Informatienota moderamen juni 2014

Download Report

Transcript Informatienota moderamen juni 2014

28
Informatienota
betreffende de activiteiten van het moderamen
van de generale synode over de periode
juni t/m augustus 2014
Kleine Synode
19 september 2014
KS 14-14
28
Pagina 3 van 28
Inhoud
1
1.1
1.2
1.3
1.4
Activiteiten preses, scriba en overige moderamenleden
Mei 2014
Juni 2014
Juli 2014
Augustus 2014
2
2.1
2.2
Besluiten moderamen, benoemingen
9
Bestuurlijke besluiten genomen door moderamen en kleine synode tussen 1 juni 2014
en 31 augustus 2014
9
Toepassing van ord. 3-22-2 (beroepen tot predikant in algemene dienst door de
generale synode)
9
Toepassing van ordinantie 3-23-1 (toetsing oordeel werkzaamheden predikant met
een bijzondere opdracht, op verzoek van)
9
Toepassing van ord. 3-25 (emeritaat)
9
Toepassing van ord. 3-27-2 (verlenging beroepbaarstelling)
9
Toepassing van ord. 5-5-2 en overgangsbepalingen (preekconsent)
9
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 5 van de Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent
voor hen die de opleiding tot predikant hebben gevolgd)
10
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 6 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk
werker in gemeente)
10
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 7 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk
werker in een instelling)
10
Toepassing ord. 13-10 jo. artikel 4 Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent in het
kader van de opleiding)
10
Toepassing ord. 13-17-7 (verlenging bevoegdheid om als proponent naar het ambt
van predikant te staan)
10
Benoemingen en afvaardigingen
11
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Bijlagen
Bijlage 1: Jaarvergadering Gereformeerde Bond (Groet)
Bijlage 2: Lezing Vethdag Netwerk reunisten SSR (Lezing)
Bijlage 3: Diaconaat en Mensenrechten (Introductie)
Bijlage 4: Consultatie Tweede Kamer inzake Bekering (Inbreng)
Bijlage 5: Lord of the Rings opnieuw bekeken (Lezing)
Bijlage 6: ‘Across the Border’ (Workshop)
Bijlage 7: Liturgische Opening Academisch Jaar PTHU (Opening)
2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.1.4
2.1.5
2.1.6
2.1.7
2.1.8
2.1.9
2.1.10
5
5
5
7
7
12
12
14
16
18
19
25
26
Inhoudsopgave
28
Pagina 5 van 28
1
Activiteiten preses, scriba en overige
moderamenleden
1.1
Mei 2014
Jaarvergadering Gereformeerde Bond
Op 22 mei heeft oud-kerkrentmeester Van der Klooster de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond bijgewoond en hier een groet namens het moderamen uitgesproken. (Bijlage 1)
1.2
Juni 2014
IKON Pinksterconcert ‘In Vuur en Vlam’
Op 3 juni heeft de preses het IKON Pinksterconcert ‘In Vuur en Vlam’ bijgewoond.
Predikanten Heuvelrug
Op 6 juni heeft de preses een ontmoeting van de predikanten van de Heuvelrug bijgewoond. De
ontmoeting werd geleid door Anselm Grün.
Raad van Kerken
Op 6 juni werd er in Amersfoort door de scriba en diaken Pasveer een vervolg gegeven aan het
bezinningsgesprek rond het thema ‘beleving van Eucharistie en Avondmaal’. Met de uitkomsten
van dit gesprek wordt toegewerkt naar een gezamenlijk ‘herkenningsdocument’.
Overvloed en Overgave
Op 11 juni heeft de scriba in Renesse een lezing gegeven over zijn boek ´Overvloed en Overgave´
Op Goed Gerucht
Op 13 juni was de preses aanwezig op de Op Goed Gerucht-dag, hierbij is onder meer een presentatie van het Doorn Evangelie gegeven.
EO-Jongerendag
Op 14 juni heeft de preses de EO-Jongerendag bijgewoond.
Netwerk reünisten SSR (Veth-dag)
Op 14 juni heeft de scirba een lezing gegeven op de Vethdag van Netwerk reünisten SSR, het
onderwerp van de lezing was ‘Crisis en hoe nu verder’ (Bijlage 2)
Extra Bondsvergadering BVEG
Diaken Pasveer was op 14 juni in Bussum aanwezig bij de ‘Extra Bondsvergadering’ van de Bond
van Vrije Evangelische Gemeenten. Er werden concrete, besluitvormende, stappen gezet in het
verwezenlijken van een nieuwe visie voor de toekomst. Een ‘commissie revitalisering’ heeft daarvoor een enorme bijdrage geleverd.
Evangelische Broedergemeente
Op 15 juni heeft de scriba de synodevergadering van de Evangelische Broedergemeente (afdeling Europa) bijgewoond en daar een groet namens de Protestantse Kerk in Nederland uitgesproken.
Pagina 6 van 28
Conferentie ‘diakenen staan er niet alleen voor’
Op 17 juni heeft de scriba een korte introductie over thema kerk en mensenrechten gegeven
tijdens de conferentie ‘daikenen staan er niet alleen voor’. De titel van zijn introductie is ‘Mens en
mensenrechten’ (Bijlage 3)
Retraite Nederlands Christelijk Forum
Op 18 en 19 juni hebben de preses en scriba deelgenomen aan een retraite van het Nederlands
Christelijk Forum.
Afscheid Herman de Boer
Op 20 juni heeft de scriba het afscheid van Herman de Boer, directeur PSDV, bijgewoond.
Oosterkerk Zoetermeer
Op 21 juni heeft de preses de feestelijke opening van de Oosterkerk van de Protestantse Gemeente Zoetermeer bijgewoond.
Nacht van de Theologie
Op 21 juni heeft de preses deelgenomen aan de Nacht van de Theologie.
Consultation Jewish continuity in the body of Christ
Op 24 juni heeft de scriba in Ede een ontmoeting in kader van Consultation Jewish continuity in
the body of Christ gehad.
Vergadering van de Tweede Kamer
Op 25 juni heeft de scriba een bijeenkomst van de Tweede Kamer bijgewoond en hij heeft inbreng bij de consultatie over het thema toetsing bekeringen geleverd. (Bijlage 4)
Regiovergadering Ver. Beheerders van Monumentale Kerkgebouwen
Op 26 juni heeft oud. Van der Klooster de regiovergadering van de Vereniging van Beheerders
van Monumentale Kerkgebouwen. Het thema van deze regiobijeenkomst was verduurzaming van
monumentale kerkgebouwen.
Stichting De Hoop
Op 27 juni heeft oud-kerkrentmeester Van der Klooster de afscheidsbijeenkomst van Teun en Dinie Stortenbeker als initiefnemers en leiders van Stichting De Hoop bijgewoond.
Nederlands Bijbelgenootschap
Op 28 juni heeft de scriba de feestelijke bijeenkomst t.g.v. het 200-jarig bestaan van het Nederlands Bijbelgenootschap bijgewoond.
Afscheid ds. Ilona Fritz
Op 28 juni waren de scriba en diaken Pasveer aanwezig bij het afscheid van ds. Ilona Fritz van
haar Evangelisch-Lutherse Gemeente Amsterdam. Zij zal zich vanaf 1 augustus gaan inzetten in
Rossbach en Freirachdorf (Westerwald). Het afscheid was warm, vol van vreugde en kleur!
Gereja Kristen Indonesia Nederland
Op 28 juni heeft oud.-kerkrentmeester Van der Klooster de landelijke kerkenraadsdag van de
GKIN bijgewoond.
28
Pagina 7 van 28
1.3
Juli 2014
Central Committee World Council of Churches in Genève
Van 2 tot 8 juli heeft de preses de vergadering van het Central Committee World Council of
Churches in Genève bijgewoond.
Zomerschool Stichting Welnuh Utrechtse Heuvelrug
Op 17 juli heeft de scriba een lezing verzorgd voor de zomerschool van Stichting Welnuh
Utrechtse Heuvelrug over ‘Tolkien en het grote verhaal’ (Bijlage 5)
Kerkelijk Centrum ´De Herberg´ Vlissingen
Op 18 juli heeft de preses een werkbezoek gebracht aan het kerkelijk centrum ´De Herberg´ te
Vlissingen.
RvK dienst MH17 Amersfoort Joriskerk
Op 23 juli waren een aantal moderamenleden aanwezig op de bijeenkomst van bezinning & gebed ‘Verbonden in verdriet’ in de St. Joriskerk in Amersfoort. Het was goed om met liederen, persoonlijke woorden en gebed samen te zijn rond het gebeuren van de ramp met de MH 17 in de
Oekraïne.
LWF Taks Force
Op 28 juli heeft de scriba een ontmoeting gehad met de LWF Taks Force inzake ‘verzoening Lutheranen en Mennonieten’.
Christelijke LGBT’s uit Nederland, Oost-Europa en Midden-Europa
Op 30 juli heeft de preses een workshop verzorgd bij de opening van de meerdaagse ontmoeting
van christelijke LGBT’s uit Nederland, Oost-Europa en Midden-Europa. (Bijlage 6)
1.4
Augustus 2014
Stille tocht Enschede
Op 3 augustus was de preses aanwezig bij de Stille Tocht en vesper in Enschede. Deze stille
tocht stond in het kader van solidariteit met syrisch-orthoxe gemeenschap in zorgen om
christenen in Midden-Oosten
Cairo-overleg
Op 18 augustus heeft de preses deelgenomen aan het Cairo-overleg op de agenda stond een
gezamenlijke verklaring van Joden, Christenen en Moslims.
Nederlands Bijbelgenootschap
Op 25 augustus heeft de scriba een ontmoeting gehad met een Chinese delegatie die op uitnodiging van het NBG Nederland bezocht.
Interviews met diverse media
Op 27 augustus heeft de scriba een interview gegeven aan RTV Oost i.v.m. viering 10 jaar Protestantse Kerk in Nederland.
Op 28 augustus heeft de scriba een interview gegeven aan AD/Amersfoort i.v.m. viering 10 jaar
Protestantse Kerk in Nederland
Op 28 augustus heeft de scriba een interview gegeven aan de Leeuwarder Courant i.v.m. viering
10 jaar Protestantse Kerk in Nederland
Pagina 8 van 28
Oecumenische Viering Krijgsmacht
Op 28 augustus was de preses aanwezig bij de oecumenische viering van het 100 jaar bestaan
van de geestelijke verzorging in de krijgsmacht.
Opening academisch jaar PThU
Op 29 augustus waren de scriba en diaken Pasveer aanwezig bij de ‘Opening van het Academisch Jaar 2014-2015’ van de PThU. Ds. Plaisier en ds, J, Nottelman gingen voor in de liturgische viering, prof. dr. G. Immink gaf een vooruitblik op het nieuwe jaar en de jaarlezing ‘Waar zijn
wij bang voor? Veiligheidsdenken in een onzekere tijd’ werd verzorgd door prof. dr. Beatrice de
Graaf. (Bijlage 7)
Zendingsdag GZB
Op 30 augustus geeft de scriba de Zendingsdag van de GZB te Hydepark bijgewoond.
28
Pagina 9 van 28
2
Besluiten moderamen, benoemingen
2.1
Bestuurlijke besluiten genomen door moderamen en kleine synode
tussen 1 juni 2014 en 31 augustus 2014
2.1.1
Toepassing van ord. 3-22-2 (beroepen tot predikant in algemene dienst door de
generale synode)
Mw. H. Tarpeh-van Ittersum te IJsselmuiden
06-08-2014
t.d.v. Protestantse Gemeente Waalwijk
ds. A.P.D. Zijlstra te Hellendoorn
t.d.v. Protestantse Kerk in Nederland als interim-predikant
2.1.2
06-08-2014
Toepassing van ordinantie 3-23-1 (toetsing oordeel werkzaamheden predikant
met een bijzondere opdracht, op verzoek van)
Protestantse Gemeente Assen
09-07-2014
t.b.v. beroeping van ds. A.W. Riepma voor de arbeid ten behoeve van Zorginstelling
Vanboeijen te Assen
Protestantse Gemeente ‘s-Gravenhage
16-07-2014
t.b.v. beroeping van dhr. T. van Iersel voor de arbeid ten behoeve van Cardia Den
Haag
Protestantse Gemeente ‘s-Gravenhage
16-07-2014
t.b.v. beroeping van mw. M. Quarles van Ufford voor de arbeid ten behoeve van
Woonzorgcentra Haaglanden
Hervormde gemeente Koog aan de Zaan en Zaandijk
08-08-2014
t.b.v. beroeping van ds. M. Beitler voor de arbeid ten behoeve van Prinsenstichting
Protestantse Gemeente Tilburg en Omstreken
15-08-2014
t.b.v. beroeping van ds. A. Rooze voor de arbeid ten behoeve van Amarant
Protestantse Gemeente Zwolle
25-08-2014
t.b.v. beroeping van mw.ds. P.A. Eigenhuis voor de arbeid ten behoeve van Zorginstelling IJsselheem
2.1.3
2.1.4
2.1.5
Toepassing van ord. 3-25 (emeritaat)
Ds. A.G. van Beem te Sleeuwijk
Ds. ir. D. Boers te Nieuw-Beijerland
Mw. ds. A.E. Keuning te Utrecht
Ds. J. Raatjes te Beilen
Ds. J. Spoor te Utrecht
Ds. G. Boer te Veenendaal
Ds. Y.J. Hulstijn te Rijssen
18-06-2014
28-05-2014
28-05-2014
28-05-2014
28-05-2014
01-06-2014
11-07-2014
Toepassing van ord. 3-27-2 (verlenging beroepbaarstelling)
Ds. L. Schokker te Gorssel
18-06-2014
Toepassing van ord. 5-5-2 en overgangsbepalingen (preekconsent)
Mw. L.K. Smit-Van den Berg te Baambrugge
03-06-2014
Pagina 10 van 28
2.1.6
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 5 van de Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent voor hen die de opleiding tot predikant hebben gevolgd)
Mw. S.C.B. Hermanus-Schröder te Zoetermeer
12-06-2014
2.1.7
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 6 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk
werker in gemeente)
Mw. T.J. Deinum-Kloek te Nijkerk
03-06-2014
Dhr.G. Flim te Rijssen
03-06-2014
Dhr. W.P. Kulk te Veendam
03-06-2014
Dhr. F.A.L. vand er Louw te Maarssen
03-06-2014
Mw. L.G. Riezebos-Hoekstra te Grijpskerk
03-06-2014
Mw. C. Tigchelaar te Wommels
03-06-2014
Mw. S.J. Verhoeven-Van der Vaart te Pijnacker
03-06-2014
Dhr. G.J. Heinen te Noordscheschut
07-07-2014
Mw. G.H. Mateman te Ommen
07-07-2014
Dhr. J.F. Berkhoff te Vriezenveen
10-07-2014
Dhr. L.J. Blees te Damwoude
10-07-2014
Mw. H.J. de Boer-Lodewijks te Lucaswolde
10-07-2014
Dhr. J.H. Helfferich te Oude Bildtzijl
10-07-2014
Mw. A. Oppewal te Drachten
10-07-2014
Mw. S. Voskuil-Dijkshoorn te Berkel en Rodenrijs
10-07-2014
2.1.8
Toepassing van ord. 5-5-2 en art. 7 van de Gen. Reg. Preekconsenten (kerkelijk
werker in een instelling)
Mw. C.J. van Drie-Neerken te Hoofddorp
03-06-2014
Dhr. W.P. Kulk te Veendam
03-06-2014
Mw. E.A. Kwakkel-Vroegop te Wageningen
10-07-2014
2.1.9
Toepassing ord. 13-10 jo. artikel 4 Gen. Reg. Preekconsenten (preekconsent in
het kader van de opleiding)
Mw. A.P. Donker-Kremer te Hoogersmilde
26-08-2014
Dhr. J. Hoogesteeger te Ouderkerk aan den IJssel
26-08-2014
Dhr. T.J. Lucas te IJsselmuiden
26-08-2014
Dhr. G.C. Op’t Hof te Harskamp
26-08-2014
Mw. W.A. van Rijn te Katwijk
26-08-2014
Dhr. J.C. Schimmel te Kampen
26-08-2014
Mw. V.H. van Ginkel te Baarn
28-08-2014
Dhr. S.C. Honing te Huizen
28-08-2014
Mw. L.J. Hoogerwerf te Utrecht
28-08-2014
Mw. M. Jochemsen te Utrecht
28-08-2014
Mw. J.H.E. Plaisier te Amsterdam
28-08-2014
Dhr. M.M.J. Verheuvel te Schoonhoven
28-08-2014
Dhr. H.N. Visser te Amsterdam
28-08-2014
Dhr. G. Wolfert te Utrecht
28-08-2014
2.1.10
Toepassing ord. 13-17-7 (verlenging bevoegdheid om als proponent naar het
ambt van predikant te staan)
Mw. E. Rodenburg-Veerbeek te Utrecht
17-06-2014
Mw. E. Kerst te Amsterdam
24-06-2014
Mw. J.B. Voogd te Balk
24-06-2014
28
Pagina 11 van 28
2.2
Benoemingen en afvaardigingen
In de verslagperiode heeft het moderamen geen benoemingen verricht.
Pagina 12 van 28
3
Bijlagen
3.1
Bijlage 1: Jaarvergadering Gereformeerde Bond (Groet)
Door oud.-kerkrentmeester M. van der Klooster
“Geliefden, voor alle dingen wens ik, dat gij welvaart en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. Want
ik ben zeer verblijd geweest, als de broeders kwamen, en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in
de waarheid wandelt.”
Voorzitter, broeders en zusters, Bijbelvast als u bent, hoort u dat ik hier de apostel Johannes citeer in zijn brief aan Gajus. Mag ik u met deze woorden ook namens het synodemoderamen
groeten?
Getuigen van de waarheid in De Waarheidsvriend is goed en nuttig, maar de ambitie of liever de
door de Gereformeerde Bond ervaren roeping gaat verder.
Volgens zijn volledige naam wil de Bond er zijn “tot verbreiding en verdediging van de Waarheid
in de Protestantse Kerk in Nederland”.
Mag ik u wat vragen? U bent de “hard core” van de Gereformeerde Bond. Anders zat u hier niet
op deze jaarvergadering in Putten. Waartoe is deze Bond op aarde (lees: in de kerk): primair als
protestgroepering of als zoeker van verbinding? Meerdere antwoorden zijn toegestaan; onthouding van stemming niet, want dat hoort niet bij de Bond! Wie meent: primair als protestgroepering? En wie: primair als zoeker van verbinding?
Dit is een opmerkelijke uitkomst! Slechts een enkeling steekt de hand op bij de optie protestgroepering. Het juiste antwoord staat in de statuten en wordt op toegankelijke wijze weergegeven op
de mooie website van de Gereformeerde Bond.
De Gereformeerde Bond is opgericht als en heeft zich een eeuw lang – in elk geval tót 2004 gemanifesteerd als protestgroepering: in 1906 protest tegen de Reglementenbundel (door het
geslaagde protest ben ik als synodelid niet meer via Koninklijk Besluit benoemd, maar gekozen
door en vanuit de kerk), in 1951 protest tegen de kerkordelijke mogelijkheid van de vrouw in het
ambt, in 2004 protest tegen de kerkordelijke ruimte voor pluraal belijden in de Protestantse Kerk.
Op de meergeroemde website van de Gereformeerde Bond wordt met kennelijke instemming een
oud-voorzitter geciteerd, die het aldus verwoordt:
"Zolang men geen binding aan de belijdenis wil en niet die maatregelen neemt, welke uitzicht kunnen geven op een reformatie der Kerk in de zin van haar confessie, zolang heeft
de Gereformeerde Bond nog de taak om voor de belijdenis der vaderen op te komen en
te protesteren tegen alles, wat met de waarachtige geestelijke belangen der kerk en haar
rechten in strijd is."
Protest dus, in de Protestantse Kerk.
Dat velen uwer toch (ook) de hand opstaken bij “verbinding” als wezenlijk en kenmerkend voor de
Gereformeerde Bond, is tegelijkertijd niet zo opmerkelijk.
Van den beginne hebben Bonders door woord/Woord en daad laten zien, dat zij de Waarheid niet
voor zichzelf willen houden om, vanuit een geïsoleerde positie, zich “protesterend” af te zetten tegen de “afkerige” kerk. Net als hun Koning blijven Zijn Bondelingen almaar doorgaan met roepen
en schudden en de kerk tot “wederkeer”, tot “gehoorzaamheid” (uw jaarthema) oproepen.
Maar waaruit blijkt dat dan in de dagelijkse kerkelijke praktijk?
“Verbreiding en verdediging van de Waarheid”, trouwe schrijvers en lezers van “De Waarheidsvriend”: waar zijn uw pretentie en ambities gebleven?!
28
Pagina 13 van 28
Ik begon met een citaat uit een brief van de apostel der liefde, die juist scherp is als het om de
Waarheid gaat.
"In de waarheid wandelen" is volgens de kanttekeningen bij de Statenvertaling: "Dat is, de ware
leer van het Evangelie belijden, en hun leven daarnaar aanstellen, volgens de geboden Gods."
De aloude kanttekeningen wijzen ons de weg: horig, gehoorzaam (weer: uw jaarthema) aan de
geboden Gods, de ware leer van het Evangelie (ja: ook de blijde boodschap krijgt duurzaam gestalte in een “leer”!) belijden (“mondig”).
Gebeurt dat nog? Laat u, laat ik, dat zien in ons staan in de Protestantse Kerk in Nederland?
Ik ben niet van plan als omgekeerde leugendetector een “Waarheidsmeter” te introduceren – dan
zou ikzelf de eerste zijn die onder de Waarheidsmaat blijf – , maar ik kon uit de inbreng tijdens de
eerste vergadering van de generale synode niet onmiddellijk opmaken wie wel en niet tot de Gereformeerde Bond behoren. De minderheid van Lutheranen liet daarover minder misverstand ontstaan, door expliciet waardevolle elementen uit hun traditie in te brengen.
Onze GB-secretaris weet bijna alles, maar toen ik hem vroeg welke synodeleden zich tot de Gereformeerde Bond rekenen, bleek dat een niet eenvoudig en niet eenduidig te beantwoorden
vraag te zijn. Nu pleit ik niet voor polarisatie en het is goed om te merken en dat bij deze ook in
het openbaar uit te spreken, dat geen sprake is van kongsivorming of van een GB-lobby.
Maar de indringende, en wat mij betreft verootmoedigende, vraag dringt zich op: Waar staat de
Gereformeerde Bond nog voor, waar “protesteert” hij nog tegen?
De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland kan geen belemmering vormen. Die is eerder
te pluraal dan dat zij “het verbreiden en verdedigen van de Waarheid” in de weg zou staan.
Aan ‘De hartslag van het leven’, de “Visie op het leven en werken van de Protestantse Kerk in
Nederland”, is evenmin een “excuus” te ontlenen om het licht der Waarheid onder een korenmaat
te plaatsen. In dat visiedocument staan teksten als:
"De kerk wordt aan alle kanten uitgedaagd om te verantwoorden waar zij in gelooft.
Vaagheden worden daarbij niet geaccepteerd. We zullen aan de allergie voor waarheid
en overtuiging voorbij moeten komen. Niet omdat we zo zeker zijn van onze zaak, nooit
twijfelen of op alles een antwoord hebben. Alsof dat de norm kan zijn. Maar omdat we geroepen zijn om te getuigen van wat ons door God geschonken is en bedoeld is voor alle
mensen.”
En dezelfde visienota over ethiek:
"De verkondiging van het Woord en het lezen van de Bijbel geven oriëntatie in de chaotische tijd waarin we leven. (...)[Het] evangelie [helpt] de armzaligheid van afgoden van de
tijd te doorzien. De alom aanwezige ideologie van de maakbare samenleving en het
maakbare leven heeft afgodische trekken. Daar staat een leven tegenover dat weet heeft
van de Schepper, het leven als gave en waarin de kunst van overgave wordt beoefend.
Samen met partners kunnen we materiaal ontwikkelen waarin we, voor verschillende levensterreinen, de vrucht verbeelden van het luisteren naar het Woord.”
Tot zover de visienota van de Protestantse Kerk in Nederland.
Het zal u zijn opgevallen dat ook in deze citaten het concreet belijden van de Waarheid, geïnspireerd door het luisteren naar het Woord, een dominante rol speelt.
Dat luisteren, of liever “horen” (“Spreek, want Uw knecht hoort”) in gehoorzaamheid, lijkt mij een
belangrijke sleutel tot revitalisering van het – zo nodig met kracht protesterend – getuigen van de
Waarheid; de Waarheid die wij “zelf uit Zijnen mond gehoord” hebben.
Vandaar dat in de landelijke kerk ook aandacht is voor het leren, het Joodse “lernen”, zoals de
Gereformeerde Bond ook een pleidooi heeft gehouden voor het intact houden van de tweede
dienst (de leerdienst volgens de Dordtse Kerkorde), alsmede voor de catechese.
En dat een leerboek bij uitstek als de Heidelbergse Catechismus niet taai als leer is, maar veeleer
een liefdeslied, terwijl een van de andere, in de Protestantse Kerkorde in de grondleggende,
“Romeinse”, artikelen vervatte, belijdenisgeschriften laat zien dat zelfs uit de letteren van het
Pagina 14 van 28
schone boek van de schepping geleerd kan worden, zulks is voldoende voor het voetlicht gebracht door bekwame theologen uit uw midden.
Is hiervoor voldoende oog en oor? Neen, niet in de wereld en niet in de kerk. Maar wie gezien en
gehoord hebben, gaan daarvan toch, gedreven door Gods Geest, getuigen?!
En dat op aanstekelijke, uitnodigende wijze: “Kom, ga met ons en doe als wij!” Als onze hoogste
Profeet en Leraar – “de Mond der Waarheid” – ons doet horen wat er nou eigenlijk in de Schriften
staat, dan brandt ons hart in ons en, bekrachtigd door gebroken brood en vergoten wijn, haasten
wij ons om anderen in te winnen voor de Waarheid van Zijn verzoenend lijden en sterven en Zijn
opstanding tot onze recht-vaardig-making.
We hebben de schat in aarden vaten, maar laat niet schuw het deksel erop, maar laat zoveel
mogelijk anderen proeven wat een heerlijke wijn de Heere door Zijn Woord en Geest daaruit laat
voortkomen. Uit Hem, door Hem en tot Hem is er overvloed!
Met dezelfde zendbrief van de apostel besluit ik, namens het synodemoderamen:
"Vrede zij u. De vrienden (vanuit het synodemoderamen) groeten u.
Groet de (Waarheids-)vrienden met name."
3.2
Bijlage 2: Lezing Vethdag Netwerk reunisten SSR (Lezing)
Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
1. De crisis is begonnen als een financiële crisis. In de christelijke traditie is altijd met argwaan gekeken naar het fenomeen bank. Het officiële standpunt is lang geweest dat rente
een niet wenselijke zaak was, die tot veel ellende en onrechtvaardigheid leidde. Tegelijk
werd de onmogelijkheid om deze te verbieden ingezien. Er werd vaak een onderscheid
gemaakt in leningen voor een commerciële aangelegenheid, waarbij een vorm van rente
als legitiem werd gezien, en leningen die niet commercieel waren.
In de calvinistische tak van de Reformatie werd de rechtmatigheid van rente niet in twijfel
getrokken. Calvijn is hier duidelijk in. Hij verbindt deze wel aan de regels van de medemenselijkheid. Bovendien vindt hij het ongepast van rente te leven.
Het gaat niet om een welles nietes of rente legitiem is. Natuurlijk moet er geld worden
verdiend, maar als dit los komt te staan van de zorg om de medemens is er iets grondig
mis. Een bank dient de mensen aan wie wordt geleend en beheert gelden van mensen
die hen geld belenen bij de bank. Dat er met geld gehandeld wordt, is bekend. Er is geld
nodig voor investeringen, en daar zijn banken voor. Op een of andere manier is geldhandel echter losgezongen van de zorg voor de mens. Geld is ook losgezongen van een
waarde, een dienst, een product. Het is vrij gaan zweven. Money breeds money. Het geld
is een fictieve waarde geworden, door een vreemd proces van handelen en door verhandelen, verzekering en tegenverzekering, is er een zeepbel gecreëerd. Een bel, waar overigens goed aan is verdiend. Er is aan het niets verdiend. Maar toen de bel uit elkaar
spatte, waren daar de grote verliezen.
2. De mens is een slechte schepper. Er is gecasht zonder dekking, zonder waarde, zonder
werkelijkheid. En omdat alles met alles samenhangt, is de financiële crisis overgeslagen
en een economische crisis geworden. Er blijkt in veel opzichten op de pof geleefd te zijn.
Er is uitgegaan van geld dat er helemaal niet is. Zo zijn er schulden gemaakt, die maar
op de lange baan geschoven zijn, met de idee dat de toekomst wel voor de oplossing zal
zorgen. De toekomst is die van de ongedekte cheque met de idee dat de afrekening nooit
zal komen. Tot het systeem ineenstort. Weer opnieuw beginnen met schulden maken of
28
Pagina 15 van 28
ze niet aanpakken is ethisch niet verantwoord. We zadelen er toekomstige generaties
mee op en dat is een gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef.
3. Geld is een macht die abstract is. Het zingt gemakkelijk los van de werkelijkheid. Het
gaat erom weer werkelijkheden te ontdekken. De werkelijkheid van een bank. Van een
bedrijf. Van werk. De bank is ervoor bedoeld om het economische leven mogelijk te maken. De economie is de idee dat we op elkaar zijn aangewezen en dat producten moeten
kunnen bewegen. In de economie speelt het bedrijf een belangrijke rol. Het bedrijf is een
samenspel van mensen verenigd in arbeid. Het dient niet voor winst maken, het dient ervoor om op een georganiseerde wijze iets goeds te leveren, van waarde. Natuurlijk moet
een bedrijf financieel gezond zijn en kunnen concurreren, maar dat is in het kader van de
bijdrage die een bedrijf biedt en de mogelijkheid om mensen aan het werk te doen gaan.
Waarom werken we? We werken om daarmee te kunnen bestaan. We moeten werken
en we moeten er niet naar streven zo gauw mogelijk niet meer te hoeven werken. En:
werken is er natuurlijk voor bedoeld om er een living uit te halen, ‘de arbeider is zijn loon
waardig’, maar het doel van werk is niet om rijk te worden – ook al kun je van werken rijk
worden. De grondbetekenis van werk is, dat je wat bijdraagt, dat je helpt ‘de tuin te bewerken en te bewaren’. Naar dat basisinzicht zullen we terug moeten.
4. Wij moeten leren van een crisis. In wezen moeten we altijd van een crisis leren. Er zit in
ons mens-zijn een crisisachtig element. We waggelen in een bepaald opzicht van de ene
naar de andere crisis. Dus laten we in ieder geval niet denken dat er een leven is zonder
crises. De Bijbel begint met een aantal hoofdstukken die niet bedoeld zijn om ons historisch te informeren, maar die bedoeld zijn om een aantal basiscomplicaties van het leven
te schilderen. Eten van de boom van de kennis om daarmee als God te worden is zo’n
basiscrisis. Niet de hoeder van je broeder zijn maar hem doodslaan is er een. De aarde
vullen met onrecht en geweld die wel een zondvloed oproept is weer een ander. Het project Babel: een eenheidsrijk stichten, een absolute macht, ‘das erste Reich’ doet ook
goed mee. En steeds eindigt het in een ramp. Dat is het verhaal dat wordt verteld, met
een realisme dat ongekend is.
5. Wat staat daar tegenover? Een beetje moraal? Moraal die er dan meestal uit bestaat dat
we gaan zwartepieten. Of de crisis een morele crisis is? Ja, natuurlijk, want alles is moraal en als we denken dat we er alleen met wat technische maatregelen komen, zijn we
ziende blind. Maar moraal is wat anders dan anderen beschuldigen van hebzucht. Moraal
heeft te maken met levensinzicht, met wijsheid, met besef. De crisis vraagt naar het leven
en stelt een oude en toch steeds nieuwe vraag ‘waar komt mijn hulp vandaan’?
6. Ik kan het ook anders zeggen. Het gaat om moraal, maar moraal drijft op een verhaal.
Welk verhaal draagt ons? Ik kan niet anders dan wijzen op een groot verhaal, dat zo
sterk is, dat het al eeuwen mee gaat. Het is een groot verhaal, ook omdat ons kleine verhaal er heel goed in past. Omdat het recht doet aan wie we zijn en het leven niet in een
mal perst. Het is een goed verhaal omdat het vertelt over het leven op aarde onder een
open hemel.
7. Op een of andere manier is dit verhaal ook in een crisis geraakt. Misschien lag dat wel
aan de matige vertellers ervan. De kerk, die vooral bedoeld is om drager van dit verhaal
te zijn, heeft haar opdracht niet altijd goed begrepen en soms helemaal niet begrepen.
Het heeft soms gedaan waar de dichter tegen fulmineerde toen hij schreef: binding with
briars my joy and desires: mijn vreugden en verlangens zijn er door gebonden.
8. En toch beleeft het steeds weer zijn come-back. Het floreert onder de minder bedeelden
op aarde. Maar ook in het hart van de stad is het terug. Het kan ook niet anders. Het dak
gaat van de wereld. Het leven ademt weer. De mens wordt weer meer dan een keten in
het leven alleen, meer dan alleen maar brein, hij wordt weer kind van het wonder, mysterie, die de trekken draagt van een origineel dat met geen pen te beschrijven is, beelddra-
Pagina 16 van 28
ger van God zelf. De mensengemeenschap wordt weer meer dan alleen met touwtjes
van hebzucht en wellust aan elkaar geknoopt. Het wordt weer een gemeenschap van
broeders en zusters.
9. Daar vertelt dat verhaal over. En onder de miljoenen vertelt het over die ene. Dat onder
de belastingbetalers in het rijk van een keizer lang gelden, een Kind is geboren dat zijn
rijk sticht op de basis van het offer van zijn leven. Kerst, niet stuk te krijgen. Zolang dat
nog gevierd wordt, is elke crisis relatief. Zoals Pasen niet stuk is te krijgen. Want Jezus
was niet stuk te krijgen, ook al stierf hij eenzaam aan een kruis. Juist omdat hij dat deed.
10. U hebt het door, ik ben intussen van min of meer pseudo-econoom onbeschaamd dominee geworden. Dat had u ook wel verwacht, denk ik. Ik weet niet precies voor welke parochie ik preek. Misschien een kerk met nogal wat kerkverlaters? Dat zou zomaar eens
kunnen. Wie weet was dat kerkverlaten nodig. Onafwendbaar. Toch kan er een tijd komen om voor ‘a second look’, een ‘second love’, maar dan echt liefde. Als Protestantse
Kerk geloven we daar in. Wij zijn er nog. In de crisis? Ja, maar die leert ons ook weer
‘back to the basics’ te gaan. Veel van het instituut zal ondergaan. Maar we leren weer
wat kerk-zijn is. In de kern is het samen komen onder een dak om daar het grote verhaal
te horen. Het te beleven. Het uit te leven. In de kern is kerk ‘broeders en zusters bijeen in
Jezus naam’. In die kerk geloof ik. Vanuit dit gebouw proberen we die kerk weer op het
spoort te komen en al die lokale filialen, zo’n 1800 in het land, te ondersteunen en te faciliteren, en vooral moed in te spreken. En vooral om zo’n geloofsgemeenschap te zijn, dat
mensen, van welke achtergrond dan ook, denken: hier valt wat te beleven. Dat is mooi
werk. Fijn om u vandaag in dit gebouw te hebben en uw gastheer te mogen zijn.
3.3
Bijlage 3: Diaconaat en Mensenrechten (Introductie)
Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
Mens en mensenrecht
Een mens is een wonderlijk wezen. Hij is beelddrager van God en tegelijk is hij kwetsbaar. Het
basisgevoel van menselijke waardigheid en kwetsbaarheid lees je al van de eerste bladzijden van
de Bijbel. ‘Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God
heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt.’ Het staat hier in een negatieve bewoording: op moord
staat de doodstraf, maar de bedoeling is positief: met je handen afblijven van de mens: die draagt
het beeld van God. Elke mens, onafhankelijk van ras, taal, sekse, leeftijd en sociale positie. Hierin
zijn alle mensen gelijk. Gelijk voor God. Van gelijke waarde voor God. Dit zegt meer over de
mens dan alle kwalificaties die er nog bijkomen.
Tegelijk is de mens kwetsbaar. Je kunt hem zomaar doodslaan. Je kunt hem zomaar in zijn
waardigheid aantasten. Je kunt hem als een ding zien, als een dier. En daarom is bescherming
nodig. Zelfs Kaïn kreeg een teken, zodat niemand die hem zou tegenkomen, hem zou doodslaan.
De kwetsbaarheid van de mens vraagt om een juridisch kader. Het vraagt bijvoorbeeld ook om
strafrecht. Je kan niet ongestraft de menselijke waardigheid aantasten. De overheid draagt het
zwaard niet tevergeefs. Ze is een wreker. Zonder rechtbank en vonnis zijn mensenrechten een
wassen neus.
Wat is de implicatie van deze bescherming van de mens? Je kunt hem misschien niet doodslaan,
maar als je hem zijn grond afpakt, zijn eten onthoudt, zijn identiteit ontneemt, zijn lichaam ontvreemd en als een ding beschouwt, zijn recht om te spreken afneemt, dan doe je eigenlijk hetzelfde. Daarom zijn er mensenrechten. Die definiëren nader wat het betekent dat de mens
beelddrager van God is. De definiëring van mensenrechten is een historisch proces. De wortel
ervan ligt in het mens-zijn zelf. De wortel is transcendent. Ik geloof niet dat je, zonder deze transcendente wortel, de absolute waarde van de mensenrechten in stand kan houden.
28
Pagina 17 van 28
Diaconaat
De betekenis van de diaconale opdracht van de kerk, dat is het thema van deze conferentie. In
het diaconaat ligt het hoofdaccent op hulp. In dat opzicht lijkt het niet meteen gekoppeld aan hulp.
We weten intussen dat dit onzin is. In de eerste plaats help je mensen vanwege een gemeenschappelijkheid. Het zijn je broeder en zusters, het zijn je medemensen, je deelt een gemeenschappelijke menselijkheid met ze. Bekommer je om de gevangenen alsof u samen met hen
gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam hebben als u. (Hebr.
13:3). Dat is niet meteen de taal van het recht, maar we hoeven ook niet alles meteen in die taal
uit te spreken. Recht wortelt in iets diepers dan recht, namelijk ‘zijn’. In een menselijke gemeenschap. Dat we bij elkaar horen. Dat we elkaar gegeven zijn. Dat we allen horen tot die wereld, die
God zo heeft liefgehad, dat Hij zijn enige zoon gegeven heeft.
Maar ook op een meer uitgesproken manier heeft diaconaat te maken met mensenrechten. Een
ander helpen is een ander recht doen. Is het recht van de ander benoemen. Ik denk dat je mensenrechten juist op het spoor komt vanuit de optiek van het diaconaat. Je trekt je het lot aan van
de asielzoeker. Je vind zo’n asielzoeker op straat en geeft hem eten en drinken en een tentendak
boven het hoofd. En dan vraag je je af: maar hoe zit dit nu? Hoe kan het dat aan deze mens geen
eten en drinken wordt gegeven.
In het diaconaat komen we voortdurend mensen tegen in een noodsituatie, en steeds zal de
vraag naar het recht opkomen. Anders help je iemand, en weet je dat, wanneer je je omdraait, de
noodsituatie doorgaat. Dat is dweilen met de kraan open. De beker koud water moet je geven,
maar je zult ook over de bron moeten spreken en de rechten op schoon drinkwater.
diakenen langs verschillende dossiers te maken hebben met mensenrechten en dat er uiteenlopende thema’s onder vallen::
1) mensenrechten in het buitenlandwerk:
2) Recht op godsdienstvrijheid
3) Mensenrechten en migratie
4) Mensenrechten en armoede in Nederland
5) Mensenrechten en Zorg
6) Kinderrechten.
Politiek
Daarbij is het duidelijk dat mensenrechten een politiek thema is. Ik sprak al eerder over de overheid die het zwaard niet tevergeefs draagt. De overheid is er inderdaad voor om een dam op te
werpen tegen het boze. Kwaad moet worden gestraft. Maar dat is ook om het goede te beschermen. Het is belangrijk dat er een overheid is, die een monopolie heeft op geweldsuitoefening. We
zien wat er gebeurt als er geen centraal gezag is. Dan is niemand meer ergens op aanspreekbaar. Dan regeert de chaos. Een nationale en een internationale orde is daarom van groot belang.
Het diaconaat brengt het politieke domein in beeld. Juist vanuit de optiek van de zorg voor de
medemens en de roeping hem of haar bij te staan in haar nood, komt de politiek in beeld. De kerk
is niet geroepen een schaduwbegroting op te stellen. We zijn geen politieke partij. Kerkleden behoren tot verschillende politieke partijen en dat moet zo blijven. Er is zoiets als een scheiding tussen kerk en staat en wij gaan den Haag niet vertellen dat er meer genivelleerd moet worden of
juist minder. In dit opzicht pleit ik voor soberheid en zie ik hoe de hand nogal eens is overspeeld.
Maar één ding is duidelijk: de kerk geroepen op te komen voor de ware menselijkheid en daarom
voor de mensenrechten. Die zijn nooit vanzelfsprekend gegarandeerd. En daarom dient er stem
aan gegeven te worden. De overheid is er voor om te beschermen, om rechten te beschermen en
is daarop aanspreekbaar, ook als ze even of even langer niet lijkt te luisteren.
Pagina 18 van 28
Maar meer dan een korte introductie is mij niet gevraagd. Het valt me mee dat ik al niet afgehamerd ben, maar om niet het risico te lopen dat alsnog te worden, houd ik het hierbij. Ik wens u
een inspirerende middag en veel goeds en zegen op uw werk op het grensvlak van diaconie en
mensenrechten.
3.4
Bijlage 4: Consultatie Tweede Kamer inzake Bekering (Inbreng)
Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
Zes opmerkingen bij het thema ‘bekering’
1. Bekeringen in het algemeen
Bekeringen zijn een normaal verschijnsel en behoren niet tot het gebied van de hocuspocus. Er
vinden bekeringen in onze wereld plaats. Momenteel vinden er ook in landen als Iran en Afghanistan bekeringen plaats van de islam naar het christelijk geloof. Die hebben niets met asiel te
maken want die mensen komen hier helemaal niet heen. De idee dat mensen zich alleen bekeringen om in het Westen een asiel te krijgen, is onzin.
2. De terughoudende rol van de kerken
Als kerk hopen we dat mensen die christen zijn geworden, in de landen waarin dat gebeurt, blijven. We hebben er geen enkel belang bij hen hierheen te halen. Zelfs hebben we groot respect
voor mensen die hier christen zijn geworden, en die toch teruggaan naar hun land van herkomst.
Wij willen ons niet laten lenen door hier verblijvende asielzoekers, die christen worden om een
asiel te verkrijgen. Dat is misbruik maken van het geloof.
Samen met Stichting Gave willen we kerken in Nederland voorlichten hoe om te gaan met bijv.
Iraniërs en Afghanisani die gedoopt willen worden. Een authentiek verlangen moet uiteraard gehonoreerd worden, maar aan de doop zal een serieuze voorbereiding vooraf moeten gaan en er
mag alleen gedoopt worden wanneer de verantwoordelijken in de kerk overtuigd zijn van het oprechte verlangen christen te worden.
3. De rol van de IND
De overheid heeft het recht asielaanvragen kritisch te beoordelen en daar hoort ook de beoordeling van bekering bij. De methode die door de IND is ontwikkeld is op zich niet verkeerd en in de
loop van de tijd verbeterd. We waarderen de bereidheid van de IND om o.a. de Protestantse Kerk
als partij te beschouwen die kritisch mee mag denken over de methode van ondervraging.
De IND kent mensen een status toe op grond van bekering. Ze geeft die met recht niet aan hen
die op geen enkele manier van hun bekering kunnen overtuigen. Toch zijn er twijfel- en grensgevallen. Het kan ook gebeuren dat een beslisambtenaar er naast zit. Dat laatste kan mede worden
veroorzaak door het feit dat hij of zij wel de methode volgt, maar geen begrip heeft voor zoiets als
bekering en religie onzin vindt. Ik vraag me af of iemand dan in staat is een goed onderzoek te
voeren.
4. Recht doen aan mensen
Waar het om gaat is, dat mensen recht wordt gedaan. Onterechte afwijzing van iemand die daardoor levensgevaar loopt, is in ons land niet acceptabel. Dat is de ernst van de hele discussie. Wij
kunnen het niet over onze kant laten gaan mensen die bekeerd zijn en getuige zijn van hun geloof, terug te sturen, wanneer er gerede kans bestaat dat deze persoon daardoor gedood zal
worden of gevangen zal worden genomen en gemarteld.
28
Pagina 19 van 28
5. Commissie Plaisier
Er zijn dus ook onterechte afwijzingen. Wat dan te doen? De advocatuur speelt hierin een belangrijke rol en zij maakt onder andere gebruik van de zogenaamde commissie Plaisier. Deze bestaat
uit gekwalificeerde theologen met cross-culturele ervaring. Deze commissie voert met hen van
wie de bekering niet geloofd wordt een indringen gesprek, een zogenaamd geloofsgesprek. Ze
doet dit alleen wanneer de advocaat van mening is dat deze afwijzing onterecht is en op verzoek
van deze advocaat. Ook deze commissie is niet altijd overtuigd van de authenticiteit van de bekeringen. Maar regelmatig ook wel. Ze brengt hiervoor argumenten naar voren. Naast andere expertise, meen ik dat in de rechtspraak het zinvol is ook deze expertise een rol te laten spelen,
aangebracht door de advocatuur en door de rechter op zijn waarde geschat. Het zou mijns inziens van vooringenomenheid getuigen, deze expertise op voorhand uit te sluiten. Er wordt hier
serieus werk verricht door theologen die weten waar het over gaat als het om bekeringen en
christelijk geloof gaat. De overheid zou een verkeerd signaal afgeven wanneer ze de rol van een
dergelijke commissie op voorhand zou afwijzen of in diskrediet brengen.
3.5
Bijlage 5: Lord of the Rings opnieuw bekeken (Lezing)
Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
Inleiding
Lord of the Rings is een happening. Het is een boek dat een grote schare lezers kent, die er bijna
een delirium van hebben. Velen hebben het boek gelezen en herlezen, sommigen tot meer dan
vijf keer. Intussen is daar de verfilming door Peter Jackson bijgekomen: niet minder een happening, die miljoenen naar de bioscoop heeft getrokken. Ik zal het in mijn verhaal vooral over het
boek hebben.
Het boek verscheen in drie afzonderlijke delen in de jaren 1954, 55 en 56. Het heeft sindsdien
miljoenen lezers getrokken. Lord of the Rings is in Engeland door de lezers van de Daily Telegraph gekozen als boek van de eeuw en vele Nederlandse lezers zullen met dit oordeel instemmen. Er zijn echter ook uitgesproken tegenstanders van het boek, die niets kunnen met de
fantasiewereld en die het ook helemaal geen literatuur vinden. Wat dat betreft is het een boek dat
de mensheid in twee scherp afgebakende kampen verdeeld.
De schrijver van het boek is een unieke persoon geweest. Hij is natuurlijk niet iemand die zo eens
een fantasieverhaal uit zijn mouw heeft geschud. Als professor in het Angelsaksisch en later de
Engelse taal en letterkunde was Tolkien zeer belezen man, en kende de oud Engelse Literatuur
diepgaand, maar had een speciale voorliefde voor Noorse en IJslandse literatuur. Op de figuur
van Tolkien zelf wil ik in mijn verhaal nu verder niet ingaan. Zelf heeft hij in een interview gezegd
dat biografische gegevens niets bijdragen tot het verstaan van zijn oeuvre. Het is ook niet strikt
nodig voor het verstaan van zijn boek. Hij noemde als één van de weinige zaken die wel van belang zijn, het gegeven dat hij christen is, en wel rooms katholiek christen. Daar moeten we het
dan vanavond ook bij laten.
2. Wat voor soort boek is LOTR
Lord of the Rings is een boek met een enorme omvang. Het is een boek waarin zoveel gebeurt,
dat het onbegonnen werk is het allemaal op te sommen. Je zou het niet zeggen, want het boek
begint in een uithoekje van de wereld, de Gouw, de Shire, en het houdt zich in eerste instantie op
in de wereld van de hobbit, de halfling, een nederig soort van, ja wat eigenlijk? Halfmensen, mensen, maar dan ietsje meer bij de aarde dan de mens, een gezellig wezen met een beperkte horizon en een beperkte geschiedenis. Tolkien heeft zelf laten doorschemeren dat de wereld van de
hobbit eigenlijk de wereld is van het Engelse platteland, waar het leven nog goed is en waar de
zijns inziens verwoestende invloed van de moderne industriële ontwikkelingen nog niet alles kapot hebben gemaakt. Dit is natuurlijk een wat geromantiseerd beeld van het platteland (alhoewel,
Pagina 20 van 28
in de Shire is het niet altijd zo gezellig), maar ze gaan ten dele terug op eigen ervaringen van Tolkien. Het begin van het boek herinnert aan de wereld van de Hobbit, het eerste boek van Tolkien
(het verscheen in 1939). Op zichzelf vertelt ook dat boek een spannend verhaal, maar dat ligt
meer op het vlak van een avonturenroman; de held Bilbo vecht tegen de draak Smaug, en keert
beladen met goud terug. Maar echt geschiedenis is het niet, het is een verhaal.
Dat is anders in Lord of the Rings. Daarin verwijdt zich de horizont van de vredige hobbits tot de
wereld van Midden aarde en komt de grote geschiedenis, die van de zogenaamde Derde Era in
zicht. Er speelt zich in die wereld en die tijd een diepgaande strijd af tussen de donkere vorst,
Sauron, verpersoonlijking van het kwaad aan de ene kant, en het goede en schone aan de andere kant. Het is deze grote wereld, die langzaam opengaat voor een aantal hobbits. Het wordt hen
duidelijk, vooral door Gandalf, dat de Gouw een lang vergeten, maar intussen al ontdekt gebied is
in een wereldwijde strijd die over midden aarde is gekomen. En, schrikwekkend genoeg, blijkt een
ring, die een zekere Frodo van zijn oom Bilbo heeft gekregen, het cruciale voorwerp te zijn, waar
het lot van de toekomst van alle leven in Midden Aarde om zal draaien. Beslissend is het mottoachtige vers:
Drie ringen voor de elfenkoningen op aard’,
Zeven voor de dwergenvorsten in hun zalen schoon,
Negen voor de mensen die de dood niet spaart,
Eén voor de zwarte heerser op zijn zwarte troon
In Mordor waar de schimmen zijn,
Eén ring om allen te regeren, Eén Ring om hen te vinden,
Eén ring die hen brengen zal en in duisternis binden
In Mordor, waar de schimmen zijn.
Hiermee is het thema gesteld. Er is een Heer van de ringen, die de negen ringen van de mensen
en enkele van de zeven van de dwergenvorsten in zijn bezit heeft (de anderen zijn definitief verloren). De drie elfenringen zijn verborgen, ze zijn in handen van elfenvorsten, en ze oefenen een
verborgen werking uit. De ene ring is echter de machtigste, die in staat is de andere te regeren.
En naar deze ring zoekt de Heer van de ringen, Sauron. Deze ring is gesmeed in de smidse van
Sauron zelf, hij heeft er het grootste deel van zijn macht in doen overgaan. Zonder deze ring is
Sauron al gevaarlijk, maar met de ring zal hij een totale heerschappij verkrijgen. Ooit heeft hij deze ring bezeten, maar hij is hem afgenomen en later is de ring verloren gegaan.
Ik hoef voor u de verdere gang van het verhaal niet te herhalen. Ik wil de beperkte tijd liever besteden aan een aantal opmerkingen over het boek, waarbij ik natuurlijk vooral wil letten op de spirituele betekenis van het boek.
3. De strijd tussen goed en kwaad: het kwaad
Er komen in het boek veel veldslagen voor. In de film hebben die ook een grote plaats gekregen.
Er is een fysieke strijd gaande tussen Sauron en Saruman aan de ene zijde, en de ‘geallieerden’
aan de andere zijde. De slag bij Helmsdiepte, waar de legers van Saruman strijden met die van
Theoden neemt een centrale plaats in het boek de Two Towers in. De slag rond en in Minas
Thirith neemt een belangrijke plaats in the Return of the King in, gevolgd door de slag voor de
Grote Poort van Mordor. Dit militaire aspect staat echter niet op zichzelf. De eigenlijke veldslag is
de morele. Er woedt een gevecht tussen goed en kwaad, en in feite is elk persoon in het verhaal
betrokken in dát gevecht.
Het kwaad manifesteert zich op verschillende wijzen. Centraal staat de verleiding van de macht.
De ring staat hiervoor symbool. Deze oefent op de verschillende hoofdrolspelers in het boek een
sterke aantrekkingskracht uit. Degene die van verlangen wordt verteerd door deze ring is Gollem.
Toch is het de vraag of het in het geval van Gollem om de macht gaat. Waarschijnlijk speelt dit
28
Pagina 21 van 28
wel mee, en ergens worden we deelgenoot gemaakt van zijn droom van een machtige Gollem,
maar bij hem is het vooral de hebzucht, die hem doet branden van verlangen naar de ring, ‘my
precious’. Het is deze hebzucht die hem zijn compaan laat vermoorden, indrukwekkend in beeld
gebracht aan het begin van deel 3 van de film. Ook op Bilbo heeft de ring aantrekkingskracht, al
is het ook hier niet duidelijk waar deze precies uit bestaat, misschien is het hier meer een ongearticuleerde aantrekkingskracht van een ding dat zo afgodische trekken krijgt. Hij vindt het op het
beslissende moment erg moeilijk om afstand van de ring te doen, al doet hij het wel vrijwillig. De
eigenlijke verleiding bestaat echter in de macht. Gandalf wordt erdoor verzocht, maar hij weerstaat deze. Aragorn, die de ring had kunnen bemachtigen in de Steigerende Pony, weerstaat
eveneens de verleiding. Eén van de indrukwekkendste passages is de verleiding waaraan Vrouwe Galadriël blootstaat, wanneer de ringdrager, Frodo, haar de ring min of meer in de schoot wil
werpen.
(eerste fragment: p. 471/2).
Het is het tragische lot van Boromir, dat hij niet aan de verleiding weerstand kan bieden en een
poging doet de ring van Frodo af te nemen. Boromir verlangt geen absolute macht, hij wil de
macht gebruiken in de strijd tegen Sauron, maar hij realiseert zich onvoldoende dat gebruikmaking van de ring zal leiden tot een positie als die van Sauron. Deze verleiding van de macht kennen we in het evangelie in geconcentreerde vorm in de verzoeking van Jezus. Ik vermoed dat dit
verhaal een verborgen achtergrond speelt in het hele concept van de LOTR. Immers, ook Jezus
wordt daar aangevochten de macht te aanvaarden uit de hand van de duivel, en hij onderkent dat
het doel de middelen niet heiligt, integendeel, dat het verkeerde gebruik van de middelen niet leiden tot het Koninkrijk van God, maar tot dat van de duivel.
Er zijn echter andere vormen van kwaad. Niet iedereen wordt voor de keuze gesteld om de ring
naar zich toe te trekken. De invloed van het kwaad van Sauron en Saruman werkt ook op andere
manieren. Dit is goed te zien aan Theoden, de koning van de Roherrim. Hij is zodanig bewerkt
door Slangtong (Wormtong), dat hij het werkelijke zicht op de werkelijkheid heeft verloren, waardoor hij zich heeft teruggetrokken in een hoekje van de wereld, inactief. Gandalf zal zeggen: altijd
was de influistering van Wormtong in je oor, die je ledematen verzwakten, terwijl anderen toekeken en niets konden doen, want je wil was in zijn greep geraakt. Behalve de verlammende werking die Slangtong heeft uitgeoefend, is er ook sprake van het grote vergeten. Later zal Theoden
zijn toestand aldus beschrijven:
Lang hebben we onze beesten en onze landerijen gehoed, we hebben onze huizen gebouwd,
onze gereedschappen gemaakt, en we zijn erop uit getrokken om in de oorlogen van Minas
Thirith te helpen. En dat noemden we het leven van de Mensen, de weg van de wereld. We bekommerden ons weinig om datgene wat buiten onze landsgrenzen lag. We hebben liederen die
hierover gaan, maar we zijn ze vergeten, en leren ze alleen aan kinderen, als een achteloze gewoonte. De wereld van Theoden is klein geworden, en dat is mede de reden dat hij zwak staat
ten opzichte van de influistering van Wormtong. Deze heeft hem zwakheid en passiviteit aangepraat. Als Gandalf hem dan te hulp komt, en Wormtong aanpakt, gebeurt er veel. Theoden begrijpt dat hij er nog kracht in zijn ledematen is, en zijn wil wordt geactiveerd. Bovendien leert hij
weer verder te kijken dan zijn versmalde horizon. Dat laatste wordt actueel op het moment dat hij
wordt geconfronteerd met de Enten. Er volgt dan een stuk, dat het waard is met elkaar te lezen:
(tweede fragment pag. 711/12)
4. Het goede
Tegenover het kwade staat het goede. Er zijn vele figuren in het boek die de goede strijd strijden.
Ze weerstaan de verleiding van de macht. Zij strijden voor het goede. Dat doen ze op verschillende manieren. Het goede zelf is niet gemakkelijk te omschrijven, het heeft vele kanten aan zich. Ik
licht er echter één aspect uit, een belangrijk aspect, omdat uiteindelijk het succes van de queeste,
Pagina 22 van 28
de vernietiging van de ring, erom draait. Het komt uit in Bilbo’s houding ten opzichte van
Smeagol. Waarom heeft Bilbo dat veile creatuur niet gedood, zo vraagt Frodo aan Gandalf? Het
was medelijden dat zijn hand weerheild. Medelijden en Genade: niet doden als het niet nodig is.
(..). Het spijt me, zei Frodo, maar ik ben bang en ik heb helemaal geen medelijden met Gollem.
Je hebt hem niet gezien, viel Gandalf hem in de rede. Nee, en ik heb er ook geen behoefte aan,
zei Frodo. Ik begrijp je niet . Bedoel je dat jij en de Elfen hem in leven hebben gelaten na al die
vreselijke daden? Hij is minstens even slecht als een Ork en gewoon een vijand. Hij verdient de
dood. Verdienen, zeker. Velen die in leven zijn, verdienen de doden. En sommigen die sterven,
verdienen het leven. Kun hij het hun schenken? Wees dan niet te begerig om de doodstraf uit te
spreken. Want zelfs de zeer Wijzen kunnen niet alle oogmerken doorzien. Ik heb er niet veel
hoop op dat Gollem kan worden genezen voor hij sterft, maar er is een kleine kans op. En hij is
verbonden met de ring. Mijn hart zegt mij dat hij nog een rol te vervullen heeft, ten goede of ten
kwade, en wanneer die dag aanbreekt, zal Bilbo’s medelijden wellicht het lot van velen beslissen,
het jouwe niet in de laatste plaats. In ieder geval hebben wij hem niet gedood; hij is heel oud en
diep ongelukkig. (80v)
Medelijden, compassie, dat is een belangrijk element van het goede. En het is in dienst van het
goede dat er velen zijn die hun bijdrage geven aan de strijd tegen het kwaad.
5. De regisseur
Zoals gezegd, er zijn diverse figuren, die strijden tegen Sauron. Gandalf, Aragorn en Frodo zijn
daarin de hoofdpersonen, maar ze worden omringd door een krans van medestrijders, van elfen,
mensen en dwergen. Toch is er meer dan alleen deze figuren. Op de achtergrond is er een verborgen macht aan het werk. Achter en in de geschiedenis is er sprake van een providentie, een
voorzienigheid. Het is de niet uitgesproken achtergrond, die in de Silmarillion wel naar voren
komt. In dat boek wordt gesproken over Iluvator, de Ene, de Schepper, en over de Valar, de oer
of aartsengelen. Deze Ene, die Tolkien bewust niet heeft verbeeld, werkt door een providentie,
een voorzienigheid. Het getuigt van wijsheid dat Tolkien hier niet tegenover Sauron de ene strijder voor het goede heeft gezet. God laat zich niet verbeelden. Ik sprak over ‘voorzienigheid’. Het
is Gandalf die er regelmatig naar verwijst. Het is de hand van de voorzienigheid, die maakt dat
Bilbo de ring vindt.
Ik citeer:
Er zat nog iets anders achter, iets dat allerminst in de bedoeling van de Maker van de Ring moet
hebben gelegen. Ik kan mijn niet duidelijker uitdrukken dan door te zeggen dat Bilbo voorbestemd
was om de Ring te vinden, en niet door de Maker ervan. In welk geval hij ook was voorbestemd
om hem te bezitten. En dat kan een bemoedigende gedachte zijn (76)
Het is de voorzienigheid die werkt, ook door het kwaad heen. Zo moet uiteindelijk Gollum in zijn
hebzucht meewerken aan het goede en het middel zijn om de ring in de vuurberg te krijgen. Er
zijn nog veel meer voorbeelden te noemen. Doordat Boromir de ring begeert valt het reisgezelschap uiteen, en daardoor zullen uiteindelijk de enten in het spel betrokken worden, die de vesting van Saruman belegeren en doen vallen. Deze regisseur werkt in het verborgene, maar hij
werkt. En het is van groot belang weet te hebben van zijn macht. Het is met name Gandalf, die
het weet. Daarom kan Gandalf ook hoop verspreiden, waar hij ook komt. Ja, meer dan dat, er is
in Gandalf een verborgen bron van vreugde, die zich niet laat verklaren uit de gang van de gebeurtenissen, maar die leeft uit een kennis van wat het gebeuren te boven gaat. Dat komt uit
wanneer Gandalf en Pepijn in de stad Minas Thirith zijn aangekomen, en donkere wolken zich
samenpakken. Als Pepijn in het gezicht van Gandalf kijkt, dan ziet hij hoe ook Gandalf gebukt
gaat onder de druk van de gebeurtenissen
28
Pagina 23 van 28
Ik citeer:
Pepijn keek enigszins verbaasd naar het gezicht dat nu vlak bij hem was, want het geluid van de
lach was vrolijk en opgewekt geweest. Maar toch zag hij in het gezicht van de tovernaar allereerst
groeven van zorg en verdriet: hoewel hij, toen hij aandachtiger keek, bemerkte dat er onder dit alles een grote vreugde schuilging: een fontein van vrolijkheid, genoeg om een koninkrijk aan het
lachen te maken, als deze tot uitbarsting zou komen. (993)
Gandalfs vrolijkheid heeft hier niets te maken met een karaktertrek, het is duidelijk dat hij zicht
heeft op een macht achter alle machten, op een hoop die leven doet, op een geloof in de hand
van Iluvater. Dit zicht maakt hem bepaald niet zorgeloos, laat staan werkeloos, maar geeft hem
juist de speelruimte om te blijven werken en ook hoop te verspreiden in de harten van anderen.
6. De vrije wil
Van deze voorzienigheid moet nog iets worden gezegd, en dat is dat hij werkt zonder dwang. De
vrijheid van het schepsel wordt nergens geschonden. Frodo neemt uit vrije wil de ring op zich.
Deze wijsheid van de providentie weerspiegelt zich in de wijsheid van Elrond. Op het moment dat
het reisgezelschap met Frodo meegaat, wordt iedereen ervan weerhouden te zweren bij de ringdrager te blijven. Zelf een eed is al een te verregaande vorm van dwang. Deze vrijheid is van
groot belang. De voorzienigheid, en diegenen die in zijn dienst staan, onderdrukken nergens die
vrije wil. Ze doen precies het omgekeerde als Sauron, die alleen slaven wil, die hem blindelings
en willoos gehoorzamen. De Schepper schakelt de vrije wil van zijn wezens juist in.
Toch is het duidelijk dat de vrijheid geen willekeurige is. Juist echte vrijheid schept de mogelijkheid tot het doen van wat je moet doen. Zo zegt Elrond tegen Frodo: ‘ik geloof dat jij bent aangewezen voor die taak, Frodo; en dat, als jij geen mogelijkheid ziet, niemand anders dit zal doen. Dit
is het uur van de Gouw-lieden, waarin zij opstaan uit hun vredige velden om de torens en de vergaderingen van de groten op hun grondvesten te doen schudden. Wie van alle wijzen had dit
kunnen voorzien? (..) Maar het is een zware last. Zo zwaar, dat niemand haar een ander zou
kunnen opleggen. Ik leg haar jou niet op. Maar als je haar vrijwillig op je neemt, kan ik je zeggen
dat je keuze de enige juiste is’. (349) Kortom: ook al wordt de vrije wil gerespecteerd, toch is vrijheid niet hetzelfde als doen waar je zin in hebt. Ware vrijheid is doen wat je moet doen, wat het
enige juiste is. Doe je dat niet, dan verspeel je de vrijheid. Het plan van de voorzienigheid zal er
niet door worden gefrustreerd, maar jouw naam zal in zijn verhaal niet voorkomen.
7. Christusfiguren?
Met bovenstaande noties is duidelijk genoeg geworden dat Tolkiens boek een spiritueel boek is.
Dat er noties in te herkennen zijn, die alles te maken hebben met Tolkiens eigen levensovertuiging, zonder dat het boek een verkapte preek is. Hij is kunstenaar. Het is onjuist om zijn boek als
een allegorie te beschouwen. Die vraag is wel opgekomen, en sommigen beschouwen het boek
wel als een allegorie, waarin elk element van het verhaal correspondeert met een of andere geestelijke, christelijke werkelijkheid of christelijke figuur. Het is Tolkiens uitdrukkelijke mening dat dit
een onjuiste interpretatie is. Iets anders is, om in het boek in bepaalde personen trekken te zien,
die aan Christus doen denken. Christus-achtige figuren komen er genoeg in voor. Je kunt zelfs
zeggen dat verschillende aspecten van Christus weerspiegeld worden door verschillende figuren.
In Gandalf is dat vooral de wijsheid van Christus, in Aragorn zijn koningschap, in Frodo zijn lijden.
Deze drie figuren gaan alle drie in zekere zin door de dood heen. Gandalf als hij in de afgrond
verdwijnt in Moria, waar de Balrog hem met zijn zwiepende staart in meetrekt. Aragorn die door
de paden der doden gaat, wat doet denken aan de afdaling van Christus in het dodenrijk: ook
Aragorn bezoekt de doden en neemt ze, zij het eenmalig, mee in zijn triomftocht. En ten slotte
Frodo, die bijna voortdurend sterft, en de trekken aanneemt van een kruisdrager. Maar zij zijn niet
de Christus. Ze zijn ook niet volmaakt, dat is in het geval van Frodo wel overduidelijk; hij valt uiteindelijk toch voor de verleiding om de ring aan te doen.
Pagina 24 van 28
Jezus Christus wordt niet verbeeld. Dat is ook terecht. Een Jezus ‘in disguise’ is een wel erg hachelijke onderneming. Het verhaal verwijst wel naar hem, of beter gezegd, het is postfiguratie,
alsof Tolkien Jezus weer vertaald in een mythologisch verhaal en mythologische figuren. Maar
het blijft ‘mythe’. Dat is ten diepste ook de reden dat er geen definitieve verlossing aanbreekt in
het boek. Er zit zelfs een smartelijke ondertoon in het boek van Tolkien. Weliswaar wordt Sauron
verslagen, maar de verlossing van het kwaad blijft uit.
8. De goede afloop.
Dit brengt mij op een laatste thema. Het boek Lord of the Rings is een uniek epos. Uniek omdat
het een creatie is, een wereld die door fantasie tot stand is gekomen. Tolkien is erin geslaagd een
geloofwaardige secundaire wereld te scheppen, die uitzonderlijk wijd vertakt is. Lord of the Rings
drijft op een mythische wereld, van wezens met elk ver reikende stambomen, van vele talen, van
een topografie die eindeloos is en een geschiedenis van vele eeuwen de ingrediënten vormen. In
de Silmarillion is deze mythische wereld uitgewerkt. Nu is het zo dat in zekere zin elk literair werk
een verbeelde wereld oproept, maar déze wereld is een fantastische, waarin de primaire wereld
gebruikt wordt als arsenaal om een tweede wereld op te bouwen. Het laat zich het beste vergelijken met de sprookjeswereld. Helaas is dit een woord dat een zeer eenzijdige associatie oproept,
alsof het om onbenullige verhaaltjes voor kinderen gaat. Sprook of sproke is wellicht een beter
woord. Tolkien heeft hier zelf een lezing over gehouden die veel licht werpt op zijn boek. Een
sproke streeft een soort betovering van de hoorder of de lezer na. Je stapt in de wereld van de
elven.
Maar waarom? Wat is Tolkiens motief geweest bij het scheppen van zijn fantasiewereld? Een andere functie van de sproke is de troost van het goede slot. Tolkien noemt dit de eucatastrophe.
Het is vooral de vreugde om de onverwachte wending, die de sproke haar merg geeft. Het is een
plotselinge en miraculeuze genade, waar niet op gerekend is, die tot de kern van de sproke hoort.
Het ontkent niet de discatastrophe, maar het ontkent universele definitieve ondergang en in zoverre is het evangelie, goede boodschap, en geeft het glimpen van vreugde. Het geloofwaardig
bereiken hiervan is niet gemakkelijk, het is het moeilijkste maar ook het meest bevredigende. Tolkien heeft dit in zijn boek nagestreefd. Gegeven alles wat er op het spel staat kan het boek alleen
maar eindigen met een catastrophe of een eucatastrophe.
Derde en vierde fragment: p. 1109, p. 1238/9
Aan deze overweging heeft Tolkien een belangrijke opmerking vastgeknoopt. Hij zegt dat deze
vreugde in het verhaal niet alleen iets is van het verhaal. De bijzondere kwaliteit van de ‘vreugde’
in succesvolle fantasieverhalen kan worden uitgelegd als een plotselinge glimp van de onderliggende werkelijkheid of waarheid. In de ‘eucatastrophe’ krijgen we even een blik van verre op een
andere goede afloop, die zich voordoet in de echte werkelijkheid.
Die goede afloop in de echte werkelijkheid heeft zich voorgedaan. Het wordt verteld in het evangelie. Je kunt zeggen: het evangelie is de vervulling van dat wat in de sproke van verre is gezien.
Tolkien zegt het zo: ‘de evangelieën vertellen een verhaal van een hogere soort dat alle essentiele aspecten van de sprookjes omvat. Ze bevatten vele wonderlijke dingen – erg kunstzinnig,
mooi en ontroerend; ze zijn mythisch en dragen hun betekenis in zichzelf; en daaronder bevindt
zich het grootste en hoogste denkbare wonder. Dit verhaal nu is de geschiedenis en de primaire
werkelijkheid binnengekomen; daarmee is het verlangen en het streven die in fantasiewereld
wordt uitgedrukt opgeheven en vervuld. De geboorte van Christus is de eucatastrophe van de
menselijke geschiedenis. De opstanding is de eucatastrophe van de geschiedenis van de incarnatie (het leven en de dood van Jezus). Dit verhaal begint en eindigt in vreugde. Er is nooit een
verhaal verteld waarvan mensen meer wilden dat het waar zou zijn, en er is niet één dat door zoveel sceptische mensen op zijn eigen merites als waar is aanvaard.’ Om daar aan toe te voegen:
‘dit verhaal is het hoogste en het is waar. Kunst is waarheid geworden. God is de Heer, van engelen en van mensen – en van elfen. Legende en geschiedenis hebben elkaar ontmoet en zijn met
elkaar verenigd.
28
Pagina 25 van 28
Je zou zeggen: maar dan is het ook niet meer nodig om daarna nog weer opnieuw een fantasiewereld te scheppen. Dat is niet het geval: de verloste mens is nog steeds mens. Verhaal en fantasie gaan nog steeds door, en zo moet het ook. Het evangelie heeft de legenden niet
opgeheven, maar heeft ze geheiligd, vooral de goede afloop.
Zo gezien is LOTR een unieke weerkaatsing van een waarheid, die in het evangelie vlees en
bloed is geworden.
3.6
Bijlage 6: ‘Across the Border’ (Workshop)
Door de preses, mw.ds. K. van den Broeke
Good evening,
dear representatives of LGBTQ-groups across Europe, distinguished guests,
thank you for being gathered this evening, in solidarity with each other, in solidarity with all people
around the world seeking for human dignity.
This evening I’m feeling a little bit proud. Not because of my sexual orientation or because of my
gender-identity. I’m just a boring straight cis-woman. Nothing to be proud of. I would never have
questioned the themes we are discussing this evening, if it hadn’t been for a close encounter with
difference.
Years and years ago, when I was a student, I was confronted with homosexuality for the first time.
Being part of a student society club, I met boys and girls accepting and presenting themselves as
gays and lesbians. On the first sight, for me, it was just a matter of fact. Sometimes I heard them
complaining about the films we had in our society club. ‘There are no persons we can identify with
in all these films’, they told. I was just imagining what they could mean. I was not responsible for
the films chosen, so I could think it over and over without any need to share my thoughts with
others.
But I was confronted with one of my real friends discovering himself to be gay. He was in shock
himself. He was worrying about his parents. In fact, he had loving parents. But he noticed a subtle
change in his father’s behaviour. His father refrained from sharing razors. These were the days
the first concerns about AIDS/HIV became known. My friend was embarrassed by his father
changed attitude, but he accepted it silently.
Some years later after I fell in love with a friend who was very much upset when I confessed this
to him. Although we had had a lot of confidential talks before this confession of mine, he remained silent at the moment I told him about my special feelings. The day after I told him I had a
dream that night. ‘I dreamed you were gay’, I told him. ‘That’s true’, he confessed. For him this
was his coming-out. A memorable day for both of us.
From that moment on, I met more and more people being different. And being different in many
ways. Lots of them lived easy lives, belonging to majorities. Some of them had sincere struggles,
belonging to minorities.
Today, I’m in a completely different situation. I have my responsibilities. As a human being. As a
friend. As a pastor. As a theologian. As a church-leader. We live in a world where people are different. Sometimes it’s easy to understand and accept differences, sometimes differences puzzle
you.
It’s known that there are a lot of communities – not only religious ones – that have difficulties in
dealing with the lgbt-questions. In my own church, the Protestant Church in the Netherlands,
some congregations approve the blessing of same-sex marriages, others disagree on this point.
Pagina 26 van 28
In the Christian tradition different arguments are used to deal with these questions.
For me, it’s quite simple. Listening to people makes it impossible to ignore their feelings and their
identity. Believing in God is believing in human dignity. God created each of us, God gave us the
richness of diversity.
In the meantime I’m careful in discussions. We have to create safe spaces. Safe spaces for gays,
lesbians, transgenders, people questioning their gender-identity or their sexual orientation. They
need a safe space to share stories and feelings and to recognize themselves as beloved people.
Beloved by God and beloved by other people.
But we have to create also safe spaces for the people who are struggling with LGBT-questions.
Let’s explore their questions, their values, their interests. Let’s listen to their biblical hermeneutics,
their family-values, and stay in contact on these points.
I believe in an inclusive church. I’m working on it. In a careful way.
The situation in the Netherlands is different from the situation in Eastern and Central Europe.
Let us share stories. Let us work together, in real solidarity. Where friendship is, and love, there is
God.
Let’s trust God will give us, one time, an inclusive and welcoming church, an inclusive and welcoming world. A world we can be proud of, altogether, worldwide.
3.7
Bijlage 7: Liturgische Opening Academisch Jaar PTHU (Opening)
Door de scriba, dr. A.J. Plaisier
Overweging bij 1 Kor 6:6-16
Wie bij zo’n gedeelte geen zin in theologie krijgt, krijgt het waarschijnlijk nooit. Ik vind het een van
de meest adembenemende gedeelten uit de Bijbel. Nu weet ik wel dat Paulus niet over academische theologie spreekt, maar het zou anderzijds goed zijn voor academische theologie op gehoorafstand van zo’n gedeelte te zijn en te blijven. Daarom een paar opmerkingen bij deze
gelegenheid een paar momenten uit dit stuk.
De diepte van God, zo’n uitdrukking alleen al. Waarschijnlijk heeft Paulus zich met zo’n term aardig op glad ijs begeven en in de geschiedenis van de theologie zijn we wel eens vreemde varianten van die diepte tegengekomen, maar het blijft een fascinerende uitdrukking. De Geest
onderzoekt alle dingen, ook de diepten van God. Waar wij over spreken is Gods verborgen en
geheime wijsheid. Theologie als mysterie-wetenschap zou je zeggen, bijna op fluistertoon gesproken. Theologie aan onze universiteit is publieke theologie, en speelt zich af in het daglicht van
de openbaarheid, maar daar heeft ze alleen iets te zeggen als het theologie is die iets van doen
heeft met de diepte van God, van de verborgen wijsheid en die daarom toch iets van een fluistertoon heeft.
Paulus contrasteert deze wijsheid en die diepte van God met de tijdgeest. Hij spreekt opvallend
genoeg over de beheerser van deze eeuw. De tijdgeest is dus een geest die wil beheersen en
zo’n geest maakt de dingen al gauw plat. Geen diepte. Geen verborgenheid, geen geheimenis.
Een theologie van de tijdgeest is meestal plat, banaal, zonder diepte, zonder verborgenheid en
zonder geheimenis. Denk aan een theologie zonder de namen van Vader, Zoon en heilige Geest,
zonder de Heer der heerlijkheid, zonder Kurion tes doxes, een theologie zonder tranen en vreugde, zonder opstanding en glorie, zonder berouw en bekering. Een platte theologie waar de geest
van de eeuw in rondwaart, waarin de ziel niet meer ademt en die toegesneden is op platte zielen
die voorbij gaan.
28
Pagina 27 van 28
Wat dat laatste betreft, die platte zielen, die noem ik omdat Paulus behalve over de Geest van
God ook over de geest van de mens spreekt. Hij ziet een correspondentie tussen God en mens,
tussen de werking van de Geest van God en de geest van de mens. Wie is in staat de mens te
kennen behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. Letterlijk staat er ‘wat in de mens is’ en ‘wat in God is’ (De NBV maakt het weer een beetje
plat). Er is een wereld in de mens en die wordt onderzocht door de geest van de mens en er is
een wereld in God en die wordt onderzocht door de Geest van God. De diepte roept tot de diepte
en de afgrond tot de afgrond. Zijn we daar dan toch het meest beeld van God in, dat we weten
van onszelf, zoals God van zichzelf weet? Dat we een diepte hebben en een interioriteit, zoals
God die heeft? Ik zou daar ja tegen zeggen.
Over de mens gesproken, ook de mens kan plat worden gemaakt, zelfs afgeschaft. De mens als
chiffre misschien, maar als je eenmaal het geheim geraden hebt, dan weet je het ook wel. Brein.
Materie. Gen. Heb je het geheim eenmaal geraden, is er dan nog veel aan behalve voor een paar
specialisten die er nog wel jaren mee vooruit kunnen? Daar hebben we dus ook de theologie voor
nodig, waarin de mens als beeld van God wordt benaderd, een God van de diepte en van Geest,
om zo de eer van de mens hoog te houden, een mens van diepte en hoogte.
God en de mens, of klassieker nog: God en de ziel, een oud tweetal, waar een jonge Augustinus
warm voor kon lopen en wie weet moeten we het daar maar weer eens expliciet over gaan hebben. Wie spreekt er anders nog over? Als de theologie het niet doet? En dan niet bang zijn dat je
met het verkeerde thema bezig ben en gauw naar zogenaamde vruchtbaarder velden lopen, want
hier is toch echt wat te beleven. Hier roept de afgrond weer tot de afgrond en waarom zou dat
trouwens niet springlevend blijken te zijn?
Theologie, dat is spreken over God en de diepten van God. Dat is spreken over de mens en de
diepten van de mens. En dat niet als een spelletje, als een tuimelen van de ene diepte in de andere, als een tot niets verplichtende speculatie, als een eeuwig giswerk. Er komt iets uit de diepte
van God tot ons als een gave, als een geschenk, dat ons mens-zijn van dood tot leven brengt. Er
komt een creatieve kracht uit Gods diepte die werkelijk een openbaring is. Opvallend woord uit
onze lezing: de Geest van God is ons gegeven en vertelt het ons, wat geen oog heeft gezien en
geen oor heeft gehoord, en in geen mensenhart is opgekomen, maar wat uiteindelijk toch aan
onze ogen gegeven wordt om te zien en aan onze oren om te horen en aan ons hart om te geloven. Wie heeft dat nu nooit ervaren, als gelovige, maar ook als denkende gelovige, dat er een
overvloed is, een surplus, een gave, een supergave, van wat je niet bedenkt en niet schept maar
wat je wordt geopenbaard en wordt gegeven. We leven van wat ons overkomt. God is volgens
een andere tekst van Paulus de God die de dingen die niet zijn tot leven roept en de doden levend maakt. De stof van de theologie is niet dood maar levend Er komt iets naar je toe, dat je
aanstoot, dat je denken tot leven wekt, dat je eventueel ook ontzet en ontwricht, als de heup van
Jakob, maar dat je ook verwondert, ontroert en vernieuwt. Geloof zoekt inzicht, inzicht in iets wat
je overkomt als een openbaring en daarom is het een blijde wetenschap. Saaie en droge theologie is onbestaanbaar.
Misschien klinkt dit alles als idealisme, een mooie peptalk, maar mensen, waar hangen we toch
uit en jumpen we nu op een eiland van gelukzaligen? En soort Bounty-eiland? Maar zo is het niet.
Al is het alleen maar omdat Paulus dit allemaal schrijft omdat hij het eerst over een kruis heeft
gehad en ook hier schrijft over een Heer van de heerlijkheid die is gekruisigd. Geen idealisme. En
om dat idee van idealisme helemaal de wereld uit te helpen is ten slotte een blik op die andere
schriftlezing nuttig. In Genesis 1, in het prille begin. Daar komen we de Geest tegen. Die zweeft
daar boven de afgrond en de duisternis. Dat zal dan toch wel de Geest van God zijn die weet
heeft van de diepte van God. En nu zoekt die Geest weer een andere diepte op. Niet bepaald een
vrolijke diepte. De diepte van God is de diepte van het licht, maar er is ook een diepte van duisternis. En precies daarover zweefde de Geest. En dan ontstaat er toch licht. Fiat Lux, er zij licht.
Dat is kennelijk voorbereid door die zwevende Geest. Alleen de Geest die voortdurend in de diep-
Pagina 28 van 28
te van het licht van God kijkt, kan zweven boven de afgrond van de duisternis om ook daar licht te
scheppen. Misschien is die duisternis symbool van de natuur, misschien van de geschiedenis, of
toch al van de menselijke geest. Geen idealisme. De waarheid en het licht van God schijnt op
donkere plaatsen en het komt er op aan daar het licht te zien, na te vorsen en er ook al denkend
aan mee te werken dat het daar komt.
Tijd om af te sluiten. Er is genoeg gezweefd en gedoken. Wie bij zo’n gedeelte geen zin in theologie krijgt, krijgt het waarschijnlijk nooit. Ik hoop dat we er zin ik krijgen en ik wens ons allen een
vruchtbaar en vrolijk jaar theologiebeoefening toe.