092. Verzoening lev 16 - TESJOEVA

Download Report

Transcript 092. Verzoening lev 16 - TESJOEVA

Verzoening
092. Ki jazoev (Wanneer zij vloeit)
Chesjwan V (29 Chesjwan 5775, 22 november 2014)
Tora: Leviticus 15:25-16:34
Haftara: Jesaja 4
Sjaliach: Mattheus 11:1-12:8
Sjier: Psalm 81
Volgende week lezen we Jieschat (Hij doodt):
Leviticus 17, 1 Samuel 14:32-46, Mat. 12:9-50, Ps. 82
Ki jazoev
© 2014 Sjemajah www.sjemajah.nl.
Illustraties Tobias Lengkeek www.tobiaslengkeek.nl.
Deze uitgave is bedoeld voor liturgisch gebruik in de
Messiaanse gemeente Tesjoeva te Emmeloord
Chesjwan V
www.tesjoeva-gemeente.nl
Wees welkom in onze samenkomsten om deze seder te bestuderen:
Elke 1e, 3e en 4e sjabbat van de maand om 10.00 uur
Buurthuis 'de Erven', Amstelland 2 te Emmeloord
Leviticus 16:1-5
Volgend op de dood van de zonen van Aharon de priester, spreekt JHWH tot
Mozes over het naderen tot Hem in de Allerheiligste plaats. Hierover was nog
niet gesproken, want Nadav en Avihoe waren gestorven toen zij uit eigen
beweging naderden om in JHWH's aanwezigheid te zijn. Dit is wat JHWH tot
Mozes zegt: “Waarschuw Aharon de priester dat hij niet zomaar tot Mij
nadert in de Allerheiligste plaats. Dat is de plaats achter het scheidingskleed,
in de nabijheid van Mijn troon op de ark. Daar wordt de scheiding tussen Mij
en hem opgeheven omdat Ik daar Zelf verschijn, vanuit de wolk boven de
cheroebiem. Maar als er geen verzoening plaatsvindt, zal de ontmoeting met
Mij, hem zijn leven kosten.
Daarom zal hij een jonge stier uit de kudde als zondoffer voor hemzelf en zijn
gezin meenemen. Daarnaast een ram als opheffingsgave. Ik wil hem zien
naderen in een heilige linnen tuniek over het reine linnen dat zijn vlees
bedekt, samengebonden met een linnen gordel. Zijn hoofd zal bedekt zijn met
een linnen tulband. Deze heilige kleding zal hij dragen nadat hij eerst zijn
vlees in water ondergedompeld heeft. Voor Israël zal hij twee bokken bij zich
hebben als zondoffer en een ram als opheffingsgave.
Ondanks onreinheid
Het gedeelte van deze week begint een aantal teksten eerder dan we misschien
zouden verwachten. Leviticus 16 op zich is een logische geheel en heeft een
bijzondere aanhef. Acharé mot betekent 'na de dood' of 'de dood voorbij'. En
inderdaad moeten we de dood passeren als we tot God willen naderen. Zonder
een plaatsvervangende dood, heeft het geen zin om te naderen tot JHWH
vanwege onze onreinheid (afl. 91).1 Toch is er een goede reden om al een paar
teksten eerder te beginnen. Want als we in Leviticus 16:1 beginnen met lezen
zouden we gelijk al geconfronteerd worden met deze misstap die afschuwelijke
gevolgen had, al was de feitelijke overtreding nog zo gering (zie afl. 83/82c).
Hun dood was niet de bedoeling van God! Moeten we beginnen te lezen bij iets
dat niet door God bedoeld is, om dan het binnengaan in Gods aanwezigheid te
bestuderen?
1
Het idee van een plaatsvervangende dood was opgekomen na de dood van Nadav en
Avihoe, die een soort verzoenende dood stierven toen JHWH in Israël wonen ging
(afl. 85a).
Als we dan beginnen bij ki jazoef, kunnen we ons afvragen of dit dan wel de
juiste plaats is om te beginnen. Want ook hier vloeit er bloed dat een getuigenis
van de dood is. De vrouw is onrein omdat de potentie van leven in haar
uitgestoten wordt. En onreinheid is toch ook niet de bedoeling? Toch is er een
essentieel verschil tussen de dood van de zonen van Aharon, en de vrouw die
vloeit. Want waar de dood als gevolg van zonde voorkomen kán worden, zien
we hier dat de onreinheid vanwege gebrek aan leven niet altijd te voorkomen is.
Het eerste beeld dat onze seder dus oproept, is dat van een onreine vrouw die
vanwege haar onreinheid het Huis van JHWH niet betreden mag. Zij
weerspiegelt iets van Israël als JHWH's bruid, die vanwege haar zonden en
schuld in dit leven nooit toegelaten zou kunnen worden in Zijn Huis. Ondanks
die onreinheid heeft JHWH er tóch voor gekozen om bij Israël te komen wonen
als haar Bruidegom. Ondanks Israëls onreinheid waarvan God weet dat die niet
te voorkomen is, wordt het scheidingskleed deze week tóch opgeheven en kan
Aharon binnengaan. Maar, hoe vindt de verzoening dan plaats van de schuld die
niet te voorkomen is?
Zal er verzoening zijn?
De onreinheid brengt heel het verhaal van Leviticus weer volop in herinnering.
We zijn in het hart van Leviticus aangekomen terwijl we nog altijd worstelen
met moeilijke vragen. Maar de roep om verzoening, die op elke bladzijde van
de Tora te horen is, krijgt deze week een antwoord!
Moeilijke vragen werden opgeroepen bij de dood van Nadav en Avihoe en bij
de zondebok die verbrand werd zodat er géén verzoening voor Israël
plaatsvond. Dat deze week de ernst van de zaak weer op scherp staat, blijkt ook
uit het feit dat de elementen van de komst van JHWH op de achtste dag, weer
terugkomen in het ritueel op Grote Verzoendag. Het gaat weer over de stier als
zondoffer voor de priester en de zondebok voor Israël, die deze keer verdubbeld
wordt. En zelfs over de verbranding van de uitverkoren zondebok buiten de
legerplaats, want ook nu wordt er niet van het vlees van de bok gegeten! Wil
God Zich dan wel verzoenen met de mens? Wat stelt de verzoening dan voor
die op Jom haKipoeriem (Grote Verzoendag) gegeven wordt? En waarom wordt
het ritueel zo tergend spannend gemaakt dat Aharon zelfs het risico loopt om te
sterven?
De priester Aharon
Direct na Zijn komst in Israël, was JHWH begonnen met Zijn onderwijs aan de
priesters. Toen verloren de twee oudste zonen van Aharon het leven. Een verlies
waarmee Aharon zich verzoende, ondanks de zware emoties die daar
ongetwijfeld mee gepaard gingen. Dat bleek doordat hij zweeg. Voor het eerst
had JHWH toen rechtstreeks met Aharon gesproken over zijn taak en roeping.
De ervaringen waar Aharon die dag doorheen gegaan was, stempelden hem
voor de rest van zijn leven. Zij maakten dat hij JHWH's ondoorgrondelijke
genade als geen ander had leren begrijpen. Hij kán nu onderscheiden dat God
genadig en barmhartig is, en tegelijk kán hij het zondige menselijke vlees met
haar impulsieve verlangens tot op het bot beproeven en beoordelen. Daarom is
hij met zijn zonen ook verkozen om de bemiddelende taak van de priesters op
zich te nemen. Juist door zijn ervaring begreep hij dat nooit iemand God zou
zien, ... en leven. Waarom wordt hij dan toch nog gewaarschuwd hiervoor? Het
is omdat God voorkomen wil dat er mensen sterven, en ook omdat Hij
voorkomen wil dat mensen het lijden en sterven op zich zouden gaan
verheerlijken als een vroom streven.
De twee zondebokken
Zoals in Leviticus 9 en 10 heel het verhaal gecentreerd leek te worden op de
zondebok, gebeurt dat hier ook. Wat er uiteindelijk met het vlees van de bok
gebeurde, was toen nog een raadsel, maar nu heeft JHWH het idee van Eleazar
en Ithamar overgenomen (afl. 82c). De priesters in de orde van Aharon, hoe zij
ook geroepen zijn tot een volmaakte wandel met JHWH, hoeven niet de
verzoening te bewerken waartoe zij niet bij machte zijn. De bok voor JHWH
wordt dus ook nu niet gegeten, maar buiten de legerplaats verbrand. Als de
andere bok, de azazel, in de woestijn op gruwelijke wijze aan zijn einde komt,
gaat het scheidingskleed voor Aharon, die dan gekleed is in zijn met goud en
edelstenen bedekte gewaden, open.
Het lijkt er op dat JHWH, met eerbied gesproken, verder heeft nagedacht over
het probleem van Israëls schuld. In parasja 72 vroegen we ons af waarom er een
bok als zondoffer gebracht werd, omdat we eerder gelezen hadden dat een bok
voor de zonde van een leider bedoeld was. We merkten op dat dit mogelijk op
een leider uit het volk wees, of dat het misschien het volk zelf als leider
aanmerkte. Nu er een bok bijkomt, kunnen we dat misschien allebei een plek
geven! Laten we eens kijken naar die zondebokken, want dankzij het ritueel
met deze bokken, mag de priester binnenkomen, en wordt er verzoening voor
heel Israël bewerkt, zodat God weer een jaar in hun midden wonen kan. Dat
deze verzoening door de bokken bewerkt werd, zonder dat Jesjoea al gestorven
was, móet ons wel voor de vraag stellen hoe God op die manier tóch bij de
mens wonen kon.
Het lot wordt geworpen
Deze week lezen we in de Tora voor het eerst over het werpen van het lot. Door
dit lot wordt de bestemming van beide bokken bepaald. Een bestemming die
onomkeerbaar is, doordat JHWH Zelf nu het lot van de bokken bepaalt. Dat is
een nieuw element, wat eerst niet door Hem geboden was! Want aanvankelijk
was het de bedoeling om het vlees van één bok te eten als verzoening. Door het
eten zou de priester één worden met het vlees en dus met het oordeel dat erover
geveld was. Eleazar en Ithamar weigerden dit gebod van JHWH te volgen, en
verbrandden het vlees naar eigen inzicht, omdat zij zich ongeschikt achtten om
het oordeel te dragen. Wat een unieke gebeurtenis dat op die basis nu een lot
geworpen wordt! Wat hier in feite gebeurt is dat de priesters en JHWH
onderhandelen over het oordeel dat geveld moet worden. In dit geval
vertegenwoordigen de priesters dus Israël, en treden op als bemiddelaar naar
God toe. Als antwoord hierop verandert God Zijn gebod. Het vlees mag niet
gegeten worden, en twee bokken moeten samen het oordeel dragen. Het oordeel
wordt dus verdeeld. Eén deel wordt door Azazel gedragen, en een ander deel
door de bok voor JHWH.
Azazel
Azazel betekent: 'De geitenbok die volledig uitgestoten en afgewezen wordt,
zonder dat er ook maar een haar aanvaard wordt.' Deze bok komt uit het volk
Israël (Lev. 16:5) en wordt dus, vanwege het voornemen van JHWH (het lot),
volledig afgewezen. Eerst leggen de priesters alle schuld op de bok en
vervolgens wordt een man gekozen om de bok over te leveren aan de woestijn.
Alles wat de bok overkomt, is parallel aan Jesjoea's lijden en sterven zoals dit
in bijv. Joh. 19 omschreven is. Jesjoea werd afgewezen door Joden, en later ook
door de heidenen. (Want de kerk die meende hem te volgen, wees hem af door
niet te wandelen zoals hij wandelde.) Jesjoea werd unaniem als schuldige
aangewezen door de priesters toen die hem gevangen namen en elkaar ophitsten
om hem te kruisigen. Zij vertrouwden hem toe aan Simon van Cyrene om hem
uit te leveren aan de heidenen2. Daar sterft hij, net als Azazel, een gruwelijke
2
Zoals een man bestemd werd om de bok de woestijn in te leiden om daar te sterven,
werd Simon bestemd om Jesjoea naar de executie door de volkeren te leiden. In
Ezechiël 20:35 zien we dat de woestijn inderdaad een beeld is voor de volkeren!
dood buiten de legerplaats. Hij sterft, net als Azazel, als in de Tempel een ánder
offer gebracht wordt, het Pesachlam! Zo wordt Grote Verzoendag verbonden
aan Pesach. Want het Pesachlam was geen zondoffer maar een dánkoffer
vanwege het passeren van de dood! Zo vervulde Jesjoea de verzoening (de
Zondebok) én de dankbaarheid van het nieuwe leven ( het Pesachlam)!
De bok voor JHWH
Voordat de Zondebok de schuld van heel Israël op zich neemt en de woestijn
ingestuurd wordt, wordt de eerste bok als zondoffer bereid. Dit offer is slechts
aanvaardbaar, door het offer van Azazel dat erop volgt! Zijn offer ziet dus uit op
dat van Azazel/Jesjoea, en kan ook niet zonder dat van hem, maar wordt óók
door JHWH aanvaard als verzoenend! Ook deze bok komt uit Israël (Lev.
16:5). Staat deze bok dan voor Israël, die als leidende natie van alle volken zijn
einde vindt in ballingschap en martelaarschap? Ten minste verwijst deze bok
naar dat deel van Israël, dat zich liet onderwijzen door de priesterorde van
Aharon, en gehoor gaf aan haar priesterlijke roeping om als bemiddelaar tussen
God en mensen te gaan staan, zelfs als dit hen het leven kostte! Israël is, net als
de bok, uitverkoren voor JHWH en zij heeft een priesterlijke roeping (Ex.
19:6). Namelijk de taak van verzoening die aan hen toevertrouwd was, toen
JHWH aan hen het gebod gaf om het vlees van de bok te eten (Lev. 10:17). Op
die manier konden zij echter geen verzoening bewerken. Maar hoe zou het
voornemen van JHWH om bij Israël te gaan wonen, falen? Daarom werd de
dood van Nadav en Avihoe aanvaard als verzoenend, ondanks hun schuld. Zij
leefden voor JHWH in het verlangen om als priester te dienen en zij stierven
omdat ze niet volmaakt waren. Zij werden niet moedwillig als offer gebracht,
dat is een heel ander verhaal. Toen zij stierven, droegen zij 'een dubbel oordeel',
dat aanvaardbaar was, door het offer van Jesjoea dat nog volgen zou. Exact op
dát moment, werd de weg voor Israël geopend om met JHWH op te trekken,
zoals Mozes verzocht had.
Het bloed van de martelaren
Er is nog een bijzondere overeenkomst tussen de Grote Verzoendag en de
martelaren. Vele joden en christenen zijn door de tijden heen gestorven voor
JHWH, zoals Nadav en Avihoe. Zij stierven een martelaarsdood en hun bloed
werd als het ware, net als het bloed van de eerste bok, gesprenkeld bij het
verzoendeksel in de hemelse woning van JHWH. Dat wil zeggen dat hun dood
herinnerd wordt door JHWH! Daar in de hemel worden hun zielen bewaard bij
het reukwerkaltaar (Op. 6:9-10) waar het geurige reukwerk gebracht wordt
(Lev. 16:12-13). Hun dood wordt dus gekoppeld aan het reukwerk waardoor het
scheidingskleed weggenomen wordt. Pas als de wolk van het reukwerk de weg
baant voor de Hogepriester, kan het scheidingskleed opengaan, en kan hij ín die
wolk binnenkomen in het Allerheiligste (vs. 13). Zo wordt het binnenkomen
van Jesjoea in het hemelse Heiligdom, voor het eerst onderwezen door Aharon,
die in een zoet geurende wolk binnenkomt in het aardse Heiligdom. Als Jesjoea
daar binnenkomt (Hebr. 9:11-12), wordt ook hij omgeven door een witte wolk
van getuigen (Hebr. 10:19-20 en Op. 14:1-5, 12-14), die met hem binnenkomen
voor JHWH's aangezicht, waar zware donderslagen en zachte, zuivere harpen
weerklinken, als het lied van Mozes en van het lam door hen aangeheven wordt.
Het bloed van Israëls martelaren (het offer van de eerste bok) wordt, dankzij
Jesjoea's dood (het offer van Azazel), mede aanvaard als verzoenend voor de
grote massa mensen uit alle volkeren die gered zullen worden van het oordeel.
Maar niet zonder het bloed van de tweede bok. De Messias en allen die hem
volgen tot in de dood, dragen dus in eenheid zorg voor de verzoening van de
wereld. Dát is het aangename reukwerk dat van het reukwerkaltaar oprijst en
het scheidingskleed open doet gaan. Zodat in Abrahams zaad wérkelijk alle
volken gezegend zullen worden! Hallelujah!
Verdiepende verbanden:
Het juk van de zonde wordt op een plaatsvervanger geworpen, die er een zacht
juk van vreugde voor in de plaats geeft. (Lev. 16:21, Jes. 4:1, Ps. 81:7, Matt.
11:28-30)
 De vrouwelijke onreinheid wordt ook door Jesaja opgepakt. Israël
wordt vaak als vrouw afgebeeld, haar onreinheid en ontrouw zullen
echter geen belemmering zijn doordat die ene man (Jes. 4:1), de
Hogepriester (Lev. 16), ofwel Jesjoea (Matt. 11:123) voor haar het
Allerheiligste betreedt.
 Jochanan kwam niet verder dan het brengen van het zuivere reukwerk,
het lijden en sterven voor de heiliging van Gods naam. Jesjoea en de
zijnen krijgen echter toegang tot de hemelse erfenis (vs. 11 en 27), die
zich in de Allerheiligste plaats bevindt, waar JHWH woont. Dat is
parallel aan de priesters Nadav en Avihoe (Lev. 16:1) en de
Hogepriester die het Allerheiligste binnenkomt.
 Voor het eerst in de Tora wordt er reukwerk gebracht in Lev. 16.
Verkeerd reukwerk wordt veel te makkelijk aangeboden, leren Nadav en
Avihoe ons. Deze parasja laat ons iets zien van het brengen van
reukwerk dat wél aangenaam is voor JHWH. Wat betekent dat en hoe
kunnen wij dat toepassen?
 Vergelijk Lev. 16:12-13 met Hebr. 9:3-4. Het reukwerkaltaar moest
toch vóór het voorhangsel geplaatst zijn? Waarom maakt het reukwerk
deel uit van het Allerheiligste?
 Jesaja geeft uitzicht op de heerlijkheid die Israël wacht, zoals ook
Jesjoea (Matt. 11:11).
3
Curatief vertaald: 'Vanaf de dagen van Jochanan de doper tot nu toe, breekt het
Koninkrijk der hemelen zich met geweld een baan, en zij die erin doorbreken,
grijpen ernaar.' Dat wil zeggen dat Jesjoea de weg naar het Allerheiligste open
maakte, en dat wij vrijmoedig naar binnen mogen gaan als een nieuwe schepping in
hem.