05-2014 - Gebruik verslavingszorg Utrecht - 2012

Download Report

Transcript 05-2014 - Gebruik verslavingszorg Utrecht - 2012

Gemeente Utrecht, Volksgezondheid
Monitor
www.utrecht.nl/gggd
alcohol en middelen
www.utrecht.nl/volksgezondheid
Thema 3
Gebruik van de verslavingszorg in
Utrecht - 2012
1
Colofon
Uitgave
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid
Beleid, expertise en onderzoek
Postbus 2423
3500 GK Utrecht
030 286 3333
[email protected]
Internet
www.utrecht.nl/volksgezondheid
Rapportage
Rapportage
Nannah Tak, Eva van der Meer & Hanneke Schreurs
Volksgezondheid Utrecht
Informatie
Eva van der Meer
[email protected]
(030) 286 3369
Foto omslag
Los Dos
Bronvermelding
Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding
Mei 2014
Inhoudsopgave
Samengevat
Inleiding
1
1 Verslavingszorg
3
1.1 Gebruik verslavingszorg naar primaire problematiek
2 Kenmerken zorggebruikers
3
5
2.1 Geslacht
5
2.2 Leeftijd
5
2.3 Culturele herkomst
6
3 Trend primaire problematiek
Literatuurlijst
9
11
Samengevat
• In 2012 deden 1.707 personen in Utrecht een beroep op de verslavingszorg. Dit is 0.5% van de
Utrechtse bevolking). In totaal in Nederland ging het om 64.850 personen (0.4% van de bevolking).
• Het percentage zorggebruikers in de verslavingszorg in Utrecht daalt sinds 2011 nadat in de periode 2002-2010 een grote stijging te zien was. Landelijk is een stijging te zien tussen 2002 en
2011 en zien we in 2012 een lichte daling.
• In Utrecht (42%), maar ook landelijk (47%), is in 2012 de grootste groep zorggebruikers in de verslavingszorg in behandeling vanwege alcoholproblematiek.
• In Utrecht is het percentage zorggebruikers voor cocaïnegebruik (17%) relatief groter dan gemiddeld in Nederland (11%), vooral bij de jongvolwassenen (25-39 jaar 23%)).
• Het percentage zorggebruikers in de leeftijdscategorie 40-64 jarigen vanwege gebruik van opiaten is in Utrecht relatief groot (17%).
• Jongeren (zowel de groep 12-18 jaar (62%) als 19-24 jaar (38%)) komen het meest in aanraking
met de verslavingszorg vanwege cannabisgebruik.
• Het aantal zorggebruikers voor GHB-problematiek vormt een zeer kleine groep (0.4%) binnen de
verslavingszorg in Utrecht, ook landelijk is dit een kleine groep (1%).
Overzicht
Overzicht verslavingszorg Utrecht en landelijk 2012
Demografie
Utrecht
Landelijk
Aantal zorggebruikers
1.707
64.840
Aantal zorggebruikers per 100 000 inwoners
540
390
Aandeel vrouw
21%
24%
Aandeel 25-
16%
16%
Aandeel 40+
39%
47%
Aandeel inwoners met een autochtone achtergrond 52%
69%
Nieuwe zorggebruikers in 2012
38%
Problematiek
18%
0
Inleiding
Voor een adequate uitvoering van het Utrechtse alcohol- en drugsprogramma door Volksgezondheid,
Gemeente Utrecht, is een goede informatievoorziening essentieel. Dat is de reden dat een Utrechtse
monitor alcohol- en middelengebruik is ontwikkeld. De monitor bestaat uit vier thema's: monitoring en
trends, preventie, zorg en actuele ontwikkelingen. Deze rapportage betreft het thema zorg. In 2013 is
het eerste rapport verschenen in het kader van dit thema en bevatte de resultaten over de verslavingszorg in Utrecht over 2011. Dit rapport betreft een actualisatie van het eerste rapport.
In deze rapportage worden verschillende cijfers gepresenteerd over zorggebruik in de verslavingszorg
in de stad Utrecht in 2012. De cijfers in dit rapport zijn afkomstig uit het Landelijk Alcohol en Drugs
Informatie Systeem (LADIS) dat beheerd wordt door Stichting Informatie Voorziening Zorg (IVZ). Het
LADIS is een nationale gegevensverzameling voor de ambulante en klinische verslavingszorg en geeft
inzicht in het aantal zorggebruikers die een beroep doen op verslavingszorginstellingen. Instellingen
voor verslavingszorg en de verslavingsreclassering leveren hiervoor jaarlijks geanonimiseerde informatie over de cliëntenpopulatie en de behandeling daarvan aan (IVZ, 2012).
In deze studie zijn de Utrechtse cijfers vergeleken met het landelijke gemiddelde. De meest opvallende
bevindingen worden in dit rapport toegelicht.
1
2
1 Verslavingszorg
Binnen de verslavingzorg wordt hulp geboden aan mensen die verslaafd zijn geraakt aan alcohol,
drugs, medicijnen en gokken (Trimbos Instituut, 2011). In de verslavingszorg melden zich mensen met
een zorgvraag voor onder andere de volgende de middelen; alcohol, opiaten, cocaïne en cannabis. In
dit rapport worden de aantallen zorggebruikers naar deze middelen beschreven. Het aantal zorgvragers zou hoger kunnen zijn dat het aantal zorggebruikers, omdat niet iedereen met een zorgvraag zich
meldt bij de verslavingszorg. Hier kunnen verschillende redenen voor zijn, waaronder de eigen bijdrage
die betaald moet worden voor zorgkosten.
1.1 Gebruik verslavingszorg naar primaire problematiek
In absolute cijfers uitgedrukt deden 1.707 personen in Utrecht in 2012 (0.5% van de Utrechtse bevolking) een beroep op de verslavingszorg. In totaal in Nederland ging het om 64.840 personen (0.4% van
de bevolking). Van de zorggebruikers uit 2012 komt 18% in dat jaar voor het eerst in aanraking met de
verslavingszorg. Landelijk is dit percentage veel hoger, 38% wordt gekenmerkt als 'nieuwe hulpvrager'.
Tabel 1 Gebruik verslavingszorg naar primaire problematiek in absolute aantallen en percentages
Utrecht
Absolute aantal
aantallen
Utrecht
%
Neder
Nederland
aantalllen
Absolute aanta
Neder
Nederland
%
Alcohol
714
42%
30 196
47%
Opiaten (heroïne, morfine, methadon, overige opiaten)
292
17%
10 412
16%
Cocaïne (cocaïne, snuifcocaïne, crack)
296
17%
7 348
11%
Cannabis (wiet, hasj)
296
17%
10 005
15%
Amfetamine (amfetamine, methamfetamine)
21
1%
1 449
2%
GHB
9
0.5%
752
1%
ontvangen data
79
5%
4 678
7%
Totaal
1707
100%
64 840
100%
Onbekend – niet nader uitgesplitst in de
Alcoholproblematiek zorgt voor de grootste groep zorggebruikers in de verslavingszorg. Het aandeel
bedraagt in Utrecht 42% van alle zorggebruikers, dit is lager dan landelijk gemiddeld (47%) (zie tabel
1). De cocaïne-, opiaat- en cannabisgebruikers vormen vervolgens zowel in Utrecht als landelijk de
grootste groepen zorggebruikers. In Utrecht gaat het bij cocaïnegebruik om 17% (landelijk; 11%), bij
opiaatgebruik ook om 17% (landelijk; 16%) en bij cannabisgebruik om 16% (landelijk; 15%). Het hogere
percentage zorggebruikers voor cocaïne in Utrecht vergeleken met landelijk is opvallend.
Het aantal personen is in de periode 2002-2010 zowel in Utrecht als in Nederland gestegen. In Utrecht
verdubbelde het aantal zorggebruikers tussen 2002 en 2010. Landelijk steeg het aantal zorggebruikers
tussen 2002 en 2011 met 47%. In figuur 1 is te zien dat na een jarenlange stijging het aantal zorggebruikers landelijk voor het eerst iets is afgenomen. In Utrecht wordt al voor het tweede achtereenvolgende jaar een daling waargenomen.
3
250
200
Utrecht
150
Nederland
100
50
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Figuur 1 Trend in zorggebruik naar personen 2002-2012 (2002=100)
In vergelijking met 2011 is er geen grote verschuiving te zien in het gebruik van de verslavingszorg
naar primaire problematiek. Ook in 2011 zorgde alcoholproblematiek voor de grootste groep zorggebruikers, gevolgd door cocaïne, cannabis en opiaten.
4
2 Kenmerken zorggebruikers
In onderstaande paragrafen worden de zorggebruikers in de verslavingszorg beschreven op basis van
hun geslacht, leeftijd en herkomst. Alle persoonskenmerken die beschreven worden, hebben betrekking op de registratie van primaire problematiek. Dit voorkomt dat personen meerdere keren in de
tabellen en figuren meegeteld worden. Een consequentie van deze keuze is wel dat hier niet een beschrijving wordt gegeven van de volledige groep bij wie een bepaalde middelenproblematiek speelt.
2.1 Geslacht
In de verslavingszorg is de verdeling naar sekse al jaren redelijk constant (IVZ, 2012). Verslavingsproblematiek in het algemeen komt vaker voor bij mannen (in absolute aantallen in Utrecht gaat het om
1341 mannen) dan bij vrouwen (absoluut gaat het om 366 vrouwen in Utrecht). Ongeveer een vijfde tot
een kwart van de hulpvragen komt van vrouwen. Vrouwen die in de verslavingszorg terechtkomen, zijn
relatief vaker dan mannen zorggebruikers voor alcoholproblematiek; in Utrecht 48% van de vrouwen
(dit zijn 174 vrouwen) tegenover 40% van de mannen (dit zijn 540 mannen). Deze verschillen naar geslacht zijn ook zichtbaar in de landelijke cijfers (zie figuur 2).
60%
50%
40%
Nederland Mannen
Nederland Vrouwen
30%
Utrecht Mannen
20%
Utrecht Vrouwen
10%
ve
ri
g
B
O
G
H
A
m
fe
ta
m
in
e
na
bi
s
an
C
oc
ai
ne
C
pi
at
en
O
A
lc
oh
ol
0%
Figuur 2 Percentage zorggebruikers naar primaire problematiek en geslacht
2.2 Leeftijd
Wanneer naar leeftijdsgroepen wordt gekeken, zien we dat de groep 25-39 jaar en de groep 40-64
jaar zowel in Utrecht als in Nederland veruit de grootste groepen in de verslavingszorg zijn. De leeftijdsgroep 25-39 jaar is in Utrecht 44% van het totaal, landelijk vormt deze groep 38% van het totaal.
De groep 40-64 jaar vormt in Utrecht 39% van het totaal en landelijk is dit 44%. In Utrecht (1%), maar
ook landelijk (2%) is het percentage zorggebruikers ouder dan 65 jaar bijzonder laag.
De primaire zorgvraag van de leeftijdsgroep 25-39 jaar in Utrecht betreft in de meeste gevallen alcohol
(35%), cocaïne (23%), opiaten (18%) of cannabis (15%), de verslavingsproblematiek is dus behoorlijk
divers bij deze leeftijdsgroep. Landelijk zien we een kleiner percentage zorggebruikers voor cocaïne
(17%). Voor de leeftijdsgroep daarboven, 40-64 jaar, is in Utrecht de primaire zorgvraag in de meeste
gevallen alcohol (56%), opiaten (22%) of cocaïne (12%). Opvallend is het hoge percentage zorggebruikers met betrekking tot alcoholproblematiek in deze leeftijdsgroep. Voor cannabisverslaving geldt juist
5
dat er veel minder mensen in deze leeftijdsgroep gebruik maken van de verslavingszorg. Landelijk is
het percentage zorggebruikers voor alcoholproblematiek bij de 40- tot 64-jarigen nog groter (64%).
Het aantal zorggebruikers voor opiaten en cocaïne is landelijk juist iets lager in deze leeftijdsgroep.
Jongeren (12-18 jaar) in Utrecht zijn relatief vaak zorggebruikers aangaande het gebruik van cannabis
(60%). Dit beeld zien we landelijk ook, 62% van de 12-18 jarigen maakt gebruik van de verslavingszorg
voor cannabisproblematiek. Van alcoholproblematiek is bij 23% van hen sprake. Landelijk is dit iets
lager, namelijk 19%. Bij ouderen (65+) is alcoholverslaving de meest voorkomende zorgvraag, echter
de totale groep zorggebruikers boven de 65 jaar is erg laag (N =20).
Tabel 2: Leeftijdsverdeling naar primaire problematiek
Aantal
Alcohol
Opiaten Cocaïne Cannabis Amfetamine GHB
Overig
Nederland 12-18 jaar
3.045
16%
2%
4%
60%
4%
1%
13%
19-24 jaar
7.091
20%
9%
13%
39%
6%
3%
9%
25-39 jaar
24.520
35%
19%
17%
17%
3%
2%
7%
40-64 jaar
28.685
64%
17%
7%
4%
1%
0%
6%
65 +
1.497
90%
2%
1%
0%
0%
0%
8%
12-18 jaar
63
13%
0%
10%
62%
2%
2%
13%
19-24 jaar
217
26%
5%
18%
38%
4%
1%
9%
25-39 jaar
744
35%
18%
23%
15%
1%
1%
6%
40-64 jaar
663
56%
22%
12%
5%
0%
0%
4%
65 +
20
85%
0%
0%
0%
0%
0%
15%
Utrecht
Door een verandering in leeftijdsindeling zijn vergelijkingen met het verleden helaas niet mogelijk.
2.3 Culturele herkomst
In de verslavingszorg melden zich personen van verschillende culturele herkomst. Helaas is van een
relatief grote groep Utrechtse zorggebruikers niet bekend wat hun etniciteit is (26%), zodat het vergelijken met cijfers uit eerdere jaren en landelijke cijfers niet mogelijk is.
De grootste groep zorggebruikers in Utrecht waarvan de etniciteit wel bekend is, heeft een autochtone
achtergrond (52%), landelijk is dit 69%. Wanneer in Utrecht wordt gekeken naar het percentage zorggebruikers met een autochtone achtergrond van het totaal aantal zorggebruikers van wie de etniciteit
bekend is, is het percentage 70%. Dit volgt de bevolkingsopbouw van de gemeente Utrecht, aangezien
68% van de bevolking van Utrecht een autochtone achtergrond heeft. Zie figuur 3 voor uitsplitsing naar
etniciteit in Utrecht en Nederland.
U tr ec h t
12%
Autochtoon
26%
52%
Neder lan d
Autochtoon
69%
Westerse
allochtoon
Niet westerse
allochtoon
Onbekend
18%
13%
7%
Westerse
allochtoon
Niet westerse
allochtoon
Onbekend
4%
Figuur 3 Percentage zorggebruikers naar culturele herkomst
6
Inwoners met een autochtone achtergrond zijn relatief vaak in zorg voor het gebruik van alcohol (47%)
en. Kleinere aantallen zorggebruikers zijn er voor verslaving van opiaten (13%) en cocaïne (14%). Landelijk zien we ongeveer hetzelfde beeld.
Bij inwoners met een niet-Westerse allochtone achtergrond is het precies andersom; relatief vaak in
zorg voor problematiek met betrekking tot opiaten (22%) en cocaïne (28%) en iets minder vaak in zorg
voor alcoholverslaving (26%). Landelijk zien we een iets ander beeld, vooral het percentage zorggebruikers voor cocaïne is landelijk een stuk lager (18%) en het percentage zorggebruikers voor alcohol iets
hoger (32%).
Ook inwoners met een Westerse allochtone achtergrond zijn opvallend vaker in zorg voor verslaving
met betrekking tot opiaten (40%), landelijk is dit een stuk lager (28%). Opgemerkt moet wel worden,
dat het aantal inwoners met een westerse allochtone achtergrond geregistreerd in de verslavingszorg,
laag is, waardoor het moeilijker is om betrouwbare uitspraken te doen over deze groep. De verdere
onderverdeling naar culturele herkomst bij de verschillende problematieken is te vinden in tabel 3.
Tabel 3: Culturele herkomst naar primaire problematiek
Aantal
Alcohol
Opiaten
Cocaïne
Cannabis
Amfetamine
GHB
Overig
44.576
50%
13%
10%
16%
3%
1%
7%
4.372
40%
28%
11%
12%
2%
1%
6%
allochtoon
8.349
32%
25%
18%
16%
0%
0%
8%
Onbekend
7.543
45%
17%
10%
16%
2%
1%
9%
Autochtoon
881
47%
13%
14%
16%
2%
1%
6%
Westers allochtoon
73
25%
40%
11%
18%
0%
0%
7%
allochtoon
309
26%
22%
28%
17%
0%
0%
7%
Onbekend
444
44%
18%
17%
14%
2%
1%
5%
Nederland Autochtoon
Westers allochtoon
Niet- westers
Utrecht
Niet- westers
7
8
3 Trend primaire problematiek
In figuur 4 staan de trends van de verschillende primaire problematieken in de afgelopen elf jaar weergegeven. In Utrecht is het percentage zorggebruikers sinds 2002 voor alle problematieken gestegen,
met uitzondering van het percentage zorggebruikers voor opiaatproblematiek. De laatste twee jaar
wordt echter een duidelijke daling van het aantal zorggebruikers voor alcoholproblematiek waargenomen. Ook zien we de afgelopen twee jaar een lichte daling in het aantal zorggebruikers voor cannabisen cocaïneverslaving.
1000
900
800
700
Alcohol
600
Opiaten
Cocaine
500
Cannabis
Amfetamine
400
GHB
300
200
100
0
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Figuur 4 Trend zorggebruik naar primaire problematiek 2002-2012 Utrecht in absolute aantallen
Alcohol
Opiaten
Cocaïne
CannaCannabis
AmfeAmfetamine
GHB
2002
250
468
104
49
2
-
2012
714
292
296
269
21
9
9
10
Literatuurlijst
— Stichting Informatie Voorziening Zorg (2012). Kerncijfers Verslavingszorg 2012. Landelijk Alcohol en
Drugs Informatie Systeem. Houten: IVZ
— Trimbos-instituut (2012). Nationale Drug Monitor. Jaarbericht 2013. Utrecht: Trimbos-instituut
11
12
13
Gemeente Utrecht, volksgezondheid
Uitgave
Gemeente Utrecht
Volksgezondheid, Beleid, Expertise en Onderzoek
Mei 2014
Adresgegevens
Bezoekadres Kaatstraat 1, Utrecht
Postadres Postbus 2423, 3500 GK Utrecht