1e serie workshops - LTO Glaskracht Nederland

Download Report

Transcript 1e serie workshops - LTO Glaskracht Nederland

Workshops
1. Hoe voorkomen we dat gewasbeschermingsmiddelen in het water terecht komen?
Dat een deel van de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen met spui mee de sloot en
het riool ingaan, is bekend. Maar hoe komen die middelen in de voedingsoplossing terecht als ze niet zijn gedruppeld en wat is de invloed van de toedieningstechniek op de
emissie? Welke percentages van de toegepaste stoffen zitten in de spui? Wat gebeurt er
eigenlijk met die middelen in het watersysteem in de kas en in de sloot? Geleidelijk
aan krijgen we meer inzicht in het gedrag van gewasbeschermingsmiddelen in de watersystemen van de tuinbouw. Dat inzicht helpt u op weg de juiste beslissingen te nemen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het water te beperken.
Deze workshop wordt ingeleid door Jan Hulst (Bayer Crop Science) en Erik van Os (Wageningen UR Glastuinbouw).
2. Duurzaam omgaan met filtersystemen en emissie via filterspoelwater beperken
Hoe is de emissie via filterspoelwater te beïnvloeden of te voorkomen zonder te kort te
doen aan de werking van het filter? De lozing van filterspoelwater is een belangrijke
route waarmee gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater terecht komen. Vaak
kan door een juiste keuze en werking van het filter een betere balans gevonden worden tussen effectiviteit en minimale emissie. Ingegaan wordt op verschillen tussen de
filters, zoals de effectiviteit en de emissiestroom per filter, en de noodzaak tot terugspoelen. Als het filterspoelwater wordt hergebruikt (of niet wordt gespoeld met voedingsoplossing) is er minder emissie, en ontstaan er bovendien ook mogelijkheden om
de emissie van gewasbeschermingsmiddelen via spui terug te brengen. Aan de hand van
modelberekeningen worden de verschillende mogelijkheden toegelicht.
Toelichting wordt gegeven door Pieter van der Beek (UVAR Holland b.v.) en Ellen Beerling (Wageningen UR Glastuinbouw).
3. Gebiedsgericht duurzaam omgaan met water
Het oppervlaktewater van de glastuinbouwgebieden bevat teveel nutriënten en resten
van gewasbeschermingsmiddelen. De waterkwaliteit moet de komende periode fors
verbeteren. Maar hoe realiseren we dat; hoe pas je je bedrijfsprocessen hierop zo efficiënt en effectief mogelijk aan? Hoe zuiver je het restant afvalwater? Doe je dat individueel of als collectief? In deze workshop gaan we verder in op de mogelijkheden van
gebiedsgerichte oplossingen. Dit doen we aan de hand van twee concrete projecten:
“AquaReUse” en “Natuurlijke waterzuivering glastuinbouw”. Daarnaast is er tijd voor
discussie over de kansen om met gebiedsgerichte projecten de waterkwaliteit te verbeteren.
In het project “AquaReUse” wordt afvalwater centraal in een gebied verzameld en gezuiverd tot gietwaterkwaliteit. Dit gietwater zal gebruikt worden in de glastuinbouw.
Door hergebruik van afvalwater ontstaat een gesloten waterketen wat beter voor het
milieu is en bovendien een besparing oplevert in de kosten voor overheden en bedrij-
ven. Minder afvalwater naar de AWZI, geen grondwateronttrekking nodig voor de glastuinbouw en kwalitatief goed en schoon gietwater. Momenteel wordt binnen dit project
gewerkt aan een aantal zuiveringstappen waarmee het afvalwater kan worden omgezet
in gietwater en wordt daarnaast onderzocht of hier een verdergaande techniek aan gekoppeld kan worden om de gewasbeschermingsmiddelen te verwijderen uit het afvalwater. Toelichting wordt gegeven door Theo Cuijpers (Hoogheemraadschap Schieland
en de Krimpenerwaard).
Het project “Natuurlijke waterzuivering glastuinbouw” is ontworpen door Mycelco en
Bioniers; zij zijn pioniers op het gebied van zuiveringsmethoden met schimmels, planten en andere organismen. Binnen het glastuinbouwgebied van Emmen gaan diverse
partijen gezamenlijk de uitdaging aan om de waterkwaliteit in het gebied te verbeteren o.a. door toepassing van natuurlijke (energiezuinige, kostenefficiënte en low-tech)
zuiveringsmethoden. Toelichting wordt gegeven door Roland van Driel (Mycelco).
4. Efficiënt bemesten en watergeven in grondgebonden teelt; Hoe komen we tot nulemissie?
De zogenaamde ‘Zorgplicht’ die voor grondgebonden teelt geldt, vraagt van U als teler
om water te geven en te bemesten naar de behoefte van het gewas. Maar hoe doe je
dat in de praktijk en wanneer voldoe je aan de voorwaarden ? De laatste jaren is er
veel ervaring opgedaan met optimaliseren van de watergift en bemesting, onder andere met behulp van lysimeters en bodemvochtsensoren. Graag willen we u informeren
over de ‘Best Practices’ die dit heeft opgeleverd. Dit zijn handelingen, maatregelen en
technieken waarmee u nú al aan de zorgplicht kunt voldoen. Ook willen we aandacht
vragen voor de nieuwste ontwikkeling op het gebied van vochtsensoren. Er komen
nieuwe typen aan en een alternatieve manier van koppelen aan de klimaatcomputer.
Naast onderzoekers komt ook een teler aan het woord die over zijn ervaringen zal vertellen.
Inleidingen door Jos Ammerlaan (teler), Jos Balendonck en Wim Voogt (Wageningen UR
Glastuinbouw).
5. Invloed leidingsysteem op effectiviteit toepassing middelen en afgifte druppelaars
Hoe goed kent u uw eigen watergift installatie? Weet u zeker dat de watergift met de
meegegeven middelen gelijkmatig is én op het juiste tijdstip plaatsvindt? Wat zijn de
risico’s van een te korte of juist een te lange watergiftbeurt bij het gebruik van biologische middelen en chemische middelen? Ingegaan wordt op het doorspoelen en aanpassen van de leidingen. Daarnaast wordt met model-uitkomsten getoond welke concentraties worden afgegeven. Er wordt ingegaan op de gevolgen voor de werkzaamheid
van de toegediende middelen.
Toelichting wordt gegeven door Gerard van Lier (Revaho) en Chris Blok/Aat van Winkel,
(Wageningen UR Glastuinbouw).