Klik hier - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

Download Report

Transcript Klik hier - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de

d
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
Dienst Mer
Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert II-laan 20
1000 BRUSSEL
tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75
Project-MER verslag
Goedkeuring milieueffectrapport
Hervergunning kleiontginning NV Vervoeruitbating Frans Ceulemans
& Co, Tuinlei z/n, Schelle
Initiatiefnemer:
NV Vervoeruitbating Frans Ceulemans & Co
Dorpstraat 43
2590 Berlaar
28 juli 2014
PRMER-2002-GK
1.
Inleiding
Het voorliggend project heeft betrekking op de hervergunning van de bestaande kleiontginning van
NV Vervoeruitbating Frans Ceulemans en Co te Schelle dat momenteel vergund is tot 01/08/2015.
Volgens een ontginningsplan is een oppervlakte van 36.816 m² binnen het projectgebied reeds
ontgonnen en dient er nog 91.033 m² ontgonnen te worden.
In de toekomstige situatie wordt een vergunning aangevraagd voor de nog te ontginnen percelen. De
totale te ontginnen oppervlakte bedraagt 91.033 m² met een beschermingsstrook van 27.381 m². De
totale terreinoppervlakte bedraagt 11,84 ha. De reeds volledig ontgonnen maar nog op te vullen
oppervlakte die in het projectgebied ligt heeft een grootte van 36.816 m². Dit project heeft zowel
betrekking op het ontginnen van de nog resterende klei in de groeve als op het opvullen van de
groeve met niet-verontreinigde uitgegraven bodem.
Overeenkomstig de huidige inzichten zijn deze activiteiten onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens
rubriek 23 van Bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004 (BS 17/02/2005),
houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage,
met name:
I.23: Steengroeven en dagbouwmijnen, met inbegrip van ontginningen van
oppervlaktedelfstoffen of grind, met een terreinoppervlakte van meer dan 10 hectare, of
turfwinning met een terreinoppervlakte van meer dan 150 hectare;
Het MER is vereist voor het vervolledigen van de aanvraag voor een milieu- en/of
stedenbouwkundige vergunning.
De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de
kennisgeving voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-MER en beide
gebundeld in te dienen als één document.
De Dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid verklaarde het
kennisgevingsdossier volledig op 25 maart 2014. Het gemeentebestuur van Schelle legde het dossier
ter inzage van de bevolking van 10 april 2014 tot en met 8 mei 2014 en het gemeentebestuur van
Aartselaar van 7 april 2014 tot en met 6 mei 2014. Er werden geen inspraakreacties ontvangen.
Parallel werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd.
De dienst Mer stelde bijzondere richtlijnen op en nam daarin zowel methodologische
aandachtspunten en vereisten op als opmerkingen met betrekking tot de concrete uitwerking van de
door de initiatiefnemer voorgestelde methodologie. Beide aspecten samen bakenen de inhoud af van
het uiteindelijke MER. In deze specifieke richtlijnen zijn de ontvangen opmerkingen en adviezen
verwerkt. De richtlijnen werden betekend op 12 juni 2014.
Het definitieve milieueffectrapport werd ontvangen op 22 juli 2014 en de goedkeuring ervan werd
met dit goedkeuringsverslag beslist.
2.
In het MER beschreven en geëvalueerde alternatieven
De alternatieven werden beschreven in deel 3.3.
Departement LNE - Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PRMER Kleiontginning Ceulemans & Co (PR2002)
2
Het nulalternatief is het scenario waarbij geen vergunning verleend wordt. Volgens dit scenario kan
de bestaande kleiontginningssite verder geëxploiteerd worden tot het einde van de huidig geldende
milieuvergunning (01/08/2015).
Inzake ontsluitingsalternatieven worden onder de discipline Mens-Mobiliteit een aantal alternatieve
aan- en afvoerroutes beschouwd.
Inzake inrichtingsalternatieven wordt onder de discipline Fauna en Flora ingegaan op de
nabestemming en afwerking van het gebied.
Inzake uitvoeringsalternatieven worden de activiteiten van het bedrijf overzichtelijk getoetst aan de
relevante BBT- en BREF-documenten. Deze aftoetsing is terug te vinden in hoofdstuk 10 van het
MER.
3.
Toetsing van het MER aan de decretale vereisten
art. 4.3.8 §2
Het voorliggende milieueffectrapport is een overzichtelijk document en bevat de wettelijk vereiste
onderdelen.
Na aftoetsing blijkt dat het MER voldoet aan de algemene richtlijnen, zoals opgenomen in de
richtlijnenboeken inzake milieueffectrapportage (art.4.6.2.§1) en aan de bijzondere richtlijnen (art.
4.3.5 §1, 2°) zoals door de Dienst Mer geformuleerd in haar beslissing van 10 juni 2014.
Er is geen passende beoordeling vereist.
In het bijzonder kunnen we voor dit MER volgende punten onder de aandacht brengen:
- Het vullen van de werfmachines met brandstof zal gebeuren aan de hand van nieuwe
dubbelwandige werftanks die uitgerust zijn met overvulbeveiliging en permanente
lekdetectie.
- Inzake geluid kunnen op basis van de worst case scenario’s overschrijdingen van de
dagwaarden zich voordoen bij omliggende woningen. Het aanleggen van een gronddam
wordt echter niet als een goede milderende maatregel gezien op basis van een
multidisciplinaire afweging. Er wordt wel voorgesteld om bij klachten ten gevolge van
geluidshinder steeds een stappenplan te volgen zodoende de geluidshinder te voorkomen.
- Uit alternatievenonderzoek is gebleken dat de meest aangewezen aan- en afvoerroute via de
nieuwe N171 zal zijn.
Er zijn geen verdere bemerkingen of aandachtspunten die dienen te worden vermeld.
Besluit
Het MER geeft een goed inzicht in de milieueffecten van het project. Op basis van bovenstaande
aftoetsing blijkt dat het MER alle inhoudelijke en vormelijke elementen bevat zoals bepaald door
artikel 4.3.7 §1 van het DABM. Het MER bevat voldoende informatie om het aspect milieu een
volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming.
Departement LNE - Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PRMER Kleiontginning Ceulemans & Co (PR2002)
3
Gelet op het feit dat voor het voorgenomen project, het projectm.e.r.-proces volledig en in overleg met
de dienst Mer doorlopen werd en gelet op de toetsing van het voltooide project-MER, zoals
voorgeschreven door artikel 4.3.8.§2 van het DABM, waarvan het resultaat hierboven is opgenomen,
wordt het project-MER, ontvangen op 22 juli 2014, van de kleiontginning van Ceulemans & Co te
Schelle, goedgekeurd.
Brussel, 28 juli 2014
Voor het afdelingshoofd, afwezig
Ir. Lina Grooten
Diensthoofd Veiligheidsrapportering
Departement LNE - Dienst Mer
Goedkeuring milieueffectrapportage PRMER Kleiontginning Ceulemans & Co (PR2002)
4