname en
input vanuit
omgevingsvisies
Agendasettend
zijn vanuit de
twaalf
omgevingsvisies
Voorjaar 2014
104 uren
HNP-dossierhouder
en provinciale
experts
In aanloop naar 26
juni (HNPbestuursvergadering)
16 uren
Voorzitters AAC
DROW (Tjeerd van de
Wal) en BAC DROW
(Yves de Boer)
Provinciale en HNPbestuurders,
13 maart en 3 april
27 maart (Utrecht)
60 uren
Opmerkingen
Afstemming
moet plaats
vinden over
welke aspecten
van de urban
agenda worden
uitgelicht
In samenspraak
met VNG
Hoe dit te
concretiseren…..
Rekening
houden met
standpunt
lidstaat en
voeling houden
met wat leeft in
EP.
Bondgenoten
betrekken zoals
NRW,
NiederSachsen,
Vlaanderen.
De provinciale
EU-thema’s
13
thema’s met de
kandidaat-EP’ers
statenleden,
jongerenparlementen,
medewerkers
Ontmoeting/diner
met nieuwe
Nederlandse
Europarlementariërs
en Nederlands
Europees
Commissaris
HNP-bestuurders en
medewerkers, NL
delegatie in Comité
van de Regio’s
Najaar 2014
40 uren
Uitvoeren lobbyplan
HNP-dossierhouder
200 uren
Evaluatie natura
2000
HNP-dossierhouder
januari –december
2014
Januari – december
2014
100 uren
worden in een
debat
besproken met
kandidaat
EP’ers
De decentrale
‘Europese
agenda’ wordt
gepresenteerd
Agendasettend
anticiperen op
publicatie
evaluatie door
de Europese
Commissie
14
4.1.3. HNP business case regionale economie & innovatie
Inleiding
Het jaar 2014 is voor het dossier regionale economie en innovatie een overgangsjaar.
Het EFRO-dossier is afgerond en de Europese Commissie zal met de blik op de
verkiezingen weinig nieuwe initiatieven tonen. Het is met name een jaar van evaluatie en
een vinger aan de pols houden voor de initiatieven die de EC wel neemt.
Structuurfondsen
Het HNP-structuurfondsendossier is gericht op de budgettaire periode van 2014-2020. De
onderhandelingen over de nationale enveloppen en de operationele programma’s liepen
in het najaar 2013 ten einde, wat ook een einde aan de Brusselse dimensie van dit
dossier betekent. De cijfers spreken boekdelen; provincies krijgen vanuit de
structuurfondsen 900 miljoen Euro minder dan in de periode 2007-2013. De eerste EPverkiezingsprogramma’s van Nederlandse politieke partijen laten zien dat ook de
toekomst er niet rooskleurig uitziet. Zo pleit de VVD voor afschaffing van de
structuurfondsen voor rijke regio’s.
Flankerend beleid : Europees Industriepakket
In 2014 zal de Europese Commissie een aantal initiatieven nemen die indirect ook voor
de regio’s van belang zijn. Op het terrein van industriebeleid zal de Commissie in 2014
komen met nieuwe voorstellen: een industriepakket. De Commissie heeft aangekondigd
in aanloop naar de bespreking van het industriebeleid tijdens de Europese Raad van
februari 2014 een "pakket industriebeleid" te willen presenteren. Met dit pakket wil de
Commissie komen tot een integrale aanpak van Commissie, lidstaten en regio's voor het
versterken van het concurrentievermogen van de industrie en de daaraan gerelateerde
diensten. Dit heeft als doel resterende handelsbelemmeringen weg te nemen, de
kwaliteit en doelmatigheid van de wetgeving te vergroten en de wetgeving in
overeenstemming te brengen met de meest recente praktijk en ontwikkelingen.
1
Doelstellingen
Structuurfondsen: Evaluatie en vooruitkijken
Na consultatie bij verschillende provinciale experts is geconcludeerd dat de rol van het
HNP op dit dossier tweeledig is: het HNP zal het lobbytraject van de afgelopen periode
evalueren én het HNP dient een bestuurlijke discussie aan te zwengelen over de nieuwe
structuurfondsen. In deze discussie moet samen met het Rijk, medeoverheden,
bedrijfsleven en kennisinstellingen worden opgetrokken, zodat er een volledig beeld
ontstaat van zowel de evaluatie van de afgelopen periode als de herpositionering voor de
komende jaren.
Europees industriepakket
De provincies hebben belang bij de integrale aanpak van het versterken van het
concurrentievermogen van de industrie en de daaraan gerelateerde diensten. De
provincies zullen recente praktijk-ervaringen en ontwikkelingen aandragen.
2.
Strategie
Structuurfondsen:
Om niet verder te worden gekort op de structuurfondsen hebben de provincies namelijk
een nieuw debat nodig. Een debat waarin zij de Tweede Kamer en de Rijksoverheid mee
krijgen:
De meeste, zo niet alle partijen zijn voorstander van het aanwenden van Europese
15
middelen voor innovatie.
Meer synergie tussen de Europese fondsen is gewenst, waarbij de horizontale en
geïntegreerde aanpak binnen het cohesiebeleid van belang is en verwoord is in de
partnerschapsovereenkomsten.
Daarnaast wordt door het HNP gewerkt aan een praktisch overzicht en de
toegankelijkheid van alle beschikbare fondsen op Europees, nationaal, regionaal en lokaal
niveau tbv de stimulering van de economie en het innovatieve bedrijfsleven.
Europees Industriepakket
Als in Februari de Europese Commissie het industriepakket uitbrengt zal het Huis van de
Nederlandse Provincies het pakket analyseren op provinciale relevantie en daar waar
nodig input moeten leveren om het provinciaal belang terug te vinden in het uiteindelijke
pakket. Ook hier is het van belang om alle relevante stakeholders mee te nemen zoals
het Rijk, de VNG en het bedrijfsleven.
3.
Wie doet wat en wanneer
Wat?
Wie
Wanneer
Benoemen
bestuurlijke
dossierhouder
Evaluatie EFRO
Eerste analyse over
lobby EFRO
Bijeenkomst
organiseren met
EFRO betrokkenen
2007-2013
Naar aanleiding van
analyse en
bijeenkomst
Publicatie maken
Evaluatie EFRO
lobby 2007-2013
EFRO: Publicatie
dissemineren
HNP-bestuur
Januari-Februari
2014
Dossierhouder
Februari-Juni
120 uur
HNP-bestuurder in
samenwerking met
dossierhouder
SeptemberOktober
120 uur
HNP-bestuurder in
samenwerking met
dossierhouder
NovemberDecember
120 uur
Industriepakket:
analyseren naar
relevantie
Industriepakket :
Benoemen
bestuurlijke
dossierhouder
Industriepakket:
Lobbystrategie
maken
Industriepakket:
Uitvoering
lobbystrategie
HNP-bestuurder in
samenwerking met
dossierhouder
EC zal
industriepakket
publiceren, wellicht
staat daar iets in dat
relevant is voor de
provincies.
HNP-bestuur
Bestuurlijke
portefeuillehouder in
samenwerking met
HNP -dossierhouder.
Bestuurlijke
portefeuillehouder in
samenwerking met
HNP -dossierhouder.
Inzet
Opmerkingen
36 uur
Februari 2014
8 uur
Februari tot
Maart
Februari tot
Maart
36 uur
Maart-Januari
Afhankelijk
van
relevantie
voor
provincies
16
4.1.4. HNP business case luchtkwaliteit
1.
Doelstellingen
De Europese Commissie komt 18 december 2013 met een voorstel voor nieuw EU
luchtkwaliteit beleid met nieuwe lange termijndoelstellingen voor na 2020. De provinciale
lobbydoelen zijn vastgelegd in het VNG-IPO standpunt “De herziening van het EU-beleid
betreffende luchtkwaliteit en emissies” van juni 2012.
Uitgangspunten voor de lobby zijn:
 Uitvoerbaarheid van EU-wetgeving in steden en regio’s.
 Bevorderen van EU-bronbeleid.
 Verbeteren van de volksgezondheid.
Deze uitgangspunten zijn de afgelopen twee jaar inzet geweest voor beïnvloeding van de
interne beleidsvoorbereiding van de Europese Commissie. Na 18 december moet het
huidig VNG-IPO standpunt tegen het licht worden gehouden van de nieuwe Europese
lange termijndoelstellingen en de (financiële) consequenties daarvan voor Nederlands
luchtbeleid en wetgeving. Indien nodig moet het huidige standpunt worden
geactualiseerd.
2.
Strategie
De strategie van de provincies is gericht op beïnvloeding van het EU
besluitvormingsproces en tijdig te anticiperen op EU wetgeving:
 2014-2016: EU besluitvorming over nieuw luchtbeleid en National Emission
Ceilings (NEC)-richtlijn.
 1 januari 2020: deadline overgangstermijn huidige wettelijke verplichtingen.
 1 januari 2020: inwerkingtreding nieuwe NEC-richtlijn. Het Rijk is
verantwoordelijk voor het halen van de NEC-doelen en kan door de Commissie
worden gevraagd een nationaal programma Lucht te maken voor de emissie
plafonds voor 2025 en voor 2030.
Deze strategie bestaat uit twee sporen:

Spoor 1:
Het IPO stelt een actueel bestuurlijk standpunt vast voor verdere lobby in Brussel.
Het ambtelijk expertteam lucht bereidt een voorzet voor. Verantwoordelijkheid voor
het IPO standpuntbepalingsproces ligt bij de voorzitter van de IPO AAC . Haagse
lobbyisten van provincies en IPO spelen een belangrijke rol bij het zoeken naar
maatschappelijk draagvlak bij organisaties in Nederland. Voor integraliteit van beleid
en vanwege het feit dat er geen IPO Adviescommissie Milieu is, verdient het
aanbeveling het standpunt door het IPO Bestuur te laten vaststellen.

Spoor 2:
voortzetting van de lobby bij de Europese instellingen. HNP neemt initiatief voor de
lobby in EU wetgevingsprocedure die in 2014 van start zal gaan. Er zal draagvlak
worden gezocht voor het provinciaal belang bij de belangrijkste actoren in dit proces:
het Europees Parlement, de Raad, de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland
bij de EU, het Comité van de Regio’s en de Europese Commissie. Daarnaast zal
draagvlak in Brussel worden gezocht bij koepelorganisaties van overheden, zoals de
Council of European Municipalities and Regions en Eurocities en ook bij
maatschappelijke instanties zoals de industrie en landbouw.
17
3. Wie doet wat en wanneer
-
IPO RBROV: geschat 15 uren voor procesbegeleiding en maken lobbyplan
Haagse lobby in eerste en tweede kwartaal.
- Expertteam: geschat 0,3 fte vooral in eerste en tweede kwartaal. Capaciteit
geleverd door: Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland, Noord-Holland, en mogelijk
nog een landbouwexpert uit Noord Nederland.
- HNP: zwaartepunt in derde kwartaal (2 fte) voor lobby EU besluitvorming en
vinden EU breed maatschappelijk draagvlak. Capaciteit te leveren door:
Flevoland en Regio randstad/Utrecht.
Financiering: gemaakte reiskosten van dossierhouders voor vergaderingen in Den
Haag/Brussel komen ten laste van de betreffende provincie. Een conferentie in
vierde kwartaal komt ten laste van HNP begroting post gezamenlijke activiteiten
Wat?
Wie?
Wanneer?
Analyse maken van
nieuw EU luchtkwaliteit
beleid met nieuwe lange
termijn-doelstellingen
voor na 2020
Maken van concept IPOVNG standpunt voor
agendering in IPO
bestuur
Afstemmen met Milieu
gedeputeerden per
provincie
Expertteam
Q1 2014
Expertteam
Q1
HNPdossierhouder
Q1
Eerste ambtelijke
besprekingen over
concept IPO-VNG
standpunt in AAC RBROV
Afstemming concept
standpunt met VNG
experts
Bijeenkomst Focusgroep
Lucht CEMR in Brussel,
voorbereiding CEMR
standpunt
IPO RBROV
Q1
IPO-experts
Q1
HNPdossierhouder/exp
ertteam
Q1
Start Grieks EU
voorzitterschap: contact
(Griekse) PV
Milieuraad:
o BNC fiche (rijks
standpunt)
beïnvloeden (expert).
o Deelname overleg
met rijks
departementen in
Inter Bestuurlijk
Dossierteam
Lucht ter
voorbereiding
rijks standpunt
HNPdossierhouder
Q1
Expert, IPO
contactpersoon,
Virtueel
Milieucoördinatore
n overleg (VMCO),
Haagse lobbyisten
Q1
Inzet
Opmerkingen
18
(expert, IPO
contactpersoon
lucht- vacature)
o Inbreng
bestuurlijke
overleggen IPOrijk, zoals DUIV
(Virtueel Milieu
Coördinatoren
Netwerk)
Contact Ministeries via
Haagse lobbyisten
provincies.
Afronding ambtelijke
besprekingen over
concept IPO-VNG
standpunt in AAC RBROV
en bestuurlijke
vaststelling in IPO
Bestuur
Procesplan Haagse lobby
Invulling vacature
rapporteur lucht in
Milieucommissie Comité
van de Regio’s.
Benaderen rapporteur,
(Nederlandse) leden
commissie Milieu en
Plenaire vergadering
Milieuraad: Contact PVNL
Contact Europese
Commissie
Inbreng in standpunten
koepelorganisaties in
Brussel en in Nederland
Start Italiaans EU
Voorzitterschap:
samenwerking Italiaanse
partnerregio’s
Nieuw Europees
Parlement: benaderen
rapporteur (tbc),
vicevoorzitter
milieucommissie,
relevante sleutelspelers
binnen milieucommissie
en Nederlandse leden.
Indien nodig: formuleren
IPO RBROV
Q2 2014
IPO RBROV
Q2
(HNPdossierhouder).
Q2
HNPdossierhouder
Q2
HNPdossierhouder i.o.
experts,
IPO dossierhouder
HNPdossierhouder
Q2
(expertgroep/ HNP
dossierhouder
Q3
Q3 2014
19
van amendementen)
Bijeenkomst organiseren
met dossierteam en EP
leden
Contact Europese
Commissie
Contact EP, EC en
Milieuraad
HNPdossierhouder
Q3
HNPdossierhouder
HNPdossierhouder
Q3
Q4 2014
20
4.2 HNP-evenement in 2014
Het HNP organiseert jaarlijks een evenement voor de provinciale achterban en/of het
Brusselse netwerk. Het evenement heeft elk jaar een actueel thema en heeft in
hoofdzaak een netwerkfunctie.
Op 29 november 2013 heeft het HNP-bestuur als thema 2014 gekozen voor ‘Europese
verkiezingen 2014’. De verkiezingen worden in mei gehouden. Bij dit thema is de
doelgroep voor het HNP-evenement de Nederlandse achterban van het HNP en de
verkiesbare kandidaat- Europarlementariërs.
Programma
-
-
-
Een levendig debat aan de hand van actuele Europese thema’s die de provincies
rechtstreeks aan gaan.
Een aantal korte debatten met kandidaat-Europarlementariërs (niet per definitie
de lijsttrekkers), een provinciaal bestuurder, een statenlid, een
Jeugdparlementariër.
Aansluitend plenair debat met 150 genodigden: statenleden, provinciale
bestuurders, provinciale ambtenaren, EU-verkiezingsprogrammaschrijvers,
vertegenwoordigers van regionale afdelingen van de politieke partijen in Utrecht.
Het evenement start met een half uur inloop (18.00 uur tot 18.30 uur), een uur
tot anderhalf uur debat (18.30 uur tot 20.00 uur) en als afsluiting een
netwerkborrel (20.00 uur tot 21.00 uur).
Datum en locatie
De datum is donderdag 27 maart 2014. Voor deze datum is gekozen vanwege de
voorafgaande gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart en een groot EU-verkiezingsdebat
in Brussel op 8 april. De locatie is het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Najaar 2014
Naar aanleiding van de Europese verkiezingen organiseert het HNP in het najaar een
kennismakingsdiner met de nieuwe Nederlandse Europarlementariërs, de nieuwe
Nederlandse Europees Commissaris, het HNP-bestuur, de Nederlandse delegatie in het
CvdR, de Nederlandse Permanente vertegenwoordiging en de HNP medewerkers en
CvdR-assistenten. Tijdens het diner is een ‘inhoudelijke kennismaking’ voorzien.
21
Bijlage 1: Posities en verantwoordelijkheden
HNP-bestuur
Wim van de Donk, voorzitter
Theo Bovens, provincie Limburg
Henk Brink, provincie Drenthe
Bert Gijsberts, provincie Flevoland
Hester Maij, provincie Overijssel
Josan Meijers, provincie Gelderland
Bert Pauli, provincie Noord-Brabant
Sietske Poepjes, provincie Fryslân
Ben de Reu, provincie Zeeland
Rogier van der Sande, provincie Zuid-Holland
Elvira Sweet, provincie Noord-Holland
Bote Wilpstra, provincie Groningen
Ralph de Vries, provincie Utrecht
Rob van Eijkeren, secretaris/HNP-coördinator
HNP-bestuurders in het IPO-bestuur
Wim van de Donk IPO-adviseur Europa
Elvira Sweet, provincie Noord-Holland
Rogier van der Sande, provincie Zuid-Holland
Josan Meijers, provincie Gelderland
HNP-bestuurders in Bestuurlijke Advies Commissies (BAC’s)
BAC Regionale Economie & Energie: Bert Pauli, Ben de Reu.
BAC Vitaal Platteland: Hester Maij.
BAC Regionale Bereikbaarheid en Openbaar Vervoer: Bert Gijsberts, Henk Brink.
BAC Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling en Waterbeheer: Josan Meijers.
Huidige (2013) bestuurlijke trojka’s in relatie tot BAC’s
Regionale Economie & Energie
- Toekomst regionaal beleid (EFRO)
Jan van Run, (BAC REE/Noord-Holland
Ralph de Vries (HNP/Utrecht)
Wim van de Donk (IPO-adviseur Europa)
Vitaal Platteland
- Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Patrick Van den Broeck (BAC VP/Limburg)
Wiebe van der Ploeg (BAC VP/Groningen)
Hester Maij (BAC VP/HNP/Overijssel)
Wim van de Donk (IPO-adviseur Europa)
Regionale Bereikbaarheid en Openbaar Vervoer
- Luchtkwaliteit
Remco van Lunteren, (BAC RBOV/Utrecht)
Bert Gijsberts (BAC RBOV/HNP/Flevoland)
Wim van de Donk (IPO-adviseur Europa)
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en Waterbeheer
- Fysieke en maatschappelijke leefomgeving
Yves de Boer (BAC DROW/Noord-Brabant)
Theo Bovens (HNP/Limburg)
Wim van de Donk (IPO-adviseur Europa)
22
- Water
Josan Meijers (Portefeuille water in IPO-bestuur/BAC DROW/HNP/Gelderland)
Ralph de Vries (BAC DROW)
Bote Wilpstra (HNP/Groningen,CvdR ENVE(?)
Wim van de Donk (IPO-adviseur Europa)
Ambtelijke Advies Commissies (AAC’s)
AAC Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en Waterbeheer,
AAC Regionale Economie & Energie,
AAC Regionale Bereikbaarheid en Openbaar Vervoer
AAC Vitaal Platteland,
Ambtelijke trojka’s prioritaire dossiers 2014 in relatie tot AAC’s
- energie en klimaat
- fysieke en maatschappelijke leefomgeving
- regionale economie en innovatie
- luchtkwaliteit
Opmerking: De bezetting van de bestuurlijke en ambtelijke trojka’s 2014 wordt ingevuld
na de terugmeldingen uit de vergaderingen van de ambtelijke en bestuurlijke
adviescommissies in januari en februari 2014; Vast te stellen in de IPObestuursvergadering van 20 maart 2014.
HNP Signaleringsdossiers in 2014
- water
- landbouw
- geluid
- TEN T (transport)
- staatssteun
- refit (afslanking en vereenvoudiging van EU-regelgeving)
- Europees semester (NHP 2014)
- digitale agenda.
Opmerking:
Milieu-onderwerpen worden besproken in verschillende BAC’s.
De signalering en early warning ligt bij het HNP en de monitoring is belegd in de
provincies via het virtueel milieucoördinatorenoverleg.
23
Bijlage 2: Lijst met afkortingen en verklaringen
AAC: Ambtelijke Adviescommissie
BAC: Bestuurlijke Adviescommissie
BNC: Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen
CEMR: Council of European Municipalities and Regions
CvdR: Comité van de Regio’s
EC: Europese Commissie
EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
EIP: European Innovation Partnership
EP: Europees Parlement
EU: Europese Unie
GLB: Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
HNP: Huis van de Nederlandse Provincies
ICT: Informatie- en Communicatietechnologie
IPO: Interprovinciaal Overleg
KPS: Kring van Provinciesecretarissen
MER: Milieu effect rapportage
NEC-richtlijn: National Emission Ceiling richtlijn
OP: Operationeel Programma
PV: Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de EU
TEN-T: Trans-European Transport Network
VNG: Vereniging van Nederlandse Gemeenten
WHO: Wereld Gezondheids Organisatie
24