Voorwoord Zuidas tussen lokaal en mondiaal

Download Report

Transcript Voorwoord Zuidas tussen lokaal en mondiaal

Rooilijn
Jg. 47 / Nr. 5 / 2014
Voorwoord
P. 312
Voorwoord
Zuidas tussen lokaal en mondiaal
Sinds begin jaren negentig is een langgerekte zone aan de zuidrand van Amsterdam
ongekend dynamisch. Lopend van Schiphol tot en met Amsterdam Zuidoost is hier,
ondersteunt door een internationale luchthaven, snelwegen en een bundel (light-)
railinfrastructuur, een gebied ontstaan met een prima bereikbaarheid. Het centrale
deel van deze zone werd al snel de focus van het project Zuidas. Rondom station
Amsterdam Zuid moest hier een nieuwe ‘toplocatie’ ontstaan voor kantoren. Later
groeide deze ambitie tot het realiseren van een gemengde stedelijke wijk in hoge
dichtheden. Het jaar 2030 werd vaak genoemd als planningshorizon.
Deze Rooilijn kijkt terug en vooruit naar de
ontwikkeling van dit gebied. Met de grote ambities die
er zijn is Zuidas één van Nederlands meest interessante
planmatige gebiedsontwikkelingen. Mondiale
economische ambities raken hier verweven met de
opgave een nieuwe stadswijk voor de Amsterdammer
te realiseren. Inhoudelijke uitdagingen zijn groot door
de verwevenheid van het gebied met een complexe
bundel infrastructuur en een uit de klauwen groeiend
station. Verschillende overheden spelen hierbij een rol,
terwijl het vastgoed in het gebied juist onderdeel is van
de portfolio van internationale beleggers en mondiaal
opererende gebruikers.
Zuidas is ook een interessante casus voor vraagstukken
die verder reiken: wat is de functie en toekomst van
grootschalige planmatige gebiedsontwikkeling in
een postcrisistijdperk? Hoe verknoop je mondiale
ambities en daarbij behorende partijen en wensen
aan een lokaal stuk stad? Hoe creëer je een levendige
stedelijke wijk, inclusief goed functionerende openbare
ruimten en woonfuncties vanaf de tekentafel? Hoe
kan je trage en complexe besluitvormingsprocessen
tussen overheidspartijen analyseren en welke uitwegen
zijn er? Wat is de verhouding tussen het geplande, het
tijdelijke en het opborrelende? Dit zijn vragen die in dit
themanummer over Zuidas langskomen en moeiteloos
opgetild kunnen worden naar andere plekken. In
vogelvlucht gaan we langs de inhoud van het nummer.
Rooilijn
Jg. 47 / Nr. 5 / 2014
Themanummerredactie
P. 313
Themanummerredactie
In de stellingrubriek poneren Tom Daamen en Wouter
Jan Verheul dat gebiedsontwikkelingen in heden en
toekomst veel kleinschaliger en minder op basis van
vooraf gestelde ambities plaats vinden dan is gebeurd
met Zuidas. Ton Schaap betoogt dat een vooruitziende
blik en grote ambities belangrijk blijven om tijdens de
ontwikkeling van een gebied het ambitieniveau vast
te houden. In het achtergrondartikel analyseert Stan
Majoor de effecten van de wereldwijde economische
crisis op de doelstellingen en organisatie van grote
projecten. Hij stelt dat de veerkracht van projecten
vooral ligt in het vinden van een goede balans tussen
enerzijds openheid voor nieuwe inzichten, ideeën en
concepten en anderzijds selectie en sluiting om te komen
tot richting en uitvoering. Deze opgave is juist voor
grootschalige planmatige projecten niet eenvoudig.
Reina van Grondelle en Bas Boeker analyseren wat
er bij Zuidas de afgelopen jaren veranderd is en
waarom dit aanleiding geeft tot het opstellen van een
nieuwe visie op het gebied. Een belangrijke doorbraak
is in 2012 gerealiseerd toen verschillende partijen
overeenstemming bereikten over het project Zuidasdok.
Bert van Eekelen maakte dit van dichtbij mee en
analyseert hoe dit complexe besluit te maken heeft
met betekenisconstructies van betrokken partijen en
prioriteitsconcurrentie binnen overheden. Hij toont
hiermee aan dat de ontwikkelingen in één gebied, of
rond één project, nauwelijks los gezien kunnen worden
van veel bredere politieke, economische en ruimtelijke
factoren. Dat is ook wat Wim Blom laat zien met zijn
analyse van de relatie tussen Schiphol en Zuidas. Deze
is vooral belangrijk voor de zakelijke dienstverlening.
De positie van de luchthaven en de kwaliteit van
het netwerk wordt echter bepaald in een mondiale
concurrentie tussen luchtvaartallianties. Schiphol staat
daarin niet slecht, maar garanties voor de toekomst zijn
er ook niet.
Ewoud Tenhaeff en Jeroen Jansen analyseren de positie
van Zuidas binnen de Amsterdamse kantorenmarkt.
Hoe kan je verklaren dat dit gebied nauwelijks last had
van de economische crisis? Jannes van Loon analyseerde
hoe de openbare ruimtes in Zuidas gebruikt worden
door daar aanwezige kenniswerkers en concludeert
dat de inrichting ervan nog veel kan opsteken van
pleinen in Manhattan. Hij wijst er op dat wanneer
confrontaties tussen groepen ‘weg-gesegregeerd’
worden, openbare ruimten vooral bij gaan dragen aan
gevoelens van onveiligheid. Een belangrijke strategie
om dit tegen te gaan in Zuidas is een grotere nadruk
op wonen. Makelaar Eefje Voogd is geïnterviewd over
het profiel van het gebied als woonlocatie. Is het vooral
voor een (internationale) elite of ook voor de ‘gewone’
Amsterdammer? Op dit kruispunt van lokaal en
mondiaal bevinden zich de belangrijkste vraagstukken
en kansen voor het gebied.
Eveline Cortvriendt, Reina van Grondelle, Mai van der Heide, Diederik de
Koe, Marjolein van Lingen, Stan Majoor en Rick Meijer.