Preventie het hele jaar door Preventie het hele jaar door

Download Report

Transcript Preventie het hele jaar door Preventie het hele jaar door

Preventie
het hele
jaar door
Preventie het hele jaar door
Iedere veehouder ziet zijn dieren graag gezond opgroeien en wil dat zijn volwassen dieren gezond en
productief zijn. Er zijn vele dierziekten die een bedreiging vormen voor de gezondheid van dieren.
Virussen, bacteriën, schimmels en parasieten kunnen grote schade veroorzaken.
Veel voorkomende dierziekten bij kleine herkauwers kunnen met een heel pakket aan maatregelen
bestreden worden. De beste en meest economische strategie is om deze ziekten zoveel mogelijk
te voorkomen. Vaccins in combinatie met gerichte managementmaatregelen maken dit mogelijk.
Een passend bedrijfsvaccinatieschema kan worden opgesteld in overleg met uw dierenarts.
Ziekte
Vaccin
Het bloed
Bravoxin 10
1e vaccinatie
2e vaccinatie
Herhalingsvaccinatie
Vanaf 2 weken leeftijd,
Na 4-6 weken
Na 12 maanden
Na 4-6 weken
Jaarlijks, 4-6 weken
booster 2-6 weken
voor aflammeren
Ovilis Heptavac P
Het bloed en
Zomerlongontsteking
Vanaf 3 weken leeftijd,
8-12 weken voor aflammeren
Ovilis Enzovax
Chlamydia abortus
Vanaf 5 maanden leeftijd,
voor aflammeren
n.v.t.
Na 3 jaar
Na 6 weken
Na 4 maanden
4 maanden-4 weken voor
het dekken
Footvax
Rotkreupel
Vanaf 3 maanden leeftijd
aflammeren
dekken
sep
okt
nov
dec
jan
Het bloed
Zomerlongontsteking
feb
mrt
apr
mei
spenen
jun
jul
aug
Chlamydia abortus
sep
okt
nov
Rotkreupel
Dit schema is een richtlijn. De genoemde dierziekten kunnen ook in andere maanden voorkomen.
Overleg met uw dierenarts voor een bedrijfsadvies.
dec
Bravoxin® 10
Geïnactiveerd vaccin ter bescherming tegen infecties veroorzaakt
door Clostridium--bacteriën bij runderen en schapen.
REG NL 101717 UDD
Footvax™
Geïnactiveerd vaccin tegen rotkreupel.
REG NL 5089 UDD
Footvax™, bevat per dosis (1 ml) Dichelobacter nodosus geïnactiveerde cultuur van
10 serotypes A, B1, B2, C, D, E, F, G, H, I (= B4): een antistoftiter ≥ 400 tegen elk van
de serotypen. Doeldier: Schaap. Indicatie: Actieve immunisatie van schapen vanaf de
leeftijd van 3 maanden ter vermindering van rotkreupel veroorzaakt door Dichelobacter
nodosus bacteriën (serotypen A, B1, B2, C, D, E, F, G, H, I). Bijwerkingen: Een lokale
vaccinatiereactie komt in de regel voor en kan gedurende enkele maanden aanhouden.
Sporadisch komt tijdelijke algemene kreupelheid voor gedurende enkele dagen.
Toediening en dosering: Subcutane injectie met 1 dosis (1 ml) vanaf de leeftijd van
3 maanden. Wachttermijn: 0 dagen. Waarschuwingen: Raadpleeg in geval van
accidentele injectie onmiddellijk een arts. REG NL 5089 UDD. Voor overige informatie,
zie bijsluiter.
Gevriesdroogd vaccin tegen Chlamydia abortus infecties.
REG NL 8785 UDD
Ovilis® Heptavac P
Combivaccinatie
Ovilis® Enzovax, bevat per dosis (2 ml): Levend geattenueerd Chlamydophila abortus,
stam ts1B: ≥ 105,0 IFUs. Doeldier: Schaap. Indicatie: Actieve immunisatie van gevoelige
voor de fok bestemde ooien en ooilammeren vanaf de leeftijd van 5 maanden, als hulpmiddel bij de preventie van abortus, veroorzaakt door Chlamydophila abortus infecties.
Contra-indicatie: Niet gebruiken bij drachtige dieren en bij dieren die onder behandeling
van antibiotica staan, met name tetracyclines. Niet vaccineren binnen 4 weken voor de
geplande dekdatum. Bijwerking: Een tijdelijke verhoging van de lichaamstemperatuur
kan voorkomen. In zeer zeldzame gevallen kan abortus voorkomen waarbij de vaccinstam
geïdentificeerd wordt. Toediening en dosering: Toediening van 1 dosis van 2 ml
gesuspendeerd vaccin via subcutane of intramusculaire injectie. Wachttermijn:
(Orgaan)vlees: 7 dagen. Waarschuwing: Zwangere vrouwen (en vrouwen in de
vruchtbare leeftijd) mogen dit diergeneesmiddel niet toedienen, aangezien het abortus
zou kunnen veroorzaken. Raadpleeg in geval van accidentele injectie onmiddellijk een
arts. REG NL 8785 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.
Ovilis® Heptavac P, bevat per dosis (2 ml): C. perfringens stam 554 type C bèta toxoïd
(≥10 IU), C. perfringens stam 578 type C bèta toxoïd (≥10 IU), C. perfringens stam 603
type D epsilon toxoïd (≥5 IU), C. septicum stam 505 toxoïd (≥2,5 IU), C. tetani stam
S1123/91 toxoïd (≥2,5 IU), C. novyi stam 754 toxoïd (≥3,5 IU), C. chauvoei stammen
655, 656, 657, 658, 1048 (≥ 1 cavia PD90), geïnactiveerde Mannheimia (Pasteurella)
haemolytica serotypen: A1, A2, A6, A7, A9 (≥1 x 109 bacteriën per serotype),
geïnactiveerde Pasteurella trehalosi serotypen: T3, T4, T10, T15 (≥ 1 x 109 bacteriën
per serotype). Doeldier: Schaap. Indicaties: Actieve immunisatie van schapen vanaf
de leeftijd van 3 weken ter vermindering van sterfte of ziekte als gevolg van type A
(Mannheimia (Pasteurella) haemolytica) en type T (Pasteurella trehalosi) pasteurellose
en van Clostridium infecties (Clostridium perfringens type C en D, C. septicum,
C. novyi type B, C. chauvoei en C. tetani). Passieve immunisatie van lammeren via actieve
immunisatie van de moederdieren ter vermindering van sterfte of ziekte veroorzaakt
door C. perfringens type B (lammerdysenterie), C. perfringens type D (pulpy kidney
disease) en tegen tetanus. Bijwerkingen: Een lokale vaccinatiereactie en kortdurende
verhoging van de lichaamstemperatuur kunnen voorkomen. Toediening en dosering:
Subcutane injectie. Vanaf 3 weken leeftijd een tweevoudige basisvaccinatie met
telkens 1 dosis per dier en een interval van 4-6 weken. Wachttermijn: 0 dagen.
Waarschuwingen: Dieren met een intercurrente ziekte of metabole stoornissen
niet vaccineren. Bij vaccinatie dient stress vermeden te worden, vooral tijdens het
laatste stadium van de dracht, wanneer er een groter risico op abortus en metabole
stoornissen bestaat. Ooien kunnen tijdens de dracht gevaccineerd worden. REG NL
9255 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.
Kijk voor meer informatie op ons diergezondheidsplatform voor kleine herkauwers:
www.schapen-msd-animal-health.nl
MSD Animal Health
Postbus 50, 5830 AB Boxmeer
www.rundvee-msd-animal-health.nl - www.schapen-msd-animal-health.nl
© 2014 MSD Animal Health B.V. Alle rechten voorbehouden.
UIN 145904: Kleine herkauwers vaccin poster
Ovilis® Enzovax
Vaccin tegen infecties veroorzaakt door Mannheimia
haemolytica en Clostridium--bacteriën.
REG NL 9255 UDD
Bravoxin® 10, bevat per dosis (1 ml): C. perfringens type A (α) toxoïd (≥ 0,5 E),
C. perfringens type B & C (b) toxoïd (≥ 18,2 IE), C. perfringens type D (e) toxoï
(≥ 5,3 IE), C. chauvoei volledige geïnactiveerde cultuur (≥ 90% bescherming),
C. novyi toxoïd (≥ 3,8 IE), C. septicum toxoïd (≥ 4,6 IE), C. tetani toxoïd (≥ 4,9 IE),
C. sordellii toxoïd (≥ 4,4 E), C. haemolyticum toxoïd (≥ 17,4 E). Doeldieren: Schaap en
rund. Indicaties: Voor de actieve immunisatie van schapen en runderen tegen infecties
veroorzaakt door Clostridium perfringens type A, B, C, D, C. chauvoei, C. novyi type B,
C. septicum, C, sordellii en C. haemolyticum en tegen tetanus veroorzaakt door
C. tetani. Voor de passieve immunisatie van lammeren en kalveren tegen infecties
veroorzaakt door de hierboven vermelde Clostridium-bacteriën (uitgezonderd
C. haemolyticum bij schapen). Immuniteit wordt 2 weken na de basisvaccinatie verkregen.
Bijwerkingen: 75-100% van de dieren kunnen vaccinatiereacties ondervinden. De meest
gerapporteerde bijwerkingen zijn lokale zwellingen of verharding op de injectieplaats, maar
ook een milde hyperthermie, een abces of andere reacties in de onderliggende weefsels
ter hoogte van de injectieplaats kunnen voorkomen. De meeste lokale reacties verdwijnen
binnen 3-6 weken bij schapen en in minder dan 10 weken bij runderen, maar kunnen langer
aanwezig blijven bij een klein aantal dieren. Toediening en dosering: Subcutane injectie.
Vanaf 2 weken leeftijd. Schapen: 1 ml. Runderen: 2 ml. Wachttermijn: 0 dagen. Waarschuwingen: Indien een anafylactische reactie zou optreden, dient onmiddellijk een geschikte behandeling te worden ingesteld, zoals de toediening van adrenaline. In geval van
accidentele zelfinjectie, stimuleer bloeding en was de oppervlakte onmiddellijk met water.
Indien zich een lokale reactie ontwikkelt, dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond. Bij gebrek aan specifieke gegevens
wordt het gebruik van het vaccin niet aangeraden tijdens het eerste of tweede trimester
van de dracht. REG NL 101717 UDD. Voor overige informatie, zie bijsluiter.