inhoud - Wolters Kluwer

Download Report

Transcript inhoud - Wolters Kluwer

2
weken 4 en 5 2014 nr.
Jaargang 17
Tweewekelijks behalve in weken 1, 30 t.e.m. 32, 51 en 52 Afgiftekantoor Antwerpen X P2A9404
inhoud
geldzaken
geldzaken
Beleggen in bitcoins: zeepbel of valabel alternatief? 1
Beleggen in bitcoins: zeepbel of
valabel alternatief?
successie
Traceerbaarheid van schenkingen op bankrekeningen
– deel 2
3
beleggen
Volkslening
4
verloning en de fiscus
Voordelen van alle aard en
hun fiscale kost
6
Sinds een paar maand is de ganse financiële wereld in de ban van een nieuwe
munt: de bitcoin. En of er geld te verdienen valt met deze munt! Hij of zij die een
jaar terug voor duizend dollar aan bitcoins kocht, zag zijn of haar inlage ondertussen verhonderdvoudigen. Inderdaad, u leest het goed: duizend dollar werden
er na twaalf maand, honderdduizend. En aangezien succes, succes aantrekt,
blijft de bitcoin verder verdapperen ten opzichte van de Amerikaanse dollar.
Maar, blijft dit feest voortduren?
Omschrijving
De bitcoin laat niemand onberoerd. Volgens sommigen is het de zoveelste hype.
Anderen zien in de bitcoin dan weer een valabel alternatief om een portefeuille
valuta mee te diversifiëren. Wie naar bitcoins op zoek gaat in het dagelijkse leven, is er aan voor de moeite. De bitcoin leidt een virtueel bestaan en maakt betalingen tussen computers mogelijk, zonder tussenkomst van een bankinstelling. In
feite is deze munt een computercode die via software wordt ontcijferd. Eens dat
gebeurd is, kan u er mee betalen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de euro, de yen
of nog de dollar, wordt de bitcoin niet uitgegeven door één of andere centrale
bank. Er is ook geen specifieke marktautoriteit die de handel en wandel van de
bitcoins controleert.
Een andere specificiteit van deze munt heeft te maken met de vaststelling dat
volgens de bedenker ervan, het aantal in omloop gebrachte bitcoins maximaal
eenentwintig miljoen mag bedragen. Satoshi Nakamoto stelde van in den beginne, nu vijf jaar terug dus, meteen limieten op de markt. Op dit ogenblik zijn er
zo een dertien miljoen bitcoins in omloop. Dat betekent dat er nog een acht miljoen gecreëerd kunnen worden. En hier valt alweer een eigenaardigheid op. Het
creëren van nieuwe bitcoins vereist steeds krachtiger computers en wordt dus
alsmaar moeilijker. Het valt te vergelijken met de ontginning van immer moeilijker te ontsluiten aardgas- en olievelden.
0003079.nn/3079/KL-NN01
believers
De bitcoinhype is goed op dreef gekomen na de bankencrisis in Cyprus. Een aantal beleggers zien in de bitcoin, een mogelijkheid om hun activa te diversifiëren
buiten de eurozone. Ook de attitude van een aantal centrale banken speelt wel
degelijk in het voordeel van de bitcoin. Door de drukpersen lustig te laten draaien, zijn steeds meer beleggers bevreesd voor een stijging van de inflatie. Teneinde te ontsnappen aan de geldontwaarding, heeft de bedenker van de bitcoin min
of meer een eigen goudstandaard in het leven geroepen. Er kunnen niet onbeperkt bitcoins bijgemaakt worden! Ook Chinezen beleggen naar verluid duchtig
in de nieuwe virtuele munt. Vermits de handel in bitcoins vrij is, kunnen de geldende kapitaalbeperkingen in yuan op die manier probleemloos omzeild worden.
2 NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014
KLUWER
Een paar weken terug kregen diegenen die geloven dat de bitcoin op een dag zal
uitgroeien tot een volwaardige en vrij inwisselbare munt, steun uit vrij onverwachte hoek. De Amerikaanse toezichthouder stelde tijdens een hoorzitting voor
de senaat, dat bitcoins en andere virtuele munten, in hun ogen, financiële instrumenten zijn.
Sceptici
De zeer degelijke Britse krant Financial Times blijkt in ieder geval geen groot
voorstander van de nieuwe munt te zijn. In een opiniestuk wees de krant een paar
maand terug reeds op de gevaren van de nieuwe hype, die binnenkort zal kunnen
worden toegevoegd aan de al lange lijst van zeepbellen.
Het Amerikaanse blad The National Interest is evenmin mals voor de bitcoin.
Volgens TNI is de munt intrinsiek niets waard. Ze bestaat enkel uit een paar bytes die op een computer worden bijgehouden. In die zin verschilt ze van andere,
eerder speculatieve beleggingen, zoals goud en zilver. Beide grondstoffen hebben immers sowieso steeds hun nut in de reële economie, onder de vorm van
sierraden en juwelen en als basis in de industrie.
Het speculatief karakter van de munt kwam volgens sceptici eveneens tot uiting
toen de FBI in oktober van vorig jaar de ondergrondse website Silk Road sloot.
Deze website, gespecialiseerd in illegale activiteiten, aanvaardde bitcoins als betaalmiddel. Als gevolg van het politieoptreden maakte de munt een spectaculaire
duikvlucht.
In de praktijk
Stel dat u toch een gokje wil wagen en een paar bitcoins aanschaffen. Hoe gaat u
dan te werk? Naar uw dichtstbijzijnde bankkantoor hollen heeft uiteraard geen
zin. U zal immers van een kale reis terugkomen. Er bestaan een aantal handelsplatformen waar de munt verhandeld wordt. Zo is de Chinese website BTC één
van de belangrijkste platformen. Ook op het Japanse Mt Gox, wellicht iets betrouwbaarder dan de Chinese evenknie, kan u bitcons aan- of verkopen.
Eens de bitcoins gekocht, moet u ze natuurlijk ergens opslaan. U doet dat beter
niet op het platform waar u ze gekocht heeft. De kans bestaat immers dat de
website in kwestie gehackt wordt en dat u uw bitcoins gewoon kwijt speelt. Via
een aantal gespecialiseerde websites is het wel mogelijk om een offline spaarrekening te creëren waarin u vervolgens de bitcoins kan bewaren.
Indien u in een later stadium ook effectief iets wenst te kopen met uw bitcoins,
zijn de mogelijkheden veeleer beperkt. Nochtans lanceerde Mt Gox uitgerekend
op Black Friday, traditioneel de dag waarop de Amerikanen de eerste kerstaankopen beginnen te doen, een aparte bitcoin betaalkaart.
Kapers op de kust
Succes trekt succes aan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bitcoin ondertussen navolging gekregen heeft. Een andere virtuele munt die flink aan belang
wint, is de litecoin. Litecoin is gebaseerd op het bitcoin protocol, met dat verschil
dat het efficiënt kan “gemijnd” – zeg maar ontwikkeld – worden met hardware
die voor de doorsnee gebruiker beschikbaar is. Anders gesteld, er is minder rekenkracht nodig om Litecoins bij te maken. De koersfluctuaties van de litecoin
daarentegen, zijn nog een pak meer uitgesproken dan die van de bitcoin.
Maar daar blijft het niet bij. Ondertussen circuleren al ruim zeventig andere virtuele munten. Het ziet er dus naar uit dat de strijd om dé virtuele munt bij uitstek
te worden, nog lang niet gestreden is. De kans dat beleggers in dit soort beleggingen van een kale reis thuiskomen, is meer dan reëel.
ƒ De bitcoin is een virtuele munt. Ze wordt niet uitgegeven of gecontroleerd
door een centrale bank. Een bijzonder kenmerk is dat het aantal munten dat
maximaal in omloop kan worden gebracht, begrensd is tot eenentwintig miljoen. Sommigen geloven dat deze virtuele munt kan verworden tot een vol-
KLUWER
NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014 3
waardig alternatief voor de klassieke valuta. Tegenover elke believer staan
echter twee sceptici. De handel in bitcoins en andere virtuele munten gebeurt
langs specifieke handelsplatforms, los van de commerciële banken. Het moge
duidelijk zijn dat een investering in bitcoins niks van doen heeft met klassieke
beleggingsvormen. Het lijkt gebaseerd op pure speculatie. In die wetenschap
zijn wij dan ook geen voorstander om hierin te beleggen.
successie
Traceerbaarheid van schenkingen
op bankrekeningen – deel 2
In het vorig nummer benadrukten we het belang voor gehuwden of wettelijk samenwonenden om gelden verkregen uit erfenis of schenking op een eigen bankrekening te behouden. Het houden van een geïndividualiseerde rekening kan ook
zijn belang hebben in andere situaties. Onder meer in het kader van een efficiënte uitwerking van bepaalde clausules in een schenkingsakte.
Beding van terugkeer
Vaak wordt een beding van terugkeer (art. 951 B.W.) voorzien bij de schenking
van geld of van een beleggingsportefeuille. Het beding van terugkeer betekent
dat de schenker stipuleert dat, mocht de begiftigde overlijden voor de schenker,
de schenking ontbonden wordt. Hierdoor keren de geschonken goederen vrij en
onbelast terug naar het vermogen van de schenker.
Voorwerp van het recht
van terugkeer – zaakvervanging
Voorwaarde opdat bij vooroverlijden van de begiftigde het geschonken goed zelf
naar de schenker zou terugkeren, is, volgens een meerderheidsopvatting in de
rechtsleer, dat een welbepaald en dus identificeerbaar gebleven goed geschonken
werd. Traditioneel wordt aangenomen dat bij de schenking van bv. geld onder
ontbindende voorwaarde, de begiftigde er in de regel meteen definitief eigenaar
van wordt. Geschonken geld mengt zich meestal met de rest van het vermogen
van de begiftigde. De schenker verkrijgt dan alleen maar een voorwaardelijk
schuldvorderingsrecht ten belope van een zelfde bedrag of een zelfde hoeveelheid goederen van dezelfde soort.
Discussie in rechtsleer
Inzake de schenking van gelden of een effectenportefeuille of financiële instrumenten lijkt het onvermijdelijk dat de geschonken goederen zullen verkocht en
herbelegd worden. In het kader van het beheer van financiële activa zullen de
geschonken geldsommen of effecten zich derhalve bij vooroverlijden van de begiftigde waarschijnlijk niet meer in diens patrimonium bevinden. Kan dan iets
terugkeren? De geschonken goederen zijn dan immers niet meer terug te vinden
in het vermogen van de begiftigde? M.a.w., kan het recht van terugkeer uitgeoefend worden op zaken die in de plaats zijn gekomen van de geschonken goederen? Zo ja, wat is dan het voorwerp van het recht van terugkeer? Het antwoord
op deze vraag is betwist in de rechtsleer.
Praktische oplossing
Praktisch gezien lijkt het nuttig om te voorzien in de schenkingsakte of in de
“pacte adjoint” dat de geschonken financiële activa moeten worden geïndividualiseerd in een afzonderlijke rekening. Zo blijven de geschonken goederen makkelijker identificeerbaar en vermengen ze zich niet met de andere vermogensbestanddelen van de begiftigde.
Beding van fideïcommis de residuo
Het fideïcommis de residuo is een gift waarbij de beschikker het geheel of een
deel van zijn goederen overmaakt aan een eerste begiftigde of “bezwaarde”, en
hetgeen van deze goederen overblijft bij het overlijden van de eerste begunstigde
4 NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014
KLUWER
aan een tweede begunstigde of “verwachter”. Die tweede begunstigde wordt
eveneens door de beschikker aangewezen. Men noemt dit ook een “restschenking”.
De beschikking wordt als een dubbele gift gekwalificeerd: beide begiftigden verkrijgen hun rechten rechtstreeks van de beschikker.
Tijdens zijn leven behoudt de eerste begunstigde zijn beschikkingsbevoegdheid
(behalve om niet) en de verwachter verkrijgt slechts wat er bij het overlijden van
de bezwaarde van deze goederen overblijft.
In natura of zaakvervanging
In de schenkingsakte wordt doorgaans voorzien dat het beding de residuo niet
enkel betrekking heeft op de aan de bezwaarde geschonken goederen die nog in
natura aanwezig zijn op het moment van diens overlijden, maar ook op de goederen die hiervoor in de plaats gekomen zijn. Inzake de schenking van gelden of
een effectenportefeuille of financiële instrumenten lijkt het onvermijdelijk dat de
geschonken goederen zullen verkocht en herbelegd worden.
In het kader van het beheer van financiële activa zullen de geschonken geldsommen of effecten zich derhalve bij overlijden van de bezwaarde waarschijnlijk
niet meer in zijn patrimonium bevinden. Een clausule van zaakvervanging biedt
dan een oplossing.
Praktische oplossing
Vraag is natuurlijk hoe de notaris, gelast met de afwikkeling van de nalatenschap
van de eerste begunstigde, moet bepalen wat er overblijft van deze schenking in
het vermogen van de overleden eerste begunstigde. Indien de beleggingen niet
werden geïndividualiseerd op een bankrekening, afgezonderd van de andere
bankrekeningen van de eerste begunstigde, lijkt het effect van dit beding erg wisselvallig. Wil dit beding uitwerking hebben, is het derhalve noodzakelijk dat de
schenker stipuleert dat de geschonken beleggingspportefeuille moet geïndividualiseerd worden op een afzonderlijke, eigen bankrekening.
ƒ
Het is zonder meer nuttig een beding van terugkeer te voorzien in een schenkingsakte of “pacte adjoint”. Hierdoor keert de schenking bij vooroverlijden
van de begunstigde belastingvrij naar de schenker terug. Gelden of effecten
worden echter verkocht of herbelegd. Het is daarom aangewezen om in de akte of de “pacte adjoint” te stipuleren dat de geschonken activa op een aparte
effectenrekening moeten worden aangehouden, zodat ze identificeerbaar blijven en zich niet vermengen met andere goederen van de begunstigde. Via een
restschenking bepaalt de schenker zelf aan wie wat bij overlijden van de eerste begunstigde overblijft, toekomt. De tweede begunstigde betaalt op dat
moment geen successierechten, enkel schenkingsrechten. Ook hier bepaalt de
schenker best dat de geschonken goederen op een afzonderlijke, eigen rekening moeten blijven.
Anne Meyus - Jurist & belastingconsulent - vermogensadvies
beleggen
Volkslening
De Volkslening is een feit! Ze was aanvankelijk voor 2013 gepland. De Belgische particuliere beleggers kunnen tegen een fiscaal gunstig tarief intekenen op
deze nieuwe beleggingsformule. Het is een vorm van speciale kasbon. De federale regering wil hiermee de slapende tegoeden op spaarboekjes activeren voor
KLUWER
NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014 5
sociaal economisch verantwoorde projecten. Bouw van ziekenhuizen, rusthuizen, scholen, …maar ook voor financiering van kmo’s. Banken menen dat het
spaargeld niet ‘slaapt’. De voorbije jaren was er weinig interesse in langetermijnsparen, omwille van de lage rentevoeten op kasbons en termijnrekeningen.
Bovendien stellen de banken dat zij heel wat kredieten aan kmo’s verlenen. Ze
zouden zo hun rol in de economie weldegelijk vervullen.
Voorwaarden
De vergoeding op de volkslening is niet veel hoger dan op een spaarboekje. Op
een volkslening-kasbon moet je bovendien 15% roerende voorheffing betalen.
Dat is weliswaar een fiscaal gunstregime in vergelijking met de normale 25% op
gewone kasbons. Op een spaarboekje betaalt u dan weer geen belastingen, tenzij
de opbrengst hoger is dan 1 880 euro (inkomsten 2013) per jaar en per belastingplichtige. Boven die drempel betaalt u 15% roerende voorheffing.
De spaarders kunnen al intekenen vanaf 200 euro. Met dit democratische instapbedrag doet de volkslening haar naam dus alle eer aan.
Depositogarantie
De volkslening is een door de overheid gegarandeerde belegging. Dat wil zeggen
dat wanneer er een verlies is op de lening, de overheid borg staat voor de inbreng
van de spaarders. Wie intekent op de volkslening krijgt dus een depositogarantie
van de overheid tot maximaal 100 000 euro. Die garantie geldt ook op de bestaande spaarboekjes.
Looptijd
In tegenstelling tot een kasbon of een termijnrekening moet een volkslening een
minimale looptijd van vijf jaar hebben. Voor de projecten die ermee gefinancierd
worden, geldt een minimale looptijd van zeven jaar. Het belegde geld staat voor
vijf jaar vast. Van alle veilige spaarproducten is de volkslening dus wellicht de
minst flexibele. Het geld op een spaarboekje kan je immers te allen tijde opvragen. Kasbons en staatsbons noteren op de secundaire markt zodat u ze in principe ook steeds vervroegd kan verkopen. Bij de meeste banken kunnen ook de
termijnrekeningen vervroegd opgezegd worden, al kan het kostenplaatje voor
zo’n opzeg wel fors oplopen.
Met die beperkte uitstapmogelijkheid wil de regering voldoende stabiliteit garanderen en de banken de kans geven langetermijnprojecten te financieren.
Bestemming
In tegenstelling tot traditionele spaarproducten gelden voor de volkslening specifieke aanwendingsvereisten. Zo moet de bank de centen van de volkslening gebruiken voor sociaal-economische projecten zoals scholen, ziekenhuizen en rusthuizen of voor leningen aan kmo’s. Om de spaarders te garanderen dat hun geld
wel degelijk naar bijvoorbeeld de bouw van scholen of de financiering van ziekenhuizen gaat, wordt het bij de bank op een aparte rekening geplaatst.
De rentevergoeding op een volkslening is pover voor een looptijd van minstens
vijf jaar. De belegging is enkel aantrekkelijk als u overtuigd bent dat de langetermijnrente jaren aan een stuk laag zal blijven of nog zal dalen. Er kunnen immers geen looptijden van minder dan vijf jaar aangeboden worden. Bovendien
kan u de eerste vijf jaar niet uitstappen. Vervroegde uitstapmogelijheid is er
mits kosten wél bij gewone kasbons of termijnrekeningen. Anderzijds wordt uw
geld geïnvesteerd in maatschappelijk verantwoorde projecten in België die tot
doel hebben de Belgische economie te stimuleren. De roerende voorheffing bedraagt slechts 15% in plaats van 25% waardoor de nettorente aantrekkelijker is
dan die van vergelijkbare termijnrekeningen of kasbons. De volkslening valt
onder de depositogarantie van 100 000 eur. U kan al instappen vanaf 200 euro.
6 NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014
KLUWER
verloning en de fiscus
Voordelen van alle aard en hun
fiscale kost
Voordelen van alle aard zijn voordelen die een onderneming toekent aan een
personeelslid of een bedrijfsleider. De terbeschikkingstelling van een bedrijfswagen voor privéverplaatsingen bijvoorbeeld, of een voor private doeleinden ter
beschikking gesteld onroerend goed, een lening aan voordelig tarief, een gsm
waarmee ook privégesprekken mogen gevoerd worden… Dergelijke voordelen
worden beschouwd als een belastbaar inkomen. Daar zal belasting moeten op
worden betaald. De fiscus berekent die belasting op het bedrag dat overeenkomt
met de waarde van het voordeel. Dit kan echter ook een wettelijk bepaald forfaitair bedrag zijn. Hoe en waarop de belasting verschuldigd is, hangt af van het
soort voordeel en het feit of de Koning een forfaitaire ramingsregel invoerde. Is
er überhaupt wel een voordeel? Betaalt de genieter geen bijdrage die eventueel
in mindering kan komen? Reden om een en ander op een rijtje te zetten.
Voordeel van alle aard:
belastbaar bedrag
Om het belastbaar bedrag van een voordeel van alle aard vast te stellen, bestaan
er twee schattingsmethodes. In een eerste methode gebeurt een bepaling of raming van de reële waarde van het voordeel. Dit omhelst het schatten van de reële
waarde van het voordeel van alle aard voor diegene die het ontvangt. Deze schatting komt overeen met het bedrag dat de genieter in normale omstandigheden
zou hebben betaald voor dat voordeel. Het privégebruik van een lichte vrachtwagen bijvoorbeeld. Als een bedrijfsleider de lichte vrachtwagen voor privégebruik
aanwendt, moet de waarde van het ontvangen voordeel worden geschat. Betaalt
hij echter zelf een bijdrage voor het privégebruik, dan kan die worden afgetrokken van het fiscaal voordeel. Een ander voorbeeld is een gsm. Hierbij dient niet
alleen naar het verbruik te worden gekeken, maar ook naar de aankoop, het
abonnement… Een ander voordeel van alle aard is het verkrijgen van een gratis
reisje. Daarbij kijkt de fiscus niet per definitie naar de kostprijs, maar naar het
eigenlijke voordeel voor de genieter.
In een tweede methode is de waarde van het voordeel van alle aard wettelijk bepaald. Voor de meest voorkomende voordelen van alle aard is immers in de wet
een forfaitaire waarde vastgesteld. In dergelijk geval heeft het geen belang of de
kostprijs van het voordeel hoger of lager is dan de forfaitaire waarde. Het belastbaar bedrag komt altijd en in elk geval overeen met het bedrag dat forfaitair werd
vastgelegd.
In de loop der jaren is het aantal forfaitair belaste voordelen alsmaar toegenomen. Het meest gekende en waarschijnlijk ook het meest voorkomende is vermoedelijk een bedrijfswagen. Maar ook het verkrijgen van een goedkope lening,
verwarming, elektriciteit, internet, laptop, huisvesting, huispersoneel, dienstboden en/of chauffeurs, zijn forfaitair belaste voordelen.
Bedrijfswagen
Hieraan besteedden we in deze nieuwsbrief reeds enkele malen aandacht. Kort
samengevat wordt een dergelijk voordeel vandaag als volgt bepaald. Een forfaitair bedrag wordt berekend door een CO2-percentage toe te passen op 6/7 van de
KLUWER
NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014 7
cataloguswaarde van het kosteloos ter beschikking gestelde voertuig, of in formule omgezet:
Catalogusprijs x 6/7 x CO2-coëfficiënt x leeftijdscoëfficiënt
Onder cataloguswaarde wordt verstaan de catalogusprijs van het voertuig in
nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en de werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met
enige korting, vermindering, rabat of restorno. De catalogusprijs wordt vervolgens vermenigvuldigd met 6/7 en dit resultaat wordt dan vermenigvuldigd met
een CO2-basispercentage. Dit bedraagt 5,5% voor een referentie-CO2- uitstoot
van 116 g/km voor voertuigen met een benzine-, LPG- of aardgasmotor, en voor
een referentie-CO2-uitstoot van 95 g/km voor voertuigen met dieselmotor. De
Koning bepaalt jaarlijks de referentie-CO2-uitstoot in functie van de gemiddelde
CO2-uitstoot van het jaar voorafgaand aan het belastbaar tijdperk ten opzichte
van de gemiddelde CO2-uitstoot van het referentiejaar 2011 volgens de modaliteiten die hij vastlegt. Wanneer de uitstoot van het betrokken voertuig hoger ligt
dan de voormelde referentie-uitstoot wordt het basispercentage met 0,1% per
CO2-gram vermeerderd, weliswaar tot maximum 18%.
Wanneer de uitstoot van het betrokken voertuig lager ligt dan de voormelde referentie-uitstoot wordt het basispercentage met 0,1% per CO2-gram verminderd,
tot minimaal 4%. De voertuigen waarvoor geen gegevens met betrekking tot de
CO2-uitstootgehaltes beschikbaar zijn bij de dienst voor inschrijving van de voertuigen, worden, indien ze worden aangedreven door een benzine-, LPG- of aardgasmotor, gelijkgesteld met de voertuigen met een CO2-uitstootgehalte van 205
g/km, en, indien ze worden aangedreven door een dieselmotor, met de voertuigen
met een CO2-uitstootgehalte van 195 g/km.
De cataloguswaarde wordt vervolgens vermenigvuldigd met een percentage dat
is bepaald in functie van de leeftijd van het voertuig, de leeftijdscoëfficiënt. Voor
elk volledig jaar wordt 6% van het voordeel in mindering gebracht, dit weliswaar
met een maximale vermindering van 30%. De startdatum voor de berekening van
deze vermindering is de datum van eerste inschrijving van het voertuig.
Het voordeel mag voor het inkomstenjaar 2013, aanslagjaar 2014 nooit minder
bedragen dan 1.230,00 euro.
Wanneer het voordeel niet kosteloos wordt toegestaan, is het in aanmerking te
nemen voordeel datgene wat overeenkomstig de vorige paragrafen werd vastgesteld, verminderd met de bijdrage van de verkrijger van dat voordeel. Dit is overigens een principe dat geldig is voor elk belastbaar voordeel.
Wanneer de personenwagen ter beschikking wordt gesteld, ongeacht het aantal
afgelegde kilometers, wordt de genieter op een dergelijk voordeel belast. Niet
alleen komen de zuivere privaat afgelegde kilometers in aanmerking, zoals het
ophalen van de kinderen van school. Ook de woon-werkverplaatsingen worden
voor deze reglementering als privé beschouwd.
We moeten ons echter de vraag stellen of hier wel sprake is van een ‘voordeel’.
Indien de genieter de wagen ‘nooit’ voor privé verplaatsingen aanwendt, is er
geen sprake van een belastbaar voordeel. Indien de wagen maar gedurende een
gedeelte van het jaar ter beschikking wordt gesteld, mag het voordeel pro rata
temporis worden bepaald.
Laptop en internetverbinding: stilaan historische prijzen…
Hoewel inzake voordelen van alle aard de wetgeving met zijn tijd meegaat, kan
dat jammer genoeg niet worden gezegd van de bedragen die hierbij worden gehanteerd. Een kosteloos terbeschikkinggestelde personal computer voor persoonlijke doeleinden wordt jaarlijks belast in hoofde van de genieter voor een bedrag
van 180 euro. Toegegeven, vandaag kan u al bijna een standaardcomputer kopen
8 NIEUWSBRIEF PROFESSIONEEL VERMOGENSADVIES
NR 2
WEKEN 4 EN 5 2014
KLUWER
voor deze prijs. Dringend tijd dus om dit eens aan te passen. Een internetaansluiting en dito abonnement dat hierbij wordt gebruikt, wordt als voordeel belast
voor maar liefst 60 euro per jaar. Ook dit lijkt stilaan toch wel heel duur te worden. Daar deze bedragen echter bij wet zijn vastgelegd kan daar niet van worden
afgeweken.
Leningen, onroerende
goederen, elektriciteit,
verwarming
Voor een voordeel in de vorm van een goedkope lening wordt er wettelijk een
opdeling gemaakt volgens het soort lening. Voor elke soort, of het nu gaat om
een hypothecaire lening, een autofinanciering, andere financieringen met vaste
looptijd, algemene leningen…, bestaat een ander referentiepercentage. Veelal
wordt verwezen naar het algemeen percentage inzake niet-hypothecaire leningen
zonder welbepaalde looptijd. Voor het jaar 2012 werd hiervoor wettelijk een
voordeel van maar liefst 9,5 % aangerekend! Heel belangrijk dus om op regelmatige tijdstippen na te gaan of en hoe we dit kunnen vermijden.
Andere voordelen van alle aard zijn de wettelijk bepaalde voordelen voor onroerende goederen. Voor gebouwde onroerende goederen, bepaalt volgende formule
het voordeel: “Geïndexeerd Kadastraal Inkomen x 100/60 x 3,80”, wanneer dit
door een rechtspersoon wordt ter beschikking gesteld.
De regering Di Rupo I verving “X 2” door “X 3,80” of m.a.w. ongeveer een verdubbeling van het voordeel. Hiertegen zijn gerechtelijke stappen ondernomen.
Sommigen oordelen namelijk dat hiermee niet alleen “het voordeel” wordt belast, maar dat een nieuwe belastbare materie wordt gemaakt, wat buiten deze bevoegdheid valt. Wordt normaalgezien vervolgd!
Ten slotte nog elektriciteit en verwarming. Neemt de vennootschap privékosten
ten laste, dan zal de genieter belast worden op een bedrag van 1 870 euro voor
verwarming en 930 euro voor elektriciteit als het om een leidinggevend persoon
gaat en de helft indien dit niet het geval is. Dit ongeacht de werkelijke kostprijs,
die in de vennootschap weliswaar volledig aftrekbaar is. Het is aan te raden jaarlijks na te kijken of het fiscaal wel interessant is zich te laten belasten op het
voordeel, dan wel een vergoeding te betalen voor het privéverbruik.
Geen sociaal voordeel!
Opgelet, verwar voordelen van alle aard niet met sociale voordelen zoals maaltijdcheques, collectieve voordelen van beperkte waarde, personaliseerbare voordelen, geschenken van geringe waarde verbonden met evenementen die geen
direct verband houden met de professionele activiteit… Sociale voordelen zijn
vrijgesteld bij de begunstigde. Hij zal er m.a.w. niet op worden belast.
Verplicht op de fiches
Het belastbaar voordeel van alle aard moet opgenomen worden op de individuele
fiscale fiches 281.10 (voor loontrekkende) of 281.20 (voor bedrijfsleiders) en op
de desbetreffende samenvattende opgaven. Belangrijk hierbij is dat deze bedragen ook moeten meegerekend worden om de periodieke verschuldigde bedrijfsvoorheffing vast te stellen. De fiscale administratie kondigde aan in 2014 hierop
een groter toezicht te zullen houden.
Wie dieper op deze materie wenst in te gaan raden wij de lectuur aan van het
boek “Fiscaalvriendelijk geld uit uw vennootschap halen” uitgegeven bij Kluwer.
Carl Van Biervliet - Accountant-belastingconsulent, vennoot Vandelanotte
Kernredactie: E. Joly, A. Meyus, C. Van Biervliet, M.P. Verheye. Redactie: Imposto Advocaten, W. Vermeulen, V. Lenssen
Eindredactie: Patrick Lambrecht – [email protected]. Nieuwsbrief Professioneel vermogensadvies is
een uitgave van Kluwer – www.kluwer.be. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno Business Park,
Motstraat 30, B-2800 Mechelen. Kluwer klantenservice: tel. 0800 30
40 144
300 (gratis oproep) - +32 15 78 76 00 (vanuit
het buitenland), fax 0800 17 529, e-mail: [email protected].
© 2014 Wolters Kluwer Belgium NV. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze
uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke
wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.