dit artikel - Kinderpsychiatrisch centrum Genk

Download Report

Transcript dit artikel - Kinderpsychiatrisch centrum Genk

14 zeno.
DeMorgen. zaterdag 18/10/2014
Zelfs onze allerjongsten kunnen met een depressie kampen
TR
Claudine Crommar ziet het almaar
vaker: ouders die met hun gedachten niet bij hun baby zijn. Omdat het
werk ertussen glipt of omdat het
sociale netwerk onderhouden moet
worden. Maar ook: omdat ze niet
weten hoe ze financieel het einde
van de maand moeten halen, omdat
ze zelf ziek zijn of allerlei zorgen aan
hun hoofd hebben.
Crommar: “Voor baby’s zijn alle
zintuiglijke prikkels essentieel. Een
moeder die tegen het kind praat of
het streelt, het kind dat de hartslag
van de moeder voelt..., dat is allemaal erg belangrijk. Er moet interactie zijn. Els probeerde haar volle
agenda zo verbeten te combineren
met die pasgeboren baby, dat de
interactie eronder leed. Gelukkig
besefte ze zelf dat er een probleem
was. Grijp je niet in, dan kan zoiets
escaleren.” Wat overigens niet betekent dat elke moeder die wel eens op
haar iPad tokkelt terwijl ze haar
kind de fles geeft een babydepressie
aan het kweken is.
Krijgt een baby een depressie,
dan kan dat verschillende oorzaken
hebben. “Je wordt er niet mee geboren”, legt Celia Van Zandweghe uit.
“Er kan een biologische aanleg zijn,
maar op die leeftijd speelt dat nauwelijks. Bij baby’s zijn de sociale
omgevingsfactoren veel belangrijker.” Hoe jonger een kind, hoe
afhankelijker. Eten, boeren, verversen..., bij alles heeft het hulp nodig.
“Als een baby een depressie ontwikkelt, dan komt dat doordat de zorg
niet goed genoeg is afgestemd”, legt
de infantpsychiater uit. “Dat wil niet
zeggen dat ik de ouders met de vinger wijs, integendeel. Om allerlei
e f t...
T
N
UA
een baby van zes maanden. “De
symptomen hangen sterk af van de
leeftijd en het ontwikkelingsniveau
van het kind”, zegt Van Zandweghe.
“Een depressie bij een baby vertaalt
zich in functionele symptomen. Het
kind eet minder, slaapt slecht, huilt
vaker, verliest gewicht, is lusteloos
of geïrriteerd. Dat maakt het zo
moeilijk om een diagnose te stellen,
want een heleboel van die symptomen kunnen ook op een andere problematiek wijzen.”
Het verklaart waarom Lune bijna
het etiket ‘autist’ kreeg opgespeld.
Geen oogcontact, ongeïnteresseerd,
speelt liever alleen... Dezelfde symptomen kunnen op autisme wijzen.
Wanneer haar moeder haar meeneemt naar het Centrum Lebo in
Zwijnaarde, een begeleidingscentrum voor gezinnen met jonge kinderen, denkt ook psychotherapeute
Claudine Crommar even dat het om
autisme gaat. “Tot ik die moeder
R
VIE
XA
Later zal blijken dat het helemaal
niet om autisme gaat, maar om een
depressie. Iets ouder dan een jaar en
nu al de ziekte van deze tijd.
Volwassenen die wegzakken in
neerslachtigheid, dat klinkt bekend.
Maar baby’s of peuters?
Toch is Lune is geen alleenstaand
geval. Zeker niet als we de cijfers van
de Christelijke Mutualiteit (CM)
mogen geloven. Die maakte deze
week bekend hoeveel kinderen in
Vlaanderen en Brussel antidepressiva slikken. Dat in die statistieken
ook een kleine groep baby’s en peuters zit, creëert commotie.
Schandalig en ongebruikelijk, klinkt
het bij een resem kinderpsychiaters
en therapeuten. Wat niet wegneemt
dat ze wel degelijk extreem jonge
kinderen met een depressie over de
vloer krijgen. Alleen geven ze die
geen pillen.
Celia Van Zandweghe bijvoorbeeld, infantpsychiater aan het UZ
Gent. Kinderen tussen 0 en 6 jaar
met psychische problemen,
gedragsmoeilijkheden, ontwikkelingsstoornissen... kunnen bij haar
terecht. “Af en toe passeert er een
baby of peuter met een depressie”,
vertelt ze. “Het is zeldzaam, maar
het komt voor. Op depressie staat
geen leeftijd.”
Wat niet betekent dat er geen verschil is. Een depressie bij een 42jarige vrouw is niet hetzelfde als bij
Als Els (35)* borstvoeding geeft, dan
probeert ze in de tussentijd haar
e-mails te beantwoorden. Of even
Facebook te checken, om te zien waar
vrienden of collega’s mee bezig zijn.
©
L
une* is een meisje van dertien maanden. Ze zet net haar eerste stapjes,
voorzichtig en bedachtzaam. Haar
moeder maakt zich zorgen, want
Lune kijkt haar nooit rechtstreeks
aan. Soms begint ze vanuit het niets te
krijsen. Plotseling. Zomaar. Verder is
ze een braaf kind. Ze speelt liever
alleen en in stilte, ze glimlacht nauwelijks. De huisarts vermoedt dat ze
autisme heeft.
y
b
a
b
he
SAR A VANDE KE R CK HO V E
Als een
Niet eens het eerste woordje gebrabbeld en
toch al neerslachtig. Niet eens het vermogen
om te denken maar wel al diep ongelukkig.
Zelfs baby’s kunnen depressief zijn. ‘Er niets
aan doen, kan nefaste gevolgen hebben
op latere leeftijd.’
vroeg hoe zij de voorbije maanden
beleefd had. Ze barstte in tranen uit.
Nooit had ze gedacht dat het zo
zwaar zou zijn. Die mama was
depressief, al sinds de geboorte van
haar kind. Let wel, in principe
zorgde die vrouw goed voor haar
dochtertje. Dat kind kwam niks
tekort. Maar doordat ze zelf met een
depressie worstelde, was er geen
interactie met haar kind. En dus had
het meisje geleerd om voor zichzelf
te zorgen. Was ze helemaal in zichzelf gekeerd.”
d e blu
s
e
15
‘Geloof me,
hetis beter om
met je baby naar
de psychiater te gaan
dan met je puberzoon’
PETER EMMERY
KINDERPSYCHIATER
redenen – armoede, psychische problemen, huiselijk geweld... – zijn die
ouders vaak fysiek of mentaal afwezig. Een mama die depressief is, kán
er gewoon niet zijn voor haar baby.
En een kind reageert daar sterk op.”
Marjan (28) en Tom (33)* hebben net
hun eerste kind gekregen. Hij heeft het
vaak druk, is geen grote prater. Zij legt
de lat erg hoog voor zichzelf. Als hun
eerste kind enkele weken te vroeg
geboren wordt, dan zorgt dat voor een
heleboel stress. Zeker als blijkt dat
hun zoontje een hevig temperament
heeft. Hij huilt vaak, kijkt soms
kwaad weg. Het wordt Marjan allemaal wat te veel. Even later stelt de
kinderarts vast dat de baby een ontwikkelingsachterstand heeft.
Koppels zoals Marjan en Tom zien
ze regelmatig in het Kinderpsychiatrisch Centrum Genk.
Ouders die alles over hebben voor
hun kind en wanhopig naar oplossingen zoeken. Het centrum is een
gloednieuw gebouw tussen het
groen. Grote, witte ruimtes opgevrolijkt met kindertekeningen, teddyberen en puzzeldozen.
Ook hier is een speciale afdeling
voor de allerkleinsten. Zes kleine
kamers met kinderbedden en vrolijk
linnen. Een zeldzame keer moeten
er spijlen aan de bedjes bevestigd
worden. “Baby’s op onze afdeling:
het gebeurt niet vaak”, zegt
infantpsychiater Leen Schrooten.
Haar collega-kinder- en jeugdpsychiater Peter Emmery
beaamt.“Eerlijk, ik wou dat we er
meer zagen. Want een heleboel
gevallen blijven onder de radar. Het
taboe blijft toch nog steeds groot.
Met een gebroken been gaan mensen meteen naar de spoeddienst.
Geen haar op hun hoofd dat eraan
denkt om zelf hun been in het gips te
steken. Bij psychische problemen
denken mensen nog te vaak dat ze
het zelf kunnen oplossen.”
Hoeveel baby’s met een depressie
worstelen, is moeilijk te zeggen. Een
studie heeft het over 8,5 procent van
de kinderen die een ‘verstoorde
ouder-kindrelatie’ hebben.
16 zeno.
‘Een depressieve
mama kán er gewoon
niet zijn voor haar
baby. En een kind
reageert daar sterk op’
CELIA VAN ZANDWEGHE
INFANTPSYCHIATER
de ouders bij. Dan bekijken we
samen met een vader hoe zijn
vrouw en kind op elkaar reageren,
of laten we een moeder kijken naar
hoe haar kind speelt”, vertelt
Schrooten. “Op dat moment proberen we het gedrag van een kind een
betekenis te geven. Waarom huilt
het of waarom lacht het? We tonen
hoe ze elkaars gedrag beïnvloeden.”
Behandelen gebeurt bijna even
omzichtig. Toverformule’s zijn er
niet. “Ouders zoals Marjan en Tom
moet je niet bruuskeren”, legt
Schrooten uit. “Je moet hen
opnieuw vertrouwen geven en
samen naar oplossingen zoeken. En
dan gaat het niet alleen over de
interactie met het kind. Hebben de
ouders het financieel moeilijk, dan
zal een maatschappelijk werkster
hen begeleiden. Heeft een moeder
psychische problemen, dan moeten
die aangepakt worden. Het heeft
weinig zin om volop in te zetten op
therapie met het kind als alle andere
problemen blijven sluimeren.”
Al te vaak krijgen ouders hun fouten aangewreven. ‘Geef je baby
maar eens een week aan mij, het zal
rap gedaan zijn met wenen.’ “Het is
ongelofelijk hoe vaak vaders en
moeders dat te horen krijgen”, vult
Emmery aan. “Terwijl de doorsnee
Michael Van Peel
Symptomen
van depressie
bij kinderen tussen 0 en 3 jaar
TYPE 1: MAJEURE DEPRESSIE
Vijf van deze symptomen moeten
meer wel dan niet aanwezig zijn
gedurende minstens twee weken.
Er moet zeker sprake zijn van een
van de eerste twee symptomen.
DE VIJFDE MACHT
Terug naar school
► Depressieve of geïrriteerde
stemming (ofwel geeft het kind
aan dat het verdrietig is, ofwel
blijkt dat uit zijn gelaatsuitdrukking, huilen...).
► Duidelijk minder plezier of
interesse voor (bijna) alle
activiteiten.
► Gewichtsverlies of -toename
(5 procent van totaal gewicht).
► Slapeloosheid of hypersomnia.
► Psychomotorische agitatie
of tragere bewegingen.
► Vermoeidheid of gebrek
aan energie.
► Bewijs dat het kind zich
waardeloos of schuldig voelt.
► Concentratieproblemen.
► Verwijzen naar thema’s zoals
de dood of zelfmoord.
TYPE 2: DEPRESSIEVE
STOORNIS
Er moet er sprake zijn van drie of
vier van de bovenstaande symptomen, gedurende minstens twee
weken, het merendeel van de
dag, en meer dagen wél dan niet.
opvoedingstrucs zeker niet bij alle
kinderen werken. Belonen en straffen, daar schiet je bij baby’s met een
hevig temperament weinig mee op.”
Baby’s hebben amper een paar
maanden nodig om een depressie te
ontwikkelen, maar een behandeling
kan even snel resultaat opleveren.
Hoe jonger, hoe veerkrachtiger. “Het
is ongelofelijk wat er tijdens die eerste maanden allemaal gebeurt in de
hersenen van een baby”, zegt
Emmery. “Op dat moment wordt de
basis gelegd. Hoe je dan met dat
kind omgaat, heeft enorme gevolgen. Zowel positief als negatief. Een
depressie bij een baby die niet aangepakt wordt, kan nefaste gevolgen
hebben op latere leeftijd. Geloof me,
het is beter om met je baby naar de
psychiater te gaan dan met je puberzoon.”
* Lune, Els, Marjan en Tom zijn
niet hun echte namen.
17
► Het Kinderpsychiatrisch Centrum Genk, met kinderpsychiaters Leen Schrooten en Peter Emmery, heeft
zes kamers voor kleine kinderen. © FRANKY VERDICKT
Drrringgg!
De bel in de kleuterklas van juffrouw Bracke
snijdt als een kartelmes door het geroezemoes.
Op haar bureau ligt een mooie peer te glimmen.
“Dank je wel, Charles!”, glimlacht ze naar haar
poulain die intussen het bord aan het afvegen is.
Eerst droog en dan met de natte spons. Ze gooit
de peer in een schuif, bij de andere peren.
“Zo kinderen, wie wil er allemaal vertellen wat
hij dit weekend heeft uitgespookt?”
Lessenaars klappen dicht en alle kinderen
schreeuwen door elkaar heen. “Ikke eerst!”
“Rustig nu”, probeert juffrouw Bracke, “de
oudste kinderen mogen eerst. Neem intussen
allemaal jullie agenda en…” Boegeroep vanaf de
achterste banken. “De kleinsten mogen altijd
eerst!”, roept Laurette, “u kent het schoolreglement niet.”
“Dat reglement is voor interpretatie vatbaar”,
probeert Bracke, lichtjes geïrriteerd door haar
verstrooidheid. Verdorie, ze volgt gewoonlijk toch
stipt de regels? De wet is immers de wet.
“Heeft er iemand Bart gezien?” Die weet vast
wel hoe het moet. “Bart is op schoolreis naar
Shanghai.” Hilariteit alom.
“Ben, verzin geen fabels. Bart is nog nooit buiten Europa geweest. Vorige week raakte hij niet
eens tot op Linkeroever.”
“Toch is het zo”, antwoordt Ben frank. “En
Theo en ik zijn dit weekend naar een Foute Fuif
van Radio VMO geweest, met dj Geubels, en we
hebben ons rot geamuseerd! Hè, Theo? Hashtag
yolo, gast!” Ben maakt een vuistje.
Weer geroep. De andere kinderen vinden dat
dat niet kan. Foute Fuiven zijn van Q-music,
anders is het niet cool. Juffrouw Bracke probeert
tevergeefs de gemoederen te bedaren, maar
hoort intussen haar eigen stem niet meer.
“Jufffroooouw! Juffrooouuw!” Het kleine vingertje van Laurette priemt door het gewoel.
“Juffrouw! Op de speelplaats heeft Jan gezegd dat
wie fout was in de oorlog, daarvoor zijn redenen
had. Krijgt hij nu straf?”
Bracke zucht. Nu dat weer. Natuurlijk hadden
collaborateurs ‘hun redenen’. Leopold had ook zo
zijn redenen om Congo te terroriseren.
Grammaticaal is de zin correct, al moet je hem
daarom nog niet per se hardop uitspreken.
Maar Laurette vond dat Jan daarvoor ‘sorry’
moest zeggen, en er openlijk afstand van moest
nemen. Net zoals Mo en andere Mo vorige
maand nog openlijk afstand hadden moeten
nemen van het gepest van nog een andere Mo in
een schooltje twee dorpen verder. Ver weg weliswaar, maar ze hadden het gezien op Facebook.
© WOUTER VAN VOOREN
Al zijn die cijfers zeker niet in beton
gegoten.
De infantpsychiatrie is een jonge
tak in de geestelijke gezondheidszorg. De World Association for
Infant Mental Health (WAIMH), een
organisatie die het psychisch welzijn van baby’s en peuters op de
kaart zette, werd pas opgericht in
1980. Toen kwamen de eerste pogingen om een diagnostisch systeem uit
te dokteren. Een eerste tekst kwam
er in 1994, een revisie in 2005.
Een diagnose stellen is geen
exacte wetenschap. Het is afwegen,
zoeken, vergelijken... In Genk hebben ze daarvoor een speciale observatieruimte. Een kamer vol speelgoed, met een grote spiegelwand.
Achter die wand kunnen de dokters
de relatie tussen ouders en kind
observeren. “We betrekken daar ook
DeMorgen. zaterdag 18/10/2014
‘Jufffrooouuuw!’, roep Laurette.
‘Op de speelplaats heeft
Jan gezegd dat wie fout was
in de oorlog, daarvoor zijn
redenen had. Krijgt hij nu straf?’
Juffrouw Bracke zucht.
Nu dat weer
Weer gejoel vanaf de banken. “In de hoek! In de
hoek!” Bracke loopt rood aan. Ze voelt haar
bloeddruk stijgen. “Willen jullie nu allemaal zwijgen?”
“Krijgen we nu eindelijk de juiste cijfers van
ons rapport?”, roept Kristof plots van tussen de
geraniums. “Waar zit die Hervé?” Maar volgens
Hervé had zijn hond die cijfers opgegeten, en
trouwens, zijn ketting lag er af, dus Kristof zou
langer moeten wachten.
“En daarbij, cijfers zijn zo saahaai! Ik wil soldaatje spelen!” Intussen vliegen er proppen
papier van de achterste banken helemaal naar
voren.
“Kinderen, hebben jullie allemaal het briefje
voor de schoolreis naar Brussel laten tekenen
door jullie ouders?” Enkele kinderen schudden
heftig van nee. “Juffrouw, ze hebben Maggie weer
gepest op de speelplaats!”
Bracke is intussen een zenuwinzinking nabij.
“Hoe lang moet ik dit gedoe nog volhouden?”,
zucht ze. “Ik moet dringend op rust.”
Achterin de klas begint een tl-lamp te flikkeren. Net voor de stroompanne het kleine klasje in
het halfduister hult, valt haar oog op een krantenkop op de lessenaar: ‘Regering verhoogt pensioenleeftijd naar 67.’
“Godverd…”
Drrrringgg!